Maarten Andriessen Trui Steen Annie Hondeghem

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Maarten Andriessen Trui Steen Annie Hondeghem"

Transcriptie

1 Leiderschap vanuit verandering, Case-study «La Relève» Maarten Andriessen Trui Steen Annie Hondeghem Algemeen secretariaat - Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek BESTUURLIJKE ORGANISATIE VLAANDEREN E. VAN EVENSTRAAT 2 C - B-3000 LEUVEN BELGIE Tel: Fax: sbov@soc.kuleuven.ac.be Maarten Andriessen, Trui Steen & Annie Hondeghem 1

2 Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen LEIDERSCHAP VANUIT VERANDERING ABSTRACT Leiderschap en verandering kunnen op verscheidene manieren met elkaar verbonden worden. In dit deelproject van het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen wordt geopteerd voor een benadering van leiderschapsprojecten vanuit een veranderingsinvalshoek. Op die manier worden principes uit het veranderingsmanagement gebruikt als leidraad voor het onderzoek, dat voornamelijk bestaat uit documentanalyse, aangevuld met enkele interviews. Bestudering van de leiderschapscase van La Relève in Canada wil lessen en principes naar boven halen die interessant kunnen zijn voor de veranderingsproblematiek in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en voor de verdere uitwerking en realisatie van het spoor Veranderingsmanagement van het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen. 2

3 Leiderschap vanuit verandering INHOUDSTAFEL Hoofdstuk 1 Context en probleemstelling van het onderzoek Situering Leiderschap vanuit verandering 6 Hoofdstuk 2 Naar een ontwerp van conceptueel kader en checklist Het conceptueel kader De checklist 9 Hoofdstuk 3 Canada: leiderschap in La Relève Canada ter inleiding Context en voorgeschiedenis Inhoud van de verandering Proces van de verandering Evaluatie 37 Hoofdstuk 4 Vlaanderen: Beter Bestuurlijk Beleid Vlaanderen: ter inleiding Context van de verandering Inhoud van de verandering Proces van de verandering Evaluatie 53 Hoofdstuk 5 Aanbevelingen voor veranderingsmanagement van het Beter Bestuurlijk Beleid -project 58 Maarten Andriessen, Trui Steen & Annie Hondeghem 3

4 Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen Hoofdstuk 1 CONTEXT EN PROBLEEMSTELLING VAN HET ONDERZOEK 1.1 SITUERING Spoor Veranderingsmanagement Het deelproject Leiderschap situeert zich binnen het spoor Veranderingsmanagement van het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen, waardoor het zich op een aantal punten onderscheidt van gebruikelijk leiderschapsonderzoek. Een korte inleiding op het spoor geeft een opstap voor verdere omkadering van dit onderzoek. Het spoor Veranderingsmanagement kenmerkt zich door de studie rond de vraag op welke wijze veranderingen inzake management en beleid binnen de publieke sector plaatsvinden en hoe (het succes of falen van) deze veranderingen kunnen verklaard worden. Het opzet van het spoor is dus zowel beschrijvend als verklarend onderzoek, en de betrachting is, onder andere via case study s, een inzicht te verwerven in de complexe processen van verandering. De algemene onderzoeksvragen zijn: 1. Wat is de aanzet (context) voor verandering? 2. Wat is de inhoud van het veranderingsproject? 3. Op welke wijze wordt de uitvoering van het veranderingsproject gestuurd? 4. Hoe verloopt het veranderingsproject (planning en voorbereiding, start, implementatie, afronding en evaluatie)? 5. Welke zijn de resultaten van de sturing en uitvoering van het veranderingsproject? 6. Welke zijn de succes- en faalfactoren bij de sturing en uitvoering van het veranderingsproject? Naast dit deelproject zijn er twee andere projecten die zich binnen het spoor Veranderingsmanagement situeren, te weten het project rond coördinatie van beleid binnen een veranderende politiek-ambtelijke verhouding en het project rond deregulering en administratieve vereenvoudiging. Coördinatie en leiderschap spitsen zich in hun hoedanigheid meer toe op het niveau van management en organisatie terwijl deregulering meer op het niveau beleid gericht is Leiderschap en verandering Leiderschap en verandering kunnen zich op verscheidene manieren tot elkaar verhouden. In een onderzoekscontext heeft de manier waarop duidelijke consequenties naar onderzoeksvragen en mogelijks ook methodologie. In wat volgt willen we dan ook drie situaties schetsen en aanstippen welke invalshoek we in het kader van dit onderzoek zullen aanwenden. Van daaruit willen we in een volgend deel komen tot de schets van het theoretisch kader en de bijgaande onderzoeksmethodologie Leiderschap in verandering: leiderschap als veranderingsobject Leiderschap heeft begin jaren negentig een hernieuwde aandacht gekregen. Als gevolg van verschillende factoren (vernieuwde technologie, sterk groeiende economie, aandacht voor mensen, ) werd het terug belicht en object van onderzoek. Deze aandacht zorgde echter voor een wildgroei in definities, zodanig dat de kern van het begrip leiderschap vaag werd 4

5 (Mullins, 2002 : 253). Leiderschap als concept werd snel een begrip zonder inhoud, een woord dat in elke situatie op een andere manier werd ingevuld. Toch kunnen enkele algemene lijnen uit het geheel gelicht worden: - de evolutie van management naar leiderschap (de Krey, 2000), - de interesse en beschrijving van transactioneel over situationeel naar transformationeel leiderschap (Mullins, 2000 : 278), - het grote belang van leiderschap voor een performante organisatie (OECD, 2001a) (bijvoorbeeld via integratie van leiderschap binnen kwaliteitssystemen 1 ), - de nood aan structuren, systemen en netwerken ter ondersteuning van leiders, zoals competentiemanagement 2, rekrutering (Performance and Innovation Unit, 2001), coaching (OECD, 2001b), ontwikkelingsinitiatieven (London, 2002) en opleiding (OECD, 2000a). Zowel in de publieke sector als in de private sector werd een groter gewicht toegedicht aan het aspect leiderschap, én werd leiderschap op zich een veranderd concept. In die optiek is leiderschap object van verandering doordat het doorheen de jaren van invulling is veranderd. Ook in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap zien we een verandering, waarbij initiatieven als kwaliteitsvol leidinggeven worden genomen en nadruk komt te liggen op coaching en ondersteuning van de medewerkers. PLOEG brengt daarin ook structuur door op gestandaardiseerde manier te plannen en te evalueren Leiderschap bij verandering: sleutelfactor van verandering Leiderschap wordt vaak als antwoord naar voren geschoven wanneer zich de vraag van verandering stelt. De redenering is dat de spanning tussen een huidige, reële situatie en een gewenste, ideale situatie deels kan opgeheven ( ont-spand ) worden door een soort brugfiguur te installeren. Sterk leiderschap zou een facilitator voor veranderingsacties kunnen zijn, onder andere op voorwaarde dat dit stabiel in tijd is (Waterhouse, Brown & Flynn, 2002). Dit stelt wel enkele voorwaarden naar leiders (Bridges & Mitchell, 2000). In zoverre dat organisatieverandering niet alleen te maken heeft met het veranderen van structuren, maar evenzeer met het veranderen van percepties van mensen, wordt de leider als invloedrijk persoon sterk verbonden met het veranderingsproces (Parry, 1998). Dit evenwicht creëren tussen de organisatie en de mens en het bewerkstelligen van een gedeelde visie via mens- en verbeteringsgericht leidinggeven wordt ook in de Beleidsnota Ambtenarenzaken (Sauwens, 1999 : 11, 15) naar voren geschoven Leiderschap vanuit verandering: een case study Het veranderend karakter van het concept leiderschap kan bekeken worden vanuit een veranderingsinvalshoek. Het zwaartepunt komt in die zin te liggen op de principes van het veranderingsmanagement. Zo kan bijvoorbeeld gekeken worden naar de initiële situatie in verband met leidinggeven en het proces dat afgelegd werd tot een nieuwe, gewenste situatie. Principes van verandering worden dan een leidraad bij het bestuderen van de implementatie van leiderschapsprojecten en brengen op die manier structuur aan in de aanwezige informatie: verandering is het perspectief, leiderschap de case study. 1 Zie bijvoorbeeld het EFQM-model op of het daarvan afgeleide CAF-model voor publieke organisaties op 2 Zie bijvoorbeeld het uitgewerkte competentiemanagementsysteem voor Senior Civil Servants in UK. Maarten Andriessen, Trui Steen & Annie Hondeghem 5

6 Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen 1.2 LEIDERSCHAP VANUIT VERANDERING Keuzes in onderzoek In dit deelproject kiezen we om leiderschap als onderzoeksobject binnen het kader van veranderingsmanagement te beschouwen (zoals beschreven in punt ). De principes van verandering worden dan als een blauwdruk gebruikt voor de studie van het aspect leiderschap. Verder wordt gekozen om in hoofdzaak de leiderschapscase binnen het veranderingsproject La Relève uit Canada te bestuderen. Gelijkenissen en verschilpunten met veranderingsproject Beter Bestuurlijk Beleid binnen de Vlaamse Overheid zullen in laatste instantie nagegaan worden. De finaliteit van dit deelproject is tweeledig: - Systematisch beschrijven van het leiderschapsgegeven binnen het veranderingsproject La Relève teneinde inzicht in deze case te verwerven en lessen te trekken die het veranderingsgebeuren in de Vlaamse overheid kunnen ondersteunen, - Inzichten en informatie aandragen ter ondersteuning van de verdere uitbouw van het spoor veranderingsmanagement binnen het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Onderzoeksvragen In lijn met de algemene onderzoeksvragen die in het spoor veranderingsmanagement geformuleerd werden, kunnen de onderzoeksvragen voor dit deelproject als volgt gedefinieerd worden: 1. Wat is de aanzet geweest voor La Relève? 2. Wat houdt de verandering van leiderschap binnen La Relève juist in? 3. Hoe verliep het veranderingsproject? (proces, sturing, implementatie, planning, ) 4. Wat zijn de uiteindelijke resultaten? 5. Welke succes- en faalfactoren zijn te onderkennen in het project? 6. Welke gelijkenissen en verschillen kunnen onderkend worden met gelijkaardige initiatieven binnen de Vlaamse Overheid? De nadruk in dit project komt dus te liggen op het veranderingsgegeven binnen La Relève in de Canadese context. Waar mogelijk zullen parallellen getrokken worden met de Vlaamse context, zonder evenwel de Vlaamse case exhaustief te analyseren Methodologie Volgende fases zijn te onderkennen in de methodologische aanpak: 1. Literatuurstudie: bestuderen van literatuur rond hoofdthema s leiderschap en veranderingsmanagement. 2. Ontwikkeling checklist: informatie verkregen uit de literatuurstudie wordt als input gebruikt voor de ontwikkeling van een checklist teneinde systematiek te kunnen bieden aan de informatie in de analysefase. De checklist is een operationalisatie van de onderzoeksvragen en werd opgemaakt in samenwerking met het deelproject coördinatie van beleid binnen veranderende politiek-ambtelijke verhoudingen. 3. Verzamelen en analyseren van de gegevens: het verzamelen van relevante gegevens, via documentanalyse en interviews, (hoofdzakelijk toegespitst op La Relève ) en analyse ervan met behulp van de checklist. 4. Uitschrijven van de resultaten. 6

7 Hoofdstuk 2 NAAR EEN ONTWERP VAN CONCEPTUEEL KADER EN CHECKLIST Vooraleer van start te gaan met het eigenlijke onderzoek is het de bedoeling om in dit tweede hoofdstuk te komen tot een conceptueel kader voor het onderzoek. Een conceptueel schema lijkt gezien de complexiteit van de materie een belangrijke houvast. Een conceptueel kader laat toe om vanuit verschillende perspectieven, maar tegelijk ook op een gestructureerde en coherente wijze, informatie te verzamelen, verwerken en interpreteren. (Sels, 1996 : 56) Naast een conceptueel kader is het voor het onderzoek van belang om precies te kunnen formuleren op welke vragen een antwoord dient gegeven te worden. Ter operationalisering van de eerder gestelde onderzoeksvragen wordt in dit hoofdstuk dan ook verder gestalte gegeven aan de checklist die als onderzoeksinstrument zal gehanteerd worden. 2.1 HET CONCEPTUEEL KADER Binnen het conceptueel kader zal aandacht gegeven worden aan twee zaken die als fundamenten dienen, namelijk verandering en de inhoud context proces benadering. In wat volgt worden deze nader toegelicht Verandering Bij het ontwikkelen van een conceptueel kader dienen we vast te leggen wat we verstaan onder verandering. Algemeen genomen kunnen we verandering begrijpen als een overgang van een beginsituatie X naar een nieuwe, vooropgestelde situatie Y. De concrete verandering kan evenwel leiden tot een situatie Y, de reële verandering die in zekere mate van de vooropgestelde situatie Y zal afwijken. Figuur 1: Grafische voorstelling van verandering Situatie X Situatie Y Situatie Y Inhoud context proces benadering Om de veranderingen in hun eigenheid te kunnen begrijpen, zal in het onderzoek het analysekader van Pettigrew e.a. (Pettigrew, Ferlie & McKee, 1992) gebruikt worden. Pettigrew e.a. halen hierin drie dimensies aan, te weten inhoud, context en proces. De eerste dimensie betreft de inhoud. Om op een degelijke manier zicht te krijgen op de veranderingen die staan te gebeuren, is het van belang om de inhoud te begrijpen van wat er juist zal veranderen. Een analyse van de inhoud van het veranderingsvoorstel, betekent dat we de initiële situatie (situatie X) op inhoudelijke componenten vergelijken met de gewenste situatie (situatie Y). Maarten Andriessen, Trui Steen & Annie Hondeghem 7

8 Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen De tweede dimensie die men kan terugvinden in het analysekader van Pettigrew e.a. is de context. Pettigrew maakt in dit opzicht een onderscheid tussen enerzijds de inner -context en anderzijds de outer -context. Met inner -context doelt hij op de ontvankelijkheid van organisaties voor veranderingen (een interne dimensie). De historische, sociale, economische, culturele en politieke structuren waarbinnen de veranderingen worden gestuurd en uitgevoerd betreffen dan de outer -context (Steen, 2001 : 44). Thus in studying change management Pettigrew argues we must combine a processual and historical view of organisations within a contextual viewpoint which makes an attempt to link, and to account for, the inner and outer contexts of change. (Collins, 1999 : 70) De derde en laatste dimensie die kan onderscheiden worden is de proces-dimensie. In deze derde dimensie wordt ingegaan op de verschillende actoren die betrokken zijn in het proces en op de acties die zij ondernemen in het proces van verandering. Hierin wordt verder gekeken naar de planning en voorbereiding van de verandering, de implementatie, de acceptatie door en de betrokkenheid van doelgroepen, Een grafische voorstelling van het conceptueel model Op basis van al het voorgaande kunnen we het conceptueel kader op de volgende manier samenstellen. Figuur 2 Grafische voorstelling van het conceptueel kader INNER CONTEXT INHOUD SITUATIE Y SITUATIE X PROCES SITUATIE Y OUTER CONTEXT In het schema dat het conceptueel kader weergeeft, zien we dat de overgang van situatie X naar de geambieerde situatie Y centraal staat. Beide situaties worden verbonden doorheen het proces van verandering. Daarnaast komt in het schema naar voren dat de veranderingen zich binnen een zekere inhoud afspelen, wat op zijn beurt kadert binnen een bepaalde context (zowel inner als outer ). 8

9 2.1.4 Het conceptueel model als dynamisch model Het model zoals hierboven uitgebouwd, wordt als dynamisch beschouwd. Van context, inhoud en proces kan niet verwacht worden dat zij statisch naast elkaar bewegen. In dit conceptueel model gaan we er van uit dat de drie begrippen elkaar wederzijds beïnvloeden. De pijlen binnen het conceptueel model duiden op de dynamiek die doorheen de verandering kan plaatsvinden. In de eerste plaats kunnen we stellen dat de inhoud beïnvloed wordt door de outer - én inner -context van een organisatie. Iedere organisatie die tracht processen, structuren en/of culturen te veranderen begint niet van een leeg blad. De achtergrond van de organisatie en de organisatiecultuur spelen een rol bij veranderingen. Indien bij de planningsfase van een verandering deze aspecten over het hoofd worden gezien, zal dit onvermijdelijk doorwegen bij de uiteindelijke implementatie en de duurzaamheid van de verandering. Verder kan men ook stellen dat de context invloed heeft op het proces of de manier waarop het veranderingsproces verloopt. Wat is de voorgeschiedenis van veranderingen in de organisatie? Hoe wordt met succes en mislukking omgegaan in de organisatie? Leert men uit vroegere veranderingen? Ook proces en inhoud beïnvloeden elkaar wederzijds. Zo kan hetgeen men wil veranderen invloed hebben op de aanpak van de verandering, bijvoorbeeld welke actoren er worden betrokken. Ook omgekeerd, kan het proces invloed hebben op de inhoud. Zo kan tijdens een implementatie blijken dat een bepaald inhoudelijk aspect niet afgestemd is op een beoogde doelgroep. 2.2 DE CHECKLIST Nadat in het vorige deel aan de hand van drie fundamenten tot een conceptueel model werd gekomen wordt, zoals aangegeven in de inleiding van dit hoofdstuk, in dit tweede deel een checklist voor het onderzoek uitgewerkt. In deze checklist worden de onderzoeksvragen die in de inleiding van dit onderzoek werden geformuleerd, geoperationaliseerd. Doordat de checklist een verdere uitwerking van het conceptueel model is, is het tevens gebaseerd op de inhoud context proces benadering De context van het veranderingsproces Om de context nader te bestuderen wordt het concept uitgespit in drie deelthema s, namelijk de aanleiding, de voorgeschiedenis ( inner context) en de outer context De aanleiding Een eerste element dat aan de orde is bij de studie van een veranderingsproces is de aanleiding. Alle veranderingsprocessen zijn ergens begonnen. Niets staat op zichzelf. Om de andere fasen in het veranderingsproces te kunnen begrijpen is het noodzakelijk dat de aanleiding in overweging wordt genomen. Doppler en Lauterburg (1996:86) waarschuwen ook voor het mogelijks bestaan van een hidden agenda. Hiermee duiden zij op de mogelijke andere aanleidingen van het veranderingsproces dan diegene die naar buiten toe worden gecommuniceerd. Maarten Andriessen, Trui Steen & Annie Hondeghem 9

10 Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen De aanleiding van veranderingen komt tot uiting in een aantal signalen. Om het proces van verandering te kunnen beheersen en te bestuderen is het dan ook belangrijk om inzicht te krijgen in deze signalen. Stroh, Northcraft en Neale (2002 : 426) onderscheiden interne en externe krachten, die worden geuit in een aantal signalen. The first step in managing change is recognizing the forces for change both internal and external. Interne krachten zijn signalen die vanuit de organisatie komen, en wijzen op de nood tot verandering. De externe krachten worden verder onderverdeeld in sociale krachten, politieke krachten, technologie en markt. Sociale krachten zijn maatschappelijke elementen in de externe omgeving van de organisatie die een invloed hebben op de werking van de organisatie. De vergrijzing is hier een voorbeeld van. In de omgeving van organisaties spelen naast sociale krachten ook politieke krachten een rol. Deze signalen komen tot uiting in de vorm van politieke beslissingen die de organisaties nopen tot veranderingen. Een derde belangrijk signaal heeft te maken met technologie, zoals bijvoorbeeld de sterke evoluties in de informatietechnologie. Tot slot kan men nog wijzen op veranderingen in de marktsituatie. Aan- of afwezigheid van publieke of private concurrenten in een bepaald domein van de markt is hier een voorbeeld van Voorgeschiedenis van de organisatie m.b.t. veranderingen. De basis van het conceptueel model wordt gevormd door de inner context van een organisatie. Hiermee wordt de ontvankelijkheid voor veranderingen van een organisatie bedoeld. Met de term inner context verwijzen Pettigrew e.a. naar de factoren die samenhangen met de interne strategieën, structuur, cultuur, management en politieke processen van de organisatie. Analyse van de inner context maakt het mogelijk om organisaties te onderscheiden naar de mate waarin zij ontvankelijk ( receptive ) zijn voor veranderingen. (Steen, 2001 : 44) Om de ontvankelijkheid van een organisatie te kunnen begrijpen is het dan ook belangrijk om inzicht te krijgen in de vroegere veranderingen. Vooral de redenen waarom organisatieveranderingen lukten of mislukten, kunnen aandachtspunten aanreiken voor nieuwe veranderingen. Daarnaast dient binnen deze voorgeschiedenis de nodige aandacht besteed te worden aan organisatiecultuur. Welke cultuur heerst er in een organisatie? Heerst er een cultuur waarin ieder zijn verantwoordelijkheid opneemt of net steeds doorschuift naar anderen? Heerst er eens sterke hiërarchie of heeft men een meer platte organisatiestructuur? Laat het personeelsbeleid toe dat medewerkers hun creativiteit laten vloeien of wordt er eerder van hen verwacht dat ze doen wat hen van boven wordt opgedragen? Van belang is dat de veranderplannen in lijn staan met de organisatiecultuur, want wanneer plannen haak staan op de organisatiecultuur daalt de kans dat zij worden geïmplementeerd. Veranderingen willen invoeren die een nieuw soort denken vereisen, die een gedragspatroon en een handelwijze veronderstellen die tot dusver noch gebruikelijk noch beoogd waren en nog veel minder beloond en daarom ook niet aangeleerd werden is zoiets als de zee willen ploegen. (Doppler & Lauterburg, 1996 : 86) Vooraleer met de studie van organisatieveranderingen van start kan gegaan worden, dienen de nodige basisgegevens van de organisatie op een rijtje gezet te worden. Op die manier kan een beeld gevormd worden van de organisatie, in omvang en structuur. 10

11 De outer context Een laatste element binnen de checklist in verband met context betreft, is de factor outer context. Opnieuw kunnen we hier de terugkoppeling maken naar het conceptueel model. De outer context laat toe om de historische, maatschappelijke, politieke en economische omgeving waarin de organisatie zich bevindt te bestuderen. Op deze manier kan men duiding geven aan de maatschappelijke inbedding van de organisatie. De outer context geeft daarnaast ook de mogelijkheid om de potentiële druk vanuit deze maatschappelijke context te bestuderen. Opnieuw ziet men in dit verband de wisselwerking ontstaan tussen de outer en de inner context. Waar de inner context nauw verbonden is met de interne signalen voor verandering, valt deze externe druk min of meer samen met de externe factoren die in het onderdeel van de signalen werden beschreven. Grafische voorstelling van het aspect context in de checklist Aanleiding Voorgeschiedenis Outer context CONTEXT Wat is de aanleiding voor de verandering? Signalen Welke signalen? Hoe werd dit duidelijk? Waar is de noodzaak ontstaan? Wat is de voorgeschiedenis van de organisatie i.v.m verandering? Waarom lukte/mislukte deze? Basisgegevens van de organisatie (personeelsbestand, structuur e.d.) Wat is de maatschappelijke, economische context? Bestond er externe druk om te veranderen? Inhoud als tweede deel van de checklist Het tweede deel van de checklist gaat dieper in op de inhoud van de veranderingsprocessen. Binnen de inhoud worden drie grote aspecten bekeken: soort verandering, doel van de verandering en doelgroep. Deze zullen in wat volgt nader worden uitgewerkt Soort verandering Alvorens de inhoud van de veranderingen bestudeerd kan worden, moet duidelijk worden op welke aspecten van de organisatie de verandering gefocust is. In de literatuur wordt het onderscheid gemaakt tussen structurele veranderingen en culturele veranderingen (Kloosterboer, 1993 : 24). Structurele verandering kan men typeren als alles wat formeel besproken of vastgelegd is. Kloosterboer spreekt in dit opzicht van de harde kant van de organisatie. Met cultuur duidt hij op de minder grijpbare kant van de organisatie of de zachte kant van de organisatie. Hier gaat het om de waarden, normen, gewoonten, verwachtingen en het gedrag van mensen in de organisatie. (Kloosterboer, 1993 : 25) Maarten Andriessen, Trui Steen & Annie Hondeghem 11

12 Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen Daarnaast kan men ook argumenteren dat veranderingen op een combinatie van structurele en culturele elementen gebaseerd zijn. Naast het onderscheid cultureel-structureel kan ook worden nagegaan of de veranderingen radicaal gebeuren of eerder verder bouwen op vroegere veranderingen (incrementeel) Doel van de veranderingen Als tweede element binnen het aspect inhoud kan men onmogelijk voorbijgaan aan de doeleinden van de veranderingen. Daarom wordt als eerste factor in het onderzoek de wat - vraag gesteld: Wat verandert er eigenlijk doorheen het ganse veranderingsproces? Als tweede factor wordt ingegaan op de eenheid die doorheen het veranderingsproces centraal staat: op welk niveau vinden de veranderingen plaats? Is de gehele organisatie betrokken in het organisatieproces of stelt men eerder vast dat het veranderingsproces zich op departementeel of afdelingsniveau afspeelt? Daarnaast is het belangrijk dat er wordt nagegaan of er doelstellingen geformuleerd werden. In de literatuur wordt algemeen aanvaard dat dit een belangrijk gegeven is in veranderingsprocessen. De vraag moet onderzocht worden of de missie duidelijk is omschreven. Clarify the mission wordt als een van de lessen door Abramson en Lawrence (2001 : 4) naar voren geschoven bij veranderingen binnen organisaties. Achtereenvolgens kunnen we drie soorten doelstellingen onderscheiden in een veranderingsproces: oplossen (een bepaald probleem vereist een oplossing), effectueren (implementatie bevorderen door een draagvlak te creëren) en leren (leren uit de manier waarop men met problemen omgaat) (Open Universiteit, 1991 : 130). In de klassieke benadering komt vooral de eerste manier naar voren. Het is evenwel belangrijk dat voor het welslagen van de veranderingen het veranderingsproces gericht is op de drie vormen van doelstellingen. Verder kan een onderscheid gemaakt worden naar kwalitatieve of kwantitatieve doelstellingen. Bij het uittekenen van de inhoud van het veranderingsproces kan er vervolgens worden nagegaan of een duidelijk traject werd ontworpen en of aan dit traject een tijdschema gekoppeld werd Doelgroep Een laatste element bij de studie van de inhoud betreft de doelgroepen van de verandering. Allereerst is het van belang dat er wordt nagegaan of de doelgroep(en) gekend zijn. Welke doelgroepen worden onderscheiden? Op wie zijn de veranderingen gericht? Is het (h)erkennen van de doelgroep vooral van belang bij de implementatie van de veranderingen? (bijvoorbeeld bij de communicatie, bij de creatie van het draagvlak, ten behoeve van de duurzaamheid van de oplossing). Grafische voorstelling van het aspect inhoud in de checklist Verandering Cultureel//Structureel//Combinatie Radicaal//Incrementeel INHOUD 12

13 Doel Doelgroep Wat verandert er? Eenheid van verandering? (organisatie, departementen, afdelingen of individuen) Doelstellingen Duidelijk geformuleerd? Kwalitatief//Kwantitatief In hoeverre is de gewenste toestand gekend? Bestaat er een tijdschema? Zijn er mijlpalen onderweg? In welke mate is het project gestructureerd? Zijn er stappenplannen gedefinieerd? Is de doelgroep bekend? Welke doelgroepen worden onderscheiden? Derde element in de checklist : het proces Nadat in de twee vorige delen zowel inhoud als context aan bod zijn gekomen wordt in het derde deel het proces nader uiteengerafeld. Dit zal bestaan uit de fasen van het veranderingsproces, te weten: 1. Planning en voorbereiding 2. Start 3. Implementatie 4. Afronding en evaluatie Binnen deze vier fasen van het proces zal steeds opnieuw de vijfdeling actoren, betrokkenheid, communicatie, middelen en weerstand worden gebruikt om de verschillende elementen te onderzoeken Actoren In de literatuur wordt het centraal stellen van de actoren duidelijk benadrukt, al wordt in de praktijk deze stap vaak als minder belangrijk afgedaan. Doppler en Lauterburg (1996 : 164) beklemtonen de eenvoudig te verstane boodschap: processen vinden plaats dankzij personen. Het belang van personen blijkt op de eerste plaats te staan: The [ ] transformation initiatives all began with the appointment of the right person to the right job in the right organization at the right time. (Abramson & Lawrence, 2001 : 2). Bij het opzetten van veranderingsprocessen dienen actoren dan ook gedefinieerd te worden en een belangrijke plaats te krijgen. Kotter (2000 : 4-7) wijst op het belang dat men in team werkt aan de veranderingen, evenals op de noodzakelijke ondersteuning door een goede stuurgroep. In dit opzicht wijst Duck (2000 : 45) op het creëren van een overgangsmanagementteam. Hiermee wordt geduid op een tijdelijk team bestaande uit leidinggevenden die tot taak hebben om de processen van veranderingen te sturen en te faciliteren. In lijn met de optie van een overgangsmanagementteam, kunnen we ook de situatie van interne en externe adviseurs aanhalen. De vraag die zich hier stelt is in welke mate men beroep doet op mogelijks intern aanwezige expertise, dan wel de expertise inkoopt (via bijvoorbeeld consulting ). Bij beiden zijn voor- en nadelen op te sommen (Open Universiteit, 1991 : 132, 277). Vragen die aan de orde zijn: Worden er externen ingehuurd? Zoja, voor Maarten Andriessen, Trui Steen & Annie Hondeghem 13

14 Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen welke (deel)opdrachten? Worden er medewerkers in enige mate vrijgesteld om zich met de veranderingen bezig te houden? Hoe is dit alles georganiseerd? Het differentiëren naar type actoren lijkt belangrijk, gezien de potentiële invloed hiervan op het veranderingsproces (Steen, 2001 : 190) Betrokkenheid Betrokkenheid van de medewerkers in veranderingsprojecten wordt naar voren geschoven als een sleutelfactor tot het slagen ervan. Mensen betrekken kan op verscheidene manieren. Zo kunnen we in graduele zin onder andere spreken over: informeren, inspraak verlenen en medezeggenschap (Open Universiteit, 1991 : 264). Elk type betrokkenheid zou tevens een effect hebben op de sterkte en de duurzaamheid van de verandering, waarbij een hogere mate van betrokkenheid steeds betere effecten met zich mee zou brengen. Maier stelde dit bijvoorbeeld via zijn formule E = K x A. Deze formule duidt aan dat de effectiviteit een product is van de kwaliteit van de oplossing en de aanvaardbaarheid ervan door de betrokkenen (Kloosterboer, 1993 : 24). Via betrokkenheid kan men echter niet alleen een draagvlak creëren maar ook aanspraak maken op de competenties en de expertise die bij de eigen mensen in de organisatie aanwezig zijn (Open Universiteit, 1991 : 264). Het complex karakter van het aspect betrokkenheid wordt tevens aangehaald door Lawler die betrokkenheid ziet als het product van vier krachten, te weten: informatie, competentie, macht en beloning (aangehaald in Corthouts, 1996 : 179). De combinatie van deze krachten kan pas ten volle tot zijn recht komen als hiervoor de cultuur aanwezig is Communicatie Een zekere mate van betrokkenheid creëren kan via het informeren van de medewerkers. Communicatie kan met andere woorden gezien worden als een belangrijk, zoniet het belangrijkste aspect bij verandering. Het communiceren van de plannen, doelstellingen, projectaanpak, verwachtingen, enz. creëert duidelijkheid bij de medewerkers en, daardoor, ook een draagvlak zodat een gedeelde visie omtrent de gewenste situatie (Y) kan ontstaan (Kotter, 1996 : 85). Het niet-communiceren kan alleen maar ergernis, weerstand en onduidelijkheid opwekken en heel waarschijnlijk ook een verkeerde boodschap overbrengen ( men kan niet niet communiceren ) (Doppler & Lauterburg, 1996 : 329). Verscheidene communicatiekanalen kunnen onderscheiden worden (nieuwsbrief, nota, vergadering, ), elk weer met een eigen specificiteit. Het belang van dit wezenlijk element komt tot uitdrukking in bijvoorbeeld aanbevelingen rond het opzetten van een heus communicatieplan binnen een veranderingsproject (Open Universiteit, 1991 : 265) of het aanstellen van een communicatiebegeleider (Kloosterboer, 1993 : 150). Van belang is dat er structuren en systemen op poten worden gezet om de communicatie in twee richtingen vlot en efficiënt te laten verlopen Middelen Naar inzet van middelen zijn er twee aspecten die we hier willen aanhalen, financiën en methodieken. Het financiële aspect handelt over de budgetruimte die voorzien is voor het uit te voeren veranderingsproject. Zijn de kosten en investeringen begroot? Zijn er financiële middelen voorhanden om te investeren in de verandering? Inzake methodieken wordt de vraag gesteld welke methodieken en instrumenten worden aangewend teneinde de verandering te sturen en te stimuleren, en in welke mate dit gebeurt. 14

15 Weerstand Bij veranderingen is de kans op weerstand groot. Omgaan met deze weerstand lijkt dan ook noodzakelijk voor een goede verandering. Kloosterboer (1993) stelt zelfs dat zonder weerstand geen verandering mogelijk is. Doorheen de weerstand komt energie vrij die kan gebruikt worden om de veranderingen door te voeren en te dynamiseren. Volgens hem is het de kunst om de energie die wordt gebruikt om de weerstand te formuleren om te buigen in energie om het draagvlak te vergroten. De kunst is om vervolgens de losgemaakte energie op een constructieve manier te benutten ten gunste van de verandering (Kloosterboer, 1993 : 150). Om weerstand goed te kunnen begrijpen is het van belang te weten van waar de weerstand komt. Waarom ontstaat weerstand? Stroh, Northcraft en Neale (2002 : 431) geven vijf bronnen aan : de gewoonte: het ontwikkelen van bepaalde gewoonten zou leiden tot inertia en zou mensen in hun huidige positie doen behouden, het gebrek aan middelen om de veranderingen te realiseren kan een voorname struikelblok zijn voor bijvoorbeeld managers, hoewel ook omgekeerd beperkte financiële middelen binnen een overheidscontext reeds vaker een aanzet tot verandering zijn gebleken, het gevaar voor verlies van macht: veranderingen als aanzet zien tot een herschikking van machtsrelaties kan weerstand oproepen bij zij die aan macht zouden moeten inboeten, de angst voor het onbekende kan zowel op collectief als individueel niveau te onderscheiden zijn en gaat wezenlijk om het feit dat niet alles zomaar gekend is in verband met de eindtoestand van de verandering, de perceptie van de verdediging: een persoonlijke bias kan ervoor zorgen dat men de noodzaak tot verandering niet inziet en dat men daarom een status-quo wenst te handhaven. De wijze waarop men met weerstand moet omgaan kan teruggebracht worden tot het goed doorvoeren van de factoren in het proces, zoals deze boven werden beschreven, namelijk het voorzien van middelen, een goede communicatie en het vergroten van het draagvlak en/of betrokkenheid Afronding Verandering is gericht op het bereiken van een gewenste situatie (zoals gesteld in ons eerste fundament van het conceptueel kader). Daartoe heeft men doelen gesteld en acties ondernomen, vertrekkende vanuit de huidige situatie. Eenmaal de gewenste situatie bereikt is, kan deze op verscheidene manieren geconsolideerd worden. De nieuwe patronen (processen, structuren, ) die door de veranderingen in voege kwamen, dienen op één of andere manier weer vastgelegd te worden zodanig dat ze dagdagelijkse realiteit worden. Of, zoals Lewin het stelt, na de unfreeze- en de moving-fase, komt de refreeze-fase waarin verankering van de verandering aan de orde is (aangehaald in Open Universiteit, 1991 : 236). Maarten Andriessen, Trui Steen & Annie Hondeghem 15

16 Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen Grafische voorstelling van het element proces in de checklist PROCES Planning en voorbereiding Betrokken actoren Wie is de procesinitiator? Andere betrokken actoren? Hoe ziet de betrokkenheid eruit? Informatie, inspraak, participatie Doel: Gebruik van expertise of creëren draagvlak Hoe dwingend zijn richtlijnen naar bijvoorbeeld afdelingen/departementen toe? Welke vrijheidsgraden krijgen zij? Communicatie Wat werd gecommuniceerd? Door wie? Op welke manier? Periodiek? Aan wie? Weerstand Welke weerstand bestond er? Van wie? Waartegen? Hoe werd dit opgelost? Middelen Financieel Instrumenten en methodieken Start Betrokken actoren Betrokkenheid Communicatie Weerstand Middelen Implementatie Betrokken actoren Afronding Betrokkenheid Communicatie Weerstand Middelen Wie stuurt? Wie is de procesbewaker? Institutionaliseren / consolideren veranderingsproject / duurzaamheid Evaluatie Naast verankering is de evaluatie van het veranderingsproject van groot belang, gezien op die manier een licht geworpen wordt op het al of niet realiseren van de vooropgestelde veranderingsdoelstellingen, waardoor vervolgens ook succes- en faalfactoren van het veranderingsproject aan het licht kunnen komen. Wat liep goed/fout in inhoud/context/proces en waarom? Dit is een cruciale vraag om leerpunten en aandachtspunten naar volgende veranderingsprojecten bloot te leggen. 16

17 Bij het evalueren van het veranderingsproject kan men een onderscheid maken tussen een objectieve manier enerzijds en een subjectieve anderzijds. Binnen de objectieve manier kan men bijvoorbeeld nagaan of de vooropgestelde instrumenten werden ingevoerd. Anderzijds kan men via een subjectieve manier ( percepties ) gaan meten of de instrumenten die binnen het veranderingsproces betrokken waren ook daadwerkelijk worden toegepast en of zij hun doel bereikten. In het onderzoek naar veranderingen is deze blok van evaluatie cruciaal, daar zij gebruikt wordt als maat voor de afhankelijke variabele in het veranderingsgebeuren. Zijn de veranderingsdoelstellingen behaald? Objectief Subjectief EVALUATIE FAAL- EN SUCCESFACTOREN BIJ VERANDERING Maarten Andriessen, Trui Steen & Annie Hondeghem 17

18 Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen Hoofdstuk 3 CANADA: LEIDERSCHAP IN LA RELÈVE How much interest there will be, I do not know. But I do believe it is important for all the traditional reasons To try to record past history. Without a sound appreciation of the past, we are too likely To misread the challenges of the present (John Edwards) 3.1 CANADA TER INLEIDING Inleiding en verantwoording Het hoofddeel van dit rapport bestaat uit een rapportering over veranderingsinitiatieven in Canada, meer specifiek met betrekking tot het La Relève-project dat eind jaren negentig op poten werd gezet. La Relève 3 zal als project beschreven worden vanuit de invalshoeken zoals aangegeven in de checklist. Eerst zal hierbij de context en voorgeschiedenis aangegeven worden, vervolgens zal gefocust worden op de inhoudelijke component van La Relève en dan meer specifiek op projecten die betrekking hadden op leiderschap. Verder zal het proces van de verandering geschetst worden. Om af te sluiten evalueren we dit veranderingsinitiatief op basis van de checklist. Hierbij zullen we gegevens uit rapporten contrasteren met data die we bekwamen uit het interview met Mevrouw Jocelyn Bourgon, huidig hoofd van het CCMD Canadian Centre for Management Development en ten tijde van de implementatie van het La Relève-project Clerk of the Privy Council. Op die manier kunnen we bepaalde zaken nuanceren of in een ander daglicht plaatsen. Indicaties van effectmetingen zullen hierbij in de mate van het mogelijke aangegeven worden. Deze werkwijze moet de overstap naar het volgende hoofdstuk vergemakkelijken, waar we een aantal succes- en faalfactoren voor verandering op een rij willen plaatsen en we vervolgens ook lessen willen trekken voor de hervormingen in de Vlaamse overheid (zie o.a. Beter Bestuurlijk Beleid). Het initiatief in Canada zal aldus als referentiepunt gebruikt worden waartegen de situatie binnen de Vlaamse Overheid deels zal worden afgezet. De keuze voor La Relève legitimeert zich door de omvang, de integraliteit en de vernieuwende ambitie van het project. De aandacht die binnen dit project naar leiderschap ging kan nuttige input geven aan de veranderingen die in de Vlaamse context reeds genomen zijn en, vooral, die op stapel staan binnen het kader van het Beter Bestuurlijk Beleid. In volgende paragraaf zal een korte inleiding op het Canadese systeem worden gegeven. Hierin zullen specifieke termen worden uitgelegd. Deze kunnen verder ook geraadpleegd worden in bijlage Korte inleiding op de organisatie van de Canadese, federale overheid De beschrijving van de La Relève-case gebeurt vanuit de logica die de federale overheid van Canada in zich draagt. Een korte inleiding op hoe bepaalde actoren zich tot elkaar verhouden en hoe het systeem in het algemeen georganiseerd is, kan wat duidelijker zicht geven op de 33 La Relève staat in deze context als een acroniem voor: Leadership-Action Renewal-Energy-Learning- Expertise-Values-Excellence, en betekent in eigenlijke zin (het) vervangen, aflossing, (het) opvolgen 18

19 contouren waarbinnen het veranderingsinitiatief heeft plaatsgehad. Met deze beschrijving zullen tevens de belangrijkste, betrokken actoren aangehaald worden, die later zullen terugkeren in de beschrijving van de actoren binnen het La Relève-project. Canada is, net als België, een federale staat waarin naast de federale overheid ook nog 12 provinciale en territoriale overheden het land besturen (Public Service Commission, 2001). Canada s federale bestuurlijke organisatie is, net zoals Australië en het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld, van het Westminster-type (Pollitt & Bouckaert, 2000 : 208). Met betrekking tot het personeelsbestand staat er in het rapport van het Office of the Auditor General of Canada 4 opgetekend dat de federale overheid in de laatste tien jaar met zo n honderdduizend werknemers is geslonken (OAG, 2000 : 9-12). Een combinatie van grootscheepse downsizing, privatisering en gelimiteerde rekruteringsacties speelt hierin een belangrijke rol. In 2000 zouden er ongeveer een kleine ambtenaren voor de federale overheid werken (OAG, 2000 : 9-12). In de volgende figuur geven we de verschillende actoren en hun onderlinge relaties weer. Daarna zal kort uitleg gegeven worden over de verscheidene instanties (hoofdzakelijk o.b.v. OAG, 2000 en Marshall & Cashaback, 2001). Prime Minister (PM) + Ministers PM Ministers of the Treasury Board Clerk Committee of Senior Officials (COSO) Treasury Board Secretariat Department Privy Council Office Canadian Centre for Management Public Service Commission The Leadership Network = Minister = Member of COSO 4 Office of the Auditor General of Canada zal vanaf nu verder aangeduid worden als OAG. Uitleg over dit organisme is te vinden in bijlage 1. Maarten Andriessen, Trui Steen & Annie Hondeghem 19

20 Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen Op politiek niveau besturen de Prime Minister en zijn/haar ministers, tesamen aangeduid als het Cabinet. Elke minister heeft een één-op-één relatie met de hoogste ambtenaar in rang voor het eigen domein, de Deputy Minister. Zo heeft de Eerste Minister op dezelfde wijze een relatie met de Clerk of the Privy Council Office alsook met het hoofd van het Canadian Centre for Management Development. Verder wordt het Cabinet gesteund door een aantal Cabinet Committees (ad hoc of permanent), waaronder de Treasury Board. Deze Treasury Board (TB) is een comité van zes ministers met financieel en personeelsmanagement als belangrijkste taken en verantwoordelijkheden (ontleend aan de Financial Administration Act). TB wordt aanzien als de werkgever van de federale ambtenaren. Sinds 1997 heeft TB een vernieuwde rol als management board en is het op die manier verantwoordelijk voor strategic management change. Ondersteund door haar Treasury Board Secretariat (= een departement) stippelt het in die domeinen het beleid uit en onderneemt het acties. Op ambtelijk niveau is de structuur gelijkaardig aan het Cabinet. De Committee of Senior Officials (COSO) verzamelt de verscheidene Deputy Ministers onder leiderschap van de Clerk of the Privy Council Office. Ook hier kunnen er, naargelang de behoefte, Subcommittees opgericht worden. Kort alles even op een rijtje: Clerk of the Privy Council Office: hoofd van de Privy Council Office en vanuit die hoedanigheid voorzit(s)ter van de COSO. Wordt sinds 1993 beschouwd als de Head of the Public Service en bijgevolg belangrijk geacht als promotor en initiatior van veranderingsprocessen. De Clerk houdt de vinger aan de pols via de wekelijkse vergaderingen met de Deputy Ministers en de dagelijkse vergaderingen met de Prime Minister. Verder speelt de Clerk een belangrijke rol als leider van de Deputy Ministers en alle ambtenaren door strategieën uit te tekenen en managementprioriteiten te formuleren. De Clerk wordt aangeduid door de Prime Minister. Privy Council Office (PCO): een centraal agentschap dat het departement van de Eerste Minister vormt, te vergelijken met onze kanselarij. Ondersteunt de Eerste Minister op administratief niveau en voorziet in (beleids-)ervaring en informatietoelevering aan het Cabinet. PCO vormt op die manier een tandem met het Prime Ministers Office dat de Eerste Minister op politiek vlak adviseert. Treasury Board Secretariat (TBS): een centraal agentschap dat het ondersteunende departement van de TB is en wordt voorgezeten door de Secretary of TB die een zitje heeft in de COSO. TBS speelt in dat opzicht een belangrijke rol in horizontaal management en het uitvaardigen van beleidslijnen en richtlijnen naar alle departementen en agentschappen van de overheid. De prioriteiten van TBS behelzen thema s als public service renewal, innovatie, modern bestuur en technologie. Deputy Minister (DM): ambtenaar die de link vormt tussen het politieke (de ministers) en het ambtelijke niveau. De DM wordt door de Eerste Minister aangeduid in zijn/haar functie als ambtenaar van een minister 5. Een DM heeft in zijn management maar een beperkte autoriteit. Financieel en administratief komt immers wettelijk alles aan de bevoegde minister toe, maar in de realiteit wordt verwacht dat die deze bronnen delegeert aan zijn/haar DM. In totaal zijn er 25 DM s. 5 Maar de DM is en blijft een ambtenaar. Een vroegere Clerk formuleerde het als volgt: A Minister is politically oriented but must be operationally sensitive. A Deputy Minister is operationally oriented but must be politically sensitive. 20

21 Assistant Deputy Minister (ADM): een senior civil servant die rapporteert aan de DM. Er bestaan zowel functionele als programma ADM s. Meer en meer roteren ze horizontaal om ervaring op te doen in een aantal departementen. Er zijn zo n 175 ADM s. Public Service Commission (PSC): onafhankelijk agentschap met als voornaamste taak de toepassing van de Public Service Employment Act. PSC staat in die hoedanigheid in voor het bemannen van de federale overheid. Verder ondersteunt zij afdelingshoofden met betrekking tot personeelsproblematiek en verzorgt zij onder andere ook trainingen. Canadian Centre for Management Development (CCMD): centrale actor die verantwoordelijk is voor het ontwikkelen van een sterk managementkader. In termen van objectieven betekent dit dat ze trots en waarden binnen het management moet stimuleren en groei en ontwikkeling van de managers moet ondersteunen. Het CCMD werd in 1988 opgericht en werd vanaf 1991 een departementaal orgaan. De Eerste Minister is verantwoordelijk voor het CCMD. The Leadership Network (TLN): is ontstaan in 1998 als consolidatie en structureel geworden organisme van de La Relève Task Force. TLN staat in voor het collectief management van de ADM-gemeenschap, dient interne communicatie en dialoog te faciliteren en heeft verder als opdracht om de successen van veranderingsinitiatieven (van o.a. La Relève) te consolideren en te verspreiden. Federal Regional Council: in het begin van de jaren tachtig opgericht als coördinatiemechanisme voor federaal-economische programma s op regionaal niveau, is het meer en meer geëvolueerd naar een instantie dat op regionaal niveau een rol speelt in communicatie, informatie-uitwisseling, administratieve en personeelszaken. Deze councils speelden ook een rol in de totstandkoming van La Relève, maar zijn niet in de figuur opgenomen gezien zij een regionaal orgaan zijn. 3.2 CONTEXT EN VOORGESCHIEDENIS Voorgeschiedenis veranderingsprocessen in Canada Canada heeft heel wat ervaring inzake grote veranderingstrajecten, en dit op verscheidene domeinen. Omwille van hun eigenheid en hun specifiek karakter in het voortraject van La Relève, wordt kort ingegaan op Program Review en PS Public sector reform Een eerste type veranderingsbeweging in het (recente) verleden heeft in essentie betrekking op het terugschroeven van de uitgaven (OECD, 1993 : 51) en in het wegwerken van deficits. Deze veranderingen worden ook geplaatst onder de noemer public sector reform (OECD, 1999 : 1). Een korte toelichting van het Program Review-initiatief midden jaren negentig zal hierover meer duiding geven. Program Review Dit initiatief werd geïnitieerd door de federale regering en behelsde de doorlichting van departementale programma s waarin niet alleen pragmatische, maar ook fundamentele vragen over de rol van de (federale) overheid werden gesteld (OECD, 1999 : 5). Program Review vond plaats in de jaren 1994 en 1995, een periode waarin dringend moest gewerkt worden aan het federaal deficit. In zijn geheel vormden zes krachten de eigenlijke aanzet tot verandering (OECD, 1999 : 8): Maarten Andriessen, Trui Steen & Annie Hondeghem 21

22 Steunpunt beleidsrelevant onderzoek - bestuurlijke organisatie Vlaanderen De noodzaak over te gaan tot een lange termijn potentieel voor de Canadese economie, waaronder werd verstaan: hogere productiviteit, hogere levensstandaard en hogere levenskwaliteit voor de Canadezen; Het terugschroeven van de tekorten, wat diende te gebeuren via het snijden in de uitgaven in plaats van het verhogen van de belastingen; Veranderingen dienden van permanente en structurele aard te zijn; De noodzaak om rollen en verantwoordelijkheden duidelijk te krijgen, teneinde overlap te vermijden en te kunnen werken aan harmonisering en samenwerking; Het verlangen een belangrijke rol te spelen in de ondersteuning van het sociaal systeem van Canada. Bij de doorlichting van elk programma stonden dezelfde zes vragen centraal, te weten (OECD, 1999 : 5): Dient het programma of het activiteitsdomein het publieke belang? Is de overheid hierin noodzakelijk? Is betrokkenheid van de federale regering aangewezen? (vraag naar territoriale decentralisering) Welke partnerships kunnen opgezet worden? (vraag naar inbreng van andere sectoren) Hoe kan bij eventuele verderzetting van het programma de efficiëntie en effectiviteit verbeterd worden? Wat is de betaalbaarheid gegeven de fiscale parameters van de overheid? De verscheidenheid aan actoren in dit herzieningsproces was groot (Departement Financiën, Treasury Board Secretariat, denktanks, externe actoren, (inter-)nationaal, ) en eenieder had een eigen specifieke bijdrage. De bestendiging van de veranderingen uitte zich in het verder vorm geven van een Expenditure Management System (Bouckaert, Hoet & Ulens, 2000 : 14) en in een blijvende dialoog over de verdeling van rollen en verantwoordelijkheden tussen provincies en federale overheid (OECD, 1999 : 17). Public service reform Een tweede type veranderingsbeweging betreft voornamelijk veranderingen met als focus het verbeteren van de kwaliteit van dienstverlening en alle voorwaarden die hieromtrent gesteld worden, gegeven een veranderende beleidsomgeving en de eisen die de 21 ste eeuw werden toegedicht. Hieronder kan verstaan worden (OECD, 1999 : 24): Modernisering van diensten; Beleidscapaciteit bestendigen; Aandacht voor de ambtenaren; Aandacht voor de burgers ter verhoging van het vertrouwen; Moderniseren van het financieel management; Performance management; Management en hervorming van regelgeving. Het belang van een gemoderniseerde, klantgerichte dienstverlening was de nieuwe betrachting die met een public service renewal zou worden binnengebracht. Hierbij zijn zowel aandacht voor mensen, als het ontwikkelen van systemen ter ondersteuning van de dienstverlening 22

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten) Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een

Nadere informatie

Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing

Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing Wat u zeker moet weten over Audit Vlaanderen & de Leidraad Organisatiebeheersing VOOR LOKALE BESTUREN AUDIT VLAANDEREN www.auditvlaanderen.be 1 Inhoud AUDIT VLAANDEREN 5 INTERNE CONTROLE OF ORGANISATIEBEHEERSING?

Nadere informatie

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd.

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd. Naam evaluatie Volledige naam Aanleiding evaluatie DREAM-project Evaluatie DREAM-project De Vlaamse overheid ondersteunt een aantal initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap en de ondernemerszin.

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Directeur audit

Functiebeschrijving: Directeur audit Functiebeschrijving: Directeur audit Functiefamilie Controle en audit functies Voor akkoord Naam leidinggevende Datum + handtekening Naam functiehouder Datum + Handtekening 1. Context van de functie 1.1.

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak Inhoud Inleiding 3 Stap 1 De noodzaak vaststellen 4 Stap 2 De business case 5 Stap 3 Probleemverdieping 6 Stap 4 Actieplan 8 Stap 5

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

K.U.Leuven Instituut voor de Overheid Universiteit Antwerpen Universiteit Gent Hogeschool Gent.

K.U.Leuven Instituut voor de Overheid Universiteit Antwerpen Universiteit Gent Hogeschool Gent. K.U.Leuven Instituut voor de Overheid Universiteit Antwerpen Universiteit Gent Hogeschool Gent www.steunpuntbov.be Workshop: Wat kan Vlaanderen opsteken uit internationale ervaringen? Australische en Britse

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

BESTUURLIJKE ORGANISATIE VLAANDEREN

BESTUURLIJKE ORGANISATIE VLAANDEREN De effectiviteit van veranderingen Participatie en coördinatie in het Verenigd Koninkrijk Line Putseys Trui Steen Annie Hondeghem Algemeen secretariaat - Steunpunt Beleidsrelevant onderzoek BESTUURLIJKE

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Projectportfoliobeheerder

Functiebeschrijving: Projectportfoliobeheerder Functiebeschrijving: Projectportfoliobeheerder Functiefamilie organisatie ondersteunende functies Voor akkoord Naam leidinggevende Dries Van Den Broucke Datum + handtekening Naam functiehouder Datum +

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid

Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid Opdracht en algemene werkingsregels 1 - Het remuneratiecomité heeft aandacht voor het strategische beleid en neemt hierin een adviserende

Nadere informatie

Gewijzigde doelstellingen in de leidraad interne controle/ organisatiebeheersing VLAAMSE OVERHEID. (inwerkingtreding: 1 januari 2015)

Gewijzigde doelstellingen in de leidraad interne controle/ organisatiebeheersing VLAAMSE OVERHEID. (inwerkingtreding: 1 januari 2015) Gewijzigde doelstellingen in de leidraad interne controle/ organisatiebeheersing VLAAMSE OVERHEID (inwerkingtreding: 1 januari 2015) 2 1. Doelstellingen, proces- & risicomanagement Subthema kwaliteitsbeleid

Nadere informatie

Logo organisatie. EFQM Excellence. Organisatie naam

Logo organisatie. EFQM Excellence. Organisatie naam Logo organisatie EFQM Excellence Recognised for Excellence Organisatie naam Verantwoordelijke (België) 2004 EFQM Het is de bedoeling van EFQM om het algemene gebruik van dit materiaal binnen bedrijven

Nadere informatie

POP POP. Programma workshop POP. 1. Algemeen kader Situering POP. 2. Link Werkervaring (Wim Van Ammel Web vzw) 3. Aan de slag!

POP POP. Programma workshop POP. 1. Algemeen kader Situering POP. 2. Link Werkervaring (Wim Van Ammel Web vzw) 3. Aan de slag! Programma workshop 1. Algemeen kader Situering Aanleiding Project -model 2. Link Werkervaring (Wim Van Ammel Web vzw) 3. Aan de slag! 1 Achtergrond: Evoluties op de AM: uitdagingen toenemend aantal knelpuntberoepen

Nadere informatie

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken

REKENHOF. Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken REKENHOF Consolideren en motiveren om vooruitgang te boeken STRATEGISCH PLAN 2010-2014 2 Inleiding Dit document stelt de resultaten voor van de strategische planning van het Rekenhof voor de periode 2010-2014.

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

bouwstenen cultuursensitieve-def.indd 4

bouwstenen cultuursensitieve-def.indd 4 bouwstenen cultuursensitieve-def.indd 4 11/03/16 12:27 5 Voorwoord Vlaanderen evolueert naar een superdiverse samenleving. Dit brengt grote uitdagingen met zich mee ook voor het beleidsdomein Welzijn,

Nadere informatie

SBOV B-project september SBOV II Instituut voor de Overheid KUL B-project «Slagkrachtige Overheid» 1

SBOV B-project september SBOV II Instituut voor de Overheid KUL B-project «Slagkrachtige Overheid» 1 SBOV B-project 2010 Slagkrachtige Overheid 21 september 2010 Projectcoördinator: Projectuitvoering: Prof. Dr. Geert Bouckaert Jesse Stroobants SBOV II Instituut voor de Overheid KUL B-project «Slagkrachtige

Nadere informatie

Functiefamilie ET Thematische experten

Functiefamilie ET Thematische experten Functiefamilie ET Thematische experten DOEL Expertise in een materie* en verstrekken aan de administratieve en politieke instanties teneinde hen te ondersteunen bij de besluitvorming en de uitvoering van

Nadere informatie

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering Gebruik de RIA-leidraad en de RIA-checklist om deze RIA in te vullen. 1 Gegevens van het advies 1.1 Gegevens van de

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: ontwerpbesluit tot regeling van steun aan projecten van collectief O&O en collectieve kennisverspreiding

Nadere informatie

Plannen & organiseren

Plannen & organiseren kijkt vooruit, onderbouwt een planning, houdt rekening met potentiële invloedfactoren, visualiseert en communiceert deze duidelijk en begrijpbaar aan de medewerkers. koppelt aan deze planning, doelstellingen

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR A. DOEL VAN DE FUNCTIE: Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen

Nadere informatie

Financiële controle in een resultaatgerichte hervorming van de begroting en de boekhouding

Financiële controle in een resultaatgerichte hervorming van de begroting en de boekhouding Financiële controle in een resultaatgerichte hervorming van de begroting en de boekhouding Veerle Conings, wetenschappelijk medewerker, Instituut voor de Overheid (K.U.Leuven) 1 Historiek hervormingen

Nadere informatie

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie)

Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie) Flexibiliteit en toerekenbaarheid in lokaal arbeidsmarktbeleid (verslag van de OECD(LEED)/UA studie) Kristel Bogaerts - Ive Marx (Centrum voor Sociaal Beleid) Wouter Van Dooren - Hans Echelpoels (Management

Nadere informatie

BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES

BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES 26 APRIL 2006 CONTEXT EN AANLEIDING Sinds maart 2003 is de Wet dualisering provinciebestuur van kracht. Mede in dit kader heeft het Presidium van

Nadere informatie

Martine Verluyten Voorzitter van het Auditcomité van de Vlaamse Administratie

Martine Verluyten Voorzitter van het Auditcomité van de Vlaamse Administratie 1 Publieke versus private audit Gelijkenissen en verschillen een persoonlijke-ervaringsgebaseerde toelichting Martine Verluyten Voorzitter van het Auditcomité van de Vlaamse Administratie 2 2 1 Context

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid

Nadere informatie

VR DOC.0923/1BIS

VR DOC.0923/1BIS VR 2018 2007 DOC.0923/1BIS DE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Visienota - Kwaliteits- en registratiemodel voor de dienstverleners binnen Werk /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Beleidsbrief Algemeen Regeringsbeleid

Beleidsbrief Algemeen Regeringsbeleid Beleidsbrief Algemeen Regeringsbeleid 2015-2016 I. Inleiding Samenwerking, dialoog en vertrouwen Kwaliteitsvolle besluitvorming Uitbouw Departement Kanselarij en Bestuur Specifieke horizontale prioriteiten

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP DEPARTEMENT ALGEMENE ZAKEN EN FINANCIEN

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP DEPARTEMENT ALGEMENE ZAKEN EN FINANCIEN MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP DEPARTEMENT ALGEMENE ZAKEN EN FINANCIEN Administratie Ambtenarenzaken. - Afdeling Wervingen en Personeelsbewegingen Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid Ter uitvoering

Nadere informatie

DURF2020 ACHTERGRONDINFO

DURF2020 ACHTERGRONDINFO Je eigen leven, daar gaan we voor! DURF2020 ACHTERGRONDINFO ACHTERGRONDINFO DURF2020 START In het kader van mijn P2020 wordt er veel gesproken, nagedacht en nieuwe initiatieven genomen in functie van de

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen AC-Kruidtuin - Food Safety Center Kruidtuinlaan 55 1000 Brussel Tel.: 02 211 82 11 www.favv.be Verantwoordelijke uitgever: Herman Diricks Februari

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

Seminarie ondernemingsplan. 13 november Getuigenis vanuit het departement Economie, Wetenschap en Innovatie

Seminarie ondernemingsplan. 13 november Getuigenis vanuit het departement Economie, Wetenschap en Innovatie Seminarie ondernemingsplan 13 november 2015 Getuigenis vanuit het departement Economie, Wetenschap en Innovatie Presentatie is opgebouwd rond een aantal vragen die ons werden voorgelegd door de initiatiefnemers

Nadere informatie

Taakafbakening tussen een heilige Drievuldigheid : Departement, Agentschap en Minister. Henny De Baets Administrateur-generaal

Taakafbakening tussen een heilige Drievuldigheid : Departement, Agentschap en Minister. Henny De Baets Administrateur-generaal Taakafbakening tussen een heilige Drievuldigheid : Departement, Agentschap en Minister Henny De Baets Administrateur-generaal 07.05.2009 Visie op het thema What s the problem? : focus Trends breken of

Nadere informatie

managing people meeting aspirations Natuurlijke groei

managing people meeting aspirations Natuurlijke groei managing people meeting aspirations Natuurlijke groei geloof Wij hebben een gemeenschappelijke visie pagina - managing people, meeting aspirations Vandaag verhoogt CPM de prestaties op elk niveau van uw

Nadere informatie

Advies. Advies over en ondersteuning bij het (initieel) inrichten/optimaliseren van de structuur van de(it Service Management)organisatie

Advies. Advies over en ondersteuning bij het (initieel) inrichten/optimaliseren van de structuur van de(it Service Management)organisatie DIENST Advies over en ondersteuning bij het (initieel) inrichten/optimaliseren van de structuur van de(it Service Management)organisatie Advies over en ondersteuning bij het initieel inrichten/optimaliseren

Nadere informatie

Leren uit het buitenland Risicomanagement en interne audit bij de Nederlandse Rijksoverheid.

Leren uit het buitenland Risicomanagement en interne audit bij de Nederlandse Rijksoverheid. Leren uit het buitenland Risicomanagement en interne audit bij de Nederlandse Rijksoverheid. SBOV workshop Mark Vandersmissen, manager-auditor Interne Audit 31 januari 2005 1 Opbouw presentatie Situering

Nadere informatie

Vlaamse Gemeenschapscommissie, algemene directie Onderwijs en Vorming, E. Jacqmainlaan 135, 1000 Brussel.

Vlaamse Gemeenschapscommissie, algemene directie Onderwijs en Vorming, E. Jacqmainlaan 135, 1000 Brussel. BIJLAGE Bijlage nr. 2 Gunningsverslag 1 INLEIDING 1.1 Aanbestedende overheid Vlaamse Gemeenschapscommissie, algemene directie Onderwijs en Vorming, E. Jacqmainlaan 135, 1000 Brussel. 1.2 Diensten De opdracht

Nadere informatie

Samenwerken over sectoren heen

Samenwerken over sectoren heen Samenwerken over sectoren heen Inhoud In deze workshop wordt de betekenis en de meerwaarde van samenwerken tussen verschillende organisaties uitgewerkt. We schetsen hoe zo n samenwerking kan evolueren,

Nadere informatie

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp Samenvatting Inleiding In de huidige dynamische en complexe omgeving waarin veel organisaties opereren, wordt corporate entrepreneurship vaak gezien als een noodzaak. Het goed doorgronden van het ondernemend

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

HR beleidsplan departement LV

HR beleidsplan departement LV HR beleidsplan departement LV Filip Grauls Donderdag 30 september 2010 1 Agenda De aanleiding Het resultaat Het vervolg Aandachtspunten 2 1 1. De aanleiding Eyeopener EFQM zelfevaluatie 2007 Probleemstelling

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van

Nadere informatie

Rol: Maatschappelijk assistent

Rol: Maatschappelijk assistent Datum opmaak: 2017-10-05 Eigenaar: Koen De Feyter Doel van de functie Staat op een proactieve wijze in voor de maatschappelijke dienstverlening aan hulpvragers volgens de meest passende methodiek en volgens

Nadere informatie

WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR

WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR WERKPLUS WAREGEM FUNCTIE- EN COMPETENTIEPROFIEL ADJUNCT - DIRECTEUR 2/6 FUNCTIEBESCHRIJVING: Adjunct - Directeur Datum opmaak: 22-01-2012 Door: Nancy Cantens (Mentor consult) Datum bijwerking: Door: Reden

Nadere informatie

Functiebeschrijving DESKUNDIGE KINDEREN EN JONGEREN B1-B3

Functiebeschrijving DESKUNDIGE KINDEREN EN JONGEREN B1-B3 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist

FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist FUNCTIEFAMILIE 1.3 Technisch specialist Doel van de functiefamilie Vanuit de eigen technische specialisatie voorbereiden en opmaken van plannen, ontwerpen of studies en de uitvoering ervan opvolgen specialistische

Nadere informatie

Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager

Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager 1/5 Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager I. FUNCTIEBENAMING Formatie Directe Leidinggevende contractueel administratief personeel algemeen directeur II. HOOFDDOEL VAN DE FUNCTIE

Nadere informatie

Functiekaart. Functionele loopbaan: B4 B5

Functiekaart. Functionele loopbaan: B4 B5 Functie Graadnaam: Coördinator Functienaam: Coördinator Vrije Tijd Functionele loopbaan: B4 B5 Code: Cluster: Samenleving, Leven en Welzijn Afdeling: Vrije tijd, ontspanning en vrijwilligers Dienst: Subdienst:

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING De minister president van de Vlaamse Regering Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en armoedebestrijding

Nadere informatie

Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en

Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en Samenvatting Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en gewelddadig radicalisme en terrorisme anderzijds. In aanvulling op de bestaande literatuur over mogelijke

Nadere informatie

Belangrijke informatie: de Gemeenschappelijke Prioriteit met het Frans-Engelse Kanaal programma

Belangrijke informatie: de Gemeenschappelijke Prioriteit met het Frans-Engelse Kanaal programma Belangrijke informatie: de Gemeenschappelijke Prioriteit met het Frans-Engelse Kanaal programma 1. Uittreksel uit het 2 Zeeën Operationeel Programma, Prioriteit 4 : Gemeenschappelijke Prioriteit met het

Nadere informatie

Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw

Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw Leidinggeven aan onderzoekende scholen in de 21 ste eeuw Vier jaar onderzoek naar onderzoeksmatig leiderschap: welke inzichten levert het op? Meta Krüger Lector leiderschap in het onderwijs Inhoud lezing

Nadere informatie

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012) De Hoge Raad voor Vrijwilligers (HRV) kijkt relatief tevreden terug op 2011, het Europees Jaar voor het Vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep Van Gelder Groep B.V. Communicatieplan Energie- & CO 2 beleid Van Gelder Groep 1 2015, Van Gelder Groep B.V. Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit document mag worden gereproduceerd in welke

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v)

Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v) Functiebeschrijving: Deskundige Milieu (m/v) Graad Deskundige (m/v) Functietitel Deskundige Milieu (m/v) Doelstelling van de functie Als Deskundige Milieu adviseert u de milieuvergunningen die op het grondgebied

Nadere informatie

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303 Doel (Mede)zorgdragen voor de vormgeving en door het geven van adviezen bijdragen aan de uitvoering van het beleid binnen de Hogeschool Utrecht kaders en de ter

Nadere informatie

Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector

Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector Ann Peirs, Geert Brandt, Partners Covista 15 mei 2015 Intro maturiteitsmodel 150 medewerkers uit de publieke sector waren aanwezig

Nadere informatie

Rapport D/2005/10106/019

Rapport D/2005/10106/019 KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN Spoor HRM & Veranderingsmanagement VERANDERINGSMANAGEMENT IN DE FEDERALE OVERHEID CASESTUDIE VAN DE COPERNICUSHERVORMING Myriam PARYS Christophe PELGRIMS Prof. dr. Annie

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Projectbeheerder

Functiebeschrijving: Projectbeheerder Functiebeschrijving: Projectbeheerder Functiefamilie dossierbeheerder externe aanvragen Voor akkoord Naam leidinggevende Louis Vervloet, afdelingshoofd Datum + handtekening Marjolein Van Den Broeck, Diensthoofd

Nadere informatie

Prestatiebeloning werkt nauwelijks, maar prestatieafstemming

Prestatiebeloning werkt nauwelijks, maar prestatieafstemming Prestatiebeloning werkt nauwelijks, maar prestatieafstemming werkt wel André de Waal Prestatiebeloning wordt steeds populairder bij organisaties. Echter, deze soort van beloning werkt in veel gevallen

Nadere informatie

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra 1. Inleiding Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra 07.04.2014 De evaluatiepraktijk die het departement EWI hanteert, voorziet

Nadere informatie

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

Functiefamilie MI Bemiddelaars

Functiefamilie MI Bemiddelaars Functiefamilie MI Bemiddelaars DOEL De bemiddeling en/of de onderhandeling tussen verschillende partijen coördineren teneinde te komen tot een standpunt dat aanvaardbaar is voor alle partijen. RESULTAATGEBIEDEN

Nadere informatie

Het mandaat ter responsabilisering van de overheidsmanager. Een internationale vergelijking

Het mandaat ter responsabilisering van de overheidsmanager. Een internationale vergelijking Het mandaat ter responsabilisering van de overheidsmanager Een internationale vergelijking Algemeen onderzoek Beleidsgericht onderzoek naar mandaatsystemen: (Inter)nationaal vergelijkend onderzoek naar

Nadere informatie

Willen leiders leren van incidenten?

Willen leiders leren van incidenten? Willen leiders leren van incidenten? Een voorbeeld uit de praktijk van Schiphol Robert van den Bergh 7 februari 2019 1 Wat wil ik met jullie delen? Schiphol werkt langs meerdere lijnen aan een proactieve

Nadere informatie

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9 Auditcharter Van HET AGENTSChap AUDIT VLAANDEREN 1 / 9 Inhoudsopgave MISSIE VAN HET AGENTSCHAP AUDIT VLAANDEREN... 3 ONAFHANKELIJKHEID... 4 OBJECTIVITEIT EN BEKWAAMHEID... 5 KWALITEIT VAN DE AUDITWERKZAAMHEDEN...

Nadere informatie

Thema 4: Competentiemanagement

Thema 4: Competentiemanagement Thema 4: Competentiemanagement Competentiemanagement (of management van vaardigheden) is de praktijk van het begrijpen, ontwikkelen en inzetten van mensen en hun competenties. Hoewel competentiemanagement

Nadere informatie

Lemniscaat Kompas. 1 Vijf aspecten van communicatie geïntegreerd

Lemniscaat Kompas. 1 Vijf aspecten van communicatie geïntegreerd http://lemniscaatacademie.com francis@lemniscaatacademie.be Lemniscaat Kompas 1 Vijf aspecten van communicatie geïntegreerd RELATIE Verhouding INHOUD FOCUS Het thema waar het echt om gaat CONTEXT Cultuur

Nadere informatie

VERANDER- MANAGEMENT. Direct aan de slag met veranderprocessen, randvoorwaarden en weerstanden tegen veranderingen

VERANDER- MANAGEMENT. Direct aan de slag met veranderprocessen, randvoorwaarden en weerstanden tegen veranderingen VERANDER- MANAGEMENT Direct aan de slag met veranderprocessen, randvoorwaarden en weerstanden tegen veranderingen Dit rapport behandelt alle aspecten rondom het begrip verandermanagement. Meer weten over

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.1 Beleidsondersteuning

FUNCTIEFAMILIE 4.1 Beleidsondersteuning Doel van de functiefamilie Goed onderbouwde en kwalitatieve beleidsvoorstellen doen teneinde de beleidsbepaler(s) zoals bv de Vlaamse Regering, de functionele ministers in staat te stellen de juiste beleidsbeslissingen

Nadere informatie

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten 26 april 2016 Henk Van Hootegem henk.vanhootegem@cntr.be 02/2012.31.71 Plan 1. Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Nadere informatie

Functiebeschrijving. Functiehouder. Functiegegevens. Doel van de functie. Plaats in de organisatie OCMW SCHOTEN

Functiebeschrijving. Functiehouder. Functiegegevens. Doel van de functie. Plaats in de organisatie OCMW SCHOTEN Functiehouder Personeelsnummer: Functiegegevens Functie: BELEIDSMEDEWERKER ZORG EN WELZIJN Graad: B4-B5 Bevorderingsgraad niveau B Niveau: B Niveau B Dienst: ZORG EN WELZIJN Departement: SAMENLEVEN Hoofddepartement:

Nadere informatie

Het HR Masterplan bij de RKW Anne Bertrand, Bart Lachaert en Maryline Vergouts

Het HR Masterplan bij de RKW Anne Bertrand, Bart Lachaert en Maryline Vergouts GOEDE PRAKTIJK/BONNE PRATIQUE Het HR Masterplan bij de RKW Anne Bertrand, Bart Lachaert en Maryline Vergouts CONTEXT 1999: 844 VTE s (theoretisch) 2002 (bestuursovereenkomst): 795 VTE s (922 hoofden )

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media

Functiebeschrijving: Hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Functiebeschrijving: Hoofd van het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media Voor akkoord Vacant Datum + handtekening Voorzitter strategische adviesraad

Nadere informatie

Resultaat van de vraagstelling is een lijst van wat je allemaal te doen hebt of moet kunnen.

Resultaat van de vraagstelling is een lijst van wat je allemaal te doen hebt of moet kunnen. Situationeel leiderschap als tool om diversiteit te benutten en leren van elkaar te ontwikkelen Het concept van situationeel leiderschap, ontwikkeld door Hersey en Blanchard is ruim bekend. De meeste leidinggevenden

Nadere informatie

INTERBESTUURLIJKE SAMENWERKING IN VLAANDEREN

INTERBESTUURLIJKE SAMENWERKING IN VLAANDEREN K.U.Leuven Instituut voor de Overheid Universiteit Antwerpen Universiteit Gent Hogeschool Gent www.steunpuntbov.be INTERBESTUURLIJKE SAMENWERKING IN VLAANDEREN Ellen Wayenberg & Filip De Rynck Spoor Bestuurlijke

Nadere informatie

LABO 2 WERKGROEP PARTICIPATIE

LABO 2 WERKGROEP PARTICIPATIE LABO 2 WERKGROEP PARTICIPATIE 23.6.14 Omgevingskwaliteit is geen eenduidig gegeven Omgevingskwaliteit is een begrip dat in hoge mate subjectief is en door verschillende partijen anders wordt ingevuld 6

Nadere informatie

Communicatieplan Stichting Welzijn Baarn

Communicatieplan Stichting Welzijn Baarn Communicatieplan Stichting Welzijn Baarn Namen: Xavier van der Stelt Anika Schouten Janneke Geerling Kelly Hoogenboezem Utrecht, 5 juni 2013 Inhoudsopgave Blz. 1. Inleiding... 3 2. Wat speelt er momenteel

Nadere informatie

Hoe verandering managen? 1

Hoe verandering managen? 1 Hoe verandering managen? 1 Veranderingsprocessen zijn cruciaal voor het voorbestaan van elke organisatie maar zijn tegelijk zeer moeilijk te organiseren gezien de mens van nature uit geneigd is zich tegen

Nadere informatie

Audiovisuele Mediacademie

Audiovisuele Mediacademie Audiovisuele Mediacademie mediarte.be, als spil voor talentmanagement in de audiovisuele sector mediacademie.be, als regisseur, moderator, facilitator en monitor voor talentmanagement in de audiovisuele

Nadere informatie

Indien uw project geselecteerd wordt, krijgt u ongeveer 6 sessies coaching verspreid over de periode januari 2016 december 2016.

Indien uw project geselecteerd wordt, krijgt u ongeveer 6 sessies coaching verspreid over de periode januari 2016 december 2016. VERZOEK COACHING IN MANAGEMENT UW PROJECTVOORSTEL MAN-378 Elke groep die de ondersteuning van een coach wenst te genieten voor zijn project dient in het gedetailleerde beschrijving van het project op te

Nadere informatie

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten

Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten Niet-gebruik van en niet-toegang tot rechten Elektronische gegevensuitwisselingen 28 april 2015 Henk Van Hootegem henk.vanhootegem@cntr.be 02/2012.31.71 Plan 1.Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid

Nadere informatie

Ruimte voor verandering Transitie Ruimtelijke Ordening

Ruimte voor verandering Transitie Ruimtelijke Ordening Ruimte voor verandering Transitie Ruimtelijke Ordening een tussentijdse balans Netwerk organisatiebeheersing, 7 juni 2012 Christophe Pelgrims, transitiemanager Decreet van 1999: ontvoogding Beleidscontext

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING GEMEENTE SCHOTEN

FUNCTIEBESCHRIJVING GEMEENTE SCHOTEN FUNCTIEBESCHRIJVING GEMEENTE SCHOTEN 1. ALGEMEEN 1.1 Departement: Gedeelde diensten Dienst: / 1.2 Naam van de functie: BELEIDSMANAGER GEDEELDE DIENSTEN 1.3 Code: 1.4 Datum: Mei 2018 2. DOEL VAN DE FUNCTIE

Nadere informatie

Competentie management

Competentie management Competentie management Directoraat-Generaal Rekrutering en Ontwikkeling BOSA.be Inhoud Definitie en geïntegreerde aanpak Het competentiemodel van de federale overheid Competentieprofielen Tools Toegevoegde

Nadere informatie

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING Studiedienst en Prospectief Beleid 1 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse Overheid Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030

Nadere informatie

De Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie )

De Veranderplanner. Vilans 2011 Michiel Rutjes, Carolien Gooiker, Marjolein van Vliet. Veranderplanner (Versie ) De Veranderplanner Wanneer een zorgorganisatie een verandering invoert zijn er veel factoren die het succes van deze verandering bepalen. Dit instrument, de veranderplanner, is gemaakt om voorafgaand aan

Nadere informatie

Whitepaper Managementsystemen: ondergewaardeerd gereedschap?

Whitepaper Managementsystemen: ondergewaardeerd gereedschap? Whitepaper Managementsystemen: ondergewaardeerd gereedschap? Nieuw perspectief op vitale managementsystemen door gebruik te maken van onderliggende waardesystemen Whitepaper Managementsystemen: ondergewaardeerd

Nadere informatie

Competentiemanagement bij de federale overheid

Competentiemanagement bij de federale overheid Competentiemanagement bij de federale overheid Competentieprofielen Basis Leidinggevend D December 2009 LEIDINGGEVEND D 1/ BASISPROFIEL Tabel informatie begrijpen taken Taken uitvoeren Leidinggevend D

Nadere informatie

04 Support staff training

04 Support staff training Het introduceren van referentiekaders voor kwaliteitsborging op het gebied van beroepsonderwijs en training (VET) is de afgelopen jaren tot een prioriteit uitgegroeid. Tijdens de vroege stadia van de ontwikkeling

Nadere informatie

Evaluatie paragraaf Personeelsbeleid uit Collegeprogramma

Evaluatie paragraaf Personeelsbeleid uit Collegeprogramma Evaluatie paragraaf Personeelsbeleid uit Collegeprogramma 2003-2007 Realisatie inrichtingsplannen Directie Beleid Utrecht, 12 januari 2006 Inhoud 1. Inleiding 2. Kwantitatieve doelstellingen 3. Kwalitatieve

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken.

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken. FUNCTIEBESCHRIJVING Functie Graadnaam: AFDELINGSHOOFD Afdeling TECHNISCHE ZAKEN Functienaam: AFDELINGSHOOFD Dienst TECHNISCHE ZAKEN Functionele loopbaan: A4a A4b Omschrijving van de afdeling en dienst

Nadere informatie

Functiefamilie AS Strategisch adjuncten

Functiefamilie AS Strategisch adjuncten Functiefamilie AS Strategisch adjuncten DOEL Het management adviseren en ondersteunen op organisatorisch, administratief en/of inhoudelijk vlak teneinde optimaal bij te dragen tot de dienstverlening en

Nadere informatie

ISO 9000:2000 en ISO 9001:2000. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V.

ISO 9000:2000 en ISO 9001:2000. Een introductie. Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. ISO 9000:2000 en ISO 9001:2000 Een introductie Algemene informatie voor medewerkers van: SYSQA B.V. Organisatie SYSQA B.V. Pagina 2 van 11 Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 ALGEMEEN... 3 1.2 VERSIEBEHEER...

Nadere informatie

ICT als aanjager van de onderwijstransformatie

ICT als aanjager van de onderwijstransformatie ICT als aanjager van de onderwijstransformatie ICT als aanjager van de onderwijstransformatie Technologische innovatie biedt het onderwijs talloze mogelijkheden. Maar als we die mogelijkheden echt willen

Nadere informatie