Gebruikershandleiding voor telefoonfuncties. BCM Business Communications Manager

Transcriptie

1 Gebruikershandleiding voor telefoonfuncties BCM Business Communications Manager Documentstatus: Standaard Documentversie: Documentnummer: NN DU Datum: Juli 2008

2

3 Pictogrammen telefoontoetsen Gebruik deze handleiding als referentie voor het bedienen van de telefoonfuncties. U kunt meer informatie over toepassingsspecifieke functies vinden in de volgende documenten: CallPilot Telephone Administration Guide for Voic features Contact Center Telephone Administration Guide for Call Center features SWCA-functiekaart (System-wide Call Appearance) voor SWCA-functies Hospitality-functiekaart voor Hospitality-functies Gebruikershandleiding voor telefonische vergaderingen in de open modus voor volledige instructies voor het gebruik van de functie voor telefonische vergaderingen in de open modus Uw systeembeheerder zal u informeren over de beschikbaarheid van deze functies op uw telefoon. Als u toegang tot deze functies wilt verkrijgen op uw telefoon, dient u de toets Feature te gebruiken. Bepaalde telefoonmodellen beschikken over een toets Feature, terwijl deze toets op andere modellen een andere aanduiding heeft. Op digitale telefoons heeft de toets Feature de aanduiding Services of een pictogram van een kleine wereldbol. Bij andere telefoonmodellen worden andere pictogrammen gebruikt, of wordt het woord Feature weergegeven boven een weergavetoets. Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding voor het specifieke telefoonmodel. In deze gids wordt FUNCTIE gebruikt om aan te geven dat u op de Feature-toets moet drukken alvorens een functiecode in te voeren. In de tabel hieronder ziet u welke toetsen u op de verschillende toestellen van Nortel moet gebruiken. Zie de gebruikersgids bij uw toestel voor specifieke informatie. Functie knop Digitale en analoge telefoons IP-telefoons Functie, Display key (display-toets) Wachtstand,, Afbreken Op de haak of van de haak, Pagina 3

4 Gesprekken beantwoorden Softkeys Toestellen met lijntoetsen: Druk op de toets van de actieve lijn of Intercomtoets en neem de hoorn op. Toestellen zonder lijntoetsen: Neem de hoorn op. Wanneer u een koptelefoon op een T7316E-telefoon of een IP-telefoon gebruikt, drukt u op de knop koptelefoontoets om een gesprek aan te nemen. Op modellen die niet over een koptelefoontoets beschikken, sluit u de koptelefoon aan en neemt u een gesprek aan door de hoorn op te nemen. Als u een gesprek wilt beantwoorden met de handsfreefunctie, drukt u op de toets Handsfree om een oproep van de handset/koptelefoon door te schakelen naar de telefoonspeaker. Telefoons met displays beschikken over softkeys juist onder de display. De labels van de softkeys worden getoond in de display van de telefoon. De labels en functies van softkeys verschillen afhankelijk van het telefoonmodel en de bewerking die wordt uitgevoerd. Gebruikte symbolen in deze handleiding: In deze handleiding worden de volgende labels gebruikt om elk type configuratietoets aan te geven: FUNCTIE (functie) geeft aan dat u op de Feature-toets moet drukken HOLD (wachtstand) geeft aan dat u de Hold-toets (of soortgelijke toets) moet indrukken RLS (afbreken) geeft aan dat u de Release-toets (of gelijkwaardige toets) moet indrukken De volgende symbolen geven de verschillende telefoontypen aan. In de tekst geven de symbolen functies aan die niet worden ondersteund door of die andere handelingen vereisen dan de standaard digitale telefoons: * verwijst naar de 7000 en 7100 digitale telefoons en de IP Phone 2001 Opmerking: Als uw telefoon niet beschikt over alle functies die in deze handleiding staan, wordt deze functie niet ondersteund door de telefoon of is de functie niet ingeschakeld op de telefoon. Uw systeembeheerder kan meer gegevens verstrekken. Pagina 4

5 Aankloppen FUNCTIE 82 en het toestelnummer van het ontvangende toestel. Een gesprek omleiden naar een ander toestel, zelfs wanneer alle telefoonlijnen daarvan bezet zijn. Achtergrondmuziek FUNCTIE 86 Annuleren: FUNCTIE #86 Luister naar muziek (externe bron of IP-bron, aangesloten op het systeem) via uw telefoonspeaker als u geen gesprek voert. Gebruik dezelfde functiecode om de achtergrondmuziek uit te schakelen. Belsignaal services FUNCTIE 871 Annuleren: FUNCTIE #871 Een van de zes schema s voor alternatieve bel- en antwoordregelingen activeren vanaf een specifiek controletoestel. Belsignaalvolume FUNCTIE *80 Zorg ervoor dat uw telefoon een belsignaal geeft, zodat u het volume kunt aanpassen. U kunt het volume aanpassen op elk moment dat uw telefoon een belsignaal geeft. Beltoon FUNCTIE *6 Een bepaald belsignaaltype selecteren zodat u het verschil hoort tussen uw toestel en andere toestellen in de buurt. 1. Druk op FUNCTIE *6. 2. Voer het nummer van het belsignaaltype in ( 1 t/m 4). 3. Druk op HOLD (wachtstand) Beperkings services FUNCTIE 872 Annuleren: FUNCTIE #872 Een van de zes services voor beperkingen van specifieke lijnen of toestellen activeren vanaf een specifiek controletoestel. U moet een wachtwoord invoeren. Berichten FUNCTIE 1 Annuleren: FUNCTIE #1 Een bericht doorsturen naar een ander toestel in het systeem. Uw berichten bekijken en beantwoorden: 1. Druk op FUNCTIE Druk op * en # om uw berichtenlijst te bekijken. 3. Druk op 0 om degene die het bericht heeft achtergelaten te bellen. Een bericht wissen: Druk op HOLD (wachtstand) terwijl u een bericht bekijkt. Pagina 5

6 Contrast wijzigen FUNCTIE *7 plus een cijfer van 1 tot 9 om het contrast van de display aan te passen. Druk op HOLD om uw keuze in te stellen. Doorverbinden FUNCTIE 70 Annuleren: FUNCTIE #70 Een gesprek doorverbinden naar een ander toestel in het systeem, of naar een extern toestel. Afhankelijk van de functiemogelijkheden van de lijnen kunt u geen gesprek op een externe lijn doorverbinden naar een extern toestel. Begin een gesprek of beantwoord een gesprek. 1. Druk op FUNCTIE Bel degene naar wie u het gesprek wilt doorverbinden. 3. Blijf aan de lijn als u met deze persoon wilt spreken voordat u het gesprek doorverbindt. 4. Druk op RLS om de doorverbinding tot stand te brengen. Als een extern gesprek wordt doorverbonden naar een intern toestel of een netwerktoestel dat in gesprek is of niet na enkele belsignalen wordt beantwoord, wordt u automatisch teruggebeld. Exclusieve wachtstand Gesprek met voorrang Gesprek opnemen, doorverbonden Gesprek opnemen, groep FUNCTIE 79 of FUNCTIE/HOLD Een gesprek tijdelijk uitstellen en voorkomen dat andere toestellen het opnemen. FUNCTIE 69 Hiermee onderbreekt u een actief gesprek. Als u in gesprek bent, kunt u op FUNCTIE 85 Do Not Disturb (Niet storen) drukken om voorrangsgesprekken te blokkeren. *(belsignaal) FUNCTIE 76 en het telefoonnummer Een telefoon opnemen die een belsignaal geeft. FUNCTIE 75 Een ander toestel in uw opneemgroep beantwoorden dat een belsignaal geeft. Het externe gesprek dat het langst belsignalen geeft, wordt het eerst beantwoord. Pagina 6

7 Gesprek parkeren FUNCTIE 74 Een gesprek in de wacht zetten zodat u het op een ander toestel in het systeem kunt opnemen. Op de display wordt een terughaalcode van drie cijfers weergegeven. Een geparkeerd gesprek terughalen: druk op een intercomtoets en toets de terughaalcode in. * (neem de handset op of leg de hoorn op de haak of neem deze van de haak en kies de terughaalcode). Handsfree Hoofdlijn beantwoorden Handsfree/mute- of Handsfreetoets Druk op de toets als u het gesprek wilt overzetten van de handset/ headset naar de telefoonspeaker. Als u de hoorn hebt opgenomen, legt u deze terug in de houder. Opmerking: Het speakervolume keert aan het eind van elk gesprek terug naar het ingestelde standaardvolume. * (niet beschikbaar) FUNCTIE 800 Een extern gesprek beantwoorden dat een belsignaal geeft op een lijn die door een toestel van het systeem in een Belservice-schema is geplaatst. Deze functie werkt niet bij een privé-lijn. Intercom FUNCTIE 66 Een spraakaankondiging doen of een conversatie beginnen via de speaker van een ander toestel zonder dat het andere toestel eerst een belsignaal geeft. * (belsignaal) Intercom weigeren FUNCTIE 88 Annuleren: FUNCTIE #88 Voorkomen dat uw telefoon intercomgesprekken ontvangt. Ook met Niet storen (FUNCTIE 85) kunt u voorkomen dat uw toestel intercomgesprekken ontvangt. Pagina 7

8 Kiesmodi FUNCTIE *82 Voer de volgende stappen uit om een van de vermelde kiesmodi te selecteren: 1. Druk op FUNCTIE * Druk op # om de modus te kiezen. 3. Druk op HOLD (wachtstand) om de gekozen modus op te slaan. Standaardkiezen: Selecteer een lijn en kies het nummer. (Standaardkiezen is altijd beschikbaar, ook wanneer een andere kiesmodus is geselecteerd.) Automatisch kiezen: Kies het nummer zonder eerst een lijntoets te kiezen. Uw primaire lijn wordt automatisch geselecteerd voor het gesprek. Nummer voorbereiden: Kies het nummer en druk op een lijntoets om het gesprek te starten. Het nummer kan worden gewijzigd door op de volumebalk te drukken voordat u het gesprek start. Lange tonen FUNCTIE 808 Een toon genereren die klinkt zolang u een toets indrukt. Dit wordt gebruikt voor communicatie met bijv. fax- of antwoordapparaten. Lange tonen gelden alleen voor uw huidige oproep. Lijn omleiden FUNCTIE 84 Annuleren: FUNCTIE #84 Gesprekken die binnenkomen op een externe lijn doorsturen naar een ander toestel buiten uw systeem. (Het is mogelijk dat bepaalde externe lijnen deze functie niet ondersteunen. Vraag hiernaar bij uw Systeembeheerder.) * (niet beschikbaar) Lijngroepen FUNCTIE 64 Met een groep lijnen kunnen toestellen meerdere lijnen delen voor het starten van gesprekken. 1. Druk op FUNCTIE 64 of op een intercomtoets. 2. Voer een lijngroep-toegangscode in. (Vraag de Systeembeheerder om een lijst.) * (geen intercomtoetsen) Pagina 8

9 Lijntoetsen verplaatsen Mee luisteren Naam en nummer blokkeren FUNCTIE *81 De positie van de lijntoetsen of groepstoetsen wijzigen. 1. Druk op FUNCTIE * Druk op de lijntoets die u wilt verplaatsen. 3. Druk op de toets waarnaar u de lijn wilt verplaatsen. 4. Druk op RLS (verbreken). De twee toetsen zijn omgewisseld. 5. Vergeet niet het label op het toestel te vervangen. Lijntoetsen kunnen niet worden omgewisseld met intercom-, antwoord DN- of handsfreetoetsen. * (niet beschikbaar) FUNCTIE 802 Annuleren: FUNCTIE #802 Zowel de hoorn als de speaker gebruiken tijdens een gesprek. Om rondzingen (feedback) te voorkomen, dient u tijdens het gesprek de hoorn op enige afstand van de speaker te houden; druk op RLS om de verbinding te verbreken. Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor IP Phones uit fase 2 en op de modellen 1120E en 1140E. * (niet beschikbaar) FUNCTIE 819 Annuleren: FUNCTIE #819 De uitgaande naam en/of het nummer blokkeren per gesprek. Niet storen FUNCTIE 85 Annuleren: FUNCTIE #85 Wanneer u niet in gesprek bent, voorkomt u hiermee dat een inkomend gesprek een belsignaal geeft op uw telefoon, uitgezonderd gesprekken met voorrang. Wanneer u wel in gesprek bent, worden inkomende gesprekken met voorrang geblokkeerd. Nummergeheugen FUNCTIE 67 Een nummer opslaan om het later nogmaals te kiezen. Voer de code in terwijl u bezig bent met een door u gestart gesprek om het nummer op te slaan. Als u het opgeslagen nummer opnieuw wilt kiezen, voert u de code in terwijl u niet in gesprek bent. Nummerherhaling FUNCTIE 5 Het externe telefoonnummer dat u het laatst hebt gekozen automatisch opnieuw kiezen. Pagina 9

10 Oproep doorschakelen FUNCTIE 4 Annuleren: FUNCTIE #4 Uw gesprekken doorsturen naar een ander toestel in het systeem. Pagina FUNCTIE 60 en code (1 t/m 3) en zone (0 t/m 6) Een oproepaankondiging sturen via de interne speaker (code 1), via de externe speaker (code 2) of via beide speakers (code 3). Zone 0 roept alle zones op. Oproepaankondigingen zijn zodanig geprogrammeerd dat deze stoppen na een bepaalde, vooraf door uw Systeembeheerderingestelde, tijd. * (geen oproepfunctie) Interne oproep FUNCTIE 61 en zone (0 t/m 6) Een oproepaankondiging stuurt u via de telefoonspeakers naar alle of naar een specifieke groep telefoons. Zone 0 roept alle zones op. Externe oproep FUNCTIE 62 Een oproepaankondiging verstuurt u via een extern luidsprekersysteem. Interne en externe oproep FUNCTIE 63 en zone (0 t/m 6) Een oproepaankondiging verstuurt u via de telefoonspeakers en via een extern luidsprekersysteem. Zone 0 roept alle zones op. Inkomende oproep tijdens een gesprek: Het systeem kan worden ingesteld op: een actief gesprek in de wachtstand zetten en de inkomende oproep uitzenden. Een inkomende oproep wordt niet uitgezonden tijdens een actief gesprek, het resterende gedeelte van de oproep wordt uitgezonden nadat de oproep is beëindigd. Deze functie wordt ingesteld door uw systeembeheerder. Opmerking: Business Series Terminals: als er een oproep wordt uitgezonden tijdens een gesprek dat op 'stil' is gezet, blijft dat gesprek niet op 'stil' staan als het uit de wachtstand wordt gehaald na de oproep. Pagina 10

11 Pauze FUNCTIE 78 Een nummer voor direct extern kiezen zodanig programmeren dat een pauze van 1,5 seconde wordt ingevoegd. Voor pulskiezen: * voegt ook een pauze van 1,5 seconde in. Registratie gespreksduur FUNCTIE 77 Kort weergeven van de tijdsduur (bij benadering) van uw huidige of laatst gevoerde gesprek. Routeservices FUNCTIE 873 Annuleren: FUNCTIE #873 Een van de zes services voor routering op specifieke lijnen of toestellen activeren vanaf een specifiek controletoestel. U moet een wachtwoord invoeren. Serviceschema s FUNCTIE 870 De modi weergeven die actief zijn op een specifiek controletoestel. Snelkiezen - gebruik FUNCTIE 0 Een extern telefoonnummer kiezen via een code van twee of drie cijfers. Er zijn twee soorten snelkiescodes: systeem (01-70 of 001 tot 255) en persoonlijk (71 tot 94). Systeemsnelkiescodes kunnen vanaf elk toestel in het systeem worden gebruikt. Systeemsnelkiescodes worden toegewezen door de Systeembeheerder. Persoonlijke snelkiescodes worden uitsluitend op uw toestel gebruikt. Bellen met een snelkiescode: 1. Druk op FUNCTIE Voer de code van twee of drie cijfers voor het nummer in. Pagina 11

12 Snelkiezen - inprogrammeren Stil Taal selecteren Persoonlijke snelkiesnummers programmeren: 1. Druk op FUNCTIE *4. 2. Voer een tweecijferige code tussen 71 en 94 in. 3. Geef de externe lijn op door op een lijntoets, een lijngroeptoets of de intercomtoets te drukken. Als u geen externe lijn opgeeft, kiest het systeem automatisch een lijn voor het gesprek. 4. Kies het telefoonnummer dat u wilt programmeren (maximaal 24 cijfers). 5. Druk op HOLD (wachtstand) 6. Noteer de code en het nummer die u zojuist hebt geprogrammeerd. Opmerking: U kunt geen persoonlijke snelkiesnummers programmeren terwijl een andere gebruiker iets programmeert in uw systeem. Handsfree/mute- of Mutetoets Druk op deze toets als u niet wilt dat uw gesprekspartner iets hoort van u tijdens een handsfreegesprek. De displayverlichting naast de toets knippert als de stil-functie is ingeschakeld. De stil-toets op de telefoons van de T-serie en i-serie kan worden gebruikt voor alle gesprekken. Opmerking oproepaankondiging: Een oproep die van de wachtstand wordt gehaald na een oproepaankondiging staat niet altijd op 'stil'. * (niet beschikbaar of afhankelijk van de set) FUNCTIE *501: Selecteer de primaire taal voor de telefoondisplay. FUNCTIE *502: Selecteer de alternatieve taal voor de telefoondisplay. FUNCTIE *503: Selecteer de tweede alternatieve taal voor de telefoondisplay. FUNCTIE *504: Selecteer de derde alternatieve taal voor de telefoondisplay. Pagina 12

13 Telefonische vergadering FUNCTIE 3 Een telefonische vergadering met drie partijen tot stand brengen: 1. Start het eerste gesprek of beantwoord het. 2. Zet het eerste gesprek in de wachtstand. 3. Start het tweede gesprek of beantwoord het. 4. Nadat het tweede gesprek tot stand is gebracht, drukt u op FUNCTIE Druk op de lijn- of intercom-toets van het eerste gesprek in de wachtstand. 6. Druk op RLS (verbreken) om de telefonische vergadering te beëindigen. *(stap 5 overslaan) Een telefonische vergadering met meerdere partijen tot stand brengen (vier of meer personen, maximaal 18). 1. Volg de stappen om een telefonische vergadering met drie partijen tot stand brengen. 2. Druk op de softkey Newcall (nieuwe oproep) of druk op FUNCTIE 807. U kunt ook de toets Intercom gebruiken als uw toestel daarover beschikt. 3. Nadat het vierde gesprek is aangenomen, drukt u op FUNCTIE 3 en drukt u op de regel voor de wachtstand. 4. Zet het vierde gesprek in de wacht en herhaal stap 2 en 3 om aanvullende gesprekken toe te voegen aan de telefonische vergadering. 5. Druk op RLS (verbreken) om de telefonische vergadering te beëindigen. De verbinding met de telefonische vergadering permanent beëindigen (telefonische vergadering zonder toezicht): Druk op FUNCTIE 70 De verbinding tussen de andere twee bellers blijft behouden. (Het is mogelijk dat bepaalde externe lijnen deze functie niet ondersteunen). Een telefonische vergadering in de wachtstand zetten: Druk op HOLD (wachtstand). De andere bellers kunnen nog steeds met elkaar spreken. Pagina 13

14 Ga als volgt te werk om een telefonische vergadering te splitsen: Druk op de lijn- of intercomtoets van een van de bellers om privéoverleg te kunnen voeren terwijl de andere beller in de wachtstand staat. Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor telefonische vergaderingen met meerdere partijen. De telefonische vergadering herstellen: Druk op FUNCTIE 3. De verbinding met één partij verbreken: 1. Druk op de lijn- of intercomtoets van de beller waarmee u de verbinding wilt verbreken. 2. Druk op RLS (verbreken) 3. Druk op de lijn- of intercomtoets om uw gesprek met de andere beller te hervatten. Ga als volgt te werk om twee gesprekken onafhankelijk van elkaar in de wachtstand te zetten: 1. Druk op de lijn- of intercomtoets van de eerste beller. 2. Druk op HOLD (wachtstand) De tweede beller wordt automatisch in de wachtstand gezet. Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor telefonische vergaderingen met meerdere partijen. De telefonische vergadering herstellen: 1. Haal één gesprek uit de wachtstand. 2. Druk op FUNCTIE Haal het tweede gesprek uit de wachtstand. Hookswitch of DTMF versturen gedurende een telefonische vergadering: Elke systeemtelefoon die wordt gebruikt in een telefonische vergadering met drie personen via Network CLID of DS-hoofdlijn, kan een verzoek versturen voor het kiezen met hookswitch of DTMF zonder de vergadering te verlaten, mits de functie is ingeschakeld. Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor IP 20xx-toestellen. Om DTMF-tonen te horen op deze telefoons tijdens het kiezen, activeert u Long Tones (lange tonen), (FUNCTIE 808). Om iemand anders bij de vergadering te betrekken via de hoofdlijn, gebruikt u Link (verbinding), (FUNCTIE 71). Pagina 14

15 Telefonische vergaderingen in open modus FUNCTIE 930 Deelnemen aan een telefonische vergadering op een opgegeven telefoonnummer en een opgegeven tijdstip. Deelnemen aan de telefonische vergadering als voorzitter: 1. Druk op FUNCTIE Volg de aanwijzingen. 3. Voer uw pincode in en druk vervolgens op #. 4. Kies een van de volgende opties: Druk op 1 om deel te nemen aan de telefonische vergadering. Druk op 2 om een toegangscode in te stellen voor deelnemers. Druk op 3 om de instellingen van de telefonische vergadering te wijzigen. Een toegangscode instellen voor de telefonische vergadering: 1. Voer een toegangscode in die deelnemers moeten gebruiken en druk op #. De toegangscode moet uit twee tot acht cijfers bestaan. 2. Voer de toegangscode opnieuw in om deze te bevestigen en druk op #. 3. Kies een van de volgende opties: Druk op 1 om deel te nemen aan de telefonische vergadering. Druk op 3 om de instellingen van de telefonische vergadering te wijzigen. Pagina 15

16 Instellingen voor de telefonische vergadering configureren: 1. Druk op 2 om de instellingen van de telefonische vergadering te wijzigen. 2. Als u Snelstart wilt activeren, drukt u op 1. Als dat niet het geval is, drukt u op #. Als u op 1 drukt, beginnen telefonische vergaderingen voortaan wanneer de deelnemers aankomen. Als u op # drukt, beginnen telefonische vergaderingen voortaan wanneer de voorzitter aankomt. Opmerking: vergadering kunnen met een nummer toegang krijgen tot een koppeling voor telefonische vergaderingen in de open modus. Wanneer u de functie Snelstart inschakelt, loopt uw bedrijf het risico dat het zonder toestemming tolkosten in rekening wordt gebracht. Om deze vorm van fraude te voorkomen, dient u de functie Snelstart niet in te schakelen voor een vergaderingskoppeling waaraan met een nummer kan worden deelgenomen. 3. Instellen hoe de telefonische vergadering wordt beëindigd: Als u wilt dat de telefonische vergadering verdergaat nadat u de verbinding hebt verbroken, drukt u op 1. Als u wilt dat de telefonische vergadering eindigt nadat u de verbinding hebt verbroken, drukt u op #. Deelnemen aan de telefonische vergadering als deelnemer: 1. Druk op FUNCTIE Zeg uw naam wanneer deze wordt gevraagd. 3. Geef de toegangscode op wanneer deze wordt gevraagd. Zie de Gebruikershandleiding voor telefonische vergaderingen in de open modus voor meer informatie over de functie voor telefonische vergaderingen in de open modus. Pagina 16

17 Terugbellen FUNCTIE 2 Annuleren: FUNCTIE #2 Een toestel dat bezet is of niet wordt beantwoord, of een bezette lijnengroep binnen uw systeem controleren. Zodra de telefoon of de lijnengroep beschikbaar is, meldt Terugbellen dat u kunt terugbellen. Tijd FUNCTIE 803 De tijd en datum kort weergeven tijdens een gesprek. Tijd en datum Toegangscode serviceklasse FUNCTIE 806 Annuleren: FUNCTIE #806 De eerste regel van de display wijzigen in de huidige tijd en datum. FUNCTIE 68 plus toegangscode serviceklasse Kiesfilters van een lijn of toestel wijzigen of externe toegang krijgen tot uw systeem. Kiesfilters bepalen welke nummers u kunt kiezen. De toegangscode voor de serviceklasse wordt door de Systeembeheerder verstrekt. Toetsinformatie FUNCTIE *0 Controleren welke functie is geprogrammeerd onder elke toets. Dit kunt u gebruiken bij het aanbrengen van labels op de toetsen. * (toont DN) Uitvoeren/stop FUNCTIE *9 Meer dan één nummer voor direct kiezen of meer dan één externecarrier-functiecode op een geheugentoets opslaan, door het scheidingsteken tussen de nummers of de codes in te voegen. Bij eenmaal op de toets drukken wordt het eerste nummer of de eerste code gekozen, bij tweemaal wordt het volgende nummer of de volgende code gekozen. U kunt maximaal vier nummers of codes programmeren door deze door scheidingstekens van elkaar te scheiden. Verbinding FUNCTIE 71 Een verbindingssignaal genereren voor toegang tot een PBX of een andere hostverbinding. Pagina 17

18 Vertrouwelijkheid FUNCTIE 83 De vertrouwelijkheidsinstelling van een externe lijn wijzigen. Als de vertrouwelijkheidsfunctie van een lijn normaal gesproken geactiveerd is, kan een toestel dat uw lijn deelt zich bij het gesprek voegen door de lijn te selecteren die wordt gebruikt. Als de vertrouwelijkheidsfunctie van een lijn normaal gesproken uitgeschakeld is, kan hierdoor worden voorkomen dat een telefoon die uw lijn deelt zich bij uw gesprek voegt door de lijn te selecteren die wordt gebruikt. De vertrouwelijkheidsinstelling wordt hersteld wanneer u uw gesprek hebt beëindigd of wanneer u de functiecode van Privacy (vertrouwelijkheid) opnieuw invoert. Wachten op kiestoon FUNCTIE 804 Een nummer voor extern direct kiezen zodanig programmeren dat het systeem wacht op de kiestoon van een ander systeem voordat het kiezen wordt voortgezet. Wachtrij FUNCTIE 801 Het volgende gesprek beantwoorden. Als er meer dan één gesprek wacht op afhandeling, krijgen inkomende externe gesprekken voorrang op terugbelgesprekken, aangeklopte of doorverbonden gesprekken. Wachtstand Wachtstand - automatisch Druk op Wachtstand Een gesprek tijdelijk uitstellen. Om een gesprek in de wacht terug te halen, dient u op de lijntoets van het gesprek te drukken. * (druk op Wachtstand om tussen twee gesprekken te schakelen.) FUNCTIE 73 Annuleren: FUNCTIE #73 Uw toestel instellen om een gesprek automatisch in de wacht te zetten wanneer u een tweede gesprek aanneemt of deze functie weer uitschakelen. Standaard staat deze functie ingeschakeld. Opmerking: Op toestellen met SWCA-toetsen (System Wide Call Appearance) moet deze functie worden ingeschakeld (ingesteld op Ja). Pagina 18

19 Nummeridentificatieservice De volgende functies zijn alleen beschikbaar wanneer u een abonnement hebt op de nummeridentificatieservices van uw telefoonmaatschappij. Autobumping FUNCTIE 815 Annuleren: FUNCTIE #815 Het systeem automatisch het oudste logboekitem laten verwijderen uit een gesprekslogboek dat vol is, zodat er ruimte komt voor nieuwe items. Gespreksinformatie Gesprekslog - item wissen Gesprekslog - opties Gesprekslog - wachtwoord Gesprekslog - terugbellen FUNCTIE 811 De naam, het nummer of de lijnnaam van een gesprek dat een belsignaal geeft of van een gesprek in de wachtstand weergeven. Druk op # om door de informatie op de display te bladeren. U kunt informatie weergeven over actieve oproepen en oproepen die overgaan of in de wacht staan. Een item uit het gesprekslog wissen: 1. Druk op HOLD (wacht) wanneer u een item bekijkt. FUNCTIE *84 Selecteer het gesprekstype dat automatisch in het gesprekslog moet worden opgeslagen. Druk op # om de volgende instelling weer te geven. Druk op HOLD (wacht) om de weergegeven instelling te selecteren. FUNCTIE *85 Een viercijferige toegangscode voor het gesprekslogboek programmeren. Als u een vergeten toegangscode opnieuw wilt instellen, dient u de Systeembeheerder hiernaar te vragen. Terugbellen vanuit het gesprekslog: 1. Geef het gewenste nummer op uw toestel weer. 2. Wijzig het nummer indien nodig. U kunt interlokale nummers of nummers voor toegang tot een lijngroep toevoegen of u kunt nummers verwijderen met behulp van de volumebalk. 3. Druk op een lijntoets. 4. Neem de hoorn op. Pagina 19

20 Nummeridentificatieservice Gesprekslog - weergave FUNCTIE 812 In gesprekslogvensters worden de volgende speciale tekens gebruikt: underline (onderstrepen): duidt op een nieuw item handset-pictogram: duidt op beantwoorde gesprekken wereldbol-pictogram: duidt op interlokale gesprekken slash: duidt erop dat de gegevens zijn samengevat Het gesprekslog bekijken: 1. Druk op FUNCTIE Druk op * om oude items te bekijken. Druk op # om nieuwe items te bekijken. Druk op 0 om terug te gaan naar het laatst bekeken item. 3. Druk op # en * om door de items te bladeren. 4. Druk op op de volumebalk om meer informatie over een item te bekijken. Naar logboek FUNCTIE 813 Informatie over de beller van het huidige gesprek in het gesprekslogboek opslaan. ETSI-functie Malicious Caller Identification (MCID) = Identificatie ongewenste gesprekken FUNCTIE 897 binnen 30 seconden nadat de beller de verbinding heeft opgehangen en voordat u de verbinding verbreekt. Informatie over de beller van het laatste externe gesprek bij het centrale kantoor dat de lijn heeft toegewezen opnemen. Deze functie werkt alleen als de binnenkomende gesprekken via de ETSI ISDN-lijnen zijn ontvangen en als deze functie in de programmering is geactiveerd. Vraag de systeembeheerder hiernaar. Pagina 20

21 IP-telefoonfuncties Gebruik de volgende procedure om toegang te verkrijgen tot functies op de IP Phones 1110, 1120E en 1140E, de IP Phones 20xx of de IP Phones 1210, 1220 en Functiemenu's gebruiken FUNCTIE *900, of Services (Functiemenu voor toegang tot services) Een venstermenu met opties voor de functies activeren. 1. Druk op Pagina+ en Pagina- om door de lijst te bladeren. U kunt ook de navigatietoetsen omhoog en omlaag op de telefoon ook gebruiken. 2. Wanneer de gewenste is gemarkeerd, drukt u op Selecteren Vanaf dit punt werkt de functie op dezelfde manier als wanneer deze via het toetsenblok of de geheugentoetsen wordt aangeroepen. Opmerking: De beschikbare functies in dit menu worden geconfigureerd door uw systeembeheerder. Pagina 21

22 IP-telefoonfuncties Hot desking - installeren FUNCTIE *999, of Services (functie-menu voor toegang tot services) U kunt uw Nortel IP-toestel omleiden naar een ander Nortel IP-toestel dat op hetzelfde systeem is geregistreerd.hiervoor gebruikt u de functie Hot desking. U kunt deze functie bijvoorbeeld gebruiken als u tijdelijk op een andere vestiging werkt, maar dezelfde telefoon wilt behouden. Opmerking: De koptelefoonmodus wordt niet doorgeschakeld tijdens Hot desking. Opmerking: Als u hot desking gebruikt tussen verschillende versies IPtoestellen, is de functionaliteit beschikbaar van de set met de minste functies. Als bijvoorbeeld een IP Phone 2001-toestel in de modus hot desking staat met een IP Phone 2002-toestel, functioneert het lampje van de speakertoets niet omdat het IP Phone 2001-toestel geen lampje heeft. Hot desking instellen 1. Zorg ervoor dat van beide toestellen de hoorn op de haak ligt. 2. Voer op uw toestel (xxx) Hot desking in. 3. Druk op Admin. Als u dit voor het eerst doet, wordt de tekst Toegangscode maken (toegangscode maken) weergegeven. De volgende keer dat u dit doet, wordt de volgende tekst weergegeven: Toegangscode Hot desking (wachtwoord voor hot desking invoeren). 4. Voer de toegangscode in met de telefoontoetsen. Opmerking: gebruik de toets TERUG als u gegevens wilt wissen. 5. Druk op Ok. Als u dit voor het eerst doet, wordt de tekst Toegangscode bevestigen (toegangscode bevestigen) weergegeven. Ga door met stap 5. De volgende keer dat u de functie hot desking start, wordt ofwel de tekst Geen hot desking of Hot desking toegestaan (hot desking toestaan) weergegeven. Ga door met stap Voer met behulp van de telefoontoetsen dezelfde toegangscode in als in stap Druk op OK om de toegangscode op te slaan. Op het venster wordt de tekst Disallow Hot Desking (geen hot desking) weergegeven. 8. Als u hot desking al of niet wilt toestaan, drukt u op WIJZIG om de gewenste functie te selecteren. 9. Druk op UIT om de sessie te beëindigen. Pagina 22

23 IP-telefoonfuncties Hot Desking - activating (hot desking - activeren) Hot Desking annuleren Hot Desking wachtwoord opnieuw instellen Tijdzone - wijzigen Hot desking activeren: Op het toestel waarnaar u uw gesprekken doorschakelt (yyy). 1. Start hot desking. 2. Druk op OMLEID 3. Voer desgevraagd het nummer van uw toestel in (xxx). 4. Druk op OK. De tekst Enter < > PW (voer < > toegangscode in) wordt weergegeven. 5. Voer de toegangscode voor uw toestel (xxx) in. 6. Druk op OK. Hot desking uitschakelen U kunt hot desking vanaf beide IP-toestellen uitschakelen: Zorg dat de telefoon op de haak ligt voordat u hot desking uitschakelt. Het kan ongeveer 10 seconden duren voordat een gesprek wordt beëindigd en u hot desking kunt uitschakelen. Deze vertraging kan in tijd variëren, afhankelijk van het soort gesprek. Op het actieve toestel (yyy): 1. Start de functie hot desking. Op het venster verschijnt de tekst: Hot desking annuleren? 2. Druk op Ja om de functie uit te schakelen. De displays van beide toestellen zien er weer als normaal uit. Als u hot desking op het doorgeschakelde toestel (xxx) wilt uitschakelen, dient u op Annuleren te drukken). De functie wordt automatisch uitgeschakeld als het toestel wordt uit- en weer ingeschakeld, als de stekker uit het stopcontact wordt gehaald of als het door een ander toestel naar een van de toestellen wordt doorgeschakeld. Als u de toegangscode voor hot desking bent vergeten, kunt u de systeembeheerder vragen de toegangscode voor uw toestel opnieuw in te stellen. U kunt hot desking vervolgens op uw toestel starten en een nieuwe toegangscode invoeren. Gebruik deze functie om de tijd opnieuw in te stellen op een IP-toestel dat zich in een andere tijdzone bevindt dan het systeem waaronder het staat geregistreerd. FUNCTIE *510. Pagina 23