4 Ruimte voor bevorderen van de arbeidsinzet

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "4 Ruimte voor bevorderen van de arbeidsinzet"

Transcriptie

1 4 Ruimte voor bevorderen van de arbeidsinzet 4.1 Inleiding In het MLT-advies van formuleerde de SER een doelstelling om in 2016 uit te komen op een participatiegraad van 80 procent. Bij de verhoging ten opzichte van 2006 moest het gaan om nieuwe productief gewerkte uren. Op die manier zou een hogere participatiegraad de helft van de kosten van de vergrijzing kunnen opvangen. Genoemde SER-ambitie is opgevolgd door de Nederlandse participatiedoelstelling van 80 procent in het kader van de Europa 2020-strategie. Interessant is dat het CPB een nieuw model heeft ontwikkeld op het gebied van arbeidsparticipatie (MICSIM). Dit microsimulatiemodel is ontworpen om, gegeven de voorkeuren en instituties, uitspraken te kunnen doen over de invloed van bepaalde vormen van beleid op de participatiebeslissing van huishoudens. Bij beleid gaat het ook om maatregelen in de fiscale sfeer. 4.2 Werking arbeidsmarkt De arbeidsmarkt werkt goed als deze, in samenhang met het stelsel van onderwijs en scholing, bevordert dat de juiste mensen met de juiste vaardigheden op de juiste werkplek terechtkomen. Daarbij gaat het ook zeker om werkplekken met perspectief. Hoogwaardige werkgelegenheid en perspectiefvolle banen vragen om een zekere mate van mobiliteit binnen en tussen bedrijven en sectoren. Dat laatste vormt een uitdaging, gelet op de van oudsher sterk sectorale oriëntatie van arbeidsmarkt- en scholingsinstituties. Hoe dan ook zullen werkenden en bedrijven voldoende moeten meebewegen door tijdig te investeren in hun menselijk kapitaal om de productiviteit in lijn te houden met de beloning. De Nederlandse arbeidsmarkt staat via het vrij verkeer van werknemers en via het vrij verkeer van diensten in verbinding met arbeidsmarkten van andere lidstaten van de EU. In het advies Arbeidsmigratie (2014) ontvouwt de SER een Actieplan voor het bevorderen van eerlijke arbeidsmobiliteit in de EU, met bijzondere aandacht voor het vrij verkeer van diensten en detachering. 1 SER (2006) Welvaartsgroei door en voor iedereen: Advies over het sociaal-economisch beleid op middellange termijn. 35

2 In Nederland ligt de structurele werkloosheid rond de 4 procent (zie onderstaande figuur). Dit is in OESO-verband een heel goede prestatie. De OESO en het CPB gaan ervan uit dat de grote recessie voor Nederland geen opwaartse druk op de evenwichtswerkloosheid heeft gehad. Dat komt vooral door de structurele hervormingen van de afgelopen twintig jaar 2. Wel is de langdurige werkloosheid gestegen. Technologische ontwikkelingen hebben invloed op de gevraagde kwalificaties op de arbeidsmarkt. In het verleden ging dit vooral ten koste van laagopgeleide werknemers. Nu staan ook de middengroepen onder druk (zie verder) 3. Dit onderstreept het belang van goed onderwijs en goede scholing, om gedurende de hele levensloop een brede inzetbaarheid te bevorderen. Figuur 4.1 Structurele werkloosheid onder OESO-landen Bron: OECD (2014) Economic Challenges and Policy Recommendations for the Euro Area, Better Policies Series, februari 2014, p. 18. De afgelopen decennia zijn ook verschillende arbeidsmarktinstituties (WW, bijstand, pensioenleeftijd, etc.) aangepast waardoor duurzame inzetbaarheid en investeringen in scholing en van-werk-naar-werk steeds noodzakelijker zijn geworden. De kadertekst schetst een aantal sectorale ontwikkelingen op de arbeidsmarkt tussen 2008 en De meeste sectoren zijn na zes jaren van crisis qua werkgelegenheid nog niet terug op het niveau van Het beeld verschilt van sector tot sector. 2 CPB (2014) Roads to recovery, pp CPB (2014) Roads to recovery, pp

3 RUIMTE VOOR BEVORDEREN VAN DE ARBEIDSINZET Sectorale ontwikkelingen sinds 2008 In meer dan de helft van de sectoren kwamen zowel de productie als de werkgelegenheid in 2013 lager uit dan in De grootste krimp in productie kenden de bouwnijverheid (-24 procent) en de uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling (-15 procent). Het aantal banen van werknemers kromp met 19 procent in de bouwnijverheid en met 15 procent bij de uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling. De financiële dienstverlening, de chemische branches en de overige industrie combineerden een relatief lichte krimp in de productie met een forse krimp in het aantal banen (meer dan 10 procent). In een aantal sectoren is de productie inmiddels (wat) hoger dan in 2008, maar is het aantal banen van werknemers (soms fors) afgenomen. Dit geldt voor exportgerichte sectoren als de landbouw, de voedings- en genotmiddelenindustrie en de groothandel. Maar ook het openbaar bestuur, het onderwijs en de sector Verhuur en exploitatie van onroerend goed combineren een productiegroei met een krimpende werkgelegenheid. Waarschijnlijk heeft zich in deze sectoren tijdens de crisis een forse verhoging van de arbeidsproductiviteit voorgedaan. In drie sectoren is zowel de productie als het aantal banen van werknemers gestegen tussen 2008 en Hieronder vallen de kleinere sectoren winning van delfstoffen en de energie-, water- en afvalbedrijven. Maar ook in zorg en welzijn was er tussen 2008 en 2013 zowel sprake van productie- als werkgelegenheidsgroei. Sinds 2012 vertoont de werkgelegenheid in zorg en welzijn echter een dalende trend. Opvallend is dat zowel de detailhandel als de horeca, catering en verblijfsrecreatie een lagere productie combineren met een groter aantal banen van werknemers. Daar wordt dus minder verdiend en geproduceerd dan in 2008, maar met meer mensen. Waarschijnlijk is er in de horeca sprake van een verschuiving tussen segmenten. Zo doet de fast service-sector het de afgelopen jaren relatief goed. Bron: UWV (2014) Sectoren in beeld: Ontwikkelingen, kansen en uitdagingen op de arbeidsmarkt: Hoofdlijnen, 4 december Geleidelijk toenemende polarisatie Op de Nederlandse arbeidsmarkt is sprake van een geleidelijk toenemende polarisatie. Door arbeidsbesparende technologische ontwikkeling ( robotisering ) verdwijnen flink wat banen in het middensegment. De werkgelegenheid in de middenbetaalde groepen neemt af, terwijl die in laag- en hoogbetaalde groepen toeneemt 4. Dit effect komt vooral door een verschuiving van de beroepenstructuur binnen sec- 37

4 toren: bepaalde functies verdwijnen, maar er ontstaan ook weer nieuwe functies. Verschuivingen in de werkgelegenheid tussen de verschillende sectoren van de Nederlandse economie blijken geen rol van betekenis te spelen. De onderstaande figuur brengt dit in beeld. Figuur 4.2 Ontwikkeling aandeel hoog-, midden- en laagbetaalde beroepen, 15- tot 64-jarigen, Ontwikkeling in het aandeel werkenden in laag-, midden- en hoogbetaalde beroepen, opgesplitst naar beroeps- en sectoreffect, 15- tot 64-jarigen, 1996 en 2011 Bron: Wendy Smits en Jannes de Vries (2015) Toenemende polarisatie op de Nederlandse arbeidsmarkt, ESB, (8 jan.), pp , inz. p Wendy Smits en Jannes de Vries (2015) Toenemende polarisatie op de Nederlandse arbeidsmarkt, ESB, (8 jan.), pp

5 RUIMTE VOOR BEVORDEREN VAN DE ARBEIDSINZET De daling van het middensegment speelt vooral in de commerciële dienstverlening en in de industrie. In de commerciële dienstverlening daalde de werkgelegenheid in het middensegment van 38,6 tot 31,9 procent, in de industrie van 64 naar 57,3 procent. In de niet-commerciële dienstverlening is het middensegment veel minder afgenomen. Bovendien is in deze sector, in tegenstelling tot de industrie en commerciële dienstverlening, het aandeel werkenden in laagbetaalde beroepen niet gegroeid maar ongeveer gelijk gebleven. Flexibele schil Het CPB signaleert dat zzp ers in het begin van de recessie een deel van de klap hebben opgevangen door minder uren te werken 5. Hierdoor kon de oploop van de werkloosheid aanvankelijk beperkt blijven. Dit fenomeen laat zien dat zzp ers een bijdrage leveren aan het aanpassingsvermogen op de arbeidsmarkt. Dat geldt ook voor andere flexibele krachten. De keerzijde hiervan is verborgen werkloosheid in de flexibele schil en toegenomen armoede onder zzp ers. Onderzoek van het SCP wijst uit dat in procent van de zzp ers onder de armoedegrens leefde 6. Het is aannemelijk dat de flexibele schil op de arbeidsmarkt ook in de toekomst een rol zal blijven spelen. Daarbij is aandacht is nodig voor de omvang van de flexibele schil in relatie tot de continuïteit van de werkzaamheden en de mogelijkheden voor interne mobiliteit. Verder kennen flexibele arbeidskrachten over het algemeen relatief veel belemmeringen bij investeringen in scholing 7. Bij tijdelijke dienstverbanden of opdrachten is de opbrengst van functiespecifieke scholing relatief onzeker, zijn de opportuniteitskosten relatief hoog en is de terugverdientijd relatief kort. Daarom is het zaak ervoor te zorgen dat ook flexwerkers en zzp ers gebruik kunnen maken van faciliteiten voor om- en bijscholing. Het Sociaal Akkoord biedt hier handvatten voor. 4.3 Hoge participatiegraad in personen In 2012 kwam Nederland al dicht bij de participatiedoelstelling van 2006, zeker als gecorrigeerd wordt voor onvrijwillige werkloosheid (de brutoparticipatiegraad, zie onderstaande figuur). Vooral de participatie van ouderen is flink gestegen. Dat 5 CPB (2014) Roads to recovery, p. 85 en SCP (2014) Bevrijd of beklemd? Werk, inhuur, inkomen en welbevinden van zzp ers: Notitie ten behoeve van de IBOwerkgroep zzp, 5 november SEO (2014) Nieuw ontwerp sociaal beleid: Beoordeling van AWVN voorstel voor een basisregeling voor werkenden, oktober 2014, pp

6 komt mede door het beleid om vroege uittreding te ontmoedigen en door verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd. De onderstaande figuur laat zien dat de participatiegraad van de gehele beroepsbevolking in Nederland in OESO-verband tot de hoogste behoort. Figuur 4.3 Arbeidsparticipatie in verschillende OESO-landen in 2012 Bron: OECD (2014) Economic Challenges and Policy Recommendations for the Euro Area, p Lage participatiegraad in uren Tegenover de relatief hoge participatie in personen staat een erg lage participatie in uren. Nederlandse vrouwen werken relatief vaak in deeltijd (zie voor een nadere toelichting paragraaf 4.6). Ook Nederlandse mannen werken in toenemende mate in deeltijd, zij het vooral in grotere deeltijdbanen. Dit verklaart mede waarom het gemiddelde aantal uren per werkende in Nederland zo laag uitvalt (zie onderstaande figuur). De combinatie van een hoge participatiegraad in personen en een 40

7 RUIMTE VOOR BEVORDEREN VAN DE ARBEIDSINZET lage participatiegraad in uren betekent dat ons land internationaal gezien zich in de middenmoot bevindt als het gaat om het gemiddeld aantal arbeidsuren van alle jarigen. Het gemiddeld aantal uren van werkenden in Nederland ligt op een gelijk niveau als Duitsland of Noorwegen. Figuur 4.4 Aandeel vrouwen in deeltijdwerk en gewerkte uren per werkende per jaar in verschillende OESO-landen in 2012 Bron: OESO, Employment and labour market statistics database. Door de hoge participatiegraad in personen hebben veel mensen betaald werk. Dat is goed voor de zelfontplooiing, de sociale cohesie en het economisch draagvlak voor publieke voorzieningen. Hierdoor hebben Nederlandse huishoudens relatief veel mogelijkheden om werk- en zorgtaken op de eigen voorkeuren af te stemmen. De instituties die deze uitkomst mede mogelijk maken, zijn dan een weerspiegeling van maatschappelijke voorkeuren. Aan deze uitkomst zijn overigens ook kosten verbonden, onder andere in termen van economische zelfstandigheid en een onderbenutting van menselijk kapitaal. Zo gaat het bij deeltijdwerk soms om heel kleine banen. Dat betekent dat lang niet iedereen die werkt een inkomen heeft waarmee economische zelfstandigheid kan worden bereikt. Bij kleine deeltijdbanen is het ook moeilijker om in arbeidsorganisaties een volwaardige positie te verwerven. Individuele keuzes worden mede bepaald door instituties (schooltijden, faciliteiten voor kinderopvang, kosten van kinderopvang, fiscaliteit). Deze kunnen huishou- 41

8 dens juist aanzetten tot een lagere participatiegraad in uren. Dan volgen huishoudens niet zozeer hun eigen intrinsieke voorkeuren, maar worden hun voorkeuren mede gevormd door de institutionele context. Paragraaf 4.5 gaat in op kinderopvang en voor- en vroegschoolse educatie. In de praktijk zien we ook dat het maatschappelijk optimum in de loop van de tijd verschuift en mogelijk samenhangt met de economische conjunctuur. Gelet op het belang van het verhogen van de arbeidsparticipatie is het goed om na te gaan waar de grens ligt tussen maatschappelijke voorkeuren en door instituties beïnvloede keuzes. Dit is overigens geen gemakkelijke zaak. Een handvat om hiernaar te kijken is het nieuwe MICSIM-model van het CPB. 4.5 Arbeidsparticipatie van ouders en kinderopvang Goede voorzieningen voor kinderopvang en voor- en vroegschoolse educatie zijn van belang voor: de mogelijkheden voor arbeidsparticipatie van hun ouders; de ontwikkelingskansen van kinderen: het is cruciaal om achterstanden in ontwikkeling te voorkomen, omdat het inhalen van achterstanden met het verstrijken van de tijd steeds lastiger wordt. Beide invalshoeken zijn van belang en kunnen ook niet volledig van elkaar worden gescheiden. In deze paragraaf staat de eerste invalshoek centraal; in het volgende hoofdstuk zal, in aanvulling daarop, gericht aandacht worden gevraagd voor de ontwikkelingskansen van kinderen. Deelname kinderopvang en voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Internationaal gezien behoort Nederland inmiddels tot de landen met de hoogste deelname van kinderen van 0-2 jaar aan formele kinderopvang (61 procent in 2010) 8. Maar het gemiddeld aantal uren per kind ligt relatief laag (19 uur per week), waar in veel andere landen rond de 30 uur per week gebruikelijk is. De Nederlandse overheid besteedt per kind relatief weinig aan kinderopvang. Hierdoor ervaren Nederlandse ouders relatief hoge kosten voor kinderopvang als percentage van hun inkomen. Recente bezuinigingen op de kinderopvang hebben de toegankelijkheid van kinderopvang verkleind. Regelingen rond (financiering van) kinderopvang worden ook regelmatig gewijzigd. Dat schept onzekerheid. Met het 8 Het aantal kindplaatsen in de kinderopvang is teruggelopen van in 2011 naar in

9 RUIMTE VOOR BEVORDEREN VAN DE ARBEIDSINZET oog op het bevorderen van arbeidsparticipatie van ouders is meer bestendigheid van belang. Bij deelname aan onderwijs scoort Nederland hoog voor zover het gaat om de deelname van vier- en vijfjarigen (vrijwel 100 procent). De leerplicht begint weliswaar bij 5 jaar, maar in Nederland gaan vrijwel alle kinderen met 4 jaar naar school. Bij driejarigen is de deelnamegraad in internationaal perspectief echter opmerkelijk laag (28 procent). De verklaring hiervoor is dat voorschoolse educatie vrijwel alleen wordt aangeboden in peuterspeelzalen en aan zogenaamde doelgroepkinderen. Knelpunten en uitdagingen Om ouders beter in staat te stellen arbeidsdeelname te combineren met rollen en taken in de privésfeer heeft de SER in het advies Tijden van de Samenleving (2011) diverse strategieën aangereikt voor het oplossen van tijdsknelpunten: arbeid of dienstverlening tijd- en plaatsonafhankelijk aanbieden door de inzet van nieuwe technologie; optimaal gebruikmaken van de mogelijkheden om arbeid en dienstverlening te plannen (zoals zelfroosteren); verschuiving/verruiming van openingstijden van instellingen; inzetten van verlof; aanpassen van arbeidsuren. Specifiek gericht op onderwijs en kinderopvang stelde de raad vast dat voor jarigen een meer eigentijds en sluitend dagarrangement nodig is. In de motie Van Weyenberg c.s. van 28 oktober 2014 wordt het kabinet verzocht de SER te vragen een vervolgadvies uit te brengen over de inrichting van de voorzieningen voor jonge kinderen, als vervolg op het SER-advies Tijden van de Samenleving. 4.6 Lage participatie van bepaalde groepen Sommige groepen staan extra in de aandacht vanwege de lage arbeidsdeelname: vrouwen, ouderen, mensen met een niet-westers allochtone herkomst en mensen met een arbeidsbeperking. Dat was al zo in 2006, toen de SER een participatiedoelstelling van 80 procent formuleerde voor Het verhogen van de arbeidsparticipatie in personen vraagt om het verhogen van de arbeidsparticipatie van groepen die nu nog te veel aan de kant staan. 43

10 Figuur 4.5 Nettoarbeidsparticipatie van verschillende doelgroepen, in 2008 en 2014 Bron: Geconstrueerd op basis van CBS Statline, Vrouwen In het eerste kwartaal van 2014 was de participatiegraad van vrouwen 58,4 procent. Daarmee is de achterstand van Nederland ten opzichte van andere Europese landen ingehaald. Belangrijke factoren in dit verband zijn het steeds hogere opleidingsniveau van vrouwen en de wens van economische zelfstandigheid. Het CPB verwacht wel dat de groei de komende jaren afzwakt. Hoewel het opleidingsniveau van jonge vrouwen inmiddels hoger is dan dat van jonge mannen, is toch sprake van een achterblijvende arbeidsparticipatie, zowel in personen als in uren. Dit duidt op onderbenutting van capaciteiten van vrouwen op de arbeidsmarkt. Dat de arbeidsdeelname lager blijft dan die van mannen, komt vooral door het onbenutte potentieel onder laagopgeleide vrouwen. Ongeveer 40 procent van hen is actief. Dat komt niet zozeer door leeftijd of het hebben van kinderen. Gezondheid speelt wel een rol. Een deel geeft aan dat werken niet aansluit bij hun opvattingen of sociale omgeving. Sommigen hebben het idee dat er geen plek voor hen is op de arbeidsmarkt. Verder is relevant dat partners van kostwinners vaak de status hebben van nugger (niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekende). Omdat deze categorie geen recht heeft op een uitkering, zijn er in de praktijk minder faciliteiten om aan het werk te komen (beperkte begeleiding naar werk, geen vergoeding kinderopvang tijdens zoeken naar werk). Werkende vrouwen hebben gemiddeld een deeltijdbaan van 26 uur per week. Maar de verscheidenheid is groot. Er is ook een grote groep vrouwen met heel kleine deeltijdbanen. Bij die vrouwen is dus sprake van een relatief grote onderbenutting van capaciteiten. Deeltijdwerk heeft een enorme impuls gegeven aan de arbeidspartici- 44

11 RUIMTE VOOR BEVORDEREN VAN DE ARBEIDSINZET patie van vrouwen, maar wordt nu vaak gezien als obstakel voor het verder vergroten van die participatie. Vele beleidsoperaties ten spijt (zoals de Taskforce Deeltijd- Plus) vertoont het gemiddeld aantal gewerkte uren sinds 2006 geen stijging meer. Dit terwijl het gemiddelde opleidingsniveau wel verder stijgt. Een kwestie die vraagt om beleidsaandacht. De meeste werknemers in Nederland zijn tevreden met het aantal uren dat zij werken. Overigens is het aantal vrouwen dat tijdelijk van de arbeidsmarkt verdwijnt (meestal na het krijgen van kinderen) gedaald. Minder uren werken is een bewuste keuze, die eerder door sociaal-culturele overwegingen (voorkeur, gewoonte) dan economische redenen lijkt te zijn ingegeven. Een rol speelt dat deeltijdbanen meer dan in andere landen goed worden beschermd en in vrijwel alle beroepen en sectoren mogelijk zijn. Deeltijdwerk is zelfs zo vanzelfsprekend dat werknemers vaak niet gevraagd wordt om meer uren te werken, terwijl zij dat best zouden willen. Een verhoging van de arbeidsparticipatie in uren vraagt dan om effectieve sociaal-economische prikkels die geleidelijk een gedrags- en cultuurverandering in gang kunnen zetten. Een ander relevant kenmerk is het niveau waarop vrouwen werken. Ook dit houdt verband met deeltijdwerk. Steeds meer vrouwen werken als leidinggevende. Toch is het verschil met mannen groot (21 tegenover 42 procent). Ook stromen relatief weinig vrouwen door naar een topfunctie. Ondanks het toenemende opleidingsniveau van vrouwen resteert een beloningsverschil op grond van geslacht. Ouderen Het aantal participerende 55-plussers is op dit moment 60,5 procent. Ten opzichte van 2008 is de stijging fors; toen was de participatiegraad nog geen 50 procent. De beleidsinterventies van de afgelopen jaren hebben een groot effect gehad. Het gaat dan vooral om de afschaffing van VUT- en prepensioenregelingen en de geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd. Het CPB verwacht dat de participatiegraad door dat laatste en door de instroom van jongere, hoogparticiperende cohorten zal stijgen. Toch bestaat er ook de nodige zorg. Zo neemt de werkloosheid onder deze groep toe. Daarvoor zijn allerlei oorzaken aan te wijzen. De vaardigheden van oudere werkzoekenden sluiten onvoldoende aan bij de functies die beschikbaar zijn. In scholing en ontwikkeling wordt nog te weinig geïnvesteerd. Daarnaast maken ouderen minder kans op werk omdat van hen (onterecht) gedacht wordt dat ze minder productief of flexibel zijn of omdat ze vanwege hun loonprofiel te duur worden gevonden. 45

12 Verder speelt in de beeldvorming ziekte een rol. Oudere werknemers zijn echter niet vaker ziek dan jongere werknemers, maar juist minder. Als ze ziek zijn, duurt dit gemiddeld wel langer. De combinatie van ziekte en arbeidsongeschiktheid komt vooral onder vrouwelijke 55-plussers veel voor: 11 procent van de 55- tot 65-jarigen heeft een uitkering vanwege arbeidsongeschiktheid. Het cijfer is aanzienlijk gedaald ten opzichte van 15 jaar geleden, maar blijft hoog. De focus zal dus niet alleen moeten liggen op het verhogen van de participatiegraad, maar ook op het bevorderen van gezond en up-to-date de pensioengerechtigde leeftijd bereiken. Mensen met een niet-westers allochtone achtergrond Van de mensen met een niet-westers allochtone achtergrond heeft 53 procent werk. De arbeidsdeelname is in de afgelopen crisisjaren afgenomen, terwijl de participatiegraad bij autochtonen gelijk bleef. Zeker bij vrouwen van Turkse of Marokkaanse herkomst ligt het cijfer laag: 40 respectievelijk 35 procent. Het gaat grotendeels om vrouwen die huwelijksmigrant waren. Toch is ook de positie van de nieuwe generatie jongeren zorgwekkend. De SER rapporteerde eerder dat zowel hoog- als laagopgeleide jongeren tot 25 jaar een forse achterstand hebben ten opzichte van autochtonen. In het onderwijs maken de jongeren grote stappen, maar dit vertaalt zich nog niet in een betere arbeidsmarktpositie. Van de jongeren met een niet-westerse migrantenachtergrond is 28 procent werkloos, tegenover 10 procent van de autochtone jongeren 9. Anderhalf jaar na het behalen van een hbo-diploma is 15 procent van de niet-westerse migrantenjongeren werkloos (tegenover 6 procent van de autochtone jongeren). In het mbo is het verschil nog groter: na anderhalf jaar is 19 procent van de niet-westerse migrantenjongeren, en 5 procent van de autochtone jongeren, werkloos. Dit onderstreept de noodzaak om in goede samenwerking tussen alle betrokkenen verder te werken aan de ontwikkeling van concrete, effectieve instrumenten om de arbeidsmarktpositie van deze jongeren te verbeteren. De SER is hierop ingegaan in het advies Discriminatie werkt niet! (2014) en het rapport Maak baan voor een nieuwe generatie (2013). Mensen met een arbeidsbeperking Verschillende hervormingen op het terrein van arbeidsongeschiktheid hebben gezorgd voor een lagere instroom in arbeidsongeschiktheidsuitkeringen (met uitzondering van de Wajong). De verwachting is dat het aantal mensen met een derge- 9 SCP (2014) Jaarrapport integratie 2013: Participatie van migranten op de arbeidsmarkt. 46

13 RUIMTE VOOR BEVORDEREN VAN DE ARBEIDSINZET lijke uitkering in de komende jaren in omvang afneemt. Afhankelijk van het type uitkering heeft op dit moment tussen de 11 en 45 procent van de mensen met een arbeidsbeperking een baan. Een deel van de populatie is volledig arbeidsongeschikt en kan niet werken, het merendeel is wel (beperkt) inzetbaar. Met de Participatiewet verandert het regime voor nieuwe instroom in de Wajong en de WSW. Mensen met een beperking zullen meer gestimuleerd worden om aan het werk te gaan. Verder heeft het Sociaal Akkoord geleid tot een commitment om arbeidsplekken te realiseren voor mensen met een beperking, waaronder banen bij de overheid. Mensen met een beperking moeten zo veel mogelijk een plaats krijgen op de reguliere arbeidsmarkt en niet afgeschreven worden. Het is nu de kunst om vraag en aanbod (c.q. push- en pullfactoren) op een goede manier met elkaar te verbinden. 4.7 Conclusies bij stimuleren arbeidsparticipatie Knelpunten bij arbeidsparticipatie in personen Hoewel de arbeidsparticipatie in personen in Nederland internationaal gezien hoog ligt, zijn er verschillende groepen die op de arbeidsmarkt nog een duidelijke participatieachterstand hebben. Concreet gaat het dan om laagopgeleiden, mensen met een niet-westerse achtergrond, werkloze ouderen, en mensen met een arbeidsbeperking. Deze groepen hebben over het algemeen kenmerken die het voor werkgevers onaantrekkelijk maken om hen in dienst te nemen. Eerdere SER-adviezen laten zien dat ook vooroordelen of discriminatie bij werkgevers een rol spelen, waardoor menselijk kapitaal en talenten onvoldoende worden benut. Verder komt in hoofdstuk 5 naar voren dat deze groepen weinig deelnemen aan werkgerelateerde opleidingen en scholing. Het verhogen van de arbeidsparticipatie in personen vraagt om beleid om voor deze mensen de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Daarnaast geldt dat mensen ook een eigen verantwoordelijkheid hebben voor het vormgeven van hun carrière. Een concreet knelpunt bij (vooral oudere) autochtone vrouwen is dat deze doorgaans relatief laag opgeleid zijn. Doordat velen deel uitmaken van een kostwinnerhuishouden, hebben ze geen recht op een uitkering. Er is dus ook geen (uitkerings)instantie die er belang bij heeft om hen aan het werk te helpen. In de praktijk wordt er voor nuggers (niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden) te weinig gedaan om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. 47

14 Verder is waarschijnlijk een vorm van bijziendheid in het geding, zowel bij de werkgever als bij de werknemer. Werknemers met een vaste aanstelling kunnen op hun werkplek heel lang heel productief zijn. Daardoor verkeren zij in de veronderstelling dat het met hun werkzekerheid wel goed zit en worden zij niet geprikkeld om gebruik te maken van de mogelijkheden voor bijscholing. Maar bij onverhoopt ontslag blijkt al gauw dat de arbeidsmarkt voor ouderen op slot zit. De vaardigheden die goed van pas kwamen in de vorige baan blijken opeens ontoereikend voor het vinden van een nieuwe werkplek. En hun loonprofiel maakt het dan moeilijk om lager betaald werk te krijgen. Bij werkgevers spelen mogelijk vooroordelen een rol bij het aannemen van oudere werknemers. Werkgevers denken mogelijk dat de resterende terugverdientijd te kort is om te investeren in bijscholing, terwijl de mobiliteit onder jongeren juist hoger ligt. Het verlengen van de loopbaan door de gestegen AOW- en pensioenleeftijd vergroot de noodzaak om bij te scholen. De vraag naar omscholing is dus het meest acuut wanneer werkenden hun baan dreigen te verliezen 10. In die situaties kan scholing voor een nieuwe werkplek ook een hoog rendement opleveren. Probleem is dat de werknemer juist op dat moment te maken kan hebben met financiële restricties. Kabinet en sociale partners hebben de laatste jaren beleid ontwikkeld om daar iets aan te doen. Het gaat vooral om de mogelijkheid om de WW-transitievergoeding in te zetten voor scholing en om het faciliteren van van-werk-naar-werk-trajecten. Los daarvan kunnen werknemers in vaste dienst gebruikmaken van de sectorale O&O-fondsen, zij het maar in beperkte mate voor omscholing naar een andere sector. Verder blijft het voorkomen van ziekte en arbeidsongeschiktheid bij ouderen een belangrijk aandachtspunt. De focus moet mede gericht zijn op het gezond en up-todate bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Knelpunten bij arbeidsparticipatie in uren Een andere route is het verhogen van de arbeidsparticipatie in uren. De groep waar het dan om gaat, bestaat voor een groot deel uit vrouwen die in deeltijd werken. Er is sprake van een grote verscheidenheid tussen grote en kleine deeltijdbanen. Bij deze groep speelt veel meer de vraag: waar ligt de grens tussen maatschappelijke voorkeuren en door instituties beïnvloede keuzes? Een handvat om hiernaar te kijken is het nieuwe MICSIM-model van het CPB. 10 SEO (2014) Nieuw ontwerp sociaal beleid, p

15 RUIMTE VOOR BEVORDEREN VAN DE ARBEIDSINZET Om ouders beter in staat te stellen arbeidsdeelname te combineren met rollen en taken in de privésfeer, is het nodig om in ons land te komen tot een slimmere organisatie van tijd en plaats van arbeid en dienstverlening. Het SER-advies Tijden van de samenleving (2011) schetst diverse strategieën om tijdsknelpunten op te lossen. Knelpunten bij de flexibele schil op de arbeidsmarkt Een relatief groot deel van het aanpassingsvermogen op de arbeidsmarkt wordt opgebracht door de flexibele schil van flexwerkers en zzp ers. Deze groep ervaart forse prikkels voor tijdige om- en bijscholing, maar heeft niet of nauwelijks toegang tot collectief gefinancierde faciliteiten. Bestaande faciliteiten als O&O-fondsen, de wettelijke transitievergoeding en van-werk-naar-werk-trajecten komen in de praktijk vooral beschikbaar voor werknemers met een dienstverband voor onbepaalde tijd. Het gebrek aan faciliteiten voor flexwerkers is een knelpunt, omdat het er niet toe bijdraagt dat flexibele werkenden hun talenten daar in kunnen zetten waar dat het hardste nodig is. Zzp ers hebben overigens wel de mogelijkheid om kosten in het kader van opdrachtverwerving of scholing als bedrijfskosten af te trekken. Daarnaast hebben zij een zelfstandigenaftrek. Knelpunt is mogelijk dat zzp ers bij hun tariefstelling de kosten van scholing niet meenemen. Knelpunten rond lasten op arbeid en risico s werkgever Een knelpunt is ook dat de vraag naar en het aanbod van arbeid wordt ontmoedigd door de hoge lasten op arbeid. De lasten op arbeid maken het voor werknemers minder aantrekkelijk om (meer) te werken. Daarnaast leiden de hoge lasten op arbeid tot alternatieven voor de reguliere arbeidsrelatie. De voorgenomen belastingherziening biedt een kans om de lasten op arbeid te verlagen en ervoor te zorgen dat werknemers netto meer overhouden. Knelpunten bij technologische ontwikkelingen Het is aannemelijk dat technologische ontwikkelingen invloed hebben op de gevraagde kwalificaties op de arbeidsmarkt. Dit raakt alle werkenden, ongeacht of ze tot de flexibele schil behoren of een vaste baan hebben. Vanwege de toenemende dynamiek op de arbeidsmarkt is het van groot belang om gedurende de hele levensloop over een brede inzetbaarheid te kunnen beschikken. Het volgende hoofdstuk gaat in dit verband in op het belang van goed onderwijs en goede scholing. Agendering van SER-werkzaamheden Diverse aspecten van de werking van de arbeidsmarkt en van het streven naar verhoging van de arbeidsparticipatie staan of komen op het werkprogramma van de 49

16 50 SER (meer in het bijzonder van de Commissie Arbeidsmarktvraagstukken (AMV)). De brief waarin het kabinet komende adviesaanvragen aan de SER aankondigt, noemt onder meer vragen over de gevolgen van technologische vernieuwing (robotisering) voor de arbeidsmarkt, de toename van het aantal zzp ers en het combineren van betaald werk met andere taken ( werken en leven in de toekomst ). De Tweede Kamer heeft de regering verzocht de SER te vragen een vervolgadvies (op Tijden van de Samenleving) uit te brengen over de inrichting van de voorzieningen voor jonge kinderen. Verder zal de versterking van een inclusieve arbeidsmarkt aandacht krijgen. De arbeidsmarktpositie van niet-westerse migrantenjongeren baart zorgen.

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 710 Vragen van het lid

Nadere informatie

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal Persbericht PB14 56 11 9 214 15.3 uur CBS: Voorzichtig herstel arbeidsmarkt in het tweede kwartaal Meer werklozen aan de slag Geen verdere daling aantal banen, lichte groei aantal vacatures Aantal banen

Nadere informatie

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren Het aantal mensen met een baan is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 6 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren hadden vaker werk. De beroepsbevolking

Nadere informatie

De arbeidsmarkt: crisistijd en trends

De arbeidsmarkt: crisistijd en trends De arbeidsmarkt: crisistijd en trends 06 Werkzame beroepsbevolking krimpt tijdens crisis Arbeidsmarkt reageert vertraagd op conjunctuur Krimp vooral onder mannen en jongeren Daling flexwerkers snel voorbij

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Betaling én vervanging van vergrijzende arbeidspopulatie worden een probleem Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Peter Ekamper, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) Op

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting Nr. 482 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan

Nadere informatie

Een halve eeuw arbeidsmarkt. 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen

Een halve eeuw arbeidsmarkt. 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen Een halve eeuw arbeidsmarkt 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen Een veranderende arbeidsmarkt sluiten instituties nog wel aan? 2 Mogelijke hervorming: basisinkomen Gegarandeerd onvoorwaardelijk

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Meer ouderen langer werkzaam

Meer ouderen langer werkzaam Meer ouderen langer werkzaam Koos Arts (Centraal Bureau voor de Statistiek) Ferdy Otten (Centraal Bureau voor de Statistiek) Vooral door de instroom van jongere generaties alsmaar meer werkende vrouwen

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

De vaste baan bereikbaar voor alle werknemers

De vaste baan bereikbaar voor alle werknemers De vaste baan bereikbaar voor alle werknemers Samenvatting De tweedeling op de arbeidsmarkt groeit. Steeds meer werknemers, vooral lager opgeleiden en 45- minners, werken op basis van een tijdelijk contract

Nadere informatie

Verschillen in uittreedpaden tussen en binnen cohorten: is meer flexibiliteit de oplossing?

Verschillen in uittreedpaden tussen en binnen cohorten: is meer flexibiliteit de oplossing? Verschillen in uittreedpaden tussen en binnen cohorten: is meer flexibiliteit de oplossing? Jonneke Bolhaar - CPB 20 november 2017 1. Fact check: werken laagopgeleiden langer door dan hoogopgeleiden? 2.

Nadere informatie

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017. Bijlage 2 Cijfers uitvoering Participatiewet Bijstandsvolume stabiliseert Er zijn duidelijke signalen dat de economie en de arbeidsmarkt zich aan het herstellen zijn van de crisis. Het aantal mensen met

Nadere informatie

Participatie in arbeid

Participatie in arbeid 7 Participatie in arbeid De economische crisis zorgt voor veranderingen op de arbeidsmarkt. Welke groepen Amsterdammers doen het goed op de arbeidsmarkt en welke minder goed? Hoe heeft de werkloosheid

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Aanbod van Arbeid 2016

Aanbod van Arbeid 2016 Aanbod van Arbeid 2016 Samenvatting Rapport over werken, zorgen en leren op een flexibele arbeidsmarkt. In het rapport wordt verslag gedaan van een langlopend onderzoek onder ca. 4500 werkenden en niet-werkenden

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

Help, ik heb personeel

Help, ik heb personeel Help, ik heb personeel nodig! Inleiding 1 1.1 Een handboek, is dat nodig? Iedere arbeidsorganisatie heeft in mindere of meerdere mate personeel nodig. Dat gaat meestal niet vanzelf; u moet er genoeg moeite

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. Inleiding. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar

Langzaam maar zeker zijn ook de gevolgen van de economische krimp voor de arbeidsmarkt zichtbaar In de vorige nieuwsbrief in september is geprobeerd een antwoord te geven op de vraag: wat is de invloed van de economische situatie op de arbeidsmarkt? Het antwoord op deze vraag was niet geheel eenduidig.

Nadere informatie

Highlights Regio in Beeld 2015. Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal

Highlights Regio in Beeld 2015. Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal Highlights Regio in Beeld 2015 Arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal Samenvatting Aantal banen neemt weer toe, echter niet in collectieve sector In Zuid-Holland Centraal groeit het aantal banen van werknemers

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd 2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd Mensen moeten steeds de keuze maken tussen werken en vrije tijd: 1. Werken * Je ontvangt loon in ruil voor je arbeid; * Langer werken geeft meer loon (en dus kun

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1424 Vragen van het lid

Nadere informatie

Armoede en Arbeidsmarkt

Armoede en Arbeidsmarkt 2 Armoede en Arbeidsmarkt Presentatie Masterclass 4: Armoede en arbeidsmarkt op het congres Overerfbare Armoede, Emmen, 25 september 2017 Jouke van Dijk, Hoogleraar Regionale Arbeidsmarktanalyse Arjen

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Naar een inclusieve regio

Naar een inclusieve regio Naar een inclusieve regio 1 Ontwikkeling werknemersbanen 2008-2017 (per kwartaal t.o.v. hetzelfde kwartaal voorgaand jaar) 2 2 Dr. Arjen Edzes University of Groningen, Department of Economic Geography,

Nadere informatie

Arbeidsdeelname van paren

Arbeidsdeelname van paren Arbeidsdeelname van paren Johan van der Valk De combinatie van een voltijdbaan met een is het meest populair bij paren, met name bij paren boven de dertig. Ruim 4 procent van de paren combineerde in 24

Nadere informatie

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014

Een uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014 Een uitdagende arbeidsmarkt Erik Oosterveld 24 juni 2014 Wat waren de gevolgen van de recessie? Hoeveel banen zijn er verloren gegaan? In welke sectoren heeft de recessie het hardst toegeslagen? Werkgelegenheid

Nadere informatie

Algemene beschouwing

Algemene beschouwing Algemene beschouwing Arbeidsmigratiebeleid begint bij Nederlands arbeidsmarktbeleid Voor de Nederlandse economie en dus voor bedrijven en werknemers is het van belang om de juiste mensen op de juiste arbeidsplek

Nadere informatie

Duiding Arbeidsmarktontwikkelingen juni 2017

Duiding Arbeidsmarktontwikkelingen juni 2017 Duiding Arbeidsmarktontwikkelingen juni 2017 Inhoudsopgave Samenvatting: in één oogopslag 2 1. Economie 3 1.1. Nederlandse economie groeit nog steeds verder 3 1.2. Minder verleende ontslagvergunningen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 31 322 Kinderopvang Nr. 274 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

Datum 14 december 2016 Betreft De arbeidsparticipatie van ouderen en allochtonen naar aanleiding van de Motie-Barth

Datum 14 december 2016 Betreft De arbeidsparticipatie van ouderen en allochtonen naar aanleiding van de Motie-Barth > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Artikelen. Naar een arbeidsdeelname van 80 procent in 2016

Artikelen. Naar een arbeidsdeelname van 80 procent in 2016 Artikelen Naar een arbeidsdeelname van 8 procent in 216 Boukje Janssen en Martijn Souren Om de vergrijzing betaalbaar te houden en krapte op de arbeidsmarkt te voorkomen, heeft het kabinet zich tot doel

Nadere informatie

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013

Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013 Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013 1. Inleiding In 2012 hebben Etil en Research voor Beleid in opdracht van de Provincie Limburg de ontwikkeling van de Limburgse arbeidsmarkt onderzocht

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils

Artikelen. Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in Ingrid Beckers en Birgit van Gils Minder dynamiek binnen de werkzame beroepsbevolking in 23 Ingrid Beckers en Birgit van Gils In 23 vonden ruim 9 duizend mensen een nieuwe baan. Dat is 13 procent van de werkzame beroepsbevolking. Het aandeel

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Feiten voor koplopers

Feiten voor koplopers Feiten voor koplopers 1 e MBO Koplopersoverleg Amsterdam, 25-10-2011 Paul Schnabel Universiteit Utrecht Feiten 2020 Bevolking 17 miljoen (plus 0,5 miljoen) Jonger dan 20 jaar 3,7 miljoen (min 0,2 miljoen)

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Arbeidsmarkttrends en de toekomst van de sociale zekerheid

Arbeidsmarkttrends en de toekomst van de sociale zekerheid Arbeidsmarkttrends en de toekomst van de sociale zekerheid Workshop Divosacongres, 2 juni 2016 Paul de Beer Henri Polak hoogleraar voor arbeidsverhoudingen UvA Wetenschappelijk Bureau voor de Vakbeweging

Nadere informatie

Kansen & knelpunten op de arbeidsmarkt. Marieke Schramm & Michel van Smoorenburg Arbeidsmarktinformatie en -advies UWV Zwolle, 13 november 2017

Kansen & knelpunten op de arbeidsmarkt. Marieke Schramm & Michel van Smoorenburg Arbeidsmarktinformatie en -advies UWV Zwolle, 13 november 2017 Kansen & knelpunten op de arbeidsmarkt Marieke Schramm & Michel van Smoorenburg Arbeidsmarktinformatie en -advies UWV Zwolle, 13 november 2017 Over arbeidsmarktinformatie en -advies 35 arbeidsmarktregio

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Themabijeenkomst regionale arbeidsmarkt. Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde

Themabijeenkomst regionale arbeidsmarkt. Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde Themabijeenkomst regionale arbeidsmarkt Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde Aandachtspunten Even voorstellen: Willem van der Craats De werkgelegenheidsstructuur

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK LAAGGELETTERDHEID IN LAAK Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD IN OPDRACHT

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo. Samenvatting door D. 1363 woorden 7 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Paragraaf 1; De werknemer Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te

Nadere informatie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20% Participatiewet Sinds 1 januari 215 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning

Nadere informatie

Duurzame inzetbaarheid in een duurzam

Duurzame inzetbaarheid in een duurzam Duurzame inzetbaarheid in een duurzam 4e MRA kennis- en netwerkdag Metropoolregio Amsterdam SEO Economisch Onderzoek 28 juni 2018 Bas ter Weel Roetersstraat 29 1018 WB Amsterdam Tel: +31 (0)20 525 1630

Nadere informatie

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil, onderzoek naar de positie van mkb-werknemers Personeel op peil Onderzoek naar de positie van mkb-ondernemers MKB-Nederland

Nadere informatie

6 Betaald werk en zorgtaken

6 Betaald werk en zorgtaken betaald werk en zorgtaken 6 Betaald werk en zorgtaken Patricia van Echtelt en Mariëlle Cloïn Kernpunten Hoewel de economische krimp in 2012 minder fors was dan in 2009, is de werkloosheid de laatste jaren

Nadere informatie

De dagelijkse dichtheid van het bestaan. Paul Schnabel Rotary s Gravenhage Sociaal en Cultureel Planbureau Universiteit Utrecht

De dagelijkse dichtheid van het bestaan. Paul Schnabel Rotary s Gravenhage Sociaal en Cultureel Planbureau Universiteit Utrecht De dagelijkse dichtheid van het bestaan Paul Schnabel Rotary s Gravenhage Sociaal en Cultureel Planbureau Universiteit Utrecht Iedereen aan het werk Meer mensen - M. 80% - V. 55% Meer jaren - 61/62 jr.

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in Zuidoost-Brabant. UWV Gerald Ahn 9 september 2014

De arbeidsmarkt in Zuidoost-Brabant. UWV Gerald Ahn 9 september 2014 De arbeidsmarkt in Zuidoost-Brabant UWV Gerald Ahn 9 september 2014 Recente persberichten (CBS) Wisselende berichten over de markt Werkloosheid in juli verder gedaald Stijging WW-uitkeringen Consumptie

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 29 817 Sociale werkvoorziening Nr. 131 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Hoe staat het er voor? Inclusieve Arbeidsmarkt: Kansen voor iedereen!?!? Inclusieve Arbeidsmarkt: Kansen voor iedereen!

Hoe staat het er voor? Inclusieve Arbeidsmarkt: Kansen voor iedereen!?!? Inclusieve Arbeidsmarkt: Kansen voor iedereen! Inclusieve Arbeidsmarkt: Kansen voor iedereen!?!? Presentatie voor de Conferentie Inclusieve Arbeidsmarkt georganiseerd door Venturaplus en Zowelwerk, De Lawei, Drachten, 4 april 2016 Jouke van Dijk, Hoogleraar

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Huidig economisch klimaat

Huidig economisch klimaat Huidig economisch klimaat 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers, 49). Het aandeel

Nadere informatie

2513 AA1XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 17 augustus 2012 Betreft Kamervragen lid Hamer (PvdA)

2513 AA1XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 17 augustus 2012 Betreft Kamervragen lid Hamer (PvdA) > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513 AA1XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333 44 44 F 070

Nadere informatie

Voor eerlijke kansen en keuzes in werk en opleiding

Voor eerlijke kansen en keuzes in werk en opleiding Voor eerlijke kansen en keuzes in werk en opleiding 1 Waarom? Nederland staat voor een uitdaging. De arbeidsmarkt verandert door technologische ontwikkelingen, flexibilisering, decentralisering en bezuinigingen.

Nadere informatie

UWV Kennisverslag

UWV Kennisverslag UWV Kennisverslag 2016-8 Marcel Spijkerman DE DALENDE ARBEIDSPARTICIPATIE VAN WGA ERS VERKLAARD Over de invloed van vergrijzing en uitkeringsduur Kenniscentrum UWV September 2016 Het UWV Kennisverslag

Nadere informatie

Een Werkende Arbeidsmarkt

Een Werkende Arbeidsmarkt Een Werkende Arbeidsmarkt Bas ter Weel 16 mei2014 Duurzame inzetbaarheid Doel Langer werken in goede gezondheid Beleid gericht op Binden: Gezondheid als voorwaarde voor deelname Ontbinden: Mobiliteit als

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland KWARTAALMONITOR APRIL 2017 Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland Inhoud 3 VRAAG NAAR FLEX BLIJFT STIJGEN, MAAR VOOR HOELANG? 4 FREELANCERS EN FLEXWERKERS OOK IN 2017 ONVERMINDERD

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,

Nadere informatie

Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt

Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt Ondanks de in 2014 massaal geuite ambitie en wens tot verandering van werkgever is maar een klein deel in 2015 overgestapt In 2014 bleek 82% van de professionals open te staan voor een carrièrestap in

Nadere informatie

Zekerheden over een onzeker land

Zekerheden over een onzeker land Zekerheden over een onzeker land Parijs, 27 januari 2012 Paul Schnabel Universiteit Utrecht Demografische feiten 2012-2020 Bevolking 17 miljoen (plus 0,5 miljoen) Jonger dan 20 jaar 3,7 miljoen (min 0,2

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart keer beoordeeld. Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 1905 woorden 16 maart 2011 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans Economie Hoofdstuk 4 4.1 Het aanbod van arbeid Het aanbod van arbeid is gelijk aan de omvang van

Nadere informatie

UIT de arbeidsmarkt

UIT de arbeidsmarkt Verandering van de werkloosheid. Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zijn onderhevig aan continue veranderingen. Als gevolg daarvan verandert de omvang van de werkloosheid in een land ook continue. Werkloosheid

Nadere informatie

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking

14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS BBP per hoofd van de bevolking 14 BIJLAGE INTERNATIONALE KERNGEGEVENS In deze bijlage worden Nederlandse cijfers op het terrein van arbeidsmarkt en sociale zekerheid vergeleken met die van een groot aantal Europese landen, de USA en

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie

Bernard ter Haar Vrijdag 1 juli 2016

Bernard ter Haar Vrijdag 1 juli 2016 Bernard ter Haar Vrijdag 1 juli 2016 Indeling Werken met een beperking Wie zijn de kwetsbare werkzoekenden? Wat is hun harde werkelijkheid? Wat doen we eraan? Uitdagingen Melkert banen 120 100 80 60 40

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 855 Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden Nr. 14 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

29 november 2013 Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid

29 november 2013 Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Fractievoorzitters en leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Datum Onderwerp 29 november 2013 Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie