O U D R E C H T E L I J K A R C H I E F S C H I E D A M I N V E N T A R I S N U M M E R G I F T B O E K

Transcriptie

1 O U D R E C H T E L I J K A R C H I E F S C H I E D A M I N V E N T A R I S N U M M E R G I F T B O E K A K T E N V A N T R A N S P O R T V A N O N R O E R E N D E Z A K E N E T C t / m D U B B E L E F O L I O S B E W E R K I N G D O O R A N T H O N I U S V A N D E R T U I J N T E R H O O N

2 Nr. 1 folio 1 d.d Arent van Renoij wonende Delft voor zichzelf en vervangende IJsbrant van Renoij zijn broeder, kinderen en erfgenamen van Arent van Renoij, welke verklaarde dat zijn vader op onder de hand had opgedragen aan Arent Danckertsz. van Smalevelt oud burgemeester, een losrente van f per jaar, zijnde 1/6 part van 3 losrenten, naarder in het transport gespecificeerd. Dit transport wordt door Arent van Renoij geconformeerd en transporteert opnieuw aan Pieter Pietersz. van der Burch oud burgemeester. Hij bekent dat zijn vader daarvan ten volle betaald en voldaan was. Compareerde mede Jacob Paets als gehuwd hebbende Liedewij Muijs en bekende op onder de hand getransporteerd te hebben aan Arent Danckertsz. van Smalevelt de helft van nog f per jaar. Verklaarde Jacob Paets en Gerard Muijs secretaris alhier die mede compareerde, als omen en voogden van de kinderen van zaliger Allert Muijs Willemsz., dat de wederhelft van dezelfde f per jaar, dezelve Allert Muijs in leven toebehoord hebbende, de voorn. Arent Danckertsz. mede is toebehorende, alzo het al in het jaar 1587 de hoofdsom t.b.v. Allert Muijs verstrekt en betaald was. Jacob Paets en Gerard Muijs in de voorsz. kwaliteit hebben de rente van f met de hoofdsom van dien, zijnde mede 1/6 part van de 3 renten hiervoor verhaald, getransporteerd t.p.v. Pieter Pietersz. van der Burch. Nr. 2 folio 2 d.d Weijntgen Hermansdr. weduwe Crijn Euwoutsz. stierman geassisteerd met Mathijs Engelsz. metselaar haar zwager en Arent Bruijnsz. van der Dussen haar gekozen voogd ter ene zijde en Gerrit Dircxz. van der Wolff ter andere zijde. Weijntgen Hermansdr. verklaarde verdragen te zijn dat het bemuurde vuijtsteckgen dat Gerrit Dircxz. van der Wolff gemaakt heeft, met haar toestemming in hun beider slop, zijn privaat pijp van boven inkomt en neerwaarts door zijn eigen muur op zijn eigen grond gaat, zal blijven staan ten eeuwige dage en dat de neusdrop van het achterhuis van de voorn. van der Wolff, komende over de gemene muur, met de opgaande schoorsteen daarin, mede zal blijven zonder tegenzeggen van haar of haar nakomelingen. Zij Weijntgen Hermansdr. zal het water komende uit de voorgoot, vangen en met een goot neerwaarts leiden in een waterbak onder haar kruiskozijn, etc., etc. Nr. 3 folio 3v. d.d Leentgen Cornelisdr. weduwe Cornelis Jansz. stierman geassisteerd met Willem Muijs haar gekozen voogd, is schuldig aan de kinderen en erfgenamen van Claes Hendricxz. Verburch, in leven brouwer in de Drije Hameren te Delft, de somme van f , spruitende van geleverde bieren. Zij belooft te betalen met f 50 over een half jaar, f 100 mei 1612 of zo ras haar zoon van zijn tegenwoordige reis zal komen. De resterende somme met f 50 per jaar. Zij verzekert dit op haar huizing en erf in de Vlaardingersteeg, belend ten Z: Grijetgen Pietersdr. weduwe en ten N: Jan Huijgen stierman. Nr. 4 folio 4 d.d Pietertgen Vrancken geassisteerd met haar vader en voogd Vranck Pietersz. waard in de Roscam gehuwd met Anne Wesselsdr., dochter van zaliger Teuntgen Claesdr. weduwe Wessel Jansz. linnenwever, heeft getransporteerd aan Melchior Wijntgens muntmeester te Middelburg, een kustingbrief sprekende t.l.v. Pieter Maertensz. schoenmaker en zijn borgen, verleden voor schepenen alhier op , inhoudende nog f 130, te betalen met f 50 per jaar, dit op afslag van de somme van f welke Vrancq Pietersz. aan Melchior Wijntgens nog als restant schuldig is over geleverde bieren. Nr. 5 folio 4v. d.d Mr. Jan Dircxz. chirurgijn heeft geconstitueerd Arien Pietersz. Spangien een losrente van f 3 carolus per jaar tegen de penning 16, met een hoofdsom van f 48. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Korte Achterweg, belend ten W: Trijntgen Jansdr. weduwe Arien in de Baan en ten O: Pieter Cockhille. Nr. 6 folio 5 d.d Hendrick Jacobsz. vleeshouwer constitueert Arien Pietersz. Spangien een losrente van f 6 carolus per jaar tegen de penning 14 met een hoofdsom van f 84. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de hoek van de Vlaardingsesteeg, belend ten O: Arien Gerritsz. en ten W: de voorn. steeg. Nr. 7 folio 5v. d.d T.v.v. de gemene crediteuren van Dingetgen Raesdr. is verkocht met decreet aan Hubrecht Engelbrechtsz. zeevarende man wonende alhier, een huis en erf op de Hoogstraat, belend ten O: de weduwe van Cornelis Jacobsz. molenaar en ten W: Pieter Willemsz. Scharp. Koopsom f 400 carolus, te betalen met f 25 per jaar. Nr. 8 folio 6 d.d. eodem die. Bastiaen Bastiaensz. gehuwd met Jutgen Brunen en Jan Pietersz. voor zijn huisvrouw Maeijnsgen Brunen, vervangende Lenert Bastiaensz. gehuwd met Maertgen Brunendr., kinderen en erfgenamen van Bruijn Rembrantsz. en Bastiaentgen Dircxdr., hebben verkocht aan Cornelis Bruijnsz. hun broeder ¾ parten in een huis en erf in de Gooistraat, belend ten Z: Maertgen Hendricxdr. weduwe Jan Euwoutsz. Schaer en ten N: de huizing van Anne Doesen, strekkende voor van de Gooistraat tot

3 achter aan de straat van de haven. Cornelis Bruijnsz. komt zelf het resterende ½ part toe in het huis en erf waarin Bruijn Rembrantsz. en Bastiaentgen Dircxdr. zijn overleden. Belast met 15 st. per jaar, te ontvangen door degene die daartoe gerechtigd is. Koopsom f carolus, te betalen met f 225 contant en de rest op f 75 per jaar. Nr. 9 folio 6v. d.d Cornelis Theunisz. bootgezel is schuldig aan Neeltgen Willemsdr. weduwe Claes Pieter Jonasz. de somme van f 136 carolus. Hij belooft te betalen op , f 18 carolus en de rest op f 18 per jaar en verzekert dit op zijn huis en erf op de Achterweg, belend ten Z: Sijmon den Holster en ten N: het stadsweeshuis. Nr. 10 folio 6v. d.d. eodem die. Cornelis Theunisz. den Helt bootgezel is schuldig aan Govert Jacobsz. schipper de somme van f 79 ter zake van geleende penningen. Hij belooft te betalen op , f 18 carolus en de rest op f 18 per jaar en verbindt hieraan het huis en erf in toto ut in precedenti. Nr. 11 folio 7 d.d Pieter Pietersz. van der Burch als oom, Adriaen Willemsz. van der Elst als zwager en Mathijs van Muijlwijc als aanbestorven neef van Cornelis Barentsz. Guldeknecht, hebben verklaard te consenteren voor zoveel het hun aangaat, dat dezelve Cornelis Barentsz. de helft van 3½ morgen land in Schoonderloo, mitsgaders ⅓ part van 6 morgen land in Nieuwland omtrent de Noordmolen buiten deze stad, zoals hij het voor schepenen alhier op verbonden had, zal mogen bezwaren, belasten, verkopen, etc. in het geheel of gedeeltelijk en de penningen daarvan komende te mogen ontvangen als vrij eigen. Nr. 12 folio 7 d.d. eodem die. Neeltgen Willemsdr. huisvrouw van Gijsbrecht Sanders fugitief en voortvluchtig, geassisteerd met Cornelis Claesz. haar schoonzoon en Jan Jacobsz. Morou schoenmaker gehuwd met Jannetgen Claesdr. haar dochter, haar gekozen voogden, allen wonende alhier, als gerechte houders van een scheepspenningbrief door Herman Jansz. schipper te Vlissingen en zijn borgen voor schepenen van Vlissingen op verleden t.b.v. de voorn. Gijsbrecht Sanders. De comparanten verklaren te vrede te zijn dat Herman Jansz. het karveelschip genaamd den Neptunes, groot 25 lasten, spruitende uit de voorn. scheepspenningbrief zal mogen verkopen aan Adriaen Stoffelsz. schipper mede wonende te Vlissingen. Adriaen Stoffelsz. zal aldaar over de koop verlijden een waterpenningbrief, inhoudende alzulke somme en termijnen als de voorsz. brief op Herman Jansz. sprekende en inhoudende is, uitgezonderd dat de aflossing in Schiedam betaald zal worden. Adriaen Stoffelsz. zal suffisante borgen moeten stellen. Indien deze brief is afgelost, zullen zij de scheepspenningbrief t.l.v. Herman Jacobsz., aan Adriaen Stoffelsz. gecasseerd overleveren. Nr. 13 folio 8 d.d Arien Pietersz. en Pieter Arijensz. zijn zoon hebben zich als borgen geconstitueerd voor een koe die Jan Decker en Jan Jansz. metselaar de voorn. Arien Pietersz. en Pieter Arijensz. hebben doen slaan bij de officier dezer stede, mitsgaders Wouter Pietersz. Cnol als pachter van het bestiaal is gedaan arresteren. Nr. 14 folio 8 d.d Maertgen Ariensdr. weduwe Lenert Willemsz. anders genaamd lange Leen geassisteerd met haar gekozen voogd Willem Muijs is schuldig aan Aechte Claesdr. weduwe Aelbert Lucasz. wonende Woerden, een losrente van f per jaar, losbaar de penning 16, met een hoofdsom van f 100. Zij verzekert dit op haar huis en erf op de Dam, belend ten O: Huijch Sijmonsz. stierman en ten W: Claes Bastiaensz. landmeter. Nr. 15 folio 8v. d.d Grijetgen Jacobsdr. weduwe Pieter Willemsz. Carpentier heeft verkocht aan Dirck Jansz. huistimmerman een huis en erf op de Nieuwstraat, belend ten N: Jan Fransz. en ten Z: de weduwe van Jacob Jansz. Kunst, strekkende voor uit de straat tot achter aan de sloot. Belast met f per jaar, te ontvangen door de kerk. Koopsom f 800, contant geld welke de koper op rente zal houden tegen de penning 16. De gifte gegeven door Dirck Arijensz. lakenkoper die procuratie heeft van de verkoopster. Kanttekening d.d : Hiervan is gemaakt een rentebrief inhoudende f 600 aangezien Grijetgen Jacobsdr. bekent f 200 ontvangen te hebben volgens haar missive ter secretarie vertoond. Nr. 16 folio 8v. d.d. eodem die. Claes Bastiaensz. metselaar heeft verkocht aan Hans Crols tijkwerker een huis en erf met een klein huisje daarachter, staande op de Schie, strekkende voor van de straat en uitkomende achter aan de Verbrande Erven. Koopsom f 771, contant geld, welverstaande dat betaald zal worden als volgt; bij het geven van de gifte f 100, mei en de resterende f 600 zal de koper op rente houden tegen de penning 16. Hiervan zal hij binnen 5 jaar f 200 moeten aflossen en de resterende f 400 naar

4 believen. Belast met 15 st. per jaar, te ontvangen binnen Delft. Waarborg: Floris Bastiaensz. broeder van de verkoper. Penningborg: Pieter Claesz. van Arp. Nr. 17 folio 9 d.d. eodem die. Cornelis Jansz. constitueert t.b.v. Cornelis Cornelisz. Rinneman wonende Rotterdam een losrente van f per jaar, losbaar de penning 16, met een hoofdsom van f 200. Hij verzekert dit op zijn huis en erf in de Boterstraat, belend ten N: Jan Dircxz. koperslager en ten Z: s-herensteeg. Kanttekening d.d : Compareerde Cornelis Jansz. schoenmaker en heeft een tweede rentebrief gemaakt aangezien Cornelis Cornelisz. verklaarde dat de eerste rentebrief verloren is geraakt. Nr. 18 folio 9v. d.d Neeltgen Cornelisdr. Cruijck weduwe Cornelis Jansz. Cunst geassisteerd met Jan Dwingloo haar gekozen voogd, is schuldig aan Joris Arijensz. Banck de somme van f en Lenert Bastiaensz. zeevarende man de somme van f 103, spruitende beide uit de koop van netten. Zij belooft te betalen bij vermaning en verbindt hieraan haar huis en erf in het Broersveld aan de westzijde van de vaart, belend ten Z: Jacob Pietersz. en ten N: Jan Joppen stierman. Nr. 19 folio 9v. d.d Lijsbeth Vrericx weduwe Lenert Cornelisz. de Broers geassisteerd met Arien Jansz. schoenmaker haar gekozen voogd heeft verkocht aan Jan Jorisz. een huis, erf en tuin daar achter gelegen in het Groenweegje, belend ten O: Willem Dammisz. bootgezel en ten W: de verkoopster zelf. Koopsom f 2.400, te betalen met f 300 contant en de rest op f 100 per jaar. Belast het huis en erf met f 4 per jaar, te ontvangen door degene die daartoe gerechtigd is. Waarborg: Arien Jansz. voorn. Penningborgen: Pleun Arijensz. Broer en Cornelis Gerritsz. Schoonweer. Nr. 20 folio 10 d.d Gabriel Joosten lijndraaier is schuldig aan Arien Pietersz. Spangien een losrente van f per jaar, losbaar de penning 14 met een hoofdsom van f 50. Hij verzekert dit op zijn huis en erf in de Lange Kerkstraat, belend ten O: Servaes Ruttensz. en ten W: Jan Huijgensz. Backhart. Nr. 21 folio 10v. d.d. eodem die. Hendrick Hendricxz. Verhaer burger alhier constitueert zich borg voor zeker vonnis door Sijmon Jansz. voor schepenen van Amsterdam op tegen Jan Henricxz. de Gouwe geobtineerd. Bij welk vonnis Jan Hendricxz. gecondemneerd is aan Sijmon Jansz. te namptiseren de somme van 21 realen van achten. Belovende dezelve somme aan boord te brengen indien namaals verstaan mocht worden zulks te behoren, onder verband van zijn persoon en goederen. Compareerde mede Pieter Ariensz. lantarenmaker wonende Rotterdam en heeft zich contraborg gesteld en belooft Hendrick Hendricxz. te indemneren kosteloos en schadeloos van de borgtocht. Nr. 22 folio 11 d.d Willem Arijensz. lijndraaier heeft verkocht aan Ghijsbrecht Jacobsz. lijndraaier een huis en erf voor de Raam, belend ten Z: Jan Jacobsz. Visscher en ten N: Willem Jansz. mede lijndraaier, strekkende tot achter aan de Vuijck. Met alle vrijdommen en servituten als de 2 oude waarbrieven inhouden. De koper zal de houten heining, strekkende van de verkochte huizing tot de schuur toe, mede helpen onderhouden en bekostigen voor zover het aan het verkochte erf is strekkende. Belast met een opstal van 15 st. per jaar. Koopsom f 650, te betalen met 150 contant en de rest op f 24 per jaar. Nr. 23 folio 11v. d.d Aeltgen Jansdr. huisvrouw van Pieter Pietersz. Devoir met procuratie van haar man, verleden voor schepenen alhier op , is schuldig aan Gerrit Gerritsz. molenaar de somme van f 800 ter zake van geleende penningen. Zij stelt in handen van Gerrit Gerritsz. een waterpenningbrief verleden voor schepenen van Rotterdam t.b.v. Pieter Pietersz. Devoir in dato en waarop nog rest f 1.000, te betalen met f 300 per jaar. Nr. 24 folio 11v. d.d Willem Nieupoort de jonge stelt zich borg voor de somme van f 108 om gelicht te worden door Cornelis Jacobsz. van Vlaerdingen cum suis, uit handen van Willem Melchiorsz. Welhouck als curator van de boedel van Frans Crijnen. Nr. 25 folio 12 d.d. eodem die. Jan Adriaensz. lijndraaier is schuldig aan Claes Jacobsz. een losrente van f per jaar, tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 55. Hij verzekert dit op zijn huis en erf in het Broersveld, belend ten N: Arien Claesz. en ten Z: Daniel Danielsz. Nr. 26 folio 12 d.d Cornelis Cornelisz. den Boer heeft verkocht aan Arent Henricxz. zeevarende man een huis en erf op de Verbrande Erven, belend ten N: Jan Heijn Roomschen Coninck en ten Z: Cornelis Arijensz. waker, strekkende voor van de straat tot achter aan de banen van Jacob Vassen. Koopsom f 750, te betalen met f 60 contant en de rest op f 33 per jaar. Vrij en niet belast.

5 Nr. 27 folio 12v. d.d Maertgen Cornelisdr. weduwe Gerrit Roelen als erfgenaam voor de ene helft van Jannitgen Roelen weduwe Maerten Hendricxz. lijndraaier, geassisteerd met haar gekozen voogd Jan Dwinglo, is schuldig aan Dirck Adriaensz. lakenkoper de somme van f 37 carolus ter zake van de koop van laken en geleverde waren. Zij belooft te betalen uit een kustingbrief, sprekende op Abraham Jansz. zeevarende man, gedateerd , inhoudende meerdere somme op termijnen van f 9 per jaar, nadat Cornelis Jacobsz. weeskind van Jacob Vassen daaruit ontvangen zal hebben de somme van f 48 met de intrest van dien tegen de penning 16, op gelijke termijnen van f 9 per jaar. De brief is berustende in handen van Baerthout Veris als voogd van het voorsz. weeskind tot de betaling is geschied, dan gaat de brief over naar Dirck Ariensz. Nr. 28 folio 13 d.d Aeltgen Lenertsdr. weduwe Maerten Sijmonsz. geassisteerd met Jan Dwinglo de jonge haar gekozen voogd, transporteert aan de weeskinderen van Lucas Huijgensz. van der Dussen verwekt bij Soetgen Duijst van Santen, een decreetbrief sprekende op Jan Coopijer hoedenstoffeerder, gedateerd , inhoudende nog als restant f 665, te betalen op f 60 per jaar. Zij verbindt hieraan haar persoon en goederen en bekent betaald te zijn met de somme van f 418, contant geld. Nr. 29 folio 13v. d.d Cornelis Thonisz. de Helt is schuldig aan Claes Jacobsz. de somme van f 44 ter zake van geleverde kennip. Hij belooft te betalen met f 18 per jaar en verzekert dit op zijn huis en erf op de Achterweg, belend ten Z: Sijmon Arijensz. den Holster en ten N: het weeshuis. Nr. 30 folio 13v. d.d Grietgen Roelen eertijds weduwe Dirck Commersz. stierman is schuldig aan Frans Maes Hendricxz. de somme van f , spruitende uit de koop van honderd kennip, waarin Grietgen Roelen op door schepenen alhier is gecondemneerd. Zij belooft te betalen uit de gereedste penningen van haar contigent bij de verkoping van een huis en erf op de Laan bij de Korte Achterweg, nagelaten door Neeltgen Hendricxdr. haar moeie, belend ten O: Gerrit Ariensz. de Monnick en ten W: Cornelis Jansz. Scheel. Nr. 31 folio 14 d.d Cornelis Aertsz. Kievitt heeft zich cautionaris gesteld t.b.v. Wouter Pietersz. Cnoll, voor de lichting van f 6, geconsigneerd door Abraham van Cleeff, in handen van Adriaen Regniesz. waard in de Boot aldaar gearresteerd. Nr. 32 folio 14 d.d. eodem die. Dirck Lambrechtsz. bakker burger alhier heeft verkocht aan Jan Leendertsz. korenkoper te Delft een huis en erf op de Verbrande Erven op de hoek van de Raamsloot, belend ten N: de straat beneffens de Raamsloot en ten Z: Warnaert Baerthoutsz., strekkende voor van de straat tot achter aan de huizing van Ghijsbrecht Hendricxz. zeevarende man. De koper zal nog volgen een bedstede met een kast, beiden van wagenschot, op de achterkamer. Koopsom f 800 carolus, contant geld. De koper zal in mindering brengen de oude kustingbrief die Sijmon Melchiorsz. Veris op deze huizing sprekende heeft, inhoudende als restant f 254, te betalen volgens condemnatie door het gerecht gewezen. Dirck Lambrechtsz. zal deze huizing bewonen de 3 eerste jaren en zal in huur geven f 36 carolus. Nr. 33 folio 14v. d.d Cornelis Stevensz. gehuwd met Maertgen Jansdr. wonende alhier en Crijn Sijmonsz. wonende s- Gravenhage gehuwd met Ariaentgen Jansdr., kinderen en erfgenamen van Jan Pietersz. Tromslager en Jannitgen Sebastiaensdr., tezamen vervangende Jochim Heijndricxz. gehuwd met Pijetertgen Jansdr. hun zwager, tegenwoordig op zee zijnde, zijn schuldig aan Neeltgen Willemsdr. weduwe Claes Pieter Jonasz. de somme van f , Claes Joppen wonende op de Achterweg f en Frans Maes Heijndricxz. f , tezamen , spruitende uit de koop van vierendeels en penningen die Jannitgen Sebastiaensdr. zijn aangeteld. De comparanten transporteren zekere kustingbrief, tegenwoordig berustende onder Willem Nieupoort notaris als rentmeester van het weeshuis om de somme daaruit te ontvangen op f 16 per jaar. De brief is gedateerd Nr. 34 folio 15 d.d Pouwels Jansz. als principaal, mitsgaders Jacob Bouwensz. schipper en Maerten Jansz. zeevarende man als borgen, zijn schuldig aan Neeltgen Willemsdr. huisvrouw van Gijsbrecht Sanders schipper fugitief en voortvluchtig, geassisteerd met Jan Jacobsz. Morou schoenmaker, de somme van f 300 carolus, te betalen met f 100 per jaar. Dit in volle betaling van een krabschuit groot 16 of 17 lasten. Zij comparanten verbinden hieraan hun personen en goederen, mitsgaders de voorn. krabschuit. Hij belooft zijn borgen kosteloos en schadeloos te houden. Nr. 35 folio 15v. d.d Leendert Jansz. schipper uit naam van Neeltgen Lenertsdr. weduwe Jan Leendertsz. zijn moeder, heeft verkocht aan Cornelis Jansz. schipper zijn broeder, een huis en erf op de Gooistraat, belend ten

6 N: Willem Jansz. en ten Z: Aem Cornelisz. stierman, strekkende voor van de straat tot achter op de haven. Belast met ongeveer 35 st. per jaar, te ontvangen door degene die daartoe gerechtigd is. Koopsom f 2.400, te betalen met f 350 contant en de rest op f 100 per jaar. Nr. 36 folio 16 d.d Pieter Maertensz. steenplaatser constitueert zich borg voor de weduwe van Cornelis Adriaensz. kagenaar van Lekkerkerk die eergisteren van zijn kaagschuit gevallen is en in de haven omtrent het Hoofd verdronken. Dit voor betaling van f welke volgens de keur dezer stad voor het schouwen van een dood lichaam moet worden betaald. Nr. 37 folio 16v. d.d Govert Arentsz. zeevarende man is schuldig aan Annitgen Ariensdr. weduwe Pieter Pietersz. van der Burch, in leven burgemeester, een losrente van f per jaar. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Laan, belend ten N: Schalkert Jorisz. en ten Z: Arijaen Fockers. Hij bekent de hoofdsom van f 412 ontvangen te hebben. Nr. 38 folio 16v. d.d Jan Jansz. Voshol bakker te Vlaardingen is schuldig aan Wouter Pietersz. Cnol burger alhier als gewezene pachter van de impost op het gemaal over Vlaardingen, geëxpireerd , de somme van f 170, spruitende van impost van het gemaal voorsz., van tarwe en greinen die hij comparant bekende verbakken te hebben. Hij belooft te betalen Jacobi 1611 tegen de penning 16. In mindering van deze somme heeft hij Wouter Pietersz. Cnol in handen gesteld 2 netten scheeps in het buisschip waar Cors Claesz. van Vlaardingen stierman op is, idem de navolgende klederen, meubelen en juwelen (volgt beschrijving), om bij gebrek van betaling de voorsz. porties scheeps als vrij eigen te behouden voor de somme van f 100 eens, en de kleding, meubels en juwelen te mogen verkopen. Nr. 39 folio 17 d.d Cor Cornelisz. zeevarende man als principaal, Jacob Reinbrantsz. en Gerrit Cornelisz. beiden varende mannen, als borgen en principalen, zijn schuldig aan de leproosmeesters van het leprooshuis alhier, een losrente van f per jaar tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 100. Hij verzekert dit op zijn huis en erf in het Broersveld aan de westzijde van de vaart, belend ten N: Arijen Jacobsz. en ten Z: Willem Arijensz. bakker. Item Jacob Reijmbrantsz. op zijn huis en erf in de Boterstraat, belend ten W: Vop Jacobsz. en ten O: de huizing van Jop Arentsz. Nr. 40 folio 17v. d.d Lambrecht Cornelisz. timmerman burger alhier heeft verkocht aan Hillebrant Cornelisz. zeevarende man een huis en erf op de Verbrande Erven, belend ten Z: Lenert Crijnen en ten N: de verkoper, strekkende voor van de baan van de verkoper tot achter aan de Raamsloot. Vrij en niet belast. Het huis heeft een vrije uitgang van voren tot achter de voorsz. huizing, welke 2 poorten heeft, staande achter en voor dezelve huizing en zullen door de verkoper onderhouden worden voor ⅔ parten en de koper voor ⅓ part. Koopsom f 400 vlaams, te betalen met f 50 contant en de rest op f 18 per jaar. Nr. 41 folio 18 d.d. eodem die. Huijch Mathijsz. Vormer wonende Pernis heeft verkocht aan Arijen Heijndricxz. wonende buiten deze stad omtrent de staanplaats, een huis en erf, breed het voorsz. erf van voren tot achteren 30 voeten, staande op het Hoofd, belend ten Z: de verkoper zelf en ten N: het erf van Maertgen Lenertsdr. weduwe Joris Doensz., strekkende voor van de straat tot achter aan de gracht. Koopsom f 1.075, te betalen met f 72 contant en de rest op f 72 per jaar. Vrij en niet belast. Nr. 42 folio 18v. d.d Dirck Jacobsz. Gommersbach constitueert zich borg t.b.v. Sijburch Sijmonsdr. om met deze cautie uit het arrest te lichten de kleding welke Dirck Arijensz. brouwer in de Aecker ter secretarie heeft doen arresteren ter somme van f 4 carolus. Nr. 43 folio 18v. d.d Jacob Arijensz. Verwal heeft verkocht aan Arijen Jansz. beiden zeevarende mannen, een huis en erf op de Schie, belend ten O: Pieter Pietersz. Lants en ten W: Claes Arijensz. wever, strekkende voor van de straat tot aan de bansloot. Koopsom f 860 carolus, te betalen met f 30 contant en de rest op f 30 per jaar. Belast met 10 st. per jaar, te ontvangen door de kerk. Kanttekening: Deze penningbrief is op gedeeld wanneer daar nog aan resteert te betalen f 710, te weten dat Jacob Arijensz. Verwal weduwnaar Leentgen Robbrechts daaraan zal ontvangen de somme van f 382 en de resterende f 382 zal ontvangen worden door Maertgen Thonis dochter van Leentgen Robbrechtsdr. bij akkoord. Hiervan is een aparte brief gemaakt. Nr. 44 folio 20 d.d. eodem die. Pieter Coennen landman heeft verkocht aan Adam Jansz. Schotsman een huis en erf in de Raamstraat, belend ten N: Joris Heijndricxz. grove lijndraaier en ten Z: Arijen Pietersz. Kunst, strekkende voor van de straat tot achter en bezijden aan de huizing van de weduwe van Pieter Jaspersz. Koopsom f 325 carolus, te betalen met f 24 per jaar. Belast met een hoofdsom van f 50,

7 rentende f 3 per jaar, te ontvangen door Joost linnenwever te Rotterdam. Bevoorwaard is dat wanneer Arijen Pietersz. het stukje muur op zijn erf zal inhalen, de koper de helft van de schade aan de kustingpenningen van de verkoper zal mogen korten. Nr. 45 folio 30v. d.d Meester Jacob Gast chirurgijn en Adriaen Cornelisz. Daemen hebben geruild en gemangeld, huis om huis, te weten Mr. Jacob Gast zal hebben en bezitten het huis en erf waar hij tegenwoordig in woont, staande op de Hoogstraat, belend ten N: s-herensteeg genaamd de Smidsteeg en ten Z: Gillis Pietersz. Lis, strekkende voor van de straat tot aan de erfgenamen van Louris Jansz. smid. Belast met een opstal van 31 st. per jaar, te ontvangen door de kerk. Adriaen Cornelisz. zal hebben en possideren het huis en erf waarin hij tegenwoordig woont, staande op de Gooistraat, belend ten N: Dirck Ariensz. brouwer in de Aecker en ten Z: Willem Jujaenssen Borsselaer, strekkende voor van de straat met een gang tot achter op de haven. Belast met 15 st. per jaar, te ontvangen door de kerk en een gift van de stenen kade, te ontvangen door de stad. Voor de beterschap van de ruiling heeft Mr. Jacob Gast beloofd te betalen aan Adriaen Cornelisz. de somme van f 350 carolus, welke Adriaen Cornelisz. bekent ontvangen te hebben. Mr. Jacob stelt als waarborg Jan Lenertsz. scheepslijter en Adriaen Cornelisz. stelt als waarborgen Jan van Wijck stadssmid en Cornelis Jansz. kleermaker. Kanttekening d.d : Deze 2 huizen zijn door Daniel van der Houve baljuw, Dirck Arijensz. lakenkoper en Willem van Welhouck schepenen, getaxeerd. Het huis gekocht door Mr. Jacob Gast op f carolus, te betalen met f 200 contant en f 60 per jaar. Het huis gekocht door Adriaen Cornelisz. Daemen op f 950 carolus, te betalen met f 150 contant en f 48 per jaar. Nr. 46 folio 21 d.d Abraham Jansz. lijndraaier is schuldig aan de voogden van het weeskind van Gerrit Lambrechtsz. genaamd Neeltgen Gerritsdr., een losrente van f 3 carolus per jaar, losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 48. Hij verzekert dit op zijn huis en erf voor de Raam, belend ten Z: Dirck Jaspersz. in de Vuijck en ten N: Joosgen Cornelisdr. weduwe van de oude Drooch. Nr. 47 folio 21v. d.d Pieter Pietersz. zeevarende man heeft geconsenteerd dat de hooiberg staande op de grond van de weduwe van Pieter Pietersz. steenplaatser, nu gekocht door Jan Bastiaensz., vrij en zonder tegenzeggen mag afwateren op het erf van de comparant, zoals het tegenwoordig staat en is gevestigd. Nr. 48 folio 21v. d.d Jannitgen Gerritsdr. Brammers geassisteerd met haar gekozen voogd Pieter Jansz. Lis heeft verkocht aan Willem Rijcksz. anders genaamd Guijlliame schoenmaker, een huis en erf in de Overmaasse steeg, belend ten O: kapitein Cornelis Jansz. Celen en ten W: s-herensteeg, strekkende voor van de straat tot achter aan het huis van zaliger Pieter Jacobsz. schoenmaker. Koopsom f 550, te betalen met f 50 op Bamis en de rest op f 28 per jaar. Vrij en niet belast. Waarborg: Pieter Jansz. Lis. Penningborg: de voorn. Pieter Jansz. Lis en Hans Coppier en Maertijn Jansz. lorrendraaier contraborg van Pieter Jansz. Lis. Dit onder speciaal verband van haar huis en erf bij de Lagebrug, belend ten O: het huis van Alewijn Cornelisz. en ten W: de straat. Nr. 49 folio 22 d.d Cornelis Leendertsz. zeevarende man als principaal, mitsgaders Jochum Stoffelsz. en Stoffel Jochumsz. zijn zoon als borgen en mede principalen, zijn schuldig aan Jan Dircxz. van Ceulen een losrente van f per jaar, losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 60. Hij verzekert dit op zijn nieuw getimmerde kaagschuit. Stoffel Jochumsz. verbindt hieraan zijn huis en erf bij de Rotterdamse poort, belend ten Z: Mathijs de lijndraaier en ten N: Maertgen Arijensdr. weduwe Cornelis Bloemgijs. Nr. 50 folio 22v. d.d Albert Cornelisz. brouwer in de Hellebaert heeft gezet te geef of te neem aan Cornelis Witten stierman van een buisschip, welke door hem verleden jaar is gevoerd, 8 netten scheeps in dezelve buis, voor de somme van f 2.100, te rekenen over het hele schip en te betalen in contant geld, achtervolgende de stadskeur. Nr. 51 folio 22v. d.d. eodem die. Huijch Sijmonsz. stierman met procuratie, verleden voor notaris te Delft, van Matheus Jansz. Onderwater brouwer in de Drie Sterren te Delft, voor zichzelf en voor Geertruijt Matheus Onderwater zijn dochter, reders voor 10 netten, te weten Matheus Jansz. voor 8 netten en zijn dochter voor 2 netten in een buis waar de voorn. Huijch Sijmonsz. stierman op is en heeft in de voorsz. kwaliteit gezet te geef of te neem aan Bruijn Arijensz. de voorsz. 10 netten scheeps, voor de somme van f 1.000, te rekenen over het hele schip, te betalen de helft contant en de andere helft Kerstmis toekomende. Nr. 52 folio 23 d.d. eodem die.

8 Adriaen Cornelisz. Molswijck als administrerende rentmeester van de goederen van Sijbrant Lourisz. timmerman, heeft in die kwaliteit gezet te geef of te neem aan Jacob Abrahamsz. Veer als mede reder in de buis waar stierman op is Huijch Sijmonsz., 4 netten scheeps voor de somme van f 1.000, te rekenen over het hele schip, te betalen de helft contant, etc. Nr. 53 folio 23 d.d Pieter Corsz. stierman heeft verkocht aan Baerthout Veris een stukje erf tussen hun beider huizen, raaiende ten zuiden van het huis van de verkoper tot aan zekere gang van het secreet, lang omtrent 8 roeden en breed 1 roede voet, zoals het tegenwoordig door de koper gebruikt wordt. Koopsom f 9, contant geld. Nr. 54 folio 23v. d.d Cornelis Witten stierman verklaarde de 8 netten scheeps door Allert Cornelisz. brouwer aan hem te geef of te naam gezet, dezelve 8 netten te laten volgen en die volgens de voorwaarden daarvan gemaakt hem te geven, mits voldoende de keur daarop gemaakt. Nr. 55 folio 23v. d.d. eodem die. Bruijn Arijensz. oud burgemeester heeft de 10 netten scheeps door Huijch Sijmonsz. met procuratie van Matheus Jansz. Onderwater brouwer te Delft, aan hem comparant te geef of te neem gezet, in koop aangenomen volgens de stadskeur. Borg: Jacob Abrahamsz. Veer tegenwoordig schepen. Folio 24 en 24v. zijn niet aanwezig. Nr. 56 folio 25 d.d. eodem die. Jacob Abrahamsz. Veer voorn. heeft de 4 netten scheeps, hem door Adriaen Cornelisz. Molswijck als administrerende rentmeester van de goederen van Sijbrant Lourisz. timmerman, gezet te geef of te neem, dezelve Adriaen Cornelisz. zijn 4 netten in koop laten volgen volgens de stadskeur. Nr. 57 folio 25 d.d. eodem die. Jan Cornelisz. Crussert heeft zich borg geconstitueerd voor de koop van 4 netten scheeps aan Arent Cornelisz. door Jacob Abrahamsz. gegund en door dezelve Arent Cornelisz. aangenomen. Nr. 58 folio 25 d.d Huijch Sijmonsz. stierman voor zichzelf en vervangende Sijmon Huijgen zijn zoon en Arijen Claesz. zijn oom, tezamen reders voor 10 netten, te weten Huijch Sijmonsz. 8 netten, Sijmon Huijgen en Arijen Claessen elk voor 1 net in de buis waar Huijch Sijmonsz. stierman op is. Hij heeft in die kwaliteit gezet te geef of te neem aan Bruijn Arijensz. de voorsz. 10 netten scheeps voor de somme van f 1.000, te rekenen voor het hele schip, te betalen de helft contant en de andere helft Kerstmis toekomende. Nr. 59 folio 25v. d.d Cornelis Maertensz. Niesen schoenmaker en Adriaen Reijmersz. waard in de Boot, elk als principaal, constitueren zich borg voor Govert Pietersz. Knol wonende Delft, voor het lichten van 5 kinnetgens haring, door Lenert Arijensz. waard van het Huijs te Reviere onder Cornelis Jansz. schuitvoeder op Delft, gedaan arresteren. Nr. 60 folio 25v. d.d. eodem die. Claes Gerritsz. Tol waard in de Rustwat te Overschie heeft gecedeerd aan Gerrit Beuckelsz. van Santen brouwer in de Drie Lelijen te Delft, een kustingbrief verleden tot zijn transportants profijt door Lenert Jacobsz. wonende Overschie, voor schout en schepenen van Overschie en Hogenban, inhoudende als restant de somme van f 306, te betalen met f 36 per jaar, gedateerd , berustende onder Adriaen Jorisz. wonende alhier in de brouwerij van de Aecker, tot indemniteit van een andere brief aan de voorn. Adriaen Jorisz. verkocht. De comparant bekent voldaan en betaald te zijn met de somme van f , namelijk van geleverde bieren en voorts met waren en contant geld. Nr. 61 folio 26 d.d Bruijn Arijensz. Cuijper oud burgemeester heeft de 8 netten scheeps door Huijch Sijmonsz. stierman aan hem comparant op gezet te geef of te neem, in koop aangenomen, waarvoor zich borg heeft geconstitueerd Jacob Abrahamsz. Veer tegenwoordig schepen alhier. De 2 andere netten ten zelve dage door Huijch Sijmonsz., voor zijn zoon Sijmon Huijgen en oom Adriaen Claesz. aan hem comparant gezet te geef of te neem, heeft hij comparant ook in koop aangenomen. Nr. 62 folio 26v. d.d. eodem die. Jan Cornelisz. Cruijsser heeft zich borg geconstitueerd voor de koop van 4 netten scheeps door Arent Cornelisz. aan Jacob Abramsz. gegund. Nr. 63 folio 26v. d.d Allert Cornelisz. brouwer in de Hellebaert heeft gezet te geef of te neem aan Cornelis Witten stierman op een buisschip welke door hem voorleden jaar is gevoerd, 19 netten scheeps in dezelve buis waarop Allert Cornelisz. reder is. Dit voor de somme van 1.700, te rekenen over het gehele schip, te betalen in contant geld. Nr. 64 folio 26v. d.d. eodem die.

9 Barent Willemsz. zeevarende man heeft verkocht aan Arent Hendricxz. de Vries een stuk erf, lang 30 roede voeten en breed 2 roede voeten, gelegen in het Korte Groenendal bezijden het huis van de voorn. Arent Hendricxz. en Barent Willemsz., strekkende voor van de straat tot achter in de schuur. Onder conditie dat Arent Hendricxz. op zijn kosten zal laten maken een scheidsmuur van een steen dik, mitsgaders een nieuwe loden goot daarover, welke beiden dienen te onderhouden. Koopsom f 60 carolus, contant geld. Nr. 65 folio 27 d.d. eodem die. Adriaen Cornelisz. Molswijck als administrerende rentmeester van de goederen van Sijbrant Lourisz. timmerman, heeft in die kwaliteit gezet te geef of te neem aan Bruijn Arijensz. Cuijper oud burgemeester, 8 netten scheeps in de buis waar stierman op is Huijch Sijmonsz., voor de somme van f 1.000, te rekenen over het gehele schip, te betalen de helft gereed en de andere helft Kerstmis. Nr. 66 folio 27 d.d. eodem die. Huijch Sijmonsz. stierman van wegen Sijmon Huijgen zijn zoon en Arijen Claesz. zijn oom, heeft in die kwaliteit voor de 2 reis gezet te geef of te neem aan Bruijn Arijensz. Cuijper, 4 netten scheeps, te weten ieder 2 netten, alle netten in de buis van Huijch Sijmonsz. Nr. 67 folio 27v. d.d Cornelis Maertensz. schoenmaker verklaarde dat dokter Engebert van Maeslant op , (na verkoping bij executie van het huis genaamd de Zeeridder, staande ter Heide), hem comparant en Jan Jaspersz. glasmaker te Leiden als erfgenamen van Geertgen Goris, respijt heeft gegeven de tijd van 8 dagen om de koop van het voorsz. huis (toen door de voorn. dokter gekocht) over te nemen, onder conditie dat zij binnen dezelve tijd de gerede bedongen penningen, zijnde f 400, in de secretarie te Delft opbrachten, mitsgaders zekere obligatie inhoudende f 60, zelf te tekenen en de rest van zijn vaders schuld op Geertgen Goris voorn. en Goris Jansz. op termijnen als de oude kustingbrief van hetzelve huis inhield, of zijlieden zelf het huis geraakten te verkopen, wilden betalen. Verklaarde hij voorts dat de voorsz. 8 dagen voorbij zijn en hij comparant, Jan Jaspersz. en Goris Jansz. op door dokter Engelbert van Maeslant zijn gekomen en hebben verzocht dat hij nog 8 dagen beraad zou geven, maar dat heeft de dokter geweigerd en geconsenteerd dat als hij de penningen op zaterdag daaraan volgend in de voorn. secretarie bracht, hij de presentatie gestand zou doen. Nr. 68 folio 27v. d.d Cornelis Witten stierman heeft de 19 netten scheeps door Allert Cornelisz. brouwer in t Hellebaert aan hem comparant op gezet te geef of te neem, tegen de 4 netten de voorn. Cornelis Witten toebehorende, dezelve 4 netten in koop te laten volgen. Nr. 69 folio 28 d.d Bruijn Adriaensz. Cuijper oud burgemeester heeft de 4 netten scheeps door Huijch Sijmonsz. stierman, van wegen Sijmon Huijgen zijn zoon en Adriaen Claesz. zijn oom, hem comparant op gezet te geef of te neem, in koop aangenomen en waarvoor zich borg heeft geconstitueerd Jacob Abrahamsz. Veer. Nr. 70 folio 28 d.d. ut supra. Ten zelve dage heeft de voorn. Bruijn Adriaensz. Cuijper geaccepteerd en aangenomen de zetting van 8 netten scheeps, aan hem comparant gedaan door Adriaen Cornelisz. Molswijck als administrerende rentmeester van de goederen van Sijbrant Lourisz., waarvoor zich borg heeft geconstitueerd Jacob Abrahamsz. Veer, ut supra. Nr. 71 folio 28v. d.d Arijen Jacobsz. schipper burger alhier als principaal, Cornelis Claesz. D arckel als borg en mede principaal zijn schuldig aan Wouter Jacobsz. Scharp, Johan Willemsz. van Haerlem, Doen Jorisz., Adriaen Willemsz. van der Elst, Jacob Allertsz., Allert Jacobsz., Pieter Claesz. Pesser, Joris Joosten Vlaming, Haesgen Daene weduwe Leendert Cruijck en Anthonis Cornelisz. den Elsen, tezamen voor 8,5/12 parten, de somme van , spruitende uit de koop van het voorsz. portie in een koopvaardijschip, zijnde een gaïng, genaamd de Haes, groot 100 lasten oud 3 jaar laatst gevoerd door wijlen Leendert Cornelisz. Cruijck voorsz. Hij belooft te betalen Vastenavond 1612 en verbindt hieraan de voorsz. gaïng, hij belooft tevens zijn borg schadeloos te houden. Nr. 72 folio 29 d.d. eodem die. Adriaen Willemsz. van der Elst en Doe Jorisz. kooplieden alhier, vervangende hun mede reders, beloven Arijen Jacobsz. schipper te vrijen en waren voor 8,5/12 parten in een gaïngschip, groot 100 lasten genaamd den Haes oud 3 jaar, laatst gevoerd door wijlen Leendert Cornelisz. Cruijck. Nr. 73 folio 29 d.d Cornelis Lenertsz. kagenaar is schuldig aan Gerrit Thonisz. scheepstimmerman burger alhier, de somme van f 216 carolus, spruitende uit de koop van een kaag of waterschuit zo die van stapel gelopen is. Hij belooft te betalen met f 72 per jaar en verzekert dit op de voorsz. kaagschuit en zijn persoon en goederen. Gedaan onder verband van waterrecht.

10 Nr. 74 folio 29v. d.d Job Hendricxz. stierman burger alhier als principaal en Gerrit Hendricxz. zijn broeder als borg en mede principaal, zijn schuldig aan Aelbrecht Rochusz. scheepstimmerman een losrente van f per jaar tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 200. Job Hendricxz. verzekert dit op zijn huis en erf op de Achterweg, belend ten N: Jan Thonisz. kagenaar en ten Z: Thonis Jansz. en voorts op beiden hun personen en goederen. Nr. 75 folio 30 d.d Pieter Jansz. Lis met 2 procuraties van Lambrecht Carelsz. wonende te Danzig, de ene van en de andere van , verleden binnen de stad Danzig, bekent uit krachte van deze procuraties schuldig te zijn aan Jan Dircxz. van Colen lakenkoper burger alhier, een losrente van tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 200. Hij verzekert dit op Lambrecht Carelsz. huis en erf op de Sluis op de Dam, belend ten W: Jacob Pietersz. van Cleeff en ten O: dezelve Sluis, strekkende voor van de straat tot achter aan voorn. Jacob Pietersz. Ter meerdere zekerheid stelt Pieter Jansz. Lis zich borg voor Lambrecht Carelsz. en verbindt hieraan zijn huis en erf in het West- Nieuweland over de haven, belend ten O: de haringplaats van Aelwijn Hendricxz. en ten W: de stadstimmerwerf, strekkende voor van de straat tot achter aan de rosmolen van Frans Dircxz. molenaar. Nr. 76 folio 30v. d.d Pieter Jansz. Lis met procuratie van Lambrecht Carelsz. van Heijnssteech (=Heijnsberch) wonende Danzig, etc. heeft opgedragen aan Wouter Jacobsz. Scharp, Willem Jacobsz. Brasser, Sijmon Cornelisz. Bouman, Bruijn Adriaensz., Gerrit Dircxz. van der Wolff, Doen Jorisz., Jacob Abrahamsz. Veer en Jan Cornelisz. Cruijsser, allen kooplieden en crediteuren van Lambrecht Carelsz., de navolgende goederen als eerst; een huis en erf op de Dam, belend ten O: de Sluis en ten W: de huizing van Jacob Pietersz. van Cleeff, item hetgeen dat zal komen over te schieten van het sterfhuis van wijlen Mr. Carel Lambrechtsz. van Heijnsberch zijn vader, hetzij huiskustingbrief of anders, boven de betaling van de schulden van dezelve boedel en voorts hetgeen Lambrecht Carelsz. geadministreerd heeft, waarvan hij rekening, bewijs en reliqua belooft te maken. Nr. 77 folio 31 d.d Grietgen Claesdr. van der A huisvrouw van Heijman Corstiaensz. van der Mast met procuratie van haar man, verleden voor schepenen alhier, ter ene zijde en Govert Pietersz. Cnoll burger te Delft als gewezene pachter van de impost op wijnen en bieren, ingegaan zijnde en geëxpireerd , ter andere zijde. Zij zijn geaccordeerd nopens de betaling van de somme van f 550, de voorn. Govert Pietersz. Cnoll competerende van impost van Heijman Corstiaensz. en Grietgen Claesdr. Govert Cnoll was reeds zover geprocedeerd tot executie en verkoping, wat op heden zou geschieden van de huizing van dezelfde personen, staande alhier op de Hoogstraat, genaamd t Wapen van Vranckrijck. Grietgen Claesdr. zal de voorsz. somme aan Govert Pietersz. Cnoll laten ontvangen van de pacht van haar woning staande in het dorp Kethel, uit handen van Annitgen Dircxdr. weduwe Jan Fredericxz. pachteresse van dien, namelijk f 70 Kerstmis 1610, voorts f 310 Kerstmis 1611 en de rest Kerstmis Dit onder conditie dat Annitgen Dircxdr. daarvan haar eigen schuld zou moeten maken en de belofte tot betaling doen. Ten einde hiervan heeft Annitgen Dircxdr. geassisteerd met Dirck en Claes Jansz. haar zonen, de betaling aan Govert Pietersz. Cnoll aangenomen, zonder dat Grietgen Claesdr. daarvan aangesproken mocht worden. Nr. 78 folio 32 d.d Joris Jansz. zeevarende man voor de ene helft en Cornelis Jaspersz. voor de andere helft, hebben verkocht aan Gerrit Arijensz. de Monnick stierman, een huis en erf op de Laan, belend ten O: de koper en ten W: Cornelis Jansz. Scheeltgen, strekkende voor van de straat tot achter op de sloot. Dit met de vrijdom en gerechtigheden als Neeltgen Heindricxdr. het laatst gepossideerd heeft. De muur tussen Cornelis Jansz. Scheeltgen en de verkochte huizing, is een gemene muur. Koopsom 168, te betalen met f 68 carolus contant en de rest op f 50 per jaar. De koper zal nog de huur ontvangen, te verschijnen mei aanstaande. Nr. 79 folio 32v. d.d Jacob Lambrechtsz. is schuldig aan Trijntgen Dircxdr. weduwe kapitein Dircxz. Cloijer (= Willem Dircxz. Cloijer) de somme van f carolus ter zake van geleende penningen. Hij belooft te betalen op 10 jaar, ieder jaar 1/10 part met de intrest tegen de penning 16. Hij verzekert dit op de huizen en erven hierna genoemd, te weten het huis en erf waarin hij comparant woont, met nog 2 andere huisjes, staande aan elkaar in de Holsteeg, belend ten Z: Wouter Cnoll en ten N: de gang van Gerrit Muijs secretaris alhier. Item nog een huis en erf waarin de stadstafelhouder woont, zo voor als achter, staande in de Korte Kerkstraat, belend ten O: de erfgenamen van Sijbrant Lourisz. en ten W: Jan Jorisz. glasmaker. Nog op een bouwhuis in het convent van Leliëndaal alhier, met de banen en erven van dien. Voorts op zijn persoon en goederen.

11 Nr. 80 folio 33 d.d Jan Fransz. Boon kuiper wonende alhier bekent vernoegd te zijn van de erfenis hem aanbestorven door Hillegont Jans zijn dochter, in leven huisvrouw van Willem Jansz. brouwer te Alkmaar. Hij belooft van dezelve Willem Jansz. niets meer te eisen of pretenderen en kwiteert hem volkomen. Hij verbindt hieraan zijn persoon en goederen. Nr. 81 folio 33v. d.d. eodem die. Jan Fransz. Boon wonende alhier bekent als gifte onder de levenden gegeven te hebben t.p.v. Michiel Warnaertsz. gehuwd met Anna Jansdr. voor ⅓ part, Dirck Claesz. slotenmaker gehuwd met Trijntgen Jansdr. voor ⅓ part en Sijtgen Claesdr., dochter van Sijtgen Jansdr. en Jacob Jansz., zijn natuurlijke zoon, tezamen voor het resterende ⅓ part, zijn kinderen en kindskinderen, de erfenis heem aangekomen bij overlijden van Hillegont Jans zijn dochter, in leven huisvrouw van Willem Jansz. brouwer te Alkmaar. Hij doet hiervan volkomen afstand. Nr. 82 folio 33v. d.d Jan Gerritsz. Vermeulen is schuldig aan Philips van Beveren een losrente van per jaar tegen de penning 16 met een hoofdsom van f 150. Hij verbindt hieraan zijn halve huis en erf in de Molenstraat, belend ten Z: Gerrit Gerritsz. cum suis en ten N: Leendert Pietersz. Ruijchrock, strekkende voor van de straat tot achter aan de schuur van de erfgenamen van Gerrit Jansz. Meulen. Nr. 83 folio 34 d.d Bruijn Adriaensz. Cuijper oud burgemeester heeft opgedragen aan de weeshuismeesters alhier t.b.v. het weeshuis een kustingbrief sprekende op Daen Dircxz. blokmaker in dato , inhoudende als restant de somme van vlaams, te betalen met 108 per jaar. Hij verbindt hieraan zijn persoon en goederen. Betaald met de somme van , contante penningen. Nr. 84 folio 34v. d.d. eodem die. Mr. Barent Cornelisz. als principaal, mitsgaders Claes Cornelisz. kagenaar en Adriaen Reijniersz. schoenmaker als borgen, hebben verkocht aan Adriaen Willemsz. van der Elst een losrente van f per jaar, losbaar de penning 16 met een hoofdsom van f 100. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Dam, belend ten O: Job Jacobsz. Soeteman en ten W: de weduwe van Cornelis Jansz. pottenbakker. Nr. 85 folio 34v. d.d (doorgehaald). Kanttekening: Dit komt nog eens te boek op zijn behoorlijke plaats. Claes Thijsz. bakker is schuldig aan Jan Dircxz. van Coelen de somme van f 150, spruitende uit afgerekende penningen van verscheidene schulden, volgens uitspraak van Bruijn Adriaensz. Cuijper en Jan Jacobsz. de Recht weesvaders alhier in dato Hij belooft te betalen met f 9 per jaar, onder verband van zijn persoon, etc. Hiermede is dood en te niet gedaan alle actiën die Jan Dircxz. van Coelen op de comparant en zijn borgen sprekende had. Jan Dircxz. zal in eigendom houden het huis en erf van hem comparant op de Kruisstraat, voor het achterwezen van de oude kustingbrief die dokter Franchois Persijn, wonende Dordrecht, daarop sprekende heeft, mitsgaders voor een rentebrief de voorn. Jan Dircxz. competerende, zijnde f 210 in hoofdsom met alle verlopen renten van dien. Item van gelijke voor verscheidene andere kleine rentjes, als van de monniken, de kerk, de grafelijkheid en anders. Nr. 86 folio 35 d.d Rochus Dammisz. stierman constitueert zich waarborg t.b.v. Maerten van Mijlen, voor een huis en erf door dezelve Maerten van Mijlen van Arent Thonisz. Heij keurmeester van de haring, gekocht, staande in de Heersteeg op de Dam, belend ten N: de poort van de huizing van Daniel van der Houve baljuw en ten Z: de plaats van de voorsz. Arent Thonisz., strekkende voor van de straat tot achter aan dezelve Arent Thonisz. Hij verbindt hieraan zijn persoon en goederen. Nr. 87 folio 35 d.d Willem Harmansz. wonende Delft uit naam van Geertgen Harmansdr. weduwe Arijen Arijensz. messenmaker zijn zuster, voor de ene helft en Jan Arijensz. gehuwd met Stijntgen Arijensdr. en Heijndrick Jansz. gehuwd met Grietgen Arijensdr., dezelve vervangende Pieter Arijensz. en Arijen Arijensz. beiden absent zijnde, allen kinderen van de voorn. messenmaker, verwekt bij wijlen Maritgen Teeusdr., en de voorn. Willem Hermansz. en Philips Pietersz. Pantenier als vrienden en bloedvoogden van de 3 onmondige nagelaten weeskinderen van de voorn. messenmaker, verwekt bij de voorn. Geertgen Harmansdr., voor de andere helft, hebben verkocht aan Cornelis Arijensz. broeder van de verkopers en mede erfgenaam, een huis en erf aan de oostzijde van de Hoogstraat, belend ten N: Jan Cornelisz. Decker en ten Z: Jan Ruttensz., strekkende voor van de straat tot achter aan de sloot. Het kookhuisje door Jan Ruttensz. achter tegen de muur van het verkochte huis gesteld, zal niet langer mogen dan tot belief van de koper. Het huis is belast met 22½ st. per jaar, toekomende degene die daartoe gerechtigd is. Koopsom f 900 vlaams, te betalen met f 36 per jaar. Nr. 88 folio 36 d.d

12 Cornelis Jacobsz. van Vlaardingen heeft onlangs gekocht en betaald met gereed geld, ⅓ part van ouds en nu de meeste helft van de plaats, schuren en aankleven van dien, genaamd Gatenburg, staande en gelegen over de Haven naast zijn comparants huizing en plaats. Hij comparant kan zijn helft vooralsnog niet gebruiken door verhindering door Cornelis Bruijnen en Jan Pietersz. Groenewegen, kinderen van Bruijn Reijnbrantsz. kuiper, cum suis eigenaren van de andere helft, niettegenstaande zijn comparants recht usurperende de voorsz. schuren en plaats in het geheel waren gebruikende zonder hem comparant enigszins te willen kennen. Verzoekende tot dien einde dat de schepenen inspectie nemen op de gesteltenis van de voorsz. plaats en schuren, hoe en in wat plaats die bezet en beleid zijn. De schepenen zijn met de secretaris gegaan in de voorsz. plaats en hebben aldaar bevonden de schuren, zo boven als beneden met tonnen bezet en beleid, zodat de comparant daarin niet kan leggen of bezetten en verhinderd is zijn helft te gebruiken. Nr. 89 folio 36v. d.d Jan Dwinglo junior klerk ter secretarie alhier met procuratie van Cornelis Aelbrechtsz. scheepstimmerman, verleden voor burgemeesters en raden van Brielle, is schuldig aan Gerrit Jorisz. nagelaten weeskind van zaliger Joris Gerritsz., een losrente van f vlaams tegen de penning 16 met een hoofdsom van 100. Hij verbindt hieraan in de voorsz. kwaliteit, een kustingbrief sprekende op het huis van Pieter Cornelisz. kuiper in deze stad, inhoudende nog zuiver f 400, te betalen met f 30 per jaar. Voorts de persoon en goederen van degene die hij presenterende is. Nr. 90 folio 37 d.d Vranck Willemsz. metselaar heeft verkocht aan Cornelis Fransz. bleker welke procuratie heeft van Reijer Claesz., tegenwoordig wonende Maassluis, een huis en erf op het Pad, belend ten Z: Pleuntgen Chielen de moeder van de verkoper en ten N: Cornelis Cornelisz. turfman. Koopsom f 850, te betalen met f 180 contant en de rest op f 30 per jaar. Belast met 3 st. per jaar, te ontvangen door de kerk. De goot tussen het verkochte huis en dat van Pleuntgen Chielen, is een gemene goot en zal half om half onderhouden moeten worden. Nr. 91 folio 37v. d.d Maertgen Arijensdr. weduwe Lenert Willemsz. alias lange Leen heeft verkocht aan Claes Sebastiaensz. landmeter een erf, lang 3 roeden 6 duimen, breed 6 duimen, gelegen aan de oostzijde van het erf van de koper, belend ten O: de verkoopster en ten W: de voorn. Claes Bastiaensz., raaiende van de haven noordwaarts tot in de lengte voorsz. Koopsom f 12 carolus, contant geld. Nr. 92 folio 37v. d.d Cornelis Gerritsz. blokmaker heeft verkocht aan Jan Jorisz. lijndraaier een stuk erf in het Broersveld aan de westzijde van de vaart, groot 16 roede voeten en 4 duimen, belend ten Z: Allert Jansz. brouwersknecht en ten N: de verkoper, strekkende voor van de straat tot achter in de sloot. Belast met een rente van f per jaar, losbaar de penning 16 en te ontvangen door het gasthuis. Koopsom 120, te betalen met 9 per jaar. Penningborg: Cors IJsbrantsz. zandman. Waarborg: Dirck Arijensz. lakenkoper. Nr. 93 folio 38 d.d. eodem die. Willem Claesz. gehuwd met Jannitgen Heijndricxdr. heeft verkocht aan Gerrit Dircxz. van der Wolff een huis en erf voor de Raam, belend ten Z: Thonis Jansz. en ten N: Jacob Fransz. Koopsom f 215 carolus, te betalen met f 15 per jaar. Belast met f per jaar, te ontvangen door de kerk. Nr. 94 folio 38 d.d. eodem die. Pauwels Arentsz. landman heeft verkocht aan Wijnant Gillisz. kaaskoper een erf gelegen achter de huizing van dezelve Wijnant Gillisz. in de Breedstraat, strekkende in de breedte van de achtermuur tot in de heersloot genaamd de Roode Meer en in de lengte tot het einde van de verkopers varkensschuur, tegenwoordig over de voorn. sloot. Nr. 95 folio 38v. d.d Job Mathijsz. varende man als principaal, mitsgaders Engel Mathijsz. kuiper en Pieter Jacobsz. varende man als borgen, zijn schuldig aan Neeltgen Willemsdr. weduwe Claes Pieter Jonasz. een losrente van f 7 per jaar met een hoofdsom van f 100. Hij verzekert dit op zijn huis en erf op de Achterweg, belend ten Z: een huizing toebehorende het gasthuis en ten N: Thonis Jansz. Phiool. Nr. 96 folio 39 d.d Adriaen Cornelisz. Molswijck notaris met procuratie van Grietgen Jansdr. weduwe Jacob Carelsz. bakker in dato , heeft verkocht aan Vranck Willemsz. Verbaell een huis en erf op de Schie, belend ten Z: de poort van Gerard Muijs en ten N: s-herensteeg. Koopsom 1.349, te betalen met 200 contant en de rest op 72 per jaar. Vrij en niet belast. Waarborgen: Jacob Bouwensz. en Augustijn Engebrechtsz. Penningborgen: Allert Cornelisz. brouwer en Arijen Jansz. beenhakker. Kanttekening: De contante penningen zijn betaald aan Pieter Jansz. van der Tolen vanwege de geïnstitueerde erfgenamen van Corstiaen Cornelisz. houtkoper in betaling van hetgeen daarmede dezelfde erfgenamen zijn geprefereerd op de boedel van Jan Goossensz. bakker. Van de verdere rest