Boedelpapieren Overschie

Transcriptie

1 Boedelpapieren Overschie (GA Rotterdam Ambacht Overschie inv. 436) Teun van der Vorm (versie 1.0 d.d )

2 Inleiding In het Gemeentearchief Rotterdam bevinden zich in het archief Ambacht en Gemeente Overschie (toegang: 7.01) onder inv. 436 een aantal dossiers (no. 52 t/m 87) met boedelpapieren, zowel rekeningen als inventarissen. De aanhef en aftekening van alle stukken in elk dossier zijn door mij op foto gezet (dus niet integraal) en zijn door mij gebruikt om deze bewerking te maken. Hierbij heb ik zoveel mogelijk de genealogisch relevante informatie over genomen. Het kan zinvol zijn het het originele dossier te raadplegen, omdat daar andere (genealogisch) interessante vermeldingen in kunnen staan die niet in aanhef of aftekening voorkomen. Voor vragen, opmerkingen en correcties kunt u contact opnemen met de bewerker, Teun van der Vorm, Zoetermeer (t.vandervorm@planet.nl). 2

3 Bewerking 52. Leendert Huijbrechtsz. Post ( ) : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven bij mij secretaris van Overschie gehad vanwege Lenert Huijbrechtsz. Post boelcedulle. - Eerst wordt voor ontvangst gebracht de inhoud van de gehele boelcedulle ter somme van Uitgaven: den 11 juli 1629 aan zijn huisvrouw betaald Bij Lenert Huijbrechtsz. zelf ontvangen van Willem Jansz Van Vechter Eufften En van Pieter Arijensz. Vogelaer Betaald aan Crijn Arijensz. dochters man volgens de gecasseerde obligatie de voorsz. Post overgeleverd Voor mij moeiten in het verkopen van zijn 3 morgen land gehad : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die de voogden van de vijf onmondige kinderen van zal. Leendert Huijbrechtsz. Post hebben gehad van desselfs boedel en goederen volgens de inventaris daar van zijnde. [in de marge: Overgeleverd bij Arijen Huijbrechtsz. als oom en mede-voogd en bij Huijbrecht Leendertsz. als mede-erfgenaam en mede-voogd van de vijf onmondige kinderen, aan schout en schepenen van Overschie op , present Arijen Leendertsz., Pieter Leendertsz. voor haar zelf en Jacob Cornelisz. nomine uxoris vervangende Marijtgen Leendertsdr., alle mondige kinderen van zal. Leendert Huijbrechtsz. Post.] - Aangaande het huis en erve staande en gelegen in de Hogenban in het dorp van Overschie omtrent de Hooch Brugge aan de oostzijde Maerten Meessen en aan de westzijde Anna Zieren of de Havendijck. - Jan Harmensz. Koeckoeck is schuldig als rest van huur De vier jonge kinderen als Lijsbeth, Jan, Aeffgen en Matgen komen elk over haar vadersgoed of erfenis de som van Item nog de voorsz. Lijsbet en Jan komen elk over haar moedersgoed de som van 500 gld. - Item Aeffgen en Matgen komen elk over haar moedersgoed met haar alimentatie 675 gld : Rekening, bewijs en reliua van de ontvangst en uitgaven die Huijbrecht Lenertsz. als administrerende voogd van de drie jonge kinderen van zal. Leendert Huijbrechtsz. Post als Lijsbet, Aeffgen en Matgen gehad heeft van haar vaders en moeder goederen volgende de scheiding voor schout en schepenen van Overschie gedaan. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan schout en schepenen van Overschie ten overstaan van Arijen Huijbrechtsz. als mede-voogd. ] : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Huiijbrecht Leendertsz. als administrerende voogd van de kinderen van zal. Leendert Huijbrechtsz. Post, als Lijsbet, Aeffgen en Matgen gehad heeft van haar vaders en moeders goederen volgens de laatst gedane rekening voor schout en schepenen van Overschie gedaan op [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan schout en schepenen van Overschie, ten overstaan van Arij Leendertsz. als mede-voogd. ] : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Huibrecht Leendertsz. als administrerende voogd van de twee kinderen van zal. Leendert Huibrechtsz. Post met namen Aeffien en Matgen Leendertsdr. gehad heeft van haar vader en moeders goederen volgens de laatste rekening voor schout en schepenen van Overscie gedaan op

4 [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan het college van schout en schepenen ten overstaan van Arij Leendertsz. als mede-voogd, present Mattien Leendertsdr. een van de voorsz. kinderen. ] [ in de marge: Op het doen dezer rekening heeft Arij Leendertsz. Post verklaard hiertoe van Aeffien Leendertsdr. ordre bekomen te hebben en Mattien Leendertsdr. door haar zelf, vermits dezelve beide meerderjarig en zulks mondig geworden zijn, de voogdij en administratie van haarluider goederen opgezegd, de voogd daarvan ontslagen. ] 53. Jacob Cornelis Stevensz. (1630) : Inventaris van al de goederen en uitschulden die Jacob Cornelis Stevensz. met de dood ontruimd en nagelaten heeft. - 5 morgen leenland leggende in het ambacht van Berchpolder die voorn. Jacob in zijn leven door overlijden van zijn vader Cornelis Stevensz. als oudste zoon en leenvolger van voorn. zijn vader opgekomen, hetwelk mits het overlijden van voorn. Jacob Cornelisz. gesuccedeerd en gekomen is op Jan Cornelisz. zijn oudste broeder die hetzelve zijn leven lang moet behouden als zijnde rechte leenvolger van de voorn. Jacob Cornelisz. zijn broeder, zonder dat de voorn. Jan Cornelisz. daar voor gehouden is iets te betalen. Aldus geinventariseerd en gesteld ten huize van Jannetgen Leendertsdr. weduwe van Cornelis Stevensz. op het aangeven van Jan Cornelis Stevensz. (handtekening) en Steven Cornelisz. (handmerk) de voorn. Jacob Cornelisz. broeders. 54. Annetgen Francen (1630) : Inventaris gedaan maken ten verzoek van de vrienden en erfgenamen van zal. Annetgen Francen oude vrijster gewoond hebbende en overleden tot Overschie in de poorterie der stad Delft van al haar nagelaten goederen. De erfgenamen: Cornelis Fransz. tegenwoordig in Oost-Indië, Joris Fransz. getrouwd hebbende Liedewij Francendr. voor de ene helft, item nog dezelve met Arent Geerloffsz. getrouwd hebbende Marijtgen Francen samen voor de andere helft - Eerst een huis en erve staande en gelegen in het dorp van Overschie in de poorterie der stad Delft, belend O Gerrit Cornelisz. W Marijtgen Cornelisdr. oude vrijster, strekkende voor van de straat tot achter in de Schie. Gedaan door aangeven van Liedewij Francen huisvrouw van Joris Fransz. in presentie van dezelve Joris Fransz. en Marijtgen Francen huisvrouw van Arent Geerloffsz., medeerfgenamen van de voorsz. Annetgen Francen 55. Cornelis Arijensz. x Trijntgen Claesdr. ( ) : Inventaris gedaan maken bij en vanwege Trijntgen Claesdr. wed. Cornelis Arijensz. in zijn leven gewoond hebbende en overleden in de Hogenban op de woning van de heer van Duijvenvoorde genaamd Sterrenburch van al de boedels goederen zulks die bij de voorn. Cornelis Arijensz. met de dood achtergelaten zijn. Alles geinventariseerd en beschreven door aangeven van Trijntgen Claesdr. weduwe van Cornelis Ariensz op Starrenburch. Gedaan ten sterfhuis voorsz. ten overstaan van Jan Arijensz. Does des overledens half-broeder en Jan Cornelisz. Ruijter des overledens hele broeders zoon en Pieter Cornelisz. <met handmerk Trijntgen Claesdr.> : Rekening Pieter Cornelisz. Cleijn bode van Overschie die hij doet voor en vanwege zijn schoonmoeder Trijntgen Claesdr. wed. Cornelis Arijensz. in zijn leven gewoond hebbende en overleden in de Hogenban op de woning van de wel ed. heer van Duijvenvoorde genaamd Sterrenburch. 4

5 [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan Claes Cornelisz. Bleijswijck en Sijmon Maertensz. Hoornwech schepenen van Overschie ten overstaan van Dirck Anthonisz. vanwege en als last hebbende van Marijtgen Arijensdr. volle zuster van de voorn. Cornelis Arijensz., item Jan Arijen Doesen en Jan Cornelisz. Ruijter mede-erfgenamen van de voorn. Cornelis Arijensz. en Cornelis Lambrechtsz. Stulincx not. vanwege de nagelaten weeskinderen van Arijen Cornelisz. Ruijter en van Marijtgen Cornelisdr. item Egbert Engelsz. getrouwd met Ingetgen Arijensdr., mitsgaders Corstiaen Willemsz. getrouwd met Emmetgen Arijensdr. en Jan Arijensz. vervangende haar broeder Cornelis Arijensz. alle erfgenamen van de voorsz. Cornelis Arijensz. zal. ] : Staat en massa van de boedel en goederen van zal. Cornelis Arijensz. en Trijntgen Claesdr. huisvrouw was van de voorsz. Cornelis Arijensz. gemaakt en getogen uit de rekening bij Pijeter Cornelisz. Cleijn bode vanwege zijn voorsz. schoonmoeder op huiden voor het gerecht van Overschie gedaan. Mitsgaders scheiding en deling vandien tussen de voorsz. Trijntgen Claesdr. en de vrienden en erfgenamen van de voorsz. Cornelis Arijensz. zal. Aldus gescheiden op ten overstaan van Claes Cornelisz. Bleijswijck en Sijmon Maertensz. Hoornwech schepenen van Overschie tussen de voorsz. Trijntgen Claesdr. wed. van de overleden Cornelis Arijensz. ter eenre en Dirck Anthonisz. Sterrenburch vanwege en als last hebbende van Marijtgen Arijensdr. volle zuster van de voorsz. Cornelis Arijensz., item Jan Cornelisz. Ruijter voor hem zelf, item Cornelis Lambrechtsz. Stuling not. vanwege de nagelaten weeskinderen van Arijen Cornelisz. en van de weeskinderen van zal. Marijtgen Cornelisdr., Jan Arijensz. Doesen voor hem zelf, item Egbert Engelsz. getrouwd hebbende Ingetgen Arijensdr., item Corstiaen Willemsz. getrouwd met Emmetgen Arijensdr., mitsgaders Jan Arijensz. vervangende haar broeder Cornelis Arijensz., alle erfgenamen van de voorsz. Cornelis Arijensz. ter andere zijde, en bekenden met elkaar als voren geschift en gescheiden te zijn. 56. Jannetgen Pietersdr. x Pieter Cornelisz. Bonefaes ( ) : Rekening Pieter Cornelisz. Bonefaes als vader en voogd van zijn weeskinderen gewonnen bij Jannetgen Pietersdr., zo van desselfs grootmoeder, als moeders goederen. [ in de marge: Overgeleverd aan schout en schepenen op ten overstaan van Cornelis Lenertsz. als oom en Cornelis Cornelisz. Decker als voogden van de voorsz. kinderen.] - Ontvangst, eerst van de voorsz. kinderen grootmoeders goederen van moederszijde: de voorsz. weeskinderen met Cornelis Lenertsz. nomine uxoris zijn voor haar gedeelte in de landen bij haar grootmoeder nagelaten aangedeeld zeker stuk land genaamd de Molecamp gelegen op Schieveen groot omtrent 6,5 morgen daar in de Heer van der Mijle 11 hond eigen heeft, die de voorsz. kinderen met haar oom Cornelis Lenertsz. in huur gebruiken, welk stuk land voor het jaar 1629 verhuurd is geweest voor , komt over der kinderen helft : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Pieter Cornelisz. Bonefaes als vader en voogd van zijn zes weeskinderen gewonnen bij Jannetgen Pietersdr. gehad heeft van desselfs weeskinderen (goederen) sedert datum van (de laatst) gedane rekening op voor schout en schepenen van Overschie. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan het college van schout en schepenen van Overschie ten overstaan van Cornelis Lenertsz. van der Wint als oom en voogd van de voorsz. kinderen.] <handtekening Pieter Cornelisz. en handmerk Cornelis Lenertsz. van der Wint> : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Pieter Cornelisz. Bonefaes als vader en voogd van zijn zes weeskinderen gewonnen bij Jannetgen Pietersdr. 5

6 gehad heeft van desselfs weeskinderen goederen sedert datum van de laatst gedane rekening op voor schout en schepenen van Overschie gedaan. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan het college van schout en schepenen van Overschie ten overstaan van Cornelis Lenertsz. van der Wint als oom en voogd van de voorsz. kinderen. ] : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Pieter Cornelisz. Bonefaes als vader en voogd van zijn zes weeskinderen gewonnen bij Jannetgen Pietersdr. gehad heeft van desselfs weeskinderen goederen sedert datum van de laatst gedane rekening op voor schout en schepenen van Overschie gedaan. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan het college van schout en schepenen van Overschie ten overstaan van Cornelis Leendertsz. van der Wint als oom en voogd van voorsz. kinderen. ] - de rendant brengt hier voor ontvangst de som van 25 gld. over het 4 e kindsbewijs genaamd Cornelis Pietersz. de som van : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Pieter Cornelisz. Bonefaesz. als vader en vader van zijn zes kinderen gewonnen bij Jannetgen Pieterdr. gehad heeft van desselfs weeskinderen goederen sedert datum van de laatst gedane rekening op voor schout en schepenen van Overschie gedaan. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan schout en schepenen van Overschie ten overstaan van Cornelis Lenertsz. van der Wint als oom en voogd van de voorsz. kinderen. ] - de rendant brengt hier voor ontvangst de som van 25 gld. over het 5 e kindsbewijs genaamd Achgen Pietersdr. Staat in het kort van de voorsz. kinderen goederen, mitsgaders scheiding tussen Pieter Pietersz. en Marijtgen Pietersdr. beide mondig zijnde ter eenre en de vier onmondige kinderen tere andere zijde : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Pieter Cornelisz. Bonefaes als vader en voogd van zijn drie onmondige kinderen gewonnen bij Jannetgen Pietersdr. gehad heeft van desselfs weeskinderen goederen sedert datum van de laatst gedane rekening op voor schout en schepenen gedaan. [ in de marge: Overgeleverd op aan schout en schepenen van Overschie ter persentie van Cornelis Leendertsz. van der Wint als oom en voogd. ] - Over twee jaar landpacht van de helft van 6,5 morgen op Schieveen over de drie kinderen drie vijfde parten in dezelve helft anno 1640 en 1641 de som van Van het slot van de rekening komt Cornelis Pietersz. nu mondig en getrouwd zijnde een gerecht derde part tersom van Compareerde de voorsz. Cornelis Pietersz. (handetekening) en verklaarde de voogdij op te zeggen. 57. Niesgen Cornelisdr. x Adriaen Cornelisz. (1630) : Inventaris gedaan maken ten verzoek van Adriaen Cornelisz. wedr. van Niesgen Cornelisdr. van al de boedels goederen zulks dezelve bij de voorsz. Arijen Cornelisz. en zijn huisvrouw zal. bezeten en bij haar met de dood ontruimd zijn. - Eerst 4 morgen 50 roeden leggende gemeen met Claes Anthonisz. in de Zalm tot Rotterdam in een zate van 16 morgen leggende in de Oudendijckpolder. - Nog 6 morgen land leggende op Zestienhoven in de voorsz. polder, belend O Arijen Fransz. met bruikwaar en W Willem Cornelisz. Cuijper met bruikwaar. 6

7 - Nog 3,5 morgen leenland gekomen van de heer van Spangen leggende gemeen in een kamp van 7 morgen in de voorsz. polder. - Nog 7 hond land gekomen van de Heer van Roon gemeen leggende in de voorsz. 7 morgen. - Nog 3 morgen land leggende in de voorsz. polder op hemzelf die de boelhouder voor uit de boedel emaakt zijn, neffens nog een wagenschotte bedstede, een bedde met zijn toebehoren met een vuurpan, volgens de dispositie bij de voorsz. Niesgen Cornelisdr. gemaakt voor schepenen van Overschie d.d Jannetgen Crijnen x Jacob Adriaensz. van der Hoeff (1631) (opschrift: Van den boel van den Tas weduwe) : Staat in het kort van de boedel en goederen van zal. Jannetgen Crijnen wed. Jacob Adriaensz. van der Hoeff mitsgaders scheiding en deling tussen de kinderen en erfgenamen van de voorsz. Jannetgen Crijnen. - Cornelis Ockersz. molenaer getrouwd gehad hebbende Annetgen Jacobsdr. heeft gehad volgens de acte notarieel bij de overledene op voor not. Jan van Roon verleden de som van Item Jacob Jacobsz. van der Hoeff heeft gehad volgens dezelve acte Item Huijch Joppen getrouwd gehad hebbende Marijtgen Jacobsdr. van der Hoeff heeft volgens de voorsz. acte gehad Item Claes Cornelisz. getrouwd gehad hebbende Bastiaentgen Jacobsdr. van der Hoeff heeft gehad De totale inkomsten bedragen Die verdeeld aan zeven handen komt dat elke hand mag trekken de som van Aldus gedaan op ten bijwezen van Cornelis Jacobsz. van der Hoeff voor hem zelf, item Arent Pijetersz. getrouwd met Trijntgen Jacobsdr., item Quijrijn Arijensz. en nog de voorsz. Cornelis Jacobsz. als voogd van de nagelaten weeskinderen van zal. Bastiaentgen Jacobsdr., ten overstaan van Claes Dircxsz. Gorter schepen van Overschie van Overschie als getuige. <met handtek. en handmerken> Vermeld verder: De kinderen van Claes Cornelisz. hebben gehad Engeltgen Jacobsdr. x Jacob Lourensz., en Agniesgen Jacobsdr. (1631) : Inventaris gedaan maken ten verzoek van Aert Stevensz. en Jan Battist beide nomine uxorum mede-erfgenamen van zal. Engeltgen Jacobsdr. wed. Jacob Lourensz. van alzulke goederen als de voorsz. Engeltgen Jacobsdr. met de dood ontruimd en nagelaten heeft, mitsgaders van alzulke goederen als Agniesgen Jacobsdr. oude vrijster in haar leven bij de voorsz. Engeltgen Jacobsdr. haar moeder gewoond hebbende mede met de dood ontruimd en nagelaten heeft, beiden overleden tot Overschie in de poorterie der stad Delft. - Eerst een huis en erf genaamd het Lant van Beloft gelegen tot Overschie in de stad Delfts poorterie, strekkende voor van de straat tot achter in de Schie, belend Z Frans Willemsz. schuijtvoerder en N Pieter Dircxsz. cum socijs, welk huis en erf met enige banken en tafels verkocht is aan Jan Jansz. Ouwekaes voor de som van 1800 gereed geld. - Nog een huis en erf staande en gelegen als boven, belend N de voorsz. Frans Willemsz. en Z Cornelis Jansz. in de Bijl, strekkende voor van de straat tot achter in de Schie, welk huis en erf nog onverkocht zijnde verhuurd is tot mei 1632 toe voor 42 gld. - Nog een klein huisken staande achter op de Schie daar de paarden overgezet worden, verhuurd tot mei 1632 toe voor 15 gld. aan Magdaleentgen backster. - Nog een huisken daar bezijden aan staande verhuurd aan Arijen Dircxsz. voor 14 gld. tot mei

8 Aldus gedaan en geinventariseerd op door aangeven van de voorsz. Aert Stevensz. (handtekening) en Jan Batist (handtekening). 60. Marijtgen Cornelisdr. x Lenert Arijensz. Boom (1631) : Inventaris gedaam maken ten verzoek van de kinderen en erfgenamen van zal. Marijtgen Cornelisdr. in haar leven huisvrouw was van Lenert Arijensz. Boom van al des boedels goederen zulks die bij de voorsz. Marijtgen Cornelisdr. met de dood geruimd en nagelaten zijn. - Eerst de helft in 9,5 hond leenland daarvan de wederhelft toekomt Arijen Arijensz. Boom gelegen in de Bospolder, strekkende uit de Rotte tot de weduwe van Phillips Allertsz. land toe, belend Z Claes Dircxsz. N Cornelis Pietersz. Cleijn. - Nog 2 hond slagturfland leggende in de Bospolder voorsz. daar een schuur op staat waarvan deze boedel de helft toekomt, strekkende van de akker van Arijen Jonge Broers tot de weduwe van Jacob Oleman, belend Z Arijen Jonge Broers N Arijen Maertensz. Boom en Cornelis Cornelisz. Bosch. - Nog een derde part in een kamp van 3 morgen leggende in Ommoorden strekkende uit de Rotte tot de Oude Wateringe toe, belend W Cornelis Lenertsz. O het gasthuis tot Schiedam. - Nog meer land [ ]. - Aangaande de kleren ten rugge van de voorsz. Lenert Arijensz. Boom behorende zullen bij hem behouden worden. Daar tegen weder zijn huisvrouwen erfgenamen zullen behouden de kleren ten rugge en lijve van haar moeder behoord hebbende volgens het cotnract op huiden met malcander gemaakt. Aldus gedaan en geinventariseerd op door aangeven van Lenert Arijensz. Boom wedr. van zal. Marijtgen Cornelisdr. 61. Geerloff Willemsz. Robol en zijn zonen Willem en Aert Geerloffsz. ( ) : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Cornelis Adriaensz. van Houten als oom en voogd van de nagelaten weeskinderen van za. Geerlof Willemsz. Robol gehad heeft van alzulke goederen als dezelve kinderen uit kracht van het testament van haar zal. vaders goederen mogen trekken op de huising van de Vergulde Wagen tot Overschie volgens de preferentie voor het gerecht van Overschie daarvan gehouden. [ in de marge: overgeleverd bij de rendant op aan schout en schepenen van Overschie. ] - Ontvangen uit kooppenningen van het voorsz. verkochte huis en erve de som van 500 gld. over en in volle betaling van Aechgen Geerlofsdr. en van Willem Geerlofsz. vaderlijke bewijs. - Nog ontvangen uit de voorsz. kooppenningen de som van 60 gld. over drie jaren alimentatie van Aert Geerlofsz. tot zijn overlijden to genomen tot 20 gld. s jaars, dus hier En nog de som van 250 gld. over de voorsz. Aert Geerlofsz. vaderlijke bewijs wezende een gerecht vierde part in 1000 gld. - En nog ontvangen over de voorsz. Aert Geerlofsz. verdiende gage van de Oost-Indische Caompagnie boven de legaten tot zijn overlijden toe verdiend Alimentatie van Cornelis Geerlofsz. tot 60 gld. s jaars tot zijn ouderdom van 15 jaren toe, dus hier Betaald aan Willem Lenertsz. als getrouwd hebbende Aechgen Geerlofsdr. de som van 250 gld. over haar vaderlijke goederen : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Cornelis Arijensz. backer als oom en voogd van Cornelis Geerlofsz. Robol, zoon van Geerlof Willemsz. Robol doet van desselfs goederen die hij van zijn twee overleden broeders Willem en Aert Geerlofsz. nagelaten goederen heeft mogen trekken en erven getogen uit de rekening io

9 1632 voor schout en schepenen van Overschie gedaan, als ook van zijn vaders bewijs en anders zelf veroverd. [ in de marge: Overgeleverd door de rendant aan Christiaen van Groenewegen schout, mr. Hendrick Blivenburch en Claes Dircxsz. Noortwijck schepenen, present Dirck Anthonisz. Starrenburch en Job Sijmonsz. als voogden van [doorgehaald: Cornelis Joppen gewonnen bij Hester] het nagelaten weeskind van zal. Job Cornelisz. gewonnen bij Hester Cornelisdr. zal. ] - Eerst wordt voor alhier voor ontvangste gebracht de som van 200 gld. die de voorsz. Cornelis Geerlofsz. mag trekken uit de voorsz. rekening volgende de memorie of liquidatie tussen hem en zijn zuster Aechgen Geerlofsdr. gemaakt. - Ontvangen van de Oost-Indische Compagnie kamer der stad Delft over de voorsz. Cornelis Geerlofsz. verdiende gage 51 gld. 8 pen. - En alzo dezelve Cornelis Geerlofsz. anno 1632 is overleden komen de vier jaren alimentatie tot 20 gld. s jaars te cesseren. - Vereffent komt dat Aechgen Geerlofsdr. nog zuiver mag trekken En het weeskind van zal. Job Cornelisz. mag zuiver trekken de som van Jan Hendricksz. ( ) : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Joris Claesz. als oom en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Jan Hendricksz. van desselfs vaders zal. nagelaten goederen. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant aan schout en schepenen van Overschie op Present Jan Jansz. Jonge Jan en Vechter Eufften als voogden van vaderszijde.] : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Adriaen Sprockenburch secretaris van Overschie gehad heeft van de twee nagelaten weeskinderen van zal. Jan Hendricxsz. van desselfs goederen haar aangekomen door overlijden van haar ouders, grootmoeder van moederszijde en moije alle overleden, alles volgens de staat van de voorsz. kinderen goederen gemaakt daarvan zijnde d.d [ In de marge: Overgeleverd bij de rendant aan schout en schepenen van Overschie op ter presentie van Arijen Claesz. en Cornelis Claesz. als omen en voogden van de weeskinderen in de tekst.] Noot van de bewerker: Hoewel beide voorgaande rekeningen in dezelfde map zitten zou het m.i. wel eens om twee verschillende personen kunnen gaan, gezien de verschillen in aantal kinderen en verschillen in voogden. 63. Lenert Plonen ( ) : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Dirck Cornelisz. in den Drogenhouck als grootvader en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Lenert Ploonen gehad heeft van desselfs kinderen goederen bij erfenis aangekomen van zal. Ingetgen Claesdr. des weeskinds grootmoeder zal. was van vaderszijde. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan mr. Engelbert Graswinckel van Maeslant schout, Claes Cornelisz. Bleijswijck en Sijmon Maertensz. Hoornwech schepenen, ten overstaan van Pieter Ploonen als oom en voogd van vaderszijde. Present mede Ploon Lenertsz. Vogelaer des weeskinds grootvader. ] - Een zesde part in een woning en landen gelegen op Zestienhoven, in het openbaar verkocht in februari De rest is voor zijn mede-erfgenamen. [ ]. - Een vogelkooi, waarin het weeeskind een zesde part competeert. [ ]. 9

10 - Betaald aan de kinderen voogden van zal. Claes Pleunen een gerecht zesde part in de som van met anderhalf jaar interest vandien in voldoening van de timmeragie bij zal. Claes Ploonen in het optimmeren van een huisken gedaan. - Betaald aan de secretaris 4 gld. 4 st. 4 pen. te weten over het kinds derde part van het recht van de 30 e penning van zal. Trijntgen Ploonen en 15 st. van het voorsz. contract te schrijven. <met handtekeningen Dirck Cornelisz. en Pieter Pleunsz.> : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangste en uitgaven die Dirck Cornelisz. in den Drogenhouck als grootvader en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Lenert Ploonen gehad heeft van desselfs kinds goederen sedert datum van de laatst gedane rekening voor schout en schepenen op [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan Christiaen van Groenewegen schout, mr. Hendrick Blivenburch en Claes Dircxsz. Noortwijck schepenen van Overschie, ten overstaan van Pieter Plonen als oom en voogd. ] - Aangaande de vogelkooi daar dit weeskind een zesde part in komt, wordt volgens het accoord bij Ploon Lenertsz. des weeskinds grootvader gebruikt, mits betalende de opstaande renten en ongelden. - Pieter Plonen als voogd van moederszijde sustineert dat de moeder de kleren van het weeskind tot zijn 18 jaren toe behoort te bekostigen volgens de uitkoop [ ]. - Betaald Lenert Cornelisz. Mick schepmaecker (sic) over een jaar mondkosten van het weeskinf in het leren van zijn ambacht. Aldus gedaan, gerekend en gesloten in het college van schepenen op : Rekening, bewijs en reliua van de ontvangst en uitgaven die Dirck Cornelisz. als grootvader en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Lenert Ploonen gehad heeft van desselfs kinds goederen sedert datum van de laatst gedane rekening voor schout en schepenen op [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan schout en schepenen van Overschie, present Pieter Ploonen als oom en mede-voogd. ] - Uitgaven (1636; vermoedelijk na 22-12): Betaald voor zijn rouwkleren als zijn grootmoeder dood was met een slaapmuts Anna Jaepen, grootmoeder van de weeskinderen van Jan Cornelisz. ( ) : Inventaris gedaan maken van de nagelaten boedel en goederen van zal. Anna Jaepen overleden tot Overschie in de Hogenban ten verzoeke van desselfs erfgenamen. - Eerst de helft van 2 morgen daar van de overledene de wederhelft in lijftocht bezeten heeft leggende in Cleijn polder bij de Rijwech henen. - Nog de helft van een oud vervallen huis en erve staande in de Hogenban alrenaast Lenert Jansz. Backer aan de westzijde en alrenaast Jan Jansz. cleermaecker aan de oostzijde, strekkende voor van de straat tot achter aan de voorsz. Lenert Jansz. ter halver sloot. - Nog de helft van een ledig erf leggende in de poorterie van Delft alrenaast Pouwels Pietersz. metselaer aan de oostzijde en alrenaast de weduwe van Floris Gerritsz. scheepmaecker aan de westzijde. - De kinderen portie berust onder Harmen Michielsz. is weder op staande voet de kinderen portie van het geld betaald aan Jacob Sijmonsz. in mindering van de kinderen derde part van de obligatie die Jacob Sijmonsz. op de boedel heeft sprekende. - Den heeft Jacob Sijmonsz. nog ontvangen over der kinderen portie Aldus gedaan en geinventariseerd in het sterfhuis van de overledene door aangeven van Jacob Cornelisz. en ten overstaan van Michiel Jacobsz. getrouwd met Grietgen Cornelisdr. 10

11 mede-erfgenamen voor een derde part, present Joost Jansz., Jacob Sijmonsz., Harmen Michielsz. vanwege de weeskinderen van Jan Cornelisz. op <met handmerken en handtekeningen> : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Jacob Sijmonsz. en Harmen Michielsz. als geordonneerde voogden over de drie nagelaten weeskinderen van zal. Jan Cornelisz. die mede-erfgenamen waren van zal. Anna Jaepen haar grootmoeder was, om desselfs boel vanwege de voorsz. kinderen jegens de omen en bloedvoogden te helpen schiften en scheiden gehad hebben van alzulke goederen als dezelve kinderen bij scheiding van haar voorsz. grootmoeder aangekomen zijn. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendanten aan schout en schepenen van Overschie op ten overstaan van Jacob Cornelisz. en Michiel Jacobsz. als omen en bloedvoogden van de kinderen in de tekst, die de voogdijschap en administratie nu wederom aannemen. ] - De scheiding voor schout en schepenen van Overschie op gedaan. - Voor ontvangst over der kinderen derde part in de som van 172 gld. die Lenert Fransz. backer en Jan Snier schuldig zijn over de rest van koop van het oude huis en erve op 25 gld. s jaars mei 1634 het eerste jaar : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Adriaen Sprockenburch secretaris van Overschie gehad heeft van de goederen van de nagelaten weeskinderen van zal. Jan Cornelisz. sedert datum van de laatst gedane rekening op voor schout en schepenen gedaan. [ in de marge: Overgeleverd aan Christiaen van Groenewegen schout, mr. Hendrick Blivenburch en Claes Dircxsz. Noortwijck schepenen van Overschie op ten overstaan van Jacob Cornelisz. en Michiel Jacobsz. als omen en voogden van de nagelaten weeskinderen van zal. Jan Cornelisz : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Adriaen Sprockenburch secretaris van Overschie gehad heeft van de goederen van de nagelaten weeskinderen van zal. Jan Cornelisz. sedert datum van de laatst gedane rekening op voor schout en schepenen gedaan. [ In de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan schout en schepenen van Overschie, ten overstaan van Jacob Cornelisz. en Michiel Jacobsz. als omen en voogden in de tekst, present mede Louris Jansz. een van dezelve weeskinderen. ] 65. Jan Florisz., varensgezel x Annetge Joosten (1633) : Inventaris gedaan maken ten verzoek van Annetge Joosten wed. Jan Florisz. varentgesel zal. overleden op het schip van oorlog daar kapitein op is Marinus Claesz. Juijnbol van al des boedels goederen zulks zij die bij haar overleden man bezeten hebben en bij hem nagelaten zijn. - Jan Florisz. wonende tot Overschie komt van deze boedel van geleende penningen Arijen Cornelisz. komt van huishuur - Anne Jansdr. wed. tot Schiedam komt van een clickers? - Joost Dircxsz. komt van deze boedel van dat die voorsz. weduwe de tijd van 10 weken ziek te zijnen huize ziek gelegen heeft en haar handreiking gedaan van iedere week 2 gld. 66. Lijsken Schoesetters x Hendrik Louwerensz. (1634) : Inventaris gedaan maken ten verzoek en door aangeven van Hendrick Louwerensz. wedr. van zal. Lijsken Schoesetters overleden alhier tot Overschie van al de goederen zulks hij die bij zijn zal. huisvrouw bezeten en nagelaten zijn. 11

12 [ in de marge: Compareerde voor de ondergeschreven schepenen van Overschie: Lijsbet Jacobsdr. huisvrouw van Witte Claesz. timmerman en Martijntgen Willemsdr. huisvrouw van Claes Joppen en verklaarden de meubele goederen hierna geinventarieerd, gepriseerd te hebben naar haar beste wetenschap waardig te zijn als voor elke partij gesteld is. Gedaan op ] < met handmerk Hendrick Louwerisz. > 67. Marijtgen Foppen x Cornelis Jansz. Santman (1634) : Inventaris gedaan maken ten verzoeke van de vrienden en bloedvoogden van Jacob Cornelisz. in Oost-Indië. en Pieter Cornelisz. alsnog onmondig zijnde, beiden nagelaten kinderen van zal. Marijtgen Foppen, op tot Overschie overleden, huisvrouw was van Cornelis Jansz. Santman, door aangeven en ten overstaan van dezelve Cornelis Jansz. als boedelhouder van al des boedels goederen, zulks dezelve Cornelis Jansz. met zijn zal. huisvrouw die bezeten hebben. - Eerst een huis en erve staande en gelegen tot Overschie in de Drogenhouck in de stad Delfs poorterie, daar de voorsz. Marijtgen Foppen in overleden is, belend N Arijen Jorisz. Z Pieter Ploonen, strekkende voor van de straat tot achter in de Schie. - In het het voorhuis o.a.: een bort van Maria Magdalena, noch een bort van Tobias, noch een bort van Christus onder de geleerden, een borretgen van Peter Heijn, een bort vant avontmael etc. - Maertgen Staets huisvrouw van Jacob Sijmonsz. komt van geleend geld. Aldus gedaan, geinventariseerd en beschreven op ten overstaan van Jacob Sijmonsz. en Sijmon Matheusz. als bloedvoogden van Jacob Cornelisz. in Oost-Indie en Pieter Cornelisz. nog onmondig, verklaarde hij boedelhouder alles oprecht gemaakt te hebben. <met handmerken> 68. Claesgen Arijensdr. x Jan Goversz. Bacx, secretaris van Overschie (1635) : Inventaris gedaan maken van al de goederen bij zal. Claesgen Arijensdr. wed. en boedelhoudster was van Jan Goversz. Bacx in zijn leven secretaris van Overschie met de dood nagelaten en ontruimd door aangeven van Jan Jansz. Bacx, dewelke met zijn broeder en zuster de boedel en goederen van haar voorn. zal. moeder geabandonneerd hebben, volgens de acte voor schepenen van Overschie gepasseerd. [ in de marge: Op huiden zijn deze navolgende goederen door twee uitdraagsters van stuk tot stuk gepriseert ten overstaan van schepenen. ] - Meubele goederen berustende ten huize van Jan Jansz. Bacx in het zijkamertje daar zijn moeder in gewoond heeft en in overleden is Aldus gedaan, geinventarieerd en beschreven op door aangeven van Jan Jansz. Bacx. Op huiden zijn al de voorsz. goederen van stuk tot stuk ten overstaan van de ondergeschreven schepenen getaxeerd en gepriseerd als voor elke partij aangetekend staat door Gerritgen Lambrechtsdr. <handtekening> en Sijtgen Woutersdr. <handmerk> beide uitdraagsters tot Schiedam. 69. Hilletgen Bartholomeesdr. x Daem Thomasz. ( ) : Inventaris gedaan maken ten verzoek van Daem Thomasz. weduwnaar van zal. Hilletgen Bartholomeesdr. overleden tot Overschie in de poorterie der stad Delft, van al de goederen zulks de voorsz. Hilletgen Bartholomeesdr. met de dood nagelaten en bij hem Daem Thomasz. bezeten werden. 12

13 - Eerst een huis en erve staande en gelegen in de poorterie der stad Delft tot Overschie strekkende voor van de straat tot achter in de Schie, belend NO Vranck Jansz. pad ZW de gemene steeg van zekere huiskens. - Nog een achtste part in een woning van huis, schuur, barg en geboomte en in omtrent 15 morgen 1,5 hond land daar een woning, huis, schuur, barg en gebootme op staan, staande en gelegen in Kabau, welk gedeelte nu onlangs verkocht is aan Gerrit Christiaensz. Coolen voor de som van 1175 gld. Aldus gedaan, geinventariseerd en beschreven door aangeven van de voorsz. Daem Thomasz. <handmerk> : Inventaris gedaan maken ten verzoek van de mondige zoon en de voogden van de twee onmondige kinderen van zal. Daem Thomasz. den 10 e september 1636 tot Overschie in de stad Delfts poorterie overleden, met vier van zijn kinderen van al goederen zulks die bij de voorsz. Daem Thomesz. met de dood ontruimd en nagelaten in zijn sterfhuis bevonden zijn. - Eerst een huis en erve staande en gelegen in de poorterie der stad Delft tot Overschie, strekkende voor van de straat tot achter in de Schie, belend NO Vranck Jansz. pad en ZW de gemene steeg van zekere huiskens, aan welk huis van de heer van Goudriaan in huur gebruikt is geweest 11 morgen. Aldus gedaan, geinventarieerd en beschreven op ter presentie van Jacob Bartholomeesz. <handmerk> als oom van de kinderen, item van Arijen Gerritsz. van der Tock/Tack? <handtekening> en Adriaen Sprockenburch secretaris als voogden van de nakinderen van zal. Daem Thomasz. 70. Claes Jorisz. x Aeltgen Lenertsdr. (1636) : Staat in het kort van de boedel van zal. Claes Jorisz. en Aeltgen Lenertsdr. beide zal., mitsgaders scheiding en deling tussen desselfs erfgenamen van de boedel en goederen bij haar beiden nagelaten, getogen en gemaakt uit de inventaris van desselfs boedel en goederen gemaakt Liedewij Jansdr. wed. Cornelis Claesz. is schuldig in kapitaal lopende op renten de penning 20 de som van Verdeeld over zeven handen komt dat elke hand zuiver mag trekken : Liedewij Jansdr. met haar kinderen Claes Gerritsz. <handtekening> Job Arijensz. <handmerk> Het weeskind van Pieter Claesz. Jacob Gerritsz. <handtekening> Joris Claesz. <handtekening> Lenert Claesz. Bleijcker <handmerk> Aldus gedaan, geschift en gescheiden tussen de voorsz. erfgenamen op ten overstaan van Christiaen van Groenewegen schout, Claes Cornelisz. Bleijswijck en Job Sijmonsz. schepenen van Overschie. 71. Jan Arijensz. ( ) N.B. Zie ook dossier : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Arijen Jorisz. als grootvader en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Jan Arijensz. van desselfs kinds goederen door overlijden van desselfs ouders aanbestorven volgens de inventaris daar van zijnde. 13

14 [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant aan het college van schout en schepenen van Overschie op ten overstaan van Dirck Cornelisz. mede-voogd. ] - Huis en erf in de Droogenhouck is in het openbaar verkocht aan Gerrit Pietersz. - Witte Claesz. timmerman betaald over vijf doodkisten Betaald aan de secretaris ten behoeve van de kerk over de begrafenis van Jan Arijensz. zijn huisvrouw en kinderen Marijtgen Claesdr. betaald van het weeskind vier weken te alimenteren tot vrijdags voor pinksteren de 9 e mei 1636 ten welke dage het kind tot Cornelis Ariensz. besteed is : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Arijen Jorisz. als grootvader en administrerende voogd van het nagelaten weeskind van zal. Jan Arijensz. van desselfs kinds goederen volgende de rekening op voor schout en schepenen van Overschie gedaan. Aldus gedaan, gerekend en gesloten op ten overstaan en bijwezen van Dirck Cornelisz. <handtekening> mede-voogd. 72. Gilles Lourisz., timmerman x Annetgen Jansdr. (1637) : Inventaris gedaan maken ten verzoek van Annetgen Jansdr. wed. Gillis Lourisz. timmerman overleden in de poorterie der stad Delft tot Overschie van alle des boedels goederen zulks hij die met de dood ontruimd en nagelaten heeft. [ in de marge: Jan Gillisz. oud 11 jaar. ] - Eerst een huis en erve staande en gelegen tot Overschie in de poorterie der stad Delft, belend O Gerrit Cornelisz. Hoornwech en W de wed. Jacob Cornelisz. Hoornwech, strekkende voor van de straat tot achter in de Schie, belast met de opstal van 7,5 groot s jaar van poortgeld en 7 stuivers 1 oortgen min s jaars van hofhuur. Aldus gedaan en geinventariseerd en beschreven op door aangeven van de voorsz. weduwe <handmerk>. 73. Jan Cornelisz. Cater x Marijtgen Cornelisdr. (1638) : Inventaris gedaan maken ten verzoek van de erfgenamen van zal. Jan Cornelisz. Cater overleden op in de morgenstond, door aangeven van Marijtgen Cornelisdr. wed. van de voorsz. Jan Cornelisz. Cater, van de boedel en goederen zulks zij dezelve met malcander in het gemeen bezeten hebben. - Eerst een huis en erve daarin hij overleden is, staande en gelegen tot Overschie, belend Z de Duitse school en N Arijen Willemsz., strekkende voor van de straat tot achter in de buursloot om Schrinckelen met een tuim achter het erve van de voorsz. Arijen Willemsz. - 1 morgen land op zichzelf in de woning van Reijer Vos in Schiebroek opte Watering - nog 5 hond land gelegen in Den Berch omtrent de Wilderse kade - nog 14 hond land in Schiebroek opte Veersloot van Schiebroek - nog 7 hond land leggende aan de Broeckwech opte Broeckse watering - nog 9 hond land in de Gilde Stijn woning opte voorsz. Broecxse watering - specie [=munten in diverse soorten] bevonden in het sterfhuis van Jan Cornelisz. Cater [ ]. Aldus de voorsz. penningen bij specie gesteld op die ten sterfhuis blijven berusten, ten overtsaan van Arent Pietersz. Duijvesteijn schepen en mr. Hendrick Blivenburch oud-schepen, in presentie van de weduwe, item haar broeder Huijch Cornelisz. Swartgen, Arijen Cornelisz. Jongebroer haar zwager, Claes Gerritsz. Smijt en Jacobmijntgen Jansdr. huisvrouw van Claes Reijersz. Cater : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangste en uitgaven die Adriaen Sprockenburch secretaris tot Overschie gehad heeft van de gemene boedel en goederen 14

15 van zal. Jan Cornelisz. Cater volgens de inventaris van desselfs boedel en goederen gemaakt. [ in de marge: Overgeleverd op aan Christiaen van Groenewegen schout, Claes Dircxsz. Noortwijck en Arent Pietersz. Duijvesteijn schepenen van Overschie ten overstaan van Marijtgen Cornelisdr. wed. van Jan Cornelisz. Cater geass. met Huijch Cornelisz. en Arijen Cornelisz. Jongebroer haar broeder en zwager respectievelijk als haar gekoren voogden in deze met Lenert Dircxsz. van Son?! haar cosijn ter eenre, en Claes Reijersz. voor hem zelf en Claes Jansz. Pannevis getrouwd met Crijntgen Matheusdr. en nog de voorsz. Claes Reijersdr. als voogd van het nagelaten weeskind van zal. Lambrecht Reijersdr. vervangende Willem Jansz. Dancker zijn mede-voogd. - Het huis en erve daar de overledene in is overleden staande en gelegen in Overschie, belend Z de Duitse school en N Arijen Willemsz., is op in het openbaar verkocht [ ]. 74. Frans Willemsz., marktschuitvoerder x Marijtgen Jansdr. (1639) : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Adriaen Sprockenburch secretaris tot Overschie gehad heeft van de boedel en goederen van zal. Frans Willemsz. marctschuijtvoerder en Marijtgen Jansdr. beide zal. [ in de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan Christiaen van Groenewegen schout, Claes Dircxsz. Noortwijck en Pijeter Jansz. schepenen, ten overstaan van Jan Fransz., Bastiaen Fransz. voor haar zelf, en als voogden van het weeskind van Daniel Fransz., item Lijsbeth Fransdr. wed. Claes Arijensz. [Hertichvelt], Louris Claesz. getrouwd met de wed. van Euwout Fransz. vervangende Lenert Lenertsz. getrouwd met de wed. van Willem Fransz.] - Ontvangen van de wed. en erfgenamen van zal. Claes Arijensz. Hertichvelt over koop van des boels huis en erve, staande en gekegen in de poorterie der stad Delft, de som van 800 gld. - Ontvangen van Jan Fransz. over koop van de veerschuit met zijn toebehoren, item het paard etc. - Ondertekent door Jan Fransz. <merk>, Bastiaen Fransz., bij mij Annitgen Claes voor mijn moeder, Lenert Lenertsz. <merk>. 75. Gerrit Ploonen x Barber Cornelisdr. ( ) : Inventaris gedaan maken ten verzoek van de kinderen en erfgenamen van zal. Gerrit Ploonsz. overleden op Schieveen, van alle des boedels goederen zulks hij die met de dood ontruimd heeft en bij zijn huisvrouw Barber Cornelisdr. bezeten heeft. - Eerst een woning van huis, schuren, barg en geboomte met omtrent 15 morgen 5 honden land op Schieveen, belend Z Jacob van der Graeff. - Nog 1 morgen 75 roeden leggende gemeen in een kamp van 3 morgen in de West Abspolder, belend O de erfgenamen van Cornelis Bonefaesz. Aldus gedaan, geinventariseerd en beschreven op ten overstaan van Job Sijmonsz. en Jan Jansz. Jonge Jan als schepenen van Overschie : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die de voogden van de nagelaten weeskinderen van zal. Gerrit Ploonen gehad hebben van desselfs boel en goederen daarvan Arent Cornelisz. broeder van de nagelaten weduwe van de voorsz. Gerrit Ploonsz. de administratie gehad heeft. [ in de marge: Overgeleverd bij Arent Cornelisz. rendant ten overstaan van Jan Jansz. Jonge Jan en Arent Pietersz. Duijvesteijn als voogden van de drie nagelaten weeskinderen van zal. Gerrit Ploonsz. en Dirck Gerritsz. voorzoon van de voorsz. Gerrit Ploonsz. aan Christiaen 15

16 van Groenewegen schout, Job Sijmonsz. en Claes Dircxsz. Noortwijck schepenen op ] - Aangaande en woning van huis, schuur, barg en geboomte met omtrent 15 morgen 5 honden land op Schieveen, belend Z de heer burgemeester Jacob van der Graeff zijn verhuurs aan de voorzoon Dirc Gerritsz. voor de tijd van 5 jaar, 1639 het eerste jaar, volgens de huurcedulle daarvan zijnde : Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Dirck Gerritsz. gehad heeft van de goederen van zijn halve minderjarige zusters en broeder, haar aangekomen door het overlijden van zal. Gerrit Plonen haar vader was sedert datum van de laatst gedane rekening op [ In de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan schout en schepenen van Overschie, ten overstaan van Arent Pietersz. Duijvesteijn en Jan Jansz. Jonge Jans als voogden van de minderjarige kinderen. Mede present Arent Cornelisz. en Vranck Cornelisz. de kinderen omen van moederszijde. ] <schepenen: Jan Jansz. Bacx, Jan Jacobsz. van Alphen; ondertekenen. > Staat in het kort van de goederen van de drie kinderen van zal. Gerrit Plonen getogen uit de rekening op huiden voor schout en schepenen van Overschie gedaan, mitsgaders scheiding en deling tussen dezelve drie kinderen. - Cornelis Gerritsz. - Grietgen Gerritsdr. - Trijntgen Gerritsdr. nu getrouwd met Leendert Fransz. Aldus gedaan, gescheiden en vereffend op en bekenden partijen in voege voorsz. gescheiden te zijn. Compareerde de voorsz. Leendert Fransz. en verklaarde zijn voorsz. huisvrouwen voogdijschap op te zeggen en de administratie van zijn voorsz. huisvrouwen goederen zelf aan te nemen, bedankende mitsdien de voogden van haar administratie. Rekening, bewijs en reliqua van de ontvangst en uitgaven die Dirck Gerritsz. gehad heeft van de goederen van zijn halve minderjarige zusters en broeder haar aangekomen door overlijden van zal. Gerrit Plonen haar vader was, seder datum van de laatst gedane rekening op aan schout en schepenen van Overschie gedaan. [ In de marge: Overgeleverd bij de rendant op aan schout en schepenen van Overschie ten overstaan van Jan Jansz. Jonge Jan als voogd, item Arent Cornelisz. der kinderen oom van moederszijde en Leendert Fransz. Post als getrouwd hebbende Trijntgen Gerritsdr. een van de voorsz. kinderen. ] - Aangaande de kinderen portie in het vervallen huis en erve tot Schiedam in de Groenendael daarvan de materialen en het erf verkocht is zonder dat daar van opdracht van is gedaan of dat de rendant enige ontvangst van gehad heeft. Komt hier pro memorie. 76. Lijsbeth Fransen x Claes Arijensz. Hertichvelt (1639) : Inventaris gedaan maken ten verzoek van de voogden van de twee nagelaten weeskinderen van zal. Lijsbeth Francen gewonnen bij Claes Arijensz. Hertichvelt in zijn leven waard in de Schenckan door aangeven van Annetgen Claesdr. een van de voorsz. twee weeskinderen, van alle des boels goederen zulks die bij de voorsz. Lijsbeth Francen na de scheiding van haar zal. mans boel bezeten en met de dood nagelaten zijn. - Eerst de huising, schuur, erve, bleekveld en tuin daaraan, genaamd de herberg van de Schenckan daar zij in overleden is, staande en gelegen in het dorp van Overschie, belend Z Sijbrant Huijbrechtsz. schoemaecker en Pieter Cornelisz. Cleijn bode, strekkende van sheerenstraten langs de Rotterdamse Schie tot in de Buursloot. 16

17 - Nog een stuk land genaamd beseijt u selven te verongelden jegens 7 hond, strekkende uit de Delfweg tot in de Watering. - Nog 10 hond land strekkende uit dezelve Watering tot Abraham Vrancken land toe, beide in de polder van Zestienhoven. - Twee vette koeien - Diverse roerende goederen - Goederen en geld bij de dochter te voorschijn gebracht die nog onverdeeld zijn behorende in de gemene boel van haar zal. vader, waarvan de drie voorkinderen van zal. Claes Arijensz. haar gedeelte moeten hebben. - In de rekening bij de weduwe in haar leven van haar zal. mans boel op voor schout en schepenen van Overschie gedaan fo. 3 wordt bij memorie gebracht dat zij weduwe het huis en erve staande op de hoek bij de lage brugge van de voor- en nakinderen aangestaan heeft jegens 950 gld. in het geheel, mitsdat Magdaleen Lenertsdr. haar leven lang de huur van hetzelve huis zal genieten volgens testament van de voorsz. Claes Arijensz. Hertichvelt, zulks dat de twee nakinderen van de voorsz. wed. zal. ten overlijden van de voorsz. Magdaleen Lenertsdr. aan de drie voorkinderen van zal. Claes Arijensz. Hertichvelt voor haar drie vijfde parten in de een helft van hetzelve huis uit zullen moeten keren de som van 165 gld., waarmee alsdan de eigendom van het voorsz. huis de twee nakinderen in het geheel toebehoren zal. Komt hier pro memorie. - In de voorsz. rekening fol. 5 staat genoteerd dat het paard met het speelwagentje en zijn toebehoren, hetwelk Arijen Claesz. bij zijn zal. vader besproken was, verkocht is voor 200 gld. Aldus gedaan, geinventariseerd en beschreven op door aangeven van de dochter Annetgen Claesdr. ten overstaan van Harmen Thonisz. smit en Claes Dircxsz. Noortwijck als testamentaire voogden van de twee nakinderen van de voorsz. Lijsbeth Francen gewonnen bij Claes Arijensz. Hertichvelt. <ondertekent door Annetgen Claesdr., secretaris A. Sprockenburch, en de schepenen.> 77. Claes Cornelisz. Bleijswijck ( ) : Inventaris gedaan maken ten verzoek van de wed. en erfgenamen van zal. Claes Cornelisz. Bleijswijck van alle des boels goederen. - Eerst een woning met omtrent 25 morgen 2 hond eigen land gelegen aan de Rijwech tot Overschie zo in Cleijnpolder als in Blidorp daaronder begrepen 20 hond leenland. - Nog 2 morgen 25 roeden gelegen gemeen in de woning van zal. Lenert Pietersz. in den Oudendijckpolder. - De weduwe van Lenert Pietersz. zal. is schuldig van gelend geld tegen 4 ten 100 van mei 1640 af: Pouwels Jansz. molenaer van geleend geld tegen 4 ten 100 allerheiligen 1640 een jaar verschenen: Pijeter Claesz. is schuldig een jaar pacht van de woning de anno 1640: De boedelhoudster verklaart aan geld bij de beurs te wezen De kinderen hebben met haar vieren elk ten huwelijk gehad : 4800 gld. Aldus gedaan, geinventariseerd en beschreven op door aangeven van de weduwe en boedelhoudster, ten overstaan van Pijeter Claesz. Bleijswijck, Gerrit Pietersz. getrouwd met Trijntgen Claesdr., Leentgen Claesdr. wed. Lenert Pietersz. en Neeltgen Claesdr. huisvrouw van Pouwels Jansz : Op huiden zijn de weduwe van zal. Claes Cornelisz. Bleijswijck ter eenre, item Pieter Claesz. Bleijswijck voor hem zelf, Gerrit Pietersz. getrouwd met Trijntgen Claesdr., Leentgen Claesdr. wed. Lenert Pietersz. [Coolen] en Pouwels Jansz. coornmolenaer getrouwd met Neeltgen Claesdr., kinderen en erfgenamen van de voorsz. Claes Cornelisz. Bleijswijck ter andere zijde met malcander in vriendschap geschift, gescheiden en gedeeld de gehele gemeen boedel en goederen begrepen in de inventaris daarvan op huiden 17