VERSLAG VERGADERING VAN DE COMMISSIE BESTUUR GEMEENTE BOXMEER

Transcriptie

1 VERSLAG VERGADERING VAN DE COMMISSIE BESTUUR GEMEENTE BOXMEER D.D. 13 JANUARI 2011 Aanwezig: Woordvoerders namens de politieke partijen: dhr. A.G.M. Stiphout (CDA), dhr. R.J.M.B. Derks (CDA), mw. M.C.A.J. van Neerven-van Campenhout (SP), dhr. E.P. Manuel (SP), dhr. P.F. van der Zande (LOF), mw. J.J.M. de Wit-Broeren (LOF), dhr. J.L.A. Hermanussen (VDB/LO), dhr. P.J.M. van de Pasch (VDB/LO), dhr. M.O. Wiggers de Vries (PK), dhr. M.L.A. Sap (PK), mw. J.M. Logtens-Hermsen (VVD), dhr. G.T.W. van de Ven (VVD) Voorzitter: Griffier: Portefeuillehouders: Tevens aanwezig: Verslag: dhr. M.C.G. Klaassen dhr. A.W.J.M. Cornelissen dhr. K.W.T. van Soest, dhr. H.A.G. Ronnes dhr. S. Dijkman, accountant Ernst & Young dhr. W. Gerritsen, projectleider RIEC Brabant-Noord Het Notuleercentrum, mw. H. Mutsaerts 1. Opening en definitieve vaststelling van de agenda. De voorzitter opent de vergadering om uur. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 2. Vaststelling van het verslag van de vergadering van 25 november 2010 en het geactualiseerde overzicht van de afspraken en toezeggingen d.d. 13 januari Dhr. Wiggers de Vries refereert aan afspraken die al een half jaar op de lijst staan en stelt voor dat de lijst geactualiseerd wordt. Dhr. Manuel stelt voor ook de afhandelingsdata toe te voegen. De griffier meldt dat de afhandeling eerst op de lijst wordt verwerkt wanneer ook de toezegging gestand is gedaan. De raadsleden dienen in het debat scherper de portefeuillehouders om een toegezegde datum te verzoeken en eerst dan kunnen deze data ook op de lijst vermeld worden. De voorzitter zal het college verzoeken de afwikkeling van de toezeggingen te bespoedigen zodat de lijst snel kan worden bekort. Het verslag en het geactualiseerde overzicht van de afspraken en toezeggingen worden ongewijzigd vastgesteld. 3. Voorstel tot vaststelling van het Controleprotocol 2010 gemeente Boxmeer. Dhr. Dijkman, accountant van Ernst & Young, is aanwezig als deskundige. Dhr. Stiphout refereert aan het controleprotocol in relatie tot het invoeren van een Auditcommissie. In dat verband verband heeft hij een conceptverordening doen opstellen en dit recent aan de overige fracties doen toekomen. Hij hoort hierover graag de mening van de overige fracties. De raad zal in toenemende mate de controle moeten uitvoeren, 1

2 omdat de provincie zich op dit gebied verder terugtrekt. Extra aandacht in deze is dus geboden. Dhr. Van der Zande is voorstander van een auditcommissie en ondersteunt het initiatief van harte. Dhr. Van de Ven kan hier op dit moment nog niets over zeggen vanwege de late aanlevering van het concept. Dhr. Hermanussen sluit zich hierbij aan. Hij wil eerst terugkoppelen met de fractie, maar de grote lijn wordt door hem ondersteund. Dhr. Wiggers de Vries ondersteunt het voorstel om de dezelfde werkwijze van de raad uit de vorige periode weer in te voeren. Hij vraagt of dit onderwerp vanavond inhoudelijk met de accountant kan worden besproken. Dhr. Manuel vindt het een prima opzet, maar wil dit eerst in de fractie bespreken. Dhr. Stiphout hoopt dat de juiste mensen in de auditcommissie worden gekozen en dat zij zo snel mogelijk aan de slag kunnen gaan. Dhr. Dijkman staat positief tegenover het instellen van een auditcommissie. Dhr. Van der Zande mist in het controleprotocol de accenten op een aantal items die eerder zijn voorgesteld om nader te onderzoeken, zoals de reserves en het weerstandsvermogen in het kader van huidige en toekomstige verplichtingen. Dhr. Wiggers de Vries refereert aan het nog intensiever oppakken van de controlerende rol door de raad, nu de provincie zich op dit gebied verder terugtrekt. Hij stelt het verlagen van de rapportagetolerantie van euro naar euro ter discussie en vraagt naar de gevolgen hiervan voor de kosten van de accountant. Dhr. Hermanussen sluit zich aan bij de laatste vraag. De goedkeuringstolerantie is nu in percentages vermeld, waarbij de marges vrij ruim zijn. Hij vraagt of het mogelijk is om hier concrete bedragen te noemen. Hij vraagt of er juridisch juist is gehandeld bij het verlengen van het contract met de accountant. Dhr. Van de Ven vraagt of de accountant enkel voldoet aan het minimaal wettelijke vereiste of dat er meer werkzaamheden worden uitgevoerd. Gelet op het beperkte budget, dienen extra werkzaamheden zoveel mogelijk voorkomen te worden. Dhr. Stiphout sluit zich aan bij de gestelde vragen. Dhr. Dijkman antwoordt dat het grondbedrijf als speciaal aandachtspunt wordt meegenomen bij de controle over 2010 en hierbij zullen tevens de reserves en het weerstandsvermogen betrokken worden. De rapportage- en goedkeuringstoleranties worden bepaald op basis van de tabel in het controleprotocol. De rapportagetolerantie kan verlaagd worden, maar dat heeft geen invloed op de uitvoering van de controle en dus ook niet op de kosten. Enkel het verslag van bevindingen kan gedetailleerder worden. Hij adviseert om geen lagere grens dan euro te hanteren. Dhr. Wiggers de Vries stelt voor dat als het totaalbedrag aan afwijkingen erg groot is, de raad hierop een extra controle laat uitvoeren. Wethouder Ronnes merkt op dat euro een minimale grens is. De accountant heeft zelfs geadviseerd om deze grens naar euro te verhogen. De details van de beheersbegroting geven alle afwijkingen aan waar de raad inzicht in wil hebben, maar de raad dient vooral oog te hebben voor de grotere kaders. Dhr. Dijkman detecteert niet alle fouten, maar als deze wel worden gedetecteerd dan bepaalt de rapportagetolerantie of deze in de rapportage worden opgenomen. Wethouder Ronnes meldt desgevraagd dat volgens de verordening het contract met de accountant voor vier jaar verlengd kan worden. Dit is uitgevoerd in opdracht van de raad. Dhr. Wiggers de Vries kan zich vinden in het protocol, evenals in het voorstel voor het invoeren van een auditcommissie. Hij verzoekt het protocol aan de accountant voor te leggen zodat Dhr. Dijkman eventuele opmerkingen door kan geven aan de griffie. Dhr. Stiphout sluit zich hierbij aan. Dhr. Dijkman vindt het een helder protocol, maar adviseert om de vaststelling voortaan eerder in het jaar te agenderen. De voorzitter concludeert dat het als bespreekstuk naar de raad gaat. 2

3 4. Presentatie RIEC Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit. Burgemeester Van Soest merkt op dat de gemeente deel uitmaakt van de regio Brabant en Zeeland, want ook de gemeente heeft een verantwoordelijkheid bij de recherche van georganiseerde criminaliteit en beschikt in dit verband over veel informatie. Daarom kunnen gemeenten niet aan de kant blijven staan. Dhr. Gerritsen, projectleider RIEC Brabant-Noord, geeft een presentatie over de achtergrond van RIEC. Bij de georganiseerde misdaadbestrijding is nog geen sprake van een integrale aanpak, terwijl het gaat over allerlei criminele samenwerkingsverbanden die in de basis ontstaan in de wijken. Er wordt gestreefd naar het zichtbaar maken van de boven- en onderwereld, zodat wordt voorkomen dat de overheid ongewild meewerkt aan het faciliteren van de onderwereld. Er wordt een casus uiteengezet van een groepering die jaarlijks ruim euro aan bijstandsgelden ontvangt, terwijl deze groep een groot aantal panden in bezit heeft. Alle informatie over een dergelijke groep is versnipperd aanwezig bij verschillende diensten van de gemeente, waardoor de onderlinge verbanden onzichtbaar zijn. Een combinatie van een fiscale en bestuurlijke aanpak leidt tot de beste resultaten om dergelijke groepen zichtbaar te maken en aan te pakken. Door middel van de Bibob-procedure kan de gemeente extra controles uitvoeren bij bijvoorbeeld het aanvragen van bouwvergunningen, of kan sancties opleggen zoals onteigening of aankoop en sluiting van panden of bedrijfsvergunningen intrekken. De RIEC kan de gemeente helpen bij het toepassen van deze procedures en het ontwikkelen van beleidsinstrumenten, evenals bij het effectiever inzetten van toezicht en handhaving. Voor de gemeenten is een handreiking ontwikkeld voor een bestuurlijke aanpak. Binnenkort start de eerste bijeenkomst van de stuurgroep die bepaalt welke criminele groepen aangepakt worden. Dhr. Wiggers de Vries vraagt hoe en door wie de kosten betaald worden van een gemeentelijke recherchedienst, hoe deze dienst zich verhoudt tot de Rijksinstellingen en hoe het zit met de verantwoordelijkheid. Deze aanpak leidt tot hoge opbrengsten met name voor de Belastingdienst, dus wellicht kunnen met deze opbrengsten de kosten gedekt worden. Hij vraagt wat de aanpak oplevert voor de regio Noordoost-Brabant. Dhr. Gerritsen antwoordt dat het project loopt tot eind 2012, de helft wordt betaald door het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de andere helft door de deelnemende partners, zoals gemeenten, politieregio s en de Belastingdienst. In de loop van 2012 zal er duidelijkheid komen over de toekomstige financiering. De nationale politie wordt opgedeeld in tien regio s die aansluiten bij de tien RIEC-gebieden. De politie is een van de deelnemende partners. Criminele verbanden lopen dwars door het hele land en zijn niet alleen actief in de grote steden. In Noordoost-Brabant is een Bibob-training georganiseerd en op 8 februari is er een bijeenkomst in Veghel over het privacyproof maken van informatie. Voor alle aangesloten gemeenten zijn er contactpersonen bij RIEC die hulp kunnen bieden. Dhr. Van der Zande juicht deze aanpak toe. Hij vraagt naar de financiële consequenties van deelname, de omvang van de personele inzet en of ook cybercrime erbij wordt betrokken. Burgemeester Van Soest antwoordt dat de kosten 1 euro per inwoner bedragen. De personele consequenties zijn beperkt. Uit onderzoeken blijkt dat de criminaliteit zich langzaam van de grote steden naar het platteland verplaatst. De gemeente streeft naar meer veiligheid in de woonbuurten, dus als door samenwerking met de politie criminaliteit kan worden beperkt, dan zal hierop worden ingezet door bijvoorbeeld bij het verlenen van vergunningen extra alert te zijn. Dhr. Van der Zande benadrukt het belang van het leggen van onderlinge verbanden. Dhr. Gerritsen antwoordt dat cybercrime er zeker bij betrokken wordt. Hiervoor wordt een speciale groep opgericht. Dhr. Derks denkt dat een samenwerking met Limburg meer effect kan hebben dan met Zeeland, gezien de ligging van Boxmeer in het grensgebied tussen Brabant en Limburg. Hij vraagt welke gemeenten gaan deelnemen en of de Belastingdienst uit de regio ook een partner is. 3

4 Burgemeester Van Soest merkt op dat er ook een RIEC Limburg is, maar het gaat om een samenwerkingsverband van overheden, juist om de grensgebieden erbij te betrekken. Er wordt gedacht aan samenwerking tussen Zeeland, Brabant en Limburg om het zuidelijke grensgebied beter aan te kunnen pakken. Dhr. Gerritsen merkt op dat er al sprake is van samenwerking tussen de RIEC s in Brabant en Limburg. Dhr. Van de Ven vraagt naar de bevoegdheden van het RIEC. Dhr. Gerritsen antwoordt dat het nu gaat om een projectvorm, het RIEC is een expertisecentrum om informatie te analyseren. De politie en de Belastingdienst voeren uit. Dhr. Manuel vraagt wat er gebeurt als ten onrechte een vergunning wordt ingetrokken. Burgemeester Van Soest antwoordt dat de verantwoordelijkheid bij de vergunnende instantie ligt. Dhr. Van de Pasch vraagt hoeveel organisaties in het gebied Noordoost-Brabant actief zijn. Dhr. Gerritsen antwoordt dat de politie uitgaat van 17 criminele samenwerkingsverbanden in Noordoost-Brabant, waarvan het merendeel buiten Den Bosch actief is. De voorzitter concludeert dat de burgemeester wordt verzocht om met een voorstel te komen. 5. Voorstel met betrekking tot de uitkomsten van de burgerraadpleging en de werkbijeenkomst van de gemeenteraad inzake het stellingendebat. Wethouder Ronnes geeft een toelichting op de resultaten van de burgerraadpleging. De gemeenteraad kan de stellingen aanpassen. De vraag ligt nu voor om de finale knoop door te hakken zodat het college aan de slag kan met de stellingen. Op basis hiervan wordt de kadernota opgesteld waarin de raad de kaders voor de begroting van 2012 zal vaststellen. De wethouder geeft een toelichting op de specifieke kenmerken van de burgers die hebben meegedaan aan de burgerraadpleging. Alle geledingen in de maatschappij zijn vertegenwoordigd. Gebleken is dat veel stellingen overeenstemmen met de discussie in de werkbijeenkomst. Veertien stellingen hebben een royale meerderheid en elf een kleine meerderheid. Over twee stellingen verschillen de raad en de burgers van mening, dus hierover dient nader overlegd te worden. Dit betreft het wel of niet toekennen van een eigen budget aan de dorps- en wijkraden en de voorrang van projecten met een financiële of economische spin off of projecten die de leefbaarheid bevorderen. Dhr. Van der Zande meent dat het bij de dorpsraden gaat over een extra budget voor kleine projecten. Mw. Logtens vraagt of op dit onderzoek een meting is uitgevoerd ten aanzien van de deelnemers. Dhr. Stiphout ziet het stuk als extra steun voor de raad bij de discussie over de stellingen. Mw. Van Neerven merkt op dat de jongeren en de dorpen ondervertegenwoordigd zijn en dat er meer mannen dan vrouwen hebben gereageerd. De enquête is daarom slechts een indicatie ten aanzien van de te maken bezuinigingskeuzes. De SP is voorstander van een eigen budget voor de wijk- en dorpsraden en leefbaarheid en veiligheid. Het is een bespreekstuk. Dhr. Wiggers de Vries vindt het een goedbedoeld onderzoek om de keuzes van de raad te toetsen bij de burgers, maar hij vraagt zich af of het een representatieve meting is geweest, want computertechnisch is het zelfs mogelijk dat dezelfde burgers het onderzoek meerdere malen hebben ingevuld. Bovendien blijkt een aantal politieke partijen ondervertegenwoordigd te zijn. Een aantal stellingen dat bedacht is door de ambtenaren, is leidend in de discussie, maar de vraag is of deze in voldoende mate representatief zijn. Dhr. Stiphout stelt voor om op 27 januari de verdere richting aan te geven. 4

5 Dhr. Wiggers de Vries meent dat de gemeenteraad gekozen is door de burgers en daarom dient de raad op 27 januari en met name bij de kadernota de keuzes te maken. De raad mag zich niet verschuilen achter een niet-representatieve enquête onder een aantal burgers. De verantwoordelijkheid mag niet worden neergelegd bij de burgers. Dhr. Stiphout meent dat de enquête aansluit bij de mening van de raad, op een aantal uitzonderingen na. Verdere conclusies dienen er niet aan verbonden te worden. Dhr. Van der Zande meent dat de raadsleden op 10 september 2010 een keuze hebben gemaakt die voorgelegd zijn aan de burgers om te toetsen of men op de juiste weg zit. Op de uitzonderingen dient nader ingezoomd te worden. De kaders worden pas eind juni vastgelegd en dan kunnen er andere accenten gelegd worden omdat de tijden intussen weer enigszins veranderd zijn. Dhr. Manuel merkt op dat het geen referendum is, het is puur een burgerraadpleging. Daarom hoeft de raad zich niet te committeren aan de uitspraken. Dhr. Wiggers de Vries meent dat er conclusies worden verbonden aan de mening van de burgers, maar deze conclusies kunnen niet onderbouwd worden met dit onderzoek. Hij zal daarom tegen het besluit stemmen. Dhr. Stiphout meent dat in het besluit op bladzijde 205 beter vermeld kan worden kennis te nemen van, in plaats van instemmen met de conclusies. Dhr. Hermanussen sluit zich hierbij aan. Over de verschillende standpunten moet nog gediscussieerd worden. Wethouder Ronnes merkt op dat het onderzoek bedoeld is om te toetsen hoe de burgers denken over de te maken keuzes. Er is bewust gekozen voor laagdrempeligheid voor deelname aan de enquête, die niet statistisch verantwoord is, maar wel aangeeft hoe burgers over de stellingen denken. Het blijkt dat burgers enthousiast zijn om op deze wijze bij te kunnen dragen aan keuzes die de gemeenteraad moet maken. De uitkomsten zijn niet leidend en er moet bij de kadernota door de raad een nadere afweging gemaakt worden. De voorzitter concludeert dat het besluit op pagina 205 tekstueel dient worden aangepast, zodanig dat de raad een en ander voor kennisgeving aanneemt. Hiertoe zal een amendement worden voorbereid door de griffie dat de fracties gezamenlijk kunnen ondertekenen. 6. Mededelingen en vragen over actuele zaken. Er zijn geen mededelingen of vragen. 7. Sluiting van de vergadering. De voorzitter sluit de vergadering om uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Bestuur van de gemeente Boxmeer op 14 april De griffier, De voorzitter, A.W.J.M. Cornelissen M.C.G. Klaassen 5

6 Afspraken en toezeggingen: 1. De voorzitter zal het college verzoeken de gedane toezeggingen spoedig af te wikkelen. (agendapunt 2, overzicht afspraken en toezeggingen) 2. Burgemeester Van Soest zal een voorstel opstellen ten aanzien van RIEC. (agendapunt 4, presentatie RIEC) 3. De griffier zal een amendement t.b.v. de raadsvergadering van 27 januari 2011 voorbereiden m.b.t. de besluitvorming inzake het stellingendebat. (agendapunt 5, stellingendebat) 6