Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Privaatrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Privaatrecht"

Transcriptie

1 Masterscriptie Rechtsgeleerdheid accent Privaatrecht Een onderzoek naar de gebondenheid van private aanbesteders aan de algemene beginselen van aanbestedingsrecht Auteur: mr. M.P.C. Hendriks Begeleiders: prof. mr. C.E.C. Jansen mr. dr. S. van Gulijk

2 Inhoudsopgave Begrippenlijst 3 Voorwoord 4 1. Inleiding 5 2. Aanbesteding buiten het toepassingsbereik van de Europese richtlijnen en het private partijen begrip Inleiding Het begrip aanbesteding Private partijen Conclusie De algemene beginselen van aanbestedingsrecht Inleiding Het beginsel van non-discriminatie Nederlandse jurisprudentie Het transparantiebeginsel Verplichtingen onder het transparantiebeginsel Europese jurisprudentie Nederlandse jurisprudentie Het gelijkheidsbeginsel Verplichtingen onder het gelijkheidsbeginsel Nederlandse jurisprudentie Het beginsel van proportionaliteit Europese jurisprudentie Nederlandse jurisprudentie Conclusie Toepassing van de algemene beginselen van aanbestedingsrecht op aanbestedingen die niet onder het toepassingsbereik van de aanbestedingswetgeving vallen Inleiding Pre-ConforMed HR 4 april 2003 ComforMed Het geschil en de rechtsvraag Overwegingen van de Hoge Raad Implicaties van het arrest Post-ConforMed 33 1

3 4.5 Conclusie Rechterlijke toetsing van de algemene beginselen van aanbestedingsrecht: een verschil tussen zuiver private partijen en aanbestedende diensten? Inleiding Methodiek Jurisprudentievergelijking Vzr. Rb. Middelburg 27 november 2007, LJN BC Vzr. Rb. Breda 21 december 2007, LJN BC Rb. Amsterdam 23 april 2008, LJN BE Vzr. Rb. Utrecht 19 september 2008, LJN BF Rb. Amsterdam 6 mei 2009, LJN BI Vzr. Rb. Arnhem 8 september 2011, LJN BT2628 en Hof Arnhem 23 januari 2012, LJN BV Vzr. Rb. Zwolle 27 december 2011 LJN BV Conclusie Het uitsluiten van de algemene beginselen van aanbestedingsrecht bij niet-gereguleerde aanbestedingen Inleiding De precontractuele fase als vertrekpunt van uitsluiting Gezichtspunten die een rol kunnen spelen Hof Amsterdam 20 september 2011, RCR 2011/ Conclusie Conclusie: Hoe ver reikt de gebondenheid van private aanbesteders aan de algemene beginselen van aanbestedingsrecht bij niet-gereguleerde aanbestedingen? 55 Literatuurlijst 57 Jurisprudentielijst 61 2

4 Begrippenlijst Algemene Aanbestedingsrichtlijn Richtlijn 2004/18/EG ARW 2005 Aanbestedingreglement Werken 2005 Bass Besluit aanbestedingsregels speciale sectoren Bao Besluit aanbestedingsregels overheidsopdrachten BR Bouwrecht B.V. Besloten Vennootschap BW Burgerlijk Wetboek De Raad De Europese Raad EG Het Verdrag van de Europese Gemeenschappen EU Europese Unie Europese Richtlijnen Richtlijnen 2004/18/EG en 2004/17/EG Hof Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen hof Het gerechtshof HR Hoge Raad HvJEG Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen KG Kort Geding LJN Landelijk Jurisprudentienummer MvA Memorie van Antwoord NJ Nederlandse Jurisprudentie NJF Nederlandse Jurisprudentie Feitenrechtspraak NTBR Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht Rb Rechtbank RCR Rechtspraak Contractenrecht Richtlijn Speciale Sectoren Richtlijn 2004/17/EG r.o rechtsoverweging RvA Raad van Arbitrage voor de Bouw TA Tijdschrift Aanbestedingsrecht TFEU Treaty on the Functioning of the European Union U.A. Coöperatie met Uitgesloten Aansprakelijkheid Vzr. Voorzieningenrechter 3

5 Voorwoord Waarde lezer, Voor u ligt mijn scriptie ter afronding van de master rechtsgeleerdheid accent privaatrecht. Het idee achter het onderwerp van mijn scriptie is al ontstaan gedurende de colleges bouwrecht van dhr. Prof. mr. Van den Berg enkele jaren geleden. Zijn enthousiasme bij het doceren over het bouw- en aanbestedingsrecht heeft in die zin dan ook zijn weerslag gekregen in mijn scriptie. Echter, van een idee tot het stuk dat nu voor u ligt, zit een aanzienlijke kloof. Daarom ben ik mevrouw mr. dr. Van Gulijk zeer erkentelijk voor haar eerste commentaar op mijn onderzoeksopzet en dhr. Prof. mr. Jansen voor zijn begeleiding gedurende het schrijven van mijn scriptie, welke ik als zeer prettig heb ervaren. Tot slot nog een woord van dank aan de mensen die het dichtst bij mij staan, in het bijzonder mijn vriendin Marloes, mijn ouders Paul en Annemiek en mijn zus Iris. Zonder hun onaflatende steun de afgelopen jaren was deze scriptie er niet gekomen. Ik wens u veel leesplezier. Menno Hendriks Tilburg, 11 september

6 1. Inleiding In zijn afscheidsrede als hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam op 28 oktober 2005 deed Wedekind een oproep tot vereenvoudiging van het aanbestedingsrecht. 1 Tegelijkertijd met deze oproep besefte hij dat van een makkelijke klus geen sprake kon zijn. Wedekind en met hem andere auteurs op het gebied van het aanbestedingsrecht zagen immers een steeds verdere uitdijing van het aanbestedingsrecht. 2 Daarbij lijkt het in ons recht diep gewortelde beginsel van de contractvrijheid, als gevolg van het toenemende belang van het aanbestedingsrecht, steeds meer terrein te verliezen. Een treffend voorbeeld van voornoemde ontwikkeling is mijns inziens de vraag naar de toepasselijkheid van de algemene beginselen van aanbestedingsrecht op aanbestedingen door zuiver private partijen. Waar in het verleden toepasselijkheid van deze beginselen slechts toe werd geschreven aan aanbestedingen onder vigeur van de Europese aanbestedingsrichtlijnen, is voormelde vraag naar aanleiding van het ComforMed arrest van de Hoge Raad uit 2003 zeer actueel geworden. 3 Zonder hier uitgebreid in te gaan op het voornoemde arrest, mag gesteld worden dat het ComforMed arrest aanknopingspunten biedt die er op duiden dat zuiver private partijen mogelijk ook worden gebonden aan de algemene beginselen van aanbestedingsrecht, wanneer zij onverplicht kiezen voor het houden van een aanbesteding. Vorenstaande interpretatie van het ComforMed arrest komt ook naar voren in jurisprudentie van lagere instanties die sinds het ComforMed arrest is gewezen en waar deze vraag centraal stond. 4 Uitgaande van de premisse dat private partijen daadwerkelijk worden gebonden aan de algemene beginselen van aanbestedingsrecht bij aanbestedingen, speelt automatisch de vraag hoe ver deze gebondenheid reikt. Hierbij dient zich de vraag aan of met deze beginselen van aanbestedingsrecht bij hun toetsing door de rechter een onderscheid wordt gemaakt tussen gereguleerde aanbestedingen door aanbestedende diensten en vrijwillige aanbestedingen door zuiver private partijen. Men zou zich immers kunnen voorstellen dat tussen de mate van vrijheid die een zuiver private aanbestedende partij heeft in een vrijwillig gevolgde aanbestedingsprocedure en de vrijheid die een aanbestedingsplichtige partij heeft in een 1 Wedekind 2005, p Zie Luteijn 2004, p. 169 e.v., maar ook Manunza 2005, p HR 4 april 2003, NJ 2004, Zie bijvoorbeeld Rb. Amsterdam 23 november 2008, BR 2008/192. 5

7 aanbestedingprocedure volgens de Europese richtlijnen, een verschil bestaat. Deze veronderstelling grijpt terug op de ratio achter het Europese aanbestedingsrecht, namelijk dat de Europese wetgever er voor heeft gekozen om overheidsopdrachtgevers en private aanbesteders te binden aan de regels van het aanbestedingsrecht met het oog op het realiseren van een vrije markt. 5 Derhalve impliceert de toenmalige keuze van de Europese wetgever dat aanbestedende partijen die niet onder de werkingssfeer van de Europese richtlijnen en het Verdrag vallen, bij het organiseren van een aanbesteding in beginsel vrij zijn om te gunnen aan de inschrijver naar keuze. Vanuit dit perspectief zou de contractsvrijheid van private partijen, wanneer zij vrijwillig kiezen voor het organiseren van een aanbesteding, wel erg worden ingeperkt als zij op een gelijke wijze worden beoordeeld als aanbestedingsplichtige partijen, bij het waarborgen van de algemene beginselen van aanbestedingsrecht. Aldus genoeg aanleiding voor een nadere beschouwing van het leerstuk van de toepasselijkheid van de algemene beginselen van aanbestedingsrecht op private aanbestedingen, alsmede van de vraag of zuiver private aanbestedende partijen aan dezelfde normen dienen te voldoen wanneer het gaat om het naleven van de algemene beginselen van aanbestedingsrecht, als partijen die aanbestedingsplichtig zijn krachtens de Europese aanbestedingsrichtlijnen. In het tweede hoofdstuk van mijn scriptie zal ik de begrippen aanbesteding en private partijen definiëren. Vervolgens zal ik in het derde hoofdstuk van mijn scriptie beschrijven welke beginselen van aanbestedingsrecht worden onderscheiden en wat deze beginselen inhouden voor partijen die op grond van het Europese aanbestedingsrecht verplicht zijn tot naleving van voormelde beginselen. In hoofdstuk vier zal ik ingaan op de vraag of naar aanleiding van het ComforMed arrest en nadien gewezen jurisprudentie, de algemene beginselen van aanbestedingsrecht (in beginsel) van toepassing zijn op aanbestedingen door private partijen. Uitgaande van de premisse dat voornoemde beginselen inderdaad van toepassing zijn op aanbestedingen door private partijen, zal ik in hoofdstuk vijf aan de hand van een analyse en vergelijking van jurisprudentie nagaan of de Nederlandse civiele rechter private aanbesteders meer vrijheid geeft bij het in acht nemen van de algemene beginselen van aanbestedingsrecht dan partijen die dienen aan te besteden volgens de Europese aanbestedingsrichtlijnen. In hoofdstuk zes zal ik ingaan op de vraag of private aanbesteders de voormelde gebondenheid aan de algemene beginselen van aanbestedingsrecht 5 Pijnacker Hordijk e.a. 2004, p. 2. 6

8 kunnen uitsluiten. Tot slot zal ik in hoofdstuk zeven tot een conclusie komen en de onderzoeksvraag beantwoorden. 7

9 2. Aanbesteding buiten het toepassingsbereik van de Europese richtlijnen en het private partijen begrip 2.1 Inleiding In het vorige hoofdstuk kwam naar voren dat het ComforMed arrest als vertrekpunt dient te gelden voor de ontwikkelingen op het gebied van het leerstuk van de toepasselijkheid van de algemene beginselen van aanbestedingsrecht op aanbestedingen buiten de reikwijdte van de Europese richtlijnen. 6 De Hoge Raad overwoog in het ComforMed arrest vrij onder meer: 7 de keuze voor een aanbestedingsprocedure - zonder daartoe verplicht te zijn - meebracht dat aanbesteder gehouden was zich te gedragen overeenkomstig de in de precontractuele fase geldende maatstaven van redelijkheid en billijkheid. De Hoge Raad heeft het over een aanbestedingsprocedure zonder een verplicht karakter, maar wat is nu feitelijk een aanbesteding en hoe kan een aanbesteding juridisch worden geduid? Voornoemde vragen zal ik in dit hoofdstuk proberen te beantwoorden. Daarnaast zal ik in dit hoofdstuk globaal ingaan op de vraag wat verstaan wordt onder private partijen die niet onder het bereik van de Europese richtlijnen vallen. De beantwoording van deze vraag zal ik als definitie van private partijen gebruiken gedurende mijn scriptie. 2.2 Het begrip aanbesteding Het antwoord op de vraag wat nu een aanbesteding is wordt vaak niet eenduidig beantwoord. Zo karakteriseert Van Wassenaer van Catwijk een aanbesteding feitelijk als Het door een partij die voornemens is een opdracht voor de levering van goederen, diensten of werken (of een combinatie daarvan) te plaatsen georganiseerd proces, dat moet leiden tot gunning van die opdracht aan een daartoe door hem geselecteerde partij. 8 In verbintenisrechtelijke zin wordt de aanbesteding gekwalificeerd als een uitnodiging tot het doen van een aanbod. 9 Kenmerkend hierbij volgens een aantal auteurs is dat een vragende partij meer dan één onderneming benadert met het verzoek een aanbod uit te brengen met het oog op het aangaan van een overeenkomst tot 6 HR 4 april 2003, NJ 2004, Volgt uit HR 4 april 2003, NJ 2004, 35, r.o Van Wassenaer van Catwijk 2010, p Zie in dit kader Blei Weismann 2010, aant maar ook Koning 2002, p. 371 en Nijholt 1996, p. 1 en 3. 8

10 het leveren van goederen, diensten of werken. 10 Voorts is er geen sprake van een aanbesteding als het initiatief uitgaat van de aanbieder van goederen of diensten. 11 In tegenstelling tot vorenstaande opvatting dat het aanbod gericht moet zijn op meer dan één onderneming, heeft Van den Berg betoogd dat het bij een uitnodiging aan een enkele gegadigde ook kan gaan om een vorm van aanbesteding, nu het een alternatieve vorm van de zogenaamde gunning uit de hand beziet. 12 Eenzelfde mening kan worden toegeschreven aan Van Wassenaer die ook verwijst naar de gunning uit de hand. 13 Thans acht Jansen het bij de vraag of er sprake is van een aanbesteding van belang dat de uitgenodigde partij uit de uitnodiging kan afleiden dat er een of meerdere andere partijen op hetzelfde moment dezelfde uitnodiging hebben ontvangen. 14 Wil er sprake zijn van een aanbesteding dient de vragende partij bovendien de intentie te hebben om de uitgenodigde partijen direct te laten concurreren voor het verkrijgen van de opdracht. 15 Naast voornoemde omschrijvingen van het begrip aanbesteding in de literatuur is de definitie van het begrip aanbesteding in de jurisprudentie ook een aantal keer aan de orde geweest. Het hof s-hertogenbosch verstond in zijn arrest van 16 juni 2009 onder het begrip aanbesteding het navolgende: 16 Algemeen wordt als definitie van een aanbesteding het volgende gehanteerd: de al dan niet gelijktijdige uitnodiging van een aanbesteder aan twee of meer inschrijvers om een inschrijfcijfer in te dienen voor de uitvoering van een opdracht tot het leveren van goederen en het verrichten van diensten met inbegrip van het uitvoeren van werken. Zeer recentelijk gebruikte de voorzieningenrechter van de rechtbank s-gravenhage precies dezelfde definitie. 17 Ook de door de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam gehanteerde definitie lag dichtbij de hierboven geciteerde definitie: Blei Weismann 2010, aant Pijnacker Hordijk e.a. 2004, p Asser Van den Berg, nr Van Wassenaer 1990, p Jansen 2009, p Jansen 2009, p Hof s-hertogenbosch 16 juni 2009, NJF 2009, Vzr. Rb. s-gravenhage 26 januari 2012, LJN BV

11 Ingevolge paragraaf I, randnummer 10 van de Boetebekendmaking B&U deelsector wordt onder aanbesteding verstaan de, al dan niet gelijktijdige, uitnodiging van een opdrachtgever aan twee of meer ondernemingen om een offerte in te dienen voor een opdracht tot de uitvoering van een B&U werk. In voornoemde uitspraken lijken dus een aantal, reeds in de literatuur genoemde elementen, terug te keren. Opvallend is echter wel dat in deze uitspraken wordt gesproken over een al dan niet gelijktijdige uitnodiging. Zoals hierboven ook al gesteld door Jansen is juist een belangrijk kenmerk van een aanbesteding dat het voor alle inschrijvende partijen duidelijk is dat andere partijen gelijktijdig een uitnodiging hebben gehad om een aanbod te doen. 19 Wanneer elke situatie waarbij een vragende partij een andere partijen uitlokt tot het doen van een aanbod met een aanbesteding zou moeten worden gelijkgesteld, verliest het begrip aanbesteding zijn onderscheidend vermogen. 20 Hoewel er dus verschillende opvattingen bestaan over de precieze inhoud van het begrip aanbesteding, acht ik een definitie werkbaar waarbij onder een aanbesteding het navolgende wordt begrepen: van een aanbesteding is sprake wanneer een vragende partij gelijktijdig bij meerdere partijen een aanbod uitlokt tot het leveren van goederen en het verrichten van diensten met inbegrip van het uitvoeren van werken met het oogmerk om voornoemde partijen rechtstreeks te laten concurreren. 2.3 Private partijen Op het oog lijkt het alsof er niet veel misverstanden kunnen zijn omtrent de vraag wat nu precies private partijen zijn. Private partijen ontlenen hun rechtspersoonlijkheid immers aan art. 2:3 BW in tegenstelling tot publieke lichamen die hun rechtspersoonlijkheid blijkens art. 2:1 BW ontlenen aan de grondwet of uit het bij of krachtens de wet bepaalde. Thans ligt de vraag wat nu precies private partijen zijn in het aanbestedingsrecht wat genuanceerder. Deze vraag heeft voor mijn scriptie relevantie nu ik het private partijen begrip in mijn scriptie wil gebruiken als 18 Vzr. Rb. Rotterdam 15 juli 2009, LJN BA Jansen 2009, p , zie anders Asser - Van den Berg, nr Jansen 2009, p

12 een gemeenschappelijke noemer voor entiteiten die niet worden gebonden door de publiekrechtelijke normen en voorschriften van de vigerende aanbestedingswetgeving, maar mogelijk wel door de algemene beginselen van aanbestedingsrecht op grond van de precontractuele redelijkheid en billijkheid. Het eerder genoemde onderscheid tussen art. 2:1 BW en art. 2:3 BW is in het aanbestedingsrecht namelijk niet bruikbaar, omdat het goed mogelijk is dat een entiteit die zijn rechtspersoonlijkheid aan art. 2:3 BW ontleent, toch onder de reikwijdte van de Europese aanbestedingsrichtlijnen valt. 21 Het streeft het doel van deze paragraaf voorbij om zeer gedetailleerd aan te geven in welke gevallen een private partij wel onder het bereik van voornoemde wetgeving valt en wanneer niet, maar ik zal in abstracto proberen aan te geven welke private partijen als zodanig in zijn geheel buiten de reeds genoemde wetgeving vallen. Op grond van de Algemene Richtlijn worden als aanbestedende dienst aangemerkt, de Staat, zijn territoriale lichamen, publiekrechtelijke instellingen en verenigingen gevormd door een of meer territoriale lichamen en/of publiekrechtelijke instellingen. 22 De eerste twee zijn voor het private partijen begrip niet relevant vanwege het feit dat zij hun rechtspersoonlijkheid aan art. 2:1 BW ontlenen. Voor het private partijen begrip is vooral de subcategorie publiekrechtelijke instelling van belang. Anders dan de titel van deze subcategorie doet vermoeden, kan een entiteit die onder deze subcategorie valt ook goed een private partij zijn in de zin dat deze entiteit zijn rechtspersoonlijkheid ontleent aan art. 2:3 BW. Wil een op grond van art. 2:3 BW als private partij aangemerkte entiteit niet aanbestedingsplichtig zijn, dient zij niet te zijn opgericht met het specifieke doel om te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn. 23 Tevens moeten de activiteiten niet voor de meerderheid door een wel als aanbestedende dienst aan te merken instelling worden gefinancierd, aan beheer zijn onderworpen door een aanbestedende dienst of het bestuursorgaan, het leidinggevende of het toezichthoudende orgaan voor meer dan de helft door de Staat, de territoriale lichamen of andere aanbestedende diensten zijn aangewezen. 24 Bij het eerst genoemde criterium is bij de vraag of een private partij aanbestedingsplichtig is, van belang of de overheid bij de desbetreffende activiteit van de entiteit om redenen van algemeen belang normaal gesproken zelf wil voorzien 21 Een voorbeeld hiervan is Essent Energie Productie B.V. dat in dit geval onder het Bass valt, zie ter illustratie Vzr. Rb. Arnhem 2 juni 2009, LJN BI Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Rad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten. 23 Zie art. 1 lid 9 van Richtlijn 2004/18/EG. 24 Pijnacker Hordijk e.a. 2004, p

13 of een beslissende invloed wil houden. 25 Daarnaast is ook van belang wie het economische risico van de activiteit draagt. 26 Evenals onder de noemer van art. 1 lid 9 van de Algemene Richtlijn zijn private partijen die opdrachten vestrekken voor werken boven de in de Algemene Richtlijn genoemde drempelwaardes, op grond van art. 8 van de Algemene Richtlijn verplicht deze werken aan te besteden als de financiering van deze werken voor meer dan 50 procent rechtstreeks door aanbestedende diensten wordt gesubsidieerd. Naast een aanbestedingsplicht op grond van de Algemene Richtlijn kunnen private partijen ook als aanbestedende dienst worden aangemerkt onder de Richtlijn Speciale Sectoren, ook wel de Richtlijn Nutssectoren. 27 Art. 2 lid 2 sub b van voornoemde Richtlijn schaart ondernemingen onder het toepassingbereik van de Richtlijn als zij activiteiten uitoefenen als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 7 van de Richtlijn waarbij deze ondernemingen bijzondere of uitsluitende rechten genieten welke hun door een bevoegde instantie van een lidstaat zijn verleend. Het gaat hier voornamelijk om geprivatiseerde nutsbedrijven die door overheidshandelen in meerdere of mindere mate tegen concurrentie zijn beschermd bij activiteiten als bijvoorbeeld levering van gas, warmte en elektriciteit, productie en levering van water en openbaar vervoer over land. 28 Aldus vallen ondernemingen met rechtspersoonlijkheid op grond van art. 2:3 BW die geen activiteiten verrichten die zijn benoemd in voornoemde Richtlijn, of wel zulke activiteiten ontplooien maar waar men niet door overheidshandelen tegen concurrentie is beschermd, onder het door mij gebezigde private partijen begrip. 2.4 Conclusie In het vorenstaande heb ik het begrip aanbesteding zowel feitelijk als juridisch geduid en ben ik gekomen tot een bruikbare juridische definitie van het begrip aanbesteding. Daarnaast heb ik het private partijen begrip nader uitgewerkt, waarbij ik heb kunnen vaststellen dat rechtspersonen die hun rechtspersoonlijkheid aan art. 2:3 BW ontlenen, in een aantal gevallen niet onder het private partijen begrip kwalificeren. Of een partij wel als een private partij, maar niet als aanbestedingsplichtig kan worden gekwalificeerd, zal afhangen van de omstandigheden van het 25 HvJ EG 15 januari 1998 C-44/96 Mannesmann Austria, r.o HvJ EG 10 mei 2001 C-223/99 en C-260/99 Agora, r.o Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten. 28 Pijnacker Hordijk e.a. 2004, p. 57 en

14 geval. In de navolgende hoofdstukken zal ik met het begrip private partij in ieder geval doelen op krachtens art. 2:3 BW opgerichte entiteiten die niet zijn aan te merken als aanbestedingsplichtig. 13

15 3. De algemene beginselen van aanbestedingsrecht 3.1 Inleiding De codificatie van het gelijkheidsbeginsel en het transparantiebeginsel in de Algemene Richtlijn en in de Richtlijn Speciale Sectoren betekende de erkenning van de algemene beginselen van aanbestedingsrecht in het gereguleerde aanbestedingsrecht. 29 De erkenning van voornoemde beginselen had reeds in de jurisprudentie van het HvJEG plaatsgevonden. 30 Bovengenoemde beginselen kunnen als algemene rechtsbeginselen worden geduid, maar vormen binnen de context van het aanbestedingsrecht een rode draad voor het waarborgen van een eerlijk, open en rechtmatig aanbestedingsproces, waardoor zij als algemene beginselen van aanbestedingsrecht in het gereguleerde aanbestedingsrecht worden onderscheiden. In de navolgende paragrafen zal ik ingaan op de vraag welke beginselen van aanbestedingsrecht worden onderscheiden. Daarbij zal ik aan de hand van zowel Europese als Nederlandse jurisprudentie een analyse maken van gedragingen van aanbesteders die in strijd moeten worden geacht met deze beginselen. Voormelde analyse zal een toetsingskader opleveren waarmee ik in hoofdstuk 5 kan bezien of rechters private aanbesteders meer vrijheid geven bij het in acht nemen van de algemene beginselen van aanbestedingsrecht dan aanbestedende diensten tijdens gereguleerde aanbestedingen. 3.2 Het beginsel van non-discriminatie Het beginsel van non-discriminatie impliceert dat alle inschrijvers en offertes gelijk behandeld dienen te worden, met dien verstande dat elke toegangsvoorwaarde die feitelijk onderscheid maakt in nationaliteit en herkomst geacht wordt te leiden tot oneerlijke behandeling. 31 Het beginsel van non-discriminatie is een van de meest fundamentele beginselen van ons EU-recht en is dan ook neergelegd in art. 18 TFEU. Naast de waarde van dit beginsel voor het EU recht als geheel, moet het beginsel van non-discriminatie als een van de basisbeginselen van het aanbestedingsrecht worden gezien, zo blijkt uit het arrest Storebaelt van het HvJEG. 32 In dit 29 Het betreft hier art. 2 Richtlijn 2004/18/EG en art. 8 Richtlijn 2004/17/EG. 30 Zie in dit kader voor het gelijkheidsbeginsel HvJ EG 22 juni 1993 C-243/89 Storebaelt. 31 Trepte 2004, p Zie HvJ EG 22 juni 1993 C-243/89 Storebaelt. 14

16 arrest oordeelde het Hof dat een voorschrift dat alleen lokale producten en arbeid mochten worden gebruikt, om in casu een brug te bouwen, in strijd was met het beginsel van nondiscriminatie. 33 Net als de reeds hiervoor behandelde arresten in het kader van het transparantieen het gelijkheidsbeginsel levert het niet oproepen tot mededinging bij de gunning van een overheidsopdracht voor de verlening van diensten strijd op met het beginsel van nondiscriminatie Nederlandse jurisprudentie De jurisprudentie van veelal voorzieningenrechters laat zien dat het beginsel van nondiscriminatie nogal uit zijn Europese context is getrokken. Zoals hierboven al aangegeven, vloeit het beginsel van non-discriminatie rechtstreeks uit het Verdrag voort en verbiedt voornoemd beginsel aanbestedende partijen te discrimineren op grond van nationaliteit. In de Nederlandse rechtspraak wordt veelvuldig naar het beginsel van non-discriminatie verwezen, maar van discriminatie op grond van nationaliteit is eigenlijk nooit sprake. In een aanzienlijk aantal gevallen wordt onder de noemer van het beginsel van non-discriminatie gewezen naar het creëren van een level playing field, wat feitelijk neerkomt op het creëren van gelijke kansen voor elke inschrijver. Deze verwijzing kan mogelijk worden verklaard doordat het gelijkheidsbeginsel een afgeleide vormt van het beginsel van non-discriminatie zoals dat is vastgelegd in het Verdrag. 35 Zo oordeelde de voorzieningenrechter in Dordrecht dat de aanwezigheid van een informatieachterstand van een inschrijver ten opzichte van de andere inschrijver, waarvan de aanbestedende dienst zich bewust is en onvoldoende actie onderneemt om deze te dichten, betekent dat er geen sprake is van een level playing field en de aanbestedende dienst aldus in strijd heeft gehandeld met het beginsel van non-discriminatie. 36 Bij het oordeel van de voorzieningenrechter ten aanzien van het level playing field, kan de kritische kanttekening worden geplaatst dat mee zal moeten spelen wat de oorzaak is van de informatieachterstand. Een aanbestedende partij hoeft immers bij het formuleren van de selectieen gunningscriteria geen rekening te houden met de omstandigheid dat de ene inschrijver 33 Zie HvJ EG 22 juni 1993 C-243/89 Storebaelt. 34 Zie HvJ EG 18 december 2007 C-220/06 Correos, maar ook HvJ EG 17 juli 2008 C-347/06 ASM Brescia en de arresten van het HvJ EG 21 juli 2005 C-231/03 Coname en HvJ EG 13 oktober 2005 Parking Brixen. 35 Zie uitgebreider Manunza 2004, p Zie Vzr. Rb. Dordrecht 24 januari 2008, TA 2008/46. 15

17 wellicht beter in staat is om een winnende inschrijving in te dienen dan de andere inschrijver. 37 Als de informatieachterstand te wijten is aan een gebrek aan ontbrekende branchekennis of specifieke kennis van de lokale markt moet in mijn ogen niet te snel worden aangenomen dat er geen sprake is van een level playing field. Een soortgelijke opvatting lijkt de rechtbank Haarlem er op na te houden door te oordelen dat het beginsel van non-discriminatie niet met zich meebrengt dat inherente verschillen tussen inschrijvers worden weggenomen. 38 De rechtbank Groningen achtte, mijns inziens terecht, een keurmerk eis voor bepaalde producten niet in strijd is met het beginsel van non-discriminatie. 39 Een keurmerk zegt immers iets over de kwaliteit en duurzaamheid van het product en heeft niet het oogmerk om partijen ongelijk te behandelen. Het is gerechtvaardigd om te stellen dat de aanbesteder in dit geval een redelijk belang had om een dergelijke eis te stellen. 3.3 Het transparantiebeginsel Het transparantiebeginsel is, zoals hierboven al opgemerkt, een algemeen rechtsbeginsel welke in het bijzonder in het aanbestedingsrecht wordt erkend en beschermd. Voor het transparantiebeginsel in het aanbestedingsrecht geldt zowel op Europees niveau als op nationaal niveau, dat voornoemd beginsel de onverstoorde werking van de interne markt dient te beschermen. 40 Het HvJEG erkende het bestaan van het transparantiebeginsel in het aanbestedingsrecht voor het eerst in het zogenaamde Waalse Bussen arrest waarin het HvJEG als voorbeelden van toepassing van het transparantiebeginsel, zowel de verplichting van aanbestedende diensten bij openbare aanbestedingen de inhoud van alle inschrijvingen gelijktijdig bekend te maken en de verplichting de gunningscriteria voorafgaand aan de aanbesteding bekend te maken, noemde. 41 Dat het transparantiebeginsel een ruimer toepassingsbereik heeft dan enkel onder de vigeur van de aanbestedingsrichtlijnen, kon worden afgeleid uit het Coname arrest van het HvJEG. 42 Hier verbindt het Hof een schending van het transparantiebeginsel met indirecte discriminatie op grond van nationaliteit op basis van art. 43 en 49 EG. Transparantieverplichtingen, die niet onder de aanbestedingsrichtlijnen kunnen 37 Van den Berge en Mutsaers 2009, p Vzr. Rb. Haarlem 25 mei 2007, LJN BA Vzr. Rb. Groningen 23 november 2007, LJN BB Buijze 2011, nr. p HvJ EG 25 april 1996 C-87/94 Waalse Bussen, r.o. 55 respectievelijk r.o Buijze 2011, p

18 worden geschaard, maar wel in tweede instantie voortvloeien uit het primaire gemeenschapsrecht, kunnen zodoende ook van toepassing zijn op werken en opdrachten die niet onder de aanbestedingsrichtlijnen vallen. 43 Via voornoemde weg van het primaire gemeenschapsrecht maakte het Hof dan ook uit dat de gunning van openbare dienstenconcessies zonder oproep tot mededinging onder meer in strijd kan zijn met het transparantiebeginsel. 44 Naast een eventuele link met het primaire gemeenschapsrecht is de koppeling van het transparantiebeginsel aan het hierna nog te bespreken gelijkheidsbeginsel eveneens van groot belang geweest voor de doorwerking van het transparantiebeginsel bij zaken die als zodanig buiten de werkingssfeer van de aanbestedingsrichtlijnen vallen. 45 Voormelde koppeling maakte het HvJEG voor het eerst in de zaken Unitron en Telaustria, waarbij het Hof in de eerste zaak overwoog dat door transparantie te waarborgen verzekerd werd dat inschrijvers daadwerkelijk gelijke kansen krijgen. 46 Maar ook uit het Coname arrest en het Lianakis arrest blijkt dat er een hechte relatie bestaat tussen het transparantiebeginsel en het gelijkheidsbeginsel. 47 In het eerste arrest achtte het Hof het ontbreken van transparantie in strijd met het gelijkheidsbeginsel 48 en in de laatste bepaalde het Hof dat het transparantiebeginsel uit het gelijkheidsbeginsel voortvloeit. 49 Eenzelfde redenering volgde het Hof in het Succhi di Frutta arrest, waarin het bepaalde dat het betrachten van transparantie een uitvloeisel is van het beginsel dat inschrijvers van aanbestedingen gelijk dienen te worden behandeld. 50 Hoewel er dus een nauwe band bestaat tussen beide beginselen, laat dit onverlet dat aan het transparantiebeginsel zelfstandige betekenis moet worden toegekend. Zo beargumenteerde het Hof in een arrest uit 2002 met betrekking tot een gunningsprocedure dat in voornoemde procedure zowel het gelijkheidsbeginsel als het transparantiebeginsel dient te worden eerbiedigd. 51 Prechal bezigt het argument dat de zelfstandigheid van het transparantiebeginsel onder meer blijkt uit het feit dat zonder het waarborgen van de transparantie de naleving van het 43 HvJ EG 21 juli 2005 C-231/03 Coname. 44 Het ging hier om art. 86 lid 1 EG, vlg. uit HvJ EG 13 oktober 2005 Parking Brixen. 45 Prechal 2008, p Zie HvJ EG 18 november 1999 C-275/98 Unitron en HvJ EG 7 december 2000 C-324/98 Telaustria. 47 Zie ook Prechal 2008, p HvJ EG 21 juli 2005 C-231/03 Coname. 49 HvJ EG 24 januari 2008 C-532/06 Lianakis. 50 HvJ EG 29 april 2004 C-496/99 Succhi di Frutta. 51 Zie HvJ EG 12 december 2002 C-470/99 Universale Bau, r.o

19 gelijkheidsbeginsel niet kan worden gecontroleerd. 52 Mijns inziens zou dit argument van Prechal juist ook anders uit te leggen zijn, namelijk dat het transparantiebeginsel onderdeel is van het gelijkheidsbeginsel Verplichtingen onder het transparantiebeginsel In deze paragraaf zal ik ingaan op de inhoud van het transparantiebeginsel en dus op de vraag welke verplichtingen voor aanbestedende diensten voortvloeien uit het transparantiebeginsel. Deze vraag is sinds de erkenning van het transparantiebeginsel als algemeen beginsel van aanbestedingsrecht veelvuldig aan de orde geweest bij zowel het HvJEG als bij de Nederlandse rechter. Daarbij kunnen twee concretiseringen van het transparantiebeginsel worden onderscheiden. De eerste concretisering houdt voor de aanbestedende dienst de verplichting in de opdracht bekend te maken aan de markt. De tweede concretisering van het transparantiebeginsel betekent voor aanbesteders dat zij verplicht zijn om gedurende de aanbestedingsprocedure transparantie te betrachten. Gezien het feit dat ik in mijn onderzoek kijk naar private aanbesteders, die vrijwillig kiezen voor een aanbesteding, is enkel deze laatste concretisering van belang. Private aanbesteders kennen namelijk geen bekendmakingverplichting. In het navolgende zal ik daarom enkel nader in gaan op de tweede concretisering van het transparantiebeginsel Europese jurisprudentie De verplichting tot het betrachten van transparantie gedurende de aanbestedingsprocedure houdt volgens het Hof in dat selectiecriteria zodanig worden geformuleerd dat ieder redelijk geïnformeerde en zorgvuldige inschrijver ze op dezelfde manier zal interpreteren. 53 In een later arrest werd deze regel overgenomen waarbij het Hof met betrekking tot de selectiecriteria overwoog dat deze duidelijk, precies en ondubbelzinnig moeten worden geformuleerd. 54 In voormeld arrest bepaalde het Hof tevens dat voorwaarden na een al gegunde opdracht niet kunnen worden gewijzigd. 55 In de aanbestedingsdocumentatie dient in ieder geval de uiterste datum van inschrijving te worden vermeld om niet in strijd te handelen met het beginsel van 52 Prechal 2008, p HvJ EG 18 oktober 2001, C-19/00, SIAC, maar ook HvJ EG 18 december 2008, C-384/07, Wienstrom. 54 HvJ EG 29 april 2004 C-496/99 Succhi di Frutta, r.o HvJ EG 29 april 2004 C-496/99 Succhi di Frutta, r.o. 111 en ook het arrest van het HvJ EG van 18 december 2008 C-384/07 Wienstrom voor soortgelijke vereisten. 18

20 transparantie. 56 Daarnaast vloeit uit het transparantiebeginsel voort, dat bij toepassing van het gunningscriterium van de economisch meest voordelige aanbieding, een rangorde van de subgunningscriteria aan potentiële inschrijvers vermeld moet worden voor de voorbereiding van hun offertes, indien reeds voor de aankondiging van de opdracht afwegingsregels zijn vastgesteld. 57 Hetzelfde gold volgens het Hof in voormeld arrest voor afwegingsregels bij de selectie van gegadigden Nederlandse jurisprudentie De Europese rechtspraak over het transparantiebeginsel is aan de Nederlandse rechtscolleges niet voorbijgegaan. De maatstaven die het HvJEG aanlegde in het Succhi di Frutta arrest en in het Wienstrom arrest zijn veelvuldig terug te vinden in de Nederlandse jurisprudentie. De Hoge Raad overwoog in zijn arrest van 4 november 2005 het navolgende: 58 De aan het Europese aanbestedingsrecht ten grondslag liggende beginselen van gelijkheid en transparantie brengen niet alleen mee dat alle aanbieders gelijk worden behandeld, maar ook dat zij in gelijke mate, mede met het oog op een goede controle achteraf, een duidelijk inzicht moeten hebben in de voorwaarden waaronder de aanbesteding plaats heeft, zoals de selectiecriteria.[ ] Het transparantiebeginsel strekt, in samenhang daarmee, ertoe te waarborgen dat elk risico van favoritisme en willekeur door de aanbestedende dienst wordt uitgebannen en impliceert dat alle voorwaarden en modaliteiten van de gunningsprocedure in het aanbestedingsbericht of in het bestek worden geformuleerd op een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze, opdat, enerzijds, alle behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijvers de juiste draagwijdte kunnen begrijpen en zij deze op dezelfde manier interpreteren, en, anderzijds, de aanbestedende dienst in staat is om metterdaad na te gaan of de offertes van de inschrijvers beantwoorden aan de criteria welke op de betrokken opdracht van toepassing zijn. Nadien zijn vorenstaande overwegingen veelvuldig in lagere rechtspraak herhaald. 59 Daarnaast heeft zich over een aantal van de hierboven beschreven criteria een nogal casuïstische 56 HvJ EG 25 april 1996, C-87/94 Waalse Bussen. 57 Zie HvJ EG 12 december 2002 C-470/99 Universale Bau, zie ook HvJ EG 9 februari 2006 C226/04 en C228/04, la Cascina. 58 HR 4 november 2005, NJ 2006,204, LJN AU Zie bijvoorbeeld Vzr. Rb. Arnhem 4 april 2008, LJN BC9094, maar ook Hof s-hertogenbosch 27 januari 2009, LJN BH5073, Hof Arnhem 22 juli 2008 LJN BD8520 en Vzr. Rb. Zwolle 13 juli 2007, LJN BC

21 jurisprudentie ontwikkeld, waarvan ik hieronder een aantal in mijn ogen relevante uitspraken zal behandelen. De Hoge Raad refereerde in bovenvermelde overwegingen al aan de noodzaak om vooraf alle selectie- en gunningscriteria op een duidelijke, precieze en ondubbelzinnige wijze te formuleren. Het hof s-gravenhage stelde vast dat naast het vermelden van de verschillende gunningscriteria ook het vermelden van de diverse subgunningscriteria noodzakelijk was en zo mogelijk ook in afnemende volgorde van belang. 60 Gunningscriteria dienen uitputtend te worden vermeld. 61 Het vooraf bekendmaken van alle eventuele subsubcriteria en nadere afwegingsregels is niet nodig, aldus het hof Amsterdam. 62 In lijn met deze uitspraak ligt ook het arrest van het hof s-gravenhage waarin het hof tot het oordeel kwam dat elementen die een rol zouden kunnen spelen bij de beoordeling van de verschillende subgunningscriteria niet limitatief hoeven te worden opgesomd in de voorafgaand aan de aanbesteding aan de inschrijvers overhandigde beoordelingsleidraad. 63 Als nadere afwegingsregels echter niet logisch voortvloeien uit het aan inschrijvers ter beschikking gestelde puntensysteem dan handelt de aanbestedende dienst echter wel in strijd met het transparantiebeginsel. 64 Het deponeren van de beoordelingsmatrix bij een notaris zonder deze vooraf bekend te maken aan de inschrijvers is tevens in strijd met het transparantiebeginsel. 65 Buiten de verplichting onder de vigeur van het transparantiebeginsel om selectie- en gunningscriteria vooraf bekend te maken, dienen voornoemde criteria bovendien duidelijk, precies en ondubbelzinnig te zijn. 66 Onduidelijkheid over relevante wegingsfactoren, vaagheid over inhoud van gunningscriteria en een niet eenduidige beoordelingssystematiek en rekenmethode leveren strijd op met het transparantiebeginsel. 67 Een belangrijk streven van het waarborgen van het transparantiebeginsel is zoals gezegd het uitbannen van willekeur en mogelijk favoritisme. Voorts gaat de handhaving van het transparantiebeginsel op dat punt niet zo ver dat bij het beoordelen van aanbiedingen van inschrijvers geen enkel subjectief element mag worden opgenomen. Men ontkomt hier immers bij de individuele beoordeling van aanbiedingen van inschrijvers niet aan, omdat nu eenmaal niet 60 Hof s-gravenhage 15 april 2004, BR 2004/136, maar ook Vzr.Rb Den Haag 16 september 2008 LJN BF Vzr. Rb. Haarlem 15 juli 2005, LJN BH Hof Amsterdam 7 juli 2005, LJN AT Hof s-gravenhage 15 maart 2007, LJN BB Vzr. Rb. s-hertogenbosch 10 juli 2001, BR 2002, p Hof Leeuwarden 2 maart 2005, BR 2005/ Zie nogmaals HR 4 november 2005, NJ 2006, Zie respectievelijk Hof s-gravenhage 21 juni 2011, LJN BR0188, Vzr. Rb. Zutphen 22 februari 2008, LJN BC4993, Vzr. Rb. Arnhem 4 april 2008, LJN BC9094 en Vzr. Rb. Rotterdam 25 januari 2007, TA 2007/38. 20

22 alles objectiveerbaar is. Mijns inziens is de uitspraak van de rechtbank s-gravenhage van 20 februari 2009, waarin de rechtbank bepaalde dat een zeker subjectief element in individuele beoordeling van cv s nog geen strijd met het transparantiebeginsel oplevert, in dat licht dan ook juist. 68 Het motiveren van de aanbestedende partij waarom zij kiest voor een bepaalde inschrijver en niet voor een andere maakt ook deel uit van het transparantiebeginsel. Zo is een motiveringsplicht opgenomen in het Besluit aanbestedingsregels overheidsopdrachten (hierna: Bao). 69 Hierbij dienen inschrijvers achteraf te kunnen vaststellen of de afwijzing terecht was en eventueel tot nadere juridische procedures overgaan. 70 Hiertoe kunnen inschrijvers de aanbestedende dienst verzoeken om nadere informatie en inzicht in de aan alle inschrijvers toegekende punten. Deze controlemogelijkheid gaat echter niet zover dat aanbestedende diensten zonder meer gehouden zijn achteraf de aanbiedingen van de wel geselecteerde bedrijven te verstrekken. 71 Deze aanbiedingen kunnen immers gevoelige informatie bevatten die in handen van concurrenten tot aantasting van de concurrentiepositie van de desbetreffende inschrijver zou kunnen leiden. Uit het Varec arrest volgt dat een rechterlijke instantie de gewezen instantie is om te bepalen welke informatie kan worden verstrekt en op welke wijze de vertrouwelijkheid en het geheime karakter van voormelde informatie kan worden gewaarborgd. 72 Het verdient dan ook aanbeveling om als aanbestedende partij niet zomaar alle informatie te verstrekken, maar dit aan de bevoegde rechterlijke instantie over te laten in een aangespannen procedure. 3.4 Het gelijkheidsbeginsel Het gelijkheidsbeginsel wordt wel gezien als het belangrijkste beginsel van aanbestedingsrecht en als ijkpunt van al wat zich in het aanbestedingsrecht voltrekt. 73 Een belangrijke constatering is in ieder geval dat het gelijkheidsbeginsel, wat inhoudt dat een aanbestedende partij alle (potentiële) aanbieders voor en tijdens de aanbesteding gelijk behoort te behandelen, zodat alle (potentiële) aanbieders verzekerd zijn van een eerlijke kans, de kern vormt van waar het aanbestedingsrecht voor in het leven is geroepen, namelijk de ontwikkeling en het bevorderen 68 Zie Vzr. Rb. s-gravenhage 20 februari 2009 TA 2009/ Het gaat hier om art. 41 lid 4 van het Bao. 70 Zie ook Parlevliet 2010, p Zie Vzr. Rb. Maastricht 10 april 2009 TA 2009/ Zie HvJ EG 14 februari 2008 C-450/06 Varec. 73 Zie Van den Berg e.a. 2007, p

23 van een gezonde en daadwerkelijke mededinging tussen de aan de aanbestedingsprocedure voor een overheidsopdracht deelnemende ondernemingen. 74 Net als het transparantiebeginsel dat nauw is gelieerd aan het gelijkheidsbeginsel, werd het gelijkheidsbeginsel voor het eerst gecodificeerd in de Algemene Aanbestedingsrichtlijn. 75 In de jaren daarvoor was de inhoud van het aanbestedingsrechtelijke gelijkheidsbeginsel wel al neergelegd in de jurisprudentie van het HvJEG en voortgevloeid uit het Europese Verdrag. Het Hof bepaalde in het Storebaelt arrest dat het gelijkheidsbeginsel door aanbestedende diensten verplicht dient te worden gerespecteerd en dat dit voortvloeit uit de hoofddoelstelling van de toenmalige Richtlijn Werken om daadwerkelijke mededinging op het gebied van overheidsopdrachten te ontwikkelen. 76 In de zaken Sporting Exchange en Engelmann verwees het Hof expliciet naar het in acht nemen van het beginsel van gelijke behandeling bij het verlenen van voornoemde dienstenconcessies door aanbestedende diensten. 77 In de navolgende paragraaf zal ik ingaan op de verplichtingen die het naleven van het gelijkheidsbeginsel voor aanbesteders met zich meebrengt Verplichtingen onder het gelijkheidsbeginsel In het reeds genoemde arrest Storebaelt oordeelde het HvJEG dat het gelijkheidsbeginsel vereist dat alle offertes die door inschrijvers worden ingediend, dienen te voldoen aan de voorschriften van het bestek, teneinde een objectieve vergelijking van voornoemde offertes te waarborgen. 78 Aan het waarborgen van het gelijkheidsbeginsel is niet voldaan als de aanbestedende dienst rekening houdt met een wijziging in de oorspronkelijke aanbieding van een van de inschrijvers, omdat deze laatste dan wordt bevoordeeld tegenover zijn concurrenten. 79 Van een dergelijke bevoordeling is geen sprake wanneer slechts weinig gegadigden aan een bepaald criterium kunnen voldoen, zolang het criterium objectief is en zonder onderscheid voor alle aanbiedingen geldt. 80 Een aanbestedende dienst schendt het gelijkheidsbeginsel wel als hij 74 Voor een definitie van het gelijkheidsbeginsel, zie Asser - Van den Berg, nr Zie art. 10 Richtlijn 2004/18/EG. 76 Zie HvJ EG 22 juni 1993 C-243/89 Storebaelt, r.o Zie HvJ EG 9 september 2010 C-64/08 Engelmann en HvJ EG 13 juni 2010 C-203/08 Sporting Exchange. 78 Zie HvJ EG 22 juni 1993 C-243/89 Storebaelt, r.o Zie HvJ EG 25 april 1996, C-87/94 Waalse Bussen. 80 Zie HvJ EG 17 september 2002 C-513/99 Concordia Bus Finland. 22

24 zich niet bereid toont of na laat te controleren of door inschrijvende partijen aan het gestelde selectiecriterium is voldaan. 81 Zoals ook is terug te vinden in de jurisprudentie betreffende het transparantiebeginsel heeft het HvJEG zich ook meerdere malen moeten buigen over de toelaatbaarheid van allerhande selectieen gunningscriteria in het licht van het gelijkheidsbeginsel. In dat kader gaf het Hof aan dat een criterium dat beziet op een gegeven dat pas uit de toekomst zal blijken niet in strijd is met beginsel van gelijke behandeling, zolang een dergelijk criterium voorafgaand in het bestek of bij de aankondiging van de opdracht is vermeld. 82 Ook in de aankondiging van de opdracht kan het gelijkheidsbeginsel worden geschonden, zo oordeelde het HvJEG in de zaak Erga Ose. 83 Naar het oordeel van het Hof brengt het gelijkheidsbeginsel met zich mee dat potentiële buitenlandse belangstellenden zich in een gelijke situatie bevinden wat de strekking betreft van de informatie in een aankondiging van een opdracht. Door de noodzaak voor buitenlandse gegadigden om naar aanleiding van de bekendmaking van de opdracht verdere opheldering te vragen over de voorwaarden van deelneming aan de aanbestedingsprocedure, mede door een voor buitenlandse gegadigden afschrikkende uitsluitingclausule, hebben zij geen gelijke kansen gehad. 84 In een andere zaak is voor het Hof de vraag aan de orde geweest of een technische dialoog met een van de inschrijvende partijen voorafgaand aan de aanbesteding strijd oplevert met het gelijkheidsbeginsel, omdat dit de mededinging zou uitsluiten. Het Hof heeft hierover geoordeeld dat betrokkenheid van een van de inschrijvers enkel om de reden van een technische dialoog nog niet met zich meebrengt dat er sprake is van een schending van het gelijkheidsbeginsel Nederlandse jurisprudentie Ook het gelijkheidsbeginsel heeft zich duidelijk in de Nederlandse aanbestedingsjurisprudentie gemanifesteerd. Evenzeer als onder het transparantiebeginsel werd rechtspraak van het HvJEG integraal door de Nederlandse rechter overgenomen. 86 Tal van uitspraken zien op gevallen waarin een inschrijving niet voldeed aan de voorschriften van het bestek, maar waar het werk toch aan die inschrijver werd gegund of de inschrijver zijn fout nog mocht herstellen. Veelal 81 Zie HvJ EG 4 december 2003 C-448/01 Wienstrom. 82 Zie HvJ EG 18 oktober 2001 C-19/00 SIAC. 83 Zie HvJ EG 12 november 2009 C-199/07 ERGA OSE. 84 Zie HvJ EG 12 november 2009 C-199/07 ERGA OSE. 85 Zie HvJ EG 3 maart 2005 C-21/03 en C-34/03 Fabricom/Belgie. 86 Een goed voorbeeld hiervan is Vzr. Rb. Rotterdam 12 februari 2009, TA 2009/64. 23

25 wordt hier door zowel rechters als arbiters korte metten mee gemaakt en deze handelswijze van de aanbestedende dienst in strijd geacht met het gelijkheidsbeginsel. 87 In dat kader kan het tolereren van slechts een kleine fout al strijd opleveren met het gelijkheidsbeginsel. 88 Voorts is het achteraf schrappen van een bepaling in het aanbestedingsdocument dat in strijd was met het Bao door het hof Leeuwarden gelijk gesteld aan het wijzigen van de inschrijfvoorwaarden en aldus in strijd met het gelijkheidsbeginsel. 89 Een uitzondering op het uitgangspunt dat een aanbestedende dienst de door haar gestelde selectie- en gunningscriteria strikt dient te handhaven, is in zijn algemeenheid alleen aanvaardbaar als het om een geringe eenieder kenbare omissie of fout gaat die bij herstel ervan de gelijke kansen van inschrijvers niet in het geding brengt. 90 Overigens lijkt het vragen van de aanbestedende dienst aan een inschrijvende partij om verduidelijking van haar offerte niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel. 91 De verplichting van aanbestedende diensten zoals die volgt uit het Storebaelt arrest, waardoor het gelijkheidsbeginsel wordt gehandhaafd, kan voor diezelfde aanbestedende diensten met zich mee brengen dat op eerdere gunningvoornemens kan worden teruggekomen, nadat ongeldig gebleken inschrijvingen buiten beschouwing zijn gelaten. 92 Het gelijkheidsbeginsel zet hierbij het opgewekte vertrouwen bij de inschrijver, aan wie de opdracht eigenlijk zou zijn gegund, opzij. Andersom geldt overigens hetzelfde. Wanneer de rechter bepaalt dat de offerte van een inschrijvende partij ten onrechte buiten beschouwing is gelaten, staat het gelijkheidsbeginsel er niet aan in de weg dat de aanbestedende dienst haar oordeel ten aanzien van de gunning herziet. 93 In lijn met wat ik hierboven heb gezegd over de mogelijkheid van de aanbestedende dienst om een technische dialoog te houden met een van de inschrijvende partijen, brengt een kennisvoorsprong door een dergelijke technische dialoog of vanwege het feit dat de zittende aannemer ook meedoet met de aanbesteding, nog geen schending van het gelijkheidsbeginsel 87 Zie ter illustratie RvA 15 mei 2002, no en Rb. Rotterdam 24 december 2002, KG ZA Rb. Breda 24 februari 2009, TA 2009/ Zie Hof Leeuwarden 16 december 2008, LJN BG9924 en voor een gelijksoortig oordeel Vzr. Rb. s-gravenhage 8 februari 2008, LJN BD Zie ter illustratie Rb. Zwolle-Lelystad 12 juli 2007, LJN BB5620 en Rb. Breda 24 november 2008, LJN BG6367 maar ook Vzr. Rb. s-gravenhage 19 oktober 2009 TA 2009/ Zie Vzr. Rb Zwolle-Lelystad 15 februari 2006, LJN BC Zie Vzr. Rb. Rotterdam 5 augustus 2008, LJN BD9330, voor een uitzondering zie Vzr. Rb. Maastricht 28 augustus 2008, LJN BE9867, anders zie Vzr. Rb. s-gravenhage 16 maart 2007, LJN BA Vzr. Rb. Rotterdam 10 februari 2009, LJN BH

PIANOo-congres mr dr H.D. van Romburgh Recente jurisprudentie aanbestedingsrecht

PIANOo-congres mr dr H.D. van Romburgh Recente jurisprudentie aanbestedingsrecht PIANOo-congres 2008 mr dr H.D. van Romburgh Recente jurisprudentie aanbestedingsrecht 2 Recente jurisprudentie Slechts een greep uit de actuele ontwikkelingen Vandaag bijzondere aandacht voor aanbestedingsplicht

Nadere informatie

PIANOo-congres 2009. WERK aan de CRISIS! Recente jurisprudentie. Slechts een greep uit actuele ontwikkelingen.

PIANOo-congres 2009. WERK aan de CRISIS! Recente jurisprudentie. Slechts een greep uit actuele ontwikkelingen. 2 Recente jurisprudentie PIANOo-congres 2009 WERK aan de CRISIS! mr dr H.D. van Romburgh Recente jurisprudentie aanbestedingsrecht Slechts een greep uit actuele ontwikkelingen. Vandaag specifieke aandacht

Nadere informatie

FORUMDISCUSSIE - NVBU. Publiek en Privaat Aanbesteden. Twee werelden? FORUMDISCUSSIE - NVBU 21 januari 2014

FORUMDISCUSSIE - NVBU. Publiek en Privaat Aanbesteden. Twee werelden? FORUMDISCUSSIE - NVBU 21 januari 2014 FORUMDISCUSSIE - NVBU Publiek en Privaat Aanbesteden Twee werelden? 1 FORUMDISCUSSIE - NVBU 21 januari 2014 FORUMDISCUSSIE - NVBU Publiek en Privaat aanbesteden Twee werelden? Contractsvrijheid Uitgangspunt

Nadere informatie

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis) mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, juli 2008 Aan de orde in onderhavige zaak is (mede)

Nadere informatie

Themabijeenkomst Cumela mr. L. Knoups. 14 februari 2013

Themabijeenkomst Cumela mr. L. Knoups. 14 februari 2013 Themabijeenkomst Cumela mr. L. Knoups 14 februari 2013 Programma - Do s & dont s van de inschrijving - Actualiteiten aanbestedingsrecht 2 Do s & Dont s van de inschrijving 3 Aankondiging Onduidelijkheden

Nadere informatie

Aanbesteding en inkoop van zorg

Aanbesteding en inkoop van zorg Aanbesteding en inkoop van zorg Richard-Jan Roks 8 september 2015 Inhoudsopgave Wat is aanbestedingsrecht en bronnen Private aanbesteding versus overheidsaanbesteding Aanbesteding en zorgverzekeraars Gezamenlijke

Nadere informatie

Offerteaanvraag Doelgroepenvervoer 2012 ten behoeve van gemeente Heerenveen. Nota van inlichtingen 5 van 17 april 2012

Offerteaanvraag Doelgroepenvervoer 2012 ten behoeve van gemeente Heerenveen. Nota van inlichtingen 5 van 17 april 2012 Offerteaanvraag Doelgroepenvervoer 2012 ten behoeve van gemeente Heerenveen Nota van inlichtingen 5 van 17 april 2012 Vraag 1: U schrijft dat ter voorkoming van manipulatief inschrijven de berekeningsmethodiek

Nadere informatie

Advies 527 Samenvatting

Advies 527 Samenvatting Advies 527 Samenvatting De klacht ziet op Europese openbare procedure voor een overheidsopdracht voor de levering van vrachtwagens. In de aanbestedingsstukken is bepaald dat een inschrijving ongeldig is

Nadere informatie

De nieuwe Aanbestedingswet is er!

De nieuwe Aanbestedingswet is er! Alumnidag Rechtsgeleerdheid, 25 januari 2013 De nieuwe Aanbestedingswet is er! Prof.mr. Chris Jansen Plan van behandeling aanbesteden begripsverkenning aanbestedingsrecht vragen, beginselen en andere bronnen

Nadere informatie

Trending topics aanbestedingsrecht

Trending topics aanbestedingsrecht Trending topics aanbestedingsrecht Regelgeving en jurisprudentie in beweging Workshop door Christa Visser Trending topics aanbestedingsrecht Regelgeving en jurisprudentie in beweging: 1. motivering van

Nadere informatie

De wezenlijke wijziging nader beschouwd. mr dr H.D. van Romburgh 22 november 2012

De wezenlijke wijziging nader beschouwd. mr dr H.D. van Romburgh 22 november 2012 De wezenlijke wijziging nader beschouwd mr dr H.D. van Romburgh 22 november 2012 1 Twee soorten van wezenlijke wijzigingen. De wezenlijke wijziging ná gunning en de wezenlijke wijziging vóór inschrijving

Nadere informatie

Advies 210. De uiterste termijn voor het indienen van de inschrijving is :00.

Advies 210. De uiterste termijn voor het indienen van de inschrijving is :00. Advies 210 1. Feiten 1.1. Beklaagde heeft een meervoudig onderhandse aanbesteding gehouden. Op deze aanbestedingsprocedure is het ARW 2005 van toepassing verklaard. 1.2. Klager heeft op 16 januari 2015

Nadere informatie

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië)

Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) Opinie inzake HvJ EG 21 februari 2008, zaak C-412/04 (Commissie-Italië) De artikelen 43 EG en 49 EG leggen overigens geen algemene verplichting tot gelijke behandeling op, maar een verbod van discriminatie

Nadere informatie

Inleiding en algemeen

Inleiding en algemeen I Inleiding en algemeen 1 Inleiding en omschrijving aanbestedingsrecht Aanbestedingsrecht Het aanbestedingsrecht is enerzijds een onderdeel van het economisch ordeningsrecht, wat op zijn beurt valt onder

Nadere informatie

DE AANBESTEDENDE DIENST:

DE AANBESTEDENDE DIENST: DE AANBESTEDENDE DIENST: VRIJ IN VERGELIJKEN? EEN ONDERZOEK NAAR DE BEOORDELINGSVRIJHEID VAN DE AANBESTEDER IN RELATIE TOT DE BEGINSELEN VAN GELIJKHEID EN TRANSPARANTIE Grietje Pepping S136976 Universiteit

Nadere informatie

Gepubliceerd in Tender Nieuwsbrief 5, augustus 2008

Gepubliceerd in Tender Nieuwsbrief 5, augustus 2008 Gepubliceerd in Tender Nieuwsbrief 5, augustus 2008 Geheime wegingsfactoren als middel tegen onredelijk hoge prijzen Maak van de beste inschrijver geen spekkoper Bij sommige aanbestedingen is er een gedoodverfde

Nadere informatie

ZIJN ZORGINSTELLINGEN AANBESTEDINGSPLICHTIG?

ZIJN ZORGINSTELLINGEN AANBESTEDINGSPLICHTIG? ZIJN ZORGINSTELLINGEN AANBESTEDINGSPLICHTIG? Door mr. A.A. (Ali) Rassa Over de vraag of zorginstellingen aanbestedingsplichtig zijn heeft lange tijd onduidelijkheid bestaan. Gelet op de huidige stand van

Nadere informatie

Prijsvorming en aanbestedingsrecht

Prijsvorming en aanbestedingsrecht Prijsvorming en aanbestedingsrecht Monika Chao-Duivis Directeur Instituut voor Bouwrecht Hoogleraar bouwrecht TU Delft March 17, 2008 1 March 17, 2008 2 1 Onderwerpen Gunningscriteria Wat zijn de overleg

Nadere informatie

Advies In de Selectieleidraad van 10 oktober 2014 is op pagina 14 en volgende bepaald:

Advies In de Selectieleidraad van 10 oktober 2014 is op pagina 14 en volgende bepaald: Advies 184 1. Feiten 1.1. Beklaagde houdt een Europese niet-openbare aanbestedingsprocedure voor de selectie van de architect en constructeur voor een ten behoeve van de beklaagde te realiseren aanbouw

Nadere informatie

Aanbestedingen zo zit dat!

Aanbestedingen zo zit dat! D A T U M 17-2-2009 P A G I N A 0 White paper Serie Acquisitie in Re-integratie deel 3 Aanbestedingen zo zit dat! Versie december 2008 D A T U M 17-2-2009 P A G I N A 1 Wat kunt u er wel en niet van verwachten?

Nadere informatie

Regionale Bijeenkomst Selectie- en Gunningscriteria. De begrippen selectie- en gunningscriteria. Leusden, 13 november 2007

Regionale Bijeenkomst Selectie- en Gunningscriteria. De begrippen selectie- en gunningscriteria. Leusden, 13 november 2007 Regionale Bijeenkomst Selectie- en Gunningscriteria De begrippen selectie- en gunningscriteria Leusden, 13 november 2007 Anke Stellingwerff Beintema 1 Korte weergave juridisch kader Selectie- en gunningscriteria

Nadere informatie

De inkoop van Bijlage II B diensten onder de Aanbestedingswet 2012

De inkoop van Bijlage II B diensten onder de Aanbestedingswet 2012 De inkoop van Bijlage II B diensten onder de Aanbestedingswet 2012 mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal, maart 2013 De praktijk van vóór 1 april 2013 laat zien, dat het in voorkomende gevallen voor een

Nadere informatie

11 Een binnenstedelijke herontwikkeling

11 Een binnenstedelijke herontwikkeling 11 Een binnenstedelijke herontwikkeling Van: Aan: Vorm: J.M. Hebly M. van Pelt Casus OPDRACHT Woningcorporatie Woonzorg heeft besloten in een van de Randstedelijke prachtwijken een appartementencomplex

Nadere informatie

Vormen van publiek-publieke samenwerking. N.V.v.A. 18 februari 2016 Prof. mr H.D. van Romburgh

Vormen van publiek-publieke samenwerking. N.V.v.A. 18 februari 2016 Prof. mr H.D. van Romburgh Vormen van publiek-publieke samenwerking N.V.v.A. 18 februari 2016 Prof. mr H.D. van Romburgh Inbesteden en aanbesteden Uitbesteden is het verstrekken van een overheidsopdracht aan een derde. Dat moet

Nadere informatie

Uit- en aanbesteden in de Wet Werk en Bijstand

Uit- en aanbesteden in de Wet Werk en Bijstand 1 Uit- en aanbesteden in de Wet Werk en Bijstand Inleiding Over het onderdeel uit- en aanbesteden van de Wet werk en bijstand (WWB) is de nodige informatie verschenen. Mede gezien de wijzigingen die sindsdien

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

CIRCULAIRE STRUCTUURFONDSEN. Versie: 1. 9 september 2010 (vastgesteld in PMO) Coördinatiepunt Structuurfondsen Ministerie van Economische Zaken

CIRCULAIRE STRUCTUURFONDSEN. Versie: 1. 9 september 2010 (vastgesteld in PMO) Coördinatiepunt Structuurfondsen Ministerie van Economische Zaken CIRCULAIRE STRUCTUURFONDSEN Onderwerp: Aanbesteden Versie: 1 Datum: Afzender: Bereik: 9 september 2010 (vastgesteld in PMO) Coördinatiepunt Structuurfondsen Ministerie van Economische Zaken EFRO Aanleiding

Nadere informatie

Succesvol inschrijven op aanbestedingen. Bram Braat

Succesvol inschrijven op aanbestedingen. Bram Braat Succesvol inschrijven op aanbestedingen Bram Braat Inleiding 1. Beginselen in het aanbestedingsrecht a) Gelijkheids- en transparantiebeginsel; b) Proportionaliteitsbeginsel (Gids Proportionaliteit). 2.

Nadere informatie

Inkoop- & Aanbestedingsbeleid. Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting

Inkoop- & Aanbestedingsbeleid. Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting Inkoop- & Aanbestedingsbeleid Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting 1 INLEIDING De SEV stimuleert de ontwikkeling van praktische, innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied

Nadere informatie

Aanbesteding(splicht) en (regisserend) opdrachtgeverschap

Aanbesteding(splicht) en (regisserend) opdrachtgeverschap 1 Aanbesteding(splicht) en (regisserend) opdrachtgeverschap 9 oktober 2018 VBTM Advocaten Marijn Huijbers 06 48 54 46 51 / m.huijbers@vbtm.nl Programma 2 Aanbestedingsplicht woningcorporaties: kader en

Nadere informatie

<<JAAN>> Sdu Uitgevers Jurisprudentie Aanbestedingsrecht 2013, afl. 7

<<JAAN>> Sdu Uitgevers Jurisprudentie Aanbestedingsrecht 2013, afl. 7 JAAN 2013/165 Gerechtshof Amsterdam, 09-07-2013, 200.123.074/01 SKG en nr. 200.123.204/01 SKG Gebod voorzieningenrechter tot inschakelen extern deskundige voor beoordeling van kostendekkendheid van slechts

Nadere informatie

Toelaatbaarheid onevenwichtige contractvoorwaarden vanuit juridisch perspectief

Toelaatbaarheid onevenwichtige contractvoorwaarden vanuit juridisch perspectief Symposium Onevenwichtige contractvoorwaarden of niet? Toelaatbaarheid onevenwichtige contractvoorwaarden vanuit juridisch perspectief Chris Jansen Zoetermeer, 16 maart 2010 Onevenwichtig let op het verschil

Nadere informatie

Eisen conform artikel 10 inzake aanbesteding en marktconformiteit. Inkoop en aanbesteding. Marktconformiteit

Eisen conform artikel 10 inzake aanbesteding en marktconformiteit. Inkoop en aanbesteding. Marktconformiteit Bijlage 2 Behorend bij artikel 10, vijfde lid van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 maart 2006, nr. PO/ZO-2006/10847, houdende voorschriften van OCW inzake dagarrangementen

Nadere informatie

Verrekenprijzen als gunningscriterium (?)

Verrekenprijzen als gunningscriterium (?) Aanbestedingsrecht ARTIKELEN Tony van Wijk 1 De Hoge Raad heeft op 26 juni 2009 overwogen dat verrekenprijzen als (sub)gunningscriterium onder de Standaard 2005 bestaanbaar zijn. Opmerkelijk, nu in het

Nadere informatie

HERSTEL VAN EEN FOUT. in het aanbestedingsrecht. versus GELIJKHEIDSBEGINSEL

HERSTEL VAN EEN FOUT. in het aanbestedingsrecht. versus GELIJKHEIDSBEGINSEL HERSTEL VAN EEN FOUT in het aanbestedingsrecht versus GELIJKHEIDSBEGINSEL Een onderzoek of het mogen of moeten aanbieden van een mogelijkheid tot herstel van een fout in een inschrijving in het aanbestedingsrecht

Nadere informatie

Advies De geraamde waarde van de opdracht bedraagt volgens klager

Advies De geraamde waarde van de opdracht bedraagt volgens klager Advies 89 1. Feiten 1.1 De gemeente X. heeft op 2 maart 2014 een aanvraag met referentienummer [nummer] aangekondigd via een marktplaats welke beheerd wordt door beklaagde. De opdracht bestond uit het

Nadere informatie

Het toenemend belang van het aanbestedingsrecht voor de ondernemingsrechtpraktijk

Het toenemend belang van het aanbestedingsrecht voor de ondernemingsrechtpraktijk Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker Het toenemend belang van het aanbestedingsrecht voor de ondernemingsrechtpraktijk Inleiding Het aanbestedingsrecht

Nadere informatie

Daarnaast overweegt de Hoge Raad dat het transparantiebeginsel

Daarnaast overweegt de Hoge Raad dat het transparantiebeginsel heidsopdracht deelnemende ondernemingen te bevorderen, en vereist dat alle inschrijvers bij het opstellen van het in hun offertes gedane voorstel dezelfde kansen krijgen: voor alle mededingers moeten dezelfde

Nadere informatie

Wie stelt moet bewijzen en van potentieel naar duidelijk

Wie stelt moet bewijzen en van potentieel naar duidelijk Wie stelt moet bewijzen en van potentieel naar duidelijk HvJ EG 13 november 2007, C-507/03 (An Post) Mr. J.C. (Kees) van de Water, KW Legal november 2007 Op 13 november 2007 deed het Hof van Justitie (HvJ

Nadere informatie

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012

1 Rechtbank Breda, 13 juli 2012 BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT SUCCESSIEWET OOK VOOR PRIVÉVERMOGEN? Op 13 juli 2012 heeft rechtbank Breda uitspraak gedaan in een zaak over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956 (LJN:

Nadere informatie

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n)

Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) Aan De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 24 januari 2008 EP/MW / 8005245 Onderwerp Nadere informatie over aanbesteden

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/31687 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/31687 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31687 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Drahmann, Annemarie Title: Transparante en eerlijke verdeling van schaarse besluiten

Nadere informatie

Inbesteding of aanbesteding?

Inbesteding of aanbesteding? APRIL 2006 Inbesteding of aanbesteding? Opdrachten die door een aanbestedende dienst worden gegund aan een overheidsgedomineerde onderneming (met eigen rechtspersoonlijkheid) vallen in beginsel onder de

Nadere informatie

Interne memo. Aan : Jan ten Hoor Van : Simon Tichelaar Betreft : Aanbesteding Haderaplein Datum : 22 november Inleiding

Interne memo. Aan : Jan ten Hoor Van : Simon Tichelaar Betreft : Aanbesteding Haderaplein Datum : 22 november Inleiding 1 Interne memo Aan : Jan ten Hoor Van : Simon Tichelaar Betreft : Aanbesteding Haderaplein Datum : 22 november 2012 Inleiding In november 2011 adviseerden wij (Trip Advocaten & Notarissen) over de aanbestedingsrechtelijke

Nadere informatie

VERDELING VAN SCHAARSE 'PRIVATE' RECHTEN PAUL HEIJNSBROEK NVVA 15 JUNI 2017

VERDELING VAN SCHAARSE 'PRIVATE' RECHTEN PAUL HEIJNSBROEK NVVA 15 JUNI 2017 VERDELING VAN SCHAARSE 'PRIVATE' RECHTEN PAUL HEIJNSBROEK NVVA 15 JUNI 2017 JURIDISCH KADER VWEU Unierechtelijke beginselen / jurisprudentie: non-discriminatie, gelijkheid en transparantie Aanbestedingsrichtlijnen

Nadere informatie

Advies In par lid 7 van het bestek, gewijzigd in de Nota van Inlichtingen van 21 november 2013, is bepaald:

Advies In par lid 7 van het bestek, gewijzigd in de Nota van Inlichtingen van 21 november 2013, is bepaald: Advies 63 1. Feiten 1.1 Beklaagde heeft een meervoudig onderhandse aanbesteding gehouden ten behoeve van een opdracht voor het reinigen van wegen, straten en pleinen. In par. 0.04 lid 9 van het bestek

Nadere informatie

RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenkort geding Inhoudsindicatie

RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenkort geding Inhoudsindicatie EJEA 16041 ECLI:NL:RBZWB:2016:1623 Rechtbank ZeelandWestBrabant Datum uitspraak21032016 Datum publicatie24032016 ZaaknummerC/02/311776 / KG ZA 16108 RechtsgebiedenCiviel recht Bijzondere kenmerkenkort

Nadere informatie

Reflexwerking in de aanbestedingsfase

Reflexwerking in de aanbestedingsfase WEZENLIJKE WIJZIGING Reflexwerking in de aanbestedingsfase 21 november 2018 Daan Versteeg versteeg@rozemond.nl nl.linkedin.com/in/daan-versteeg-9381b43 Ontwikkeling in jurisprudentie Lang uiteenlopende

Nadere informatie

Eventuele voettekst 1

Eventuele voettekst 1 Eventuele voettekst 1 gezien vanuit de aanbestedende dienst Charles Petit Christianne Prasing-Remmé NVvA 141120a CP+CP 141119e Charles.Petit@rws.nl Christianne.Prasing@rws.nl De menselijke maat... Reacties

Nadere informatie

BIJLAGE 17. Memorandum inkoopprocedures. Per email: h.uneken@regiogenv.nl Hans Uneken Regio Gooi & Vechtstreek

BIJLAGE 17. Memorandum inkoopprocedures. Per email: h.uneken@regiogenv.nl Hans Uneken Regio Gooi & Vechtstreek BIJLAGE 17 W.M. Ritsema van Eck advocaat Rapenburg 83 2311 GK Leiden T 088 040 2124 F 088 040 2186 M 06 53 294 185 E w.ritsemavaneck@legaltree.nl W www.legaltree.nl Memorandum inkoopprocedures Per email:

Nadere informatie

mr dr H.D. van Romburgh Recente jurisprudentie aanbestedingsrecht

mr dr H.D. van Romburgh Recente jurisprudentie aanbestedingsrecht mr dr H.D. van Romburgh Recente jurisprudentie aanbestedingsrecht Recente Jurisprudentie Slechts een greep uit actuele ontwikkelingen. Vandaag komen aan de orde: Quasi-in house-opdrachten Samenwerking

Nadere informatie

Bijgaand het 2e kwartaalbericht over 2012 met een selectie van mogelijk voor u interessante actuele informatie over bouw- en aanbestedingsrecht:

Bijgaand het 2e kwartaalbericht over 2012 met een selectie van mogelijk voor u interessante actuele informatie over bouw- en aanbestedingsrecht: Geachte dame, heer, Bijgaand het 2e kwartaalbericht over 2012 met een selectie van mogelijk voor u interessante actuele informatie over bouw- en aanbestedingsrecht: Aanbestedingsrecht: materiaal voor defensie

Nadere informatie

Schaarse besluiten: openbare toekenning van rivaliserende rechten

Schaarse besluiten: openbare toekenning van rivaliserende rechten Schaarse besluiten: openbare toekenning van rivaliserende rechten Werkatelier VNG & Europa Decentraal, 20 september 2016 Olaf Kwast, wetgevingsjurist en oprichter Programma 13.00 Opening 13.15 Normenstelsel

Nadere informatie

De top 10 aanbestedingsvragen. Brigitte Faber-de Lange, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

De top 10 aanbestedingsvragen. Brigitte Faber-de Lange, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen De top 10 aanbestedingsvragen Brigitte Faber-de Lange, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Antwoord op de top 10 basisvragen 1. Waarom gelden er regels voor aanbesteden? 2. Wat zijn de belangrijkste wetten

Nadere informatie

Rechtsbescherming bij aanbesteding

Rechtsbescherming bij aanbesteding ACADEMIE VOOR DE RECHTSPRAKTIJK WEBINAR ACTUALITEITEN Rechtsbescherming bij aanbesteding Waardenburg, 10 september 2015 Prof. Mr Jan M. Hebly RECHTSBESCHERMING BIJ AANBESTEDING o Breed onderwerp o Van

Nadere informatie

16-5-2013. Jurisprudentie januari april 2013. Voorjaarsvergadering NVvA 14 mei 2013. Algemeen. 1. Voortaan maar weer Europees aanbesteden

16-5-2013. Jurisprudentie januari april 2013. Voorjaarsvergadering NVvA 14 mei 2013. Algemeen. 1. Voortaan maar weer Europees aanbesteden Jurisprudentie januari april 2013 Voorjaarsvergadering NVvA 14 mei 2013 Gert-Wim van de Meent Algemeen Behandeling jurisprudentie 2013; jurisprudentie 2012 zie de Kroniek van NVvA-leden Van den Berge,

Nadere informatie

PIANOo-congres 2012 Recente jurisprudentie aanbestedingsrecht. mr dr H.D. van Romburgh Den Haag 7 juni 2012

PIANOo-congres 2012 Recente jurisprudentie aanbestedingsrecht. mr dr H.D. van Romburgh Den Haag 7 juni 2012 PIANOo-congres 2012 Recente jurisprudentie aanbestedingsrecht mr dr H.D. van Romburgh Den Haag 7 juni 2012 1 Korte greep uit jurisprudentie Koffiezaak Noord-Holland Alleenrechten Wezenlijke wijzigingen

Nadere informatie

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: 200907796/1/V2. Datum uitspraak: 7 juli 2010 Raad van State AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

A. ALGEMENE BEGINSELEN IN ZAKE OVERHEIDSOPDRACHTEN

A. ALGEMENE BEGINSELEN IN ZAKE OVERHEIDSOPDRACHTEN Hoofdstuk V GOEDEREN INLEIDING OVERHEIDSOPDRACHTEN BEHEER EN BESCHIKKING VAN GOEDEREN WERKEN AAN GEBOUWEN PREMIES EN SUBSIEDIES SCHENKINGEN, LEGATEN EN STICHTINGEN 2. OVERHEIDSOPDRACHTEN 504. De kerkfabriek

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

Feitelijke gang van zaken

Feitelijke gang van zaken Tender Nieuwsbrief, De Zaak: Aanbesteding afvalstort: geen luchtige aangelegenheid mr. D.R. Versteeg advocaat in de aanbestedingspraktijk van Stibbe N.V. te Amsterdam * Met dank aan mr. D.C. Orobio de

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049

ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht

Nadere informatie

Nieuwsbrief Zorg. 10 december 2015. De verhouding tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders bij inkoopprocedures

Nieuwsbrief Zorg. 10 december 2015. De verhouding tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders bij inkoopprocedures Nieuwsbrief Zorg 10 december 2015 De verhouding tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders bij inkoopprocedures Inleiding Het Gerechtshof van Den Bosch heeft in het arrest van 12 mei 2015 bij wijze

Nadere informatie

Overheidsopdrachten: Commissie van Europese Gemeenschappen/ Koninkrijk België

Overheidsopdrachten: Commissie van Europese Gemeenschappen/ Koninkrijk België 1996 nummer 4, juli Overheidsopdrachten: Commissie van Europese Gemeenschappen/ Koninkrijk België Op 25 april 1996 heeft het Europese Hof van Justitie in de procedure tussen de Commissie en het Koninkrijk

Nadere informatie

Beleidsregels toepassing Wet BIBOB bij aanbestedingen en omgevingsvergunningen

Beleidsregels toepassing Wet BIBOB bij aanbestedingen en omgevingsvergunningen Beleidsregels toepassing Wet BIBOB bij aanbestedingen en omgevingsvergunningen 2013 Beleidsregels inzake toetsing van de integriteit bij aanbestedingen als bedoeld in artikel 5 van de Wet BIBOB (Beleidsregels

Nadere informatie

LJN: BM4205,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 215695 KG ZA 10-119

LJN: BM4205,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 215695 KG ZA 10-119 LJN: BM4205,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 215695 KG ZA 10-119 Print uitspraak Datum uitspraak: 12-05-2010 Datum publicatie: 12-05-2010 Rechtsgebied: Civiel overig Soort procedure: Voorlopige voorziening

Nadere informatie

(Dis)proportioneel?!

(Dis)proportioneel?! (Dis)proportioneel?! Aanleiding Onlangs werd ik betrokken bij een Europese aanbesteding waarbij de aanbestedende dienst extreem hoge financiële selectie-eisen leek te willen gaan stellen. Bij een verwachte

Nadere informatie

1.2. In het voorwoord van de Offerteaanvraag op pagina 3 is het volgende bepaald:

1.2. In het voorwoord van de Offerteaanvraag op pagina 3 is het volgende bepaald: Advies 340 1. Feiten 1.1. Beklaagde heeft een Europese openbare aanbesteding gehouden voor een overheidsopdracht voor diensten met betrekking tot de digitalisering van bouw-, milieu- en bodemdossiers.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10304 Rechtbank Noord-Holland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/15/ / KG ZA

ECLI:NL:RBNHO:2016:10304 Rechtbank Noord-Holland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/15/ / KG ZA ECLI:NL:RBNHO:2016:10304 Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 31-01-2017 Zaaknummer C/15/250779 / KG ZA 16-866 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Factsheet 12. Focus op overheidsopdrachten

Factsheet 12. Focus op overheidsopdrachten Factsheet 12 Versie nr. 7 d.d. 13 juli 2017 Inhoudsopgave I. WAT ZIJN OVERHEIDSOPDRACHTEN?... 3 II. NALEVING VAN DE REGELS VOOR OVERHEIDSOPDRACHTEN... 4 III. AANDACHTSPUNTEN... 5 13/07/17 2/6 I. Wat zijn

Nadere informatie

Herstel van. Fouten. Jagt. mr.. R.H.W. Jagt. [formuleringen. [deze. PIANOo-congres. 4 juni 2009

Herstel van. Fouten. Jagt. mr.. R.H.W. Jagt. [formuleringen. [deze. PIANOo-congres. 4 juni 2009 Herstel van Fouten [in het verleden behaalde resultaten geven geen garanties voor de toekomst] [formuleringen in deze presentatie zijn aangepast op een doel. Voor juridische acties of analyse: raadpleeg

Nadere informatie

Inkoopprocedures van zorgverzekeraars: beheerst door de contractsvrijheid of gebonden aan het aanbestedingsrecht?

Inkoopprocedures van zorgverzekeraars: beheerst door de contractsvrijheid of gebonden aan het aanbestedingsrecht? Inkoopprocedures van zorgverzekeraars: beheerst door de contractsvrijheid of gebonden aan het aanbestedingsrecht? Masterscriptie Privaatrecht: privaatrechtelijke rechtspraktijk Naam: Göktalay Altintas

Nadere informatie

Openbaarheid prijzen. Visie 4. 1. Vertrouwelijkheid in het algemeen. 2. Openbaarheid van prijzen

Openbaarheid prijzen. Visie 4. 1. Vertrouwelijkheid in het algemeen. 2. Openbaarheid van prijzen Visie 4 Openbaarheid prijzen Dit document behandelt de openbaarheid van prijzen in een aanbestedingsprocedure. Een transparant, objectief en non-discriminatoir inkoopproces is uitgangspunt voor aanbestedingsprocedures.

Nadere informatie

Wijzigen van overheidscontracten die door middel van een gereguleerde aanbestedingsprocedure tot stand komen

Wijzigen van overheidscontracten die door middel van een gereguleerde aanbestedingsprocedure tot stand komen Wijzigen van overheidscontracten die door middel van een gereguleerde aanbestedingsprocedure tot stand komen Prof. mr. C.E.C. Jansen* Het aanbestedingsrecht beperkt de contractsvrijheid van de overheid.

Nadere informatie

Zaak T-29/92. Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-29/92. Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-29/92 Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Non-existentie Besluiten van ondernemersverenigingen

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201109405/1 /V4. Datum uitspraak: 20 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Inleiding en algemeen

Inleiding en algemeen I Inleiding en algemeen 1 Inleiding en omschrijving aanbestedingsrecht Aanbestedingsrecht Het aanbestedingsrecht is enerzijds een onderdeel van het economisch ordeningsrecht, wat op zijn beurt valt onder

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:16893

ECLI:NL:RBDHA:2016:16893 ECLI:NL:RBDHA:2016:16893 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 25-10-2016 Datum publicatie 09-03-2017 Zaaknummer C/09/516790 / KG ZA 16-999 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Aanbestedingsrecht

Nadere informatie

Advies In de inschrijvingsleidraad is onder hoofdstuk 6 Gunningcriteria op pagina 7 het volgende bepaald:

Advies In de inschrijvingsleidraad is onder hoofdstuk 6 Gunningcriteria op pagina 7 het volgende bepaald: Advies 155 1. Feiten 1.1. Beklaagde heeft een meervoudig onderhandse procedure gehouden conform hoofdstuk 7 van de ARW 2012 voor het baggeren van watergangen in de gemeente van beklaagde. 1.2. In de inschrijvingsleidraad

Nadere informatie

De Herziene Aanbestedingswet biedt inkopers en ondernemers kansen? Geke & Gert

De Herziene Aanbestedingswet biedt inkopers en ondernemers kansen? Geke & Gert De Herziene Aanbestedingswet biedt inkopers en ondernemers kansen? Geke & Gert Lectoraat Inkoopmanagement Inkoop Inkoop overheidsopdrachten worden opengesteld voor mededinging overheidsopdrachten hebben

Nadere informatie

Advies 124. 1.2 In de selectiefase heeft beklaagde 23 aanmeldingen van gegadigden ontvangen, waaronder die van klager.

Advies 124. 1.2 In de selectiefase heeft beklaagde 23 aanmeldingen van gegadigden ontvangen, waaronder die van klager. Advies 124 1. Feiten 1.1 Beklaagde heeft een niet-openbare Europese aanbestedingsprocedure gehouden voor de levering van geschenken (bijvoorbeeld kerstpakketten en relatiegeschenken). 1.2 In de selectiefase

Nadere informatie

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum 22 augustus

Nadere informatie

29-10-2015. Invloed van het aanbestedingsrecht op de verkoop van overheidseigendom. EMVI is concept bekend uit het aanbestedingsrecht

29-10-2015. Invloed van het aanbestedingsrecht op de verkoop van overheidseigendom. EMVI is concept bekend uit het aanbestedingsrecht Invloed van het aanbestedingsrecht op de verkoop van overheidseigendom Prof. mr. E.R. Manunza Type Alle hier u Invloed EU Aanbestedingsrecht op andere contracten met de overheid Cobouw: Blok onderzoekt

Nadere informatie

«JAAN» Commissie van Aanbestedingsexperts. Commissie van Aanbestedingsexperts

«JAAN» Commissie van Aanbestedingsexperts. Commissie van Aanbestedingsexperts 24 februari 2017, Advies 401 (mr. Janssen, mr. Jansen, mr. Chen) Noot mr. M.M. Fimerius en mr. M. Turk Proportionaliteit geschiktheidseisen. Proportionaliteit selectiecriteria. Referentie-eisen. Stapeling

Nadere informatie

Slim inschrijven; Onderzoek naar strategisch inschrijven en de grenzen van een geoorloofde strategische inschrijving.

Slim inschrijven; Onderzoek naar strategisch inschrijven en de grenzen van een geoorloofde strategische inschrijving. Slim inschrijven; Onderzoek naar strategisch inschrijven en de grenzen van een geoorloofde strategische inschrijving. Iris Jans Tilburg, mei 2012 Slim inschrijven Onderzoek naar strategisch inschrijven

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Titel annotatie: Vervanging van de opdrachtnemer in een faillissementssituatie

Titel annotatie: Vervanging van de opdrachtnemer in een faillissementssituatie Instantie en datum: Rb. Overijssel 2 juni 2016 Zaaknummer: C/08/185163 / KG ZA 16-124 en C/08/185165 / KG ZA 16-125 ECLI (indien toegewezen): ECLI:NL:RBOVE:2016:1948 Naam annotator (inclusief titels en

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * ARREST VAN 14. 4. 1994 ZAAK C-389/92 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 14 april 1994 * In zaak C-389/92, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Belgische Raad van

Nadere informatie

Levering en plaatsing van ondergrondse afvalcontainers; Productie en transport van betonputten ten behoeve van ondergrondse

Levering en plaatsing van ondergrondse afvalcontainers; Productie en transport van betonputten ten behoeve van ondergrondse Advies 233 1. Feiten 1.1. Beklaagde heeft een Europese openbare aanbestedingsprocedure gehouden met betrekking tot een overheidsopdracht voor de levering van ondergrondse afvalinzamelsystemen. 1.2. De

Nadere informatie

1.2. In paragraaf ( UAV 2012 ) van het Beschrijvend Document is het volgende bepaald:

1.2. In paragraaf ( UAV 2012 ) van het Beschrijvend Document is het volgende bepaald: Advies 323 1. Feiten 1.1. Op 14 oktober 2014 heeft beklaagde een nationale openbare aanbestedingsprocedure aangekondigd voor vier raamovereenkomsten met één onderneming (per raamovereenkomst). De vier

Nadere informatie

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal

Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O. NS Stations Legal Geheimhoudingsverklaring en disclaimer Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O NS Stations Legal GEHEIMHOUDINGSVERKLARING/DISCLAIMER Selectie- en verkoopprocessen NS Stations V&O Inzake object voormalig

Nadere informatie

Een onderzoek naar het tot stand komen van een overeenkomst volgens een openbare procedure.

Een onderzoek naar het tot stand komen van een overeenkomst volgens een openbare procedure. Een onderzoek naar het tot stand komen van een overeenkomst volgens een openbare procedure. behorend bij module Open Bachelor scriptie (R94312) voor het Open Bachelor programma van de faculteit Rechtsgeleerdheid

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 2007/064

ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 2007/064 ECLI:NL:GHAMS:2007:BA4839 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-04-2007 Datum publicatie 11-05-2007 Zaaknummer 2007/064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Datum van inontvangstneming : 10/01/2018 Vertaling C-667/17-1 Zaak C-667/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 november 2017 Verwijzende rechter: Commissione tributaria provinciale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 19 637 Vreemdelingenbeleid Nr. 1389 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Mr. T. H. Chen is advocaat bij BarentsKrans advocaten notarissen en redacteur van dit tijdschrift. 2

Mr. T. H. Chen is advocaat bij BarentsKrans advocaten notarissen en redacteur van dit tijdschrift. 2 Gepubliceerd in Tijdschrift Aanbestedingsrecht 2011, 153 Het beoordelingsmodel volgens de aanbestedingsrichtlijnen Tsong Ho Chen 1 In één van de workshops van het lustrumcongres van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

Hoe kom je bij ons op de lijst?

Hoe kom je bij ons op de lijst? Hoe kom je bij ons op de lijst? Marius van der Woude Geke Werkman-Bouwkamp Opbouw Algemene procedures Samenstellen longlist (groslijst) Samenstellen shortlist Als IPG: algemene zaken/keuzes Gezamenlijke

Nadere informatie