Nieuwsbrief 3 november Kwaliteitszorg sociale veiligheid

Transcriptie

1 Openbare Basisschool Est Dorpsstraat NA EST directie@obsest.nl Nieuwsbrief 3 november 2016 Kwaliteitszorg sociale veiligheid Wet sociale veiligheid In het Onderzoekskader 2017 zijn recente aanpassingen in de wet over de zorgplicht sociale veiligheid voor leerlingen op scholen opgenomen. Per 1 augustus 2015 is voor scholen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs de wettelijke bepaling over de sociale veiligheid van leerlingen op school in werking getreden. De wet regelt een zorgplicht voor scholen en er is bepaald dat sprake moet zijn van het voeren van een veiligheidsbeleid, het aanstellen van een coördinator en jaarlijkse monitoring van de veiligheidsbeleving van leerlingen. Wat is sociale veiligheid? Een school is veilig als de sociale, psychische en fysieke veiligheid van leerlingen niet door handelingen van anderen wordt aangetast. Dat betekent dat er een veilige en positieve sfeer is op school. Het betekent ook dat de school optreedt tegen pesten, uitschelden, discriminatie, geweld en andere vormen van ongepast gedrag, en deze zoveel mogelijk voorkomt. Op onze school hebben wij gevolg gegeven aan bovenstaande bepalingen door het invoeren van de Kanjermethode, het opleiden van alle leerkrachten en het aanstellen van een Kanjercoördinator (Josette Benckhuijsen). Een 2 e coördinator wordt momenteel opgeleid (Ellen Bergevoet). Onze coördinatoren analyseren regelmatig de incidentenmeldingen. Zo nodig verzorgen zij klassenconsultaties. Daarnaast onderhouden zij contacten met ervaren Kanjertrainers, die in een mogelijke crisissituatie interventies komen geven. Elke leerkracht volgt de sociale ontwikkelingen van ieder kind door het halfjaarlijks invullen van een vragenlijst genaamd KANVAS. Vanaf de middenbouw vullen de kinderen zelf ook een vragenlijst in. Als er specifieke problemen naar boven komen, wordt de ouders gevraagd dezelfde lijst ook in te vullen. Vervolgens vindt een gesprek plaats tussen ouders, leerkracht en leerling.

2 In november zal bovenbedoelde lijst weer ingevuld worden. Het is dus mogelijk dat u vervolgens benaderd wordt om de vragenlijst in te vullen. Kinderen die een vertrouwelijk gesprek willen voeren, kunnen terecht bij hun leerkracht of een andere leerkracht die zij vertrouwen. Als dat niet wenselijk is, kunnen zij ook terecht bij onze IB-er Jacqueline van Burk. Zij is opgeleid tot vertrouwenspersoon voor de leerlingen. Voor de leerkrachten is er de mogelijkheid tot het bezoeken van de bedrijfsarts of de afdeling PZ van onze stichting. ANWB Lichtbrigade Vorige week heeft meester André met de materialen van de ANWB fietsen van leerlingen gecontroleerd. Sommige fietsen hadden helemaal geen licht. Dat was natuurlijk niet zo makkelijk te repareren. Nu de wintertijd begonnen is, is het s morgens weer wat langer licht. Maar dat duurt helaas niet zo lang. Informeer nog even bij uw zoon of dochter of de fiets in orde was of dat er nog iets moet gebeuren! Verlichting op een fiets is wettelijk verplicht als met de fiets gereden wordt in het donker of bij slecht zicht. Let ook op de reflectoren op de banden en de trappers! Bij ons op school zijn de eisen bekend waar verlichting en reflectie aan moeten voldoen. Als u daar vragen over hebt, bent u van harte welkom! Nieuws uit de groepen Groep Bij de kleuters zijn er uit de kweekbakken van juffrouw Desire, plantjes gekomen. Daar hangen echte tomaatjes en boontjes aan. Enkele kleuters hebben de tomaatjes geproefd en ze waren heerlijk. In groep 3 hebben we vandaag de herfstsignalering gedaan, elke dag lezen blijft erg belangrijk, dat hoeft maar 10 minuten per dag thuis. Veel leeskilometers verbetert het lezen en de snelheid van het lezen. A.s. maandag beginnen we met kern 4. We beginnen bijna aan kern 4 van Veilig leren lezen! In deze brief geven wij u informatie over de inhoud van deze kern. Thema kern 4: Waar woon jij? Dirk en Dora, de hoofdpersonen van het verhaal Lollig, wonen in een flat die per ongeluk op zijn kop wordt gezet. Zij vinden dat wel lollig, maar de andere bewoners niet... Dit thema geeft aanleiding voor gesprekken en activiteiten rondom verschillende soorten huizen, onderdelen van huizen, wat staat er in de verschillende kamers, enzovoorts. Letters en woorden lezen in kern 4

3 De nieuwe letters in kern 4 zijn: w, o, a, u, j. In de vorige kern hebben de kinderen al de gelegenheid gekregen om naast woorden zoals doek en ijs ook eens woorden zoals spaar en vrij te lezen. Het is geen probleem als uw kind dat nog moeilijk vindt. Deze woordjes horen nu nog niet bij de basisstof. Wel kan uw kind nu al stam + t lezen zoals vaart en rent, maar nog niet rijdt of wordt. De kinderen die werken met zon-materialen leren de volgende woordtypen lezen: eenlettergrepige woorden die beginnen met schr, zoals: schram, schroef; tweelettergrepige verkleinwoorden, zoals: mandje, kraampje, stoeltje; eenlettergrepige woorden die eindigen op dt of bt, zoals: vindt, krabt; eenlettergrepige woorden die eindigen op ch of cht, zoals: lach, bocht; eenlettergrepige woorden die eindigen op a, o of u, zoals: sla, vlo, nu; eenlettergrepige woorden die eindigen met een cluster van drie medeklinkers zoals: worst, markt; eenlettergrepige woorden die beginnen met een cluster van drie medeklinkers, zoals: strik, spleet; tweelettergrepige woorden zoals: zwembroek, schatkaart. Samen lezen stimuleert! Prentenboeken worden veel voorgelezen in de kleutergroepen. Maar ook in groep 3 zijn ze nog prima te gebruiken! Kinderen smullen vaak voor de tiende keer nog van een verhaal. Nu uw kind al heel wat letters kent, kunt u het zo nu en dan een woord of een stukje van de tekst laten lezen. Soms herinnert een kind zich de tekst nog en herkent het zelfs een lang woord al aan een aantal letters. Een leuke en stimulerende ervaring! Groep Groep 4 In groep 4 gaat het heel erg goed, de kinderen hebben al een aantal toetsen vanuit de methode gehad en die zijn goed gemaakt! Wij zijn trots op ze. Ze werken veel zelfstandig aan hun weektaak en leren daar al goed mee omgaan. Ze beginnen nu met de tafels te oefenen, dit gebeurt nog in groepjes. Op deze manier wordt uitgelegd hoe de "tafels" werken. Groep 5 In groep 5 zijn we erg veel bezig met het oefenen van de tafels. Het is erg belangrijk dat de kinderen de tafels goed kennen. We doen regelmatig het spel ballonnen prikken op het digibord. De kinderen krijgen een som te zien en moeten dan de ballon met het goede antwoord aantikken. Ze proberen zo veel mogelijk sommen in één minuut te maken. De kinderen proberen hun eigen score te verbeteren. Dit spel kunnen de kinderen thuis ook spelen op Naast het oefenen van de tafels zijn we ook nog steeds bezig met het klokkijken op een analoge klok en een digitale klok.

4 Groep 6 In groep 6 zijn we ook bezig met klokkijken, maar dan een stapje verder. De kinderen in groep 6 moeten aangeven hoeveel tijd er tussen de ene klok en de andere klok zit. Dit doen ze op de analoge klok en op de digitale klok. Ook zijn we bezig met verhoudingstabellen. Groep 7-8 In ons onderwijs proberen we de leerlingen aan te leren dat ze zichzelf (hun werk) controleren. Dat blijft best lastig. Als je toets klaar is, ben je blij en wil je hem snel inleveren bij de juf. Vaak vergeet je dan te controleren of je alle antwoorden hebt ingevuld. Soms ben je ook zo druk bezig met optellen dat je niet ziet dat het volgende rijtje bestaat uit minsommen. Een ander controlemoment zijn de herhalingslessen voor de toets. Zowel met rekenen als met taal oefenen we de onderwerpen van de toets een dag voor we de toets hebben. Dat is natuurlijk niet de enige keer dat we oefenen. In de voorgaande weken hebben we alle onderwerpen dan al een paar keer gehad. De laatste herhalingsles vóór de toets is bedoeld voor de leerlingen om te controleren of ze de stof beheersen. Dat blijkt in de praktijk lastig. Ze moeten die les zelf nakijken om te kunnen zien of ze het snappen. Sommige kinderen kijken na, schrijven de goede antwoorden erbij en denken dan dat ze klaar zijn, ook al hadden ze 15 fouten in de toets. Andere kinderen zijn overtuigd van hun gelijk en kijken niet zo kritisch naar hun werk en zetten overal maar krulletjes bij zodat de juf tevreden is. Maar dan helpt het oefenen natuurlijk niet echt Soms leren we ook bepaalde technieken aan bij het rekenen. Voorbeelden zijn staartdelingen, vermenigvuldigen onder elkaar, verhoudingstabellen. Kinderen die rekenen moeilijk vinden, oefenen dit regelmatig met de juf. Kinderen die meestal zelfstandig rekenen hebben soms de neiging om de uitleg te vergeten en een eigen manier te gebruiken, of gewoon uit het hoofd te rekenen. Het resultaat daarvan zien we dan vaak op de rekentoets. Als je 80% wilt halen, moet je zeker weten dat er geen domme vergissingen insluipen. We hebben dit afgelopen week uitgebreid besproken. Dan heb ik nog een berichtje voor u van juf Sandra die gvo (godsdienstig vormingsonderwijs) bij ons geeft. SIRKELSLAG SCHOOL 2016 De eerste drie weken van november gaan we met de GVO-lessen meedoen met Sirkelslag school. Sirkelslag School is een interactief, crossmediaal en inhoudelijk spel voor de bovenbouw uit het basisonderwijs. We spelen het tijdens schooltijd met de hele groep tegen honderden andere klassen in heel Nederland. (voor meer info: De opdrachten zijn tot het laatste moment geheim, maar wat we wel weten is het thema van dit jaar: Ga voor Goud. Als voorbereiding op Sirkelslag kijken we met de hele groep naar een ontroerende kinderfilm over het leven van Kimaru uit Nairobi. Kimaru wordt niet gehuldigd op het podium, en hij krijgt geen gouden medaille omgehangen. Maar toch gaat hij voor goud. Hij doet er alles aan om zijn doel te bereiken om naar school kunnen gaan. Daarna volgen twee lessen met een creatieve, leuke spannende invulling. Ik heb er erg veel zin in en hoop op een paar hele leuke lessen.

5 Hartelijke groet, Sandra Wagter