Het gewicht van de auteur De balans van een stylometrisch onderzoek naar de rijmwoorden en auteurs van de Middelnederlandse epiek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het gewicht van de auteur De balans van een stylometrisch onderzoek naar de rijmwoorden en auteurs van de Middelnederlandse epiek"

Transcriptie

1 Het gewicht van de auteur De balans van een stylometrisch onderzoek naar de rijmwoorden en auteurs van de Middelnederlandse epiek Mike Kestemont (FWO-Vlaanderen/Universiteit Antwerpen) In mijn onderzoek zoek ik aansluiting bij studies naar auteursherkenning in de Digital humanities (stylometrie). In dit kwantitatieve paradigma zijn interessante inzichten verworven omtrent de mogelijkheden tot het beschrijven van het stijleigen van auteurs. Steeds vaker experimenteren ook (medio)neerlandici met de toepassing van stylometrische methodes. In deze paper wil ik tussentijds de balans opmaken van mijn onderzoek de afgelopen twee jaar. Na de presentatie van enkele relevante casussen (waarbij ik een al te technisch jargon zoveel mogelijk vermijd), sluit ik deze paper bewust niet af met een conclusie maar met een reeks uitdagende stellingen. 1 La mort de l auteur In de studie van Middelnederlandse letterkunde kampen onderzoekers niet zelden met een gebrek aan feitelijke gegevens over teksten. Waar en wanneer een tekst geschreven werd, door wie en voor wie, zijn vragen waarop men vaak het antwoord moet schuldig blijven. Deze toestand komt vooral voort uit de schamele overlevering: weinig teksten zijn bewaard gebleven en als zij al gespaard werden, moet men zich meestal tevreden stellen met fragmentarische tekstgetuigen, die bovendien vaak kopieën (in het kwadraat ) blijken van een veel latere datum. Pro- en epilogen met informatie over de ontstaanscontext van het literaire werk zijn dun gezaaid. Auteurschap is wellicht datgene waarover men nog het slechtst geïnformeerd is: slechts een klein aantal auteursnamen is overgeleverd en nog een kleiner aantal auteursnamen valt met concrete, al dan niet overgeleverde werken te verbinden. Het verbaast daarom niet hoe vaak het auteurschap van Middelnederlandse werken onderwerp is geweest van wetenschappelijk onderzoek, maar ook van fascinatie en speculatie. Recent lijkt deze aandacht voor de auteur zelfs toe te nemen: volgens vele onderzoekers staat de gebrekkige kennis omtrent auteurs een beter literair-historisch inzicht in Middelnederlandse literatuur in de weg. Een methodologie voor het herkennen van Middelnederlandse auteurs is daarom hoognodig. Onderzoekers hebben vaak sterke intuïties over het auteurschap van teksten maar kunnen die vermoedens zelden sluitend staven. Vooral het literair taalgebruik of de stijl van auteurs is meer dan eens aangeduid als een betrouwbare indicator van auteurschap (Van Dalen- Oskam 2007). Onderzoekers hebben inhoudelijk onderzoek naar tekstuele verwantschap dan ook vaak aangevuld met formeel, stilistisch onderzoek. Steeds vaker worden ook computationele middelen ingeschakeld om grotere corpora te doorzoeken en hypotheses een kwantitatieve basis te verlenen. 2 Met handen en voeten Binnen de Digital Humanities verschijnt een ware stortvloed aan publicaties over de stilistische bestudering van auteurschap (Stamatatos 2009). In verschillende deelgebieden van de computationele filologie (information retrieval, stylometry, machine learning,...) wordt auteursherkenning opgevat als een vorm van tekstclassificatie: een stuk tekst moet een klasse-label krijgen dat uitdrukt wie de auteur ervan is. Tekstclassificatie kent momenteel veel toepassingen, ook buiten de stijlstudie. Het bekendst is wellicht spam filtering waarbij een computer aan een bericht een label toekent (spam of geen spam). In welke klasse een nieuwe tekst moet worden ondergebracht, wordt beslist door een classifier, een software-toepassing uit de Artificiële Intelligentie die erop getraind is om labels aan dergelijke teksten toe te kennen. In het voorbeeld van de spam filtering kan een classifier leren dat een buitensporige hoeveelheid schuttingtaal of het voorkomen van het woord lottery dwingend vragen om het label spam. In tekstclassificatie bijvoorbeeld het automatisch onderbrengen van nieuwsitems in de categorie sport of economie wordt vaak gewerkt met een soort tabel waarin voor elk voorbeeld wordt aangegeven of een bepaald woord in de te labelen tekst voorkomt. 1

2 Ook in auteursonderzoek wordt vaak tekstclassificatie toegepast (Luyckx & Daelemans 2011). Men gaat bijvoorbeeld na of op basis van het oeuvre van een gekend auteur, voorspeld kan worden of andere anonieme teksten ook aan deze auteur kunnen worden toegeschreven. In het onderzoek is gebleken dat één categorie kenmerken het bijzonder goed doet in het onderscheiden van auteurs: de kleine groep meest voorkomende elementen in een taal. Het gaat om functiewoorden als lidwoorden, voornaamwoorden, voorzetsels,... Auteurs verschillen niet zozeer in welke hoogfrequente woorden zij gebruiken, want iedereen gebruikt lidwoorden. Auteurs blijken wél te verschillen wat betreft de specifieke frequenties van deze woorden, want sommige auteurs gebruiken bepaalde voorzetsels meer dan andere. Hoogfrequente functiewoorden zijn vooral methodologisch interessant. Zij komen voor in alle teksten en bieden door hun goede spreiding een statistisch houvast. Laagfrequente woorden zoals hapax legomena of woorden die eigen zijn aan één auteur hebben dat voordeel niet. Het voornaamste voordeel is misschien wel dat functiewoorden grotendeels inhoudsonafhankelijk zijn: het onderwerp van een tekst beïnvloedt in wezen niet de frequentie van, bijvoorbeeld, lidwoorden. Dat is zeker interessant, aangezien functiewoorden dan ook gebruikt kunnen worden voor auteursherkenning over de grenzen van genres heen. In het algemeen verklaart men de meerwaarde van functiewoorden door het feit dat ze niet bewust gecontroleerd kunnen worden door een auteur. Wie een auteur wil imiteren, zal inhoudsgerelateerde woordenschat of laagfrequente woordkeuzes makkelijk kunnen nabootsen. Moeilijker is het om de frequentie van bijvoorbeeld een lidwoord te imiteren. De meerwaarde van functiewoorden is te illustreren aan de hand van een parallel in de schilderkunst, meer bepaald in de theorie van Giovanni Morelli (Wollheim 1972). Ook veel schilderijen zijn anoniem overgeleverd, wat heeft geleid tot bloeiend attributie-onderzoek in de kunstgeschiedenis. In het geval van de Italiaanse schilders uit het Quattrocento bijvoorbeeld was het volgens Morelli duidelijk dat de attributie van een werk aan een bepaalde meester niet kon gebeuren aan de hand van de inhoud van een schilderij. Of Christus met vier dan wel drie kruisnagels werd afgebeeld is goed zichtbaar, makkelijk te imiteren en onderhevig aan processen van beïnvloeding en schoolvorming. Volgens hem was het beter uit te wijken naar minder opvallende aspecten. Morelli claimde dat de hand van de meester het meest betrouwbaar werd herkend in hoogfrequente maar op het eerste gezicht weinig bijzondere picturale elementen als handen, oren en voeten. Zowat ieder kruisigingstafereel verbeeldt immers mensen met handen en voeten, zodat die een betrouwbare basis voor een vergelijking vormen. Een ander voordeel is dat het voorkomen van handen en voeten niet gebonden is aan de inhoud van een schilderij want zowel een kruisigingstafereel als een annunciatie bevatten deze elementen, wat ook in deze kunsttak de vergelijking over genregrenzen heen mogelijk maakt. 3 Robuuste rijmen Kunnen we deze inzichten toepassen op Middelnederlandse literatuur? Een groot probleem daarbij is de overlevering. Middeleeuwse teksten zijn ons meestal slechts uit latere afschriften bekend. Door de afwezigheid van een standaardtaal werden de spelling en het dialect van teksten bij iedere kopie grondig aangepast. Deze vormen van tekstcorruptie blijven soms onschuldig maar vaak blijkt de tekst ook op grotere schaal aangetast te worden. Van veel laat-overgeleverde teksten kan daarom betwijfeld worden of zij nog de stijl weerspiegelen van de oorspronkelijke auteur, nadat zoveel opeenvolgende kopiisten in de tekst een hand hebben gehad. Deze schijnbaar onschuldige ingrepen hebben zwaarwichtige gevolgen voor het auteursonderzoek. Zoals recent onderzoek (Van Dalen-Oskam 2007) aantoonde, blijkt dat middeleeuwse kopiisten een invloed hebben gehad op de hogere frequentiestrata van een tekst. Klaarblijkelijk genoten zij de vrijheid om net op de functiewoorden van een tekst een eigen stempel te drukken. Een klein bijwoordje bijvoorbeeld kan inderdaad makkelijk in een tekst worden toegevoegd of verwijderd. De vraag is dan welke woorden in de Middelnederlandse tekst nog in aanmerking komen voor auteursattributie. Eén categorie woorden is in het verleden aangeduid als betrouwbaar voor het herkennen van Middelnederlandse auteurs: het rijmwoord. Zeker wat de Middelnederlandse epiek betreft die voor het leeuwendeel paarsgewijs berijmd is zou het rijmwoord een merkwaardig taai element 2

3 zijn, erg robuust ten aanzien van het overleveringsproces. Bekend is de visie (onder meer aangehangen door Evert van den Berg) dat wie kijkt naar de rijmen van een epische tekst, de oorspronkelijke dichter recht in het aangezicht kijkt. De eindeloze ketting van rijmparen ligt structureel aan de basis van de berijmde Middelnederlandse tekst. Een kopiist kon wel makkelijk aan de woorden morrelen binnen in het vers, maar zat wat het rijmwoord betreft redelijk vast aan de grondtekst. Immers, als hij een rijm wou aanpassen, zou hij ook op omslachtige wijze een deel van de grondtekst moeten herwerken. Rijmwoorden lijken op die manier eilandjes van stabiliteit in de overlevering van Middelnederlandse teksten. Zoals hierboven toegelicht, is het nuttig om in auteursonderscheiding te werken met hoogfrequente items. Deze idee wordt hier toegepast op rijmvocabulaire (Kestemont 2011). Hoogfrequente rijmwoorden gedragen zich namelijk op dezelfde manier als functiewoorden: er blijkt enerzijds een klein aantal rijmwoorden te zijn dat heel vaak voorkomt en anderzijds een groot aantal rijmwoorden dat heel zelden voorkomt. Bijgevolg lijkt er ook bij rijmwoorden een kleine kruin van hoogfrequente rijmwoorden of functionele rijmwoorden te bestaan. Deze zijn zo frequent dat zij niet inhoudsgebonden kunnen zijn want zij treden te vaak en in te diverse contexten op. Het hoogfrequente rijmwoord is in Middelnederlandse teksten zelden semantisch geladen. Rijmwoorden dragen doorgaans weinig bij tot de voortgang van een verhaal, aangezien hun nut meestal beperkt blijft tot het tegemoet komen aan de vormelijke eis van het rijm. In extreme gevallen heeft men het zelfs over stoplappen. Ook in dit opzicht gaat het hier dus om stoplappen als functiewoorden, aangezien hun nut vooral vormelijk is. 4 De meesters van Damme Ik ben in eerste instantie nagegaan (Kestemont 2011) of het met een eenvoudige classifier mogelijk is twee Middelnederlandse auteurs te onderscheiden op basis van hun rijmvocabulaire. De casus was het aandeel van Filip Utenbroeke en Jacob van Maerlant in de Spiegel historiael (respectievelijk de Tweede en Derde Partie). De Spiegel historiael is een kolossale bewerking in Middelnederlandse verzen van de Latijnse wereldgeschiedenis Speculum historiale van Vincentius van Beauvais. Het initiatief voor dit project werd ca genomen door Jacob van Maerlant, die vier grote tekstblokken of Partieën voorzag. Deze Partieën werden onderverdeeld in boeken, die op hun beurt weer bestonden uit kleine hoofdstukjes (kapittels). Maerlant was wel de architect maar heeft het project niet alleen uitgevoerd. Hij schreef de Eerste Partie (van de Schepping tot Nero) maar sloeg de tweede over. De Tweede Partie werd geschreven door Filip Utenbroeke, waarin de geschiedenis werd verhaald tot het jaar 381. Aangezien Maerlant wel de Derde Partie schreef (de geschiedenis tot net voor Karel de Grote), wist hij dus dat Utenbroeke de tweede voor zijn rekening zou nemen. De relatie tussen Maerlant en Utenbroeke is intrigerend (Van Oostrom 1996). Beide West- Vlamingen zouden in het laatste kwart van de dertiende eeuw professioneel actief zijn geweest in Damme. Maerlant was er mogelijk schepenklerk en werd misschien in die functie opgevolgd door Filip. Algemeen wordt aangenomen dat Maerlant, die toen reeds naam en faam moet hebben gehad, de Tweede Partie als het ware uitbesteedde aan Filip. Het lijkt erop dat Utenbroeke als een soort stagiair-assistent in de leer ging in het atelier van meester Maerlant. Een dergelijk samenwerkingsverband kennen we uit de schilderkunst en ook van Vincentius weten we dat die hulp kreeg van een gelijkaardig type loop- en leerjongens. De exacte relatie tussen beide dichters is nog onduidelijk maar de verschillende verwijzingen in Maerlants Derde Partie naar Utenbroekes aandeel doen vermoeden dat het duo nauw heeft samengewerkt. Maerlant en Utenbroeke vormen een uitstekende testcasus voor auteursonderscheiding. In het onderzoek wordt vaak benadrukt dat het in tekstvergelijking voor auteursherkenning belangrijk is alle factoren, buiten het auteurschap, zo constant mogelijk te houden. De vergeleken teksten verschillen best zo weinig mogelijk in genre, inhoud en dialect en de auteurs hebben bij voorkeur ook hetzelfde opleidingsniveau en dezelfde sociale achtergrond. Op die manier wordt verzekerd dat eventuele verschillen tussen teksten slechts teruggaan op de factor auteur en niet op andere variabelen. De casus Maerlant-Utenbroeke benadert in veel opzichten dit ideaal want van weinig Middelnederlandse dichters kan aangetoond worden dat zij zo dicht bij elkaar stonden. Als het 3

4 mogelijk blijkt om op basis van de rijmwoorden de Tweede en Derde Partie te onderscheiden, gaat dit onderscheid hoofdzakelijk terug op het auteursverschil aangezien andere variabelen hieronder op erg natuurlijke wijze zo goed als constant worden gehouden. Figuur 1: Voorstelling van experimenten waarbij een classifier een onderscheid trachtte te maken tussen tekstdelen van Maerlant en Utenbroeke. Er werd gewerkt met een variabele grootte van de tekstdelen (x-as, uitgedrukt in aantal hoofdstukjes per tekstdeel) en een variabel aantal hoogfrequente rijmwoorden (+, o, x). De accuraatheid van de auteursherkenning wordt op de y-as weergegeven als het gemiddeld aantal correct toegeschreven tekstdelen (in %). Experimenten hebben aangetoond dat een eenvoudige classifier inderdaad succesvol een onderscheid kan maken tussen de teksten van beide auteurs op basis van hun hoogfrequente rijmwoordenschat (Figuur 1). Wel gelden er belangrijke (en ook wel logische) restricties: tekstdelen moeten groot genoeg zijn vooraleer een classifier er een betrouwbaar auteursprofiel uit kan distilleren. De classificatie blijkt pas vanaf een twintigtal hoofdstukjes (ca verzen) nauwkeurig (95%-100%). Uit deze experimenten blijkt ook dat de accuraatheid van de auteursherkenning in de experimenten hoger is naarmate meer hoogfrequente rijmwoorden in het onderzoek betrokken worden. De slotbalans van deze experimenten was niettemin positief: de Damse meesters van de Spiegel historiael werkten erg nauw samen maar blijken op basis van hun rijmwoordenschat toch duidelijk te onderscheiden als er voldoende tekst per auteur beschikbaar is. 5 Velthem en de Guldensporenslag Na deze experimenten drong zich de vraag op in hoe goed classifiers zouden presteren met meer dan twee auteurs. Hiervoor was het nodig een derde auteur te betrekken en gezien de wordingsgeschiedenis van de Spiegel historiael, was er één evidente kandidaat: Lodewijk van Velthem. De Spiegel historiael is aanvankelijk namelijk niet afgeraakt. Maerlant schreef in het begin van de vierde partie dat hij zijn werkzaamheden heeft moeten staken omwille van gezondsheidsredenen. Omstreeks 1315 werd de draad opgepikt door Lodewijk van Velthem een groot bewonderaar van 4

5 Maerlant die de vierde partie voltooide en zelfs nog een vijfde toevoegde, waarin hij in acht boeken het geschiedverhaal tot zijn eigen tijd zou doortrekken. Het vierde boek van de vijfde partie werd zowat integraal gevuld door het lijvige relaas van de toen nog relatief recente Guldensporenslag (1302). Velthem stond met zijn vijfde partie voor een moeilijke taak want voor de jongste geschiedenis had hij in tegenstelling tot zijn voorgangers geen anderstalige bronnen voorhanden. Hij diende dan ook zelf zijn informatie uit diverse bronnen te verzamelen, wat zeker in die tijd een lastige opgave moet zijn geweest. Velthems Vijfde Partie werd vergeleken met de reeds onderzochte Tweede en Derde Partie. De experimenten werden onder exact dezelfde omstandigheden herhaald, maar nu niet met twee maar met drie auteurs. De eerste experimenten (Kestemont 2010) toonden aan de inclusie van Velthem niet problematisch was: Velthem bleek in zijn rijmwoordenschat erg goed te onderscheiden van de andere auteurs en de bijkomende auteur leek de auteursherkenning eerder te verbeteren dan te hinderen. Alleen, dat gold niet voor het vierde boek van de Vijfde Partie. Dit vierde boek bleek in de experimenten problematisch, aangezien het classificatiealgoritme noch dit boek in zijn geheel, noch onderdelen ervan wilde toeschrijven aan Velthem. Consequent gaf het de voorkeur aan Maerlant of Utenbroeke. Dat kleinere, minder representatieve tekstdelen niet correct werden toegeschreven, hoefde op zich niet te verbazen. Dat een heel boek zich weerbarstig toonde, baarde meer verwondering, want voor alle andere boeken bleek het erg makkelijk de correcte auteur te achterhalen. Waarom gedroeg Velthems vierde boek in de Vijfde Partie, dat grotendeels samenvalt met het relaas van de Guldensporenslag, zich afwijkend? Is dat vierde boek eigenlijk wel geschreven door Lodewijk van Velthem? Velthem was alleszins niet vies van copy-pasten. Van de vijfde partie weten we bijvoorbeeld dat hij delen niet zelf heeft geschreven maar stilzwijgend heeft ontleend aan een andere bron. Jan van Heelu dichtte omstreeks 1290 een rijmkroniek over de Slag bij Woeringen (1288) in opdracht van hertog Jan I van Brabant. Die tekst bood het gedetailleerde relaas van de slag, waarvan de hofchroniqueur zelf ooggetuige was. Velthem heeft zonder expliciete bronvermelding flinke uittreksels van die tekst gebruikt, al laat hij zich aan het eind van zijn kroniek wel ontvallen dat hij ooggetuigeverslagen heeft geconsulteerd, waartoe hij mogelijk dat van Heelu rekende. De interpolaties zijn duidelijk in Velthems tekst aan te wijzen omdat Heelu s kroniek ook via andere wegen is overgeleverd. Deze tekstregio s bieden waardevol vergelijkingsmateriaal: als Velthem hier op een andere auteur teruggaat, dan zou dat moeten blijken uit een afwijkende stijl. Indien hij ook in het vierde boek teruggaat op een andere auteur zouden we daar een gelijkaardige stilistische afwijking moeten vaststellen. Onderstaande afbeelding (Figuur 2) toont het resultaat van een experiment waarin we dit zijn nagegaan. Voor opeenvolgende stukjes uit de vijfde partie (horizontale as) hebben we een stylometrische waarde berekend (verticale as). Hoe lager deze waarde, hoe dichter het stukje qua rijmwoorden aansluit bij die van Velthem. Hoe hoger deze waarde, hoe verder het stukje van Velthems stijl is verwijderd en hoe meer het lijkt op die van een controle-auteur. Het gebruik van die controle-auteur (in deze grafiek Filip Utenbroeke) is belangrijk om inzicht te krijgen in hoe andere auteurs dan Velthem dichtten. De eerste twee verticale zones in de grafiek tonen waar Velthem op Heelu teruggaat: we zien dat de stylometrische waardes erg hoog zijn binnenin de grijze zones maar relatief laag daarbuiten. Daaruit leren we dat het algoritme goed de overgangen in auteurschap detecteert. De laatste grijze zone geeft het vierde boek aan: ook binnen deze zones zijn de Deltawaardes opvallend hoog en verwerpen de stijlmetingen klaarblijkelijk Velthems auteurschap voor dit boek. 5

6 Figuur 2 Het stilistische verschil in het vierde boek is natuurlijk niet sluitend als een auteursverschil te duiden. Evert van den Berg suggereerde bijvoorbeeld dat Velthem zijn stijl mogelijk extra had verfijnd voor dit onderwerp. Toch zijn de stilistische afwijkingen zo groot dat alternatieve verklaringen moeilijk houdbaar zijn. Het heeft er alles van dat Velthem een reeds bestaande tekst over de Guldensporenslag van een andere auteur handig in zijn eigen kroniek heeft ingebouwd. Dat zou alleszins veel verklaren, bijvoorbeeld de abnormaal grote lengte van het vierde boek ten opzichte van de andere. Bovendien is geweten dat Velthem de eerste verzen van de vijfde partie in minder dan een jaar schreef, wat naar middeleeuwse maatstaven erg snel is. Ook inhoudelijke details voeden de twijfel aan Velthems auteurschap. Velthem was een groot liefhebber van Koning Arthur en de Rondetafelridders. De auteur van het vierde boek laat Arthurs naam daarentegen nooit vallen en verwijst enkel naar de epische stof rond Karel de Grote. Om al deze redenen zou het niet verbazen dat we ook met de Guldensporenslag voor een stilzwijgende ontlening van Velthem staan. De overgeleverde beschrijving is met andere woorden nog ouder dan we dachten. Als Velthems opmerking over ooggetuigeverslagen ook op de Guldensporenslag slaat, pleit dit trouwens voor de authenticiteit van het onderliggende verslag. De anonieme grondtekst was waarschijnlijk een parallel voor Heelu s dichtwerk: ook in het geval van de Guldensporenslag vinden we immers de partijdige beschrijving van een recente veldslag vanuit het standpunt van de overwinnaar met het oog op de gunstige beïnvloeding van de publieke opinie. In Frankrijk duiken na de slag trouwens verschillende teksten op waarin wordt gereageerd over de leugens die in Vlaamse teksten over de slag worden verteld. Hoewel die Vlaamse teksten tot op heden spoorloos waren, is er dus eentje waarschijnlijk via Velthems verzen bewaard gebleven. Vanuit een modern oogpunt dringt het woord plagiaat zich natuurlijk op maar het is erg de vraag of middeleeuwers hier ook zo naar keken. 6

7 6 Maerlants rijmen Het is interessant dat veel stylometrisch onderzoek uitgaat van de assumptie dat de teksten van iedere auteur gekenmerkt worden door een verzameling onvervreemdbare stijleigenaardigheden een styloom. Impliciet veronderstelt men zo dat de stilistische vingerafdruk van een auteur relatief constant blijft door de jaren heen en bovendien stabiel is als de auteur in andere tekstsoorten of literaire genres schrijft. Deze styloom-hypothese is fascinerend maar momenteel verre van bewezen. Zoals hierboven uitgelegd, zijn vooral hoogfrequente taalitems interessant voor auteursherkenning: het is vooral op deze woorden dat auteurs een te kwantificeren vingerafdruk nalaten. De vraag is dan of hun gebruik van dergelijke hoogfrequente woorden inderdaad zo stabiel is over de grenzen van tijd en genres heen. Om dit na te gaan, hebben we een statistisch onderzoek uitgevoerd (Kestemont, Daelemans & Sandra 2011) naar het hoogfrequente rijmvocabulaire van Jacob van Maerlant, die het grootste aantal overgeleverde Middelnederlandse verzen op zijn naam heeft staan. Een schematische voorstelling van de gebruikte teksten uit zijn oeuvre (chronologisch gerangschikt): Middelnederlandse titel Alexanders Geesten Historie van den Grale Historie van Troyen Heimelijkheid der Heimelijkheden Der naturen bloeme Rijmbijbel Sinte Franciscus leven Spiegel historiael (Derde Partie) Afkorting AG HvdG HvT HdH dnb RB SFl SpH_P3 Al deze teksten werden verdeeld in stukjes van een gelijke grootte (2156 rijmwoorden). In deze stukjes onderzochten we de 50 rijmwoorden die Maerlant het vaakst gebruikt heeft in zijn hele oeuvre. Per tekststuk werd de relatieve frequentie van elk van de 50 rijmwoorden berekend en deze frequentietellingen werden in een grote tabel bijgehouden. Vervolgens voerden we een correspondentie-analyse uit van deze data. De datapunten (teksten) telden oorspronkelijk 50 dimensies (i.e. rijmwoorden); men had 50 getallen nodig om ieder tekstsample voor stellen. Omdat dit erg moeilijk voorstelbaar is, probeert een correspondentie-analyse het benodigde aantal dimensies terug te dringen tot een veel kleiner aantal (2 of 3) nieuwe, samengestelde variabelen. Zo kunnen de verschillen en gelijkenissen tussen datapunten overzichtelijk gevisualiseerd worden in een laagdimensionaal assenstelstel. 7

8 Figuur 3 Figuur 3 toont duidelijk dat het resultaat van de correspondentie-analyse de interne structuur van Maerlants oeuvre weet te detecteren, hoewel de analyse beperkt bleef tot een set kenmerken die relatief stabiel zouden moeten zijn binnen het oeuvre van één auteur. We zien immers drie duidelijke clusters in de datapunten die samenhangen met de interne structuur van Maerlants oeuvre. Maerlants vroege ridderepische klitten bijvoorbeeld samen maar anderzijds vormen ook zijn ethische werken (uit midden van zijn carrière) een hechte cluster. Tot slot, zien we ook een duidelijke groepering van de historiografische werken die hij aan het einde van zijn leven schreef. Enkele (tegenstrijdige) stellingen - De letterkunde probeert zichzelf aan studenten te verkopen door geen statistiek e.d. in het curriculum op te nemen. Dat is een praktijk waarvan niemand uiteindelijk beter wordt. - Ieder onderzoek is in wezen kwantitatief. - Mijn onderzoek is niet interdisciplinair: het draagt buiten een (zoveelste) nieuwe toepassing amper bij tot mijn hulpwetenschappen. (Ik ga er mosterd halen maar breng er geen nieuwe 8

9 binnen.) - Mijn onderzoek behoort tot de filologie de taal- én letterkunde en is daarom per definitie interdisciplinair, als men zich baseert op de recente hervormingen binnen het FWO- Vlaanderen: de taalwetenschappen kregen een eigen panel terwijl de letterkunde bij de kunsten werd ondergebracht. - Een autonome benadering van historische literatuur (die het literair werk los van de ontstaanscontext beschouwt) strekt niet tot aanbeveling. - De letterkunde moet opgeheven worden als een aparte discipline: letterkundigen moeten toegeven dat zij slechts een verschijningsvorm van de linguïstiek zijn. - De historische letterkunde moet opgeheven worden als een aparte discipline: historisch letterkundigen moeten toegeven dat zij slechts een verschijningsvorm van de geschiedenis zijn. - De taal- en letterkunde zijn per definitie elkaars belangrijkste hulpwetenschap. - Wij moeten terug naar een eenheidsfilologie: taal- en letterkunde zijn beide slechts vertakkingen van dezelfde discipline. - De letterkunde is in wezen een verholen vorm van antropologie: het gaat ons niet om de teksten, maar om de mensen achter de teksten. Literatuur (zie ook K. Van Dalen-Oskam, Kwantificeren van stijl. In: TNTL 123 (2007), F. Van Oostrom, Maerlants wereld. Amsterdam, E. Stamatatos, A survey of modern authorship attribution methods. In: Journal of the American Society for Information Science and Technology 60 (2009), Kestemont, M., Velthem et al. A stylometric analysis of the rhyme words in the account of the Battle of the Golden Spurs in the fifth part of the Spiegel historiael, in: Queeste 17:1 (2010), Kestemont, M. De meesters van de Spiegel. Auteursonderscheiding op basis van het frequente rijmwoord in het aandeel van Utenbroeke en Maerlant in de Spiegel historiael [TNTL (2011)]. Kestemont, M., Daelemans, W. & Sandra, D., Robust Rhymes? The Stability of Authorial Style in Medieval Narratives, [Journal of Quantitative Linguistics (2011)]. Luyckx, K. & Daelemans W. The effect of author set size and data size in authorship attribution, [Literary and Linguistic Computing (2011)]. R. Wollheim, On Art and the Mind: Essays and Lectures. Cambridge,

Auteursonderscheiding op basis van het frequente rijmwoord in het aandeel van Utenbroeke en Maerlant in de Spiegel historiael

Auteursonderscheiding op basis van het frequente rijmwoord in het aandeel van Utenbroeke en Maerlant in de Spiegel historiael TNTL 127 (2011) 97-121 Mike Kestemont De meesters van de Spiegel Auteursonderscheiding op basis van het frequente rijmwoord in het aandeel van Utenbroeke en Maerlant in de Spiegel historiael Abstract Because

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN Integrale versie 2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN In vergelijking met de vorig jaar gepubliceerde reeksen 2 over de kapitaalgoederenvoorraad (KGV) en de afschrijvingen zijn er drie methodologische aanpassingen

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN Verwijs naar dit document als Smets, W. (2018), Taxonomie historisch denken, opgehaald van: Karel de Grote Hogeschool, https://www.kdg.be/onderzoek-en-expertise/onderzoeksprojecten/praktijkonderzoek-historisch-denken

Nadere informatie

Mike Kestemont Auteursherkenning met rijmwoorden in de Middelnederlandse Artur- en Karelepiek Eerherstel voor Icarus? *

Mike Kestemont Auteursherkenning met rijmwoorden in de Middelnederlandse Artur- en Karelepiek Eerherstel voor Icarus? * Mike Kestemont Auteursherkenning met rijmwoorden in de Middelnederlandse Artur- en Karelepiek Eerherstel voor Icarus? * Abstract In Middle Dutch Studies a traditional distinction is made between Arthurian

Nadere informatie

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd 2007-2008 Modeloplossing Opmerking vooraf: Deze modeloplossing is een heel volledig antwoord op de gestelde vragen. Om de maximumscore op een vraag

Nadere informatie

Zijn respondenten interviewerresistent?

Zijn respondenten interviewerresistent? Een onderzoek van Gerben Moerman naar de effecten van doorvraagtactieken bij open interviews Martijn van Lanen * G. Moerman, Probing behaviour in open interviews: A field experiment on the effects of probing

Nadere informatie

Populaties beschrijven met kansmodellen

Populaties beschrijven met kansmodellen Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.

Nadere informatie

Financiën van steden en gemeenten: Onderlinge verschillen in kaart

Financiën van steden en gemeenten: Onderlinge verschillen in kaart AkronAcademy Instituut voor opleiding en onderzoek Financiën van steden en gemeenten: Onderlinge verschillen in kaart Patrick Uytterhoeven Akron Sint Elisabethstraat 38 A 2060 Antwerpen 0497 374410 www.akronacademy.be

Nadere informatie

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Dienst Kwaliteit van medische laboratoria Verwerking van gecensureerde waarden 1 ste versie Pr. Albert (februari 2002) 2 de versie Aangepast door WIV (toepassingsdatum:

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

Evaluatierapport Module 8 Mechatronica

Evaluatierapport Module 8 Mechatronica Evaluatierapport Module 8 Mechatronica 201500322 dr. ir. J. van Dijk Disclaimer Samenvatting Voor de samenvattingen per moduleonderdeel in dit rapport geldt het volgende: De samenvattingen bevatten de

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2009

Digitale (r)evolutie in België anno 2009 ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 9 februari Digitale (r)evolutie in België anno 9 De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 71% van de huishoudens in

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2010.

Digitale (r)evolutie in België anno 2010. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 23 februari 2011 Digitale (r)evolutie in België anno 2010. De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 73% van de Belgische

Nadere informatie

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Aanvullende tekst bij hoofdstuk 1

Aanvullende tekst bij hoofdstuk 1 Aanvullende tekst bij hoofdstuk 1 Wortels uit willekeurige getallen In paragraaf 1.3.5 hebben we het worteltrekalgoritme besproken. Dat deden we aan de hand van de relatie tussen de (van tevoren gegeven)

Nadere informatie

Lezen vanop afstand. Digital Humanities en de computationele analyse van middeleeuwse literatuur. www.mike-kestemont.org www.fwo.be www.ua.ac.

Lezen vanop afstand. Digital Humanities en de computationele analyse van middeleeuwse literatuur. www.mike-kestemont.org www.fwo.be www.ua.ac. Lezen vanop afstand Digital Humanities en de computationele analyse van middeleeuwse literatuur www.mike-kestemont.org www.fwo.be www.ua.ac.be 1 Digital Humanities Digitale geesteswetenschappen R. Busa

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Een Artikel Schrijven. Prof. dr. Paul A. Kirschner Coördinator Onderzoek

Een Artikel Schrijven. Prof. dr. Paul A. Kirschner Coördinator Onderzoek Een Artikel Schrijven Prof. dr. Paul A. Kirschner Coördinator Onderzoek Met dank aan 1. Writing Scientific Manuscripts (Journal of Young Investigators) 2. S. Downes: How to publish a scientific paper 3.

Nadere informatie

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer Samenvatting Leesvaardigheid is van groot belang in onze geletterde maatschappij. In veel wetenschappelijke studies zijn dan ook

Nadere informatie

De vragenlijst van de openbare raadpleging

De vragenlijst van de openbare raadpleging SAMENVATTING De vragenlijst van de openbare raadpleging Tussen april en juli 2015 heeft de Europese Commissie een openbare raadpleging gehouden over de vogel- en de habitatrichtlijn. Deze raadpleging maakte

Nadere informatie

Narrative Authority: From Epic to Drama. S. Willigers

Narrative Authority: From Epic to Drama. S. Willigers Narrative Authority: From Epic to Drama. S. Willigers Samenvatting Narratieve Autoriteit: van Epos tot Drama Hoe is de Griekse tragedie ontstaan? Al sinds Aristoteles proberen geleerden antwoord op deze

Nadere informatie

Samenvatting. Dutch Summary.

Samenvatting. Dutch Summary. Samenvatting Dutch Summary. 125 126 Dutch Summary Nederlandse Samenvatting (Summary in Dutch) Door de aanwezigheid van omstanders helpen mensen elkaar minder snel en minder vaak. Dit geldt voor zowel noodsituaties,

Nadere informatie

Samenvatting De belangrijkste onderzoeksvraag waarop het werk in dit proefschrift een antwoord probeert te vinden, is welke typen taalkundige informatie het nuttigst zijn voor de lexicale desambiguatie

Nadere informatie

Inhoud. Woord vooraf

Inhoud. Woord vooraf Inhoud Woord vooraf V 1. Inleiding 1 1.1. De overlevering van de Honderd artikelen 2 1.2. Meditatie in de christelijke traditie 8 1.2.1. Christelijke meditatie, een algemene begripsbepaling 8 1.2.2. Christelijke

Nadere informatie

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest Respondent: Johan den Doppelaar Email: info@123test.nl Geslacht: man Leeftijd: 37 Opleidingsniveau: hbo Vergelijkingsgroep: Nederlandse beroepsbevolking

Nadere informatie

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/68261 Author: Eijk, R.J. van Title: Web privacy measurement in real-time bidding systems.

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research

Nadere informatie

Springboard to knowledge. Ephorusplagiaatcontrole

Springboard to knowledge. Ephorusplagiaatcontrole Springboard to knowledge Ephorusplagiaatcontrole 1 Inleiding... 3 Waar vinden plagiaatplegers hun materiaal?... 3 Hoe kan it s learning plagiaat voorkomen?... 3 Hoe werkt de plagiaatcontrole?... 4 Welke

Nadere informatie

1 - Geschiedenis van de Algebra

1 - Geschiedenis van de Algebra 1 - Geschiedenis van de Algebra De opdracht omschrijving voor dit hoofdstuk bestond uit het volgende: A1 - Maak 5 van de 19 opdrachten. Zorg voor nette uitwerkingen. Kies de 5 verspreid over de 19. A2

Nadere informatie

SAMENVATTING (Dutch summary)

SAMENVATTING (Dutch summary) (Dutch summary) 349 Dit boek is een onderzoek naar een bijzondere vorm van zelfrepresentatie: het creëren van een (publiek) zelf doorheen kunstwerken. Het onderwerp van het onderzoek is de Britse filmmaker

Nadere informatie

Studentenarbeid in 2018

Studentenarbeid in 2018 27 augustus 2019 Studentenarbeid in 2018 Studentenarbeid blijft verder boomen, zo blijkt uit statistieken van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, en dat onafgebroken sinds de fundamentele hervormingen

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Evaluatierapport Project Ontwerpen van een Werktuig en Module 1

Evaluatierapport Project Ontwerpen van een Werktuig en Module 1 Evaluatierapport Project Ontwerpen van een Werktuig en Module 1 201300028 Ir. W. De Kogel-Polak 100% geslaagd na eerste poging De evaluatiecommissie heeft Project Ontwerpen van een Werktuig en Module 1

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

a. De hoogte van een toren bepalen met behulp van een stok

a. De hoogte van een toren bepalen met behulp van een stok Gelijkvormigheid in de 17 de - en 18 de -eeuwse landmeetkunde Heb jij enig idee hoe hoog dat gebouw of die boom is die je uit het raam van je klaslokaal ziet? Misschien kun je de hoogte goed schatten,

Nadere informatie

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN Motivering bij het uitwerken van de vuistregels Door het K.B. van 6 juni 2010 is de Belgische Corporate Governance Code 2009 dè referentiecode geworden voor

Nadere informatie

Gegevensverwerving en verwerking

Gegevensverwerving en verwerking Gegevensverwerving en verwerking Staalname - aantal stalen/replicaten - grootte staal - apparatuur Experimentele setup Bibliotheek Statistiek - beschrijvend - variantie-analyse - correlatie - regressie

Nadere informatie

Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp

Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Semantic Versus Lexical Gender M. Kraaikamp Samenvatting Semantisch versus lexicaal geslacht: synchrone en diachrone variatie in Germaanse geslachtscongruentie De meeste Germaanse talen, waaronder het

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

EXAMEN LEREN EN ONDERWIJZEN (voor wie de lessen heeft gevolgd in )

EXAMEN LEREN EN ONDERWIJZEN (voor wie de lessen heeft gevolgd in ) K.U. Leuven 6 juni 2009 EXAMEN LEREN EN ONDERWIJZEN (voor wie de lessen heeft gevolgd in 2008-09) B. De Fraine, J. Elen, S. Janssens, J. Van Damme en L. Verschaffel Naam en voornaam (in drukletters!) Duid

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen 1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen Wanneer je als student in het hoger onderwijs de opdracht krijgt om te zoeken naar wetenschappelijke informatie heb je de keuze uit verschillende informatiebronnen.

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Mediagroepen: op zoek naar

Mediagroepen: op zoek naar Mediagroepen: op zoek naar publiekcommunities (vervolg) Zoals aangekondigd vervolgen we onze studie naar de (eventuele) gelijkenissen in het publiek van de Belgische mediagroepen. Ter herinnering, de basisvraag

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21974 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hermans, Dagobert Bernardus Maria Title: Middeleeuwse woontorens in Nederland :

Nadere informatie

4,4. Boekverslag door een scholier 1284 woorden 17 juni keer beoordeeld. Eerste uitgave 1975 Nederlands. Bespreking van gedichtenbundel

4,4. Boekverslag door een scholier 1284 woorden 17 juni keer beoordeeld. Eerste uitgave 1975 Nederlands. Bespreking van gedichtenbundel Boekverslag door een scholier 1284 woorden 17 juni 2002 4,4 173 keer beoordeeld Auteur Genre Jan Arends Poëzie Eerste uitgave 1975 Vak Nederlands Bespreking van gedichtenbundel Naam bundel: Nagelaten gedichten

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling

Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting. Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling Functionaliteitseconomie: Hefboom voor duurzame ontwikkeling in België? Samenvatting Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling 1 P a g i n a F u n c t i o n a l i t e i t s e c o n o m i e : h e f b o o

Nadere informatie

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Pagina 1 van 5 Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012 Inleiding Sinds 2007 beschikt de over een meldpunt Vossenschade. Om dit meldpunt meer bekendheid te geven voor heel Vlaanderen werd in januari

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid

Nadere informatie

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels:

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels: Stappen deelcijfer weging 1 Onderzoeksvragen 10,0 6% 0,6 2 Hypothese 10,0 4% 0,4 3 Materiaal en methode 10,0 10% 1,0 4 Uitvoeren van het onderzoek en inleiding 10,0 30% 3,0 5 Verslaglegging 10,0 20% 2,0

Nadere informatie

TH-MI Motivation Indicator. Brown Jeremy Manager Brainwave Ltd.

TH-MI Motivation Indicator. Brown Jeremy Manager Brainwave Ltd. Brown Jeremy Manager Brainwave Ltd. TH-MI Motivation Indicator Dit rapport werd gegenereerd op 30-08-2013 door White Alan van Brainwave Ltd.. De onderliggende data dateren van 30-08-2013. OVER DE MOTIVATION

Nadere informatie

2 Een beschouwend artikel (maximaal 5000 woorden inclusief literatuurlijst)

2 Een beschouwend artikel (maximaal 5000 woorden inclusief literatuurlijst) 2 Een beschouwend artikel (maximaal 5000 woorden inclusief literatuurlijst) Sluit aan bij actuele ontwikkelingen/vernieuwingen Het doel van het betoog is duidelijk geformuleerd Goede theoretische onderbouwing

Nadere informatie

Seizoensverslag voorjaar 2017 Gepubliceerd juli 2017

Seizoensverslag voorjaar 2017 Gepubliceerd juli 2017 Seizoensverslag voorjaar 2017 Gepubliceerd juli 2017 Copyright: BC (Bijna) altijd juist Inhoudsopgave Pagina Inleiding 2 Uitslagen en analyse 5 Deel 1: vrij spel. 5 Deel 2: drieband.. 8 Deel 3: bandstoten

Nadere informatie

KLASSIEKE CULTURELE VORMING VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

KLASSIEKE CULTURELE VORMING VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 KLASSIEKE CULTURELE VORMING VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets & Onderscheidend Vermogen

Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets & Onderscheidend Vermogen M, M & C 7.3 Optional Topics in Comparing Distributions: F-toets 6.4 Power & Inference as a Decision 7.1 The power of the t-test 7.3 The power of the sample t- Toetsende Statistiek Week 5. De F-toets &

Nadere informatie

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan Hoe tevreden zijn de medewerkers met en hoe betrokken zijn zij bij de organisatie en welke verbeterpunten ziet men voor de toekomst? Wat is medewerkerstevredenheid

Nadere informatie

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J., De Fraine B. & Van den Branden N. Promotor:

Nadere informatie

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR

FOCUS : TOEKENNINGSDUUR FOCUS : TOEKENNINGSDUUR 2013.2 1 De toekenningsduur: een nieuwe variabele van de POD Maatschappelijke Integratie 1. INLEIDING Onderzoek naar toekenningsduur binnen de Belgische bijstand werd eerder door

Nadere informatie

9 Gebruik van wetenschappelijke kennis

9 Gebruik van wetenschappelijke kennis 9 Gebruik van wetenschappelijke kennis In dit hoofdstuk wordt het gebruik van wetenschappelijke kennis a) geanalyseerd in alle onderzochte beleidsprocessen in de JGZ voor 4-19-jarigen in de vier GGD-regio's.

Nadere informatie

360 graden feedback formulieren

360 graden feedback formulieren 360 graden feedback formulieren Propedeuse blok 3 360 graden feedback formulier Auteur: Wouter van Zoest Positief: 1. Initiatief Toont veel initiatief om dingen aan te pakken en heeft naar mijn mening

Nadere informatie

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg

Overzicht uitgeschreven huisartsen NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg Overzicht uitgeschreven huisartsen 1990-2015 NIVEL Lud van der Velden Daniël van Hassel Ronald Batenburg ISBN 978-94-6122-424-8 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729

Nadere informatie

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Jaarplan GESCHIEDENIS Algemene doelstellingen Eerder gericht op kennis en inzicht 6 A1 A2 A3 A4 A5 Kunnen hanteren van een vakspecifiek begrippenkader en concepten, nodig om zich van het verleden een wetenschappelijk

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. Proefdieren, overbodig of hoognodig?

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. Proefdieren, overbodig of hoognodig? Afsluitende les Leerlingenhandleiding Proefdieren, overbodig of hoognodig? Inleiding Hoewel bijna iedereen wel een beeld heeft van proefdieren en wat er in het verleden wellicht mee gedaan is, weet bijna

Nadere informatie

Migrerende euromunten

Migrerende euromunten Migrerende euromunten Inleiding Op 1 januari 2002 werden in vijftien Europese landen (twaalf grote en drie heel kleine) euromunten en - biljetten in omloop gebracht. Wat de munten betreft, ging het in

Nadere informatie

Recognition and Detection of Objects Using Visual and Textual Cues S. Karaoğlu

Recognition and Detection of Objects Using Visual and Textual Cues S. Karaoğlu Recognition and Detection of Objects Using Visual and Textual Cues S. Karaoğlu Samenvatting Met dit proefschrift richten we onze aandacht op object herkenning en detectie voor een beter begrip in afbeeldingen.

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Evaluatierapport Module 5 Dynamische Systemen

Evaluatierapport Module 5 Dynamische Systemen Evaluatierapport Module 5 Dynamische Systemen 201600091 Ir. J.P. Schilder Disclaimer Samenvatting Voor de samenvattingen per moduleonderdeel in dit rapport geldt het volgende: De samenvattingen bevatten

Nadere informatie

LEI Plagiaat ongegrond

LEI Plagiaat ongegrond CASUS WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2016 LEI Plagiaat ongegrond Universiteit Leiden 1. Onderwerp van de klacht Plagiaat 2. Advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit 25 mei 2016 De Commissie

Nadere informatie

ArRangeer: slimmer beslissen in onderhoudsvraagstukken

ArRangeer: slimmer beslissen in onderhoudsvraagstukken ArRangeer: slimmer beslissen in onderhoudsvraagstukken Onderhoud van het spoor is een complex proces, waarbij vele afwegingen moeten worden gemaakt. Aan de ene kant kost onderhoud tijd en geld, aan de

Nadere informatie

Tellen met Taal. Het meten van variatie in zinsbouw in Nederlandse dialecten. Marco René Spruit

Tellen met Taal. Het meten van variatie in zinsbouw in Nederlandse dialecten. Marco René Spruit Tellen met Taal Het meten van variatie in zinsbouw in Nederlandse dialecten Marco René Spruit Taalkundige afstand Iedereen weet dat de afstand tussen Amsterdam en Utrecht kleiner is dan de afstand tussen

Nadere informatie

Eisen en lay-out van het PWS

Eisen en lay-out van het PWS Eisen en lay-out van het PWS INHOUD EN OPZET VAN HET PROFIELWERKSTUK In het navolgende komen achtereenvolgens aan bod: de titelpagina, de inhoudsopgave, de inleiding, de hoofdtekst, de samenvatting, de

Nadere informatie

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen.

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen. BIJLAGE 1 Toetsplan Bacheloropleiding Nederlandse Taal en Cultuur 2014-2015 BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 7 collegewekeweken 3 toetsweken 7 college- blok 1 weken blok 2 weken blok 3 Academisch schrijven

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Seizoensverslag najaar 2017 Gepubliceerd december 2017

Seizoensverslag najaar 2017 Gepubliceerd december 2017 Seizoensverslag najaar 2017 Gepubliceerd december 2017 Copyright: BC (Bijna) altijd juist Inhoudsopgave Pagina Inleiding 3 Uitslagen en analyse 6 Deel 1: vrij spel. 6 Deel 2: drieband.. 10 Deel 3: bandstoten

Nadere informatie

Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen.

Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen. 1 Op het einde van de negentiende eeuw werd het Nederlands een van de officiële talen in België. Maar welk Nederlands? Er waren twee kampen. De particularisten pleitten voor een eigen Nederlands pleitten,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20310 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Jansen, Bas Title: Mersenne primes and class field theory Date: 2012-12-18 Samenvatting

Nadere informatie

Taak Lyrici. Beschrijving. De lyrici. Concreet

Taak Lyrici. Beschrijving. De lyrici. Concreet Taak Lyrici Beschrijving De komende zes weken gaan we ons bezighouden met lyriek. Daarbij gaan we natuurlijk ook wat biografische informatie over de verschillende lyrici de dichters dus nodig hebben. Immers,

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

Profielen van mediageletterdheid. Een exploratie van de digitale vaardigheden van burgers SEIZOEN in Vlaanderen. Steve Paulussen IBBT-MICT, UGent

Profielen van mediageletterdheid. Een exploratie van de digitale vaardigheden van burgers SEIZOEN in Vlaanderen. Steve Paulussen IBBT-MICT, UGent Profielen van mediageletterdheid. Een exploratie van de digitale vaardigheden van burgers SEIZOEN in Vlaanderen 2011-2012 Steve Paulussen IBBT-MICT, UGent Doel van de studie 3 hoofdvragen: 1. Hoe staat

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test

Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Rapportgegevens Marketing en sales potentieel test Respondent: Jill Voorbeeld Email: voorbeeld@testingtalents.nl Geslacht: vrouw Leeftijd: 39 Opleidingsniveau: wo Vergelijkingsgroep: Normgroep marketing

Nadere informatie

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011 Feitenkaart Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 010-011 In september 007 is de uitvoering van het Rotterdamse leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht gestart. Het doel van het programma

Nadere informatie

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016 Inhoud Inleiding... 3 Methodologie... 3 Overzicht van de werknemers in de sociale economie... 5 Profielkenmerken van doelgroepwerknemers... 6 Regionale Spreiding...

Nadere informatie

pagina 2 van 5 Laten we maar weer eens een willekeurige groep voorwerpen nemen. Er bestaan bijvoorbeeld -- om maar iets te noemen -- allerlei verschil

pagina 2 van 5 Laten we maar weer eens een willekeurige groep voorwerpen nemen. Er bestaan bijvoorbeeld -- om maar iets te noemen -- allerlei verschil pagina 1 van 5 Home > Bronteksten > Plato, Over kunst Vert. Gerard Koolschijn. Plato, Constitutie (Politeia), Amsterdam: 1995. 245-249. (Socrates) Nu we [...] de verschillende elementen van de menselijke

Nadere informatie