De positionering van de vitaliteitsregeling binnen de Nederlandse inkomstenbelasting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De positionering van de vitaliteitsregeling binnen de Nederlandse inkomstenbelasting"

Transcriptie

1 Bachelor Thesis De positionering van de vitaliteitsregeling binnen de Nederlandse inkomstenbelasting Naam Studierichting : Rick Kamps : Fiscale Economie Administratienummer : Datum : Juni 2012 Examencommissie : Drs. M. R. Visser Prof. Dr. J.A.G. van der Geld 1

2 Inhoudsopgave Hoofdstuk Een: Inleiding 3 Hoofdstuk Twee: De levensloop- en spaarloonregeling De levensloopregeling De overgangsregeling van de levensloopregeling De spaarloonregeling 6 Hoofdstuk Drie: De vitaliteitsregeling De vitaliteitsregeling ten opzichte van de levensloop- en spaarloonregeling De vitaliteitsregeling in de wet Belasting bij gebruik van de vitaliteitsregeling 8 Hoofdstuk Vier: De effecten van de vitaliteitsregeling op huidige regelingen De ondernemersaftrek De middelingsregeling De fiscale oudedagsreserve (FOR) 14 Hoofdstuk Vijf: De vitaliteitsregeling in de praktijk De vitaliteitsregeling voor werknemers De vitaliteitsregeling voor ondernemers 17 Hoofdstuk Zes: Conclusie en aanbeveling Conclusie Aanbeveling 20 Bijlage: 21 2

3 Hoofdstuk Een Inleiding In 1914 werd er in Nederland de eerste vorm van inkomstenbelasting geïntroduceerd. Sindsdien is de Nederlandse inkomstenbelasting alleen maar uitgebreider geworden en tegenwoordig kent deze dan ook een hoop fiscale regelingen. Zo was er de invoering van de doorwerkbonus in 2009 en de invoering van de levensloopregeling in Daarnaast was er in 1994 de invoering van de spaarloonregeling. Met dit soort regelingen probeert de overheid het gedrag van de bevolking te sturen. Zo was de doorwerkbonus om de arbeidsparticipatie bij ouderen te bevorderen door deze aantrekkelijker te maken. De levensloopregeling werd ingevoerd om een juist evenwicht tussen verschillende taken te maken en ervoor zorgen dat tijd en inkomen beter in evenwicht kunnen zijn over de verschillende levensfasen. 1 Op het moment worden de spaarloonregeling en de levensloopregeling vervangen door de vitaliteitsregeling. Tegelijkertijd worden de arbeidskorting voor ouderen en de doorwerkbonus vervangen door een werkbonus voor 61-plussers. Deze werkbonus voor 61-plussers en de vitaliteitsregeling samen met een extra stimulering voor scholing zijn de fiscale regelingen van het vitaliteitspakket. 2 Hiermee wordt door de overheid een hogere arbeidsparticipatie van de leeftijdsgroep 55 tot 65 beoogd door de vitaliteitsregeling in verhouding tot de levensloopregeling minder ideaal te maken om een vroegtijdig pensioen te financieren. Daarnaast is doorwerken voor deze leeftijdsgroep nog voordeliger gemaakt. Deze keuze is uiteraard met het oog op de vergrijzing gemaakt aangezien de gevolgen hiervan steeds duidelijker beginnen te worden. Het vitaliteitstegoed zal gebruikt kunnen worden om periodes van werkeloosheid te overbruggen, extra scholing te financieren en om deeltijd vroegpensioen te financieren. Het vitaliteitspakket gaat uit van drie beleidslijnen: doorwerken, mobiliteit en loopbaanfaciliteiten. 3 Onder het doorwerken valt de verandering van de arbeidskorting ouderen en de doorwerkbonus welke zullen overgaan in de werkbonus. Onder mobiliteit wordt verstaan dat de te lage arbeidsmobiliteit onder ouderen moet worden verhoogd. Mobiele ouderen kunnen namelijk makkelijker ander werk verrichten, zowel buiten als binnen het huidige bedrijf. Onder de loopbaanfaciliteiten vallen de regelingen met het oog op duurzame inzetbaarheid, hieronder valt het stimuleren van scholing zowel sectoraal als intersectoraal. In dit onderzoek zal er dieper worden ingegaan op de vitaliteitsregeling en zal onderzocht worden welke effecten deze heeft in combinatie met huidige regelingen zoals de middelingsregeling en de fiscale oudedagsreserve. De onderzoeksvraag luidt dan ook: Op welke wijze is de vitaliteitsregeling effectief naast een aantal andere fiscale regelingen in de inkomstenbelasting te gebruiken en vult de vitaliteitsregeling deze regelingen aan of vervangt deze ze juist eerder?. De opbouw van het onderzoek ziet er als volgt uit. In hoofdstuk 2 zal dieper worden ingegaan op de spaarloonregeling en de levensloopregeling met de daarbij behorende overgangsregeling. In hoofdstuk 3 zal de vitaliteitsregeling nader worden bekeken, waarna in hoofdstuk 4 wordt gekeken hoe de vitaliteitsregeling samengaat met andere fiscale regelingen. In hoofdstuk 5 zullen de fiscale voordelen van de vitaliteitsregeling worden bekeken voor werknemers en ondernemers. Hierna zal worden afgesloten met conclusies en aanbevelingen in hoofdstuk 6. 1 Evaluatie levensloopregeling, p. 8 2 Ministerie van Financiën, informatieblad vitaliteitspakket november Kamerstukken II, 2010/11, , nr. 329, p. 4 3

4 Hoofdstuk Twee Levensloop- en spaarloonregeling 2.1 De levensloopregeling De levensloopregeling is in 2006 ingevoerd met als hoofdreden een juist evenwicht tussen verschillende taken mogelijk te maken en ervoor zorgen dat tijd en inkomen beter in evenwicht zijn over de verschillende levensfasen. Er waren echter ook nog twee nevenredenen, namelijk: Het verminderen van de drukte in het spitsuur van het leven en het faciliteren van een vervroegd uittreden. 4 De levensloopregeling verving de VUT en het prepensioen, hierdoor werd dan ook een behoorlijke participatie verwacht. Uit de evaluatie van de levensloopregeling is echter gebleken dat de participatie tegenviel, maar hier kom ik later op terug. De levensloopregeling laat werknemers een deel van hun bruto- inkomen apart zetten om op een later moment als inkomen van dat jaar op te nemen. De werknemer mag zelf kiezen of hij het tegoed bij een bank in de vorm van een spaarrekening, bij een verzekeringsmaatschappij in de vorm van een spaarverzekering of als spaarrecht van deelneming spaart. Het opnemen van dit geld kan om een periode van onbetaald verlof te overbruggen. Denk hierbij aan ouderschapsverlof of verlof voorafgaand aan het pensioen. Men mag bij de levensloopregeling 12% van zijn bruto jaarinkomen per jaar storten met in totaal een maximum van 210% van zijn bruto jaarinkomen. 5 Het maximaal op te nemen bedrag voor een periode onbetaald verlof is per maand gelijk aan het maandloon van de maand direct voorafgaand aan het verlof. 6 Ieder jaar kan dus maximaal 100% van het jaarloon opgenomen worden uit het levenslooptegoed. Als men zich in de 42% schijf of 52% schijf bevindt kan het fiscaal voordeel door gebruik van de levensloopregeling behoorlijk oplopen. Zo is het verschil in inkomstenbelasting tussen de hoogste (52%) schijf en laagste (32%) schijf 20%-punt. Iedere 1000 euro wat in de laagste schijf komt, in plaats van in de hoogste schijf, zal met gebruik van de levensloopregeling een fiscaal voordeel opleveren van 200 euro netto. In de praktijk zal een voordeel van deze grootte zich vrijwel nooit voordoen aangezien iemand dan met een minimum inkomen van euro bruto per jaar genoegen zal moeten nemen met maximum inkomen van euro bruto per jaar. Er zijn echter nog enkele andere voordelen aan de levensloopregeling, namelijk de levensloopverlofkorting en het achterwege blijven van de vermogensrendementsheffing in box-3. De levensloopverlofkorting is een heffingskorting. 7 Dit houdt in dat in ieder jaar dat er gestort wordt, ongeacht de grootte van de storting, een vast bedrag kan worden afgetrokken van de verschuldigde inkomstenbelasting (dus niet het belastbaar inkomen uit box-1) bij opname van het levenslooptegoed. Dit is vooral gedaan zodat deelname aan de levensloopregeling ook voordelig is voor mensen met lagere inkomens. De levensloopverlofkorting is gelijk aan het aantal stortingen vermenigvuldigd met de hoogte van de korting in het jaar van opname, in 2011 was dit bijvoorbeeld 201 euro. Dit bedrag werd jaarlijks geïndexeerd, zodat het qua koopkracht even hoog bleef. De opgebouwde levensloopverlofkorting welke men al een keer gebruikt heeft telt niet meer mee bij een volgende opname. Als bijvoorbeeld de opgebouwde levensloopverlofkorting van vijf stortingen wordt gebruikt bij een opname, zal bij de volgende opname de korting van deze vijf stortingen niet meer gebruikt kunnen worden. Wel kan men de opgebouwde levensloopverlofkorting welke niet gebruikt is, 4 Evaluatie levensloopregeling, p. 8 5 Evaluatie levensloopregeling, p. 9 6 Uitv.reg. LB 2001, artikel 61h 7 Kamerstukken, 2004/05,29 760, nr. D, p. 38 4

5 gebruiken bij een volgende opname. Mocht men dus maar vier van de vijf stortingen gebruikt hebben bij een opname, dan telt de opgebouwde levensloopverlofkorting van de vijfde storting mee bij de volgende opname. Voor de jaren vanaf 2012 kan men echter geen levensloopverlofkorting meer opbouwen, wel kan de al opgebouwde levensloopverlofkorting nog worden verzilverd. Het voordeel dat het uitblijven van de box-3 belasting met zich mee brengt is dat het gespaarde bedrag in het levenslooptegoed niet wordt belast in box-3, er is dus geen sprake van vermogensrendementsheffing. Dit is fiscaal aantrekkelijk aangezien het ieder jaar een voordeel van 1,2% (4% * 30%) oplevert over het totaal gespaarde bedrag. Ervan uitgaande dat het gespaarde kapitaal van de spaarder dat wel aan heffing in box-3 onderhevig is al boven het heffingvrije vermogen uitkomt, anders is er uiteraard geen voordeel. Uit de evaluatie van de levensloopregeling van 2009 blijkt dat de deelname aan de levensloopregeling erg tegen valt. 8 Zo was de verwachte deelname aan de regeling in 2006 gelijk aan en bleek deze feitelijk maar te zijn. Dit was dus maar ongeveer 12% van de verwachte deelname. Daarnaast werd in 2008 een deelname verwacht van en bleek deze maar te zijn. Dit is dus maar 10% van de verwachte deelname. De deelname was dus niet alleen lager dan verwacht, maar nam ook procentueel nog eens minder toe dan verwacht. In de evaluatie worden hier enkele redenen voor besproken. Zo ging men ervan uit dat het merendeel van de VUT- en pensioenregelingen inleg na afschaffing van deze regelingen in de levensloopregeling terecht zou komen. Dit tegoed is echter voor het merendeel ingezet voor een hoger ouderdomspensioen. In de evaluatie wordt daarnaast geconcludeerd dat uitstelgedrag ook een reden is dat er weinig werd deelgenomen aan de levensloopregeling. Werknemers stellen de keuze om wel deel te nemen dus uit. Een derde reden is dat werknemers meer gebruik blijven maken van de spaarloonregeling terwijl er verwacht werd dat veel werknemers zouden overstappen naar de levensloopregeling. Als een reden hiervoor en in algemeenheid voor de lage deelname wordt de complexiteit van de regeling genoemd. Daarnaast blijkt uit de evaluatie dat bijna 50% van de inleg in de levensloopregeling bedoeld is voor vroegtijdig pensioen. 2.2 De overgangsregeling van de levensloopregeling Om de invoering van de vitaliteitsregeling eerlijk te laten verlopen heeft de overheid een overgangsregeling gemaakt voor werknemers welke gebruik maken van de levensloopregeling. Deze overgangsregeling zorgt er simpelweg voor dat werknemers met een levenslooptegoed hoger dan 3000 euro nog gebruik kunnen blijven maken van de levensloopregeling. Er zal dan echter geen levensloopverlofkorting meer worden opgebouwd. Het was eerst de bedoeling dat de overgangsregeling alleen te gebruiken was voor deelnemers welke op 1 januari 2013 al 58 jaar waren. 9 Dit is later echter veranderd zodat de overgangsregeling voor iedereen geldt zolang het tegoed hoger was dan 3000 euro op 31 december De werknemers met 3000 euro of meer als levenslooptegoed op 31 december 2011, kunnen ervoor kiezen om door te gaan met sparen in de levensloopregeling en kunnen dus nog steeds geld inleggen. Er vindt voor deze werknemers echter geen opbouw meer plaats van de levensloopverlofkorting vanaf 8 Evaluatie levensloopregeling, p.11 9 Kamerstukken II, , MvF, MvT op belastingplan 2012, p Kamerstukken II, , SZW, Brief minister Kamp aan de tweede kamer, referentie: ASEA/SAS/2011/11971, p

6 1 januari Ze kunnen er ook voor kiezen om het geld op te nemen voor verlof in Ook kan het levenslooptegoed in 2013 fiscaal geruisloos worden ingebracht in de vitaliteitsregeling zonder aan een maximum gebonden te zijn. Dit kan ook nog na 2013, maar dan kan er slechts euro geruisloos worden overgebracht en zal er over het restant moeten worden afgerekend. Als laatste optie kan de werknemer zijn tegoed opnemen in 2013, maar dan dient deze er direct over af te rekenen met aftrek van de gespaarde levensloopverlofkorting. Als het levenslooptegoed eenmaal is overgezet naar de vitaliteitsregeling kan men niet meer terug naar de levensloopregeling. Voor de deelnemers welke geen 3000 euro levenslooptegoed hadden opgebouwd op 31 december 2011 zijn de opties wat beperkter. Zij kunnen nu niet meer inleggen. Ze kunnen het tegoed echter wel opnemen voor verlof in Daarnaast kunnen ze in 2013 het tegoed fiscaal geruisloos overbrengen in de vitaliteitsregeling of ze kunnen ervoor kiezen het gespaarde bedrag op te nemen. Als het wordt opgenomen zal erover moeten worden afgerekend, maar er wordt wel nog rekening gehouden met de opgebouwde levensloopverlofkorting. Mocht er geen actie ondernomen worden dan zal het bedrag op 31 december 2013 vrij vallen en belast worden alsof het is opgenomen De spaarloonregeling De spaarloonregeling is in 1994 ingevoerd en is na 2011 vervallen om plek te maken voor de vitaliteitsregeling. In de spaarloonregeling kon men ieder jaar een bruto bedrag van het inkomen apart zetten om te sparen, dit bedrag kwam dan 4 jaren later vrij en kon belastingvrij worden opgenomen. Op deze wijze werd er geen inkomstenbelasting betaald over het gespaarde bedrag. Het spaarloontegoed werd bij een bank gestort en er werd dan ook rente over uitgekeerd. Het spaarloonbedrag was van 2006 tot en met 2011, 613 euro. Dit bedrag werd dus niet jaarlijks geïndexeerd. Als men ervoor koos de spaarloonregeling in een jaar te gebruiken kon men in datzelfde jaar de levensloopregeling niet gebruiken. In hetzelfde jaar van beide tegoeden opnemen kon wel. Daarnaast telt het spaarloontegoed niet mee bij de vermogensrendementsheffing. Aangezien 2011 het laatste jaar was dat er gestort kon worden op de spaarloonrekening is het nog maar mogelijk het geld tot en met 2015 te laten staan. De overheid heeft echter het spaarloontegoed al vrijgegeven dus het kan ook gelijk worden opgenomen zonder daar in de inkomstenbelasting over af te rekenen. Als het geld echter op de spaarloonrekening blijft staan en er voldaan wordt aan de voorwaarden van de spaarloonregeling, dan kan de deelnemer op grond van de overgangsregeling gebruik blijven maken van de vrijstelling voor spaarloon in box-3. In dat geval wordt er jaarlijks een gedeelte van het spaarloontegoed vrijgegeven waarna de vrijstelling in box-3 niet meer over het vrijgegeven deel geldt Zie ook, Bijnen, 2001, p Ministerie van Financiën, informatieblad vitaliteitspakket november 2011, p. 1 6

7 Hoofdstuk Drie De vitaliteitsregeling 3.1 De vitaliteitsregeling ten opzichte van de levensloop- en spaarloonregeling De vitaliteitsregeling zal de spaarloon- en de levensloopregeling gaan vervangen. De vitaliteitsregeling zal in tegenstelling tot de spaarloon- en levensloopregeling ook toegankelijk zijn voor ondernemers. 13 Het doel van de vitaliteitsregeling is het bevorderen van de duurzame inzetbaarheid van werknemers en om de mogelijkheid te creëren werk op flexibele wijze te combineren met andere activiteiten. In de vitaliteitsregeling kan men per jaar maximaal 5000 euro sparen en kan er tot een maximum van euro worden gestort. 14 Als er uit het spaartegoed wordt opgenomen zal het net zo belast worden als bij de levensloopregeling, dit in tegenstelling tot het spaarloon welke onbelast was bij opname. Het tegoed uit de vitaliteitsregeling is flexibel op te nemen net als bij de levensloopregeling en vrij te besteden zoals bij de spaarloonregeling. Daarnaast zal de vitaliteitsregeling net als de levensloop- en spaarloonregeling vrijstelling in box-3 geven voor het gestorte bedrag. Het bedrag zal in het jaar dat het gestort word aftrekbaar zijn in box-1, dit houdt in dat het gestorte inkomen pas wordt belast bij opname van het vitaliteitstegoed. De opbrengsten en rendementen uit de vitaliteitsspaarrekening, - spaarverzekering en spaarrecht moeten bij het tegoed of verzekerde kapitaal worden gestort of worden aangewend ter verwerving van genoemde vitaliteitsspaarrechten van deelneming. 15 Aangezien het limiet van euro alleen geldt voor het storten kan het tegoed boven de euro uitkomen door rendementen. Indien men na het bereiken van 62-jarige leeftijd geld wil opnemen uit het vitaliteitstegoed zal dit gelimiteerd zijn tot euro per jaar. Wel dient het vitaliteitstegoed opgenomen te zijn voor het bereiken van 65-jarige leeftijd. 3.2 De vitaliteitsregeling in de wet Door de invoering van de vitaliteitsregeling wordt er per 1 januari 2013 een nieuw artikel ingevoerd in de Wet inkomstenbelasting 2001 waarin het vitaliteitssparen wordt gedefinieerd. Dit artikel komt na artikel 1.7 en zal artikel 1.7a, Vitaliteitssparen heten. 16 In het artikel onder lid 1 worden de drie vormen waarin de vitaliteitsregeling gebruikt kan gaan worden beschreven. Onder sub a wordt de regeling in de vorm van een vitaliteitsspaarrekening bij een bank beschreven. Onder sub b wordt de regeling in de vorm van een vitaliteitsspaarverzekering beschreven en onder sub c als vitaliteitsspaarrecht. Bij alle drie de vormen gaat het om een schriftelijke overeenkomst tussen de belastingplichtige en de bank, verzekeraar of beheerder van de beleggingsinstelling. In lid 2 wordt beschreven dat de banken, verzekeraars en beleggingsinstellingen welke vitaliteitssparen aanbieden, een financiële onderneming behoren te zijn die ingevolge de Wet op financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank, verzekeraar of beleggingsinstelling mogen uitoefenen. Het zal voor buitenlandse banken, verzekeraars en beleggingsinstellingen ook mogelijk zijn het vitaliteitssparen aan te bieden in Nederland als ze door de Minister van Financiën, en door hem aan te stellen voorwaarden, zijn aangewezen. 17 Dit volgt uit artikel 1.7a lid 2 sub d Wet IB De voorwaarden welke de Minister van Financiën zal stellen aan de buitenlandse aanbieders verplicht hen inlichtingen te verschaffen over 13 Ministerie van Financiën, informatieblad vitaliteitspakket november Kamerstukken I, 2011/12, , nr. B, p Kamerstukken II, , MvF, MvT op belastingplan 2012, p Kamerstukken I, 2011/12, , nr. B, p Kamerstukken II, , MvF, MvT op belastingplan 2012, p. 69 7

8 de uitvoering van vitaliteitssparen. Ook zullen ze zekerheid moeten geven voor de belasting die moet worden verrekend bij toepassing van het nieuwe artikel 3.109a lid 5 Wet IB Dit artikel zal met ingang van 1 januari 2013 in een nieuwe afdeling worden toegevoegd aan de wet IB Deze afdeling zal heten: Afdeling 3.5a, Belastbaar voordeel uit vitaliteitssparen. Artikel 3.109a zal net als de afdeling waarin deze staat: Belastbaar voordeel uit vitaliteitssparen heten. Daarnaast zal in de artikelen 3.131a en 1.131b worden beschreven wat de uitgaven voor vitaliteitssparen zijn. Bij het vitaliteitssparen mag de vitaliteitsspaarrekening alleen op naam van de belastingplichtige staan. De uitkeringen van de vitaliteitsspaarverzekering en de rechten van het vitaliteitsspaarrecht van deelneming mogen alleen aan de belastingplichtige toekomen. Hiermee wordt geregeld dat ingelegde bedragen en rendementen in het vitaliteitssparen alleen aan de belastingplichtige welke deze heeft ingelegd toekomen. Uit artikel 3.109a Wet IB 2001 zal na invoering volgen dat door het wijzigen van de tenaamstelling van de vitaliteitsspaarrekening, -spaarverzekering of spaarrecht het tegoed zal worden gezien als belastbaar voordeel uit vitaliteitssparen. In lid drie van dat artikel staat dat het belastbare voordeel uit vitaliteitssparen na overlijden van de belastingplichtige nog bij hem in aanmerking zal worden genomen, hierdoor is het niet mogelijk om inkomen via het vitaliteitssparen over te zetten. Het is echter wel mogelijk om een vitaliteitsspaarrekening, vitaliteitsspaarverzekering of vitaliteitsspaarrecht fiscaal geruisloos om te zetten in een ander recht. Hieronder valt ook het omzetten van een vitaliteitsspaarrekening naar een andere vitaliteitsspaarrekening. In het nieuwe artikel 3.109a lid 2 Wet IB 2001 zal een extra regel staan die ervoor zorgt dat er nog maar aanspraak op euro gemaakt kan worden na het bereiken van 62-jarige leeftijd. Deze regel heeft als effect dat de vitaliteitsregeling minder goed te gebruiken is voor voltijd vroegpensioen. De regeling is echter wel te gebruiken voor deeltijd vroegpensioen, dit is wat de overheid met deze regeling dan ook probeert te bevorderen. De overheid probeert er met deze regeling dus voor te zorgen dat de bevolking het tegoed vooral aanspreekt voor periodes waarin er sprake is van inkomensachteruitgang. 3.3 Belasting bij gebruik van de vitaliteitsregeling Bij de vitaliteitsregeling zal de werkgever niet langer betrokken zijn. Geld storten zal dan ook gedaan moeten worden met netto geld of loon, deze stortingen zijn vervolgens aftrekbaar in box-1. Uit artikel Wet IB 2001 volgt dat uitgaven voor vitaliteitssparen aftrekbaar worden vanaf het moment dat betaald is. Dit zal dan ook gewoon zijn in het jaar dat er gestort wordt bij het vitaliteitstegoed. Dat er in het vitaliteitssparen netto geld of loon gestort moet worden maakt een groot verschil met de levensloopregeling waarbij de werkgever bruto loon stort van de werknemer, dit brengt met zich mee dat er lagere administratieve lasten zullen zijn. Bij de vitaliteitsregeling zal de instelling welke het vitaliteitstegoed houdt bij uitkering 42% belasting moeten inhouden. 19 Dit komt overeen met het belastingtarief uit de derde belastingschijf. Door de vitaliteitsregeling zal er dus wel vaker aangifte inkomstenbelasting gedaan moeten worden. Enerzijds om gebruik te kunnen maken van de aftrek welke men krijgt na het storten van netto inkomen naar een vitaliteitsspaarrekening, -spaarverzekering of -spaarrecht. Anderzijds als het opgenomen vitaliteitstegoed niet in de derde belastingschijf van de inkomstenbelasting valt en de belastingplichtige dus recht heeft op een belastingteruggave of juist extra belasting moet betalen. Voorbeeld 3.1 zal een simpel voorbeeld weergeven waarbij de 18 Kamerstukken I, 2011/12, , B, p Kamerstukken II, , MvF, MvT op belastingplan 2012, p. 82 8

9 werknemer na twee jaar sparen een deel van het derde jaar onbetaald verlof opneemt en een deel van het verloren inkomen opvult met vitaliteitstegoed. 20 Voorbeeld 3.1: Stel werknemer a heeft in zowel het eerste als het tweede jaar een inkomen van euro en gebruikt in beide jaren 5000 euro hiervan om te storten op een vitaliteitsrekening. Het derde jaar wil werknemer a enkele maanden met onbetaald verlof, zijn inkomen zakt dan naar euro. Om dit op te vullen neemt hij de euro van zijn vitaliteitstegoed op. Zonder de vitaliteitsregeling zou werknemer a de eerste twee jaren euro belasting betalen over euro inkomen en het derde jaar belasting betalen over euro inkomen. Dit komt uit op een totaal van euro, hij zal zo over deze drie jaren in totaal euro overhouden. Door de vitaliteitsregeling te gebruiken betaalt werknemer a de eerste twee jaren euro belasting en het derde jaar euro belasting. Dit komt in totaal uit op euro, dit is dus over de drie jaren bekeken 1000 euro minder dan wanneer hij de vitaliteitsregeling niet zou gebruiken. Hij zal met gebruik van de vitaliteitsregeling dan ook euro overhouden over deze drie jaren gezien. 21 Zoals in voorbeeld 3.1 te zien is kan er bij een dalend inkomen dus een netto voordeel gehaald worden als men gebruik maakt van de vitaliteitsregeling. Een logisch gevolg hiervan is dat als men een stijgend inkomen heeft en al vroeg begint met inleggen in de vitaliteitsregeling er een netto verlies kan volgen. Dit is het geval als er al aan de vitaliteitsregeling wordt deelgenomen voordat men in de hoogste belastingschijf valt en er sprake is van een stijgend inkomen. Als er dan vitaliteitstegoed opgenomen wordt zonder dat er sprake is van een inkomensdaling wordt er geld tegen het hoogste tarief belast, terwijl het bij inleg in de vitaliteitsregeling tegen een lager tarief belast was. Dit zal geïllustreerd worden in voorbeeld 3.2. Voorbeeld 3.2: Stel dat werknemer b een inkomen heeft dat ieder jaar met stijgt en in het eerste jaar euro is. Werknemer b stort in de eerste twee jaren 3000 euro op de vitaliteitsregeling, in het derde jaar 4000 euro en in het vierde en vijfde jaar 5000 euro. Na het vijfde jaar zal hij dan niet meer mogen storten aangezien het tegoed al euro is. Werknemer b zit vanaf nu ook in de vierde belastingschijf en als hij het tegoed nu opneemt zal het belast worden tegen 52% inkomstenbelasting. Werknemer b zal in de jaren dat hij gestort heeft op zijn vitaliteitsspaarrekening een aftrek krijgen van 42% van het gestorte geld. Dit is in het eerste en tweede jaar dus 1260 euro, in het derde jaar 1680 euro en in het vierde en vijfde jaar 2100 euro. In totaal krijgt hij dus een aftrek van 8400 euro (20 000* 42%). Als hij zijn tegoed opneemt zonder dat er sprake is van een daling in het inkomen zal het tegoed belast worden tegen het hoogste tarief, wat 52% is, dit zal dan euro zijn. Hij maakt hier dus een netto verlies van 2000 euro. 22 Uit voorbeeld 3.2 blijkt dat de regeling niet voor iedereen voordelig is. Als men geen gebruik wil maken van onbetaald verlof of niet van plan is ondernemer te worden in de toekomst zal de regeling weinig winst of zelfs een verlies opleveren. Werknemers kunnen, als zij voordeel willen behalen, alleen onbetaald verlof met de vitaliteitsregeling financieren en dit kon met de levensloopregeling ook al. Dat de regeling vrij op te nemen is heeft dus eigenlijk geen voordeel aangezien de kans dan groot is dat men meer belasting betaald dan dat er in eerst instantie aftrek voor is verkregen. De gebruiker van de regeling heeft uiteraard ook vrijstelling in box-3over het ingelegde bedrag, maar dit was bij de levensloop- en spaarloonregeling ook al. Daarnaast kon bij de levensloopregeling een veel hoger bedrag worden ingelegd dan nu bij de vitaliteitsregeling kan. Door de overeenkomsten tussen de levensloopregeling en de vitaliteitsregeling zou de deelname aan de vitaliteitsregeling door 20 Alle voorbeelden in dit onderzoek zijn afgerond tot hele getallen, de bijlage 21 Zie bijlage, tabel 1 22 Zie bijlage, tabel 2 9

10 werknemers dan ook net als bij de levensloopregeling kunnen tegenvallen. Uit de evaluatie van de levensloopregeling valt te concluderen dat bij de vitaliteitsregeling het uitstelgedrag van werknemers waarschijnlijk zal aanblijven. Daarnaast zal van de 50% van de werknemers welke de levensloopregeling gebruikte voor vroegpensioen waarschijnlijk een behoorlijk deel niet overstappen op de vitaliteitsregeling. Dit komt omdat men bij de vitaliteitsregeling alleen nog kan sparen voor deeltijd vroegpensioen. De enige reden waardoor de deelname van werknemers ditmaal wel zou kunnen toenemen is het wegvallen van de spaarloonregeling. Aangezien niet tegelijkertijd in de spaarloonregeling en in de levensloopregeling gestort kon worden werd er verwacht dat veel van de spaarloongebruikers zouden overstappen naar de levensloopregeling, maar dit is niet gebeurd. 23 Doordat de spaarloonregeling nu vervalt, is de kans dus aanwezig dat deze werknemers ditmaal wel overstappen. Voor de ondernemers creëert deze regeling echter wel meer mogelijkheden aangezien er voor de vitaliteitsregeling geen regelingen voor ondernemers geschrapt worden. De vitaliteitsregeling is een totaal nieuwe regeling voor ondernemers. De bruikbaarheid van de vitaliteitsregeling is voor ondernemers ook meteen uitgebreider dan voor werknemers. Zo heeft een ondernemer vaak wisselende jaarinkomens. Mochten deze schommelen tussen twee belastingschijven dan kan de ondernemer heel handig de vitaliteitsregeling gebruiken om ervoor te zorgen dat het inkomen uitgebalanceerd is tussen deze belastingschijven en op deze manier geld besparen. In voorbeeld 3.3 is een voorbeeld te zien waarin het gemiddelde inkomen over vier jaar precies in de derde schijf past. In het voorbeeld wordt er vanuit gegaan dat de ondernemer al 5000 euro op zijn vitaliteitstegoed heeft staan, op deze manier kan hij ook gelijk geld opnemen om zijn jaarinkomst aan te vullen tot het de eerste drie belastingschijven vult, daarnaast wordt er in het rekenvoorbeeld vanuit gegaan dat er geen andere voorzieningen voor ondernemers worden gebruikt, deze zullen aan bod komen in hoofdstuk vier. Na vier jaar zal het vitaliteitstegoed weer op 5000 staan in het voorbeeld zodat het behaalde voordeel komt door het gebruik van de vitaliteitsregeling en niet van geld dat uit inkomsten buiten het voorbeeld om komt. Voorbeeld 3.3: Stel ondernemer x heeft een schommelend inkomen over vier jaar. Deze is euro in het eerste jaar, euro in het tweede jaar, euro in het derde jaar en euro in het vierde jaar. Om hier het maximale netto inkomen met de vitaliteitsregeling uit te halen zal hij in het eerste jaar 1509 euro bij het vitaliteitstegoed storten, in het tweede jaar 4491 euro van het vitaliteitstegoed opnemen, in het derde jaar 2509 euro storten en in het vierde jaar 473 euro storten. Nu zal de ondernemer in ieder jaar voor de belasting een inkomen hebben van euro en zal het inkomen volledig buiten de vierde schijf vallen, hierdoor is de belastingdruk per jaar Dit maakt het totaal over deze vier jaren euro, terwijl de belastingdruk zonder de vitaliteitsregeling in totaal euro(= ) zou zijn geweest. 24 In het voorbeeld is dus sprake van een winst van 447 euro. Deze winst kan, als er tussen de derde en vierde schijf wordt gewisseld, oplopen tot 500 euro netto per jaar dat er wordt gestort, aangezien men 5000 euro per jaar mag storen en tussen de derde en vierde schijf een verschil in belastingdruk van 10%-punt zit. Er moet echter rekening worden gehouden met het opnamejaar, aangezien in dit jaar niet gestort wordt. Over 5 jaar kan dus maximaal een voordeel van 2000 euro worden behaald door het inkomen in de derde schijf belast te krijgen in plaats van in de vierde schijf. Dit is dus een voordeel van 400 euro per jaar. Om de vitaliteitsregeling zo precies toe te passen als in dit voorbeeld moet de ondernemer voordat het jaar voorbij is zijn jaarinkomen weten zodat hij nog op zijn vitaliteitsrekening 23 Evaluatie levensloopregeling, p Zie bijlage, tabel 3 10

11 kan storten. Dit moet aangezien de teruggave voor de vitaliteitsregeling geldt in het jaar dat het gestort is. Het geld moet daarom in het jaar dat de ondernemer gebruik wil maken van de regeling gestort worden. Dit geldt uiteraard ook voor werknemers. 11

12 Hoofdstuk Vier De effecten van de vitaliteitsregeling op huidige regelingen In dit hoofdstuk wordt de vitaliteitsregeling vergeleken met andere fiscale regelingen. Hierbij wordt gekeken of de vitaliteitsregeling effectief naast deze regelingen gebruikt zal kunnen worden en of de vitaliteitsregeling deze regelingen in bepaalde situaties kan vervangen. De regelingen welke besproken worden zijn de ondernemersaftrek, de middelingsregeling en de fiscale oudedagsreserve. De situatie en wijze waarop deze regelingen worden toegepast verschillen van elkaar waardoor de voordelen door gebruik van de vitaliteitsregeling in combinatie met deze regelingen verschillen. Zo zal de ondernemersaftrek altijd worden toegepast en hangt de keuze om de middelingsregeling en de fiscale oudedagsreserve te gebruiken meer van de situatie af. Al wordt van de fiscale oudedagsreserve meestal ook gebruik gemaakt. Daarnaast kan het moment waarop de regelingen gebruikt worden ook verschillen. 4.1 De Ondernemersaftrek De ondernemersaftrek is opgenomen in afdeling 3.2.4, ondernemersaftrek, van de wet IB De ondernemersaftrek bestaat uit de zelfstandigenaftrek, de startersaftrek, de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid, aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk, meewerkaftrek en de stakingsaftrek. Hoe hoger het inkomen, hoe groter het voordeel van de aftrek is aangezien het om een vast bedrag per jaar gaat. Dit zorgt ervoor dat het belastbaar inkomen met een vast bedrag omlaag gaat, maar dit zorgt er niet voor dat de manier waarop de vitaliteitsregeling nuttig gebruikt kan worden veranderd. Dit komt doordat de aftrek ieder jaar in principe hetzelfde is. De ondernemer kan wel kiezen of hij gebruik maakt van de ondernemersaftrek, maar het zal nooit voordelig zijn om er niet voor te kiezen. De vitaliteitsregeling zal dus met de ondernemersaftrek werken zoals in hoofdstuk drie al is beschreven. De extra voordelen van de vitaliteitsregeling op de ondernemersaftrek zijn dan ook nihil. 4.2 De middelingsregeling De middelingsregeling is opgenomen in de wet IB 2001 onder afdeling De middelingsregeling is een regeling welke voor alle in box-1 belaste binnenlandse belastingplichtigen geldt. De middelingsregeling zorgt ervoor dat belastingplichtigen met sterk fluctuerende inkomens deze kunnen laten belasten alsof in drie jaren elk jaar het gemiddelde van deze drie jaren is verdiend. De middelingsregeling geldt alleen over drie aaneengesloten jaren, ook wel het middelingstijdvak genoemd. Het middelingstijdvak mag niet met een ander middelingstijdvak overlappen. Om een belastingteruggave te krijgen van de betaalde belasting zal er een middelingsverzoek moeten worden ingediend. Dit middelingsverzoek kan pas gedaan worden nadat de jaren uit het middelingstijdvak verstreken zijn en geeft de ondernemer dus de mogelijkheid pas naderhand een actie te ondernemen. Van de belastingteruggave na het middelingsverzoek zal echter een drempel van 545 euro worden afgetrokken. De voordelen welke te behalen zijn door de vitaliteitsregeling en de middelingsregeling verstandig naast elkaar te gebruiken zijn sterk afhankelijk van de situatie waarin men zich bevindt. Variabelen hierin zijn of er sprake is van een gouden handdruk, het aantal aansluitende jaren dat er sprake is van een lager inkomen en of het vitaliteitspotje vol is in het eerste jaar dat de middelingsregeling gebruikt wordt of juist leeg. Daarnaast zal de gebruiker van tevoren goed moeten inschatten welk jaar zijn 12

13 inkomen hoog of juist laag zal zijn om de vitaliteitsregeling optimaal te gebruiken, aangezien de vitaliteitsregeling per jaar gebruikt zal moeten worden en de middelingsregeling pas achteraf. Het is belangrijk een goed inzicht te hebben in de verwachte jaarinkomens, want als er bijvoorbeeld sprake is van een gouden handdruk kan men met de vitaliteitsregeling de inkomens van de twee jaren erna ook lager maken met de vitaliteitsregeling. Hierdoor kan het voordeel van de vitaliteitsregeling driemaal worden toegepast op het jaar met de gouden handdruk met gebruik van de middelingsregeling. Dit kan uiteraard alleen als de gouden handdruk behoorlijk hoog is, dit wordt geïllustreerd in voorbeeld 4.1. Voorbeeld 4.1: Stel meneer x krijgt een hoge gouden handdruk in het eerste jaar waardoor zijn inkomen in dat jaar uitkomt op euro. In de jaren die volgen gaat hij een onderneming opstarten en zal hij in het tweede jaar euro, in het derde jaar euro en in het vierde jaar euro verdienen. Indien hij niets doet betaalt hij over het bruto inkomen van de eerste vier jaren in totaal euro ( ) inkomstenbelasting. Mocht hij over de eerste drie jaren de middelingsregeling toepassen zonder de vitaliteitsregeling dan wordt het bruto jaarinkomen in de eerste drie jaren euro en zal de belasting ieder jaar zijn. Hierdoor komt de totale inkomstenbelasting over deze vier jaren op euro. Na de aftrek van de drempel zal er dan een belastingteruggave volgen van 6613 euro. Als meneer x er echter voor kiest alleen de vitaliteitsregeling toe te passen om de eerste drie jaren 5000 euro te sparen en het vierde jaar euro te laten uitkeren zal de belastingdruk nog steeds euro zijn. Hij heeft hier dan wel een voordeel van het eerste jaar naar het vierde jaar, maar het geld van het tweede en derde jaar naar het vierde jaar pakt negatief uit, dit zal hij normaal dus nooit doen. Als hij hierna echter ook nog gebruik maakt van de middelingsregeling over de eerste drie jaren wordt het een heel ander verhaal. Dan zal de totale belastingdruk nog maar zijn. Er is hier dus sprake van een extra voordeel van 1500 euro door gebruik van de vitaliteitsregeling naast de middelingsregeling in plaats van alleen de middelingsregeling. Dit is gemakkelijk na te rekenen: Omdat de middelingsregeling er hier voor zorgt dat de eerste drie jaren in de hoogste schijf worden belast (ook nog nadat er 5000 euro naar het vitaliteitstegoed gaan), en deze euro in het vierde jaar volledig in de derde schijf wordt belast is er hier sprake van een belastingvoordeel over dit bedrag van 10%, 1500 euro dus. 25 Het belangrijkste dat de vitaliteitsregeling hier op de middelingsregeling toevoegt is extra belastingvoordeel. Zo kan men het inkomen in jaren hoger of juist lager maken dan het is met het oog op extra voordeel als de middelingsregeling wordt toegepast, zoals het voorbeeld aantoont. Daarnaast is het belangrijk om te onthouden dat de netto winst van de vitaliteitsregeling hoger kan worden nadat de middelingsregeling is toegepast. Zo kan het voorbeeld ook omgedraaid worden. Als men bijvoorbeeld een grote inkomst voorziet in een later jaar kan er van tevoren vitaliteitstegoed opgehaald worden dat nog op de vitaliteitsrekening staat zodat er inkomen in de twee jaren om de grote inkomst heen op het tegoed gestort kan worden, ook al is het inkomen hier laag, met het oog op het voordeel uit de middelingsregeling. Een vereiste hiervan is uiteraard dat men niet al in de hoogste belastingschijf zit als het tegoed wordt opgenomen, anders kan er nooit winst mee worden gemaakt. De vitaliteitsregeling zal de middelingsregeling dus vervangen bij lagere verschillen. De vitaliteitsregeling geeft de ondernemer namelijk de mogelijkheid om kleinere verschillen uit te balanceren zonder aftrek van een drempel zoals bij de middelingsregeling. De middelingsregeling is echter bij grotere verschillen beter om te gebruiken en zal zijn rol dan ook blijven vervullen. Bij deze grotere verschillen kan de middelingsregeling dan ook alleen maar aangevuld worden door de vitaliteitsregeling, zoals uit voorbeeld 4.1 bleek. Een groot voordeel van de middelingsregeling boven de vitaliteitsregeling is dat achteraf pas aangegeven hoeft te worden dat men er gebruik van wenst te 25 Zie bijlage, tabel 4 13

14 maken. Hierdoor hoeft er tussentijds geen schatting gemaakt te worden van de verwachte winst in de komende jaren wat wel nodig is bij de vitaliteitsregeling om deze voor hetzelfde doel effectief te gebruiken. De middelingsregeling is dus minder lastig te gebruiken voor dit doeleinde, maar als de ondernemer er genoegen mee neemt boven een belastingschijf te blijven kan de vitaliteitsregeling hier ook zonder schatting van komende jaren effectief in voorzien bij kleinere inkomensverschillen. 4.3 De fiscale oudedagsreserve (FOR) De fiscale oudedagsreserve is een uitgestelde belastingheffing voor ondernemers. De ondernemer mag 12% van zijn winst doteren aan de FOR met een maximum van 9542 euro in Over dat bedrag wordt in dat jaar geen inkomstenbelasting betaald, maar hierover wordt afgerekend als de ondernemer met pensioen gaat. Na de pensioengerechtigde leeftijd is het belastingtarief lager en dit levert dan fiscaal voordeel op. Elk jaar mag de ondernemer doteren aan de FOR, zolang er winst is gemaakt en zijn totale oudedagsreserve niet hoger is dan het bedrijfsvermogen. 26 Om aan de maximumstorting bij de FOR te komen zal men een fiscale winst moeten behalen van euro, alles hierboven zal 9542 euro blijven. Het voordeel dat te behalen is door de FOR te combineren met de vitaliteitsregeling hangt af van de stabiliteit van inkomsten die de ondernemer heeft. Als ieder jaar ongeveer hetzelfde bedrag wordt verdiend kan de ondernemer ervoor kiezen in sommige jaren wel deel te nemen aan de FOR en in andere jaren juist niet. De jaren waarin er deelgenomen wordt aan de FOR zal de ondernemer geld moeten opnemen van het vitaliteitstegoed. Daarnaast zal de ondernemer in de jaren waarin geen deel wordt genomen aan de FOR juist geld moeten storten bij het vitaliteitstegoed. Dit werkt dus alleen als de ondernemer niet ieder jaar wil storten op de FOR. Meestal doet een ondernemer dit wel, maar mocht er bijvoorbeeld sprake zijn van een jonge ondernemer zijn die voorziet dat de FOR aan zijn limiet zal komen voordat hij met pensioen mag, dan zou deze constructie hem een voordeel opleveren. Dit voordeel zal in voorbeeld 4.2 worden weergegeven ter verduidelijking. Gemakshalve wordt geen gebruik gemaakt van de ondernemersaftrek aangezien uit paragraaf 4.1 is gebleken dat de effecten van de vitaliteitsregeling nihil zijn op de ondernemersaftrek. Voorbeeld 4.2: Stel ondernemer y heeft een vast inkomen van euro ieder jaar. Hij heeft op dit moment nog geen vitaliteitstegoed. Hij wil de komende vier jaren twee maal doteren aan de FOR. Het maximum bedrag wat hij in dit geval kan doteren is 7200 euro per jaar. Als hij dit doet zal in de jaren dat hij doteert aan de FOR de verschuldigde belasting euro zijn. De jaren dat hij niets aan de FOR doteert zal de verschuldigde belasting euro zijn. Over de vier jaar zal hij dus een totale inkomstenbelasting betalen van euro. Als hij in de jaren dat hij aan de FOR doteert 3600 euro opneemt van zijn vitaliteitstegoed en in de jaren dat hij niet aan de FOR doteert 3600 euro stort kan er een voordeel behaald worden. Nu zal in alle vier de jaren de verschuldigde belasting euro zijn. Dit komt dus in totaal uit op euro over de vier jaren heen. Er wordt op deze wijze dus een voordeel behaald van 702 euro. 27 De ondernemer moet in voorbeeld 4.2, 3600 euro van zijn vitaliteitstegoed opnemen en erop storten aangezien het bedrag dat aan de FOR gedoteerd word 7200 euro is. De 3600 euro opname en storting zorgt ervoor dat in ieder jaar het belastbare inkomen gelijk is. Dit zal altijd de meest optimale oplossing geven in een progressief belastingstelsel. In voorbeeld 4.2 zouden opnames en stortingen 26 Wet IB 2001, artikel 3.68, lid 1 27 Zie bijlage, tabel 5 14

15 van 3550 of 3650 euro ook een voordeel van 702 euro halen. De oorzaak hiervan is dat met deze stortingen en opnames het belastbare inkomen ieder jaar ook onder de vierde belastingschijf blijft. De mogelijkheden welke de vitaliteitsregeling biedt in combinatie met de FOR zijn niet zo uitgebreid. Als de FOR gebruikt wordt zal deze van het belastbare inkomen afgetrokken worden voordat de vitaliteitsregeling aan de beurt is. De vitaliteitsregeling zal daardoor niets aan het bedrag dat gestort kan worden op de FOR kunnen veranderen. De vitaliteitsregeling zal dus gewoon naast de FOR werken zoals in hoofdstuk drie. Wat de vitaliteitsregeling wel kan doen is het faciliteren van een gelijk inkomen over een aantal jaren heen zoals aangegeven in voorbeeld 4.2. In de meeste gevallen zal de ondernemer echter liever elk jaar gebruik maken van de FOR. Als de onderneming niet meer groeit, zal de ondernemer het maximum FOR bedrag redelijk snel bereiken. Het gestorte bedrag in de FOR mag namelijk niet groter zijn dan het bedrijfsvermogen. Hierdoor zal er na geruime tijd niet meer op de FOR gestort kunnen worden en kan men in een hogere belastingschijf terecht komen. Mocht men dit voorzien dan kan dit nadeel enigszins verminderd worden door de vitaliteitsregeling te gebruiken zoals in voorbeeld

16 Hoofdstuk Vijf De vitaliteitsregeling in de praktijk 5.1 De vitaliteitsregeling voor werknemers De vitaliteitsregeling heeft voor werknemers, zoals besproken, bijna dezelfde voordelen als de levensloopregeling. Een nieuw voordeel bij de vitaliteitsregeling is dat werknemers het vitaliteitstegoed nu vrij kunnen besteden en het daardoor buiten verlof om kunnen gebruiken. Het grootste deel van de veranderingen is echter nadelig voor de meeste werknemers. Zo kan men het tegoed niet meer volledig gebruiken voor vroegtijdig pensioen en waar men met de levensloopregeling tot 210% van het brutoloon kon sparen is er bij de vitaliteitsregeling een limiet van euro. K. de Ronde zegt hierover: Bovendien wordt het spaartegoed, zolang het op de rekening staat, niet belast in box-3. Dat is weliswaar geen verbetering ten opzichte van de voorgangers, die dezelfde voorwaarde hadden, maar ook geen verslechtering. 28 Ze gaat hier echter voorbij aan het feit dat het maximum voordeel dat nu met deze vrijstelling kan worden gehaald behoorlijk veel lager is. Hierdoor is het voordeel kleiner en gaat men er dus op achteruit. Een ander nadeel voor werknemers is dat men vanaf 62-jarige leeftijd nog maar euro per jaar van het gespaarde bedrag kan opnemen en het maar twee jaar meegaat als het vitaliteitstegoed vol is. Terwijl men bij de levensloopregeling drie jaren lang 70% van het brutoloon kon opnemen als het vitaliteitstegoed vol was. Nog een nadeel is het uitblijven van een regeling als de levensloopverlofkorting. Deze bevorderde werknemers ieder jaar in ieder geval een beetje geld apart te zetten en kon voor een behoorlijk belastingvoordeel zorgen als men de regeling vaak genoeg gebruikte. Daarnaast is er niets unieks van de spaarloonregeling meer over op de mogelijkheid tot vrij besteden na, want het box-3 voordeel zat ook in de levensloopregeling. De heer H. Herbert van het verbond van verzekeraars noemt de vitaliteitsregeling: vitaliteit voor de vorm, omdat hij vindt dat de moderne burger/werknemer er weinig aan heeft. 29 De heer Visser lijkt deze mening te delen en zegt over de regeling: Wat mij betreft is het vitaliteitssparen de antirimpelcrème uit het Vitaliteitspakket. Een baat het niet, dan schaadt het niet -regeling. 30 Hier ben ik het op het gebied van de werknemer met beide heren eens. Het vervangen van de levensloop- en spaarloonregeling is voor werknemers zoals gezegd een onaangename wending. Zij kunnen nu vrijwel altijd minder sparen dan met de levensloopregeling en verliezen een hoop kortingen welke ze bij de spaarloonregeling en de levensloopverlofkorting wel hadden. Het niet meer kunnen sparen voor voltijd vroegpensioen zal de werknemers ook tegen staan. Ik denk dan ook dat het aantal werknemers dat van de vitaliteitsregeling gebruik gaat maken tegen zal vallen. Er zal hier veelal sprake zijn van uitstelgedrag en als men deeltijd vroegpensioen wil financieren met de vitaliteitsregeling zal er lang gewacht worden aangezien de maximale inleg al na vier jaren bereikt kan worden. De overeenkomsten welke de vitaliteitsregeling ten opzichte van de spaarloonregeling bezit zijn nihil en ik verwacht dat veel van de gebruikers van de spaarloonregeling dan ook niet zullen overstappen of dat ze het gebruik van de vitaliteitsregeling zullen uitstellen. Dit was ook ongeveer het geval bij de invoer van de levensloopregeling waarbij verwacht werd dat veel mensen zouden overstappen. 31 Ik verwacht ook dat veel werknemers welke al voor vroegpensioen aan het sparen waren gebruik zullen blijven maken van de levensloopregeling via de overgangsregeling aangezien deze voor hen voordeliger is dan de vitaliteitsregeling. Deze werknemers zullen de afwezigheid van de levensloopverlofkorting voor lief 28 De Gram Herbert Visser 2011 p Evaluatie levensloopregeling, p.12 16

17 nemen, aangezien er bij de vitaliteitsregeling ook geen voorziening is welke lijkt op de levensloopverlofkorting. 5.2 De vitaliteitsregeling voor ondernemers De vitaliteitsregeling heeft voor ondernemers in tegenstelling tot werknemers wel een hoop voordelen. Zo is het een lichtere vorm van de levensloopregeling welke nu ook gebruikt kan worden door ondernemers. Hierdoor ontstaan er een hoop nieuwe voordelen en enkele trucjes om over een aantal jaren heen geld te besparen, zoals in hoofdstuk 4 al te zien was. Zo zal een werknemer al een tegoed van euro kunnen sparen op een vitaliteitsregeling om de inkomensdaling in de eerste jaren van zijn ondernemerschap op te vangen. Hiermee kan dan een voordeel behaald worden aangezien de ondernemer in deze eerste jaren waarschijnlijk tegen een lager bedrag belast zal worden. Ook kan er, als door de jaren heen de inkomstenschommelingen van de ondernemer niet boven een verschil van euro uitkomen voor het beste en het slechtste jaar, met de vitaliteitsregeling veel voordeliger de inkomsten door de jaren heen gelijk getrokken worden dan met de middelingsregeling. Bij de vitaliteitsregeling zal de ondernemer namelijk niet te maken hebben met de drempel waarmee hij bij de middelingsregeling wel te maken krijgt. Voor grote inkomstenschommelingen zal men de middelingsregeling uiteraard moeten blijven gebruiken, maar zoals de voorbeelden uit hoofdstuk vier aantonen kan de vitaliteitsregeling het voordeel naast de middelingsregeling prima vergroten. De ondernemer kan de vitaliteitsregeling uiteraard net als de werknemers gebruiken voor deeltijd vroegpensioen, maar ik denk dat ondernemers er beter aan doen de vitaliteitsregeling te gebruiken om inkomstenschommelingen op te vangen. Daarnaast kan de ondernemer als hij maar gedeeltelijk gebruik wil maken van de fiscale oudedagsreserve de vitaliteitsregeling gebruiken om de inkomstenverschillen, welke volgen door gedeeltelijk gebruik van de FOR, uit te smeren. Voor de ondernemer geldt uiteraard ook dat door de vitaliteitsregeling te gebruiken er geen vermogensrendementsheffing over het gestorte bedrag betaald hoeft te worden. Voor ondernemers is de vitaliteitsregeling dus voor zowel het begin van de onderneming als de latere jaren een geschenk. Ik denk dan ook dan ondernemers de regeling veel zullen toepassen om het nadeel van inkomstenschommelingen te verkleinen. Dit kan ingewikkeld met een hoop schattingen en berekeningen. Het kan echter ook simpel door het belastbaar inkomen, dat men na het aftrekken van de fiscale regelingen overhoud, dat maar net in een nieuwe belastingschijf valt te storten op de vitaliteitsrekening. Dit kan dan opgenomen worden als men een belastingschijf niet helemaal vol krijgt. Een kanttekening hierbij is wel dat de inkomsten van de laatste weken redelijk vast moet staan aangezien de storting op de vitaliteitsregeling binnen het belastingjaar moet plaatsvinden en niet zoals de middelingsregeling achteraf gebruikt kan worden. De vitaliteitsregeling is echter sowieso een vooruitgang voor ondernemers aangezien de regeling nieuw is voor hen en ervoor gekozen kan worden. Hierdoor gaan ondernemers er bij de invoering nooit op achteruit, in tegenstelling tot een behoorlijk deel van de werknemers. De keuze voor de overgang van de levensloop- en spaarloonregeling naar de vitaliteitsregeling is begrijpelijk vanuit het oogpunt van de overheid. Door de bezuinigingen welke de overheid moet maken in deze tijd van economische crisis zijn de lagere kosten van de vitaliteitsregeling voor de overheid erg nuttig. Vanuit dit oogpunt lijkt het dan ook vreemd dat de overheid een nieuwe groep een voordeel geeft, namelijk de ondernemers. Het geld voor dit voordeel moet bij een andere groep worden weggenomen in een tijd waarin de overheid geen geld kan missen en moeite heeft met het vinden van posten om op te bezuinigen. Er kan echter wel beredeneerd worden dat de beperking van 17

Levensloopregeling Informatie voor werknemers

Levensloopregeling Informatie voor werknemers Levensloopregeling Informatie voor werknemers Levensloopregeling Met de levensloopregeling kunnen werknemers een deel van hun brutosalaris sparen. Dit spaargeld kan worden gebruikt voor een periode van

Nadere informatie

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en de spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en de spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels. ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en de spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels. Gemakkelijker kiezen tussen twee goede regelingen De overheid stelt werknemers

Nadere informatie

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels.

ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels. ABN AMRO. Kiezen tussen levensloopregeling en spaarloonregeling. Alle informatie in één oogopslag. Mét fiscale spelregels. Gemakkelijker kiezen tussen twee goede regelingen De overheid stelt werknemers

Nadere informatie

Levensloopregeling. Spaar voor uw verlof

Levensloopregeling. Spaar voor uw verlof Levensloopregeling Spaar voor uw verlof De Levensloopregeling Spaar voor uw verlof Nederland verandert. Non stop werken tot aan ons pensioen is niet meer vanzelfsprekend, we willen werk kunnen combineren

Nadere informatie

Het spaargeld uit de levensloopregeling kunt u gebruiken om de periode van onbetaald verlof te financieren.

Het spaargeld uit de levensloopregeling kunt u gebruiken om de periode van onbetaald verlof te financieren. Levensloop. Wat is levensloop? De levensloopregeling (of: levensloop) is een fiscale regeling die vanaf 1 januari 2006 in Nederland bestaat om het sparen voor een vervangend inkomen tijdens een periode

Nadere informatie

SRA-Praktijkhandreiking

SRA-Praktijkhandreiking SRA-Praktijkhandreiking Levensloopregeling: nieuw overgangsrecht met ingang van 2013 Versie: 30 januari 2013 SRA-Vaktechniek Postbus 335 3430 AH NIEUWEGEIN T 030 656 60 60 F 030 656 60 66 E vaktechniek@sra.nl

Nadere informatie

Nieuwsbrief september 2011

Nieuwsbrief september 2011 Nieuwsbrief september 2011 In dit nummer: Vast bedrag voor zelfstandigenaftrek vanaf 2012 Wetsvoorstel personenvennootschappen wordt ingetrokken Onroerende zaken en privégebruik na 2011 Afschaffing levensloopregeling

Nadere informatie

a. In het in onderdeel N opgenomen artikel 8.11, derde lid, van de Wet

a. In het in onderdeel N opgenomen artikel 8.11, derde lid, van de Wet 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Het in artikel I, onderdeel W, opgenomen

Nadere informatie

Het profijt van levensloop

Het profijt van levensloop Bron: K.P. Goudswaard en K. Caminada, Het profijt van levensloop, Economisch Statistische Berichten, 17 november 2006, blz. 598-600. Het profijt van levensloop Kees Goudswaard en Koen Caminada Beide auteurs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) Nr. 7 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 7 oktober 2011

Nadere informatie

Heffingskortingen 2016

Heffingskortingen 2016 Heffingskortingen 2016 Heffingskortingen zijn kortingen op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Hierdoor betaalt een belastingplichtige minder belasting en premies. Een heffingskorting is

Nadere informatie

Sinds 1 januari 2013 mag uw werknemer bij een levenslooptegoed van of meer het levenslooptegoed ook opnemen voor andere doeleinden dan verlof.

Sinds 1 januari 2013 mag uw werknemer bij een levenslooptegoed van of meer het levenslooptegoed ook opnemen voor andere doeleinden dan verlof. Levensloopregeling Inhoud Algemene uitleg levensloop... 1 Gegevens vastleggen voor levensloopregeling... 2 Belasting- en premieheffing levensloopregeling... 3 Voorbeeld 12% levensloopinleg... 4 Voorbeeld

Nadere informatie

Belastingcijfers 2015

Belastingcijfers 2015 Belastingcijfers 2015 Box 1 - inkomen uit werk en woning Schijventarief voor personen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd: Belastbaar inkomen doch niet belastingtarief tarief premie volksverzekeringen

Nadere informatie

De Levensloopregeling

De Levensloopregeling De Levensloopregeling De meest gestelde vragen Januari 2007 7.0093ML /GW De Levensloopregeling De meest gestelde vragen Het belang van een goede regeling Wellicht wilt u binnenkort een lange reis maken,

Nadere informatie

Wijzigingen op privégebied

Wijzigingen op privégebied Wijzigingen op privégebied Wijzigingen op privégebied Deze whitepaper bevat een samenvatting van de belangrijkste voorgestelde wijzigingen op privégebied. De informatie in dit onderdeel heeft betrekking

Nadere informatie

Belastingcijfers 2017

Belastingcijfers 2017 Belastingcijfers 2017 Box 1 - inkomen uit werk en woning Schijventarief voor personen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd: totaal tarief heffing over totaal - 19.982 8,90% 27,65% 36,55% 7.303 19.982

Nadere informatie

Elke dag een uur voor uzelf

Elke dag een uur voor uzelf Elke dag een uur voor uzelf AEGON LevensloopRekening Elke dag een uur voor uzelf Eerder stoppen met werken? Een paar maanden er helemaal tussenuit? Of een tijdje minder werken? Dit is allemaal een stuk

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

Levensloopregeling vanaf 2013. Opnemen of doorsparen?

Levensloopregeling vanaf 2013. Opnemen of doorsparen? Levensloopregeling vanaf 2013. Opnemen of doorsparen? Inhoud Algemene uitleg levensloop...1 Levenslooptegoed op 31 december 2011 van minder dan 3.000...1 Levenslooptegoed op 31 december 2011 van 3.000

Nadere informatie

Belastingplan 2012. Vs. 05-01-2012 1

Belastingplan 2012. Vs. 05-01-2012 1 Belastingplan 2012 - Wettelijk minimumloon per maand o 15 jr. 434,00 o 16 jr. 499,10 o 17 jr. 571,40 o 18 jr. 658,20 o 19 jr. 759,45 o 20 jr. 889,65 o 21 jr. 1.048,80 o 22 jr. 1.229,60 o 23 jr. e.o. 1.446,60

Nadere informatie

Belastingcijfers 2016

Belastingcijfers 2016 Belastingcijfers 2016 Box 1 - inkomen uit werk en woning Schijventarief voor personen jonger dan de AOW-gerechtigde leeftijd: totaal tarief heffing over totaal - 19.922 8,40% 28,15% 36,55% 7.281 19.922

Nadere informatie

Sparen. Een bankrekening is zo gewoon. Het is tijd voor de Rabobank.

Sparen. Een bankrekening is zo gewoon. Het is tijd voor de Rabobank. Sparen Een bankrekening is zo gewoon Het is tijd voor de Rabobank. Nu sparen en straks genieten Wie regelmatig wat geld opzij zet, kan al snel een aardig bedrag bij elkaar sparen. Wel zo handig voor onvoorziene

Nadere informatie

Levensloopregeling vanaf Opnemen of doorsparen?

Levensloopregeling vanaf Opnemen of doorsparen? Levensloopregeling vanaf 2013. Opnemen of doorsparen? Inhoud Algemene uitleg levensloop... 1 Levenslooptegoed op 31 december 2011 van minder dan 3.000... 2 Levenslooptegoed op 31 december 2011 van 3.000

Nadere informatie

PRINSJESDAG 2014 Beknopt overzicht aangekondigde maatregelen Prinsjesdag 2014

PRINSJESDAG 2014 Beknopt overzicht aangekondigde maatregelen Prinsjesdag 2014 PRINSJESDAG 2014 Beknopt overzicht aangekondigde maatregelen Prinsjesdag 2014 Inhoud 1 Veranderingen belastingtarieven en kortingen inkomstenbelasting... 3 a Belastingtarief eerste schijf verhoogd... 3

Nadere informatie

Prinsjesdag Special 2011. Fiscale maatregelen in 2012. 1. Belastingplan 2012

Prinsjesdag Special 2011. Fiscale maatregelen in 2012. 1. Belastingplan 2012 Prinsjesdag Special 2011 Fiscale maatregelen in 2012 Het nieuwe Belastingplan draait om vereenvoudiging, soliditeit en fraudebestendigheid. In deze special gaan we kort in op deze aspecten. Vervolgens

Nadere informatie

Spaarloonwijzer spaarloon en uw levensverzekering

Spaarloonwijzer spaarloon en uw levensverzekering Spaarloonwijzer spaarloon en uw levensverzekering www.zichtadviseurs.nl Spaarloonregeling in 2011 U heeft een spaarloonrekening. Doel is om fiscaal aantrekkelijk te kunnen sparen. U kunt zelf bepalen waar

Nadere informatie

Cijfers 2016. Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Cijfers 2016. Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie Cijfers 2016 31-12-2015 Door de redactie In dit overzicht geven we de belangrijkste fiscale en sociale cijfers voor 2016 weer. Daarbij geven we uitsluitend de officieel gepubliceerde cijfers weer. Ook

Nadere informatie

Gouden Handdruk, drie verschillende manieren om een ontslagvergoeding te laten uitkeren

Gouden Handdruk, drie verschillende manieren om een ontslagvergoeding te laten uitkeren Gouden Handdruk, drie verschillende manieren om een ontslagvergoeding te laten uitkeren Als u eenmaal recht heeft op een ontslagvergoeding, dan kunt u deze vergoeding in feite op 3 verschillende manieren

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Belastingdienst 16 2016 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016 Deze aanvullende toelichting hoort bij de M-aangifte 2016. In het Overzicht inkomsten en aftrekposten

Nadere informatie

Aanpassing pensioenregelingen n.a.v. nieuwe wetgeving rond VUT, prepensioen en levensloopregeling

Aanpassing pensioenregelingen n.a.v. nieuwe wetgeving rond VUT, prepensioen en levensloopregeling Aanpassing pensioenregelingen n.a.v. nieuwe wetgeving rond VUT, prepensioen en levensloopregeling (klik op logo om onze website te bezoeken) Aan de cliënten Breda, 19 oktober 2005 1. Inleiding De Eerste

Nadere informatie

FLO-overgangsregeling Ambulancezorg

FLO-overgangsregeling Ambulancezorg FLO-overgangsregeling Ambulancezorg 1 Aanleiding De Loyalis productoplossing voor uw FLO-overgangsregeling vervalt. Waarom? De levensloopregeling vervalt per 1 januari 2022 Er is steeds minder fiscale

Nadere informatie

Waar moet u op letten bij de levensloopregeling?

Waar moet u op letten bij de levensloopregeling? Waar moet u op letten bij de levensloopregeling? Onafhankelijke informatie voor consumenten Waar gaat deze folder over? Deze folder gaat over de levensloopregeling. Waarom een levensloopregeling? Veel

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 3332

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 3332 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Zuid-Holland. Nr. 3332 7 juni 2016 Levensloopregeling provincies na besluit van Gedeputeerde Staten van 19 april 2016 (PZH-2016-542817308) tot vaststelling

Nadere informatie

Belastingplan Mr. Erica Kientz FB Erik van Limbeek FFP

Belastingplan Mr. Erica Kientz FB Erik van Limbeek FFP Belastingplan 2012 Mr. Erica Kientz FB Erik van Limbeek FFP Programma Belastingplan 2012 Auto van de zaak Vitaliteitspakket Inkomstenbelasting ondernemers Pensioen Giften Belastingplan 2012 - Minder belastingen

Nadere informatie

Inleiding. Sparen. verschillende motieven voor:

Inleiding. Sparen. verschillende motieven voor: I n d i t o n d e r d e e l w o r d t d e l e z e r i n z i c h t v e r s c h a f t i n h e t o n d e r w e r p s p a r e n. De volgende onderwerpen komen hierbij aan de orde: de verschillende spaarmotieven

Nadere informatie

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement

FISCALE CIJFERS 2014 SCFB adviseert het Fintool.nl abonnement Postbus 224 2700 AE Zoetermeer Tel. 085 111 88 88 Fax 085 111 88 80 E-mail info@scfb.nl Internet www.scfb.nl Bank ABN AMRO IBAN NL05ABNA0597042454 BIC ANBANL2A KvK Den Haag 27198895 FISCALE CIJFERS 2014

Nadere informatie

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014) Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014) Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning (2013) Box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning : Inkomen uit werk en woning bestaat uit inkomsten

Nadere informatie

Hulp bij het invullen van de Jaarruimtetool

Hulp bij het invullen van de Jaarruimtetool Hulp bij het invullen van de Jaarruimtetool Wat is jaarruimte? De jaarruimte is het maximale bedrag dat u met belastingaftrek elk jaar opzij mag zetten voor het aanvullen van uw pensioen. Voor het berekenen

Nadere informatie

Help, mijn pensioen Slim sparen voor de toekomst

Help, mijn pensioen Slim sparen voor de toekomst Begin tijdig met het optimaliseren van uw oudedagsvoorziening Help, mijn pensioen Slim sparen voor de toekomst De media staan er vol mee. Ons pensioen loopt gevaar. Door de economische crisis, tegenvallende

Nadere informatie

Beginpagina. Sparen. Spaarvormen

Beginpagina. Sparen. Spaarvormen Beginpagina Sparen is niets nieuws. Mensen sparen al eeuwen lang voor verschillende doeleinden. Toch is een leidraad binnen de wereld van het sparen ongetwijfeld welkom. Op spaarkennis.nl geven we graag

Nadere informatie

Laat uw geld groeien!

Laat uw geld groeien! AEGON Ontslagvergoeding Sparen Ontslagvergoeding nog niet nodig? Laat uw geld groeien! Een ontslag is een ingrijpende gebeurtenis. Naast de nodige emoties speelt dan ook uw financiële situatie een grote

Nadere informatie

Vraag & antwoord Regeling Levensfase-uren A. DE REGELING. 20 april 2017

Vraag & antwoord Regeling Levensfase-uren A. DE REGELING. 20 april 2017 20 april 2017 Vraag & antwoord Regeling Levensfase-uren A. DE REGELING 1. Waarom komt er een nieuwe regeling Levensfase-uren (LFU)? In het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2015-2017 is afgesproken dat het wenselijk

Nadere informatie

Prinsjesdagspecial 2019

Prinsjesdagspecial 2019 Prinsjesdagspecial 2019 Vorige week dinsdag 17 september 2019 (Prinsjesdag) presenteerde het kabinet de Miljoenennota, met daarin de fiscale plannen voor 2020 en verder. Hieronder vindt u de belangrijkste

Nadere informatie

Levensloopregeling. De levensloopregeling kan worden gebruikt voor elke vorm van verlof, zoals:

Levensloopregeling. De levensloopregeling kan worden gebruikt voor elke vorm van verlof, zoals: Levensloopregeling Inhoudsopgave: Uitleg levensloopregeling... 1 Rekeningnummer levensloopregeling... 2 Voorbeeld 12% Over het brutoloon... 4 Loonberekening:... 4 Kosten werkgever:... 5 Grondslagen:...

Nadere informatie

Belastbaar inkomen Maar niet Tarief premie Heffing over totaal meer dan meer dan Belastingtarief volksverzekering Totaal tarief van de schijven

Belastbaar inkomen Maar niet Tarief premie Heffing over totaal meer dan meer dan Belastingtarief volksverzekering Totaal tarief van de schijven Kerncijfers 2008 voor de adviespraktijk Algemeen Schijventarief box 1 Belastbaar inkomen Maar niet Tarief premie Heffing over totaal meer dan meer dan Belastingtarief volksverzekering Totaal tarief van

Nadere informatie

Banksparen? Wij zijn uw bank.

Banksparen? Wij zijn uw bank. Banksparen? Wij zijn uw bank. U wilt voldoende extra inkomen als u met pensioen gaat. Wij hebben hiervoor de producten! Op enig moment gaat u met pensioen. Een leven met veel vrije tijd gaat dan beginnen.

Nadere informatie

Vanaf 1 januari 2006: sparen voor vrije tijd! Vanaf 1 januari 2006: sparen voor vrije tijd! over de levensloopregeling. Informatiebijeenkomst

Vanaf 1 januari 2006: sparen voor vrije tijd! Vanaf 1 januari 2006: sparen voor vrije tijd! over de levensloopregeling. Informatiebijeenkomst Vanaf 1 januari 2006: sparen voor vrije tijd! Vanaf 1 januari 2006: sparen voor vrije tijd! Informatiebijeenkomst over de levensloopregeling en het ABN AMRO LevensloopPlan Universiteit Leiden 0106 BB/BV/HRM

Nadere informatie

Algemene informatie oudedagvoorzieningen

Algemene informatie oudedagvoorzieningen Algemene informatie oudedagvoorzieningen Wij zetten de belangrijkste begrippen voor u op een rijtje: De productvormen... 2 Direct ingaande bancaire lijfrente... 2 Direct ingaande verzekerde lijfrente...

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2 Inkomstenbelasting inleiding 2 programma Verliescompensatie Heffingskorting Splitsing heffingskorting Middeling Aanslag Verliescompensatie 1 van 2 Binnenjaarse verliescompensatie Binnen een box mogen de

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2. Versie aug

HRo - Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2. Versie aug Inkomstenbelasting inleiding 2 programma Verliescompensatie Verliescompensatie 2 van 2 Jaar I II III IV V VI VII Inkomen uit werk en woning 12.000 9.000 7.000-18.000-5.000-3.000 12.000 Heffingskorting

Nadere informatie

1. Wet Inkomstenbelasting 2001

1. Wet Inkomstenbelasting 2001 Fiscale en sociale cijfers 2016 1. Wet Inkomstenbelasting 2001 Tarief box 1 Belastbaar inkomen meer maar niet meer belastingtarief tarief premie volksverzekeringen totaal tarief * voor een belastingplichtige

Nadere informatie

Gedeeltelijke afschaffing afrekenverplichting voor bepaalde saldolijfrenten

Gedeeltelijke afschaffing afrekenverplichting voor bepaalde saldolijfrenten Gedeeltelijke afschaffing afrekenverplichting 31-12-2020 voor bepaalde saldolijfrenten 1. Inleiding Op 17 september 2019 is het pakket Belastingplan 2020 ingediend bij de Tweede Kamer. Een van de voorgestelde

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 842 LEVENSLOOPREGELING PROVINCIES. Hoofdstuk 1 Algemeen

PROVINCIAAL BLAD. Nr. 842 LEVENSLOOPREGELING PROVINCIES. Hoofdstuk 1 Algemeen PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Limburg. Nr. 842 16 februari 2015 LEVENSLOOPREGELING PROVINCIES Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. berekeningsgrondslag:

Nadere informatie

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015 Belastingdienst 15 2015 Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015 IB 331-1B51PL Deze aanvullende toelichting hoort bij de M aangifte 2015. In het Overzicht inkomsten

Nadere informatie

voor ondernemers www.planje.nl

voor ondernemers www.planje.nl ondernemers 1. Renteaftrek overname holdings Bij overname via een koopholding met een financiering, kan de rente ten laste van de winst van de werkmaatschappij worden gebracht, via het aangaan van een

Nadere informatie

Fiscaal kader rondom verhoging van pensioenleeftijd

Fiscaal kader rondom verhoging van pensioenleeftijd 30 januari 2012 Fiscaal kader rondom verhoging van pensioenleeftijd Dr. A.H.H. Bollen-Vandenboorn Verbetering Toegang gezondheidszorg Europese en nationale doelen Arbeidsparticipatie ouderen en pensioen

Nadere informatie

HOE SUCCESVOL WORDT DE NIEUWE VITALITEITSREGELING?

HOE SUCCESVOL WORDT DE NIEUWE VITALITEITSREGELING? HOE SUCCESVOL WORDT DE NIEUWE VITALITEITSREGELING? VFP SPAREN Drs. M.C.B. Bril MFP is werkzaam bij ABN AMRO MeesPierson op het Kenniscentrum Vermogensstructuring & Estate Planning als specialist toekomstvoorzieningen.

Nadere informatie

Nieuwsbrief december 2011

Nieuwsbrief december 2011 Nieuwsbrief december 2011 Geachte relatie, Zoals u van ons gewend bent, proberen wij u aan het einde van elk jaar te informeren over de veranderingen op salaris- en personeelsgebied. Zo ook dit jaar. De

Nadere informatie

Loyalis Levensloop. Voor tussentijds verlof of eerder stoppen met werken

Loyalis Levensloop. Voor tussentijds verlof of eerder stoppen met werken Loyalis Levensloop Voor tussentijds verlof of eerder stoppen met werken Koop vrije tijd met levensloop Levensloop maakt het u mogelijk tijd vrij te maken voor zaken die u belangrijk vindt. Bijvoorbeeld

Nadere informatie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie Cijfers 2019 31-12-2018 Door de redactie In dit overzicht geven we de belangrijkste fiscale en sociale cijfers voor 2019 weer. Daarbij geven we uitsluitend de officieel gepubliceerde cijfers weer. Ook

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 67807 13 december 2016 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 5 december 2016 nr. 2016-0000765428, houdende

Nadere informatie

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensloopregeling (Levensloopregeling provincies)

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensloopregeling (Levensloopregeling provincies) CVDR Officiële uitgave van Noord-Brabant. Nr. CVDR343207_8 21 december 2017 Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant houdende regels omtrent levensloopregeling (Levensloopregeling

Nadere informatie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie Cijfers 2018 22-12-2017 Door de redactie In dit overzicht geven we de belangrijkste fiscale en sociale cijfers voor 2018 weer. Daarbij geven we uitsluitend de officieel gepubliceerde cijfers weer. Ook

Nadere informatie

1. Wet Inkomstenbelasting 2001

1. Wet Inkomstenbelasting 2001 Fiscale en sociale cijfers 2015 1. Wet Inkomstenbelasting 2001 Tarief box 1 Belastbaar inkomen meer maar niet meer belastingtarief tarief premie volksverzekeringen totaal tarief * voor een belastingplichtige

Nadere informatie

147.500 145.000 143.000 140.500 139.500 137.500. geen max. 12% van de winst max. dotatie oudedagsreserve 11.590 11.396 11.227 11.050 10.951 10.

147.500 145.000 143.000 140.500 139.500 137.500. geen max. 12% van de winst max. dotatie oudedagsreserve 11.590 11.396 11.227 11.050 10.951 10. Overzicht fiscale/sociale cijfers 2009 Overzicht fiscale/sociale cijfers 2009 omschrijving (bedrag in euro s) 2009 2008 2007 2006 2005 2004 kapitaalverzekering eigen woning uitkeringsvrijstelling kapitaalverzekering

Nadere informatie

Reglementnummer: Pagina 1 van 6. Werkgever: gevestigd te.

Reglementnummer: Pagina 1 van 6. Werkgever: gevestigd te. Reglementnummer: Pagina 1 van 6 Artikel 1 Begripsomschrijving In dit reglement wordt verstaan onder: Werkgever: gevestigd te. Deelnemer: Partner/Echtgenoot: Spaarloon: Bank: de werknemer, die deelneemt

Nadere informatie

Van Wantrouwen naar Vertrouwen. 6 december 2011 Gijs van der Voet

Van Wantrouwen naar Vertrouwen. 6 december 2011 Gijs van der Voet Van Wantrouwen naar Vertrouwen 6 december 2011 Gijs van der Voet Inleiding Onderneming/BV Belastingplan 2012 Eindejaarstips 2011 Overige zaken Belastingplan 2012 Kabinet: Eenvoudiger, meer solide en fraudebestendig

Nadere informatie

Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2

Inkomstenbelasting - Inleiding -- Deel 2 Inkomstenbelasting inleiding 2 programma Verliescompensatie Heffingskorting Splitsing heffingskorting Middeling Aanslag Verliescompensatie 1 van 2 Binnenjaarse verliescompensatie Binnen een box mogen de

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Gebaseerd op artikel 5.14 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018

PROVINCIAAL BLAD. Gebaseerd op artikel 5.14 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies 2018 PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Limburg Nr. 1749 11 maart 2019 Levensloopregeling Provincies 2018 Gedeputeerde Staten van Limburg, maken ter voldoening aan het bepaalde in de Provinciewet

Nadere informatie

Oudedagsvoorzieningen

Oudedagsvoorzieningen Algemene informatie Oudedagsvoorzieningen VERZEKERING BEDRIJFSRISICO HYPOTHEEK PENSIOEN De productvormen Direct ingaande bancaire lijfrente Bij de direct ingaande bancaire lijfrente ontvangt de rekeninghouder

Nadere informatie

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni 2012 7.7 6 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Brutoloon Het brutoloon is het loon dat de werknemer ontvangt van zijn werkgever. Van dit loon worden

Nadere informatie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie

Cijfers Algemeen. Schijventarief box 1 jonger dan AOW-leeftijd Belastbaar inkomen meer dan. maar niet meer dan. belastingtarief tarief premie Cijfers 2017 28-12-2015 Door de redactie In dit overzicht geven we de belangrijkste fiscale en sociale cijfers voor 2017 weer. Daarbij geven we uitsluitend de officieel gepubliceerde cijfers weer. Ook

Nadere informatie

Pensioenen; aanwijzingen als pensioenregeling 1

Pensioenen; aanwijzingen als pensioenregeling 1 Loonheffingen. Pensioenen; Loonheffingen. Pensioenen; aanwijzingen als pensioenregeling Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 16 maart

Nadere informatie

Uw ontslagvergoeding flexibel geregeld

Uw ontslagvergoeding flexibel geregeld Uw ontslagvergoeding flexibel geregeld Mogelijkheden bij een ontslagvergoeding Via nn.nl 2 Uw ontslagvergoeding flexibel geregeld Ontslag. Het kan iedereen overkomen. Uw wereld verandert. Maar voor iedereen

Nadere informatie

Kenmerken en risico s

Kenmerken en risico s Kenmerken en risico s OHRA Gouden Handdruk Spaarrekening Wat zijn de kenmerken van de OHRA Gouden Handdruk Spaarrekening? Algemeen Met een OHRA Gouden Handdruk Spaarrekening bouwt u vermogen op met als

Nadere informatie

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001

Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001 Werkstuk Economie Belastingstelsel 2001 Werkstuk door een scholier 1702 woorden 21 maart 2001 6,3 131 keer beoordeeld Vak Economie VOORAF. Deze brochure is geschreven voor een modaal gezin en een gezin

Nadere informatie

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT Programma 1. Welke wijzigingen in de vakantieregelingen staan er op stapel? 2. Wat zijn de wijzigingen in het BW? 3. Hoe ziet de (vakantie)verlof

Nadere informatie

ZO VOORKOMT U DAT DE FISCUS IN 2017 VAN UW VERMOGEN SNOEPT

ZO VOORKOMT U DAT DE FISCUS IN 2017 VAN UW VERMOGEN SNOEPT ZO VOORKOMT U DAT DE FISCUS IN 2017 VAN UW VERMOGEN SNOEPT Fictief rendement, een harde realiteit Velthuyse & Mulder Vermogensbeheer De vermogensrendementsheffing gaat op de schop. En dat heeft grote gevolgen

Nadere informatie

Fiscaal vriendelijk geld opzij zetten. voor even of eerder stoppen met werken

Fiscaal vriendelijk geld opzij zetten. voor even of eerder stoppen met werken Fiscaal vriendelijk geld opzij zetten voor even of eerder stoppen met werken Metaal en Techniek heeft zijn eigen levensloopregeling MT Levensloop is de levensloopregeling voor alle werknemers in de Metaal

Nadere informatie

2014 -- Loonheffing -- deel 4

2014 -- Loonheffing -- deel 4 Loonheffing les 4 programma Administratieve verplichtingen Loonstaat Aangifte doen Eindheffing Bijzondere regelingen 1 Administratieve verplichtingen Voor de werkgever/inh.pl. gelden een aantal verplichtingen.

Nadere informatie

1.2. Investeringen handig splitsen

1.2. Investeringen handig splitsen 1.2. Investeringen handig splitsen 1.2.1. Wat wilt u doen? U onderneemt met behulp van een BV-structuur. Om de kosten van investeringen binnen uw BV te drukken maakt u graag gebruik van de kleinschalig

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) B GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 17 november 2011 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 043 Toekomst pensioenstelsel Nr. 71 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Q&A Evi Pensioenbeleggen. www.evipensioen.nl. 2. Wanneer kies ik voor Evi Pensioenbeleggen, Evi Netto Pensioenbeleggen of voor Evi?

Q&A Evi Pensioenbeleggen. www.evipensioen.nl. 2. Wanneer kies ik voor Evi Pensioenbeleggen, Evi Netto Pensioenbeleggen of voor Evi? Q&A Evi Pensioenbeleggen www.evipensioen.nl Inhoudsopgave 1. Wat is Evi Pensioen? 2. Wanneer kies ik voor Evi Pensioenbeleggen, Evi Netto Pensioenbeleggen of voor Evi? 3. Waarom gebruiken we de life-cycle

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 VOORWERP VAN DE BELASTING (HOOFDSTUK II VAN DE WET)

HOOFDSTUK 3 VOORWERP VAN DE BELASTING (HOOFDSTUK II VAN DE WET) Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 De Minister van Financiën, Handelende wat betreft de artikelen 8, 8a, 11, tweede lid, 12, 13 en 31 van de Wet op de loonbelasting 1964, in overeenstemming met de

Nadere informatie

Let op! Hoe meer gebruikelijk loon u opneemt dan wel op moet nemen, hoe minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting.

Let op! Hoe meer gebruikelijk loon u opneemt dan wel op moet nemen, hoe minder u profiteert van het lage tarief van de vennootschapsbelasting. De bv is in het mkb een populaire rechtsvorm, veelal vanwege fiscale motieven. Wat zijn deze fiscale motieven? Welke voor- en nadelen kleven er aan een dergelijke overstap en welke aspecten komen er nog

Nadere informatie

Aan Werkgevers & Werknemers

Aan Werkgevers & Werknemers Primair Arbeidsvoorwaarden Advies Employee Benefits Financiële Diensten Verzekeringen Aan Werkgevers & Werknemers Dobbedreef 135 Postbus 11111 2301 EC Leiden T 071 52 88 000 F 071 52 88 222 Behandeld door

Nadere informatie

1. Belastingen Schijf: Loon op jaarbasis: Niet meer dan: Totaal tarief: Heffing over totaal van de schijven:

1. Belastingen Schijf: Loon op jaarbasis: Niet meer dan: Totaal tarief: Heffing over totaal van de schijven: Belastingen 2010 1. Belastingen 2. Heffingskortingen (via salaris) 3. Algemene heffingskorting 4. Arbeidskorting 5. Kinderkorting 6. Alleenstaande-ouder korting 7. Spaarloon- of levensloopregeling 8. Auto

Nadere informatie

Interpolis LevensloopFonds. voor u als werknemer

Interpolis LevensloopFonds. voor u als werknemer Interpolis LevensloopFonds voor u als werknemer Wesley Idsinga, 19 jaar, slager. Het begon met een bijbaantje in deze slagerij op mijn dertiende. Ik wilde dat toen graag en heb er nooit spijt van gekregen.

Nadere informatie

Fiscaal kader rondom verhoging van pensioenleeftijd

Fiscaal kader rondom verhoging van pensioenleeftijd 30 januari 2012 Fiscaal kader rondom verhoging van pensioenleeftijd Dr. A.H.H. Bollen-Vandenboorn Europese en nationale doelen Arbeidsparticipatie ouderen en pensioen Sterke duurzame economie Banen creëren

Nadere informatie

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT. Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012

Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT. Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012 Vakantieverlof en het Persoonlijk Levensfase Budget in de CAO VVT Presentatie voor medewerkers van Faveo CNV Publieke Zaak en Abvakabo FNV mei 2012 Programma 1. Welke wijzingen in de vakantieregelingen

Nadere informatie

Loonheffingen Nationaal. Datum: januari/februari 2013

Loonheffingen Nationaal. Datum: januari/februari 2013 Loonheffingen Nationaal Datum: januari/februari 2013 Overzicht wetswijzigingen 2013 Belastingplan 2013 Wet fiscale behandeling eigenwoning Wet fiscale behandeling woon-werkverkeer Fiscale verzamelwet Wet

Nadere informatie

Levensloopverzekering

Levensloopverzekering Levensloopregeling Door de veranderde wetgeving is geen nieuwe deelname aan de levensloopregeling, vanaf 1 januari 2012, meer mogelijk. Deelname onder de oude voorwaarde, totdat de AOW gerechtigde leeftijd

Nadere informatie

SPAARLOONREGELING. door burgemeester en wethouders d.d.

SPAARLOONREGELING. door burgemeester en wethouders d.d. SPAARLOONREGELING VASTGESTELD door burgemeester en wethouders d.d. mr. R.M. Kammer secretaris mr. W. van den Berg burgemeester Het college van burgemeester en wethouders; besluit: a. in te trekken de Spaarloonregeling,

Nadere informatie

Voor tussentijds verlof of eerder stoppen met werken. Loyalis Levensloop

Voor tussentijds verlof of eerder stoppen met werken. Loyalis Levensloop Loyalis voert de levensloopregeling uit voor ABP Loyalis Levensloop Voor tussentijds verlof of eerder stoppen met werken Je werkt. Maar soms even niet. Je neemt de tijd voor die ene cursus. En daarna er

Nadere informatie

Advieswijzer. Werken als zzp er. 18-03-2016 Denk ondernemend. Denk Bol.

Advieswijzer. Werken als zzp er. 18-03-2016 Denk ondernemend. Denk Bol. Advieswijzer Werken als zzp er 18-03-2016 Denk ondernemend. Denk Bol. De zzp er staat volop in de belangstelling, met name de fiscale behandeling van de zzp er en de daaraan gekoppelde vraag of de zzp

Nadere informatie

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden Het belastingstelsel verandert. We vergroenen, de belasting op consumptie gaat omhoog en belangrijk: het kabinet maakt werk lonender. De belastingtarieven

Nadere informatie

Het ABN AMRO LevensloopPlan. Eenvoudig en flexibel sparen en beleggen voor tijd voor uzelf. Collectieve arrangementen.

Het ABN AMRO LevensloopPlan. Eenvoudig en flexibel sparen en beleggen voor tijd voor uzelf. Collectieve arrangementen. Het ABN AMRO LevensloopPlan. Eenvoudig en flexibel sparen en beleggen voor tijd voor uzelf. Collectieve arrangementen. Bedacht door de overheid. Mogelijk gemaakt door ABN AMRO. Eerder stoppen met werken.

Nadere informatie

De politieke plannen op een rijtje

De politieke plannen op een rijtje De politieke plannen op een rijtje partij titel bullettekst VVD Flexibele AOW-leeftijd: maximaal drie jaar later De VVD biedt de mogelijkheid om, actuarieel neutraal, de AOW maximaal drie jaar later te

Nadere informatie