GESUBSIDIEERDE VRIJE BASISSCHOOL HEIENDE HEIENDESTRAAT 2, 9160 LOKEREN

Transcriptie

1 GESUBSIDIEERDE VRIJE BASISSCHOOL HEIENDE HEIENDESTRAAT 2, 9160 LOKEREN Tel Fax initiatieven voor meerbegaafden in onze school: De bollebooswerking De kangoeroeklas Als katholieke basisschool willen we het welzijn van alle kinderen bevorderen. We willen dat alle leerlingen op school kunnen opgroeien en leren in een tempo dat hen het best past zodat ze later gelukkige volwassenen zijn. Leerlingen die het wat moeilijker hebben en bijkomende hulp nodig hebben voor bepaalde vakken, worden in de eigen klas én in de zorgklas extra begeleid. Maar ook leerlingen die het gemakkelijker hebben, geven we in onze school optimale kansen. Voor deze kinderen - de goede presteerders worden in onze school twee initiatieven uitgebouwd: de bollebooswerking én de kangoeroeklas. 1 BOLLEBOOSWERKING Waaruit bestaat onze bollebooswerking? De bollebooswerking is een vorm van binnenklasdifferentiatie. Dit betekent dat de leerlingen bij het oplossen van deze oefeningen in hun vertrouwde klasgroep blijven. Wanneer de kinderen hun leertaken (bijv. tekst lezen, oefeningen oplossen,...) binnen de gestelde periode afgewerkt hebben en er nog voldoende tijd is om aan iets anders te beginnen, dan nemen zij spontaan hun bolleboosmap. In deze map bevinden zich gevarieerde rekenopdrachten én taaloefeningen die inspelen op de interesse en creativiteit van meerbegaafde kinderen. - pag. 1 van 5 -

2 De rekenopdrachten (uit de SOMPLEX-methode) gaan over strategieën, zoals puzzelen, werken met tabellen figuren, o.m. veelhoeken, spiegelen maten, waaronder lengte, oppervlakte, temperatuur, geld getallen (bijzondere getallen en sommen) en bewerkingen (diverse opgaven met combinaties van +, -, groter dan,...). Onderstaand voorbeeld komt uit het pakket van het vierde leerjaar. Om de bolleboosvragen bij deze statistiek op te lossen, worden verschillende leerfuncties 1 aangesproken, o.m. selecteren: indelen in subgroepen o.b.v. één bepaald criterium, beurtelings een ander criterium waarbij dan abstractie genomen wordt van de andere criteria; toepassen: het gekozen criterium toepassen om een groep in te delen; analyseren & relateren: het bepalen van een eigen criterium om subgroepen te krijgen, het vergelijken van de deelgroepen bij de verschillende opsplitsingscriteria,... concentreren & inspannen: de 9 verschillende criteria waaruit de statistiek opgebouwd is, worden bevraagd en vergeleken. Een volgehouden aandacht bij deze diversiteit aan gegevens is noodzakelijk. 1 Leerfuncties zijn psychische functies die ervoor zorgen dat de informatie bewust waargenomen, begrepen en geordend wordt en aldus een leerproces mogelijk maakt. - pag. 2 van 5 -

3 Ook de taaloefeningen (uit de PLUSTAAK TAAL methode) zijn gevarieerd en worden door de kinderen graag opgelost: woordenschat : bijv. zoeken naar het tegengestelde woord, homofonen,... taalonderzoek: bijv. letterlijk en figuurlijk, gedichten nader bekeken,... spreken en schrijven, doorvertellen: bijv. doolhofervaringen,... woordrijgspellen: bijv. schilderij - rijpaard - paardenhoofd -... Een voorbeeld uit de woordenschatoefeningen: Ook bij deze taaloefening worden verschillende leerfuncties aangesproken, o.m. waarderen: een gevoelsmatige appreciatie toekennen aan een lijst met begrippen (positief, negatief, neutraal); relateren: zoeken naar tegengestelde begrippen, vergelijken van begrippen met een identieke gevoelsappreciatie,... selecteren: het eigen antwoord kan verschillend zijn van het voorgeschreven antwoord, maar toch correct. De kinderen moeten een onderscheid maken tussen wat essentieel is en wat bijzaak is in een antwoord. Ondertussen zijn we al 2 jaar bezig met de bollebooswerking en de kinderen werken graag aan deze oefeningen. Bovendien worden heel wat leerfuncties aangesproken. Zoals alle lessen in onze school, sluiten de bolleboosopdrachten ook aan bij de eindtermen. De bolleboosopdrachten zijn echter aanvullend en verbredend ten aanzien van het verplichte minimum. - pag. 3 van 5 -

4 2 KANGOEROEKLAS Wat is de kangoeroeklas? De kangoeroeklas is een externe klasdifferentiatie: het is geen vaste groepering van kinderen in één klasgroep, maar wel een groepering van kinderen uit verschillende leerjaren die individueel begeleid worden door de zorgleerkracht. Dit gebeurt op een vaste dag. Deze leerlingen zijn goede presteerders die grotere denkstappen aankunnen. Bovendien hebben ze een brede interesse. Iedere kangoeroeklas start met een uitwisselingsmoment. Hierin vertellen de kinderen aan de anderen wat ze leuk of minder leuk vonden aan de boeken of DVD s die ze tijdens het vorige kangoeroemoment ontleenden. Voor de andere leerlingen is dit ook een leuke situatie want ze leren nu eens niet van de leerkracht maar wel van elkaar. Bovendien kunnen ze om beurt hun verhaal vertellen aan de klas. Het meest succesvol zijn de verhalen over dieren, vulkanen, planeten, ruimte-heelal, geschiedenis, sport, oude verhalen, techniek,... In de kangoeroeklas zijn diverse materialen voorhanden die de kinderen gebruiken om te leren: spellen, boeken, computerprogramma s, DVD,... Het is verrassend te zien hoe vlot de kinderen met deze moderne middelen omgaan! Wanneer is er een kangoeroeklas? De kangoeroeklas heeft plaats tijdens de verwerkingslessen in de gewone klas. Voor de kangoeroewerking verlaten de kinderen de vertrouwde klasgroep en gaan ze naar de zorgklas. Er wordt op dat moment in de vertrouwde klasgroep geen les met een nieuwe leerinhoud gepland maar wel een verwerkingsles waar eerder aangebrachte inhouden ingeoefend worden. Een kind in de kangoeroewerking heeft dus 2 uitdagingen : de extra opdrachten in de kangoeroeklas maar ook het verwerken van de lesinhoud van de gewone klas die tijdens de kangoeroewerking aan bod gekomen is. De klasleerkracht laat de kinderen voor de verwerkingsles niet aan hun lot over. De dag van de kangoeroewerking geeft de leerkracht de nodige bijkomende informatie over de les die ze zelfstandig moeten inhalen. - pag. 4 van 5 -

5 De kangoeroewerking beoogt een verbredende werking. Het leermateriaal moet dan ook vrijwel alle mogelijke interesses van de kinderen aanspreken. We proberen per cultuurdomein voldoende leermateriaal te voorzien. Enkele voorbeelden: Taal en communicatie: het Babbelspel; FiloSofie voor kids; Muzische: boekenreeks Waanzinnig om te weten; Technokit; Exacte cijfers en objectieve feiten: boekenreeks Waanzinnig om te weten, Hoe?Zo!, DVD-reeks Ooggetuigen, DVD-reeks De Kringloop van het Leven; Techniek: boekenreeks Waanzinnig om te weten, Verti-fix, Hoe?Zo!, TechnoKIT, bouwdoos De Ruimte ; Samenleven met anderen: het Babbelspel, DVD-reeks Kringloop van het leven; Verleden en heden: boekenreeks Waanzinnig om te weten, DVD-reeks Ooggetuigen; Zingeving: FiloSofie. Alle aangeboden opdrachten en oefeningen worden ook in deze werking in relatie gesteld met de eindtermen, maar met een verrijkende inslag. 3 ALGEMEEN De laatste jaren merken we uit verschillende hoeken een verhoogde interesse voor meerbegaafdheid. Dit is terecht omdat meerbegaafdheid die niet aangesproken wordt, uiteindelijk kan evolueren tot een leerbedreiging (ongemotiveerdheid, ongewenst gedrag, onderpresteren). Het is echter zeer belangrijk dat de meerbegaafdenwerking op de school niet louter opgevat wordt als een leuke invulling van de vrije klastijd die de goede presteerders hebben. Voortdurend stellen we ons de vraag welke meerwaarde we voor de kinderen bewerkstelligen door de meerbegaafdenwerking. Op onze school steunen alle leerkrachten dit zorginitiatief. Zonder hun medewerking zou dit trouwens niet mogelijk zijn. Bovendien is dit voor ons een stimulans om de meerbegaafdenwerking verder te ontwikkelen. - pag. 5 van 5 -