Studiegids. Masteropleiding Pedagogiek. Vanuit ecologisch perspectief. In deeltijd

Transcriptie

1 Studiegids Masteropleiding Pedagogiek Vanuit ecologisch perspectief In deeltijd Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, juli 2016

2 Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding Beroepsprofiel Beroep Uitwerking van beroepsprofiel Competenties afgestudeerde Vaardigheden afgestudeerde Werkveld en functies Opleidingsprofiel Algemeen Doelstelling opleiding Het hbo-masterniveau van de opleiding Didactische uitgangspunten Inrichting opleiding Opleidingsvarianten Verkorte en versnelde opleidingsroutes Getuigschriften Graden en titulatuur Opleidingsstructuur Programma s Stages en stagewaardigheid Afstuderen Examencommissie Instelling en benoeming Samenstelling Taken en bevoegdheden Verzoekschrift Voorzieningen Begeleiding ICT-faciliteiten Algemeen Wachtwoord Informatiebeveiliging en privacy Registratie studievoortgang MijnHU AskHU OSIRIS Student Student Informatiepunt (STIP) Studievereniging Opleidingscommissies Contactgegevens Cursussen Cursusdeelname Inschrijving voor cursussen Aanwezigheidsplicht Ingangseisen Cursusbeschrijvingen Tentamens en examens Introductie Vrijstellingen Organisatie tentamens Tentamenvorm en duur Tentamenrooster Hogeschool Utrecht, juli /73

3 4.3.3 Inschrijving en deelname (her)tentamens Voorzieningen in geval van een functiebeperking Legitimatieplicht bij tentamens Beoordeling Toekennen resultaat en inzage Onregelmatigheden / fraude Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk Geldigheidsduur resultaten Diplomering Procedure afgifte diploma Aantekening cum laude of met genoegen Roosters HU-onderwijsjaarrooster Vakanties en vrije dagen Lesdagen en -tijden Openingstijden gebouwen Roosterinformatie en wijzigingen Klachten, bezwaar en beroep Inleiding Bezwaar Beroep Beroep aantekenen Hoger beroep Klachten Klacht indienen Herzieningsverzoeken bij klachten Ongewenst gedrag Schema klachten, bezwaar en beroep Studentzaken Studiebegeleiding Profileringsfonds Studentendecaan Centrum Studiekeuze Vertrouwenspersoon Studentenarts Bureau Studentenpsychologen Mediation Studeren met een functiebeperking Verbetering taalvaardigheden Bibliotheek Internationalisering Medezeggenschap Inspraakorganen Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Studium Generale Studentenvereniging Algemeen Bestuursbeurs Topsport Trajectum Sport Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren Verzekeringen: aansprakelijkheid, ongevallen en reisverzekering Over de HU Algemene informatie Onderwijsprofiel HU Bachelor- en masterstelsel Hogeschool Utrecht, juli /73

4 9.1.3 Hogeschool- en faculteitsregelingen Orderegels Kwaliteitszorg Organogram HU Locaties HU Algemene informatie faculteit Algemeen Organogram faculteit Contactgegevens Plattegrond Praktische voorschriften en aanwijzingen Faciliteiten In- en uitschrijven voor de opleiding Studiekosten, eigen bijdragen en tegemoetkoming Collegegeld Kosten voor boeken en leermiddelen Overige kosten Financiële tegemoetkoming Bijlagen Onderwijs- en examenregeling Cursusbeschrijvingen Conversietabellen Overige regelingen Verwijzingen Links en adressen Deze studiegids is op 26 april 2016 vastgesteld door de instituutsdirecteur, gevolgd door een positief advies van de (G)OC en goedgekeurd door de faculteitsdirecteur op 20 juni Hogeschool Utrecht, juli /73

5 1 Voorwoord Beste student, Voor u ligt de studiegids van de opleiding Master Pedagogiek. We hopen dat u bij onze opleiding een prettige en succesvolle studietijd heeft. In deze studiegids vindt u belangrijke spelregels en nuttige informatie over uw studie. Hogeschool Utrecht biedt vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs. Competentiegericht wil zeggen dat u vaardigheden opdoet die aansluiten bij het beroepsleven (Beroepsprofiel). Met vraaggestuurd onderwijs streven wij er naar het onderwijs en de ondersteuning eromheen zo in te richten dat u zich tijdens uw studie kunt ontwikkelen op een manier die ú belangrijk vindt en die bij u past. Hieronder vindt u informatie over de belangrijkste aspecten van uw studie. Invloed van de student Veel van onze mogelijkheden zijn ontwikkeld en verbeterd op initiatief van uw medestudenten. De hogeschool beschouwt u dan ook als partner; u maakt deel uit van onze kennisgemeenschap. De HU hecht veel waarde aan uw mening en ideeën. Dat begint al bij de evaluaties van alle cursussen, waar u als student uw oordeel en verbetertips kunt geven. Ook organiseren we op opleidingen en faculteiten 1 onderwijsdialogen, waarin we samen in gesprek gaan over uw opleiding en alles eromheen. De HU ondersteunt actief deelname van studenten in opleidingscommissies en medezeggenschapsorganen (Medezeggenschap). We vragen u elk jaar de NSE (Nationale Studenten Enquête) in te vullen. En bent u bijzonder tevreden over het onderwijs van die ene docent(e), nomineer hem/haar dan als docent(e) van het jaar. Verbreden en verdiepen Veel opleidingen kennen afstudeerrichtingen, waarin u zich kunt specialiseren op een onderdeel van uw vakgebied. Ook is er Studium Generale dat inspirerende programma s aanbiedt. Wat anders? U kunt uw studietijd natuurlijk ook benutten om u zo breed mogelijk te ontwikkelen en extra ervaring buiten uw reguliere studie op te doen.. Wilt u een tijdje studeren in het buitenland (Internationalisering)? Of denkt u erover bestuurlijk actief te worden in bijvoorbeeld een studievereniging, een gezelligheidsvereniging of een studentensportclub (Sport)? Of combineert u topsport met een studie (Topsport)? Ook kunt u ervaring opdoen in medezeggenschap en opleidingscommissies. Er is van alles denkbaar dat door de HU actief ondersteund wordt. Studievertraging Het kan gebeuren dat uw studie niet verloopt zoals u dat graag zou willen. Zeker als bijzondere omstandigheden als ziekte een rol spelen is het belangrijk om contact te zoeken met zowel de studieloopbaanbegeleider (Begeleiding) als de decaan (Studentdecaan). In veel gevallen is extra ondersteuning mogelijk. Haalt u bijvoorbeeld te weinig studiepunten en dreigt u een negatief studieadvies te krijgen, dan kunt u hulp krijgen bij het maken van een studieplanning (Studieadvies). Het is natuurlijk niet wenselijk dat u (veel) te lang over uw studie doet. Om dat te voorkomen, bieden opleidingen soms inhaaltrajecten aan. Die worden via MijnHU bekend gemaakt. Heeft u een functiebeperking? Mogelijk heeft u dan meer tijd nodig voor uw studie, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. De hogeschool kent een breed scala aan voorzieningen die u in uw studie kunnen ondersteunen (Studeren met een functiebeperking). 1 Let op. De organisatiestructuur van de Hogeschool Utrecht is onderhevig aan mutaties. Het kan zijn dat verantwoordelijkheden in het studiejaar bij andere verantwoordelijken, gremia, organisatieonderdelen worden belegd. Op het moment dat de mutaties volledig uitgekristalliseerd zijn, zal een erratum in dezen op de site van de studiegidsen worden gepubliceerd. Hogeschool Utrecht, juli /73

6 Problemen en klachten Heeft u problemen die uw studie negatief kunnen beïnvloeden? Bij uw slb er (Begeleiding) of een studentendecaan (Studentdecaan) bent u daarmee aan het juiste adres; zij kunnen u adviseren of doorverwijzen. Als u klachten heeft over de bejegening door studenten of medewerkers, kunt u ook een vertrouwenspersoon (Vertrouwenspersoon) inschakelen. Als er sprake is van een escalerende situatie kunnen onze studentmediators helpen om verdere escalatie te voorkomen en de samenwerking weer te herstellen (Mediation). En gaat er binnen de HU iets fout of bent u het niet eens met een besluit? Informatie over bezwaren en klachten (Klachten, bezwaar en beroep) is te vinden via AskHU. Ook hiervoor is de studentendecaan het eerste aanspreekpunt. Wat verwacht de HU van u? Wij streven ernaar u een opleiding en studieklimaat te bieden waarin u zich optimaal kunt ontplooien. Daarvoor is het nodig dat iedere student zich aan de interne regels houdt (Orderegels). Ongewenst gedrag (bijvoorbeeld intimidatie, hat s, verbaal of fysiek geweld) wordt niet getolereerd. Als u een diploma haalt, moet u dat ook hebben verdiend: fraude (Onregelmatigheden / fraude) wordt niet getolereerd. Zeker als dit gevolgen heeft voor onschuldige medestudenten, doordat tentamenresultaten ongeldig worden verklaard, zijn de straffen zwaar. Zowel ongewenst gedrag als fraude kan leiden tot verwijdering van de opleiding. Er zijn heel veel mogelijkheden bij de HU om een prettige studietijd te hebben. U vindt het merendeel terug in deze studiegids. Lees de gids goed door voordat u aan uw studie begint. Is iets niet duidelijk of kunt u bepaalde informatie niet vinden, kijk dan op MijnHU of vraag het uw slb er (Begeleiding) of bij het STIP (Student informatiepunt). We wensen u een prettige studietijd en veel succes in dit studiejaar. Mede namens alle collega s die aan uw opleiding bijdragen, Dr. Stijn Verhagen Directeur Instituut Ecologische Pedagogiek Hogeschool Utrecht, juli /73

7 2 Inrichting van de opleiding 2.1 Beroepsprofiel Beroep Hoofdkenmerken Kinderen en jongeren groeien op in een complexe wereld, die hen en mensen in hun omgeving met ingewikkelde situaties en vragen kan confronteren. De vraag naar hoogopgeleide pedagogische professionals met een brede achtergrond wordt dan ook steeds groter. De hbo-masterpedagoog is een gevorderde beroepsbeoefenaar; een pedagogisch expert die zich niet alleen in de diepte, maar ook juist in de breedte heeft ontwikkeld. Die verbreding heeft in het bijzonder betrekking op het kunnen omgaan met zeer complexe problematiek. Een masterpedagoog analyseert daarbij niet alleen wat er in de volle breedte aan de orde is, maar heeft ook in beeld welke betrokkenen al dan niet professioneel een rol (kunnen) spelen bij de verbetering/verandering die noodzakelijk is. Hij overziet de concrete situatie vanuit verschillende invalshoeken, legt verbanden tussen mogelijke scenario s, is wars van vooroordelen en is gericht op versterking van de positie van kinderen en jongeren. De masteropleiding Pedagogiek vanuit ecologisch perspectief aan de Hogeschool Utrecht is beroepsgericht met een stevige wetenschappelijke, maatschappelijke en filosofische ondergrond. U ontwikkelt uw kwaliteiten om op conceptueel niveau na te denken over pedagogische dilemma s en deze te verbinden met de omgeving van het beroep. De (toekomstige) beroepspraktijk wordt op deze manier verbreed en verbonden aan theoretische kaders. Tijdens de opleiding werkt u aan de ontwikkeling van uw beroep als ecologisch pedagoog, waarin u een eigen aanpak en visie ontwikkelt. Juist uw brede kijk op de leefomgeving is uw meerwaarde. U ziet grote verbanden en kunt samenwerking tussen de diverse instellingen en betrokkenen bewerkstelligen. Als masterpedagoog leert u ook om zelfstandig, vanuit een kritische houding onderzoek te doen dat bijdraagt aan duurzame oplossingen voor complexe problematiek. Het onderzoek op hbo-masterniveau is praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek, dat plaatsvindt in een specifieke pedagogische context en in interactie met betrokkenen en de naaste omgeving. De masteropleiding pedagogiek leidt op voor (midden- en) hogere kaderfuncties binnen het brede pedagogisch werkveld: lokale zorg voor jeugdigen en jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, onderwijs, gehandicaptenzorg, private initiatieven. De master pedagoog werkt in een functie op coördinerend, leidinggevend en/of stafniveau en heeft als professional te maken met complexe en onvoorspelbare situaties Uitwerking van beroepsprofiel Integrale aanpak van opvoedingsvragen Hogeschool Utrecht stelt zich met de masteropleiding Pedagogiek vanuit ecologisch perspectief ten doel de afstand tussen sociaal pedagogische opleidingen en de onderwijspedagogische opleidingen te overbruggen. We benaderen pedagogische vraagstukken vanuit expertise in het brede pedagogische werkveld zowel onderwijs als zorg en welzijn en beogen deze te verbreden, te integreren en te verdiepen. Pedagogiek vanuit ecologisch perspectief Pedagogiek kent vele perspectieven. 1 Vanuit elk perspectief kijkt men op een andere manier naar kinderen en naar opvoeden. Het perspectief van de opleiding wordt gevoed vanuit haar ecologische mensen wereldbeeld. Een pedagoog met een ecologisch perspectief gaat er vanuit dat de mens verbonden is 1 Miedema, S (red.) (1997). Pedagogiek in meervoud. Houten & Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. Smeyers, P. & Levering, B. (2005). Grondslagen van de wetenschappelijke pedagogiek. Modern en postmodern. Amsterdam: Boom. Hogeschool Utrecht, juli /73

8 met zijn fysieke, economische, sociale, culturele en historische situatie waardoor een eenduidig mensbeeld niet mogelijk is. De ecologisch pedagoog gaat in deze context op zoek naar meerstemmigheid/meerdere perspectieven, om in verbinding met anderen en met zichzelf te komen. Hij is zich bewust van de zin en betekenis van zijn handelen. De complexe wereld waarin kinderen en jongeren opgroeien, stelt pedagogen voor ingewikkelde uitdagingen. Deze uitdagingen gaan veelal verder dan individuele belangen en behoeften en raken het welzijn van de jongeren en hun omgeving. In de ecologische benadering staat de mens niet los: een ecologisch pedagoog beschouwt de wereld als een netwerk van verschijnselen, die onderling afhankelijk en fundamenteel met elkaar verbonden zijn. Als we bijvoorbeeld praten over kinderen/ jongeren en opvoeders, dan suggereren we dat dat duidelijk af te grenzen groepen zijn, maar kan een kind geen opvoeder zijn en de volwassene beïnvloeden en iets leren? Ook de materiële wereld heeft invloed op kinderen; zo zijn bijvoorbeeld ook de digitale wereld en de woonomgeving als opvoeder te zien. De kracht van pedagogiek vanuit ecologisch perspectief is om het verhaal van kinderen en jongeren, opvoeders en andere betrokkenen te verstaan. Dit is veelal een meerstemmig en meerduidig verhaal, omdat het verhaal van kinderen en jongeren gevoed wordt uit verschillende culturen. Dat betekent onder meer voor de ecologisch pedagoog: niet te snel conclusies trekken of verhalen van kinderen en jongeren vanuit één theorie verklaren in een zoektocht naar een dominante waarheid, maar juist meerdere perspectieven ontdekken. De perspectieven van het kind en de jongere zelf, van zijn vrienden, ouders, grootouders, de jeugdzorg, de school, zijn allemaal van belang. Vanuit het ene perspectief zien wij misschien een probleem. Vanuit andere perspectieven kunnen wij samen met het kind en de jongere, en samen met hun opvoeders, leraren en belangrijke anderen mogelijkheden, kwaliteiten en kansen ontdekken. Accent op maatschappelijk opvoeden De opleiding legt een accent op maatschappelijk opvoeden en richt zich op de vraag hoe kinderen en jongeren in staat gesteld (kunnen) worden om een actieve en verantwoordelijke rol te leren vervullen in de samenleving. Dit vanuit de gedachte dat kinderen en jongeren onlosmakelijk en gelijkwaardig deel uitmaken van de samenleving en de samenleving veel te bieden hebben. In de uitwerking hiervan kan onder meer gedacht worden aan het ontwikkelen van krachtige leeromgevingen in de samenwerking tussen scholen en andere opvoedingsvoorzieningen; aan versterking van de opvoedende waarde van sociale verbanden in de buurt, van vrijetijdsorganisaties en de natuurlijke leefwerelden waarvan kinderen en jongeren deel uit maken. Tegelijk hecht de opleiding aan versterking van de dialoog met en tussen alle direct betrokkenen in de opvoedingscontext; een dialoog over waarden en normen, over beleid en afspraken die kinderen, jongeren en ouders direct betreffen. Er is daarbij specifieke aandacht voor maatschappelijke integratie en participatie van jeugdigen in kwetsbare en kansarme omstandigheden. Een uitgangspunt hierbij is het Verdrag voor de Rechten van het Kind, dat gebaseerd is op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens 2. Een ecologisch pedagoog is geraakt door maatschappelijk onrecht, waarbij kinderen en jongeren niet de kansen krijgen die zij nodig hebben voor hun ontwikkeling en voor de kwaliteit van hun leven, en zet zich hiervoor in. Ecologisch perspectief en Levend Leren De visie op leren van de opleiding is gebaseerd op levend leren 3, waarin de volgende elementen te herkennen zijn: Leren is levend en stelt de vanzelfsprekendheid binnen en van fungerende en dominante opvattingen ter discussie; Leren is onderzoeken en een niet klakkeloos aannemen van grote waarheden ; Leren en leven zijn verenigd. Leren is niet iets dat alleen binnen opleidingen of op scholen plaatsvindt. De visie op leren wordt gevoed vanuit meerdere inspiratiebronnen. Een eerste inspiratiebron ligt in het differentiedenken. Het differentiedenken keert zich af van het denken in eenheid, waarheid en objectiviteit. Het geeft vorm aan het idee dat betekenis en kennis subjectieve, contextgebonden gegevens zijn: er 2 College voor de Rechten van de Mens. (2014). Verdragen en Wetten. Geraadpleegd op 28 april 2015, van 3 Jansen, H. & Linde, R. van der (2010). Het leerlandschap van de ecologische pedagogiek. Amersfoort: Agiel. Hogeschool Utrecht, juli /73

9 bestaan geen grote verhalen, of grote verklarende theorieën. Ons resten hooguit kleine vertellingen waaraan lokale en betekenissen kunnen worden gegeven, vanuit een ecologisch pedagogisch perspectief. Een tweede inspiratiebron is gelegen in maatschappijkritische en sociaal-politieke denktradities. Vanuit de masteropleiding Pedagogiek vanuit ecologisch perspectief kijken wij kritisch naar vanzelfsprekendheden en naar de werking van dominantie in pedagogische theorieën. Vanuit de ecologische benadering die de leefwereld van kinderen, jongeren en volwassenen ziet vanuit verbondenheid en relaties, is er aandacht voor het feit dat in dit systeem machtsverhoudingen aan de orde zijn: de mate waarin betrokkenen een situatie kunnen beïnvloeden loopt uiteen. In elke situatie vraagt de pedagoog zich af wat er zich in de context afspeelt en is hij/zij zich bewust van gezagsverhoudingen en verschillen in invloed. Pedagogiek bevindt zich in een spanningsveld van veranderende omstandigheden waarin zich voortdurend ethische dilemma s voor doen. Dilemma s in een continu veranderende leefwereld waar geen waterdicht stelsel van regels of voorschriften geldt. Een ecologisch perspectief gaat ervan uit dat leren plaats heeft in het dagelijks leven. Een lerende construeert in de opleidingscontext een eigen wereldbeeld, mensbeeld en kindbeeld en ontwikkelt zich in zijn professionele rol als ecologisch pedagoog. Het is daarbij aan de lerende de uitdaging om transparant in dialoog te zijn met zichzelf en anderen. In de masteropleiding Pedagogiek vanuit ecologisch perspectief wordt de student beschouwd als educatieve partner met een eigen leerverantwoordelijkheid. De student maakt vanuit eigen verantwoordelijkheid en -drijfveren keuzes rond onderwerpen die de moeite waard zijn in het licht van zijn leven, leren en beroepsvoorbereiding c.q. beroepsuitoefening. De begeleiding van studenten is mede gebaseerd op een systeem van coaching binnen een leerteam. Het is de taak van de coach/opleider feedback te geven op de studievorderingen, de voortgang van de student te monitoren, te adviseren over studie- en ontwikkelingsmogelijkheden en toetsen te beoordelen. Behalve van de coach/opleider krijgt de student ook ondersteuning van zijn medestudenten en andere coaches. Binnen de opleiding ligt sterk de nadruk op samen leren en de ander ondersteunen bij het leren (in de breedste zin van het woord) Competenties afgestudeerde De student werkt tijdens de opleiding aan competenties. Bij de masteropleiding Pedagogiek worden dit eindkwalificaties genoemd. De ontwikkeling van eindkwalificaties vindt plaats in de context van het leerlandschap van de opleiding. Een leerlandschap is een curriculum dat kaders aangeeft, maar niet tot in detail uitgewerkt: in dialoog met medestudenten, coaches (docenten) en het werkveld, geeft de student een persoonlijke invulling aan de diverse onderdelen van het leerlandschap. Voor de masteropleiding Pedagogiek vanuit ecologisch perspectief gelden de volgende eindkwalificaties. Eindkwalificatie 1: besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid De student: kan kritisch reflecteren op en in de praktijk bewust en zorgvuldig omgaan met ethische en normatieve vraagstukken en maatschappelijke verantwoordelijkheden met betrekking tot de ontwikkeling, verbreiding en toepassing van kennis op pedagogisch terrein; is zich bewust van de taken en verantwoordelijkheden van de pedagoog op het gebeid van maatschappelijk opvoeden en handelt hiernaar; is zich bewust van de gemeenschappelijke verantwoordelijkheden van factoren binnen de diverse opvoedingsmilieus voor de opvoeding van jeugd en jongeren en is in staat om een stimulerend opvoedingsklimaat en stimulerende leef- en leeromgevingen te scheppen, verbindingen tot stand te brengen tussen mensen en sociale netwerken te benutten en te ontwikkelen; is zich bewust van zijn (mede-)verantwoordelijkheid als pedagoog voor de totstandbrenging en optimale benutting van de mogelijkheden tot preventie van opvoedingsproblemen en handelt hiernaar; kan een juiste inschatting doen van de betekenis van sociale en culturele diversiteit bij opvoedingsvragen binnen een multiculturele samenleving en hiermee bij pedagogische begeleiding of bij de vormgeving aan pedagogisch beleid rekening houden. Eindkwalificatie 2: onafhankelijke oordeelvorming met betrekking tot gewenste ontwikkeling, gebaseerd op kennis van hoog niveau De student: Hogeschool Utrecht, juli /73

10 heeft een constructief kritische instelling ten aanzien van theorievorming, gebruikte oplossingsmethoden en geboekte resultaten op pedagogisch terrein; kan algemeen pedagogische, ecologisch pedagogische, urbaan pedagogische, sociaalpedagogische, onderwijspedagogische en orthopedagogische kennis en kennis vanuit relevante nevendisciplines integreren en problemen, rekening houdend met de diverse invalshoeken, integraal en ecologisch benaderen; is bereid en in staat zijn pedagogisch handelen te verantwoorden aan de hand van theoretische en normatieve kaders; is in staat tot kritische zelfreflectie met betrekking tot eigen sterke en zwakke kanten bij de beroepsuitoefening, staat open voor de kritiek van andere factoren binnen het pedagogisch domein en beschikt over lerend vermogen, tot uitdrukking komend in het nemen van de verantwoordelijkheid voor de eigen professionele- en loopbaanontwikkeling; heeft interesse in en is bereid tot structurele en frequente uitwisseling van ervaringen met betrekking tot opvoedingsvraagstukken en wil en kan met anderen samenwerken bij het zoeken naar oorzaken van problemen en naar mogelijke oplossingen. Eindkwalificatie 3: effectief functioneren in en vanuit een arbeidsomgeving De student: is in staat vanuit een arbeidsomgeving een agogische en pedagogische relatie aan te gaan, te onderhouden en te beëindigen met een individu, groep en/of groter sociaal verband en op basis daarvan de kerntaken uit te voeren, die behoren tot het beroep van de pedagoog; is in staat om bij zijn activiteiten als pedagoog rekening te houden met de aanwezige motivatie, mogelijkheden, activiteiten en zich ontwikkelende inzichten bij cliënten/leerlingen en/of factoren binnen de pedagogische sector waarmee hij samenwerkt; is in staat vanuit een arbeidsomgeving te functioneren in diverse rollen als collega, lid van een multidisciplinair team, werkbegeleider, coördinator en leidinggevende, als projectleider, als voorlichter, als leraar, als netwerker en als vertegenwoordiger van de organisatie in externe samenwerkingsverbanden; is in staat om in en vanuit een arbeidsomgeving en op basis van gericht onderzoek en systematische evaluatie bij te dragen aan de vormgeving van beleid, de verbetering van de hulp- en dienstverlening en de ontwikkeling van nieuwe producten; weet van toepassing zijnde financiële, beheersmatige, organisatorische, wettelijke en beleidsmatige kaders bij de uitvoering van zijn werk effectief te hanteren. Eindkwalificatie 4: uitvoering van op toepassing van kennis gericht onderzoek, waarin complexe (ecologisch, urbane, sociaal- en ortho-)pedagogische problemen worden geanalyseerd, mede met behulp van kennis voortkomend uit praktijkgericht onderzoek De student: is in staat tot het zelfstandig en in teamverband verrichten van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek vanuit multidisciplinair perspectief, ook juist waar dit gericht is op opvoedingsproblemen, die zich in alle drie de opvoedingsmilieus voordoen; is bij het verrichten van praktijk gericht onderzoek gespitst op het leveren van een bijdrage aan de preventie of oplossing van actuele opvoedingsproblemen of vernieuwing/verbetering van de pedagogische dienstverlening/infrastructuur. Tegelijkertijd is hij in staat en bereid tot open discussie en kritische evaluatie met betrekking tot de (mogelijke) effecten van zijn onderzoek in de praktijk; is in staat om bij praktijkgericht onderzoek vraag- en klantgericht te werken, is zich bij de aanvaarding en uitvoering van een onderzoeksopdracht bewust van de grenzen van zijn eigen leef- en werkkwaliteiten en schakelt zo nodig expertise van derden in; is in staat om bij het verrichten van praktijkgericht onderzoek rekening te houden met gangbare kentheoretische en methodologische inzichten en gebruik te maken van relevante resultaten van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek op pedagogisch, ecologisch pedagogisch, urbaan pedagogisch, sociaalpedagogisch, orthopedagogisch, onderwijskundig en sociaalwetenschappelijk terrein; is in staat om bij pedagogisch en sociaalwetenschappelijk (veld)onderzoek gangbare methoden en technieken op een verantwoorde wijze toe te passen en houdt bij het trekken van conclusies rekening met conflicterende informatie/uitkomsten van eerder onderzoek; Hogeschool Utrecht, juli /73

11 is in staat de uitkomsten van zijn onderzoek gemeenschappelijk te verantwoorden en zowel mondeling als schriftelijk duidelijk en systematisch te presenteren aan vakgenoten. Eindkwalificatie 5: zelfstandig kennis verwerven op het pedagogisch terrein, daarover kunnen communiceren met anderen en kennis kunnen delen met en overdragen op het begripsniveau van de diverse factoren binnen de pedagogische sector De student: is op de hoogte van, en in staat tot het zelfstandig kritisch volgen van de nieuwste (ook internationale) ontwikkelingen binnen het vakgebied, het beroepenveld en de onderliggende disciplines en bereid en in staat zijn handelen op basis hiervan bij te stellen; is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten en niet-specialisten; kan in woord en geschrift actief deelnemen aan de (internationale) maatschappelijke discussie over opvoedkundige vraagstukken en de maatschappelijke functie, identiteit en legitimiteit van de beroepsuitoefening van pedagogen; kan professioneel functioneren in multiculturele en internationale werksituaties; is in staat om pedagogische, agogische en onderwijskundige kennis toe te passen in begeleiding vanuit het onderwijs, welzijn en jeugdzorg, en is in staat om op basis van pedagogische en didactische kennis educatieve programma s en hulpverleningsplannen vanuit en in verbinding met de dagelijkse praktijk te ontwerpen en uit te voeren dan wel de uitvoering daarvan door anderen te coördineren. Eindkwalificatie 6: methodische verantwoording en gedisciplineerd werken De student: is zelfstandig en functionerend binnen een samenwerkingsverband in staat tot plan- en procesmatig werken: (1) grondige inventarisatie van het probleem/de uitgangssituatie, (2) opstellen van een realistisch plan, (3) methodische uitvoering van het plan, (4) geregelde kritische reflectie/evaluatie en (5) bijstelling; is in staat om gebruik te maken van theoretische noties en theorievorming op het vakgebied en kan de relevantie daarvan beoordelen bij het uitvoeren van werkzaamheden en het initiëren van praktijkgericht onderzoek; is in staat om pedagogische problemen te bezien vanuit een holistisch perspectief en integraal aan te pakken vanuit een interdisciplinaire benadering. Eindkwalificatie 7: leiding geven aan projecten waarin complexe problemen worden opgelost, of innovaties woorden voorbereid of worden geïmplementeerd De student: staat open voor nieuwe invalshoeken, speelt een stimulerende rol bij het genereren van nieuwe inzichten en de ontwikkeling van innovatieve plannen en weet daarbij kennis en capaciteiten van anderen aan te spreken en hen uit te dagen daaraan bijdragen te leveren; is in staat tot het integreren van multidisciplinaire kennis en visies van verschillende experts rond een praktijkprobleem; is in staat om een leidende of coördinerende rol te spelen bij projectmatig onderzoek op pedagogische probleemgebieden, bij de totstandkoming en uitvoering van pedagogisch beleid op micro-, meso-, en macroniveau en bij het op elkaar afstemmen van pedagogische aanpakken; kan op de uitvoering van pedagogisch beleid reflecteren, daarbij waaromvragen stellen en van het concrete niveau abstraheren om nadere beleidsconclusies en meer algemene lessen te trekken. Hogeschool Utrecht, juli /73

12 De eindkwalificaties (EK s) zijn als volgt over de verschillende onderdelen van het leerlandschap verdeeld: EK s Leerdomein 1: de pedagoog als persoon en als professional Leerdomein 2: de reflecterende pedagoog Leerlandschap Leerdomein Specialisatie 3: de onderzoekende pedagoog Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek Eindportfolio Vaardigheden afgestudeerde Wat mag het werkveld verwachten van een pas afgestuurde HBO-master Pedagogiek vanuit ecologisch perspectief? iemand die zich, in samenhang met zijn praktische pedagogische werkervaring, op HBO-master niveau heeft verdiept in verschillende pedagogische thema s en deze vanuit een onderzoekende houding heeft onderzocht en uitgewerkt op een wijze die direct relevant is voor de eigen/een andere/mogelijk toekomstige pedagogische werkcontext; een professional die bekend is met de state of the art, beschikkend over in context toegepaste kennis; een volwassen professional met gedegen vaardigheden op het gebied van reflectie, zelfsturing, teamvaardigheden en praktijkgestuurd onderzoek waarmee persoonlijke, professionele en wetenschappelijk ontwikkeling met elkaar worden verbonden; iemand die in staat is om deze toegepaste kennis en vaardigheden te integreren en zo tot adviezen en interventies te komen; iemand die zich richt op een (kritisch-) maatschappelijke bijdrage, en van daaruit een adviserende en/of (mede) beslissende rol op zich neemt; een pedagogisch professional die de taal, behoeften en belevingswereld van relevante doelgroepen kent; kortom, een change agent die in staat is om sturing te geven aan praktijkrelevante verandertrajecten in een pedagogische setting. De cursusbeschrijvingen bieden een student de mogelijkheid om het leertraject in twee jaar te doorlopen en af te ronden. In het eerste studiejaar wordt in drie leerdomeinen de basis gelegd voor het ontwikkelen van eindkwalificaties die horen bij het beroepsprofiel en de functie van hbo-pedagoog met een ecologisch perspectief op masterniveau. Het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden is belangrijk en komt het meest tot uiting in het Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek (PWO) dat een student in het 2e jaar van de opleiding uitvoert. Daarnaast is er aandacht voor professionele rolneming bij het begeleiden van veranderingsprocessen in een complexe werkcontext. Dit krijgt in het 2e jaar vorm in de Specialisatie. Het leerlandschap van de opleiding omvat de volgende specialisaties, die studenten mogelijkheden bieden om zich te profileren: Advies en Begeleiding Zorg en Begeleiding Management en Beleid Opleiden en Begeleiden Algemene Variant Zie voor meer informatie hoofdstuk 10 van deze studiegids (bijlage cursusbeschrijvingen). Hogeschool Utrecht, juli /73

13 2.1.5 Werkveld en functies Binnen de hbo-masteropleiding Pedagogiek vanuit ecologisch perspectief wordt via differentiatiemogelijkheden opgeleid voor een breed spectrum van functies. De master pedagoog werkt in een functie op coördinerend, leidinggevend en/of stafniveau en heeft als professional te maken met complexe en onvoorspelbare situaties. Als concrete functies kunnen worden genoemd: zorgcoördinator, teamleider, schooldirecteur, coach/supervisor, beleidsmedewerker of pedagoog in een jeugdzorginstelling of een instelling voor de gehandicaptenzorg, coördinator samenwerkingsverband, instroomfunctionaris zorginstelling, bouwcoördinator basisonderwijs, intern begeleider, ambulant begeleider, pedagoog binnen samenwerkingsverbanden primair- en voortgezet onderwijs, pedagoog in regionale verwijzingscommissies (RVC) voortgezet onderwijs, zzp-er, hbo-docent, projectleider, e.a. 2.2 Opleidingsprofiel Algemeen De opleiding wil studenten doelgericht en vrij van autoriteitsdenken, voorbereiden op het vak van ecologisch pedagoog dat velen vanuit een passie hebben gekozen. Het doel is om het samen met de ander steeds opnieuw betekenis te geven in de context van een complexe en voortdurend veranderende samenleving Doelstelling opleiding Door bij te dragen aan de ontwikkeling van een meer integrale en ecologisch pedagogische aanpak, wil de opleiding de maatschappelijke integratie en participatie van kinderen en jongeren bevorderen. De opleiding richt zich daarbij op persoonlijkheidsvorming en sociale- en culturele ontwikkeling in het algemeen, en op de ontwikkeling van normbesef en sociaal gedrag in het bijzonder. De opleiding wil in het bijzonder de maatschappelijke participatie en integratie bevorderen van kinderen en jongeren in risicovolle omstandigheden. De masteropleiding Pedagogiek vanuit ecologisch perspectief geeft vanuit deze basis een duidelijk eigen accent aan de kwalificaties van de hbo-masterpedagoog. De masteropleiding Pedagogiek vanuit ecologisch perspectief beoogt aan te sluiten bij de huidige en/of toekomstige pedagogische beroepspraktijk van de student en hieraan verbreding en verdieping te geven. De opleiding hecht aan een permanente pendel tussen theorie en beroepspraktijk en wil studenten stimuleren om aangrenzende sectoren in het pedagogisch werkveld te exploreren om zo te leren werken vanuit een integrale ecologische benadering. De master-pedagoog heeft theoretisch (multidisciplinair) gefundeerde en in de praktijk onderbouwde kennis met betrekking tot ecologische pedagogiek. Hij onderscheidt zich van andere functionarissen in onderwijs, welzijn en jeugdzorg doordat hij werkt vanuit een integrale en ecologische visie op opvoedingsondersteuning en -begeleiding. Hij is een expert op sociaal pedagogisch terrein of op pedagogisch educatief terrein. Hij is in staat om pedagogische kwesties wetenschappelijk, integraal en creatief /innovatief aan te pakken door het inzetten van relevante methoden en inzichten die gestoeld zijn op de pedagogische- en sociale wetenschappen. In alle gevallen functioneert hij als verbindingspersoon tussen wetenschap en praktijk bij opvoedingsvraagstukken. Deze rol kan hij vervullen vanuit diverse functies in het pedagogisch werkveld of in aanverwante sectoren Het hbo-masterniveau van de opleiding De Hogeschool Utrecht leidt haar studenten in masteropleidingen op voor een functie op hbomasterniveau. Elke afgestudeerde student dient aan eindkwalificaties te voldoen die zijn afgeleid van het beroepsprofiel en de zogenaamde Dublin Descriptoren, eindtermen die op Europees niveau zijn vastgesteld voor het hoger onderwijs. Onderstaand overzicht brengt de criteria met elkaar in verband. Hogeschool Utrecht, juli /73

14 Dublin Descriptoren Kennis en inzicht Toepassen kennis en inzicht Oordeelsvorming Communicatie Leervaardigheden Kwalificaties Master Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in onderzoeksverband. Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan. Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen. Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of nietspecialisten. Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. Eindkwalificaties van de opleiding Eindkwalificatie 1 t/m 7 Eindkwalificatie 1 en 3 Eindkwalificatie 2 en 6 Eindkwalificatie 3, 4 en 7 Eindkwalificatie 5 De masteropleiding Pedagogiek vanuit ecologisch perspectief werkt samen met andere Nederlandse hbomasteropleidingen pedagogiek in het landelijk overleg masteropleidingen pedagogiek (LOMP). Om een goede aansluiting bij de maatschappelijke vraag naar hoog gekwalificeerde medewerkers binnen het pedagogisch domein te waarborgen, is samenspraak tussen opleidingen en werkveld van belang. Het LOMP streeft ernaar te komen tot een gevalideerd landelijk beroeps- en competentieprofiel voor master pedagogen, op basis waarvan de afzonderlijke opleidingen kleur kunnen geven aan hun eigen opleiding, aan hun eigen specifieke profiel. Bij het verschijnen van deze Studiegids is dit profiel, hoewel gevorderd, nog niet in definitieve vorm beschikbaar Didactische uitgangspunten In paragraaf is uiteengezet dat de visie van de opleiding ook een specifieke visie op leren omvat. Hierin komt naar voren dat leren onderzoeken is en niet op zichzelf staat, maar het hele leven omvat (opleiding, werk, privé). Bij het onderzoekend leren gaat het meer in het bijzonder om het leren doorzien en doorbreken van common sense, dat wat vanzelfsprekend lijkt. Vanuit die basis werkt een ecologisch pedagoog, samen met kinderen en jongeren en voor hen belangrijke volwassenen, aan vragen die bijdragen aan het vergroten van hun toekomstkansen en welbevinden. Luisteren naar elkaar is van belang binnen onderzoekend leren, want dialogen verhelderen mentale modellen en dragen bij aan het opbouwen van een cultuur van samenwerking en educatief partnerschap. Onderzoekend leren leidt tot permanent leren. Dit gaat niet alleen over het verwerven van kennis en vaardigheden, maar vooral over een aan te leren houding. Zelfsturend leren en samenwerkend leren, zoals in een leerteam, zijn leervormen die aansluiten bij het ontwikkelen en ondersteunen van een houding, die permanent leren mogelijk maakt. Dat betekent dat studenten keuzes leren maken die bij hen passen als persoon en als professional. Zelfsturend en samenwerkend leren van studenten vraagt om eenzelfde leerhouding van coaches en opleiders. Coaches/opleiders en studenten creëren met elkaar leersituaties waarin het mogelijk is om de kwaliteiten te ontwikkelen die passen bij een ecologisch pedagoog. Hogeschool Utrecht, juli /73

15 Voor het onderwijs betekent dit het volgende: Het leren wordt opgevat als een doelgerichte onderzoekende activiteit van de student; het onderwijs bevordert actief, zelfstandig en samenwerkend leren, waarbij de student wordt beschouwd als verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces Leren wordt opgevat als een dialogisch proces, studenten leren en werken samen: met elkaar, met de coach/opleider en met professionals uit de praktijk De coach/opleider ondersteunt en begeleidt het leerproces van individuele studenten en leerteams, en is inhoudelijk expert binnen één of meer pedagogische leef- en werkdomeinen Het leren is gebaseerd op het concurrency-principe, waarbij leermomenten op de opleiding, in de beroepspraktijk en daarbuiten, met elkaar in verband worden gebracht en in samenhang met elkaar worden bekeken De leeromgeving en het leren zijn betekenisvol: het sluit aan bij belangstelling en kennis van studenten en biedt ruimte voor subjectieve en persoonlijke ervaringen De leeromgeving maakt de samenhang tussen de verschillende onderdelen van het leerlandschap en pedagogische beroepspraktijken duidelijk Het onderwijs is gericht op het in samenhang verwerven van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarmee beroepstaken kunnen worden uitgevoerd en waarmee de student zich ontwikkelt binnen de eindkwalificaties. Demonstraties van leren zijn bedoeld om vast te stellen welk niveau binnen de eindkwalificaties is bereikt en de student inzicht te geven in de vorderingen van het eigen leerproces. Waar wenselijk en mogelijk wordt gebruik gemaakt van moderne media. Aan bovenstaande wordt vormgegeven binnen de volgende onderwijs- en begeleidingsvormen: werkplaatsdagen leerteambijeenkomsten, begeleid en onbelegeid portfoliogesprek(ken) met coach projectweken diverse (communicatieve) werkvormen, zoals socratisch gesprek en academisch debat presentaties skype spreekuur zelfstudie Zie voor meer informatie hoofdstuk 10 van deze studiegids (bijlage cursusbeschrijvingen). 2.3 Inrichting opleiding Opleidingsvarianten Deeltijdopleiding De masteropleiding Pedagogiek wordt op Hogeschool Utrecht alleen in de deeltijdvariant aangeboden. Deeltijd wil zeggen dat u een beperkt aantal dagen per week en/of in de avonduren de opleiding volgt. In een deeltijdopleiding is veel aandacht voor wat u parallel aan uw studie in de beroepspraktijk leert. Kenmerkend is dan ook dat het werk aansluit bij het onderwijs dat u volgt en dat het leerlandschap en het rooster daarop zijn aangepast. Om toegelaten te worden tot de masteropleiding Pedagogiek dient u in het bezit te zijn van een HBObachelor diploma op een verwant terrein, zoals pedagogiek, sociale agogiek of educatie. De opleiding stelt geen eisen aan de werkkring; wel wordt het advies gegeven om minimaal twee jaar relevante werkervaring te hebben in een pedagogische of daaraan verwante sector Verkorte en versnelde opleidingsroutes Een verkorte route is mogelijk doordat u, nadat u bent ingeschreven voor de opleiding, vrijstellingen voor delen van het curriculum kunt krijgen. Deze vrijstellingen moet u nog wel aanvragen bij de examencommissie, die ze moet goedkeuren. Voor meer informatie over vrijstellingen: zie 4.2. Een versnelde route wil zeggen dat u in een aangepast hoger tempo het onderwijs volgt. Hogeschool Utrecht, juli /73

16 Daar waar in deze gids curriculum staat kan voor de masteropleiding Pedagogiek leerlandschap gelezen worden Getuigschriften Als bewijs dat u de masteropleiding heeft afgerond, wordt door de examencommissie een diploma uitgereikt. De wettelijke term hiervoor is getuigschrift, maar omdat wij in het gangbare taalgebruik binnen de HU over diploma s spreken, zullen we in deze studiegids de term diploma gebruiken. Uw diplomadatum is gelijk aan de datum waarop u uw laatste tentamen van uw examenprogramma heeft afgerond. De voorzitter en een lid van uw examencommissie ondertekenen het diploma. Aan het masterdiploma wordt een Internationaal Diploma Supplement (IDS) volgens het Europese model toegevoegd. Hier zijn geen kosten aan verbonden. Het IDS geeft inzicht in de aard en de inhoud van de opleiding en de behaalde studieresultaten. Dit bevordert de internationale herkenbaarheid van de opleiding en het diploma. U ontvangt per opleiding slechts één diploma. Zie ook Procedure afgifte diploma. Het diploma wordt in beginsel in het Nederlands opgesteld. Op uw verzoek kan er, in plaats van het Nederlandstalig diploma, een Engelstalig diploma worden verstrekt. Het Internationaal Diploma Supplement wordt altijd in het Engels opgesteld. Heeft u meer dan een tentamen met goed gevolg afgelegd, maar krijgt u geen diploma omdat u niet het hele examenprogramma heeft afgelegd, dan kunt u de examencommissie vragen een verklaring af te geven. Daarop worden de door u behaalde tentamens vermeld. De verklaring wordt net als het diploma ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie Graden en titulatuur Als u een masteropleiding bij de HU afrondt, krijgt u een graad. De graad wordt namens het College van Bestuur verleend door de examencommissie. Bij een masteropleiding wordt de graad master verleend als u met goed gevolg het afsluitend examen heeft afgelegd. Aan de graad wordt een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft toegevoegd. Het verlenen van de graad master geeft het recht om deze, afgekort tot M (met toevoeging) achter uw eigen naam te vermelden. De masteropleiding Pedagogiek geeft recht op de titel Master of Education, afgekort als MEd. Om de internationale herkenbaarheid van de titulatuur in het hoger beroepsonderwijs te bevorderen, mag een opleiding, wanneer dit door de minister akkoord wordt bevonden, een specifieke toevoeging aan de titulatuur hanteren. Hiervan is sprake als de opleiding door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) op haar website als zodanig daartoe wordt aangewezen. Na aanwijzing door de NVAO treedt de aanpassing van de titulatuur per eerste van de daaropvolgende maand in werking. Bijvoorbeeld: Als de NVAO in februari aangeeft dat de nieuwe titulatuurtoevoeging voor uw opleiding mag worden gehanteerd, dan is dit van toepassing op studenten waarvan de diplomadatum na 1 maart ligt. Let wel: Uw diplomadatum is gelijk aan de datum waarop u uw laatste tentamen van uw examenprogramma heeft afgerond Opleidingsstructuur Wettelijke studieduur, studielast en studiepunten De studielast van de opleiding en de bijhorende cursussen wordt uitgedrukt in hele studiepunten (EC) volgens het European Credit Transfer System (ECTS). Dit is een studiepuntensysteem om opleidingen Hogeschool Utrecht, juli /73

17 internationaal vergelijkbaar te maken. De studielast van 1 EC komt overeen met 28 studie(klok)uren (inclusief contacttijd). De masteropleiding Pedagogiek bestaat uit 90 studiepunten: 45 EC in het 1 e jaar en 45 EC in het 2 e jaar. Vertaald in studiebelastingsuren en rekening houdend met vakantieperioden, betekent dit dat de student gemiddeld 28 uur per week nodig heeft voor de studie. De 90 studiepunten van de masteropleiding Pedagogiek zijn verdeeld over: Drie leerdomeinen (15 EC per leerdomein) in het eerste jaar Specialisatie (20 EC) in het tweede jaar Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek (20 EC) in het tweede jaar Eindportfolio (5 EC) in het tweede jaar De studielast is onderverdeeld in: Bijwonen van bijeenkomsten, waaronder werkplaatsdagen en leerteambijeenkomsten Spreekuren en voortgangsgesprekken met coaches Uitvoeren van activiteiten in de beroepspraktijk Zelfstudie en schrijven van verslagen. Uitgangspunt voor bestuderen van literatuur: 6 pagina s per uur. Uitgangspunt voor het schrijven van verslagen: 1 pagina per 2 uur Werkplaatsdagen vinden plaats op woensdagmiddag en -avond, en een enkele keer op de zaterdag. Tijd, dag en plaats van leerteambijeenkomsten worden in onderling overleg afgesproken. Het eerste jaar bestaat uit drie periodes, waarin per periode een leerdomein centraal staat. In het tweede jaar lopen de studieonderdelen als een lint door het hele jaar heen. In de bijlage Cursusbeschrijvingen is per cursus de studielast opgenomen, uitgedrukt in hele EC. EC worden pas toegekend nadat de desbetreffende cursus is afgerond met het bijbehorende tentamen. Als er deeltentamens worden afgenomen, krijgt u pas EC als alle deeltentamens van een cursus zijn afgelegd en gezamenlijk tot een voldoende resultaat hebben geleid. Het kan zo zijn dat er ook eisen zijn gesteld aan de hoogte van het cijfer van het deeltentamen. Deze eisen zijn ook opgenomen in de cursusbeschrijving. Samenvattend De masteropleiding Pedagogiek vanuit ecologisch perspectief bestaat uit twee studiejaren en omvat 90 EC. De totale studielast bedraagt daarmee 2520 studiebelastingsuren. De gemiddelde studiebelasting per week komt uit op 28 uur. Contacttijd op de opleiding is op woensdag en soms op zaterdag; leerteams komen in overleg bij elkaar. Studieonderdelen uit het eerste jaar vinden plaats in een specifieke periode (een trimester); studieonderdelen van het tweede jaar lopen door het hele jaar heen. Tabel opleidingsstructuur Jaar 1 Jaar 2 Periode 1 Periode 2 Periode 3 Praktijkgericht Wetenschappelijk Leerdomein 1: de pedagoog als persoon en professional Leerdomein 2: de pedagoog als reflecterend professional Leerdomein 3: de pedagoog als onderzoekend professional Onderzoek Specialisatie Eindportfolio Het Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek met een omvang van 20EC in het tweede jaar vormt de afstudeereenheid. Daarnaast wordt in het tweede jaar aan een specialisatie gewerkt. De specialisatieprofielen van de masteropleiding Pedagogiek zijn: Advies en Begeleiding, Zorg en Begeleiding, Management en Beleid, Opleiden en Begeleiden, Algemene Variant. Voor meer informatie zie en de bijlage met de Cursusbeschrijvingen Programma s Per studiejaar stelt de opleiding het onderwijsprogramma (curriculum) van zowel de gehele studie als van de onderdelen vast. Dit studieprogramma geldt uitsluitend voor het studiejaar waarvoor het is vastgesteld. Hogeschool Utrecht, juli /73