NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT

Transcriptie

1 NOTULEN VERGADERING GEMEENTERAAD UTRECHT 22e vergadering 29 november 2007, middag Openbare vergadering van de Gemeenteraad, gehouden op donderdag 29 november 2007 te uur. Voorzitter: de heer G.P. Isabella, plaatsvervangend voorzitter. Tegenwoordig zijn de leden: Aydemir, Beerlage, mevr. Bikker, mevr. De Bondt, mevr. Bottse, mevr. Bouazani, mevr. Boudewijns, Buunk, Çavuşoğlu, Van Corler, mevr. Dibi, Van Ditmarsch, Engbers, Eggermont, Essousi, Geldof, Gravesteijn, mevr. Van Iperen, Jansen op de Haar, Kleuver, mevr. Kroes, Van der Marel, mevr. Mos, mevr. Mossel, Oldenborg, mevr. Oskam, mevr. Peetoom, Ravesteijn, Rietkerk, Van der Roest, mevr. Van Rooij, mevr. Sarolea, mevr. Schell, mevr. Schipper, Schipper, mevr. Schuring, Smid, Taskan, Van den Tooren, Verhoef, Verkaik, mevr. Wigny, mevr. Willemsen en Zwanenberg. Tevens zijn de wethouders Bosch, Van Eijk, Giesberts, Janssen, mevr. Spit en De Weger. Griffier: drs. A.A.H. Smits, griffier. Opening der vergadering. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt als volgt: Dames en heren! Afwezig met kennisgeving zijn de heer Van der Tooren, mevrouw Peetoom en mevrouw Willemsen. Wethouder Den Besten is nog steeds afwezig, maar zij zal de volgende week terugkomen. Wethouder Janssen is ook verhinderd, want hij is met een delegatie op reis naar India. De heer Smid zal later ter vergadering komen. Er ligt een verrassing op onze tafel. Het is een presentje voor onder de kerstboom van de griffie. Wij zullen het lezen. De VOORZITTER benoemt tot leden van het stembureau mevrouw Bouazani, de heer Buunk en mevrouw Mossel. De VOORZITTER: Dames en heren! Voor het eerst wordt gebruik gemaakt van een nieuwe regeling die de wet toestaat, namelijk dat wanneer een raadslid met zwangerschapsverlof gaat, er een tijdelijke vervanging mogelijk is. Proces verbaal van de zitting van de commissie tot het onderzoek van de geloofsbrieven van nieuw benoemde leden van de raad van de gemeente Utrecht. De commissie van onderzoek van de geloofsbrieven, bestaande uit de leden mevrouw M.M.L.H. Mossel, mevrouw N.A.M.E. Wigny en T.W. Schipper, heeft op 29 november 2007 de geloofsbrieven onderzocht van het op 13 november 2007 benoemd verklaarde lid van de gemeenteraad mevrouw S.L. Kroes-van Sauers te Utrecht. Door geen van de leden werden bezwaren ingebracht, zodat de commissie heeft besloten de raad te adviseren mevrouw Kroes-van Sauers te Utrecht toe te laten als lid van de raad der gemeente Utrecht. Z.h.o. wordt besloten overeenkomstig het advies van de commissie tot het onderzoek van de geloofsbrieven.

2 Middagvergadering van 29 november De voorzitter dankt de leden van de commissie tot het onderzoek van de geloofsbrieven voor de verrichte werkzaamheden en ontbindt haar. Beëdiging van het nieuwbenoemde raadslid mevrouw S.L. Kroes-van Sauers. Mevrouw Kroes-van Sauers legt in handen van de voorzitter de in de Gemeentewet voorgeschreven belofte af. De VOORZITTER: Mevrouw Kroes! Hiermee bent u officieel beëdigd. Ik feliciteer u daarmee van harte. Ik hoop dat u de komende maanden het ambt van raadslid kunt vervullen. De voorzitter schorst daarop de vergadering, ten einde de aanwezigen in de gelegenheid te stellen mevrouw Kroes te feliciteren. Na heropening van de vergadering stelt de voorzitter aan de orde: Agenda vaststellen en inventarisatie. De VOORZITTER: Dames en heren! Er is door mevrouw Wigny een actuele motie over een niet-geagendeerd onderwerp ingediend. Deze motie heeft nummer 130 en heet: "Inspraak bijsluiter bij de stadsplannen". De motie zal aan het slot van de vergadering in stemming worden gebracht. Lijst van mededelingen (Jaargang 2007, nr. 246). Wordt z.h.o. ongewijzigd vastgesteld. Notulen van de openbare vergaderingen van 6, 13 en 27 september, 4 en 11 oktober Deze notulen worden z.h.o. ongewijzigd vastgesteld. Bekrachtiging geheimhouding besluiten en bijlagen: De VOORZITTER: Dames en heren! Hierbij verzoek ik u op grond van artikel 25, derde lid van de Gemeentewet, de geheimhouding te bekrachtigen van de geheime bijlagen behorende bij de voorstellen Jaargang 2007, nrs. 255, 256, 257 en 258. Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. Ingekomen stukken: 1. Een de 24 e oktober 2007 ingekomen brief van de Inspectie Werk en Inkomen te Den Haag, waarbij worden aangeboden de rapportages Resultaten Monitoring Beleid en Doeltreffendheid WWB vier grote gemeenten (G4) 2005 en Resultaten Monitoring Beleid en Doeltreffendheid WWB gemeente Utrecht Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wetouders ter afdoening. 2. Twee de 24 e oktober 2007 ingekomen gelijkluidende zienswijzen van H.L. van der Vegt en M. Verburgh, alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan Cereolterrein e.o. Besloten wordt deze zienswijzen te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel.

3 Middagvergadering van 29 november Een de 25 e oktober 2007 ingekomen brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te Den Haag, waarbij wordt aangeboden de Handreiking benoemingsproces burgemeester. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wetouders ter afdoening. 4. Een de 17 e oktober 2007 ingekomen zienswijze van C.A. Palu, alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan Cereolterrein e.o. Besloten wordt deze zienswijze te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel. 5. Een de 29 e oktober 2007 ingekomen zienswijze van L.R. Wentholt, alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan Cereolterrein e.o. Besloten wordt deze zienswijze te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel. 6. Een de 29 e oktober 2007 ingekomen afschrift van een door de heer P. Boer te De Bilt aan de directie van het Muziekcentrum Vredenburg gerichte brief, inzake de kwaliteit van de komende kamermuziekconcerten. Besloten wordt dit afschrift voor kennisgeving aan te nemen. 7. Een de 29 e oktober 2007 ingekomen brief van mevrouw J. Vlastuin, alhier, inzake subsidie voor een theater in Vleuterweide. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening met informatie aan de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling. 8. Een de 30 e oktober 2007 ingekomen afschrift van een door de wijkraad Oost, alhier, aan het college van burgemeester en wethouders gerichte brief inzake parkeergarage Delaterrein. Besloten wordt dit afschrift voor kennisgeving aan te nemen. 9. Een de 31 e oktober 2007 ingekomen afschrift van een door bewonerscomité Staatsliedenbuurt, alhier, aan het college van burgemeester en wethouders gerichte brief aan het college van burgemeester en wethouders inzake het slopen van de woningen in de Staatsliedenbuurt. Besloten wordt dit afschrift voor kennisgeving aan te nemen. 10. Een de 30 e oktober 2007 ingekomen brief van de heer E. Lempsink, alhier, inzake de evaluatie van het burgemeestersreferendum. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 11. Een de 31 e oktober 2007 ingekomen brief van mevrouw G. Vogelzang, alhier, inzake het ontwerp bestemmingsplan Fort aan de Klop. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 12. Een de 1 e november 2007 ingekomen zienswijze van mevrouw A. Vermeire, alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan Cereolterrein e.o. Besloten wordt deze zienswijze te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel.

4 Middagvergadering van 29 november Een de 1 e november 2007 ingekomen afschrift van een door verontrustende bewoners in Oog in Al, alhier, aan burgemeester en wethouders gerichte brief inzake het kappen van 33 bomen aan de Lessinglaan. Besloten wordt dit afschrift voor kennisgeving aan te nemen. 14. Een de 5 e november 2007 ingekomen zienswijze van Y. van Derlyn-Romijn, alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan Cereolterrein e.o. Besloten wordt deze zienswijze te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel. 15. Een de 5 e november 2007 ingekomen zienswijze van M.M.D. Verhaar, alhier, inzake het ontwerpbestemmingsplan Cereolterrein e.o. Besloten wordt deze zienswijze te behandelen bij het te zijner tijd uit te brengen voorstel. 16. Een de 6 e november 2007 ingekomen brief van de heer mr. P.J. Schipperus, alhier, inzake het omzagen van een grote coniferenboom in zijn tuin door de brandweer. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 17. Een de 8 e november 2007 ingekomen mail van mevrouw drs. H. Wientjes, alhier, inzake de uitvoering van het milieubeleid van de gemeente, gescheiden inzameling van afval. Besloten wordt deze brief te stellen in handen van burgemeester en wethouders, ter afdoening. 18. Een de 14 e november 2007 ingekomen afschrift van een door de bewonerscommissie i.o. Noordelijk Gagelgroen, alhier, aan de wethouders Bosch en mevrouw Den Besten gericht reactie op de notitie Overvecht de Gagel vernieuwt. Besloten wordt dit afschrift voor kennisgeving aan te nemen.

5 Middagvergadering van 29 november Vervolgens stelt de VOORZITTER aan de orde: 1. Voorstel tot vaststelling van de conclusies en aanbevelingen van de Rekenkamer naar aanleiding van haar onderzoek "Gericht en geregeld. Een onderzoek naar handhaving van regels door de gemeente Utrecht" (jaargang 2007, nr. 247). De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! De Leefbaar Utrecht-fractie vond het onderhavige rapport heel goed. Ze vond de discussie in de commissievergadering ook heel goed. Na de eerste, wat afwijzende reactie van het college hebben wij toch een heel goed gesprek gehad. Wij hopen dat alle aanbevelingen, zoals wij die nu vaststellen, door het college zullen worden uitgewerkt. Wij zien de inventarisatie van handhavingstaken met belangstelling tegemoet. De VOORZITTER: U hebt van het college een brief gekregen waarin het tijdpad werd aangegeven. Ik weet het niet zeker, maar zo uit het hoofd gezegd, kunt u deze inventarisatie in maart a.s. verwachten. De heer GELDOF (VVD): Voorzitter! Wij sluiten ons van harte aan bij de Leefbaar Utrechtfractie. Wij danken de rekenkamer. Het zojuist genoemde rapport bevat aardige kritiek. Wij zijn blij met het raadsadvies handhaving en ook met de brief die wij van het college hebben gekregen. Hierna wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. 2. Voorstel tot vaststelling van de gewijzigde Verordening op de subcommissie Controle en Financiën van de commissie Bestuur en Veiligheid van de gemeente Utrecht (Jaargang 2007, nr. 248). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. 3. Voorstel tot het in voorbereiding nemen van (diverse herzieningen van) bestemmingsplannen, categorie C (Jaargang 2007, nr. 249). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. 4. Voorstel tot onteigening ten name van de gemeente Utrecht van de percelen grond, kadastraal bekend gemeente Utrecht, sectie V, nrs. 171 (gedeeltelijk) en 152 (geheel) ter grootte van respectievelijk 151 en 4415m², plaatselijk bekend respectievelijk achter Utrechtseweg 85 en 't Zand 1 (Jaargang 2007, nr. 250). Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! Er zijn intussen heel wat briefwisselingen per geweest. Er was ook uitzoekwerk te doen. De grondeigenaar heeft nog gisteren een bericht naar de gemeente gestuurd. Hij wenst een gesprek om samen met de gemeente dingen te ontwikkelen. Wij verzoeken de gemeente dringend op het verzoek van de grondeigenaar in te gaan en niet zomaar tot onteigening over te gaan. Er moet worden geprobeerd deze zaak in der minne te schikken. De heer GIESBERTS (wethouder): Voorzitter! Ik ben bekend met de briefwisselingen per e- mail waar mevrouw Oskam op doelt. Er is een bouwplan ingediend, dat al een eerste scan heeft gehad. Het bouwplan voldoet niet aan de vereisten. Met dit besluit is het nog altijd mogelijk om deze zaak in der minne te schikken. Echter, het besluit moet wel worden genomen. Hierna wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. 5. Voorstel tot het ter inzage leggen van het ontwerp (raads)besluit tot onteigening Sportpark Rijnvliet (Jaargang 2007, nr. 251). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten.

6 Middagvergadering van 29 november Voorstel inzake het organiseren van de wereldrecordpoging meter baanatletiek in 2009 (Jaargang 2007, nr. 253). De heer VAN DER MAREL (VVD): Voorzitter! Wij hopen dat ook de provincie aan dit project een steentje bijdraagt. Wij vragen om cofinanciering. Wij hopen tevens dat het niet bij een recordpoging blijft. Wij gaan ervan uit dat er in 2009 te Utrecht voor EUR 4,00 per meter het record zal worden gevestigd. De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Voorzitter! Ondanks het feit dat wij vóór sport en atletiek zijn, stemmen wij niet met het onderhavige voorstel in. Het is onmogelijk nu te bepalen of iemand over twee jaar in goede conditie is. Bovendien is 2009 een postolympisch jaar. Wij vinden dat het geld in een postolympisch jaar aan de breedtesport moet worden besteed. De heer RIETKERK (ChristenUnie): Voorzitter! Wij willen wel voor het thans aan de raad voorliggende voorstel stemmen, maar wij doen dat met twijfel in ons hart. Wij zijn er niet zeker van of deze wereldrecordpoging de breedtesport zal dienen. De heer RAVESTEIJN (GroenLinks): Voorzitter! De GroenLinks-fractie steunt dit voorstel van harte. Wij vinden dit een mooi voorbeeld van hoe topsport en breedtesport met elkaar kunnen worden gecombineerd. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik vervang vandaag wethouder Janssen als portefeuillehouder sportzaken. Wij hebben goede ervaring met het samenwerken inclusief het financieel samenwerken met de provincie Utrecht. Dat was ook zichtbaar bij de wijze waarop wij de Tourdirectie hebben ontvangen. Ik ga ervan uit dat het onderhavige voorstel bij de provincie in goede aarde zal vallen. Hierna wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. 7. Voorstel inzake het beheerplan voor Hostel Overvecht (Jaargang 2007, nr. 254). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. 8. Voorstel tot vaststelling van de grondexploitatie behorende bij de gewijzigde Nota van uitgangspunten Orinocodreef (Jaargang 2007, nr. 256). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. 9. Voorstel tot vaststelling van de Grondexploitatie behorende bij de Nota's van Uitgangspunten Van Heukelomlob en sportcomplex Zuilenselaan (Jaargang 2007, 257). De heer SCHIPPER (SP): Voorzitter! Wij stemmen met de voorliggende nota van uitgangspunten in, maar wij maken daarbij de aantekening dat wij het niet eens zijn met de geplande negen-hoogaccenten in de Heukelomlob, met name aan de kant van de Vecht. Hierna wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. De leden van de SP-fractie verkrijgen op hun verzoek aantekening in de notulen, dat zij zich met de genomen beslissing niet hebben verenigd voor zover het de geplande negen-hoogaccenten in de Heukelomlob betreft. 10. Voorstel tot vaststelling van de Grondexploitatie behorende bij de Nota van Uitgangspunten Kinderdagverblijf Jolie, oktober 2007 (Jaargang 2007, nr. 256). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten.

7 Middagvergadering van 29 november Voorstel tot vaststelling van een Verordening tot wijziging van de Afvalstoffenverordening Utrecht 2004 (Jaargang 2007, nr. 261). Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. 12. Voorstel tot vaststelling van de Verordening tot stimulering oud-papier-inzameling door vrijwilligersorganisaties 2007 (Jaargang 2007, nr. 262). Vragenuurtje. Wordt z.h.o. overeenkomstig het voorstel besloten. 1. Vragen van de fracties van D66 en SP inzake schoolroute Vleuterweide. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! In de Rietvelden, in Vleuterweide, kunnen kinderen alleen over het fietspad of over de weg naar school komen. Aan beide zijden van het fietspad bevinden zich smalle, steile bermen met daarachter water. Aangezien er maar één ontsluitingsweg naar de Rivierkom is en er nog altijd veel bouwverkeer rijdt, vormen de wegen, die geen trottoir hebben en die nogal zijn beschadigd, geen optie voor het gebruik door kinderen. Automobilisten rijden soms ook via het fietspad richting de Rivierkom. Bij de school, De Weide Wereld, zijn geen fietsenstallingen aanwezig. De stoeptegels liggen er los en er worden bij regen grote plassen water gevormd. Aan een aantal afvoerputjes rondom de school ontbreken deksels. Het binnenklimaat van de school is slecht, waardoor de schuifdeuren overdag vrijwel permanent moeten openstaan. Desondanks is het binnen vaak veel te warm. De fracties van D66 en SP willen daarom de volgende vragen stellen: 1. Wil het college, in overleg met de ouders en met het schoolbestuur van De Weide Wereld, zorgdragen voor veiliger loop- en fietsroutes voor kinderen die naar De Weide Wereld toe moeten? 2. Wil het college samen met bewoners en schoolbestuur een verkeersoverleg instellen om zowel een goede als een veilige ontsluiting van de wijk te bewerkstelligen? 3. Wil het college, in samenspraak met de GEM-Vleuterweide, alles in het werk stellen om van cluster De Weide Wereld een veilige en gezonde school te maken? De heer DE WEGER (wethouder): Voorzitter! Deze vragen gaan zowel over scholen en verkeer als over Leidsche Rijn. In zo'n geval moet er binnen het college iemand worden aangewezen die de vragen namens het college beantwoordt. Ik spreek namens het college, maar in het bijzonder namens wethouder Bosch en misschien ook wel een beetje namens wethouder Janssen. De eerste vraag behelst de schoolroute. Wij hebben in het kader van het Utrechts Veiligheids Label (UVL) contact met deze school. Bij deze school behoort nadrukkelijk een veilige schoolroute. Binnen de gemeentelijke organisaties worden wij voor het probleem gesteld oplossingen voor veilige schoolroutes aan te dragen. Eduniek, die de veilige schoolroutes voor ons uitvoert, heeft daartoe met de schoolleiding en met de ouders contact gelegd. Het wijkservicecentrum heeft hiertoe onlangs een subsidie met de naam "Op voeten en fietsen naar De Weide Wereld" verleend. De vraag van de fracties van D66 en SP gaat over het ontbreken van een voetpad aan het Passiebloempad. Als er in Vleuterweide iets vrolijks is, dan zijn dat wel de straatnamen. Het Passiebloempad zal worden aangepast. Er zal een voetpad aan worden toegevoegd. Het voetpad is in voorbereiding, maar het plan daartoe moet nog wel de nodige procedures doorlopen. Dat betekent dat wij verwachten dat het voetpad pas in het derde kwartaal van 2008 zal worden opgeleverd. Ik kan deze zaak niet anders maken dan ze is. Met de vraag naar het verkeersoverleg tussen bewoners en schoolbestuur om de ontsluiting van de wijk te bewerkstelligen, wordt deze zaak breder getrokken. Zulk overleg vindt al plaats. Het overleg behelst de gehele omgeving alsmede een veilige inrichting van de hoofdinfrastructuur van Vleuterweide, dus de Landschapsbaan, de Rivierkom en de Liesgrassingel. Op dit moment wordt de discussie toegespitst op het veilig oversteken van de Landschapsbaan en de Rivierkom. Ter plekke zijn al werkzaamheden verricht, maar de discussie daarover is nog niet afgerond.

8 Middagvergadering van 29 november Ik krijg, als wethouder verkeer, daarover nog nadere informatie. Wij bekijken of wij in die problematiek naar aanleiding van de signalen van de bewoners en van Veilig Verkeer Nederland ter plekke nog aanpassingen moeten doen. Er zijn ook een busroute en een hoofdontsluitingsroute bij betrokken. Deze zaken hebben mijn nadrukkelijke aandacht, maar ik heb de oplossingen nog niet op een rij staan. Wij koppelen de zaken terug naar de bewoners, de ouderraad en de school. Op de vraag of wij in samenspraak met de GEM-Vleuterweide alles in het werk willen stellen om van de cluster De Weide Wereld een veilige en gezonde school te maken, is het antwoord vanzelfsprekend ja. Wij hebben met het bewonersplatform Vleuterweide eenmaal per kwartaal overleg. Daar schuiven wij, onder voorzitterschap van het wijkservicecentrum, met zowel de directeur van de GEM als met de gebiedsbeheerder van Stadswerken aan. Daarnaast spelen er in en rond de school mevrouw Oskam tipt ze al aan meer zaken, met name problemen met tegels en met het schoolklimaat. De gebouwbeheerder onze dienst en de schoolleiding zelf zijn nadrukkelijk met het binnenklimaat van de school bezig (ik spreek nu namens wethouder Janssen). De tegels van het terrein bij de school zijn nadrukkelijk onderwerp van nader overleg. Er blijken een aantal dingen in de uitvoering niet helemaal juist te functioneren. Er rijden auto's op het trottoir op plaatsten waar dat niet is toegestaan. Deze zaken hebben onze volle aandacht. Er zullen een aantal dingen worden vervangen of worden verstevigd. Het antwoord is derhalve kortweg ja". Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! De wethouder zegt dat er al met het bewonersplatform wordt gesproken. Het bewonersplatform heeft in het deel van de Rietvelden waarover wij spreken geen tak. Misschien is het goed het bewonersplatform in die richting uit te breiden. De wethouder zegt dat de zaak zijn nadrukkelijke aandacht heeft. Wanneer denkt de wethouder ter zake duidelijkheid te krijgen en resultaten te boeken? De heer DE WEGER (wethouder): Voorzitter! Ik neem van mevrouw Oskam de tip mee om te bekijken of de vertegenwoordiging van het bewonersplatform de wijk volledig dekt. Ik zal dat doen met mijn pet als wijkwethouder op. Vleuterweide is op dit moment ontzettend in ontwikkeling. Het punt van het oversteken ligt wat ingewikkelder. Wij moeten daarover ook met het busvervoer en met de hulpdiensten overleg voeren. Deze laatsten hebben over het oversteken ook een mening. De uitvoering zoals die nu is gedaan, is conform de op stedelijk niveau gemaakte afspraken voor verkeersremmende maatregelen en oversteken. Een en ander neemt niet weg dat ik als wethouder verkeer en als wijkwethouder de problematiek herken. Ik bekijk of wij er een betere oplossing voor kunnen vinden. De wegen in Vleuterweide zijn lang, breed en recht. De automobilisten geven er automatisch flink gas. Ik kan niet zeggen wanneer wij de geschetste problemen zullen hebben opgelost. Ik ben daartoe van andere partijen afhankelijk. 2. Vragen van de fracties van SP en D66 inzake slechte bewegwijzering in Leidsche Rijn. Mevrouw SAROLEA (SP): Voorzitter! Afgelopen maandagavond werd iemand onwel bij het sporten in De Paperclip, een sporthal in Leidsche Rijn. Later bleek het om zeer ernstige hartklachten te gaan. Omstanders belden meteen de ambulance. De ambulance kon echter de ingang van de sporthal niet vinden, omdat in Leidsche Rijn de toegangswegen tot de sporthal nogal eens veranderen. Wij begrijpen dat, want er wordt in Leidsche Rijn gebouwd. Uiteindelijk kwam de ambulance pas een half uur na het eerste telefoontje bij de sporthal aan. Dit geval staat niet op zichzelf, want er komen vaker klachten binnen over slechte bewegwijzering in de nieuwe wijken van Leidsche Rijn. 1. Wat gaat en wil de gemeente doen om de bereikbaarheid van openbare gebouwen speciaal De Paperclip in nieuwbouwwijken voor hulpdiensten te verbeteren? Juist in de fase wanneer wegen telkens worden afgesloten en weer opnieuw worden geopend, moet het helder zijn hoe er moet worden gereden. 2. Wat gaat de gemeente doen om de bewegwijzering in het algemeen in de wijken van Leidsche Rijn te verbeteren? Ik bedoel met name de bewegwijzering in de meest recent opgeleverde wijken.

9 Middagvergadering van 29 november De heer DE WEGER (wethouder): Voorzitter! Deze beantwoording doe ik weer mede namens wethouder Bosch. Ook hier kan men zich afvragen of de vraag gaat over Leidsche Rijn of over verkeer, maar wij houden het in dit geval primair op verkeer. Het bureau Bereikbaarheid heeft de centrale rol bij de bereikbaarheid door hulpdiensten van alle plaatsen in de stad. Het bureau Bereikbaarheid krijgt van de wegbeheerders informatie. Een van de wegbeheerders is onder andere het projectbureau Leidsche Rijn, want Leidsche Rijn is nog in oplevering. Deze informatie wordt voortdurend naar de nood- en hulpdiensten ambulance, brandweer en politie doorgegeven. Echter, de nood- en hulpdiensten dragen daarvoor zelf ook verantwoordelijkheid. De hulpdiensten betrekken hun informatie zo actueel mogelijk van het bureau Bereikbaarheid. Ik heb enkele zaken gecheckt. De openstelling van de Parkzichtlaan en de bereikbaarheid van De Paperclip is meermalen met de calamiteitendiensten gecommuniceerd. De calamiteitendiensten waren op de hoogte. Als de hulpdiensten problemen met bereikbaarheid ondervinden, worden de problemen naar het bureau Bereikbaarheid teruggekoppeld. In dit geval is het probleem van de bereikbaarheid van De Paperclip niet als zodanig teruggemeld. Het was blijkbaar een incident van de betrokken ambulancebestuurder. Wij weten dat de ambulancedienst gebruikmaakt van TomTom, maar wij weten ook dat dit navigatiesysteem alleen betrouwbaar is als het actuele informatie bevat. TomTom is heel actueel, maar het systeem loopt altijd ongeveer zes maanden achter. TomTom betrekt overigens ook informatie van ons bureau Bereikbaarheid. Op dit moment is de bewegwijzering naar De Paperclip vanuit alle mogelijke aanrijroutes met de bekende gele borden aangegeven. Volgens de gemeentelijke informatie was op maandag 26 november jl. de bewegwijzering in orde. Als ik deze informatie afzet tegen hetgeen er maandagavond jl. is gebeurd, dan blijft overeind dat de ambulancedienst zelf ook verantwoordelijk is voor het vinden van de weg. Wij betreuren het dat deze gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, maar ik denk dat de gemeente al het mogelijke heeft gedaan om dit soort calamiteiten te voorkomen. Voor Leidsche Rijn bestaat een bewegwijzeringplan. Dat plan behelst de definitieve bewegwijzering en is leidend voor hetgeen wij doen. Omdat er veel werkzaamheden zijn en er zich veel tijdelijke situaties voordoen dit najaar tot Kerstmis culminerend staat er in Leidsche Rijn veel tijdelijke bewegwijzering. De situatie in Leidsche Rijn verandert van dag tot dag. Het is mogelijk dat de tijdelijke bewegwijzering soms niet helemaal voldoet, omdat soms de ene tijdelijke bewegwijzering op de andere moet aansluiten. Wij zijn en blijven ter zake alert. Wij worden daarbij geholpen door bijvoorbeeld bewoners en kritische raadsleden. Ik heb een tijdje geleden met mevrouw Oskam ter plekke een aantal situaties bekeken. Voor zover ik weet, zijn die situaties nu opgelost, tot en met de bewegwijzering voor lokale doeleinden aan toe. Soms wijst lokale bewegwijzering de verkeerde weg aan. Wij zijn nu bezig de lokale bewegwijzering te corrigeren. Wij maken enig voorbehoud voor de komende tijd, omdat er wegens de vele werkzaamheden -mea culpa- niet voor 100% juiste bewegwijzering in Leidsche Rijn zal zijn. Voor meldingen van signalen over onjuiste bewegwijzering in Leidsche Rijn houden wij ons aanbevolen. Mevrouw SAROLEA (SP): Voorzitter! Ik begrijp uit de woorden van de wethouder dat de gemeente wat betreft de sporthal niet meer kan doen dan ze nu doet. Mevrouw OSKAM (D66): Voorzitter! De wethouder heeft helemaal gelijk met zijn opmerking dat de situatie in Leidsche Rijn dagelijks verandert. Er had juist in een weekend waarin alles verandert vooraf met bijvoorbeeld De Paperclip of met andere locaties waar veel mensen zijn contact moeten worden opgenomen. De dag waarover wij zojuist spraken, was de maandag na een weekend waarin in de omgeving van De Paperclip alles veranderde. Vanuit De Paperclip zelf had vooraf ook communicatie kunnen plaatsvinden. Dat zou ook elders kunnen gebeuren, bijvoorbeeld voor de hulpdiensten in De Meern bij het opbreken van de Rijksstraatweg. Wij willen graag meer aandacht voor de mogelijkheid om in soortgelijke situaties met de lokale hulpdiensten contact op te nemen. Mevrouw SCHIPPER (GroenLinks): Voorzitter! Ik wil even het stapje maken van noodgevallen waar mevrouw Sarolea over begon naar het melden van gevaarlijke situaties of van andere zaken in de omgeving. Wij hebben begrepen dat de informatie over de oplevering van woningen en straten niet altijd bij het callcenter van de gemeente bekend is. Als bewoners bellen over bijvoorbeeld een verkeerd geparkeerde auto die wellicht de aandacht van de politie verdient, kan die niet worden geregistreerd omdat het callcenter de straat niet kent. Wij willen graag dat het college aan deze afstemming meer aandacht schenkt. Naar aanleiding van hetgeen wij over TomTom hoorden, vroegen wij ons af of de achterstand op de actualiteit bij het callcenter ook zes maanden bedraagt.

10 Middagvergadering van 29 november De heer DE WEGER (wethouder): Voorzitter! Hetgeen ik zojuist zei, is wat de gemeente kan doen. Wat betreft de bewegwijzering in Leidsche Rijn zitten wij er bovenop. Ik heb uitgelegd dat het moeilijk is de bewegwijzering voor 100% sluitend te krijgen. Instanties in Leidsche Rijn zelf, zoals in dit geval De Paperclip, moeten het hebben van de openbare informatie die de gemeente verspreidt. Die informatie dringt pas door op het moment dat het zover is. Dat is bijna niet te verhelpen. Weggebruikers moeten altijd een paar dagen aan een nieuwe situatie wennen. Dat heeft blijkbaar maandagavond bij De Paperclip ook gespeeld. De informatie van het projectbureau Leidsche Rijn over straten, huisnummers en dergelijke, zou zo snel mogelijk bij het gemeentelijke callcenter bekend moeten zijn. Ik zal dat navragen. Het lijkt mij dat die informatie direct op het callcenter aanwezig moet kunnen zijn, want dat kan voor een groot deel worden geautomatiseerd. Ik wil niet uitsluiten dat het automatiseren enige tijd vergt, maar een halfjaar lijkt mij daarvoor te lang. 3. Vragen van de fracties van SP-fractie en D66 inzake de inzet van Al Amal in Kanaleneiland. Mevrouw SAROLEA (SP): Voorzitter! Gisteren bezocht ik een tentoonstelling van Jean Tinguely in de Kunsthal in Rotterdam. Jean Tinguely maakt enorme installaties met veel draaiende radertjes. De radertjes staan met elkaar in verbinding. Toen ik die installaties zag, moest ik denken aan Kanaleneiland en aan al die organisaties die in Kanaleneiland actief zijn bij het steunen van de gemeente bij het oplossen van problemen. Van al die radertjes samen en van de genoemde organisaties hoop ik dat ze de beste oplossing brengen. Bij de aanpak van de jongerenoverlast ik heb het over overlast van jongeren van 8 tot 12 jaar heeft de SP-fractie het gevoel dat Al Amal een beetje wordt vergeten. Wethouder Van Eijk prijst in een artikel in E-quality de inzet van Al Amal in Kanaleneiland. Citaat uit het artikel: "Maar de groep Al Amal voelt zich toch in de kou gezet door de gemeente waar het gaat om ondersteuning bij de aanpak van jongerenproblematiek". Al Amal is over de prijzende woorden van wethouder Van Eijk zeer verheugd. Al Amal is zeer blij met de steun die ze van de gemeente krijgt. Juist bij het aanpakken van de specifieke jongerenoverlast vervult Al Amal een belangrijke functie. Maar bij de laatste maatregelen die de gemeente neemt heeft Al Amal niet het gevoel dat ze er optimaal bij wordt betrokken. 1. Waarom betrekt het college Al Amal niet nog actiever bij het oplossen van de problemen in Kanaleneiland? In het kader van het project "Gewoon doen is cool" ondersteunde Al Amal zes jongeren uit de buurt van de Bernadottelaan in de leeftijdscategorie van 8 tot 12 jaar bij het op orde krijgen van hun leven. Dit project verliep succesvol. Echter, dit project is wegens geldgebrek stopgezet. Terwijl het project succesvol was, zit Al Amal thans met betrekking tot de genoemde groep weer met de handen in het haar. 2. Waarom ligt het project "Gewoon doen is cool" in Kanaleneiland stil? Wanneer verwacht de wethouder dat het project in het kader van de aanpak van jongerenoverlast weer wordt voortgezet? Mevrouw SPIT (wethouder): Voorzitter! Al Amal wordt wel degelijk heel actief betrokken bij het oplossen van problemen in Kanaleneiland. Dat weet mevrouw Sarolea ook. Het betrekken van Al Amal gebeurt bij bijeenkomsten in het kader van Utrecht Veilig, bij het opstellen van het wijkactieplan en nog recenter bij het Versnellingsplan Kanaleneiland. Het Versnellingsplan Kanaleneiland is er om nog meer vaart te maken. Er zijn allerlei contacten tussen het wijkbureau, DMO, het Veiligheidshuis en Bureau Jeugdzorg. Niet alleen dat Al Amal daar ook bij wordt betrokken wij prijzen bij monde van wethouder Van Eijk Al Amal niet voor niets, maar de inzet van Al Amal is van grote waarde voor de stad en voor Kanaleneiland. Mevrouw Sarolea vraagt specifiek naar het project "Gewoon doen is cool". Dat is een project waarin jongens van 8 tot 12 jaar leren welke normen en waarden er gelden wanneer ze aan de Nederlandse samenleving willen meedoen. Het project stelt zich ten doel om de moeders zich bewust te doen worden van de taak van het in twee culturen opvoeden van kinderen. Het project "Gewoon doen is cool" krijgt van ons wel degelijk veel aandacht. De raad heeft vorige week een brief gekregen waarin sprake is van maatregelen die wij willen nemen voor degenen die in het jargon de twaalf minners worden genoemd de jeugd onder de twaalf jaar. "Gewoon doen is cool" is expliciet bij de maatregelen die prioriteit 1 hebben opgenomen.

11 Middagvergadering van 29 november In de brief staat ook dat het project "Gewoon doen is cool" is opgenomen bij de financiering die via de wijkactieplannen loopt. Daarover is de raad vorige week in de commissievergadering Stedelijke Ontwikkeling geïnformeerd. Het project wordt wel degelijk genoemd, alleen de uitkomst moet nog even wachten totdat wij het gehele wijkactieplan, inclusief de financiële consequenties, verder hebben doorgenomen. Over de meest urgente onderdelen, die volgens ons per 1 januari a.s. moeten starten, moet vóór 1 januari a.s. duidelijkheid bestaan. Duidelijkheid over de financiering op langere termijn kan langer wachten. Mevrouw SAROLEA (SP): Voorzitter! Ik begrijp uit de woorden van de wethouder dat wij vóór 1 januari 2008 weten wanneer het project "Gewoon doen is cool" verder gaat. De heer VAN DITMARSCH (CDA): Voorzitter! Ik ben blij met de vragen van de SP-fractie, want die vragen betreffen niet alleen Al Amal, maar ook andere organisaties die projectmatig geslaagde projecten in Kanaleneiland en in andere prachtwijken doen. Ik zou graag eens van de betrokken wethouders ook in het licht van het amendement dat raadsbreed is aanvaard tijdens de begrotingsvergadering willen horen met welk type projecten men wil doorgaan, opdat de organisaties niet steeds in onzekerheid zitten en van jaar tot jaar met papieren rompslomp te maken krijgen. Ik vind dit geen goede bejegening van dit soort vrijwilligerswerk, dat vaak wegens verantwoordingsplichten moet worden verbureaucratiseerd. Ik wil deze zaken graag in een bredere context zien. Mevrouw SCHIPPER (GroenLinks): Voorzitter! Wij sluiten ons geheel aan bij de visie die de heer Van Ditmarsch heeft aangegeven. Ik wil graag van de wethouder specifiek horen -de wethouder spreekt over een lijstje van projecten dat voor wat het college betreft per 1 januari a.s. echt doorgang moet vinden of het project "Gewoon doen is cool" op dat lijstje staat. Mevrouw SPIT (wethouder): Voorzitter! Vooruitlopend op de lijst van 1 januari a.s. kan ik alleen herhalen dat de raad dat laatste vóór 1 januari a.s. weet, in combinatie met de wetenschap dat "Gewoon doen is cool" uitdrukkelijk staat genoemd in de lijst van maatregelen met de hoogste prioriteit voor 2008 in het kader van het bestrijden van overlast. Op dit moment kan ik er niet meer over zeggen. "Gewoon doen is cool" staat met stip bovenaan in onze lijst projecten die aandacht verdienen. Een bredere discussie over hoe wij omgaan met initiatieven van vrijwilligers de heer Van Ditmarsch refereerde aan de EUR ,00 waarop wij in de begroting zijn uitgekomen, wordt wel degelijk opgepakt. De heer VAN EIJK (wethouder): Voorzitter! Ik wil aangeven wij doen even de discussie over die bij de begrotingsbehandeling rond het betrokken amendement is gevoerd dat wij daar begin 2008 op terugkomen. Wij presenteren dan een overzicht van de projecten waar het om gaat en hoe wij daarmee omgaan. Het amendement geeft nadrukkelijk aan dat het een overgangsfase betreft. Wij proberen begin 2008 aan te geven van welke overgang er in het amendement sprake is. Dat moeten wij helder hebben voordat wij over de incidentele projecten kunnen spreken. 4. Vragen van de VVD-fractie inzake de Veemarkt. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! Ik stel deze vragen mede namens de fracties van D66 en CDA. Een markt is zeker voor liberalen een fascinerend verschijnsel. Voor liberalen is de markt altijd een metafoor voor meer in de wereld, voor de hele samenleving. Toen ik op de middelbare school zat, was ik een brave jongen. Ik spijbelde bijna nooit. Er was daarop één uitzondering. Ik spijbelde vaak om op dinsdag in Doetinchem naar de veemarkt te gaan kijken. Dat was prachtig. Wat ik daar heb gezien, is dat een veemarkt goed moet worden georganiseerd. Dat is de afgelopen jaren sedert de mond- en klauwzeercrisis geen eenvoudige zaak. Het organiseren van een veemarkt is een forse uitdaging, zowel voor de organisatoren in Utrecht is dat de gemeente als voor de veehandelaren.

12 Middagvergadering van 29 november Er is naar onze mening de afgelopen jaren, voorzichtig uitgedrukt, in Utrecht een aantal wonderlijke ontwikkelingen gaande. In de brieven van 1 en 14 november jl. is de commissie Verkeer en Beheer geïnformeerd over het besluit van het college tot beëindiging van de Utrechtse runder- en schapenmarkt. Voor de veehandelaren, die erdoor worden getroffen, komt dit besluit uit de lucht vallen. Briefwisselingen, s en gesprekken tussen de gemeente en de werkgroep van veehandelaren geven een beeld van inconsistentie en van grote onduidelijkheid over al dan niet bestaande afspraken. Daarachter gaan veel vragen schuil, over het proces van transformatie van het Veemarktterrein naar een woonwijk en over de verplaatsing van de veemarktactiviteiten. In dit vragenuurtje kunnen wij daar niet op ingaan. De actualiteit van de kwestie is dat een groep veehandelaren zelf een veemarkt wil organiseren, maar zij wachten nog steeds op antwoorden van het college of zij de mogelijkheid krijgen om dat te doen. Ook voor de raad komen deze ontwikkelingen uit de lucht vallen: wij hebben van het college niet gehoord dat het voornemen bestond de veemarkt te beëindigen. 1. Is het college bereid om een zelfstandige marktorganisatie voldoende tijd te geven om een eigen veemarktorganisatie op te zetten en, indien die levensvatbaar is, die veemarktorganisatie te exploiteren? 2. Is het college bereid om de veemarkt hiertoe minimaal 3 maanden de gelegenheid te geven en in de tussentijd zelf een veemarkt te organiseren, zoals het college dat de afgelopen eeuwen heeft gedaan? 3. Is het college bereid de zelfstandige veemarktorganisatie een huurcontract aan te bieden zolang de veemarkthal nog niet wordt afgebroken? Tot die tijd is er een prachtige faciliteit beschikbaar, waarover in 2001 nog in ronkende taal een voorstel in de raad werd gedaan om een investering van EUR ,00 voor de uitbreiding van faciliteiten te doen, waarbij werd gezegd dat de veemarkt een levensvatbaar geheel was. De beleidswisselingen van het college bevreemden ons. Mevrouw VAN ROOIJ (D66): Voorzitter! De heer Buunk heeft zojuist zijn eigenlijke maidenspeech gehouden, ondanks het feit dat hij in de vorige raadsvergadering al een eerste zin heeft geuit, maar dat vond ik iets te mager voor een maidenspeech. Ik wil de heer Buunk feliciteren met deze zeer liberale manier van vragenstellen. Ik geloof dat de heer Buunk hiermee kan thuiskomen. (Applaus.) De heer GIESBERTS (wethouder): Voorzitter! De heer Buunk zei terecht dat wij op 1 en 14 november jl. de raad over ons besluit om te stoppen met de runder- en schapenmarkt hebben geïnformeerd. Wij hebben in die brieven ook gezegd waarom wij dat hebben gedaan. Echter, wij hebben vanuit de veehandelarenlobby gemerkt dat niet alle argumenten even helder zijn verwoord. In die zin ben ik blij met de vragen van de heer Buunk, zodat wij de beweegredenen van ons besluit kunnen toelichten. De wet- en regelgeving op het terrein van de veehandel deze runder- en schapenmarkt gebeurt voor de slacht, maar dat maakt op zichzelf niet zoveel uit is in toenemende mate strenger geworden. De toepassing daarvan is gecompliceerder en kostbaarder geworden. De exploitatie van deze activiteit is, zoals bekend, voor de gemeente Utrecht al jaren sterk verliesgevend. Wij subsidiëren in feite de marktactiviteiten. Ik weet niet of dat in de liberale visie van de VVD-fractie past. Dit feit is overigens bij de veehandelaren bekend. Daarnaast speelt dierenwelzijn in onze beweegredenen ook een rol. Misstanden in het dierenwelzijn op een door de gemeente Utrecht georganiseerde veemark zullen, ongeacht de vraag of de gemeente Utrecht daaraan debet is, zorgen voor veel negatieve publiciteit. In verband met de blauwtongziekte is de runder- en schapenmarkt begin 2007 naar Bunnik verplaatst. Een private partij bood daartoe onderdak. Deze partij biedt dat onderdak nog steeds. Bij de verplaatsing naar Bunnik is met de handel afgesproken dat men op de oude voorwaarden naar Utrecht kon terugkeren. Eind augustus 2007 was de stand van zaken voor wat betreft de blauwtongziekte zodanig, dat de runder- en schapenmarkt naar Utrecht kon terugkeren. Vervolgens zijn er met vertegen-woordigers van de veehandelaren gesprekken gevoerd. De gesprekken hebben op 13 augustus, 27 augustus en op 10 september 2007 plaatsgevonden. Van de zijde van de handel werden toen, anders dan was afgesproken, nieuwe voorwaarden gesteld. Het waren voorwaarden die overeenkwamen met de inmiddels in Bunnik gangbaar geworden praktijk. De handelaren stellen bijvoorbeeld als voorwaarde dat als de gemeente Utrecht de veemarkt opent, de praktijk die in Bunnik is ontwikkeld in Utrecht moet kunnen worden voortgezet. Dat betekent onder meer: - gratis parkeren, terwijl in onze voorwaarden staat dat men voor parkeren betaalt;

13 Middagvergadering van 29 november een laag tarief voor het reinigen en ontsmetten van de transportwagens, terwijl in onze voorwaarden het tarief daarvan afhankelijk is van de grootte van de veewagen; - het extern uitbesteden van de registratie van de aan- en afvoer dat is een wettelijke verplichting en dat is uitermate secuur werk terwijl wij in onze voorwaarden hebben staan dat wij de registratie wegens de wettelijke verplichting in eigen hand willen houden. Deze voorwaarden werken voor de runder- en schapenmarkt kostenverhogend. De voorwaarden van de situatie in Utrecht leiden tot overtreding of tot mogelijke overtreding van wettelijke regels. Hogere kosten zijn, gelet op de al jarenlang verliesgevende exploitatie van de runder- en schapenmarkt, niet acceptabel. Risico's nemen met de wet- en regelgeving vindt het college ook niet acceptabel. Het niet willen voldoen aan de voorwaarden van de veehandelaren leidde op 10 september jl. ook aan de kant van de veehandelaren tot de conclusie dat Bunnik in dat geval de voorkeur heeft. In een gespreksverslag is een citaat van één van de handelaren genoteerd: "Ik zie het als een moeilijk verhaal om te verkopen naar de veehandelaren in Bunnik en ik verwacht dat er weinig animo voor zal zijn om terug te gaan naar Utrecht". Laat ik vooropstellen dat het college er niet op uit is om de handel in vee met welk doel dan ook te dwarsbomen. Daar gaat het ons niet om. De handelaren hebben in de huidige situatie ruim de gelegenheid een privaatrechtelijk alternatief te ontwikkelen. Zij kunnen hun handel in Bunnik voortzetten. Velen zijn daar niet ontevreden over. Die ruimte is er. Het college ziet geen mogelijkheden om aan de voorwaarden die de veehandelaren hebben gesteld te voldoen. In Bunnik bevindt zich een goed alternatief. Als de eventueel op te richten organisatie zich voor activiteiten in de veemarkthallen aanmeldt, dan zal de gemeente Utrecht die activiteiten beoordelen, zoals ze dat met alle kandidaat-organisatoren van activiteiten in de veemarkthallen doet. De heer BUUNK (VVD): Voorzitter! De motieven die de wethouder geeft, worden ook in de brieven genoemd. Het zijn voor zo'n gewichtig besluit wat kort door de bocht gaande argumenten. De wethouder geeft van de kosten en van de voorwaarden een onhelder beeld. Waarom deze beslissing is genomen, is betrekkelijk onduidelijk. Ik kan mij de verbazing van de veehandelaren over dit besluit voorstellen. Als een veemarkt al een tijdlang met verlies draait dat schijnt ze al een paar jaar te doen dan zou de organisator daarvan toch eens een haalbaarheidsstudie of een marktonderzoek moeten doen om te bekijken hoe lang er met zo'n activiteit moet worden doorgegaan? Ik vind de stap naar privatisering heel verstandig, maar welk onderzoek en welke gegevens liggen daaraan ten grondslag? Ik vind het niet heel netjes om de veehandelaren maar zo weinig tijd te geven om een eigen organisatie op te zetten. De wethouder weet toch ook dat er in Bunnik voor de veemarkt in feite te weinig ruimte is? Men kan er maar duizend schapen huisvesten. De locatie in Bunnik is niet geschikt. Op korte termijn heeft men behoefte aan de veemarkthallen in Utrecht. Beschouwt de wethouder de veehandelaren en de veemarktorganisatie in het transitieproces van de veemarkt nog steeds als gesprekspartners? Mevrouw WIGNY (CDA): Voorzitter! Ik hoor veel informatie die met de commissie nooit eerder is gewisseld. Er worden allerlei aannames gedaan die zijn terug te voeren op de meer politieke vraag: hoe gaan wij in Utrecht met markten om en onder welke voorwaarden moeten wij markten al dan niet subsidiëren? Privatiseren is prima, maar geven wij de markten daartoe wel de gelegenheid? Moeten wij de markten faciliteren? Ik had liever gezien dat deze vragen in de commissievergadering werden gesteld. Ik vraag alsnog of deze zaak in de commissievergadering aan de orde kan komen. De informatie die men zegt nu gewisseld te hebben, klopt volgens mij niet helemaal. Wij moeten deze zaak verder maar in de commissievergadering bekijken. De VOORZITTER: Mevrouw Wigny, u doet een ordevoorstel. Ik hoor net van de griffier dat het verzoek om deze zaak ter agendering voor de commissievergadering voor te dragen kort geleden al is ingediend. Deze zaak komt dus sowieso in de commissievergadering aan de orde. Mevrouw WIGNY (CDA): Voorzitter! Ik beschik over vier brieven. Twee van 14 november jl. en twee van 15 november jl. Tussen beide brieven zit erg veel lucht.

14 Middagvergadering van 29 november De wethouder biedt in de brieven de mogelijkheid aan die ook de heer Buunk aangeeft om de veehandelaren gedurende deze periode de tijd te geven om met een eigen exploitatievoorstel te komen maar de volgende dag doet de wethouder dat weer niet. Daar zit lucht tussen. Deze zaak hoeft vandaag niet te worden besproken, maar ik wil wel graag dat er heel heldere informatie op papier naar de raadscommissie gaat. De heer OLDENBORG (Leefbaar Utrecht): Voorzitter! Ik hoor de wethouder zeggen dat er in de maanden augustus en september jl. gesprekken hebben plaatsgevonden. Die gesprekken gingen met name over tarieven. Waren de tarieven waarmee de veehandelaren niet akkoord konden gaan vergelijkbaar met de tarieven die golden toen de veehandelaren uit Utrecht vertrokken, of was er sprake van een heel nieuw plaatje? De heer VERHOEF (Burger en Gemeenschap): Mevrouw de voorzitter! Ik hoef op dit moment geen antwoorden te hebben, maar ik hoop dat deze zaak in de commissievergadering wordt behandeld. Ik hoop dat er een uitgebreide verslaglegging van de gang van zaken komt. Ik zou graag van de wethouder vernemen hoe het kan dat de automarkt winstgevend was. Ik vind dat het dierenleed, waarvan sprake is, een zaak van de politie is. Ik vind niet dat de gemeente het argument van dierenleed kan gebruiken om de veemarkt te beëindigen. De heer VAN CORLER (GroenLinks): Voorzitter! Uit de reacties van de raad blijkt dat deze zaak uitgebreid in de commissievergadering moet worden besproken. Worden er in de tijd totdat de veemarkthallen worden afgebroken onomkeerbare stappen gezet? Mevrouw MOSSEL (Groep Mossel): Voorzitter! Wat mij in deze zaak bijzonder stoort, is de manier waarop de communicatie verloopt. Ik geef niemand de schuld, maar zó moet het dus niet. Ik ben benieuwd naar de beantwoording van de wethouder. Ik steun de heer Buunk bij zijn vragen voor 100%. De heer GIESBERTS (wethouder): Voorzitter! Deze zaak kan uiteraard in de commissievergadering worden besproken. Er zijn nu geen zaken op til die zo'n bespreking onmogelijk maken of die de uitkomsten daarvan al bij voorbaat inkleuren. De reden waarom wij geen onderzoek hebben gedaan, is dat wij een faciliteit aanbieden. De handelaren maken daar gebruik van. Wij moeten volgens de wet een aantal zaken regelen. Dat doen wij heel goed, alleen wordt het steeds ingewikkelder, steeds kostbaarder en steeds risicovoller. De handelaren betalen voor het aantal stuks vee dat wordt binnengevoerd. Dat aantal stuks vee is de afgelopen jaren gedaald. De tendens van de laatste tijd is dat de aantallen verder afnemen. Daarmee legt de gemeente geld toe bij het laten uitvoeren van de veehandel. Bij die constatering is het mijn stelling dat wij zodoende de veehandel subsidiëren. Het subsidiëren van de veehandel is geen gemeentelijke taak. Dat is één van de argumenten waarom wij zeggen er maar mee op te houden, zeker omdat er een alternatief is. Het alternatief bevindt zich te Bunnik. Gezien de grootte van de veemarkt in Bunnik en gezien de hoeveelheid vee die nu nog in Utrecht wordt verhandeld, biedt Bunnik zeker voor het niveau van de handel zoals die op dit moment plaatsvindt voldoende ruimte. Er zijn ook andere manieren waarop vee naar slachterijen wordt vervoerd. Dat gebeurt niet altijd via tussenhandel. In grote mate wordt het vee direct van boerderij naar slachterij vervoerd. Als men een voorstel heeft, dan kan men dat indienen. Wij beoordelen dat voorstel net als elk ander voorstel om zelf een activiteit te organiseren en daartoe de veemarkthallen af te huren. Mevrouw Wigny noemt brieven van 14 en 15 november jl. Ik heb de raad twee brieven gestuurd, te weten op 1 november jl. en op 14 november jl. Ik heb de raad op 15 november jl. geen brief gestuurd. De brief van 15 november jl. die mevrouw Wigny noemt, ken ik niet. Mijn brieven van 1 en 14 november jl. gaan uit van de lijn dat wij de veemarkt willen stopzetten. In die brieven is er geen sprake van verandering van standpunt. Wij hebben gezegd dat de veehandelaren onder dezelfde voorwaarden die golden vóór zij naar Bunnik vertrokken naar Utrecht zouden kunnen terugkeren. Wij hebben geen tariefsverhoging toegepast. Het verhogen van de tarieven zou niet correct zijn geweest. Wij spreken nu alleen over de runder- en schapenmarkt en niet over de automarkt. De runder- en schapenmarkt is maar één van de activiteiten die in de veemarkthallen plaatsvonden.