NMV kondigt introductie De faire chocolademelk aan op ALV

Transcriptie

1 n u m m e r 167 n o v L e d e n b l a d N e d e r l a n d s e M e l k v e e h o u d e r s V a k b o n d NMV kondigt introductie De faire chocolademelk aan op ALV Op 19 oktober jl. vond de Algemene Leden Vergadering plaats. Een bijzondere vergadering, omdat het Dagelijks Bestuur (DB) kon aankondigen dat nu ook in Nederland De faire melk in de schappen zal komen te staan, en wel in de vorm van De faire chocolademelk. Dit bericht werd door de aanwezigen met applaus ontvangen. Het DB was verheugd over de grote opkomst en de betrokkenheid van de leden. Jaarrede Om uur opende NMV-voorzitter Hans Geurts de Algemene Leden Vergadering (ALV). In zijn jaarrede keek de voorzitter onder meer terug op de aanloop naar de introductie van De faire melk. Via een pad met de nodige obstakels is de werkgroep De faire melk erin geslaagd het product in de schappen te krijgen. (Verderop in dit verslag meer nieuws over De faire melk.) De bijeenkomst 10 jaar MKZ, de conferentie Koe en Klimaat, en twee excursies/werkbezoeken voor Gedeputeerden en Kamerleden bij de familie Geboers waren voor de voorzitter enkele gebeurtenissen die hem het meest zijn bijgebleven. Na deze terugblik keek Geurts vooruit door stil te staan bij de onlangs door Eurocommissaris Ciolos gepresenteerde voorstellen voor het toekomstig Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB). Deze voorstellen, waarvoor in deze Koebont ruimschoots aandacht zal zijn, zullen tot gevolg hebben dat 80% van de Nederlandse melkveehouders er op achteruit zal gaan. Met name de vergroeningseisen, die verbonden zijn aan de toekomstige inkomenstoeslagen, zijn verre van praktisch. De NMV zal lobbyen voor een meer In dit nummer: - Voorstellen toekomstig GLB: teleurstellend en onpraktisch - Brief Bleker over toekomstig mestbeleid - Praat mee over nieuwe Natuurwet praktische invulling hiervan. Ten aanzien van de eerste contouren van het toekomstig mestbeleid die zichtbaar worden, is de NMV behoorlijk positief. De NMV vindt het juist dat boeren zoveel mogelijk zelf een bestemming moeten zien te vinden voor te veel geproduceerde mest. Een per regio gedifferentieerde verplichting om een mestoverschot voor mestverwerking aan te bieden, vindt de NMV echter bezwaarlijk. Over de voorstellen ten aanzien van de nieuwe Mestwet en de visie van de NMV hierop leest u meer in deze Koebont. Actieve bestuursleden belangrijk voor toekomst NMV In verband met de continuïteit van de NMV is het belangrijk dat nieu-

2 we actieve bestuurleden het dagelijks en het landelijk bestuur komen versterken. De enigszins bezorgde voorzitter moest de vergadering mededelen dat een herhaaldelijke oproep aan de leden om zich actief in te gaan zetten voor de NMV tot nog toe niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Hans Geurts was dan ook aangenaam verrast toen de heer Visser aangaf graag het bestuur te willen komen versterken. Het DB zal, in samenspraak met de heer Visser, de procedure voor toetreding tot het bestuur in gang zetten. Overigens zijn daarmee nog zeker niet alle vacatures vervuld. Zie hiervoor ook de oproep van de voorzitter in de vorige Koebont. Kandidaten kunnen zich nog steeds aanmelden. Natura 2000 & ganzenproblema tiek Voorzitter van de werkgroep Natura 2000 Marion Logtenberg wees de aanwezigen op de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de nieuw te vormen Natuurwet. (Zie ook elders in deze Koebont.) Toen Marion inging op het nog altijd voortdurende ganzenprobleem bleek zij een gevoelig onderwerp aan te roeren. Na een bewogen en inhoudelijke discussie hierover besloot de vergadering dat de NMV een werkgroep zal installeren die het Dagelijks Bestuur gaat ondersteunen ten aanzien van de ganzenproblematiek. Diergezondheid Voorzitter van de werkgroep diergezondheid Marius Bouwmeester kondigde aan dat de GD in 2012 een grootschalig onderzoek zal doen naar een mogelijk verband tussen ganzen en salmonellabesmettingen op melkveebedrijven. Daarnaast stond Bouwmeester stil bij het onlangs door de NMV ondertekende antibioticaconvenant. De ondertekening van dit convenant biedt de NMV de mogelijkheid actief mee te denken en te praten over de wijze waarop het gebruik van antibiotica op een praktische manier kan worden teruggedrongen. De faire melk Met gepaste trots kon vice-voorzitter Dirk-Jan Schoonman aankondigen dat in week 45 dagverse De faire melk Faire Trade chocolademelk zal worden geïntroduceerd. Het gaat om een uniek product, dat is samengesteld uit faire melk uit Nederland en Fair Trade suiker en cacao, en dat middels guerrillamarketing bij de consument onder de aandacht zal worden gebracht. De leden van de NMV ontvangen binnenkort een brief waarin gevraagd wordt deelnemer te worden van De faire melk en zich in te zetten om De faire melk bij de consument onder de aandacht te brengen. In deze brief zal meer in detail worden ingegaan op de voorwaarden en vergoedingen die hieraan zijn verbonden. Facebook Oud DB-lid Matthijs van der Steege vertelde de aanwezigen dat de NMV sinds kort ook actief is op Facebook. De NMV heeft twee Facebookpagina s: één voor De faire melk : We Share Fair Milk en één voor de NMV. De NMV wil op deze manier meer mensen bereiken, nieuwe ledenaanwas generen en de organisatie bij de tijd houden. Facebook is wereldwijd na Google de meeste bezochte website. Melkveehouderij na 2015 Na de lunch kwam een drietal sprekers aan het woord om hun visie te geven over de toekomst van de melkveehouderijsector in Nederland en Europa. Dat dit onderwerp leeft onder de leden van de NMV is niet verrassend, en bleek eens te meer uit het feit dat het maar net lukte om alle aanwezigen tijdens het middaggedeelte een zitplaats te bieden. Dat de meningen over de meest gewenste koers uiteen lopen, werd eens te meer duidelijk. Jacques van Outryve: Het Europees Landbouwbeleid van gister naar morgen Belgisch wetenschappelijk onderzoeker en journalist Jacques Van Jacques van Outryve Outryve stond stil bij de bedrijfskarakteristieken van de melkveebedrijven in de EU. Deze zijn zeer divers. Er zijn lidstaten met een grootschalige, op productie gerichte bedrijfsstructuur (waarbij Nederland één van de koplopers is) naast lidstaten met een meer kleinschalige bedrijfsopzet met een regionale afzet (o.a. Roemenië en Bulgarije). Doel van de herziening van het toekomstig Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) is te komen tot een rendabele en duurzame voedselproductie in alle lidstaten. Om deze doelstellingen te bereiken zullen de melkveehouders in de lidstaten met een meer kleinschalige bedrijfsstructuur extra ondersteuning nodig hebben om concurrerend te kunnen produceren. Hiervoor is een herverdeling van het landbouwbudget tussen de verschillende lidstaten noodzakelijk. Dit kan ertoe leiden dat Nederland 8% van haar budget zal moeten inleveren. De directe inkomenssteun zal worden afgebouwd en zal langzaam plaatsmaken voor een regionaal systeem, met een basispremie per ha en daarboven een vergroeningstoeslag van 30%. Deze wordt alleen verkregen als aan verschillende eisen wordt voldaan. In de 2 e pijler kunnen nog in het kader van plattelandsbeleid betalingen mogelijk worden voor maatschappelijke 2

3 diensten die een duurzame uitwerking hebben op de sector. Prijsschommelingen ongewenst De prijsschommelingen waaraan de zuivelmarkt is blootgesteld, vindt ook de EU zeer zorgelijk. Om de sector niet te veel bloot te stellen aan de grillen van de markt zullen melkproducenten en zuivelverwerkers in de toekomst contracten moeten sluiten waarin voor een bepaalde looptijd prijs- en volumeafspraken worden gemaakt. Voor coöperaties zal deze regel echter niet gelden. Aan het bundelen van onderhandelingsmacht worden door de EU voorwaarden gesteld. Outryve wees de NMV er op dat de andere lidstaten vaak met enige jaloezie naar de zeer moderne bedrijven in Nederland kijken. Het is in hun beleving vreemd dat Nederland één van de grootste ontvangers van toeslagrechten is. Bij de totstandkoming van het definitieve GLB doet Nederland er verstandig aan deze realiteit onder ogen te zien, om in de onderhandelingen niet alleen te komen staan. Wim Thus: Anders Melken: op naar 2020 Afdelingsdirecteur Food & Agri van Rabobank Nederland Wim Thus was positief over de toekomst van de Nederlandse melkveehouderij. Met Wim Thus een verwachte groei van de mondiale vraag naar zuivel van 2,5% per jaar op de middenlange termijn biedt de wereldmarkt ruimte voor groei in Europa, aldus Thus. Aangezien op het gemiddelde Nederlandse melkveebedrijf meer dan de helft van de kosten vaste kosten zijn, moet de Nederlandse melkveehouderijsector volgens hem in staat zijn om op een rendabele manier de groeiende vraag naar zuivel in te vullen. Thus onderkende ook de kostenverhogende factoren zoals onder andere de noodzaak om te komen tot mestverwerking om het mestprobleem op te lossen. Het is echter zaak dat de sector zijn verantwoordelijkheid neemt en blijft produceren binnen de door de markt gestelde voorwaarden. De toekomst van een melkveehouderijbedrijf hangt af van de strategische keuzes die op bedrijfs niveau worden gemaakt. Het accent kan daarbij liggen op meer winstgevendheid, duurzamere bedrijfsvoering of meer productie. Dit zijn individuele keuzes waarin de Rabobank niet sturend wil zijn. Wel gaf Thus de aanwezigen mee dat bij het maken van strategische keuzes ook passie een rol moet spelen. Thus besloot met de woorden: Kies voor hetgeen bij u past en laat u niet leiden door de koers van uw buurman. Hans Geurts: Inkomen daar draait het ook na 2015 om NMV-voorzitter Hans Geurts meldde dat de NMV teleurgesteld is over de voorstellen ten aanzien van het toekomstig GLB (zie ook elders in deze Koebont de artikelen over het GLB en over de ontwikkelingen rondom de mest). Volgens hem moeten melkveehouders er ernstig rekening mee houden dat de melkquotering na 2015 zal worden beëindigd. De NMV meent dat de zuivelindustrie haar verantwoordelijkheid dient te nemen om er voor te zorgen dat de melkveehouderij niet de varkenshouderij en de glastuinbouw achterna gaat. Verschillende grote coöperaties in binnen- en buitenland roepen dat alle melk afgenomen zal worden. Fabrieken kunnen echter niet structureel meer melk afnemen dan afgezet kan worden. Alleen door de hoeveelheid verwerkte melk af te stemmen op de vraag naar zuivel wordt een redelijke melkprijs behaald. Op deze manier zou de zuivelindustrie ervoor zorgdragen dat melkveehouders een inkomen kunnen verdienen uit de markt en toeslagen achterwege kunnen blijven. Tot slot ging Geurts in op het flexibele EMB-marktreguleringsmodel. Levendige discussie In het open debat dat volgde na de drie inleidingen werd aan Wim Thus gevraagd waarop het positieve toekomstbeeld voor de melkveehouderij is gebaseerd wanneer dezelfde bank verwacht dat de melkprijs op de lange termijn op een gemiddeld niveau van 30 ct/kg zal uitkomen. Het LEI heeft immers berekend dat de kritieke melkprijs op 37 ct/kg ligt, terwijl de kostendekkende melkprijs volgens het LEI ct/kg bedraagt. Thus hield echter voet bij stuk en stelde dat wanneer een Nederlandse melkveehouder werkelijk 43 ct/kg nodig heeft om winstgevend te zijn, hij beter een ander beroep kan kiezen. Bij een melkprijs van 32 ct moet de Nederlandse melkveehouder een volwaardig inkomen uit zijn bedrijf kunnen halen, aldus de Rabo-zegsman. Dit antwoord was aanleiding voor het nodige rumoer in de zaal en een levendige discussie volgde. [N.B. drie dagen later, in de Financiële Telegraaf van 22 oktober, gaf Wim Thus alsnog aan, dat 32 ct/kg niet voldoende was. Red.] Op de Facebookpagina van de NMV (zoek naar Nederlandse Melkveehouder Vakbond, of klik op het Facebookicoontje rechtsboven op de NMV-homepage en klik door naar de link op de We Share Fair Milkpagina) zijn video-opnames te zien van de voordrachten en de discussie na afloop. 3

4 Voorstellen toekomstig GLB: teleurstellend en onpraktisch De NMV is teleurgesteld over de voorstellen van de Europese Commissie (EC) voor het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) van De voorstellen beantwoorden geenszins aan de doelen die in de Europese verdragen zijn vastgesteld, maar gaan verder op de ingeslagen weg naar liberalisering. Ze zullen niet leiden tot stabiele markten en redelijke inkomens voor de producenten. Het verbeterde vangnet zal boeren slechts (tijdelijk) in leven houden maar niets oplossen. De intentie van de EC om de positie van agrariërs in de keten te versterken door het toestaan en stimuleren van Producenten Organisaties (PO s) lijkt mooi, maar zal in de praktijk weinig opleveren. Integendeel, door vast te blijven houden aan afschaffing van de melkquotering zal de zuivelmarkt alleen maar instabieler worden, met grote fluctuaties van de melkprijs als gevolg. Ten eerste is de maximale bundelinggraad (maximaal 33% nationaal en 3,5% EU-aandeel) voor melkveehouders veel te klein om een voldoende sterke positie in de markt te kunnen verkrijgen. Verder worden coöperaties als PO s gezien en kan ieder land vrij beslissen of het levercontracten verplicht invoert. Dit houdt voor Nederland dus in dat hier praktisch niets zal gaan veranderen. Een ander zeer belangrijker punt is dat PO s onderling geen afspraken mogen maken over prijs en volume. Dat, terwijl juist hier de enige mogelijkheid ligt om kostendekkende opbrengstprijzen af te dwingen. Zodra er een melkoverschot op de markt komt, zullen PO s door de zuivelverwerkers tegen elkaar uitgespeeld worden, met te lage melkprijzen als gevolg. Voorstellen in tegenspraak met Europese verdragen Een andere teleurstelling is dat de monitoringscommissie, die het Europarlement heeft voorgesteld na gesprekken met de EMB, niet is op- genomen. Dit instrument zal onder andere marktcijfers over volume, melkprijs en kosten moeten bevatten. Zelfs al is hier nog geen actieve volumeregulering mee geregeld, dan zou de monitoringscommissie als markttoezichthouder tenminste een begin zijn. Herverdeling toeslagen en vergroening De NMV vindt dat melkveehouders moeten kunnen leven van de melk die ze produceren. Met het huidige GLB-voorstel zullen stabiele kostendekkende opbrengstprijzen echter niet bereikt worden en hebben melkveehouders de bedrijfstoeslagen hard nodig. Deze vormen op dit moment een groot deel van het inkomen van de melkveehouders. De NMV vindt dan ook dat Nederland de maximale overgangstermijn tot 2020 moet benutten voor de omschakeling van het historische naar het regionale model. Melkveehouders moeten kunnen leven van de melk die ze produceren Het ziet ernaar uit dat er een basispremie komt van waarschijnlijk circa 300 euro/ha met een toeslag van 30%, die echter alleen te verdienen zijn door aan vergroening te doen. De NMV heeft zeer grote moeite met vergroeningseisen zoals 4

5 die door de EC voorgesteld worden. Deze zijn niet praktisch en maken grote inbreuk op de ondernemersvrijheid van de boer. Zo mag blijvend grasland niet meer gescheurd worden, moeten bij akkerbouw minimaal 3 teelten verbouwd worden en moet (behalve bij blijvend grasland) 7% van het areaal ecologisch gebruikt worden, denk aan randenbeheer, enz. Toenemende inbreuk op ondernemersvrijheid door Brussel Kosten ramp Chemie-Pack niet op melkveehouders verhalen De NMV heeft een brief gestuurd aan Waterschap Brabantse Delta en het ministerie van Binnenlandse Zaken waarin zij stelt dat de kosten van de ramp bij Chemie Pack in Moerdijk niet op de bewoners, agrarische bedrijven en grondgebruikers van het gebied mogen worden verhaald. De brief was een reactie op de aankondiging van het Waterschap dat deze de schoonmaakkosten van de brand bij Chemie-Pack door de inwoners van West-Brabant wil laten betalen. Voor een gemiddeld melkveebedrijf zou dit leiden tot een verhoging van de waterschapsbelasting met enkele honderden euro s. De NMV stelt dat de brand bij Chemie Pack van 5 januari 2011 als algemene ramp dient te worden erkend, zodat de schade die de ramp tot gevolg had nooit op één bepaalde groep binnen de samenleving kan worden verhaald. Om hoogproductief grasland te behouden zullen percelen met een slechte zode opnieuw ingezaaid moeten kunnen worden. Bovendien rouleren melkveehouders vaak door de slechtste percelen grasland om te zetten in maïsland en het na de maïs weer in te zaaien met gras. Indien grasland niet meer gescheurd mag worden, moeten melkveehouders ieder jaar dezelfde percelen voor de maïsteelt gebruiken en wordt monocultuur maïs juist in de hand gewerkt. De meeste melkveehouders verbouwen akkerbouwmatig alleen maïs als voer voor het vee. Om hierlangs nog verplicht op 5% van de grond twee andere teelten te moeten verbouwen is onzinnig en zeer onpraktisch. Dure vruchtbare grond verplicht onbenut laten is onverteerbaar, er zijn in Europa veel marginale gronden die daar veel beter voor gebruikt kunnen worden. Vergroening beter vrijwillig Indien deze voorstellen doorgang zouden vinden, kunnen ze ook nog eens grote invloed krijgen op de mestplaatsingsruimte. Als de 7% vergroeningsgronden niet meer meetellen voor de plaatsingsruimte, stijgt het mestoverschot ook nog eens fors, met alle gevolgen van dien. De NMV verwerpt deze voorstellen en vindt dat ook de Nederlandse regering deze moet afwijzen. De NMV stelt voor in plaats daarvan de vergroening op vrijwillige basis vorm te geven. Er kunnen boven op de basispremie, die iedereen te allen tijde moet krijgen, top-ups ingesteld worden voor weidegang, akkerrandenbeheer, natuur- en waterbeheer en andere diensten. Dit is veel gerichter en effectiever. De NMV is niet de enige is met kritiek op de voorstellen. Vanuit heel Europa wordt kritisch gereageerd. Het spel is in feite nu echt begonnen, en er zal nog veel gediscussieerd worden voordat het nieuwe GLB in 2014 van start gaat. Hopelijk kan er nog veel veranderd worden. De NMV zal zich hiervoor sterk maken bij politici en beleidsmakers in Nederland en Brussel. Vraag van een lid Waarom is een 1-op-1 relatie met je dierenarts nodig? De een-op-eenrelatie tussen dierenarts en melkveehouder is noodzakelijk om verantwoord diergeneesmiddelengebruik te realiseren. Met name gaat het hier om het terugdringen van antibioticagebruik. Op deze manier krijgt de dierenarts inzicht in de bedrijfsvoering in relatie tot diergezondheidsproblemen. De dierenarts stelt hiervoor met de veehouder een bedrijfsgezondheidsplan (BGP) en een bedrijfsbehandelplan (BBP) op. Vervolgens schrijft deze dierenarts na diagnose diergeneesmiddelen voor op basis van dit BGP en BBP. Doordat de dierenarts hiermee gelijk inzicht heeft in het diergeneesmiddelengebruik, kan bij de jaarlijkse evaluatie ook betrouwbaar en efficiënt de effectiviteit van de ingezette therapieën bepaald worden. Als één van deze schakels ontbreekt, werkt de totale aanpak niet meer. Door het totale pakket bij een dierenarts te leggen, wordt deze dierenarts medeverantwoordelijk voor het diergeneesmiddelengebruik. Hierdoor hoeft de veehouder niet meer aangesproken te worden op de tekortkomingen van zijn dierenarts, maar kan de dierenarts rechtstreeks aangesproken worden. 5

6 Brief staatssecretaris Bleker over toekomstig mestbeleid In zijn brief van 28 september jl. aan de Tweede Kamer heeft staatssecretaris Bleker zijn visie op het toekomstig mestbeleid kenbaar gemaakt. Voorafgaand aan deze brief is er een consultatie geweest met veel betrokken partijen. Ook de NMV was ook uitgenodigd om haar visie te geven. In de brief herkennen wij veel van de door ons aangedragen mogelijke oplossingen, maar we zien ook tekortkomingen. Door zowel het vervallen van de dierrechten voor de intensieve sectoren, als het (hoogst waarschijnlijk) verdwijnen van de melkquotering in 2015, zal er in de toekomst geen rem meer zijn op de te houden aantallen dieren. Om dan niet in de ongewenste situatie terecht te komen waarbij er enorme mestoverschotten zullen ontstaan, is ervoor gekozen dat bedrijven in de toekomst alleen nog mest mogen produceren als daarvoor ook een verantwoorde afzetmogelijkheid is gevonden. Er zijn drie wegen waarlangs Bleker hiertoe mogelijkheden biedt: 1) Een nieuw stelsel ter realisering van een duurzaam evenwicht tussen mestproductie en mestafzet op macro- en microniveau. De overheid zal dit stelsel samen met het bedrijfsleven vormgeven. 2) De hoeveelheid mineralen in mest wordt door voermaatregelen verminderd. Het bedrijfsleven neemt hierbij het voortouw. 3) Hoogwaardige producten uit dierlijke mest, met de kwaliteit van kunstmest, zouden in de toekomst als zodanig erkend moeten worden. Het kabinet zal daarvoor pleiten in Europees verband. In het nieuwe stelsel van duurzaam evenwicht zullen veehouders die voldoende grond in gebruik hebben voor de afzet van de eigen mestproductie, worden ontzien. Veehouders met onvoldoende grond in eigen gebruik, ongeacht het soort vee dat zij houden, zullen het initiatief moeten nemen om vooraf hun mestproductie te verantwoorden. Dit is één van de belangrijke punten die de NMV heeft ingebracht. Onnodige mesttransporten voorkomen Bedrijven met een mestoverschot moeten een percentage hiervan verplicht voor mestverwerking aanbieden. Daarbij zal naar regio, afhankelijk van het overschot, gedifferentieerd worden. Met deze zinsnede is de NMV minder gelukkig: de melkveehouderij is (in tegenstelling tot de intensieve veehouderij) verspreid door het hele land, en de meeste melkveehouders kunnen voor hun mestoverschot makkelijk in de eigen regio afzet vinden. Het is onzinnig om deze melkveehouders een gedeelte van de mest naar de mestwerking te laten brengen. Door bijvoorbeeld de mest af te voeren naar de akkerbouwer van wie de maïs afgenomen wordt, worden kringlopen gesloten. Daarom stelt de NMV voor, om boeren die de mest binnen een straal van 30 km kunnen afzetten, te vrijwaren van deze verplichting. Dit bevordert het sluiten van (lokale en regionale) kringlopen en voorkomt dat onnodig grote hoeveelheden mest door het hele land heen en weer gereden worden. Dit standpunt wordt momenteel in de lobby bij politici en het ministerie, naast alle andere punten, door de NMV uitgedragen. In het nieuwe stelsel moeten bedrijven vóór 31 december contracten aangaan indien de overtollige mest het volgende jaar verwerkt of geëxporteerd zal worden. Daarnaast zullen veehouderijbedrijven met een mestoverschot zich voor de rest van het overschot elk jaar moeten verzekeren van voldoende afzetruimte, en een afzetgarantie voor de voorziene mestproductie van de veestapel voor het gehele jaar. Dit moet dan bij voorkeur voorafgaand aan het productiejaar gebeuren, maar uiterlijk op 15 mei van het productiejaar. Afzetruimte kan zijn op landbouwgrond (bijvoorbeeld in de akkerbouw) of elders (bijvoorbeeld voor duurzame energieopwekking) in Nederland, verantwoorde afzet in de landbouw in het buitenland (export) of afzet bij een gecertificeerde mestverwerker. Deze verplichting zorgt ervoor dat de productie van dierlijke mest in balans wordt gebracht met de vastgelegde beschikbare afzetruimte. Onverantwoorde voermaatregelen Bij punt 2, de voermaatregelen, wordt ingezet op het verminderen van de gehaltes aan stikstof en fos- 6

7 faat in het voer. Daarbij wordt een verlaging van 10% van het fosfaatgehalte in het melkveerantsoen voorgesteld. De NMV heeft ernstige bedenkingen hiertegen: er is geen onderzoek gedaan naar de effecten van langdurige (langer dan drie maanden) verlaging van het fosfaatgehalte in het melkveerantsoen. De lange termijneffecten op diergezondheid, welzijn en vruchtbaarheid zijn dus onbekend. Wij pleiten dan ook voor onderzoek naar de effecten van langdurige verlaging van het fosforgehalte in het rantsoen voor melkvee, alvorens tot dergelijke maatregelen over te gaan. Uit onderzoek door het Wageningen Research Centre (WUR), nota 507 en 585, blijkt dat de onttrekking van stikstof en fosfaat aan de bodem door gras de gebruiksnormen ruim overschrijdt. Door de te lage bemestingsnormen lopen de bodemvruchtbaarheid en het gehalte aan stikstof en fosfaat in het ruwvoer steeds verder terug. De bemestingsnormen dienen daarom uit te gaan van evenwichtsbemesting. Wij pleiten derhalve voor het verhogen van de bemestingsnormen voor dierlijke mest boven de 250 kg N binnen de totale stikstofgebruiksruimte, zodat optimaal bemest kan worden met dierlijke mest alvorens kunstmest moet worden gebruikt. Met dierlijke mest worden, naast N en P, ook organische stoffen en andere noodzakelijke nutriënten gegeven, die belangrijk zijn voor de bodemvruchtbaarheid. De NMV heeft bij de politiek kenbaar gemaakt dat bovengenoemd, door EL&I gefinancierd, onderzoek niet bij de vorming van het beleid is meegenomen. Dit heeft inmiddels al geleid tot kritische Kamervragen van de SGP. Onderzoek bij opfokkers van jongvee heeft aangetoond, dat de forfaitaire normen voor jongvee circa 20% te hoog zijn vastgesteld. Het is daarom gewenst dat de forfaitaire normen voor jongvee worden verlaagd naar de reële uitstoot. Hierdoor ontstaat meer ruimte voor het houden van dieren. Concluderend mogen we stellen dat de brief van de staatssecretaris een aantal goede mogelijkheden geeft voor boeren om oplossingen te zoeken voor hun mestoverschot in het kader van het toekomstig mestbeleid, maar dat er ook tekortkomingen in het voorstel staan. De NMV zal zich ervoor inzetten dat deze tekortkomingen alsnog aangepast zullen worden. Praat mee over nieuwe Natuurwet Het ministerie heeft een concept opgesteld voor de nieuwe Natuurwet. Tot 18 november aanstaande kan iedereen zijn mening geven over dit concept. De NMV ziet plus- en minpunten en roept haar leden op hun mening te delen. De nieuwe Natuurwet zal op termijn de opvolger worden van drie bestaande wetten: de Flora- en Faunawet, de Natuurbeschermingswet en de Boswet. Vanaf 6 oktober kan iedereen via internet zes weken lang reageren op de conceptwet. De opmerkingen uit deze consultatieronde zullen worden verwerkt in het wetsvoorstel dat in het voorjaar van 2012 bij de Tweede Kamer zal worden ingediend. De vereenvoudiging van de bestaande natuurwetten in een nieuwe Natuurwet vindt de NMV een gunstige ontwikkeling. De huidige wetgeving is namelijk op sommige vlakken ingewikkeld en verwarrend. Minder tevreden is de NMV over het voornemen van het ministerie om de rol van de provincies bij de uitvoering van de Natuurwet te vergroten. Dit leidt in de praktijk tot ongewenste verschillen in uitvoering van de Natuurwet per provincie. Natuur stopt niet bij de provinciegrenzen en er zal dan ook, zo meent de NMV, een landelijke implementatie van de wet moeten komen. Een tweede punt waar de NMV haar vraagtekens bij plaatst, is de verdere beperking van het recht op schadevergoeding als gevolg van wildschade. Positief is het voornemen om het aantal bejaagbare soorten fors uit te breiden (o.a. grauwe gans). Dit voorkomt echter niet dat melkveehouders met gewasschade zullen worden geconfronteerd. De NMV zal er zeker voor zorgen dat haar zienswijze wordt ingebracht bij de discussie over de nieuwe Natuurwet. Bent u het als melkveehouder oneens met bepaalde onderdelen van de nieuwe Natuurwet, laat dit dan weten aan de NMV én op de site van de overheid (zie onder). De inbreng van de leden zullen de bestuurders van de NMV overbrengen in de gesprekken met de beleidsmakers en politici. Om er voor te zorgen dat bij de totstandkoming van de nieuwe Natuurwet het belang van de melkveehouderijsector voldoende zal doorklinken, is het verstandig en zelfs zeer wenselijk ook uw mening te geven. Leden van andere belangenorganisaties, zoals Vogel- en Dierenbescherming en natuurorganisaties zullen zeker de moeite nemen om hun mening kenbaar te maken. Dus hoe meer meningen uit de landbouwsector komen hoe beter. Op wetnatuur kunt tot vrijdag 18 november 2011 uw mening geven over de nieuwe Natuurwet. 7

8 Speciale NMV-bijeenkomst Noord-Holland: Wildschade: haken en ogen aan de vergoeding Op 11 oktober organiseerde NMV-regio Noord-Holland Noord een bijeenkomst over wildschade. Jaarlijks neemt het aantal ganzen, smienten, zwanen en eenden op de weilanden toe. De toenemende overlast en schade voor melkveebedrijven zorgt voor ergernis en extra werk. Wat zegt de wet hierover en hoe hou je dit probleem zo hanteerbaar mogelijk? De bijeenkomst werd goed bezocht, ook waren veel jagers aanwezig. Er waren drie sprekers uitgenodigd: - De heer J. Bond, CDA-Gedeputeerde in Noord-Holland en verantwoordelijk voor faunabeheer en wildschade - De heer P. van Houten van de Faunabeheereenheid Noord-Holland - De heer K. Maasbach van het Faunafonds De provincie, aldus CDA-gedeputeerde Bond, heeft als taak om de regie te houden op het gebied van faunabeheer. Zij stellen het beleid, de regels en de beheerplannen vast, geven ontheffingen en vrijstellingen af en houden toezicht op handhaving. De heer Bond maakte duidelijk dat de provincie voor het beleid de cijfers van het Faunafonds nodig heeft. Daarom is het van groot belang dat schade altijd gemeld wordt zodat het Faunafonds en de provincie een duidelijk beeld krijgen van die schade, en van de diersoorten die de schade veroorzaken. In Noord-Holland bedroeg de totale door het Faunafonds uitgekeerde wildschade het afgelopen jaar 2,5 miljoen euro, waarvan 1,8 miljoen euro door ganzen, aldus de heer Van Houten van de Faunabeheer eenheid Noord-Holland. De Faunabeheereenheid probeert door afschot het aantal ganzen te reduceren. Het vangen van niet vliegvlugge ganzen is volgens de Nederlandse en Europese wetgeving verboden. Vergoeding gebonden aan regels De heer Maasbach van het Faunafonds legde uit wat de taken van het Faunafonds zijn en hoe het Faunafonds werkt. Het Faunafonds houdt zich onder meer bezig met de tegemoetkoming in wildschade. Grondgebruikers dragen de verantwoordelijkheid om schade te voorkomen en te melden. Hierbij hebben grondgebruikers ook de hulp van jagers nodig. De tegemoetkoming in wildschade is gebonden aan regels. Niet voor alle ganzen bestaat er een schaderegeling. Voor uitheemse of landelijk vrijgestelde diersoorten, zoals de nijlgans en de grote Canadese gans, bestaat geen tegemoetkoming. Om sommige diersoorten te mogen afschieten, moeten er speciale ontheffingen worden aangevraagd bij de plaatselijke Wildbeheereenheid. Er moet voldaan zijn aan de voorwaarden die aan de ontheffing zijn verbonden, zo moeten de ganzen ook worden verjaagd met bepaalde (omschreven) metho- den; is dat niet gebeurd, dan kan dit consequenties hebben voor de ontheffingverlening en de schadevergoeding door het Faunafonds. Iedereen die wildschade heeft kan met een formulier een verzoek indienen voor een tegemoetkoming in de schade. (Het formulier kan men vinden op de site van het Faunafonds: Om een schadeformulier goed in te vullen kan een grondgebruiker dit het best in samenwerking met de jager doen. Discussie Over de ontheffingen kwamen vanuit de zaal de nodige vragen en kritiek op het afgeven ervan. Het afgeven van een ontheffing duurt ongeveer 1,5 tot 2 maanden en voor de zomer en de winter zijn verschillende ontheffingen nodig. Dit werd omslachtig gevonden. In de discussie kwam naar voren dat het voor de melkveehouders vaak niet duidelijk is, welke soorten wel of niet bejaagbaar zijn, en voor welke soorten wel of geen ontheffing aangevraagd moet worden. Jagers blijken geen ontheffing te willen aanvragen als de ganzen jongen hebben, en willen ook geen jonge ganzen afschieten. Dit werd onverantwoord gevonden. Ook op het vergoeden van de schade in de praktijk kwam de nodige kritiek. De bedragen werden onvoldoende gevonden in verhouding tot de werkelijk geleden schade. De sprekers reageerden met de opmerking dat de vergoeding gezien moet worden als een tegemoetkoming, en dat er in het buitenland nog veel minder schade werd vergoed. Geadviseerd werd dat grondgebruikers en jagers goed contact onderhouden met elkaar. Jagers zijn goed op de hoogte van de regels (die plaatselijk ook nog kunnen verschillen). De NMV herhaalt bovendien graag nog een keer het advies van de heer Bond, om schade altijd te melden bij het Faunafonds, om er zo voor te zorgen dat de betreffende instanties een zo reëel mogelijk beeld van de werkelijke schade hebben en beleid hierop afgestemd kan worden. 8

9 Oproep van het Facebookteam We Share Fair Milk : Fans gezocht! Ook deze keer weer een update in Koebont over het Facebookproject van de NMV. Inmiddels heeft de NMV-pagina We Share Fair Milk zevenendertig fans. Dat wil zeggen, zij hebben de Vind ik leuk -knop, bovenaan de pagina, aangeklikt. Uit de statistieken blijkt dat er sinds 9 oktober inmiddels al 3000 mensen de updates van de pagina hebben bekeken. Het NMV-Facebookteam is heel blij met deze aandacht en met het stijgende aantal fans. Voor veel mensen is het soms nog onduidelijk wat Facebook precies inhoudt en daarom is een korte uitleg vaak niet overbodig. Nog even de feiten op een rijtje: Facebook is na Google de meest bezochte website ter wereld, met zo n 4,3 miljoen unieke bezoekers per dag. Een Facebookpagina is gratis aan te maken, zodat deze 4,3 miljoen bezoekers dus kosteloos bereikbaar zijn. Dat biedt ongekende mogelijkheden. Op Facebook kunnen personen zichzelf presenteren met een persoonlijke pagina met informatie over zichzelf. Voor bedrijven en organisaties is er de mogelijkheid om zich middels een bedrijfs- of organisatiepagina te presenteren, met uiteraard informatie over het bedrijf of de organisatie. Om bekendheid te verwerven op Facebook is het belangrijk dat er op de pagina goede inhoud en updates geplaatst worden. Daar is veel geduld en energie voor nodig maar als je dat goed voor elkaar hebt, kan het heel snel gaan. Dit moet dan ook de kracht van Facebook zijn, door middel van een olievlekprincipe bereikt je boodschap een grote groep mensen. Ze- ker nu we fris van start gaan met de campagne rondom De faire melk verwachten we dat de pagina fors zal gaan groeien. Maar daar hebben we u of uw kinderen wel bij nodig Dus mochten u of uw kinderen op Facebook zitten en hebt u interesse voor faire zuivel, ga dan naar We Share Fair Milk en klik op de Vind ik leuk -knop bovenaan de pagina! EMB-jongerenbijeenkomst Duitsland zomer 2012 Oproep EMB aan alle jonge boeren! Van Julia Turschenko van de EMB in Hamm, Duitsland, ontvingen wij de volgende oproep die we graag doorgeven. De EMB wil in de zomer van 2012 een grote bijeenkomst organiseren voor jonge Europese boeren. Het idee is om het deels een conferentie te laten zijn en deels een vrijetijdskarakter te geven. Gedacht wordt aan een evenement van drie dagen. De EMB wil zoveel mogelijk jonge boeren uitnodigen om tijdens het conferentiegedeelte met elkaar te discussiëren over het Europese landbouwbeleid en positie van de EMB. Maar ook om een aanzet te kunnen geven opdat jonge boeren zich in hun eigen land beter organiseren en te bespreken hoe ze dat zouden kunnen doen, hoe ze in contact kunnen komen met hun Europese collega s en tenslotte om met elkaar gewoon een geweldige tijd te hebben. 1) Welke jonge boeren zouden in een dergelijke conferentie geïnteresseerd zijn? 2) Wat zou een gunstige datum zijn? Gedacht wordt aan het eind van de zomer, omdat dan het meeste werk is gedaan en het weer vaak nog meewerkt. 3) Wat zou voor jou een aantrekkelijke plaats zijn voor de conferentie? De Beierse Alpen? Berlijn? Het Zwarte Woud? 4) Welke boeren zouden het leuk vinden om mee te doen met de organisatie van deze conferentie? Lijkt het je wat, ben je (eventueel) geïnteresseerd in deelname of zelfs in het meehelpen bij de organisatie, laat het dan in elk geval alvast weten aan: Julia Turchenko, EMB, turchenko@europeanmilkboard.org of aan info@nmv.nu. 9

10 Erfdienstbaarheid door verjaring Bezit van niet-voortdurende en niet-zichtbare erfdienstbaarheden was onder het oude Burgerlijk Wetboek, derhalve tot 1 januari 1992, niet mogelijk. Vanaf 1 januari 2012 zal verkrijging van een erfdienstbaarheid door verjaring onder bepaalde voorwaarden wel mogelijk blijken. NMV actueel Voor het ontstaan van een erfdienstbaarheid door verjaring is het noodzakelijk de vraag te beantwoorden of degene die de erfdienstbaarheid denkt te verkrijgen het bezit heeft. Een beroep op verjaring zal nooit slagen wanneer men niet het bezit heeft. Bezit is dus een essentieel vereiste. Of er sprake is van bezit wordt naar de verkeersopvatting beoordeeld, en zal dus vaak afhangen van de betreffende concrete situatie. Voor het ontstaan van de erfdienstbaarheid door verjaring wordt een onderscheid gemaakt tussen de verkrijgende en de bevrijdende verjaring. Voor de verkrijgende verjaring is vereist een onafgebroken termijn van bezit van tien jaar, waarbij degene die zich op het ontstaan van de erfdienstbaarheid beroept het bezit te goeder trouw moet hebben gehad. Als de verkrijger niet te goeder trouw was en de vordering tot beëindiging van het bezit die de rechthebbende tegen de bezitter had, door bevrijdende verjaring is teniet gegaan, ontstaat de erfdienstbaarheid door verloop van 20 jaar. Wil iemand na 10 jaar een erfdienstbaarheid door verjaring verkrijgen, dan moet bij de eis van het be Overleg werkgroep Destructie 3-10 Maatschappelijk Symposium Dierenwelzijn te Delft 6-10 Overleg Commissie ABRES Bestuursvergadering Stichting Weidegang ABC-platform bijeenkomst Vergadering Stichting Veemarkt Purmerend Presentatie landbouwreform - herziening GLB door Europese Commissie Bijeenkomst Subvention en Innovatie Centrum Duurzaam Bouwen: Het potentieel van het Nederlandse daklandschap PZ-commissie Melkveehouderij Deskundigendag Graslandvernieuwing en grondruil Werkgroep Actieplan Ammoniak Veehouderij te Den Bosch Vergadering Groep Nederlandse Veemarkten Overleg Commissie ABRES over antibioticaconvenant Werkgroepoverleg destructie Discussieavond met internationaal thema: ontwikkelingen zuivelprijzen Startbijeenkomst Proeftuin Natura 2000 Overijssel Gesprek met Elbert Dijkgraaf (SGP VKC EL&I) en gesprek met Rita Klapwijk (CU VKC EL&I) Hoorzitting Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV) Gesprek met J. Snijder, (VVD VKC EL&I), gesprek met Ger Koopmans (CDA VKC EL&I) en gesprek met Inez Staarink (beleidsmedew.) en dhr. H. van Gerven (SP VKC EL&I) e bijeenkomst Maatschappelijke Klankbordgroep Evaluatie Meststoffenwet PZ-commissie Boerderijmelk Overleg Natura 2000 provincie Gelderland zit dus worden opgeteld de eis dat hij te goeder trouw is. Deze goede trouw is in beginsel slechts aanwezig als de erfdienstbaarheid in de openbare registers is ingeschreven. Immers een bezitter is slechts dan te goeder trouw wanneer hij zich als rechthebbende beschouwt en zich ook redelijkerwijs als zodanig mocht beschouwen. Wanneer iemand niet te goeder trouw een erfdienstbaarheid bezit, verjaart door verloop van 20 jaar de rechtsvordering die de eigenaar tegen de bezitter van de erfdienstbaarheid heeft. Als de eigenaar niet de opheffing van de onrechtmatige toestand vordert, verspeelt hij zijn recht en wordt de aanvankelijk niet-rechthebbende rechthebbende tot de erfdienstbaarheid. Bij de twintigjarige verjaring geldt de eis van goede trouw dus niet, maar de eis van bezit blijft bestaan. Een probleem doet zich voor bij niet-voortdurende en niet-zichtbare erfdienstbaarheden, waarvan men (anders dan nu) onder het oude recht geen bezitter kon zijn en die men daardoor niet door verjaring kon verkrijgen. Het betreft in de praktijk vooral de erfdienstbaarheid van weg. Deze erfdienstbaarheid is immers niet voortdurend en niet steeds zichtbaar omdat degene die het recht uitoefent nu eenmaal niet de hele dag heen en weer op de weg loopt. Het bezit van deze nietvoortdurende en niet-zichtbare erfdienstbaarheden kan eerst worden verkregen met ingang van 1 januari De tien- of twintigjarige verjaringstermijn begint dus pas op die datum te lopen. Aangezien de eis van bezit essentieel is, zal de soep meestal niet zo heet gegeten worden dan ze wordt opgediend, wat in de praktijk veelal zal betekenen dat een beroep op verjaring niet zal slagen. Ligne Netwerk Notarissen, Oud Gastel Steenbergen 10

11 NMV actief in de stuurgroep ABRES Door het antibioticaconvenant te ondertekenen heeft de NMV inspraak gekregen bij het tot stand komen van een masterplan dat moet leiden tot een vermindering van antibioticagebruik in de veehouderij. Marius Bouwmeester, NMV- bestuurslid en voorzitter van de werkgroep Diergezondheid, zal de NMV in de stuurgroep ABRES vertegenwoordigen. Het doel van de NMV is om te komen tot een zo praktisch mogelijke invulling van het convenant. De inzet van de NMV is tweeledig. Allereerst moeten melkveehouders kunnen blijven beschikken over antibiotica waarmee, indien nodig, VAN DE VOORZITTER melkvee effectief en efficiënt kan worden behandeld. Daarnaast mogen melkveehouders niet onnodig opgezadeld worden met onnodige administratie- en registratielasten. De NMV ziet echter ook in, dat de sector haar verantwoordelijkheid moet nemen bij het terugdringen van het antibioticagebruik in de veehouderij. Het is immers in ieders belang dat de humane sector kan blijven beschikken over effectieve antibiotica. De NMV is positief over het feit dat stuurgroep ABRES rekening houdt met de behoefte in de praktijk. Om inzicht te krijgen in het gebruik van droogzetters in de melkveehouderij wordt op initiatief van de stuurgroep volgend jaar een groot onderzoek verricht onder 900 melkveehouders, dat gefinancierd wordt door het PZ en uitgevoerd wordt door de GD. Kritieke melkprijs Onlangs heeft het LEI de kritieke melkprijs voor 2010 berekend. Deze blijkt op 38,5 cent/kg melk te liggen. (En dus niet op 37 cent, zoals ik tijdens de ALV veronderstelde.) De kritieke melkprijs is die melkprijs die nodig is om aan alle betalingsverplichtingen te voldoen. Hierin zijn ook de aflossingen en privébestedingen meegenomen. In tegenstelling tot de ook door het LEI berekende kostprijs gaat de kritieke melkprijs uit van werkelijke betalingen en niet van berekende kosten. Dat maakt dat dit cijfer veel harder is en niet zomaar door critici onderuit gehaald kan worden als zijnde niet reëel of theoretisch. Het was dan ook verbazingwekkend dat Wim Thus, afdelingsdirecteur landbouw van de Rabobank, op de ALV van de NMV stellig beweerde dat melkveehouders met een melkprijs van 32 cent een goed inkomen moeten kunnen verdienen. Thus zou deze cijfers toch ook moeten kennen, en beter moeten weten. Aan de 32 cent die hij noemt zit helemaal geen fatsoenlijke onderbouwing vast. Het is een verwachte meerjarig gemiddelde melkprijs en de gedachte is dat de Nederlandse melkveehouder het hier maar voor moet kunnen. En veel melkveehouders zullen het hier ook best voor kunnen. Als je het geluk hebt gehad om voor weinig geld een groot bedrijf van je ouders over te nemen, of je bent uitgekocht en hebt met een dikke beurs een nieuw bedrijf opgestart, ja dan is het allemaal niet zo moeilijk. Ook oudere melkveehouders zonder opvolger die (nagenoeg) schuldenvrij hun tijd uitzingen kunnen best voor 32 cent melken. Maar is het reëel alle melkveehouders hiermee te vergelijken? Aan de kritische melkprijs van 38,5 cent ligt een gedegen berekening vast en als iemand beweert dat het voor minder kan, dan ook graag een berekening erbij. Natuurlijk vallen melkveebedrijven waar vaak veel grond in eigendom is bij een melkprijs van 32 cent niet om. In 2009 hebben de meesten het met een veel lagere melkprijs ook vol gehouden. Maar in veel gevallen wel door het tijdelijk stopzetten van de aflossingen of het afsluiten van een nieuwe lening. En daar zit hem nu juist het grote gevaar. In de berekening van de kritische melkprijs wordt uitgegaan van een jaarlijkse aflossing van 6,5%. Heel veel bedrijven lossen echter geen 6,5% af. Als iemand in plaats daarvan de helft aflost, kan hij met een veel lagere melkprijs uit de voeten. Indien vervolgens een nieuwe zware investering gedaan moet worden, is echter onvoldoende afgelost en stijgt zijn schuldenlast weer. We zien al jaren dat de gemiddelde schuld per kg melk bij de banken stijgt. Dus in feite wordt het tekort dat melkveehouders hebben door een te lage melkprijs opgelost door de schuld maar op te laten lopen. En dat is natuurlijk niet duurzaam en kan niet door blijven gaan. Voor een gezonde, duurzame melkveehouderij, waar perspectief is en waar voldoende opvolgers graag aan de slag gaan, is minimaal de kritieke melkprijs van 38,5 cent noodzakelijk. Ik hoop dat ook invloedrijke personen als Wim Thus dat in gaan zien en ook uit gaan dragen. Hans Geurts, voorzitter NMV 11 7

12 Agenda 21 november NMV-bestuursvergadering om uur in De Schakel, Nijkerk. Bleker moet verstek laten gaan op NMV-bijeenkomst 22, 23, 24 november Rundveerelatiedagen te Gorinchem Op 28 oktober zou staatssecretaris Bleker op een NMV-bijeenkomst in Marum spreken over de hervormingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Spijtig genoeg werd Bleker twee dagen voor deze bijeenkomst gevraagd de minister te vervangen tijdens de ministerraad op dezelfde dag. Uiteindelijk werd in de persoon van Kees Lever, directeur regionale zaken, een vervanger gevonden. Bij het ter perse gaan van deze Koebont was deze bijeenkomst nog niet achter de rug. In de Koebont van december kan daarom pas verslag worden gedaan van de bijeenkomst Hervorming zuivelbeleid: wat verandert er voor Nederlandse melkveehouders? Wanneer u graag eerder op de hoogte wil zijn van deze bijeenkomst verwijzen wij u naar de NMV-site: of naar de Facebookpagina van de NMV. Op de NMV-site vindt u actueel nieuws. Adressen NMV Secretariaat NMV Tabaksland 73, 4031 MH Ingen tel / fax info@nmv.nu Contactpersonen NMV Groningen: Steef Pronk, De Wilp, Drenthe: Johan Inberg, Koekange, Friesland: Harm Wiegersma, Rinsumageest, Flevoland: Laurens van Bavel, Zeewolde, Noord-Overijssel: Ronald van der Scheer, Kamperveen, Oost-Nederland: Marion Logtenberg, Baak, Rivierengebied: Peter van Beest, Lienden, Gelderse Vallei/Utrecht-Oost: Wim Verbeek, Resnwoude, Noord-Holland Noord: Sjaak Ruyter, Schagen, Gooi- en Vechtstreek: Jan Galesloot, Weesp, De Ronde Venen: Rene Wahle, Zevenhoven, Krimpenerwaard en Lopikerwaard: Chiel Markus, Papekop, tel Alblasserwaard en Vijfheerenlanden: Teunis Sterk, Hei- en Boeicop, Holland-West: Ard van der Harg, Pijnacker, Zuid-West: M. Bouwmeester, Bosschenhoofd, Maaskant, Limburg en Zuidoost-Brabant: Pieter Sommers, Elsendorp, U kunt zich aanmelden als lid of informatie aanvragen via de contact personen of bij het NMV-secretariaat. Foto Koebont : Roeland Koning 12 NMV op beurzen Ieder jaar is de NMV aanwezig op diverse landbouwbeurzen, zoals de afgelopen dagen in Hardenberg. Ook dit jaar is de NMV weer present op de Rundveerelatiedagen in Gorinchem op 22, 23 en 24 november. Dus ook hier kunt u in gesprek met de NMV. Welkom in de NMV-stand! Ledenactie MAINEnergie heeft inmiddels veel NMV-ers als vaste klant. De kracht van MAINEnergie zit in het persoonlijke contact en het vertrouwen van de klant. Onze zakelijke klanten profiteren niet alleen van onze gunstige tarieven, maar ook van onze service en advies op maat van hun eigen persoonlijke accountmanager. Als u klant wordt bij MAINEnergie profiteert u van onze scherpe tarieven en onze overstapservice. Wij nemen alle administratieve rompslomp uit handen en verzorgen de totale, naadloze overstap. Hierdoor blijft u voor, tijdens en na de overstap verzekerd van levering van stroom en gas. Wilt u net als vele andere collegabedrijven profiteren van scherpe energietarieven? Neem dan contact op met het Accountteam van MAINEnergie. U kunt ons telefonisch bereiken op of per via helpdesk@mainenergie.nl. Bent u nog geen lid van de NMV? En wilt u lid zijn van een organisatie waarin u kan meedenken, meepraten en meebeslissen? Word dan nu lid van de NMV, de sectorale belangenbehartiger van en voor melkveehouders waar uw inkomen en belang centraal staan, en u betaalt tot en met geen contributie! Wie nu lid wordt, kan kiezen uit een welkomstgeschenk: ontvang één van de prachtige De faire melk doeken gratis of kies voor een blauwe overall met op het voorzakje het logo van de NMV en op het achterpand: Inkomen, daar draait t om. Ook wanneer u uw collega lid maakt, beloont de NMV dit met één van de welkomstgeschenken. Geef u op bij het NMV-secretariaat, tel of via onze site www. nmv.nu. De NMV-overalls zijn ook te bestellen. Ze kosten 29,- per stuk, de verzendkosten bedragen 7,50. Verkrijgbaar in de maten 50, 52, 54, 56, 58, 60 en 62. De overalls zijn ook te bestellen in kindermaten 116, 128, 134, 140, 158 en 164. De kinderoveralls kosten 35,- per stuk.