SYLLABVS LATIJN D R. A D R I E V A N D E R L A A N

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SYLLABVS LATIJN D R. A D R I E V A N D E R L A A N"

Transcriptie

1 SYLLABVS LATIJN D R. A D R I E V A N D E R L A A N

2 We shall not cease from exploration And the end of all our exploring Will be to arrive where we started And know the place for the first time T.S. Eliot 2

3 Inhoudsopgave Uitdrukkingen... 5 Studiehandleiding Latijn-I... 7 Vormleer (morfologie)... 9 Zinsbouw (syntaxis) Lijst van grammaticale termen Nuttige links Zinsanalyse Teksten

4 4

5 Uitdrukkingen 1. Dies diem docet... Agricola 2. Res facit amicos... Plautus 3. Historia est testis temporum, lux veritatis, vita memoriae, magistra vitae... Cicero 4. Audere est facere... Tottenham Hotspurs 5. Errare humanum est 6. Ars est celare artem... Ovidius 7. Summum ius summa iniuria... Cicero 8. Varium et mutabile semper femina... Vergilius 9. Silent leges inter arma... Cicero 10. Mens sana in corpore sano... Iuvenalis 11. Cogito, ergo sum... Descartes 12. Veni, vidi, vici... Caesar 13. Caute...Spinoza 14. Tu quoque, Brute!... Caesar 15. Ubi bene, ibi patria... Cicero 16. Quot homines, tot sententiae... Terentius 17. E pluribus unum... Benjamin Franklin 18. Homo homini lupus... Hobbes < Plautus 19. Amor tussisque non celatur... Erasmus 20. Possunt, quia posse videntur... Vergilius 21. Docendo discimus... Seneca 22. Luctor et emergo... Zeeland 23. Morituri te salutant... Gladiator 24. Non omnia possumus omnes... Vergilius 25. Oderint, dum metuant... Accius 26. Per ardua ad astra... Cicero, Seneca 27. Video meliora proboque, deteriora sequor... Ovidius 28. Regibus boni quam mali suspectiores sunt... Sallustius 29. Summa scelera incipiuntur cum periculo, peraguntur cum praemio... Tacitus 30. Abusus non tollit usum 31. Verba volant, scripta manent 32. Veritas odium parit 33. Non scholae, sed vitae discimus 34. Concordia res publica crescit 5

6 6

7 Studiehandleiding Latijn I Colleges: 10 november 2009 tot en met 15 januari 2010 = wk wk 1 2 wanneer wat syllabus blz. wk 46 vormleer : zelfstandig naamwoord 9 zinsbouw : naamwoord : vorm & functie 23 wk 47 vormleer : werkwoord zinsbouw : werkwoord : persoonsvormen (persoon, getal, tijd, gezichtspunt, passieve vormen) wk 48 vormleer : regelmatige werkwoordsvormen zinsbouw : werkwoord : naamwoordelijke vormen (infinitivus, AcI) wk 49 vormleer : bijvoeglijk naamwoord trappen van vergelijking bijwoord zinsbouw : werkwoord : naamwoordelijke vormen (participium) wk 50 vormleer : voornaamwoorden (aanwijzend, betrekkelijk) zinsbouw : werkwoord: persoonsvormen (modus, imperativus, coniunctivus) wk 51 vormleer : voornaamwoorden (vragend, onbepaald, persoonlijk, bezittelijk) zinsbouw : zinsbouw de tekst wk 1 vormleer : werkwoordsvormen (gerundium, gerundivum) zinsbouw : werkwoord: naamwoordelijke vormen (gerundium, gerundivum) wk 2 vormleer : onregelmatige werkwoordsvormen (esse, posse, velle, nolle, malle, ire, fieri, ferre) zinsbouw : werkwoord: naamwoordelijke vormen (ablativus absolutus) hele blok bestuderen van Tore Janson, Latijn : Cultuur, Geschiedenis en Taal (Amsterdam 2004) woordenschat aanleren via Wellink s Basisvocabularium Latijn (Deurne 1997) wk 3 4 tentamina , ,

8 8

9 ZELFSTANDIG NAAMWOORD (ZN) Ieder zn is bepaald op drie manieren: 1. geslacht mannelijk (m) vrouwelijk (v) onzijdig (o) 2. getal enkelvoud (ev) meervoud (mv) 3. naamval nominativus (1) genitivus (2) dativus (3) accusativus (4) ablativus (5) Er zijn vijf verbuigingsgroepen voor zelfstandige naamwoorden: Groep I Geslacht Getal Naamval Getal Naamval vrouwelijk, ev nom puella mv nom puellae tenzij het om gen puellae gen puellarum een man gaat dat puellae dat puellis acc puellam acc puellas abl puella abl puellis Groep II Geslacht Getal Naamval Getal Naamval mannelijk ev nom servus mv nom servi gen servi gen servorum dat servo dat servis acc servum acc servos abl servo abl servis onzijdig ev nom donum mv nom dona gen doni gen donorum dat dono dat donis acc donum acc dona abl dono abl donis Groep III Geslacht Getal Naamval Getal Naamval mannelijk of ev nom rex mv nom reges vrouwelijk als gen regis gen regum nom/acc mv dat regi dat regibus eindigt op -es acc regem acc reges abl rege abl regibus onzijdig als nom/acc mv eindigt op a ev nom nomen mv nom nomina gen nominis gen nominum dat nomini dat nominibus acc nomen acc nomina abl nomine abl nominibus enkele mannelijke znn in groep II hebben een afwijkende nom ev die meestal eindigt op er (bijv. puer, magister, minister, liber, vesper en ook vir) de zesde naamval is de aanspreekvorm en altijd gelijk aan de eerste naamval, behalve bij een zn op -us in groep II : servus serve Marcus Marce Lucius Luci enkele znn in groep III wijken af in acc ev (-im), abl ev (-i) en gen mv (-ium) onzijdige znn op e (bijv. mare), -al (bijv. animal) of ar (bijv. calcar) wijken af in de abl ev (-i), nom/acc mv (-ia) en gen mv (-ium) een paar znn hebben een sterk onregelmatige verbuiging (bijv. vis) er zijn wel richtlijnen voor het geslacht van woorden in groep III, maar het handigste is om in een woordenboek het geslacht van een woord uit deze groep op te zoeken Groep IV Geslacht Getal Naamval Getal Naamval mannelijk ev nom manus mv nom manus gen manus gen manuum dat manui dat manibus acc manum acc manus abl manu abl manibus onzijdig ev nom cornu mv nom cornua gen cornus gen cornuum dat cornu dat cornibus acc cornu acc cornua abl cornu abl cornibus enkele znn op us in groep IV zijn vrouwelijk: manus, domus, Idus Groep V Geslacht Getal Naamval Getal Naamval vrouwelijk ev nom res mv nom res gen rei gen rerum dat rei dat rebus acc rem acc res abl re abl rebus het woord dies is mannelijk 9

10 BIJVOEGLIJK NAAMWOORD (BN) een bn sluit zich aan bij een zn en is daaraan gelijk in geslacht, getal en naamval een bn heeft een vaste bijwoordelijke vorm die nooit wordt verbogen een bn heeft trappen van vergelijking alle vergrotende trappen volgen de znn van groep III in alle naamvallen Er zijn twee hoofdgroepen bijvoeglijke naamwoorden: I longus, longa, longum Getal Naamval Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig ev nom longus longa longum gen longi longae longi dat longo longae longo acc longum longam longum abl longo longa longo mv nom longi longae longa gen longorum longarum longorum dat longis longis longis acc longos longas longa abl longis longis longis bnn uit groep I volgen in alle naamvallen de znn van groep I en II enkele bnn hebben een afwijkende nom ev mannelijk die eindigt op er, bijv. pulcher (pulchra, pulchrum) en miser (misera, miserum) II fortis, forte ingens bnn uit groep II volgen de znn van groep III, maar niet in alle naamvallen: ev abl : -i mv nom/acc onz : -ia mv gen : -ium enkele bnn hebben een afwijkende nom ev mannelijk die eindigt op er, bijv. acer (acris, acre) Bijvoeglijke vormen van een bn a. als een bijvoeglijke bepaling bij een zn: het bn zegt iets over het zn: gloriosus miles de beroemde soldaat pulcher equus het mooie paard b. als dubbelverbonden bepaling in een zin: het bn zegt iets over zowel de handeling als een ander naamwoord: servi irati salutem dicunt de slaven zeggen boos goeiedag te iratum facio ik maak jou kwaad Bijwoordelijke vorm van een bn een bijwoord wordt nooit verbogen een bijwoord slaat op een werkwoord of geeft een nadere bepaling bij een bn of bijwoord: miles fortiter pugnat de soldaat vecht dapper femina pulchre scribit de vrouw schrijft mooi bij koppelwerkwoorden (zijn, worden, e.a.) kan een bn als aanvulling in de nominativus staan (= naamwoordelijk deel van het gezegde), bijv. rex magnus est de koning is groot een bn kan zelfstandig in de zin staan, bijv. dives salutem dicit de rijkaard zegt goeiedag Getal Naamval m/v o m/v o ev nom fortis forte ingens ingens gen fortis fortis ingentis ingentis dat forti forti ingenti ingenti acc fortem forte ingentem ingens abl forti forti ingenti ingenti mv nom fortes fortia ingentes ingentia gen fortium fortium ingentium ingentium dat fortibus fortibus ingentibus ingentibus acc fortes fortia ingentes ingentia abl fortibus fortibus ingentibus ingentibus 10

11 TRAPPEN VAN VERGELIJKING Vergrotende trap longior = langer vrij lang te lang langst (van twee) longior quam = langer dan Overtreffende trap longissimus = langst zeer lang quam longissimus = zo lang mogelijk Vorming Verbuiging bn vergrotend overtreffend m/v o ior issimus longior longius longus longior longissimus longioris longioris fortis fortior fortissimus longiori longiori ingens ingentior ingentissimus longiorem longius longiore longiore pulcher pulchrior pulcherrimus miser miserior miserrimus longiores longiora acer acrior acerrimus longiorum longiorum longioribus longioribus facilis facilior facillimus longiores longiora similis similior simillimus longioribus longioribus De overtreffende trap (longissimus, a, um) wordt verbogen zoals longus, a, um Onregelmatige vormen bijvoeglijk bijwoordelijk bonus melior optimus goed bene melius optime malus peior pessimus slecht male peius pessime magnus maior maximus groot magne maius maxime parvus minor minimus klein parve minus minime multus plus plurimus veel multum plus plurimum BIJWOORD (BW) Bijwoordelijke vormen van het bn vergrotende trap overtreffende trap -e / -ter -ius -issime -e longus longe longius longissime pulcher pulchre pulchrius pulcherrime -iter fortis fortiter fortius fortissime ferox ferociter ferocius ferocissime -ter audax audacter audacius audacissime diligens diligenter diligentius diligentissime facilis facile facilius facillime bij sommige bnn wordt de acc. ev. gebruikt als bijwoord: multum = veel parum = weinig solum = slechts tantum = slechts bij sommige bnn wordt de abl. ev. gebruikt als bijwoord: cito = snel subito = plotseling onregelmatige bijwoorden: bene = goed male = slecht valde = zeer magnopere = zeer nimis = te 11

12 VOORNAAMWOORD (VNW) Aanwijzend deze, dit die, dat m v o m v o ev nom hic haec hoc ille illa illud gen huius huius huius illius illius illius dat huic huic huic illi illi illi acc hunc hanc hoc illum illam illud abl hoc hac hoc illo illa illo mv nom hi hae haec illi illae illa gen horum harum horum illorum illarum illorum dat his his his illis illis illis acc hos has haec illos illas illa abl his his his illis illis illis een derde aanwijzend vnw is iste, ista, istud iste, ista, istud wordt op dezelfde manier verbogen als ille, illa, illud soms heeft ille een positieve bijklank en iste een negatieve Aanwijzend deze, dit, die, dat m v o ev nom is ea id gen eius eius eius dat ei ei ei acc eum eam id abl eo ea eo mv nom ei eae ea gen eorum earum eorum dat eis eis eis acc eos eas ea abl eis eis eis is, ea, id worden ook vaak zelfstandig gebruikt = hij, zij, het afgeleid hiervan is idem, eadem, idem = dezelfde, hetzelfde idem, eadem, idem worden verbogen als is, ea, id + dem behalve: acc ev m eundem acc ev v eandem gen mv m/o eorundem gen mv v earundem Betrekkelijk die, dat m v o ev nom qui quae quod gen cuius cuius cuius dat cui cui cui acc quem quam quod abl quo qua quo mv nom qui quae quae gen quorum quarum quorum dat quibus quibus quibus acc quos quas quae abl quibus quibus quibus een betrekkelijk vnw komt altijd op twee manieren overeen met het naamwoord waarnaar het verwijst (= het antecedent): 1. in getal 2. in geslacht een betrekkelijk vnw hoeft met zijn antecedent niet overeen te komen in naamval. De naamval van het betrekkelijk vnw wordt namelijk bepaald door de functie die het betrekkelijk vnw heeft in de zin waarin het staat, terwijl de naamval van het antecedent wordt bepaald door de functie in de zin waarin dat antecedent staat. Het betrekkelijk vnw staat nooit in dezelfde zin als zijn antecedent. een betrekkelijk vnw kan ook aan het begin van een nieuwe zin staan, dat wil zeggen, het kan twee zelfstandige zinnen verbinden. Dit heet relatieve aansluiting. Voorbeelden: servus, qui vocat, magnus est de slaaf, die roept, is groot servus, quem video, fortis est de slaaf, die ik zie, is sterk femina, quae vocat, magna est de vrouw, die roept, is groot femina, quam video, fortis est de vrouw, die ik zie, is sterk virum, cui pecuniam das, video ik zie de man, aan wie jij geld geeft Filia ad domum venit. Quam pater accipit. De dochter komt naar huis. Vader ontvangt haar. 12

13 VOORNAAMWOORD (VNW) Vragend m/v o ev nom quis quid gen cuius cuius dat cui cui acc quem quid abl quo quo mv nom qui quae gen quorum quorum dat quibus quibus acc quos quae abl quibus quibus De vormen links hiernaast zijn van het zelfstandige vragende vnw bijv. Wie heeft gerend? Er zijn aparte vormen voor het bijvoeglijke vragende vnw bijv. Welke vrouw heeft gerend? De bijvoeglijke vormen zijn gelijk aan die van het betrekkelijk vnw. Onbepaald zelfstandig Bijvoeglijk m/v aliquis iemand m aliqui een (zekere) o aliquid iets v aliqua een o aliquod een m/v quidam iemand m quidam een o quiddam iets v quaedam een o quoddam een m/v quisquam iemand m ullus een o quicquam iets v ulla een o ullum een het onbepaalde vnw wordt verbogen zoals het vragende vnw voorvoegsels (ali-) en achtervoegsels (-dam, -quam, -que, -cumque) worden niet verbogen quisquam, quicquam (iemand, iets) en ook ullus, ulla, ullum (enige) komen alleen voor in combinatie met een ontkenning (bijvoorbeeld non) na si, nisi, num, ne gaat ali- niet met -quis mee, bijvoorbeeld: ne quid nimis = ne aliquid nimis = niets te (ofwel: alles met mate ) Persoonlijk nom ego tu x nos vos gen mei tui sui nostri vestri dat mihi tibi sibi nobis vobis acc me te se nos vos abl me te se nobis vobis het persoonlijke vnw wordt alleen gebruikt voor nadruk of duidelijkheid sui, sibi, se, se (zich) verwijzen altijd naar het onderwerp van de zin er zijn twee vormen voor de tweede naamval: i : mei, tui, sui, nostri, vestri : deze vormen komen alleen voor als gen. obiectivus : metus tui = angst voor jou (nooit : angst van jou / jouw angst) um : nostrum, vestrum : deze vormen komen alleen voor als gen. partitivus (die een groter geheel aangeeft) : aliqui nostrum = sommigen van ons de genitivus van het persoonlijke vnw duidt nooit de bezitter aan, daarvoor dient het bezittelijke vnw Bezittelijk meus tuus suus noster vester meus, tuus, suus worden verbogen zoals longus, longa, longum noster, vester worden verbogen zoals pulcher, pulchra, pulchrum het bezittelijke vnw gedraagt zich als een bn het komt dus overeen met het woord waar het bijhoort en wel in getal, geslacht en naamval suus, sua, suum slaat altijd terug op het onderwerp van de zin (zowel ev als mv): vir suam filiam videt = de man ziet zijn (eigen) dochter vir suos amicos videt = de man ziet zijn (eigen) vrienden femina suos amicos videt = de vrouw ziet haar (eigen) vrienden vir et femina suos amicos vident = de man en de vrouw zien hun (eigen) vrienden als de eigenaar niet het onderwerp van de zin is, wordt de tweede naamval van is, ea, id gebruikt, dus in het ev. eius en in het mv. eorum, earum: puer suos amicos videt = de jongen ziet zijn (eigen) vrienden puer suam sororem et eius amicos videt = de jongen ziet zijn (eigen) zus en haar vrienden 13

14 TELWOORDEN 1 unus 1e primus 11 undecim 11e undecimus 2 duo 2e secundus 12 duodecim 12e duodecimus 3 tres 3e tertius 13 tredecim 13e tredecimus 4 quattuor 4e quartus 14 quattuordecim 14e quartus decimus 5 quinque 5e quintus 15 quindecim 15e quintus decimus 6 sex 6e sextus 16 sedecim 16e sextus decimus 7 septem 7e septimus 17 septendecim 17e septimus decimus 8 octo 8e octavus 18 duodeviginti 18e duodevicesimus 9 novem 9e nonus 19 undeviginti 19e undevicesimus 10 decem 10e decimus 20 viginti 20e vicesimus 10 decem 10e decimus 100 centum 20 viginti 20e vicesimus 200 ducenti 30 triginta 30e trigesimus 300 trecenti 40 quadraginta 40e quadragesimus 400 quadringenti 50 quinquaginta 50e quinquagesimus 500 quingenti 60 sexaginta 60e sexagesimus 600 sescenti 70 septuaginta 70e septuagesimus 700 septingenti 80 octoginta 80e octogesimus 800 octingenti 90 nonaginta 90e nonagesimus 900 nongenti 100 centum 100e centesimus 1000 mille 2000 duo milia 3000 tria milia enz. Verbuiging van unus, duo, tres m v o m v o m/v o nom unus una unum duo duae duo tres tria gen unius unius unius duorum duarum duorum trium trium dat uni uni uni duobus duabus duobus tribus tribus acc unum unam unum duo(s) duas duo tres tria abl uno una uno duobus duabus duobus tribus tribus The New Yorker / Richard Decker,

15 WERKWOORD (WW) Persoonsvormen Persoonsvormen zijn op vijf punten bepaald: 1. Persoon: eerste, tweede, derde persoon = ik, jij, hij/zij/het 2. Getal: ev, mv 3. Tijd: praesens, imperfectum, futurum perfectum, plusquamperfectum, futurum exactum 4. Modus: indicativus, coniunctivus, imperativus 5. Perspectief: actief, passief Persoonsvorm = werkwoordstam + kenletter(s) + bindvocaal + persoonsuitgang niet in alle persoonsvormen zitten kenletters een bindvocaal is een klinker die tussen medeklinkers is gezet om de uitspraak te vereenvoudigen; niet in elke persoonsvorm zit een bindvocaal Er zijn drie werkwoordstammen waarmee in totaal negen tijden worden gemaakt: praesensstam perfectumstam voltooid deelwoord praesens actief praesens passief perfectum actief perfectum passief imperfectum actief imperfectum passief plusqmperf. actief plusqmperf. passief futurum actief futurum passief futur. exact. actief futur. exact. passief Werkwoordstammen praesensstam perfectumstam voltooid deelwoord a-stammen voca- vocav- vocatus e-stammen habe- habu- habitus imple- implev- impletus i-stammen audi- audiv- auditus Medeklinkerstammen hebben een onregelmatig perfectum en voltooid deelwoord. Dat geldt ook voor sommige werkwoorden uit de hierboven genoemde klinkerstammen. Persoonsuitgangen actief passief perfectum -o -m -r -or -i -s -ris -isti -t -tur -it -mus -mur -imus -tis -mini -istis -nt -ntur -erunt Stamgroepen De Latijnse werkwoorden zijn ingedeeld in vier stamgroepen: 1. a-stammen 2. e-stammen 3. medeklinkerstammen 4. i-stammen Ook is er een gemengde groep: werkwoorden waarvan de infinitivus doet vermoeden dat ze bij de groep van de medeklinkerstammen horen, maar die grotendeels worden vervoegd zoals de i-stammen. Een voorbeeld is capere (pakken) : capio (ik pak). Uiteraard zijn er onregelmatige werkwoorden, zoals in elke taal, en ook in het Latijn zijn het de usual suspects, bijvoorbeeld esse, posse, ire, fieri, ferre, velle Ten slotte zijn er werkwoorden die in het Latijn enkel passieve vormen hebben, maar een actieve betekenis. Deze werkwoorden heten deponentia (ev = deponens) 15

16 WERKWOORD praesensstam: voca actief passief indicativus coniunctivus indicativus coniunctivus praesens kenletter: e kenletter: e ik roep ik word geroepen voco vocem vocor vocer vocas voces vocaris voceris vocat vocet vocatur vocetur vocamus vocemus vocamur vocemur vocatis vocetis vocamini vocemini vocant vocent vocantur vocentur imperfectum kenletters: ba kenletters: re kenletters: ba kenletters: re ik riep ik werd geroepen vocabam vocarem vocabar vocarer vocabas vocares vocabaris vocareris vocabat vocaret vocabatur vocaretur vocabamus vocaremus vocabamur vocaremur vocabatis vocaretis vocabamini vocaremini vocabant vocarent vocabantur vocarentur perfectumstam: vocav actief passief indicativus coniunctivus indicativus coniunctivus perfectum kenletters: eri ik heb geroepen ik ben geroepen vocavi vocaverim vocatus sum vocatus sim vocavisti vocaveris vocatus es vocatus sis vocavit vocaverit vocatus est vocatus sit vocavimus vocaverimus vocati sumus vocati simus vocavistis vocaveritis vocati estis vocati sitis vocaverunt vocaverint vocati sunt vocati sint plusquamperf. kenletters: era kenletters: isse ik had geroepen ik was geroepen vocaveram vocavissem vocatus eram vocatus essem vocaveras vocavisses vocatus eras vocatus esses vocaverat vocavisset vocatus erat vocatus esset vocaveramus vocavissemus vocati eramus vocati essemus vocaveratis vocavissetis vocati eratis vocati essetis vocaverant vocavissent vocati erant vocati essent futurum kenletter: b kenletter: b ik zal roepen ik zal worden geroepen vocabo x vocabor x vocabis x vocaberis x vocabit x vocabitur x vocabimus x vocabimur x vocabitis x vocabimini x vocabunt x vocabuntur x futurum exactum kenletters: eri ik zal hebben geroepen ik zal zijn geroepen vocavero x vocatus ero x vocaveris x vocatus eris x vocaverit x vocatus erit x vocaverimus x vocati erimus x vocaveritis x vocati eritis x vocaverint x vocati erunt x 16

17 WERKWOORD praesensstam: habe actief passief indicativus coniunctivus indicativus coniunctivus praesens kenletter: a kenletter: a ik houd ik word gehouden habeo habeam habeor habear habes habeas haberis habearis habet habeat habetur habeatur habemus habeamus habemur habeamur habetis habeatis habemini habeamini habent habeant habentur habeantur imperfectum kenletters: ba kenletters: re kenletters: ba kenletters: re ik hield ik werd gehouden habebam haberem habebar haberer habebas haberes habebaris habereris habebat haberet habebatur haberetur habebamus haberemus habebamur haberemur habebatis haberetis habebamini haberemini habebant haberent habebantur haberentur perfectumstam: habu actief passief indicativus coniunctivus indicativus coniunctivus perfectum kenletters: eri ik heb gehouden ik ben gehouden habui habuerim habitus sum habitus sim habuisti habueris habitus es habitus sis habuit habuerit habitus est habitus sit habuimus habuerimus habiti sumus habiti simus habuistis habueritis habiti estis habiti sitis habuerunt habuerint habiti sunt habiti sint plusquamperf. kenletters: era kenletters: isse ik had gehouden ik was gehouden habueram habuissem habitus eram habitus essem habueras habuisses habitus eras habitus esses habuerat habuisset habitus erat habitus esset habueramus habuissemus habiti eramus habiti essemus habueratis habuissetis habiti eratis habiti essetis habuerant habuissent habiti erant habiti essent futurum kenletter: b kenletter: b ik zal houden ik zal worden gehouden habebo x habebor x habebis x habeberis x habebit x habebitur x habebimus x habebimur x habebitis x habebimini x habebunt x habebuntur x futurum exactum kenletters: eri ik zal hebben gehouden ik zal zijn gehouden habuero x habitus ero x habueris x habitus eris x habuerit x habitus erit x habuerimus x habiti erimus x habueritis x habiti eritis x habuerint x habiti erunt x 17

18 WERKWOORD praesensstam: mitt actief passief indicativus coniunctivus indicativus coniunctivus praesens kenletter: a kenletter: a ik zend ik word gezonden mitto mittam mittor mittar mittis mittas mitteris mittaris mittit mittat mittitur mittatur mittimus mittamus mittimur mittamur mittitis mittatis mittimini mittamini mittunt mittant mittuntur mittantur imperfectum kenletters: ba kenletters: re kenletters: ba kenletters: re ik zond ik werd gezonden mittebam mitterem mittebar mitterer mittebas mitteres mittebaris mittereris mittebat mitteret mittebatur mitteretur mittebamus mitteremus mittebamur mitteremur mittebatis mitteretis mittebamini mitteremini mittebant mitterent mittebantur mitterentur perfectumstam: mis actief passief indicativus coniunctivus indicativus coniunctivus perfectum kenletters: eri ik heb gezonden ik ben gezonden misi miserim missus sum missus sim misisti miseris missus es missus sis misit miserit missus est missus sit misimus miserimus missi sumus missi simus misistis miseritis missi estis missi sitis miserunt miserint missi sunt missi sint plusquamperf. kenletters: era kenletters: isse ik had gezonden ik was gezonden miseram misissem missus eram missus essem miseras misisses missus eras missus esses miserat misisset missus erat missus esset miseramus misissemus missi eramus missi essemus miseratis misissetis missi eratis missi essetis miserant misissent missi erant missi essent futurum kenletter: e kenletter: e ik zal zenden ik zal worden gezonden mittam x mittar x mittes x mitteris x mittet x mittetur x mittemus x mittemur x mittetis x mittemini x mittent x mittentur x futurum exactum kenletters: eri ik zal hebben gezonden ik zal zijn gezonden misero x missus ero x miseris x missus eris x miserit x missus erit x miserimus x missi erimus x miseritis x missi eritis x miserint x missi erunt x 18

19 WERKWOORD praesensstam: audi actief passief indicativus coniunctivus indicativus coniunctivus praesens kenletter: a kenletter: a ik hoor ik word gehoord audio audiam audior audiar audis audias audiris audiaris audit audiat auditur audiatur audimus audiamus audimur audiamur auditis audiatis audimini audiamini audiunt audiant audiuntur audiantur imperfectum kenletters: ba kenletters: re kenletters: ba kenletters: re ik hoorde ik werd gehoord audiebam audirem audiebar audirer audiebas audires audiebaris audireris audiebat audiret audiebatur audiretur audiebamus audiremus audiebamur audiremur audiebatis audiretis audiebamini audiremini audiebant audirent audiebantur audirentur perfectumstam: audiv actief passief indicativus coniunctivus indicativus coniunctivus perfectum kenletters: eri ik heb gehoord ik ben gehoord audivi audiverim auditus sum auditus sim audivisti audiveris auditus es auditus sis audivit audiverit auditus est auditus sit audivimus audiverimus auditi sumus auditi simus audivistis audiveritis auditi estis auditi sitis audiverunt audiverint auditi sunt auditi sint plusquamperf. kenletters: era kenletters: isse ik had gehoord ik was gehoord audiveram audivissem auditus eram auditus essem audiveras audivisses auditus eras auditus esses audiverat audivisset auditus erat auditus esset audiveramus audivissemus auditi eramus auditi essemus audiveratis audivissetis auditi eratis auditi essetis audiverant audivissent auditi erant auditi essent futurum kenletter: e kenletter: e ik zal horen ik zal worden gehoord audiam x audiar x audies x audieris x audiet x audietur x audiemus x audiemur x audietis x audiemini x audient x audientur x futurum exactum kenletters: eri ik zal hebben gehoord ik zal zijn gehoord audivero x auditus ero x audiveris x auditus eris x audiverit x auditus erit x audiverimus x auditi erimus x audiveritis x auditi eritis x audiverint x auditi erunt x 19

20 WERKWOORD Gebiedende wijs deponens ev mv ev mv a-stam voca vocate hortare hortamini e-stam habe habete verere veremini med.stam mitte mittite loquere loquimini i-stam audi audite orire orimini Soms hebben ww. een onregelmatig gevormde gebiedende wijs, bijv. fac, dic, duc, fer, ferte Belangrijke onregelmatige werkwoorden esse (zijn) posse (kunnen) indicativus coniunctivus indicativus coniunctivus praesens sum sim possum possim es sis potes possis est sit potest possit sumus simus possumus possimus estis sitis potestis possitis sunt sint possunt possint imperfectum eram essem poteram possem eras esses poteras posses erat esset poterat posset eramus essemus poteramus possemus eratis essetis poteratis possetis erant essent poterant possent futurum ero potero eris poteris erit poterit erimus poterimus eritis poteritis erunt poterunt perfectum fui enz. potui enz. (willen) (niet willen) (liever willen) velle nolle malle indic. coni. indic. coni. indic. coni. praesens volo velim nolo nolim malo malim vis velis non vis nolis mavis malis vult velit non vult nolit mavult malit volumus velimus nolumus nolimus malumus malimus vultis velitis non vultis nolitis mavultis malitis volunt velint nolunt nolint malunt malint imperf. volebam vellem nolebam nollem malebam mallem enz. enz. enz. enz. enz. enz. futurum volam nolam malam voles noles males enz. enz. enz. perf. volui nolui malui enz. enz. enz. ire (gaan) fieri (gebeuren) indic. coni. indic. coni. praesens eo eam fio fiam is eas fis fias it eat fit fiat imus eamus fimus fiamus itis eatis fitis fiatis eunt eant fiunt fiant imperf. ibam irem fiebam fierem enz. enz. enz. enz. futurum ibo fiam ibis fies enz. enz. perf. ii factus sum 20

21 WERKWOORD Het ww. ferre (dragen, brengen) wordt vrijwel volledig verbogen zoals elk ww. van de medeklinkerstam-groep, op een paar vormen na: indic. act. coni. act. indic. pass. coni. pass. praes. fero feram feror ferar fers feras ferris feraris fert ferat fertur feratur ferimus feramus ferimur feramur fertis feratis ferimini feramini ferunt ferant feruntur ferantur imperf. ferebam ferrem ferebar ferrer ferebas ferres ferebaris ferreris enz. enz. enz. enz. Participium = deelwoord tegenwoordig deelwoord a-stam vocans, -ntis vorm: praesensstam + (e)ns e-stam habens, -ntis medekl. stam mittens, -ntis i-stam audiens, -ntis voltooid deelwoord a-stam vocatus, a, um eigen vorm e-stam habitus, a, um e-stam completus, a, um medekl. stam onregelmatig i-stam auditus, a, um toekomend deelwoord a-stam vocaturus, a, um vorm: volt. deelw. us + urus e-stam habiturus, a, um e-stam completurus, a, um i-stam auditurus, a, um Infinitivus heden infinitivus praesens actief infinitivus praesens passief praesensstam + (e)re praesensstam + (r)i vocare mittere vocari mitti habere audire haberi audiri roepen geroepen worden verleden infinitivus perfectum actief infinitivus perfectum passief perfectumstam + isse ppp + esse vocavisse misisse vocatus esse missus esse habuisse audivisse habitus esse auditus esse geroepen hebben geroepen zijn toekomst infinitivus futurum actief infinitivus futurum passief participium futurum + esse ppp op um + iri vocaturus esse missurus esse vocatum iri missum iri habiturus esse auditurus esse habitum iri auditum iri zullen roepen geroepen zullen worden Gerundium = het werkwoord gebruikt als zelfstandig naamwoord = praesensstam + (e)nd a-stam e-stam medekl.stam i-stam gen vocandi habendi mittendi audiendi dat vocando habendo mittendo audiendo acc vocandum habendum mittendum audiendum abl vocando habendo mittendo audiendo Gerundivum = het werkwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord = praesensstam + (e)nd- m v o a-stam vocandus vocanda vocandum e-stam habendus habenda habendum medekl. stam mittendus mittenda mittendum i-stam audiendus audienda audiendum De vormen van het gerundivum worden verbogen zoals bijvoeglijke naamwoorden van de eerste groep (longus, longa, longum) 21

22 22

23 NAAMWOORD : VORM & FUNCTIE Hoofdfuncties eerste naamval nominativus onderwerp tweede naamval genitivus bijvoeglijke bepaling derde naamval dativus meewerkend voorwerp vierde naamval accusativus lijdend voorwerp vijfde naamval ablativus bijwoordelijke bepaling zesde naamval vocativus aanspreekvorm Nominativus Een woord(groep) in de eerste naamval heeft een van deze functies: 1. Onderwerp van de zin Caesar consul est 2. Verplichte aanvulling Caesar consul est Genitivus Een woord(groep) in de tweede naamval heeft een van deze functies: 1. Bijvoeglijke bepaling. De genitivus vormt een groep met een zn en kan aangeven: a. van wie iets is of waar het bijhoort amor matris = liefde van de moeder ianua templi = de deur van de tempel b. waaruit iets bestaat of waarvan het deel uitmaakt multitudo feminarum = een menigte vrouwen multum vini = veel wijn c. een eigenschap femina multae sapientiae = een vrouw met veel wijsheid d. tot wie iets is gericht amor matris = liefde voor de moeder 2. Verplichte aanvulling bij een ww. patris mei memini = ik herinner me m n vader 3. Verplichte aanvulling bij een bnw. iuris peritus = deskundig in het recht Dativus Een woord(groep) in de derde naamval heeft een van deze functies: 1. Meewerkend voorwerp. De dativus kan aangeven: a. aan wie/wat de handeling wordt verricht pater filiae panem dat = de vader geeft brood aan de dochter b. voor wie/wat de handeling is bestemd mater filio librum scribit = de moeder schrijft een boek voor de zoon c. tegen wie/wat de handeling is gericht rex hostibus bellum infert : de koning voert oorlog tegen de vijanden 2. Verplichte aanvulling bij een ww. canis domino fidet = de hond vertrouwt het baasje 3. Verplichte aanvulling bij een bnw. Ada matri similis est = Ada lijkt op haar moeder 4. Doel van de handeling rex milites praesidio relinquit = ter bescherming laat de koning soldaten achter 5. De handelende persoon (vooral bij gerundiva of passieve ww.vormen) bono viro honesta quaeruntur = door een goede man wordt het eervolle nagestreefd mihi epistola scribenda est = door mij moet een brief worden geschreven Accusativus Een woord(groep) in de vierde naamval heeft een van deze functies: 1. Lijdend voorwerp epistolam scribo = ik schrijf een brief discipulos docet Latinam linguam = hij onderwijst z n leerlingen Latijn 2. Onderwerp in de zogenaamde ACI-constructie 3. Bijwoordelijke bepaling als antwoord op de vraag: a. waarheen? domum venit = zij komt naar huis b. hoe lang? multos annos regnavit = zij is vele jaren koningin geweest c. hoe ver? multa milia passuum ambulant = ze wandelen vele mijlen Ablativus Een woord(groep) in de vijfde naamval heeft een van deze functies: 1. Bijwoordelijke bepaling met informatie over: a. plaats: waarvandaan? Roterodamo venit = ze komt uit Rotterdam waar? Roterodamo nata est = ze is geboren in Rotterdam waarlangs? ponte Erasmi venit = hij komt over de Erasmusbrug b. tijd: wanneer? aestate felix est = s zomers is ze gelukkig in hoeveel tijd? duobus diebus me invenit = ze vond me in twee dagen c. manier: waarmee? stilo scribit = ze schrijft met een pen waardoor? sole illuminatur = het wordt verlicht door de zon hoe? silentio legimus = wij lezen in stilte magna lascivia vivit = hij leeft erg losbandig in welke mate? multo peior = veel slechter in welk opzicht? sapientia antecellit = ze blinkt uit in wijsheid NB. voor de ablativus absolutus, zie naamwoordelijke werkwoordsvormen 2. Bijvoeglijke bepaling. De abl. vormt een groep met een zn en geeft een eigenschap aan uxor magna prudentia = een erg verstandige echtgenote 3. Verplichte aanvulling bij een ww. vita fruimini = jullie genieten van het leven 4. Verplichte aanvulling bij een bnw. vita dignae haec res sunt = deze dingen zijn het leven waardig 5. Aanvulling na een vergrotende trap Erasmus Hugone Grotio senior est = Erasmus is ouder dan Hugo de Groot 23

24 WERKWOORD : PERSOONSVORMEN Persoon en getal Persoon en getal komen tot uitdrukking in de persoonsuitgang. Het persoonlijke vnw. wordt alleen gebruikt voor nadruk. Tijd 1. Verleden tijden: perfectum imperfectum plusquamperfectum Het perfectum is de meest gebruikte tijd voor het verleden. Het perfectum wordt gebruikt voor veranderingen in een toestand en voor ontwikkelingen in een verhaal, kortom, voor de actie en de feiten. Het perfectum is de neutrale tijd om iets uit het verleden weer te geven. Let op: Om onderscheid te maken tussen perfectum en imperfectum, vertalen we het perfectum hier steeds als een voltooid tegenwoordige tijd (vocavit = ze heeft geroepen), maar dat is niet het wezenlijke verschil; vocavit is even goed te vertalen als ze riep. Het imperfectum wordt gebruikt om een toestand, een situatie uit het verleden aan te geven, kortom, voor achtergrondinformatie, voor context. Het imperfectum benadrukt de tijdsduur. Het is dus geen neutrale tijd om het verleden weer te geven. Voorbeeld: vocabat = ze was aan het roepen, of: ze bleef roepen, of: ze probeerde te roepen, of: ze riep steeds. Het plusquamperfectum wordt gebruikt om de voorverleden tijd aan te duiden (vocaverat = ze had geroepen). Om een tekst te verlevendigen, kan voor een beschrijving van het verleden ook de tegenwoordige tijd worden gebruikt (praesens historicum) of de infinitivus van het praesens (infinitivus historicus). 2. Toekomende tijden: futurum futurum exactum Het futurum duidt een gebeurtenis in de toekomst aan. Het futurum exactum duidt een gebeurtenis in de toekomst aan die vooraf zal gaan aan een andere gebeurtenis in de toekomst. Bijvoorbeeld: Si scripserim, epistolam mittam = Ik zal de brief sturen, als ik m zal hebben geschreven. Het schrijven gaat vooraf aan het sturen, maar beide gebeurtenissen liggen in de toekomst. Het futurum exactum kennen we in het Nederlands niet, omdat we minder zorgvuldig formuleren. Wij zouden zeggen: Ik zal de brief versturen, als ik m heb geschreven. Perspectief Het verschil tussen actieve en passieve bewoordingen is een verschil in perspectief. Actieve vormen benaderen de handeling vanuit de handelende persoon. Passieve vormen benaderen de handeling vanuit degene die de handeling ondergaat. Het lijdend voorwerp in een actieve formulering wordt het onderwerp in een passieve formulering. Bij passieve werkwoordsvormen wordt de oorzaak (door) aangeduid in de ablativus (Roterodamum bello deletum est), de dader (door) met het voorzetsel a/ab + ablativus (Roterodamum a Germanis deletum est). Gebruik van passieve vormen 1. Vaak wordt de handelende persoon niet genoemd. Je kunt dan op twee manieren vertalen: a. femina vocatur = de vrouw wordt geroepen = men roept de vrouw b. domum reditur = er wordt naar huis teruggekeerd = men keert naar huis terug 2. De handeling heeft betrekking op het onderwerp, dat wil zeggen, het onderwerp is eigenlijk ook lijdend voorwerp: filius lavatur = de zoon wast zich 3. Deponens (ev) Deponentia (mv) Sommige Latijnse ww. hebben alleen passieve vormen, maar een actieve betekenis: mater filium hortatur = moeder spoort haar zoon aan mater filium hortata est = moeder spoorde haar zoon aan philosophus cerebro utitur = een filosoof gebruikt z n hersenen Roterodamum Erasmo usum est = Rotterdam heeft Erasmus gebruikt Een voltooid deelwoord van een deponens kan ook gelijktijdigheid uitdrukken, terwijl voltooide deelwoorden van gewone ww. alleen voortijdigheid uitdrukken. Sommige werkwoorden zijn halve deponentia, dat wil zeggen: ze hebben een actieve praesensstam en een passieve perfectumstam (met actieve betekenis): audere ausus sum = durven solere solitus sum = gewend zijn fidere fisus sum = vertrouwen Modus Het Latijn kent drie modi (wijzen): indicativus, coniunctivus en imperativus. De indicativus stelt vast, presenteert een feit: objectieve weergave. De coniunctivus presenteert het standpunt van de spreker: subjectieve beleving. De imperativus is de gebiedende wijs: opdracht, verzoek. Coniunctivus De spreker neemt afstand van de werkelijkheid, hij geeft z n eigen beleving weer. In onze taal gebruiken we de coniunctivus niet meer, behalve in vaste uitdrukkingen zoals Leve de koningin. In het Duits is de coniunctivus nog wel gebruikelijk, bijv. in de journalistiek om een uitspraak ondubbelzinnig voor rekening van de geciteerde te laten komen: Die Kanzlerin sagt, Kanada sei wunderschön = Merkel zegt dat volgens haar Canada erg mooi is. Als je een coniunctivus tegenkomt, stel jezelf dan altijd de volgende vragen: 1. Staat de coniunctivus (a) in een hoofdzin of (b) in een bijzin? 2. a. Hoofdzin: welke tijd? b. Bijzin: verplicht of niet verplicht? 24

25 Coniunctivus (vervolg) Bij het vertalen van de coniunctivus moet je kiezen voor een omschrijving. Voor je keuze zijn van belang: 1. Staat de coniunctivus in een hoofdzin of in een bijzin? (Zie hieronder.) 2. In welke tijd staat de coniunctivus? a. Praesens = heden/toekomst = mogelijkheid, waarschijnlijkheid Si librum habeat, illum legat = Stel, ze heeft een boek, dan zal ze dat wel lezen b. Imperfectum = heden = onwerkelijk Si librum haberet, illum legeret = Als ze een boek had, zou ze dat wel lezen c. Plusquamperfectum = verleden = onwerkelijk Si librum habuisset, illum legisset = Als ze een boek had gehad, had ze het wel gelezen Bij het maken van een keuze voor de vertaling/interpretatie van de coniunctivus kan alleen de context je helpen. Let daarbij op kleine signaalwoorden. Coniunctivus in de hoofdzin 1. Praesens aansporing hoc faciat laat ze dit doen verbod ne hoc facias doe dit niet wens (utinam) hoc faciat hopelijk doet ze dit mogelijkheid hoc faciat ze zou dit kunnen doen waarschijnlijkheid hoc faciat ze zal dit wel doen twijfel (in vragen) quid faciam? wat moet ik doen? 2. Perfectum verbod ne hoc feceris doe dit niet 3. Imperfectum irreële wens (utinam) hoc faceret deed ze dit maar irreële situatie hoc faceret (si...) ze deed dit vast wel (als...) 4. Plusquamperfectum irreële wens (utinam) hoc fecisset had ze dit maar gedaan irreële situatie hoc fecisset (si...) ze had dit vast wel gedaan (als...) Coniunctivus in de bijzin 1. Verplicht De coniunctivus in de bijzin is verplicht als: a. de bijzin begint met cum = toen, nadat, omdat, hoewel medicus cum venisset, adiuvit = toen de dokter was gekomen, hielp hij cum medicus venisset, non iuvit = hoewel de dokter was gekomen, hielp hij niet cum medicus esset, iuvit = omdat hij dokter was, hielp hij b. de bijzin begint met ut = opdat, zodat do, ut des = ik geef, opdat jij geeft aeger est, ut domi maneat = ze is ziek, zodat ze thuis blijft non aeger est, ut non domi maneat = ze is niet ziek, zodat ze niet thuis blijft c. de bijzin begint met ne = opdat niet do, ne des = ik geef, opdat jij niet geeft d. de bijzin begint met quin = dat (na een ontkenning in de hoofdzin) non dubitat, quin legere possis = ze betwijfelt niet, dat je kunt lezen e. de bijzin een afhankelijke/indirecte vraag is rogat, quid putes = ze vraagt, wat jij vindt na werkwoorden van angst, gevaar, risico e.d. begint de bijzin altijd met ne; voor ontkenningen wordt in zulke gevallen ne non gebruikt: timeo, ne venias = ik ben bang, dat je komt timeo, ne non venias = ik ben bang, dat je niet komt ut kan zowel opdat als zodat betekenen, maar ne alleen opdat niet 2. Niet verplicht In alle andere gevallen is de coniunctivus niet verplicht. Hij voegt dan een extra nuance toe die tot uiting moet komen in de vertaling. a. In bijvoeglijke bijzinnen, dus zinnen die beginnen met een betrekkelijk vnw: 1. Doel, bedoeling rex legatos misit, qui auxilium peterent = de koning stuurde gezanten, die om hulp moesten vragen 2. Reden Newton, qui orator non esset, pauca locutus est = Newton zei weinig, omdat hij geen spreker was 3. Nadrukkelijke bijvoeglijke bepaling Newton non est, qui multa dicat = Newton is niet iemand, die veel zegt b. Na quod, quia om expliciet een subjectieve reden aan te geven Germanis bellum intulimus, quia nobis nihil restaret = we hebben de Germanen de oorlog verklaard, omdat ons niets anders restte (volgens ons, in onze ogen) 25

26 WERKWOORD : NAAMWOORDELIJKE VORMEN Een naamwoordelijke werkwoordsvorm is tegelijk werkwoord (ww) en naamwoord (nw). Als ww kan hij een woordgroep vormen met objecten en bepalingen. Als nw neemt hij de functie van een znw of bnw aan. Infinitivus Infinitivus, infinitivuswoordgroep en ACI hebben in de zin de functies van een zn als onderwerp of als lijdend voorwerp. 1. Onderwerp errare humanum est = vergissen is menselijk librum legere humanum est = een boek lezen is menselijk in sole librum legere humanum est = in de zon een boek lezen is menselijk homines libros legere constat = het staat vast dat mensen boeken lezen 2. Lijdend voorwerp legere volo = ik wil lezen in sole librum legere volo = ik wil een boek lezen in de zon me librum legere velle putas = jij denkt dat ik een boek wil lezen Accusativus Cum Infinitivo = ACI Een ACI bestaat uit een infinitivus(woordgroep) met een accusativus als onderwerp daarvan: navis venit = nominativus + persoonsvorm videmus navem venire = persoonsvorm + accusativus + infinitivus Een ACI hangt altijd af van een persoonsvorm. De accusativus en de infinitivus zijn de twee vaste herkenningspunten in de ACI, ongeacht de hoeveelheid bepalingen die zijn toegevoegd: navem hodie magnum in portum celebris Roterodami celeriter venire videmus = we zien het schip vandaag snel naar de grote haven van roemrucht Rotterdam komen. Infinitivi in de ACI Praesens actief feminam virum vocare video = ik zie dat de vrouw de man roept feminam virum vocare vidi = ik zag dat de vrouw de man riep Praesens passief virum vocari video = ik zie dat de man wordt geroepen virum vocari vidi = ik zag dat de man werd geroepen Perfectum actief feminam virum vocavisse video = ik zie dat de vrouw de man heeft geroepen feminam virum vocavisse vidi = ik zag dat de vrouw de man had geroepen Perfectum passief virum vocatum esse video = ik zie dat de man is geroepen virum vocatum esse vidi = ik zag dat de man was geroepen Futurum actief feminam virum vocaturam esse video = ik zie dat de vrouw de man zal roepen feminam virum vocaturam esse vidi = ik zag dat de vrouw de man zou roepen Futurum passief feminam vocatum iri video = ik zie dat de vrouw zal worden geroepen feminam vocatum iri vidi = ik zag dat de vrouw zou worden groepen de infinitivus van het perfectum passief en de infinitivus van het futurum actief komen in de ACI vaak voor zonder esse Participium = Deelwoord Het participium is tegelijk een werkwoord (ww) en een bijvoeglijk naamwoord (bn). Als ww vormt het een groep met objecten en bepalingen. Als bn sluit het zich aan bij een ander naamwoord in geslacht, getal en naamval. rex populis victis parcit = de koning spaart de overwonnen volkeren Vaak staat het participium als dubbelverbonden bepaling in de zin: rex vocans venit = de koning komt roepend rex vocans uxorem venit = de koning komt, terwijl hij z n vrouw roept Evenals een infinitivus kan ook een participium een woordgroep met meerdere bepalingen vormen. In de praktijk gebeurt dit vooral in het perfectum (dus met voltooide deelwoorden). praesens: uxorem intrantem rex vocat = de koning roept z n vrouw die binnenkomt perfectum: uxorem vocatam rex salutat = de koning groet z n vrouw die is geroepen deponens: uxorem ingressam rex salutat = de koning groet z n vrouw, nadat ze is binnengekomen persoonvormen van het perfectum passief en het plusquamperfectum passief bestaan uit een voltooid deelwoord met een persoonsvorm van esse; deze persoonsvorm van esse wordt nogal eens weggelaten, zodat alleen het deelwoord overblijft dat dan dus een persoonsvorm is! het toekomend deelwoord kan aangeven dat iemand zal, maar ook dat iemand van plan is om te of op het punt staat om te of voorbestemd is om te het participium kan zelfstandig worden gebruikt, zoals elk bn: morituri te salutant = zij die gaan sterven, groeten u soms ligt de nadruk op de handeling die door het participium wordt uitgedrukt: laesa maiestas = het schenden van de majesteit = majesteitsschennis 26

27 WERKWOORD : NAAMWOORDELIJKE VORMEN Ablativus absolutus = abl. abs. Een abl. abs. bestaat uit een naamwoord en een participium(woordgroep) in de ablativus. Een abl. abs. vormt een bijwoordelijke bepaling in de zin. Het wezenlijke verschil met andere participiumwoordgroepen is dat de abl. abs. grammaticaal volledig losstaat van de rest van de zin. Vandaar z n naam: absolutus = losgemaakt. Het naamwoord in de abl. abs. heeft dus geen andere grammaticale taak in de zin, het heeft alleen een taak als onderdeel van de abl. abs. praesens: viro vocante rex intrat = terwijl de man roept, komt de koning binnen viro filium vocante rex intrat = terwijl de man z n zoon roept, komt de koning binnen perfectum: viro ad uxorem ducto filius abiit = toen de man naar zijn vrouw was gebracht, vertrok de zoon deponens: rege ingresso vir uxorem vocavit = toen de koning was binnengekomen, riep de man z n vrouw Een dubbelverbonden bepaling kan op diverse manieren worden vertaald: a rege vocatus = door de koning geroepen = toen/nadat/wanneer hij is geroepen = omdat/hoewel hij is geroepen Hetzelfde geldt voor de ablativus absolutus. ND-vormen 1. Gerundium Het gerundium is het ww. gebruikt als zelfstandig naamwoord. Er zijn vier vormen, afhankelijk van de functie die het gerundium heeft in de zin: gen bibendi ars de kunst van het drinken dat bibendo operam dat ze doet moeite voor het drinken acc ad bibendum tempus est het is tijd om te drinken abl bibendo tempus fugit de tijd vervliegt door het drinken Als het ww. de functie van onderwerp of lijdend voorwerp heeft, wordt de infinitivus gebruikt: bibere facile est = drinken is gemakkelijk bibere amat = ze houdt van drinken 2. Gerundivum Het gerundivum is het ww. gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Er zijn evenveel vormen als bij een gewoon bijvoeglijk naamwoord. Het gerundivum komt op twee manieren voor: a. Gerundivumwoordgroep Bij ww. die een lijdend voorwerp kunnen hebben (transitieve ww.), kan een gerundivumwoordgroep worden gebruikt in plaats van een gerundium + lijdend voorwerp: ars gerendi bellum = de kunst van het oorlog voeren = ars gerendi belli tempus bibendi aquam = de tijd van het water drinken = tempus bibendae aquae De gerundivumwoordgroep wordt in dezelfde functies gebruikt als het gerundium: gen aquae bibendae ars de kunst van het water drinken dat aquae bibendae operam dat ze doet moeite voor het water drinken acc ad bibendam aquam tempus est het is tijd voor het water drinken abl bibenda aqua tempus fugit de tijd vervliegt door het water drinken b. Gerundivum van verplichting Als aanvulling in de nominativus bij het ww. esse geeft het gerundivum aan dat iets moet worden gedaan. In dit geval is het gerundivum ook in getal en geslacht gelijk aan het onderwerp van de zin: aqua bibenda est = er moet water worden gedronken bellum gerendum est = de oorlog moet worden gevoerd Dit gerundivum van verplichting is altijd passief. Handelende personen worden aangegeven door een dativus of door het voorzetsel a/ab + ablativus: aqua mihi bibenda est = ik moet water drinken a praeside bellum gerendum est = de president moet oorlog voeren Bij ww. die geen lijdend voorwerp kunnen hebben (intransitieve ww.), is een gerundivum van verplichting altijd onzijdig, zonder onderwerp: cenandum est = er moet worden gedineerd tibi cenandum est = jij moet dineren tibi pecuniae parcendum est = jij moet bezuinigen Een gerundivum kan ook als een zuiver bnw. worden gebruikt: bellum horrendum = een huiveringwekkende oorlog 27

28 ZINSBOUW Een lange samengestelde zin heet een periode. Een periode is een combinatie van één of meer hoofdzinnen, bijzinnen en woordgroepen. Het is meestal moeilijker om de woordgroepen in een zin te herkennen dan om bijzinnen te onderscheiden. Let daarom bij het analyseren van een periode op alle werkwoordsvormen, want niet alleen persoonsvormen, maar alle werkwoordvormen zijn de sleutel tot het ontdekken van de zinsopbouw. Voor het vormen van een zin heb je minimaal een persoonsvorm nodig. Voor alle andere functies in een zin kunnen bijzinnen worden gebruikt. Iedere persoonsvorm heeft een onderwerp, maar dat onderwerp hoeft niet expliciet in de zin te zijn uitgedrukt. Het kan opgesloten zijn in de persoonsvorm zelf (audit = zij hoort). De aard van het werkwoord (ww.) bepaalt of er andere aanvullingen kunnen zijn: 1. ww. zonder aanvulling, zoals dormire, surgere, ridere (slapen, opstaan, lachen) 2. ww. met als aanvulling een naamwoord in de nominativus regina est = ze is koningin rex habetur = hij wordt beschouwd als koning 3. ww. met als aanvulling een naamwoord in de genitivus matris suae meminit = ze herinnert zich haar moeder 4. ww. met als aanvulling een naamwoord in de dativus matri suae credit = ze gelooft haar moeder 5. ww. met als aanvulling een naamwoord in de accusativus a. één aanvulling : accusativus feminam videt = ze ziet de vrouw b. twee aanvullingen : accusativus + dativus feminae librum dat = ze geeft de vrouw een boek c. twee aanvullingen : accusativus + accusativus discipulos linguam docet = ze leert de leerlingen een taal d. twee aanvullingen : accusativus + ablativus Graecos libertate spoliat = hij berooft de Grieken van vrijheid e. twee aanvullingen : accusativus + genitivus eum laesae maiestatis damnat = ze veroordeelt hem voor majesteitsschennis 6. ww. met als aanvulling een naamwoord in de ablativus sole utitur = ze gebruikt de zon ww. met betekenissen als maken tot, beschouwen als, noemen, zich betonen gaan ook vergezeld van twee aanvullingen in de accusativus. In dit geval is de tweede aanvulling geen lijdend voorwerp, maar een zogenaamde dubbelverbonden bepaling, d.w.z. een bepaling die verbonden is met zowel het lijdend voorwerp als de persoonsvorm: sapientem Cartesius se praebet = Descartes betoont zich slim (doet zich slim voor) 7. ww. met als aanvulling een infinitivus(woordgroep) als lijdend voorwerp libros legere solet = ze is gewend om boeken te lezen 8. ww. met als aanvulling een ACI als lijdend voorwerp reginam vivere gaudes = je bent blij dat de koningin leeft sommige ww. kunnen als aanvulling een infinitivus of ACI als lijdend voorwerp hebben: legere volo = ik wil lezen te legere volo = ik wil dat jij leest (want: ik wil jou lezen is onzin) te ridere volo = ik wil dat jij lacht onpersoonlijke uitdrukkingen kunnen een inf. of ACI als aanvulling als onderwerp hebben: libros legere necesse est = boeken lezen is nodig te libros legere necesse est = jij moet boeken lezen 9. ww. met als aanvulling een bijzin a. een bijzin die met ut of ne kan beginnen hortamur, ut bibatis = we sporen jullie aan om te drinken hortatur, ne bibas = ze spoort je aan om niet te drinken b. een bijzin die alleen met ne kan beginnen (na ww. van angst, gevaar, verhindering) timet, ne bibas = ze is bang, dat jij drinkt impedit, ne bibas = ze belet, dat jij drinkt Bij deze ww. begint de bijzin met quin of quominus, als de hoofdzin ontkennend is: non impedimus, quin bibatis = we beletten niet, dat jullie drinken ESSE Sommige werkwoorden hebben verschillende betekenissen afhankelijk van de aanvulling waarmee ze gepaard gaan. Het ingewikkeldst is esse. 1. met een aanvulling in de nominativus a. diverse passieve persoonsvormen (vocatus sum) b. infinitivus futurum actief (vocaturus esse) c. gerundivum van verplichting (aqua est bibenda) d. naamwoord als aanvulling als onderwerp (rex pater est) 2. met een aanvulling in de genitivus : kenmerk, eigenschap res nullius momenti est = de zaak is van geen belang boni civis est oboedire = een burger hoort te gehoorzamen 3. met een aanvulling in de dativus a. één aanvulling : bezit est tibi domus = er is voor jou een huis = jij hebt een huis b. twee aanvullingen : doel, strekking domus tibi cordi est = het huis gaat jou ter harte tuum ingenium tibi honori est = je karakter strekt jou tot eer 28

Samenvatting Latijn Grammatica t/m les 19

Samenvatting Latijn Grammatica t/m les 19 Samenvatting Latijn Grammatica t/m les 19 Samenvatting door een scholier 664 woorden 9 maart 2017 7,6 18 keer beoordeeld Vak Methode Latijn Disco Naamwoord Zelfstandig naamwoord Groep 1 Groep 2 Groep 3

Nadere informatie

De verbuiging/uitgangen van Iuppiter.

De verbuiging/uitgangen van Iuppiter. De Miminumlijst Latijn en het woordenboek La/Ne (AUP) Suzanne Adema In onderstaande tabel staat van alle onderdelen van de Minimimlijst Latijn of ze terug te vinden zijn in het La/Ne van Amsterdam University

Nadere informatie

De geslachtsregels van de a-, o-, u- en e-stammen, inclusief de uitzonderingen manus en domus. Van de medeklinkerstammen de regels:

De geslachtsregels van de a-, o-, u- en e-stammen, inclusief de uitzonderingen manus en domus. Van de medeklinkerstammen de regels: De minimumlijst Latijn bestaat uit drie delen: I vormleer, II syntaxis en III stilistische middelen. Deel I en II bevatten een opsomming van de taalkundige verschijnselen die kandidaten moeten kennen en

Nadere informatie

Grammaticablad Latijn

Grammaticablad Latijn Zelfstandige naamwoorden = onderwerp = meewerkend voorwerp = lijdend voorwerp = bijwoordelijke bepaling = bijvoeglijke bepaling De woorden uit de derde groep met een meervoud op -a n altijd ondig. De woorden

Nadere informatie

OVERZICHT ZELFSTANDIG NAAMWOORD

OVERZICHT ZELFSTANDIG NAAMWOORD OVERZICHT ZELFSTANDIG NAAMWOORD NAAMVAL / DECLINATIE dochter heer oorlog stad naam enkelvoud 1 e declinatie 2 e declinatie 3 e declinatie nominativus filia dominus bellum urbs -- nomen -- genitivus filiae

Nadere informatie

Ik weet wat ik doe! Hand-out bij workshop Inès Koudijs

Ik weet wat ik doe! Hand-out bij workshop Inès Koudijs Ik weet wat ik doe! Hand-out bij workshop Inès Koudijs 16-09-2016 Verzuipen, watertrappelen of zwemmen? ehaal je zwemdiploma Latijn of Grieks! Met de insteek van een diploma, of (met eigen vereisten) krijgen

Nadere informatie

LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN!

LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN! LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN! 1 2 Inhoud Verantwoording.... 9 Waarom Latijn?... 12 Van niets tot wereldmacht.... 15 Latijn heeft Europa voor de eerste maal verenigd... 15 Een mythisch begin... 15 Het

Nadere informatie

Inhoud. Verantwoording. Waarom Latijn? Van niets tot wereldmacht.

Inhoud. Verantwoording. Waarom Latijn? Van niets tot wereldmacht. Inhoud Verantwoording. Waarom Latijn? Van niets tot wereldmacht. Les 1. De uitspraak. De zin. Het werkwoord. De naamvallen. Inleiding Tekst 1. Tekst 1.1 Les 2 Aemulatio. De genitivus. De geslachten van

Nadere informatie

De imperativus... 2 De dativus... 2 Gebruik van de dativus... 2 De vocativus... 2 De Romeinse goden... 2 Tekst Tekst

De imperativus... 2 De dativus... 2 Gebruik van de dativus... 2 De vocativus... 2 De Romeinse goden... 2 Tekst Tekst LANG LEVE LATIJN! Inhoud Verantwoording.... 2 Waarom Latijn?... 2 Van niets tot wereldmacht.... 2 Latijn heeft Europa voor de eerste maal verenigd.... 2 Een mythisch begin.... 2 Het begin van Rome....

Nadere informatie

LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN!

LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN! LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN! Inhoud Verantwoording.... 7 Waarom Latijn?... 9 Van niets tot wereldmacht.... 11 Latijn heeft Europa voor de eerste maal verenigd.... 11 Een mythisch begin.... 11 Het

Nadere informatie

HET VOORNAAMWOORD. 1. Persoonlijk voornaamwoord. a) Het persoonlijk voornaamwoord van de 1ste en 2de persoon. 1 persoon. 2 persoon

HET VOORNAAMWOORD. 1. Persoonlijk voornaamwoord. a) Het persoonlijk voornaamwoord van de 1ste en 2de persoon. 1 persoon. 2 persoon 1. Persoonlijk voornaamwoord HET VOORNAAMWOORD a) Het persoonlijk voornaamwoord van 1ste en 2 persoon ste 1 persoon Nom. ego (ik) nos (wij) Voc. -- -- Gen. mei nostri, nostrum Dat. mihi nobis Acc. me nos

Nadere informatie

http://www.schoolsamenvatting.nl/ De site voor samenvattingen GRAMMATICA LATIJN

http://www.schoolsamenvatting.nl/ De site voor samenvattingen GRAMMATICA LATIJN GRAMMATICA LATIJN INHOUDSOPGAVE Zelfstandige naamwoorden. 1 Bijvoeglijke naamwoorden.. 2 Bijwoorden. 3 Voornaamwoorden 3 Werkwoord 6 Praesensstam Actief. 6 Participium Praesens Actief 7 Praesensstam Passief

Nadere informatie

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren  CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE Werkwoorden vervoegen 1. De infinitief In de woordenlijst vinden we de woorden altijd in dezelfde vorm. Deze vorm, die we het grondwoord noemen, is voor een werkwoord de infinitief..

Nadere informatie

Leren van woorden Herhalen en consolideren van kennis van woorden uit leerjaar 1 en 2.

Leren van woorden Herhalen en consolideren van kennis van woorden uit leerjaar 1 en 2. Leerlijn Latijn Leerjaar 3 ( zelfstandige gymnasia klas 3, scholengemeenschap klas 4) - heeft betrekking op leerstof - heeft betrekking op vaardigheden Kernconcept Inhoud Eisen aan de leerling Activiteit

Nadere informatie

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren http://lycipedia.lyceumgenk.be CAPUT PRIMUM. De uitspraak van het Latijn

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren http://lycipedia.lyceumgenk.be CAPUT PRIMUM. De uitspraak van het Latijn CAPUT PRIMUM De uitspraak van het Latijn 1) Pegasus p. 12: het Latijn en zijn dochtertalen Kaart 1 : Het Latijn (de taal van Latium) werd gesproken in het Romeinse rijk. Kaart 3 : Het Latijn leeft voort

Nadere informatie

Inhoud Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury

Inhoud Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury Inhoud 1 Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury a Sanoma company I lingua latina Lingua Latina Romeinse cijfers Het Latijnse alfabet Uitspraak van het Latijn Woordsoorten

Nadere informatie

Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2

Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2 Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2 OEFENINGEN OP DE ESSE EN POSSE 1. Noem de persoon, het getal en geef weer met het juiste onderwerp. persoon en getal vertaling (met O) sumus est possum potes sunt

Nadere informatie

b. bij i-/medeklinkerstammen staat er -a- of -e- voor de uitgang. ELO-opdrachten week 49/50

b. bij i-/medeklinkerstammen staat er -a- of -e- voor de uitgang. ELO-opdrachten week 49/50 ELO-opdrachten week 49/50 A I. Op herhaling! Maak een lijstje van alle tegenwoordige deelwoorden (participia praesentis) uit tekst 20.B. Geef naamval, getal en geslacht en ga met behulp van het nakijkmodel

Nadere informatie

Samenvatting Latijn Grammatica

Samenvatting Latijn Grammatica Samenvatting Latijn Grammatica Samenvatting door een scholier 3411 woorden 11 november 2008 5,4 173 keer beoordeeld Vak Methode Latijn Fortuna 1. Latijn Grammatica Fortuna a. Hoofdstuk 3 Lidwoord: Het

Nadere informatie

BIJBELS GRIEKS LES 8

BIJBELS GRIEKS LES 8 Pagina:1 8.1 De aoristus medium Voordat we zo het lezen van een stuk uit Johannes 3 gaan voorbereiden eerst nog de aoristus medium en de conjunctivus en het woordje Hieronder vindt u nog naast elkaar de

Nadere informatie

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse

Nadere informatie

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus ZELFSTANDIG NAAMWOORD Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus BIJVOEGLIJK

Nadere informatie

Het gebruik van de conjunctivus

Het gebruik van de conjunctivus Het gebruik van de conjunctivus Bij het gebruik van de conjunctivus is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen de conjunctivus die in de hoofdzin staat en de conjunctivus die in de bijzin staat.

Nadere informatie

Begrippenlijst Latijn Grammatica

Begrippenlijst Latijn Grammatica Begrippenlijst Latijn Grammatica Begrippenlijst door Luna-genevieve 1209 woorden 13 mei 2019 0 keer beoordeeld Vak Methode Latijn Phoenix Onregelmatige Werkwoorden: Esse Zijn Posse Kunnen Sum fui possum

Nadere informatie

Samenvatting Latijn Klas 2, 3 en 4

Samenvatting Latijn Klas 2, 3 en 4 Samenvatting Latijn Klas 2, 3 en 4 Samenvatting door een scholier 931 woorden 5 januari 2006 4,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Latijn Via Nova Onregelmatige Werkwoorden: Esse Zijn Posse Kunnen Sum fui

Nadere informatie

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 2

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 2 pagina:1 2.1 Opnieuw werkwoorden Bestudeer de volgende zinnetjes Petrus Iesum videt Iesum videt = Petrus ziet Jezus = Hij / zij ziet Jezus Maria et Martha Iesum vident = Maria en Martha zien Jezus Iesum

Nadere informatie

ELO opdrachten les 9 Bestudeer eerst pagina

ELO opdrachten les 9 Bestudeer eerst pagina ELO opdrachten les 9 Bestudeer eerst pagina 67-69. 1. herhaling van het praesens, perfectum en imperfectum ken je nog de vormen van het praesens en van de andere verleden tijden, het imperfectum en perfectum?

Nadere informatie

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek

Nadere informatie

TalencentrumBarneveld.nl. LATIJN Herhaling 1. (les 1 t/m 5)

TalencentrumBarneveld.nl. LATIJN Herhaling 1. (les 1 t/m 5) pagina:1 Dit is de eerste herhalingsles. In deze les worden de belangrijkste zaken uit de eerste vijf lessen herhaald. Neemt u deze lessen nog eens goed door. Ook de opgaven met de uitwerkingen. Veel succes!

Nadere informatie

Grammaticablad Latijn

Grammaticablad Latijn Zelfstandige naamwoorden = onderwerp = meewerkend voorwerp = lijdend voorwerp = bijwoordelijke bepaling = bijvoeglijke bepaling De woorden uit de derde groep met een meervoud op -a n altijd ondig. De woorden

Nadere informatie

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden

Nadere informatie

Eindexamen Grieks vwo 2005-II

Eindexamen Grieks vwo 2005-II 4.1 Beoordelingsmodel voor de vragen Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Tekst 1 Een Grieks gezantschap in Syracuse 1 µ µ (regel 3-4). Wanneer alleen als antwoord is

Nadere informatie

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT QUARTUM TAALSTUDIE

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren  CAPUT QUARTUM TAALSTUDIE CAPUT QUARTUM TAALSTUDIE DE LAATSTE NAAMVALLEN: de DATIEF en de ABLATIEF: morfologie uitgangen 1 e klasse datief ablatief m. enk. m. mv v. enk. v. mv. o. enk. o. mv Uitgangen 2 e klasse m. + v. enk. m.

Nadere informatie

HANDLEIDING DIDASKO. Grieks / Latijn

HANDLEIDING DIDASKO. Grieks / Latijn HANDLEIDING DIDASKO Grieks / Latijn INHOUDSOPGAVE Installatie 1 Indeling scherm 1 WERKING 2-6 Openen 2 Instellen vensters 2 Woord 2 Woordenlijst 2 Notities 2 Printen / bewaren 3 Grammatica 3 Rechter muisknop

Nadere informatie

LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE

LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE nieuw en anders Natuurlijk ken je Julius Caesar, de Romeinse generaal die tweeduizend jaar geleden Gallië veroverde. Maar heb je wel eens goed naar zijn naam gekeken? Het eerste

Nadere informatie

Inhoud. Jan Brams - Wendy Geerts - Kristien Hulstaert Eliane Lammens - Wim Moreau - Bram Roosen. geef meer dan les

Inhoud. Jan Brams - Wendy Geerts - Kristien Hulstaert Eliane Lammens - Wim Moreau - Bram Roosen. geef meer dan les Inhoud 2 Jan Brams - Wendy Geerts - Kristien Hulstaert Eliane Lammens - Wim Moreau - Bram Roosen geef meer dan les Repetitio umbra De onderwereld Een vervelende mug (naar Vergilius) Een Tantaluskwelling

Nadere informatie

GRIEKSE TAAL EN LITERATUUR VWO

GRIEKSE TAAL EN LITERATUUR VWO GRIEKSE TAAL EN LITERATUUR VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2015 juni 2014 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Grammaticaoverzicht Lingua Latina deel 1 en 2

Grammaticaoverzicht Lingua Latina deel 1 en 2 Grammaticaoverzicht Lingua Latina deel 1 en 2 Zelfstandig naamwoord Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 ev nom amica servus templum homo nomen exercitus gen amicae servi templi hominis nominis exercitus dat

Nadere informatie

ELO opdrachten les 13

ELO opdrachten les 13 ELO opdrachten les 13 De ELO opdrachten van les 13 bestaan uit 4 onderdelen. Je mag zelf bepalen in welke volgorde je deze maakt. Noteer de titels van elk onderdeel wel steeds in je schrift. De verschillende

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 7. Persoonlijke voornaamwoorden zijn we al eerder tegengekomen. Hier vindt u ze in alle naamvallen.

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 7. Persoonlijke voornaamwoorden zijn we al eerder tegengekomen. Hier vindt u ze in alle naamvallen. pagina:1 7.1 Het persoonlijk voornaamwoord Persoonlijke voornaamwoorden zijn we al eerder tegengekomen. Hier vindt u ze in alle naamvallen. ik/ wij jij/ jullie hij zij het enkelv. N. ego tu is ea id G.

Nadere informatie

BIJBELS GRIEKS LES 11

BIJBELS GRIEKS LES 11 Pagina:1 11.1 Nieuwe verbuigingen Straks zult u de "bergrede" gaan lezen. In deze bergrede komt het woordje "berg" voor. Het Griekse woord voor "de berg" is. Dit woord is onzijdig en wordt niet als verbogen.

Nadere informatie

De coniunctivus in de hoofdzin.

De coniunctivus in de hoofdzin. De coniunctivus in de hoofdzin. Het gebruik van de coniunctivus zorgt vooral voor problemen in de hoofdzin. De coniunctivus kan op vele manieren gebruikt worden. Het is dus zaak dat je ieder gebruik goed

Nadere informatie

Eindexamen latijn vwo 2004-I

Eindexamen latijn vwo 2004-I 4.1 Beoordelingsmodel voor de vragen Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 punt toegekend. Tekst 1 1 (parere populo Romano) coacta (regel 1) Indien quae aan het antwoord is toegevoegd,

Nadere informatie

LES 16 HET ACTIVUM EN PASSIVUM VAN AUDIRE A. GRAMMATICA. Activum

LES 16 HET ACTIVUM EN PASSIVUM VAN AUDIRE A. GRAMMATICA. Activum LES 16 HET ACTIVUM EN PASSIVUM VAN AUDIRE A. GRAMMATICA Activum Praesens Imperfectum Futurum audĭo audiēbam audĭam audis audiēbas audĭes audit audiēbat audĭet audimus audiebāmus audiēmus audītis audiebātis

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Formuleren

Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door Luca 1052 woorden 28 maart 2016 8,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling; Tautologie; Pleonasme; Contaminatie;

Nadere informatie

a. Leerlingen kiezen de brieftypen en talige verschijnselen uit lijsten

a. Leerlingen kiezen de brieftypen en talige verschijnselen uit lijsten Aan de docent Tijdens de VCN Nazomerconferentie in 2014 hebben we in onze lezing over het examenpensum Latijn 2015: Epistula genera multa, brieftypen tekstlinguïstiek en vertalen beargumenteerd dat leerlingen

Nadere informatie

De ira, 3.36 (deel 3, blz. 39)

De ira, 3.36 (deel 3, blz. 39) De ira, 3.36 (deel 3, blz. 39) 5. Dagelijks zelfonderzoek Het voorbeeld van Sextius Omnes sensus perducendi sunt ad firmitatem; 159 sensus nom mv (van de manus groep) perducendi sunt gerundivum van verplichting

Nadere informatie

Elementaire grammatica van het Latijn

Elementaire grammatica van het Latijn Middenschool Ninove Koninklijk Atheneum Ninove Onderwijs van de Vlaamse gemeenschap Elementaire grammatica van het Latijn Eerste, tweede en derde graad Opgesteld door P. Pieters en N. Croux INHOUDSTAFEL

Nadere informatie

DISCO I LES 1 16 AANTEKENINGEN BIJ DE GRAMMATICA

DISCO I LES 1 16 AANTEKENINGEN BIJ DE GRAMMATICA DISCO I LES 1 16 AANTEKENINGEN BIJ DE GRAMMATICA STRABRECHT COLLEGE GELDROP Harrie W. M. Habets - MMXII DISCO I aantekeningen bladzijde 1 I N H O U D S O P G A V E 0 Mijn eerste Latijn [2] 1 Uitspraak

Nadere informatie

De grammatica van les 17

De grammatica van les 17 De grammatica van les 17 De coniunctivus in de hoofdzin streefzinnen (ne): zinnen waarin aangegeven wordt dat iets bereikt wil worden: aansporing adhortativus laten verbod prohibitivus moeten wens optativus

Nadere informatie

MANSIO PRIMA. A Woordenschat

MANSIO PRIMA. A Woordenschat MANSIO PRIMA A Woordenschat 1. een ander hoog 2. weg leven 3. vrolijk breed, wijd 4. veilig heel 5. overal waar 6. geliefd helder, beroemd 7. toch eindelijk, tenslotte 8. hoeveel zoveel 9. afwezig zijn,

Nadere informatie

Examen VWO. Latijn. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2015 tijdvak 2 woensdag 17 juni 9.00-12.00 uur Latijn Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 21 vragen en een vertaalopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen.

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

De zin onderwerp gezegde Opdracht 1.

De zin onderwerp gezegde Opdracht 1. De zin Hij loopt. is een van de kortste zinnen die je kunt bedenken. Een zin bestaat in ieder geval uit een onderwerp (hij) en een gezegde (loopt). Natuurlijk kun je veel langere zinnen bedenken, maar

Nadere informatie

BIJBELS GRIEKS HERHALING 2

BIJBELS GRIEKS HERHALING 2 Pagina:1 Her. 2.1 Inleiding In deze les herhalen we de belangrijkste zaken uit les 6 t/m 10. Leest u voordat u verder gaat met deze les eerst de theorie van de lessen 6 t/m 10 nog eens grondig door! Her.

Nadere informatie

6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling

6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei 2016 6.2 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Paragraaf 1 Dubbel op Onjuiste herhaling 2x een voorzetsel wordt gebruikt, maar 1 overbodig

Nadere informatie

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting door een scholier 2255 woorden 17 juli 2006 5,6 431 keer beoordeeld Vak Frans Présent ( Tegenwoordige tijd ). De présent is de tegenwoordige tijd.

Nadere informatie

LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE deel I. de zelfstandige naamwoorden van de derde declinatie

LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE deel I. de zelfstandige naamwoorden van de derde declinatie LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE deel I de zelfstandige naamwoorden van de derde declinatie In deze les maak je kennis met een nieuw type Latijnse zelfstandige naamwoorden. Ze doen hetzelfde als de woorden die

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

DE BIJWOORDELIJKE BIJZIN Is een zin die de waarde heeft van een bijwoordelijke bepaling

DE BIJWOORDELIJKE BIJZIN Is een zin die de waarde heeft van een bijwoordelijke bepaling DE BIJWOORDELIJKE BIJZIN Is een zin die de waarde heeft van een bijwoordelijke bepaling A. De tijdbepalende bijzin 1. voegwoorden met een indicatief a. - simul ac, simul atque : zodra - ubi (primum), ut

Nadere informatie

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden

Nadere informatie

5,2. Cultuur. Samenvatting door een scholier 3331 woorden 22 april keer beoordeeld

5,2. Cultuur. Samenvatting door een scholier 3331 woorden 22 april keer beoordeeld Samenvatting door een scholier 3331 woorden 22 april 2008 5,2 26 keer beoordeeld Vak Methode Latijn Via Nova Samenvatting Latijn Hoofdstuk 1 t/m Hoofdstuk 8 Via Nova Hoofdstuk 1 Domus = een rijk huis Een

Nadere informatie

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 vrijdag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Latijn. tijdvak 1 vrijdag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2014 tijdvak 1 vrijdag 23 mei 9.00-12.00 uur Latijn Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen en een vertaalopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen.

Nadere informatie

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven. 1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind

Nadere informatie

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8. Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands NL Blok

Samenvatting Nederlands NL Blok Samenvatting Nederlands NL Blok 3+4+5+6 Samenvatting door een scholier 1867 woorden 23 september 2008 3,3 9 keer beoordeeld Vak Nederlands Blok 3 Weet je het nog? Bij zinsontleding je een zin in een vaste

Nadere informatie

Tekst 5 ., ; + overtreffende trap. ' =. Verbinden

Tekst 5 ., ; + overtreffende trap. ' =. Verbinden Tekst 5 Socrates krijgt vroeg in de ochtend in de gevangenis bezoek van zijn vriend Crito. Omdat Socrates nog ligt te slapen, heeft hij zijn binnenkomst niet meteen opgemerkt. Zodra hij wakker is, begint

Nadere informatie

VOORWOORD. René van Royen

VOORWOORD. René van Royen VOORWOORD Priscianus was een knappe man. Toen Rome lang geleden nog een rijk was, leerde hij de kinderen in zijn klas Latijn. Hij gaf dus les, maar wat hij in de klas vertelde schreef hij ook op. Zo ontstond

Nadere informatie

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer

Nadere informatie

Overweging Bij de vergelijking van vrouwen gaat het om het gedrag van de vrouwen en niet om hun schoonheid.

Overweging Bij de vergelijking van vrouwen gaat het om het gedrag van de vrouwen en niet om hun schoonheid. Correctieadvies VCN CE Latijn 2012 De leerplansectie Latijn van de VCN heeft de verslagen van de correctiebijeenkomsten in Delft, Den Bosch en Zwolle met elkaar vergeleken en publiceert op basis van de

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 9. De futur van het werkwoord kunnen (posse) is dan makkelijk te onthouden.

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 9. De futur van het werkwoord kunnen (posse) is dan makkelijk te onthouden. pagina:1 9.1 De futur van het werkwoord zijn en kunnen. We gaan nog even verder met de behandeling van de futur. De futur van het werkwoord zijn (esse) luidt als volgt : ero, eris, erit, erimus, eritis,

Nadere informatie

Grammaticablad Latijn

Grammaticablad Latijn Zelfstandige naamwoorden = onderwerp = meewerkend voorwerp = lijdend voorwerp = bijwoordelijke bepaling = bijvoeglijke bepaling De woorden uit de derde groep met een meervoud op -a n altijd ondig. De woorden

Nadere informatie

PTA Latijn Leerjaar 1 2013-2014

PTA Latijn Leerjaar 1 2013-2014 PTA Latijn Leerjaar 03-04 Periode Periode Periode Leerstof Weging toets Weging voor Disco les t/m 4. De Romeinen: hun taal en cultuur. De wereld van de goden Tekst: Jupiter en zijn broers, Jupiter en zijn

Nadere informatie

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk

Nadere informatie

blz. verwijzen naar Kosmos 1 Woorden en Grammatica, 2006 1 e druk

blz. verwijzen naar Kosmos 1 Woorden en Grammatica, 2006 1 e druk Grieks Klas Periode Periode PTA 0 03 blz. verwijzen naar Kosmos Woorden en Grammatica, 006 e druk Kosmos Het Griekse schrift, les A en B Het Griekse schrift (voor de kerstvakantie) Grammatica: Grieks alfabet

Nadere informatie

Eindexamen Grieks vwo 2005-I

Eindexamen Grieks vwo 2005-I 4.1 Beoordelingsmodel voor de vragen Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Tekst 1 Alexander op bezoek in Athene 1 D 2 (toen) hij Alexandros (met de desbetreffende missie)

Nadere informatie

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De

Nadere informatie

TalencentrumBarneveld.nl. (In deze les zullen we bij de coniunctivus-vormen steeds de klemtoon aangeven!)

TalencentrumBarneveld.nl. (In deze les zullen we bij de coniunctivus-vormen steeds de klemtoon aangeven!) pagina:1 8.1 Plusquamperfectum Passief (In deze les zullen we bij de coniunctivus-vormen steeds de klemtoon aangeven!) De vervoeging van de pqp pss is makkelijk. Zeker als u eerst nog eens even in les

Nadere informatie

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 5

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 5 pagina:1 5.1 Aanwijzende voornaamwoorden (1) hic servus vinum emit = deze slaaf koopt wijn deze (hic) is een aanwijzend voornaamwoord. voorbeelden: hoc servum punit = hij straft deze slaaf dominum huius

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

jaarplan Latijn 4 lestijden.xlsx

jaarplan Latijn 4 lestijden.xlsx Referentie leerplan : D/2011/7841/001 JAARPLAN LATIJN EERSTE GRAAD EERSTE JAAR 4 UUR PER WEEK Handboek : Ars Legendi Vestibulum: taalboek, leesboek, woordenlijst Voeten: Bij het begin van elke les worden

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren  CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE STRUCTUUR VAN DE ZIN: DE BIJVOEGLIJKE BEPALING Pegasus p. 78-79 We kunnen een zin verdelen in... Sommige zinsdelen kunnen verder onderverdeeld worden in... Het belangrijkste woord

Nadere informatie

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 1

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 1 pagina:1 1.1 Inleiding Deze cursus is bestemd voor al diegenen die Latijnse teksten willen leren lezen. Voor het volgen van deze cursus is geen speciale vooropleiding noodzakelijk. Wel is enige kennis

Nadere informatie

Coniunctivus in de hoofdzin

Coniunctivus in de hoofdzin Aantekening door S. 1744 woorden 2 oktober 2016 8.5 6 keer beoordeeld Vak Latijn Latijn Coniunctivus in de hoofdzin Gebruik Praesens: Twijfel (wat moet ik doen?) Wens (Mogen de goden ons helpen.) - Utinam

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen -b fl41..- 1 rair î ; : ; - / 0 t- t-, 9 S QURrz 71 1 t 5KM 1o r MALNBERG St 4) 4 instapkaarten ji - S 1,1 1 thema 5 1 les 2 S S S - -- t. Je leert hoe je van het hele werkwoord een voltooid deelwoord

Nadere informatie

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen. Zinsdelen Nederlands Bijvoeglijke bepaling Bijwoordelijke bepaling Lijdend voorwerp Meewerkend voorwerp Naamwoordelijk gezegde Onderwerp Persoonsvorm Voorzetselvoorwerp Werkwoordelijk gezegde Bijvoeglijke

Nadere informatie

1

1 3a www.mevrouwzus.wordpress.com 1 1. pv= persoonsvorm 2. = zinsdeel 3. wwg = werkwoordelijk gezegde 4. nwg = naamwoordelijk gezegd 5. ond = onderwerp 6. lv = lijdend voorwerp 7. mv = meewerkend voorwerp

Nadere informatie

Voordat ik je uitleg wat voornaamwoorden zijn, wil ik je vragen of je bij het lezen van de onderstaande zinnen een plaatje voor je ziet.

Voordat ik je uitleg wat voornaamwoorden zijn, wil ik je vragen of je bij het lezen van de onderstaande zinnen een plaatje voor je ziet. Voornaamwoorden Door Henk Wolf. Groningen, 2014. In dit artikeltje leer je wat voornaamwoorden zijn, welke soorten voornaamwoorden er bestaan en welke kenmerken elk van die soorten heeft. Wat zijn voornaamwoorden?

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

1 keer beoordeeld 4 maart 2018 7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands formuleren

Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 maart 2016 7,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Samenvatting formuleren Par 1 dubbelop

Nadere informatie

PTA Soort toets Gewicht eindrapport

PTA Soort toets Gewicht eindrapport PTA leerjaar Grieks Klas PTA 07 08 Soort toets ARGO thema OLYMPOS les 6 tot en met 0 gemiddelde so s x Periode Taal: Zelfstandig naamwoord- verbuigingsgroep en Naamval en functie : genitivus Zelfstandig

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Correct formuleren

Samenvatting Nederlands Correct formuleren Samenvatting Nederlands Correct formuleren Samenvatting door L. 781 woorden 11 december 2012 1 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling VZ wordt twee keer gebruikt.

Nadere informatie

Toets grammaticale termen met sleutel

Toets grammaticale termen met sleutel Schrijf Vaardig 1, 2 en 3 Methode met grammaticale opbouw voor anderstaligen Toets grammaticale termen met sleutel Marilene Gathier u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2012 Deze toets hoort bij

Nadere informatie

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed. Regels werkwoordspelling In dit bestand worden de 5 werkwoordsvormen uitgelegd. Het gaat om: 1. Tegenwoordige tijd 2. Verleden tijd 3. Voltooid deelwoord 4. Onvoltooid deelwoord 5. Bijvoeglijk gebruikt

Nadere informatie