Samenvatting Latijn Grammatica

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Latijn Grammatica"

Transcriptie

1 Samenvatting Latijn Grammatica Samenvatting door een scholier 3411 woorden 11 november ,4 173 keer beoordeeld Vak Methode Latijn Fortuna 1. Latijn Grammatica Fortuna a. Hoofdstuk 3 Lidwoord: Het Latijn heeft geen lidwoord. In een vertaling moet het vaak aangevuld worden. Onderwerp en naamwoordelijk deel van het gezegde. Onderwerp (subject) en naamwoordelijk deel van het gezegde (praedicaatsnomen) zijn functies van een zin. Uitgangen In het Latijn kan een zelfstandig naamwoord (substantivum) verschillende uitgangen hebben. ( deus deum) Naamvallen Een ander woord voor vorm is naamval Verschil in uitgang van een woord wordt verklaard door de functie van het woord in de zin. Verschil in vorm wijst op een andere naamval. Onderwerp subject deus nominativus Nominativus wordt ook gebruikt als woord de functie heeft van naamwoordelijk deel van het gezegde praedicaatsnomen Lijdend voorwerp object deum accusativus herkenbaar aan de uitgang m Vorm of naamval Functie ( woord of zinsdeel in een zin heeft een functie) Nominativus 1. onderwerp ( subject) 2. naamwoordelijk deel van het gezegde ( praedicaatsnomen) Accusativus lijdend voorwerp ( object) herkenbaar aan de uitgang -m Niet iedere Latijnse zin heeft een onderwerp. Je moet dan een onderwerp aanvullen. Meestal is dat het onderwerp van de zin ervoor. ( In Italia Mars regnat: galeam habet. In Italië regeert Mars, hij heeft een helm.) Werkwoorden (verbum) 3de persoon enkelvoud (singularis): herkenbaar aan de uitgang t (persoonsuitgang van het werkwoord) Werkwoorden staan meestal achteraan in de zin. Pagina 1 van 12

2 Latijnse zelfstandige naamwoorden kun je indelen in verschillende groepen (declinaties) groepen filia-groep -a dominus-groep -us belllum-groep -um Accusativus en nominativus van deze groep altijd gelijk. andere uitgang urbs-groep accusativus altijd em nominativus verschillend. nominativus filia dominus bellum urbs accusativus filiam dominum bellum urbem b. Hoofdstuk 4 Elk zelfstandig naamwoord (substantivum) heeft een geslacht: 1. mannelijk masculinum 2. vrouwelijk femininum 3. onzijdig neutrum Geslachtsregels: 1 zelfstandig naamwoord (substantivum) dat een man of een mannelijk dier aanduidt is mannelijk (masculinum) 2 zelfstandig naamwoord (substantivum) dat een vrouw of een vrouwelijk dier aanduidt is vrouwelijk (femininum) 3 Als regel 1 en 2 niet toe te passen zijn: Kijk naar de uitgang van een zelfstandig naamwoord in de nominativus enkelvoud. a zelfst. nw eindigend op us meestal mannelijk b zelfst. nw. eindigend op um altijd onzijdig c zelfst. nw eindigend op a meestal vrouwelijk 4 Van een aantal woorden is geslacht niet met deze regels te bepalen. Kijk hiervoor achter in de alfabetische woordenlijst. ( mnl. vrl. onz.) Bijvoeglijke naamwoorden ( adjectivum/adiectiva) 1 Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets van een zelfstandig naamwoord. 2 Een bijvoeglijk naamwoord kent ook een nominativus- en accusativus-vorm 3 Bijvoeglijke naamwoorden hebben ook aparte vormen voor mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. 4 Een bijvoeglijk naamwoord staat altijd in dezelfde naamval als het zelfstandig naamwoord waarmee het verbonden is. ( congrueert met zelf. nw.) mnl. vrl. onz. mnl. vrl. onz. nominativus bonus bona bonum pulcher pulchra pulchrum accusativus bonum bonam bonum pulchrum pulchram pulchrum 5 Een bijvoeglijk naamwoord kun je op twee manieren gebruiken: a Zuiver bijvoeglijk voor of achter het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. bijv. vir bonus, veram causam b Als naamwoordelijk deel van het gezegde bijv. vir est bonus, carcer obscurus est. Voorzetsel ( prepositie) Pagina 2 van 12

3 Een voorzetsel heeft altijd een vaste naamval bij zich. ( zie hoofdstuk 7) c. Hoofdstuk 5 Meervoud van het werkwoord ( 3de persoon meervoud pluralis) herkenbaar aan de uitgang -nt net als bij 3de persoon enkelvoud van een werkwoord geldt ook bij 3de persoon meervoud dat je het onderwerp moet aanvullen in de Ned. vertaling als het onderwerp ontbreekt. Onderwerp aanvullen bij 3de persoon meervoud doe je met zij. Meervoud van est hij is sunt zij zijn. Hele werkwoord (infinitivus) Herkenbaar aan de uitgang -re salutare salutat iacëre iacet audire - audit infinitivusvorm van est is onregelmatig ( est esse (te) zijn. Werkwoordgroepen We beginnen met 3 groepen werkwoorden 1 WW met a- voor persoonsuitgang bijv. saluta-t 2 WW met e- voor persoonsuitgang bijv. iace t 3 WW met i- voor persoonsuitgang bijv. audi-t Persoonsuitgang en stam De letter(s) waaraan je ziet welke persoonsvorm wordt aangeduid ( 3e enkelvoud (-t) of 3e meervoud (-nt)) is/zijn de persoonsuitgang, -t is dus enkelvoud en nt is meervoud. Haal je de letters van de persoonsuitgang eraf (-t of nt) dan blijft de stam over. Nu de vervoeging van de drie werkwoordgroepen: 3e enkelvoud salutat iacet audit 3e meervoud salutant iacent audiunt Let op! er wordt een u tussen de stam en uitgang ingevoegd d. Hoofdstuk 6 Enkelvoud en meervoud (pluralis) van de zelfstandige naamwoorden (substantivum). (Hoofdstuk 3 ging over nominativus en accusativus van de zelfstandige naamwoorden enkelvoud, nu komt meervoud erbij. groepen filia-groep -a dominus-groep -us belllum-groep -um Accusativus en nominativus van deze groep altijd gelijk. andere uitgang urbs-groep accusativus altijd em nominativus verschillend. nominativus ev. filia vrl. dominus mnl. bellum onz. urbs accusatives ev. filiam dominum bellum urbem nominativus mv. filiae domini bella urbes accusatives mv. filias dominos bella urbes Ook de bijvoegelijke naamwoorden (adjectivum/adiectiva) hebben meervoudsvormen Pagina 3 van 12

4 enkelvoud mnl. vrl. onz. mnl. vrl. onz. nominativus bonus bona bonum pulcher pulchra pulchrum accusativus bonum bonam bonum pulchrum pulchram pulchrum meervoud nominativus boni bonae bona pulchri pulchrae pulchra accusativus bonos bonas bona pulchros pulchras pulchra Nominativus (onderwerp) en accusativus (lijdend voorwerp) van het onzijdige zelfstandig naamwoord of bijvoegelijk naamwoord hebben altijd dezelfde vorm. a zelfst. nw eindigend op us meestal mannelijk b zelfst. nw. eindigend op um altijd onzijdig c zelfst. nw eindigend op a meestal vrouwelijk Nominativus en accusativus van het onzijdige meervoud gaan altijd uit op a ( zie bona en bella in bovenstaand overzicht) Werkwoorden tegenwoordige tijd het praesens verleden tijd perfectum herkenbaar aan de letter v achter de stam en voor de persoonsuitgang. Persoonsuitgangen van het perfectum: 1 3e persoon enkelvoud de uitgang it 2 3e persoon meervoud de uitgang erunt 3e enkelvoud saluta-v-it audi-v-it 3e meervoud saluta-v-erunt audi-v-erunt Vertaling van de perfectumvorm kan op twee manieren: 1 onvoltooid verleden tijd audivit hij hoorde salutaverunt zij groetten 2 voltooid verleden tijd audivit hij heeft gehoord salutaverunt zij hebben gegroet e. Hoofdstuk 7 Bijvoeglijke naamwoorden ( adjectivum/adiectiva) type fortis dapper, sterk In Hoofdstuk 4 hadden we bijv. nw. van het type bonus eindigend op -us Nu komt daarbij het type fortis eindigend op is De mannelijke vorm en vrouwelijke vorm zijn bij het type fortis gelijk. mannelijk/vrouwelijk onzijdig nominativus ev. fortis forte accusatives ev. fortem forte nominativus mv. fortes fortia accusatives mv. fortes fortia Werkwoorden tegenwoordige tijd het praesens Vervoeging van de a-/ I e-/ II en i-/iv stammen a- stammen e- stammen i- stammen 1e pers enk. saluto ik groet iaceo ( ik lig) audio (ik hoor) 2de pers enk salutas jij groet iaces audis 3de pers enk salutat hij/zij/het groet iacet audit Pagina 4 van 12

5 1e pers mv salutamus wij groeten iacemus audimus 2de pers mv salutatis jullie groeten iacetis auditis 3de pers mv salutant zij groeten iacent audiunt Bij de a- stammen verdwijnt in de stam de a in de uitgang o saluta o wordt saluto Aangesproken persoon (vocativus) Dit is de persoon die direct wordt toegesproken. Meestal gebruiken we hiervoor de nominativus. woorden uit de dominus groep krijgen een vormverandering us wordt e woorden op ius (filius), aangesproken persoon wordt fili In het Latijn is de vocatief meestal gelijk aan de nominatief. Onderscheid is er alleen bij woorden uit de o- declinatie met de uitgang -us. Deze verandert in -e (Marcus wordt Marce). Als het woord eindigt op -ius wordt -us gewoon weggelaten (filius wordt fili). Voorzetsels met accusativus als vaste naamval ( zie hoofdstuk 4) apud accusativus bij in accusativus naar, naar binnen ad accusativus naar, bij, tot super accusativus boven(op), over circa accusativus rondom, om heen ante accusativus voor per accusativus 1. door heen 2. gedurende 3. door (middel van) post accusativus na extra accusativus buiten inter accusativus tussen f. Hoofdstuk 8 Werkwoorden: Consonantstam ( consonant medeklinker) De stam van een aantal Latijnse werkwoorden eindigt op een medeklinker. Deze werkwoorden worden als volgt vervoegd. 1ste pers.enkv. mitto 1ste pers. mv. mittimus inf. : mittere 2de pers. enkv. mittis 2de pers. mv. mittitis 3de pers. enk. mittit 3de pers. mv. mittunt De stam waarmee de praesens (t.t) wordt gevormd heet de preasssensstam We hebben 4 typen werkwoorden gehad ( a stam, e stam, consonant stam en i stam) Bij de consonant stam wordt tussen de stam en de persoonsuitgang vaak een klinker gezet.( i of u, dit noemen we een bindvocaal) De laatste groep: Capio groep of gemengde groep Een aantal werkwoorden heeft een gemengde vervoeging. Dit gaat voor een deel volgens de consonanten voor een deel volgens de i-groep. capio capimus inf.: capere capis capitis capio ( ik pak, ik neem mee) Pagina 5 van 12

6 capit capiunt Consonantstam en capiogroep zijn in de woordenlijsten genummerd (3) Let op! Verschil tussen consonantstam en capiogroep 1ste persoon enkelvoud capiogroep gaat altijd uit op -io 1ste persoon enkelvoud consonantstam gaat altijd uit -o g. Hoofdstuk 9 Imperfectum verleden tijd herkenletters zijn ba- wordt vertaald met een onvoltooid verleden tijd. geeft situatie of toestand weer. OVT (onvoltooid verleden tijd) a-stam e-stam cons.-stam i-stam Capio groep uitgang saluta bam iace bam mitt ebam audiebam capiebam bam saluta bas iace bas mitt ebas audiebas capiebas bas saluta bat iace bat mittebat audiebat capiebat bat saluta bamus iace bamus mittebamus audiebamus capiebamus bamus saluta batis iace batis mittebatis audiebatis capiebatis batis saluta bant iace bant mittebant audiebant capiebant bant Consonantstam en Capiogroep zijn bij het imperfectum niet onregelmatig Perfectum verleden tijd herkenbaar aan letter v achter de stam, voor de persoonsuitgang geeft een gebeurtenis weer. VTT (voltooid tegenwoordige tijd) herkenbaar aan V. Dubbel T staat voor dubbele vertaling: hij heeft geroepen/hij riep. a-stam e-stam e wordt u i-stam uitgang salutav-i apparu-i audiv-i i salutav-isti apparu-isti audiv-isti isti salutav-it apparu-it audiv-it it salutav-imus apparu-imus audiv-imus imus salutav-istis apparu-istis audiv-istis istis salutav-erunt apparu-erunt audiv-erunt erunt appareo preasensstam is appare perfectum is apparu Er zijn ook onregelmatige perfectumstammen. Die staan apart in de woordenlijst vermeld. Het gaat hier om de woorden in de consonantstam of medeklinkerstam en de capiogroep bijv. mitto perfectum misi (perfectumstam mis-) accipio accepi; 1)ontvangen, verkrijgen 2)vernemen {capio groep} amitto amisi; verliezen {mk stam} bibo bibi; drinken {mk stam} capio cepi; pakken, nemen {capio groep} cognosco cognovi; leren kennen, vernemen {mk stam} convenio conveni; samenkomen {i stam groep} curro cucurri; rennen {mk stam} video vidi; zien {e stam} moveo movi; bewegen, verplaatsen {e stam} veto vetui; verbieden {a stam} Pagina 6 van 12

7 intellego intellexi; begrijpen {mk stam} ardeo arsi; branden, in brand staan {e stam} facio feci; 1)maken 2)doen {capio groep} occido occidi; doden {mk stam} deicio deieci; neerwerpen, laten vallen {capio groep} effugio effugi; ontvluchten, ontkomen {capio groep} relinquo reliqui; achterlaten {mk stam} defendo defendi; verdedigen, beschermen {mk stam} dico dixi; zeggen {mk stam} do (da) dedi; geven {a stam} duco duxi; leiden, brengen {mk stam} fugio fugi; vluchten {capio groep} gero gessi; 1)dragen 2)(oorlog)voeren Verschil: Imperfectum verleden tijd herkenletters zijn ba- wordt vertaald met een onvoltooid verleden tijd. geeft situatie of toestand weer. OVT enkel T voor enkele vertaling, hij riep. Perfectum verleden tijd herkenbaar aan letter v achter de stam, voor de persoonsuitgang geeft een gebeurtenis weer. VTT herkenbaar aan V, Dubbel TT voor dubbele vertaling bijv. hij heeft geroepen / hij riep. Het bezittelijk voornaamwoord (pronomina, possessiva) Nominativus enkelvoud M(asculinum) mnl. F(emininum) vrl. N(eutrum) onz. vertaling Nom.(singularis) meus mea meum mijn, van mij Nom.(singularis) tuus tua tuum jouw, van jou, uw, van u Nom.(singularis) noster nostra nostrum onze, van ons Nom.(singularis) vester vestra vestrum jullie Nom.(singularis) suus sua suum zijn, haar,hun, eigen Bezittelijke voornaamwoorden worden verbogen als bijvoeglijke naamwoorden van de bonus/pulchergroep, en congrueren met het bijbehorende zelfstandig naamwoord. suus- : dit bez. vnw. wordt gebruikt als het terugslaat op het subject ( onderwerp) van de zin. Wordt een andere persoon bedoeld dan het subject, dan gebruikt het Latijn in het enkelvoud eius en in het meervoud eorum /earum suus, sua, suum zijn eigen, haar eigen (slaat terug op ondw.!) Als het niet terugslaat op het onderwerp wordt gebruikt eius van hem/haar; zijn/haar, ervan; eorum/earum van hen, hun, ervan. h. Hoofdstuk 10 Genitivus: Het latijn kent zes naamvallen. De nominativus, accusativus en vocativus ken we al. Nu leren we genitivus. Naamval die aangeeft van wie iets is, die wordt gebruikt als aanvulling bij bepaalde bijvoeglijke Pagina 7 van 12

8 naamwoorden etc Gebruik van de genitivus 1. drukt uit dat iets van iemand/iets is of drukt uit dat iets bij iemand/iets hoort. (genitivius possessivus) ( denk aan engelse woord bezit: possession) Bijv. urbs Rutulorum, de stad van de Rutuliërs. 2. het geeft de eigenschap van een zaak of persoon aan. ( genitivus qualitatis) (kwaliteit van iemand) bijv. femina magnae industriae, een vrouw met /van grote ijver. 3. het geeft het geheel aan waar iets anders een deel van is (genitivus partitivus) bijv. Quis nostrum?, Wie van ons? De genitivus wordt ook gebruikt, om aan te geven dat er een deel van een geheel wordt genomen. We drinken een beker wijn; dat is een deel van alle wijn die wij in huis hebben, of die er is. Genitivus van zelfstandige naamwoorden: filia-groep dominus-groep bellum-groep urbs-groep gen. enkv filiae domini belli urbis gen. mv. filiarum dominorum bellorum urbium Onthoud: Bij de urbs-groep kan de genitivus meervoud op um of ium eindigen, bijv. rex, regum of urbs, urbium Genitivus van bijvoeglijke naamwoorden: Bonus/pulcher groep mnl. vrl. onz. gen.ev. boni bonae boni gen. mv. bonorum bonarum bonorum gen. ev. pulchri pulchrae pulchri gen. mv. pulchrorum pulchrarum pulchrorum fortis groep manl./vrl. onz. gen. ev. fortis fortis gen. mv. fortium fortium Gebruik genitivus: als aanvulling Een genitivus kan gebruikt worden als aanvulling bij bijvoeglijke naamwoorden: bijv. ignarus consilii: onbekend met het plan. In de woordenlijst staan bij zulke bijvoegelijke naamwoorden apart vermeld: + gen. Aanvulling Grammatica blad klas 2 Stappenplan Zin vertalen 2 activiteiten: 1 ontleden volgens stappenplan 2 opschrijven van de vertaling, handhaaf hierbij woordvolgorde van de Latijnse zin. Stappenplan 1 persoonsvorm a in welke tijd staat de persoonsvorm b in welke persoon (1ste, 2de of 3de persoon enkelvoud /meervoud) c welk getal d betekenis 2 nominativvus subject onderwerp 3 accusativus object lijdend voorwerp 4 dativus meewerkend voorwerp Pagina 8 van 12

9 5 toeters en bellen bijwoordelijke bepalingen a bijwoorden als : non, nunc, ibi b woordcombinaties die beginnen met een voorzetsel bv sine ira c ablativi zoals nocte, tota, urbe. Opmerking 1 : Pas stappenplan eerst op de hoofdzin toe. daarna op de bijzin ( als die er is) 2 soorten bijzinnen: beginnend met voegwoord zoals quia,ut,ne, cum beginnend met een relativum ( betrekkelijk voornaamwoord) : qui Opmerking 2 In zinnen met het koppelwerkwoord esse ( daar de persoonsvormen van zoals fuerunt en sunt) staan 2 nominativi en nooit een lijdend voorwerp Waarvoor dienen de naamvallen? 1 Nominativus a geeft subject ( onderwerp) aan: regina dormit b geeft praedicaatsnomen ( nw deel van het gezegde) regina est Beatrix 2 Genitivus a gen. possessivus drukt uit dat iets van iemand is: urbs Romanorum b gen. qualitatis geeft iemand eigenschap aan: femina magnae industriae c gen. partitivus geeft geheel aan waar iets anders een deel van is : Quis nostrum? d als aanvulling bij bepaalde bijvoeglijke naamwoorden: ignarus constilii e gen. objectivus geeft lijdend voorwerp (object) aan van de handeling die met het substantief wordt bedoeld: amor matris (de liefde voor de moeder) in tegenstelling tot gen. subjectivus : amor matris ( de liefde van de moeder) 3 Accusativus a geeft object (lijdend voorwerp) aan : populus reginam amat. b sommige voorzetsels hebben een accusativus bij zich: post mortem Onvoltooid tegenwoordige tijd het praesens Vervoeging van de a-/ I e-/ II en i-/iv stammen a- stammen I e- stammen II III a consonant i- stammen IV IIIb 1e pers enk. saluto (ik groet) iaceo ( ik lig) mitto audio (ik hoor) capio 2de pers enk salutas iaces mittis audis capis 3de pers enk salutat iacet mittit audit capit 1e pers mv salutamus iacemus mittimus audimus capimus 2de pers mv salutatis iacetis mittitis auditis capitis 3de pers mv salutant iacent mittunt audiunt capiunt Bij de a- stammen verdwijnt in de stam de a in de uitgang o saluta o wordt saluto III aconsonantstam ( consonant medeklinker) III bcapio groep of gemengde groep. Deze groep heeft een gemengde vervoeging. Dit gaat voor een deel volgens de consonant- en voor een deel volgens de i-groep. Imperfectum verleden tijd herkenletters zijn ba- wordt vertaald met een onvoltooid verleden tijd. geeft situatie of toestand weer. OVT enkel T voor enkele vertaling, hij riep. Pagina 9 van 12

10 I saluta bam ik groette (ovt) II iace bas IIIa mitte bat IV audie bamus IIIb capie batis bant praesensstam+ imperfectumkenletters (ba)+ persoonsuitgang Perfectum verleden tijd herkenbaar aan letter v achter de stam, voor de persoonsuitgang geeft een gebeurtenis weer. VTT herkenbaar aan V, Dubbel TT voor dubbele vertaling bijv. hij heeft geroepen / hij riep. I salutav i ik heb gegroet (vtt) II iacu isti ik groette (vtt) IIIa mis it IV audiv imus IIIb cep istis erunt perfectumstam+(perfectum)persoonsuitgang Plusquamperfectum perfectumstam+ (plusquamperfectum)persoonsuitgang I salutav eram ik had gegroet (vvt) II iacu eras IIIa mis erat IV audiv eramus IIIb cep eratis erant Infinitivi hele werkwoord a- stammen I e- stammen II III a consonant i- stammen IV IIIb capio groep Praesens ott salutare iacere mittere audire capere Perfectum vtt salutavisse iacuisse misisse audivisse cepisse Substantiva (zelfstandig naamwoord) Enkelvoud mnl vrl onz. vorm van dominus onz. nom. dominus rosa bellum urbs gen. domini rosae belli urbis dat. domino rosae bello urbi acc. dominum rosam bellum urbem abl. domino rosa bello urbe Meervoud nom. domini rosae bella urbes gen. dominorum rosarum bellorum urbium Pagina 10 van 12

11 dat. dominis rosis bellis urbibus acc. dominos rosas bella urbes abl. dominis rosis bellis urbibus Adiectiva (bijvoeglijk naamwoord) Enkelvoud mnl. vrl. onz. urbs variant mnl/vrl urbs variant onz. nom. bonus bona bonum fortis forte gen. boni bonae boni fortis fortis dat. bono bonae bono forti forti acc. bonum bonam bonum fortem forte abl. bono bona bono forti forti Meervoud nom. boni bonae bona fortes fortia gen. bonorum bonarum bonorum fortium fortium dat. bonis bonis bonis fortibus fortibus acc. bonos bonas bona fortes fortia abl. bonis bonis bonis fortibus fortibus i. Hoofdstuk 11 Esse (zijn) en posse (kunnen) zijn onregelmatige werkwoorden. Het Latijn kent er meer. Zijn praesens imperfectum perfectum infinitivus praesens plusquamperfectum sum eram fui esse fu-eram es eras fu-eras est erat fu-erat sumus eramus fu-eramus estis eratis fu-eratis sunt erant fu-erant Kunnen Posse = stam pot en het werkwoord esse. De stam pot wordt pos als er i.p.v. een klinker een s- volgt. Perfectumstam van posse is potupraesens imperfectum perfectum infinitivus praesens plusquamperfectum possum poteram potu-eram potes poteras potu-eras potest poterat potu-erat possumus poteramus potu-eramus posestis poteratis potu-eratis possunt poterant potu-erant De vormen van de gebeidende wijs (imperativus) Door middel van de imperatief (uit het Latijn, imperare: bevelen) kan een bevel, verzoek, wens of advies tot uitdrukking worden gebracht: a- stammen I e- stammen II III a consonant i- stammen IV IIIb capio groep esse ev. saluta iace mitte audi cape es Pagina 11 van 12

12 mv salutate iacete mittite audite capite este saluta vertaal je met groet! of jij moet groeten! Onthoud: dic= zeg, duc= leid,breng fac= maak, doe Plusquamperfectum=meer dan perfectum= voltooid verleden tijd vvt Iets ligt verder in het verleden dan met een imperfectum of perfectumvorm wordt aangegeven. Ut scribam occiderat, per turbam sibi viam fecit. Zodra hij de secretaris gedood had, baande hij zich een weg door de menigte. Het doden vond eerder plaats dan het weglopen door de menigte. Plusquamperfectum achter perfectumstam de kenletters era + uitgang bijv. salutav-era-m = ik had gegroet Vervoeging van Plusquamperfectum enkelvoud meervoud enkelvoud meervoud salutaveram salutaveramus miseram miseramus salutaveras salutaveratis miseras miseratis salutaverat salutaverant miserat miserant j. Hoofdstuk 12 Een nieuwe naamval: Dativus wordt gebruikt als meewerkend voorwerp Pagina 12 van 12

OVERZICHT ZELFSTANDIG NAAMWOORD

OVERZICHT ZELFSTANDIG NAAMWOORD OVERZICHT ZELFSTANDIG NAAMWOORD NAAMVAL / DECLINATIE dochter heer oorlog stad naam enkelvoud 1 e declinatie 2 e declinatie 3 e declinatie nominativus filia dominus bellum urbs -- nomen -- genitivus filiae

Nadere informatie

Grammaticablad Latijn

Grammaticablad Latijn Zelfstandige naamwoorden = onderwerp = meewerkend voorwerp = lijdend voorwerp = bijwoordelijke bepaling = bijvoeglijke bepaling De woorden uit de derde groep met een meervoud op -a n altijd ondig. De woorden

Nadere informatie

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren  CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE Werkwoorden vervoegen 1. De infinitief In de woordenlijst vinden we de woorden altijd in dezelfde vorm. Deze vorm, die we het grondwoord noemen, is voor een werkwoord de infinitief..

Nadere informatie

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus ZELFSTANDIG NAAMWOORD Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus BIJVOEGLIJK

Nadere informatie

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT QUARTUM TAALSTUDIE

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren  CAPUT QUARTUM TAALSTUDIE CAPUT QUARTUM TAALSTUDIE DE LAATSTE NAAMVALLEN: de DATIEF en de ABLATIEF: morfologie uitgangen 1 e klasse datief ablatief m. enk. m. mv v. enk. v. mv. o. enk. o. mv Uitgangen 2 e klasse m. + v. enk. m.

Nadere informatie

Samenvatting Latijn Grammatica t/m les 19

Samenvatting Latijn Grammatica t/m les 19 Samenvatting Latijn Grammatica t/m les 19 Samenvatting door een scholier 664 woorden 9 maart 2017 7,6 18 keer beoordeeld Vak Methode Latijn Disco Naamwoord Zelfstandig naamwoord Groep 1 Groep 2 Groep 3

Nadere informatie

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren  CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE STRUCTUUR VAN DE ZIN: DE BIJVOEGLIJKE BEPALING Pegasus p. 78-79 We kunnen een zin verdelen in... Sommige zinsdelen kunnen verder onderverdeeld worden in... Het belangrijkste woord

Nadere informatie

De zin onderwerp gezegde Opdracht 1.

De zin onderwerp gezegde Opdracht 1. De zin Hij loopt. is een van de kortste zinnen die je kunt bedenken. Een zin bestaat in ieder geval uit een onderwerp (hij) en een gezegde (loopt). Natuurlijk kun je veel langere zinnen bedenken, maar

Nadere informatie

De verbuiging/uitgangen van Iuppiter.

De verbuiging/uitgangen van Iuppiter. De Miminumlijst Latijn en het woordenboek La/Ne (AUP) Suzanne Adema In onderstaande tabel staat van alle onderdelen van de Minimimlijst Latijn of ze terug te vinden zijn in het La/Ne van Amsterdam University

Nadere informatie

Het werkwoord. In het Nederlands kennen we maar één type werkwoorden: stam + en werk-en, lop-en, wacht-en

Het werkwoord. In het Nederlands kennen we maar één type werkwoorden: stam + en werk-en, lop-en, wacht-en Het werkwoord. In het Nederlands kennen we maar één type werkwoorden: stam + en werk-en, lop-en, wacht-en In het Latijn kunnen we de werkwoorden indelen in vijf groepen. Van iedere groep eindigt de stam

Nadere informatie

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren http://lycipedia.lyceumgenk.be CAPUT PRIMUM. De uitspraak van het Latijn

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren http://lycipedia.lyceumgenk.be CAPUT PRIMUM. De uitspraak van het Latijn CAPUT PRIMUM De uitspraak van het Latijn 1) Pegasus p. 12: het Latijn en zijn dochtertalen Kaart 1 : Het Latijn (de taal van Latium) werd gesproken in het Romeinse rijk. Kaart 3 : Het Latijn leeft voort

Nadere informatie

LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN!

LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN! LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN! Inhoud Verantwoording.... 7 Waarom Latijn?... 9 Van niets tot wereldmacht.... 11 Latijn heeft Europa voor de eerste maal verenigd.... 11 Een mythisch begin.... 11 Het

Nadere informatie

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse

Nadere informatie

De imperativus... 2 De dativus... 2 Gebruik van de dativus... 2 De vocativus... 2 De Romeinse goden... 2 Tekst Tekst

De imperativus... 2 De dativus... 2 Gebruik van de dativus... 2 De vocativus... 2 De Romeinse goden... 2 Tekst Tekst LANG LEVE LATIJN! Inhoud Verantwoording.... 2 Waarom Latijn?... 2 Van niets tot wereldmacht.... 2 Latijn heeft Europa voor de eerste maal verenigd.... 2 Een mythisch begin.... 2 Het begin van Rome....

Nadere informatie

LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN!

LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN! LATIJN IS DOOD. LANG LEVE LATIJN! 1 2 Inhoud Verantwoording.... 9 Waarom Latijn?... 12 Van niets tot wereldmacht.... 15 Latijn heeft Europa voor de eerste maal verenigd... 15 Een mythisch begin... 15 Het

Nadere informatie

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8. Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige

Nadere informatie

Inhoud. Verantwoording. Waarom Latijn? Van niets tot wereldmacht.

Inhoud. Verantwoording. Waarom Latijn? Van niets tot wereldmacht. Inhoud Verantwoording. Waarom Latijn? Van niets tot wereldmacht. Les 1. De uitspraak. De zin. Het werkwoord. De naamvallen. Inleiding Tekst 1. Tekst 1.1 Les 2 Aemulatio. De genitivus. De geslachten van

Nadere informatie

BIJBELS GRIEKS LES 8

BIJBELS GRIEKS LES 8 Pagina:1 8.1 De aoristus medium Voordat we zo het lezen van een stuk uit Johannes 3 gaan voorbereiden eerst nog de aoristus medium en de conjunctivus en het woordje Hieronder vindt u nog naast elkaar de

Nadere informatie

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek

Nadere informatie

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting door een scholier 2255 woorden 17 juli 2006 5,6 431 keer beoordeeld Vak Frans Présent ( Tegenwoordige tijd ). De présent is de tegenwoordige tijd.

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

Toets grammaticale termen met sleutel

Toets grammaticale termen met sleutel Schrijf Vaardig 1, 2 en 3 Methode met grammaticale opbouw voor anderstaligen Toets grammaticale termen met sleutel Marilene Gathier u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2012 Deze toets hoort bij

Nadere informatie

Ik weet wat ik doe! Hand-out bij workshop Inès Koudijs

Ik weet wat ik doe! Hand-out bij workshop Inès Koudijs Ik weet wat ik doe! Hand-out bij workshop Inès Koudijs 16-09-2016 Verzuipen, watertrappelen of zwemmen? ehaal je zwemdiploma Latijn of Grieks! Met de insteek van een diploma, of (met eigen vereisten) krijgen

Nadere informatie

Online cursus spelling en grammatica

Online cursus spelling en grammatica Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts

Nadere informatie

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie

HANDLEIDING DIDASKO. Grieks / Latijn

HANDLEIDING DIDASKO. Grieks / Latijn HANDLEIDING DIDASKO Grieks / Latijn INHOUDSOPGAVE Installatie 1 Indeling scherm 1 WERKING 2-6 Openen 2 Instellen vensters 2 Woord 2 Woordenlijst 2 Notities 2 Printen / bewaren 3 Grammatica 3 Rechter muisknop

Nadere informatie

Informatie cursus Sarnámi voor beginners

Informatie cursus Sarnámi voor beginners Informatie cursus Sarnámi voor beginners 1. Algemene gegevens Titel cursus Sarnámi voor beginners Aantal lessen 12 lessen exclusief een eindtoets Startdatum Ieder moment Einddatum Vier maanden na de start

Nadere informatie

BIJBELS GRIEKS LES 11

BIJBELS GRIEKS LES 11 Pagina:1 11.1 Nieuwe verbuigingen Straks zult u de "bergrede" gaan lezen. In deze bergrede komt het woordje "berg" voor. Het Griekse woord voor "de berg" is. Dit woord is onzijdig en wordt niet als verbogen.

Nadere informatie

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5 Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn

Nadere informatie

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer

Nadere informatie

Griekse taalleer. Vormleer van het Attisch dialect. Sint-Jan Berchmanscollege. Antwerpen

Griekse taalleer. Vormleer van het Attisch dialect. Sint-Jan Berchmanscollege. Antwerpen Griekse taalleer Vormleer van het Attisch dialect Sint-Jan Berchmanscollege. Antwerpen 1998 Hoofdstuk 1 Het Naamwoord 1 De verbuiging van het naamwoord [1-9] 2 De eerste klasse van substantieven en adjectieven

Nadere informatie

DISCO I LES 1 16 AANTEKENINGEN BIJ DE GRAMMATICA

DISCO I LES 1 16 AANTEKENINGEN BIJ DE GRAMMATICA DISCO I LES 1 16 AANTEKENINGEN BIJ DE GRAMMATICA STRABRECHT COLLEGE GELDROP Harrie W. M. Habets - MMXII DISCO I aantekeningen bladzijde 1 I N H O U D S O P G A V E 0 Mijn eerste Latijn [2] 1 Uitspraak

Nadere informatie

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal Basis letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer 1 2 3 getal 123.000 punt. komma, uitroepteken! vraagteken? Woordvolgorde Jij drinkt appelsap. Hij eet een banaan.

Nadere informatie

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Grammatica: werkwoorden werkwoordsen uitleg Werkwoordsen 1. Persoonsvorm In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

1 keer beoordeeld 4 maart 2018 7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp

Nadere informatie

Wegwijs in de werkwoordspelling

Wegwijs in de werkwoordspelling Wegwijs in de werkwoordspelling 1 Een aantal begrippen Tijd = de tijd waarin gesproken wordt: vandaag, gisteren, morgen Persoon = wie aan het spreken is of de persoon om wie het gaat in de zin. Infinitief

Nadere informatie

VOORWOORD. René van Royen

VOORWOORD. René van Royen VOORWOORD Priscianus was een knappe man. Toen Rome lang geleden nog een rijk was, leerde hij de kinderen in zijn klas Latijn. Hij gaf dus les, maar wat hij in de klas vertelde schreef hij ook op. Zo ontstond

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

1.2.3 Trappen van vergelijking 20 INHOUD DEEL I Woord voor woord 13 1.1 Zelfstandig naamwoord (substantief) 16 1.1.1 Definitie 16 1.1.2 Soorten 16 1.1.2.1 Soortnaam of eigennaam 16 1.1.2.2 Concrete of abstracte zelfstandige naamwoorden

Nadere informatie

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden

Nadere informatie

PTA leerjaar

PTA leerjaar PTA leerjaar 07-08 Grieks Klas PTA 07 08 Soort toets ARGO Thema BEGIN les en gemiddelde so s x Periode Taal: Alfabet Lidwoord Getal De Griekse zin, partikels Cultuur: Proloog: Hellas Epos Mythe en het

Nadere informatie

blz. verwijzen naar Kosmos 1 Woorden en Grammatica, 2006 1 e druk

blz. verwijzen naar Kosmos 1 Woorden en Grammatica, 2006 1 e druk Grieks Klas Periode Periode PTA 0 03 blz. verwijzen naar Kosmos Woorden en Grammatica, 006 e druk Kosmos Het Griekse schrift, les A en B Het Griekse schrift (voor de kerstvakantie) Grammatica: Grieks alfabet

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Spelling

Visuele Leerlijn Spelling Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,

Nadere informatie

HET WERKWOORD : DE TIJDEN

HET WERKWOORD : DE TIJDEN HET WERKWOORD : DE TIJDEN 1. De vervoeging of conjugatie Er bestaan fundamenteel 8 tijden in het Nederlands. En het is zeker de moeite waard om de gangbare termen in het Nederlands te kennen, gewoon omdat

Nadere informatie

6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling

6.2. Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei keer beoordeeld. Nederlands. Paragraaf 1. Dubbel op. Onjuiste herhaling Boekverslag door C. 727 woorden 17 mei 2016 6.2 3 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Paragraaf 1 Dubbel op Onjuiste herhaling 2x een voorzetsel wordt gebruikt, maar 1 overbodig

Nadere informatie

Tekst 5 ., ; + overtreffende trap. ' =. Verbinden

Tekst 5 ., ; + overtreffende trap. ' =. Verbinden Tekst 5 Socrates krijgt vroeg in de ochtend in de gevangenis bezoek van zijn vriend Crito. Omdat Socrates nog ligt te slapen, heeft hij zijn binnenkomst niet meteen opgemerkt. Zodra hij wakker is, begint

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige

Nadere informatie

De geslachtsregels van de a-, o-, u- en e-stammen, inclusief de uitzonderingen manus en domus. Van de medeklinkerstammen de regels:

De geslachtsregels van de a-, o-, u- en e-stammen, inclusief de uitzonderingen manus en domus. Van de medeklinkerstammen de regels: De minimumlijst Latijn bestaat uit drie delen: I vormleer, II syntaxis en III stilistische middelen. Deel I en II bevatten een opsomming van de taalkundige verschijnselen die kandidaten moeten kennen en

Nadere informatie

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v. Persoonsvorm - p.v. DE PERSOONSVORM IS EEN WERKWOORD 1. 2. 3. Zet de zin in een andere tijd: Muis schrijft een brief. Muis schreef een brief. Het werkwoord dat verandert is de persoonsvorm. Maak van de

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik

Nadere informatie

De Edukese Taal Edukeser Språkerne. Door Lars

De Edukese Taal Edukeser Språkerne. Door Lars De Edukese Taal Edukeser Språkerne Door Lars Fonologie Letter IPA Letter IPA A ɐ P B b Q C ʃ / k * R D S ʂ / s ** E F G H I J K L M N O T U V W X Y Z Å Æ Þ Ð Ø *= De c wordt in het Edukees soms als ʃ en

Nadere informatie

ELO opdrachten les 13

ELO opdrachten les 13 ELO opdrachten les 13 De ELO opdrachten van les 13 bestaan uit 4 onderdelen. Je mag zelf bepalen in welke volgorde je deze maakt. Noteer de titels van elk onderdeel wel steeds in je schrift. De verschillende

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

1. Overzicht grammatica 2V

1. Overzicht grammatica 2V Inhoudsopgave 1. OVERZICHT GRAMMATICA 2V... 2 A. LIDWOORD... 2 B. ONTKENNINGEN... 2 C. PERSOONSVORM... 2 D. NAAMVALLEN... 2 E. ZINSDELEN... 3 F. TERMINOLOGIE... 3 2. TOTAALOVERZICHT VERBUIGINGEN... 4 A.

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Fictie Klas: MH-1 Lesperiode:1 Taalportfolio In je taalportfolio komen 5 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden de eerste 3 opdrachten beoordeeld

Nadere informatie

PTA Latijn Leerjaar 1 2013-2014

PTA Latijn Leerjaar 1 2013-2014 PTA Latijn Leerjaar 03-04 Periode Periode Periode Leerstof Weging toets Weging voor Disco les t/m 4. De Romeinen: hun taal en cultuur. De wereld van de goden Tekst: Jupiter en zijn broers, Jupiter en zijn

Nadere informatie

Leren van woorden Herhalen en consolideren van kennis van woorden uit leerjaar 1 en 2.

Leren van woorden Herhalen en consolideren van kennis van woorden uit leerjaar 1 en 2. Leerlijn Latijn Leerjaar 3 ( zelfstandige gymnasia klas 3, scholengemeenschap klas 4) - heeft betrekking op leerstof - heeft betrekking op vaardigheden Kernconcept Inhoud Eisen aan de leerling Activiteit

Nadere informatie

ELO opdrachten les 9 Bestudeer eerst pagina

ELO opdrachten les 9 Bestudeer eerst pagina ELO opdrachten les 9 Bestudeer eerst pagina 67-69. 1. herhaling van het praesens, perfectum en imperfectum ken je nog de vormen van het praesens en van de andere verleden tijden, het imperfectum en perfectum?

Nadere informatie

Spelling & Formuleren. Week 2-7

Spelling & Formuleren. Week 2-7 Spelling & Formuleren Week 2-7 Tentamenstof Boek: Praktische cursus Spelling 6e druk Auteur: M. Klein & M. Visscher Alle hoofdstukken behalve hoofdstuk 4 Proeftentamens zie Blackboard Succes! TEGENWOORDIGE

Nadere informatie

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. Mochten er aanvullingen zijn, kunt u altijd een e-mail sturen naar info@obs-delandweert.nl. ONTLEDEN Taalkundig ontleden. benoem de

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Formuleren

Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door Luca 1052 woorden 28 maart 2016 8,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling; Tautologie; Pleonasme; Contaminatie;

Nadere informatie

Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2

Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2 Extra oefeningen bij Pegasus1, Caput 2 OEFENINGEN OP DE ESSE EN POSSE 1. Noem de persoon, het getal en geef weer met het juiste onderwerp. persoon en getal vertaling (met O) sumus est possum potes sunt

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands NL Blok

Samenvatting Nederlands NL Blok Samenvatting Nederlands NL Blok 3+4+5+6 Samenvatting door een scholier 1867 woorden 23 september 2008 3,3 9 keer beoordeeld Vak Nederlands Blok 3 Weet je het nog? Bij zinsontleding je een zin in een vaste

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18 Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel

Nadere informatie

Inhoud Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury

Inhoud Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury Inhoud 1 Jan Brams - Wendy Geerts - Eliane Lammens Wim Moreau - Philippe Moury a Sanoma company I lingua latina Lingua Latina Romeinse cijfers Het Latijnse alfabet Uitspraak van het Latijn Woordsoorten

Nadere informatie

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 2

TalencentrumBarneveld.nl LATIJN LES 2 pagina:1 2.1 Opnieuw werkwoorden Bestudeer de volgende zinnetjes Petrus Iesum videt Iesum videt = Petrus ziet Jezus = Hij / zij ziet Jezus Maria et Martha Iesum vident = Maria en Martha zien Jezus Iesum

Nadere informatie

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Ontleden Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden. Bij het redekundig ontleden verdeel je de zin in zinsdelen en geef je elk zinsdeel een redekundige naam. Deze zinsdelen

Nadere informatie

BIJBELS GRIEKS LES 2

BIJBELS GRIEKS LES 2 Pagina:1 2.1 Naamvallen Als u de zin "De predikant gaf" leest, zult u het er ongetwijfeld mee eens zijn, dat die zin niet af is. Er moet nog een aanvulling komen. Dat is ook het geval met de volgende zinnen:

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed. Regels werkwoordspelling In dit bestand worden de 5 werkwoordsvormen uitgelegd. Het gaat om: 1. Tegenwoordige tijd 2. Verleden tijd 3. Voltooid deelwoord 4. Onvoltooid deelwoord 5. Bijvoeglijk gebruikt

Nadere informatie

b. bij i-/medeklinkerstammen staat er -a- of -e- voor de uitgang. ELO-opdrachten week 49/50

b. bij i-/medeklinkerstammen staat er -a- of -e- voor de uitgang. ELO-opdrachten week 49/50 ELO-opdrachten week 49/50 A I. Op herhaling! Maak een lijstje van alle tegenwoordige deelwoorden (participia praesentis) uit tekst 20.B. Geef naamval, getal en geslacht en ga met behulp van het nakijkmodel

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2018-2019 Klas: HV1 Lesperiode: 1 + 2 Diploma grammatica Methode: Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: Grammatica HF 1 t/m 6 Bladzijde: 25 t/m 30, 67 t/m 72, 109 t/m 114, 151 t/m 156, 193 t/m 198, 235

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product

Iets wat alleen een mens kan. Geheel Deel Mensen Persoon Voorwerp Inhoud Product uitstreek product Samenvatting door Sam 813 woorden 2 maart 2016 6,8 21 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Lezen Tekststructuren: Voor/nadelenstructuur Verleden/heden(/toekomst)structuur Aspectenstructuur

Nadere informatie

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4 Naamvallen Tabel Begrijpen Klas 3/4 Wil je weten hoe de Naamvallen Tabel in elkaar zit, dan is dit de juiste workshop voor jou. A) Naamvaltabel (overzicht) B) Tools om met de Naamvaltabel aan de slag te

Nadere informatie

Voorwoord 9 Gebruikte afkortingen 10 Overzicht van gebruikte grammaticale termen 11

Voorwoord 9 Gebruikte afkortingen 10 Overzicht van gebruikte grammaticale termen 11 Inhoud Voorwoord 9 Gebruikte afkortingen 10 Overzicht van gebruikte grammaticale termen 11 Deel 1 Zinsbouw A. De enkelvoudige zin 19 1. De zin 19 2. De bevestigende zin 19 3. De ontkennende zin 22 4. De

Nadere informatie

LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE

LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE LES 13 EEN NIEUWE FAMILIE nieuw en anders Natuurlijk ken je Julius Caesar, de Romeinse generaal die tweeduizend jaar geleden Gallië veroverde. Maar heb je wel eens goed naar zijn naam gekeken? Het eerste

Nadere informatie

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Bezoek- en postadres: Bredewater 16 2715 CA Zoetermeer info@uitgeverijbos.nl www.uitgeverijbos.nl 085 2017 888 Aan de totstandkoming van

Nadere informatie

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

PIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: PIT HAVO-2 +HAVO/VWO-2 2016-2017 Vak: Nederlands Onderdeel: Spelling H1 en H2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1 en 2 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online De leerling kent de volgende

Nadere informatie

ondersteunende kennis

ondersteunende kennis versie: november 2015 HULP! - bladen ik vergeet het! ik vergat het ik ben het vergeten ik was het vergeten ik zal het vergeten ik zou het vergeten ik zal het vergeten zijn ik zou het vergeten zijn bij

Nadere informatie

BIJBELS GRIEKS HERHALING 2

BIJBELS GRIEKS HERHALING 2 Pagina:1 Her. 2.1 Inleiding In deze les herhalen we de belangrijkste zaken uit les 6 t/m 10. Leest u voordat u verder gaat met deze les eerst de theorie van de lessen 6 t/m 10 nog eens grondig door! Her.

Nadere informatie

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww., Zinsontleding: onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, handelend voorwerp, voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepalingen in zinnen.

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden

Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden Samenvatting Nederlands Redekundig ontleden Samenvatting door Bernard 1165 woorden 29 januari 2015 6,8 14 keer beoordeeld Vak Nederlands Redekundig ontleden Allereerst, wat is redekundig ontleden? Redekundig

Nadere informatie

LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN. Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken:

LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN. Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken: LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken: Het meisje ziet de roos. De moeder geeft haar baby de

Nadere informatie

Deductieve regels uit de historische taalkunde in het Latijnse morfologie-onderwijs

Deductieve regels uit de historische taalkunde in het Latijnse morfologie-onderwijs Deductieve regels uit de historische taalkunde in het Latijnse morfologie-onderwijs Simon Mulder MPhil MA BA studentnr. 0591629 februari 2015 Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent

Nadere informatie

MANSIO PRIMA. A Woordenschat

MANSIO PRIMA. A Woordenschat MANSIO PRIMA A Woordenschat 1. een ander hoog 2. weg leven 3. vrolijk breed, wijd 4. veilig heel 5. overal waar 6. geliefd helder, beroemd 7. toch eindelijk, tenslotte 8. hoeveel zoveel 9. afwezig zijn,

Nadere informatie

1 Spelling en uitspraak

1 Spelling en uitspraak Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 de spellingregels 11 Klinkers en medeklinkers 12 Accenttekens 11 Apostrof ( ) en koppelteken (-) 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 Medeklinkers

Nadere informatie

Eindexamen Grieks vwo 2005-II

Eindexamen Grieks vwo 2005-II 4.1 Beoordelingsmodel voor de vragen Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Tekst 1 Een Grieks gezantschap in Syracuse 1 µ µ (regel 3-4). Wanneer alleen als antwoord is

Nadere informatie

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden

Nadere informatie

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig

Nadere informatie

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er

Nadere informatie