Een workshop verfrist en vernieuwd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een workshop verfrist en vernieuwd"

Transcriptie

1 Een workshop verfrist en vernieuwd De workshop Amsterdams dienstenmodel verbeterd in opdracht van ZAO-Zorgverzekeringen. Beroepsopdracht van: Eva Versteeg en Esther de Vries Hogeschool van Amsterdam Instituut fysiotherapie Juni 2002 Opdrachtgever: ZAO-zorgverzekeringen Procesbegeleider: Kiek van der Putte

2 Een workshop verfrist en vernieuwd De workshop Amsterdams dienstenmodel verbeterd in opdracht van ZAO-Zorgverzekeringen. Beroepsopdracht van: Eva Versteeg en Esther de Vries Hogeschool van Amsterdam Instituut fysiotherapie Juni 2002 Opdrachtgever: ZAO-zorgverzekeringen Procesbegeleider: Kiek van der Putte

3 Inhoudsopgave Samenvatting 4-5 Inleiding 6-8 Hoofdstuk 1 Het Amsterdams dienstenmodel 9-11 Inleiding Het ontstaan van het Amsterdams dienstenmodel De opzet van het Amsterdams dienstenmodel 9, Discussie 11 Hoofdstuk 2 Methodisch Handelen Inleiding Methodisch Handelen 12, De fasen van Methodisch Handelen Functies van Methodisch Handelen Doelstelling Het formuleren van behandeldoelstellingen Hulpmiddelen bij het formuleren van behandeldoelstellingen 16, Methodisch Handelen en het Amsterdams dienstenmodel Discussie 18 Hoofdstuk 3 ICF Inleiding ICF De uitleg van de ICF 19,20, Definities binnen de ICF 22, Het gebruik van ICF De doelstelling van de ICF 23, Discussie De ICF en het dienstenmodel 25 Hoofdstuk 4 Verslaglegging Inleiding Eisen aan verslaglegging 26, Gegevens die minimaal moeten worden vastgelegd Vastleggen van gegevens Functies van de verslaglegging Verslaglegging en het Amsterdams dienstenmodel 28, Speciale verslaglegging binnen het Amsterdams dienstenmodel 29, Discussie 30 Hoofdstuk 5 Client-centred therapy Inleiding De achtergrond van de client-centred therapy 31, De theorie achter client-centred therapy 32, De client-centred therapy binnen de fysiotherapie? De client-centred therapy in de dagelijkse praktijk 33,34 2

4 5.5 De hulpvraag binnen de fysiotherapie 34, Client-centred therapy en doctor-centred therapy Discussie 36, Client-centred therapy en het Amsterdams dienstenmodel 37 Hoofdstuk 6 Didactiek Inleiding Het model van de onderwijsleersituatie Doelstellingen De beginsituatie De beginsituatie van de deelnemers De beginsituatie van de workshopleider De situationele gegevens De doelgroepbepaling 41, De leerprincipes 42, Didactische werkvormen De doceerles Het practicum 44, De discussie De bespreking De demonstratie 45, Leermiddelen Vragen stellen 46, Het gebruik van casussen in de workshop 47 Conclusie/Discussie 51,52 Advies 53 Dankbetuiging 54 Literatuur 55,56 Bijlagen 1. Het Amsterdams dienstenmodel 2. ICF-model 3. De richtlijnen voor fysiotherapeutische verslaglegging 4. Het S.O.A.P-model 5. Het enquêteformulier 6. Verwerking van de enquêteformulieren 7. Vragen aan de opdrachtgever 8. Handboek workshop Amsterdams dienstenmodel 9. Het verwerkingsmateriaal. 3

5 Samenvatting ZAO-zorgverzekeringen geeft een workshop over het Amsterdams dienstenmodel. Het Amsterdams dienstenmodel is een co-produktie van de Amsterdamse therapeuten en ZAO Zorgverzekeringen. Het is opgesteld als instrument om de zorgvragen van patiënten en de bijbehorende hoofdbehandeldoelstellingen van de therapeuten inzichtelijk te maken. Over deze workshop is ZAO niet tevreden, maar de medewerkers hebben zelf geen tijd om deze workshop te verbeteren. Aan de hand van dit probleem volgde de volgende probleemstelling, vraagstelling, doelstellingen en de opdracht: Probleemstelling ZAO-zorgverzekeringen geeft een workshop over het Amsterdams dienstenmodel. Over deze workshop is ZAO niet tevreden, maar ZAO heeft zelf geen tijd om hem te verbeteren. Vraagstelling Hoe verfrissen I wij de workshop dienstenmodel van ZAO, waarin de begrippen: zorgvraag, behandeldoelstelling, ICF, methodisch handelen en verslaglegging duidelijk II naar voren komen en een verband met het dienstenmodel aangeven? En hoe stellen wij daarbij een mapje samen wat gebruikt kan worden als naslag- of verdiepingsmateriaal, voor de fysiotherapeuten die de workshop hebben gevolgd? Doelstellingen 1. De begrippen zorgvraag, behandeldoelstelling, ICF, methodisch handelen en verslaglegging zijn verduidelijkt op de onderdelen definitie, inhoud, doel/ functie, discussiepunten en relatie met het Amsterdams dienstenmodel, binnen de periode van 14 februari 2002 tot 27 juni Informatie over didactiek met betrekking tot de workshop is verduidelijkt en verwerkt in de opzet van de workshop, binnen de periode van 14 februari 2002 tot 27 juni De vraagbehoefte van de opdrachtgever en de deelnemers van de workshop is in kaart gebracht en verwerkt in de opzet van de workshop, binnen de periode van 14 februari 2002 tot 27 juni Er is literatuur gezocht wat als verwerkingsmateriaal kan dienen tijdens en na het volgen van de workshop, binnen de periode van 14 februari 2002 tot 27 juni De opdracht Verfris de workshop dienstenmodel van ZAO, waarin de begrippen: zorgvraag, behandeldoelstelling, ICF, methodisch handelen en verslaglegging duidelijk naar voren komen en een verband met het dienstenmodel aangeven. Stel een mapje samen wat gebruikt kan worden als naslag- of verdiepingsmateriaal, voor de fysiotherapeuten die de workshop hebben gevolgd. I Verfrissen: II Duidelijk: - Didactisch niveau verbeteren - Interactiviteit optimaliseren - Er wordt een verband aangegeven tussen de begrippen: zorgvraag, ICF, methodisch handelen, verslaglegging en het dienstenmodel van ZAO. 4

6 Methode Aan de hand van een literatuurstudie met betrekking tot Methodisch Handelen, verslaglegging, ICF, client-centred therapy is de theoretische inhoud voor de workshop bepaald. Via doelgroepbepaling is gekeken naar de vraagbehoefte van de deelnemers en door middel van een vragenlijst is de vraag van de opdrachtgever in kaart gebracht. De opzet van de workshop is onderbouwd door een literatuurstudie over didactiek. Resultaat Ons eindproduct bestaat uit: - Een handboek workshop Amsterdams dienstenmodel voor de helpdeskmederwerkers. - Ondersteunend materiaal voor tijdens de workshop, deze bestaat uit een powerpointpresentatie, een presentatie d.m.v. sheets en een presentatie d.m.v. een flap-over. - Een mapje met verwerkingsmateriaal, dit mapje wordt gebruikt tijdens de workshop, tevens bevat dit mapje een vragenlijstje en twee artikelen die na afloop van de workshop gelezen kunnen worden. - Een scriptie, deze scriptie dient als verantwoording van onze eindproducten. In de workshop hebben wij de nadruk gelegd op het formuleren van behandeldoelstellingen en het bewust worden van het verband tussen de hulpvraag van de patiënt, de doelstellingen voor je therapie en de dienst die je kiest. Ook neemt de ontwikkeling van het Amsterdams dienstenmodel een belangrijke plaats in. Conclusie Aan de opdracht is voldaan. Binnen de periode van 14 februari 2002 tot 27 juni 2002 hebben wij de workshop Amsterdams dienstenmodel verfrist door onze doelstellingen te behalen. Wij hebben: - De begrippen zorgvraag, behandeldoelstelling, ICF, methodisch handelen en verslaglegging verduidelijkt op de onderdelen definitie, inhoud, doel/ functie, discussiepunten en relatie met het Amsterdams dienstenmodel. - Informatie over didactiek met betrekking tot de workshop verduidelijkt en verwerkt in de opzet van de workshop. - De vraagbehoefte van de opdrachtgever en de deelnemers van de workshop in kaart gebracht en verwerkt in de opzet van de workshop, - Literatuur gezocht wat als verwerkingsmateriaal kan dienen tijdens en na het volgen van de workshop. Als vervolg op onze opdracht zouden de volgende beroepsopdrachten geformuleerd kunnen worden: 1. Het ontwikkelen van een systeem of formulier dat het invullen van het 30+ formulier en de fysiotherapeutische verslaglegging combineert. 2. Het ontwikkelen van een workshop Amsterdams dienstenmodel, die speciaal gericht is op beginners of op gevorderden. 3. Het uitspreken van een advies over het inpassen van de ICF in het dienstenmodel 5

7 Inleiding Je werkt als fysiotherapeut in een particuliere praktijk in Amsterdam. Naast alle patiëntenproblematiek heb je te maken met IOF-bijeenkomsten, KNGF-modulen die je moeten volgen, accreditatiepunten en de nieuwe ontwikkelingen die op komst zijn. Naast regels van Borst bestaat er ook een afwijkend model van verzekeren van ZAO, het zogenoemde Amsterdams dienstenmodel. Je wordt geacht om van al deze ontwikkelingen op de hoogte te zijn en zo af en toe een workshop of een lezing te volgen. Een uitnodiging voor een workshop Amsterdam dienstenmodel van ZAO ligt op je bureau. Ga je hier naar toe of niet? Geef je alweer je vrije avond op voor je vak? Plaatje bewerkt door: Versteeg. E, Vries.E,de. Uit: Bergen.A, van Derijcke.J, Vinck.A, Toetsbare fysiotherapie, over uniforme registratie in de fysiotherapie, Stichting wetenschap en Scholing Fysiotherapie, 1986 De kwaliteitsverbetering in de fysiotherapie zorgt voor een grote belasting bij de beroepsgroep Er gaat veel tijd (vaak vrije tijd) in zitten om op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen. Een fysiotherapeut verwacht dan ook als hij naar een workshop gaat efficiëntie en een goed opgebouwd programma. Binnen ZAO-zorgverzekeringen worden er workshops gegeven over het Amsterdams dienstenmodel, voor fysiotherapeuten werkzaam in Amsterdam. Er is nooit veel tijd geweest om deze workshop op een goede manier in elkaar te zetten. De personen die de workshops geven zijn niet tevreden over de huidige opzet. Zij geven de volgende problemen aan: - De workshop is niet volgens didactische principes opgebouwd. - De workshop is verouderd, de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de fysiotherapie en andere paramedische gebieden zijn er nog niet in verwerkt. - Er is nog geen naslagwerk of aanvullende informatie die na de workshop kan worden uitgedeeld. - De workshop sluit niet aan bij de behoefte van de doelgroep. - Tijdgebrek om de workshop te verbeteren. Uit deze probleemomschrijving hebben wij de volgende probleemstelling geformuleerd: ZAO-zorgverzekeringen geeft een workshop over het Amsterdams dienstenmodel. Over deze workshop is ZAO niet tevreden, maar ZAO heeft zelf geen tijd om hem te verbeteren. 6

8 Uit deze probleemstelling werd de volgende opdracht geformuleerd: Verfris III de workshop dienstenmodel van ZAO, waarin de begrippen: zorgvraag, behandeldoelstelling, ICF, methodisch handelen en verslaglegging duidelijk IV naar voren komen en een verband met het dienstenmodel aangeven. Stel een mapje samen wat gebruikt kan worden als naslag- of verdiepingsmateriaal, voor de fysiotherapeuten die de workshop hebben gevolgd. Deze opdracht leidde tot de onderstaand vraagstelling en doelstellingen: Vraagstelling Hoe verfrissen wij de workshop dienstenmodel van ZAO, waarin de begrippen: zorgvraag, behandeldoelstelling, ICF, methodisch handelen en verslaglegging duidelijk naar voren komen en een verband met het dienstenmodel aangeven? En hoe stellen wij daarbij een mapje samen wat gebruikt kan worden als naslag- of verdiepingsmateriaal, voor de fysiotherapeuten die de workshop hebben gevolgd? Doelstellingen 1. De begrippen zorgvraag, behandeldoelstelling, ICF, methodisch handelen en verslaglegging zijn verduidelijkt op de onderdelen definitie, inhoud, doel/ functie, discussiepunten en relatie met het Amsterdams dienstenmodel, binnen de periode van 14 februari 2002 tot 27 juni Informatie over didactiek met betrekking tot de workshop is verduidelijkt en verwerkt in de opzet van de workshop, binnen de periode van 14 februari 2002 tot 27 juni De vraagbehoefte van de opdrachtgever en de deelnemers van de workshop is in kaart gebracht en verwerkt in de opzet van de workshop, binnen de periode van 14 februari 2002 tot 27 juni Er is literatuur gezocht wat als verwerkingsmateriaal kan dienen tijdens en na het volgen van de workshop, binnen de periode van 14 februari 2002 tot 27 juni Wij hebben voor deze beroepsopdracht gekozen, omdat we eens vanuit een andere hoek naar de fysiotherapie wilden kijken. Het leek ons uitdagend om voor een verzekeringsmaatschappij te werken. Daarnaast wilden wij graag ontdekken hoe het Amsterdams dienstenmodel tot stand is gekomen, hoe het werkt en hoe fysiotherapeuten er mee om gaan. Dit in combinatie met het verbeteren van de workshop leek ons interessant. Om deze opdracht te voltooien hebben wij de volgende werkwijze gevolgd. We zijn begonnen met ons te verdiepen in de begrippen zorgvraag, behandeldoelstelling, ICF, methodisch handelen en verslaglegging door middel van literatuuronderzoek en het volgen van de KNGF-kwaliteitsmodulen. Daarnaast hebben wij een beeld gekregen van de doelgroep van de workshop door de workshop Amsterdams dienstenmodel bij te wonen en door gesprekken met fysiotherapeuten tijdens de modules van het KNGF. We hebben de vraagbehoefte van de doelgroep in kaart gebracht door middel van een enquêteformulier. III Verfrissen: IV Duidelijk: - Didactisch niveau verbeteren - Interactiviteit optimaliseren - Er wordt een verband aangegeven tussen de begrippen: zorgvraag, ICF, methodisch handelen, verslaglegging en het dienstenmodel van ZAO. 7

9 Nadat we de begrippen hadden uitgewerkt en een goed beeld gekregen hadden van de doelgroep van de workshop, hebben we via een vragenlijst in kaart gebracht wat de opdrachtgever wil met de workshop. Vervolgens hebben we de workshop aan de hand van didactische principes opgesteld. Onze beroepsopdracht is om verschillende redenen relevant voor de fysiotherapie namelijk: 1. De workshop Amsterdams dienstenmodel bereikt veel fysiotherapeuten die werkzaam zijn in Amsterdam. In deze workshop leren de fysiotherapeuten te handelen aan de hand van hulpvraag en behandeldoelstellingen. Dit bevordert het bewust werken van de fysiotherapeut. 2. Binnen de workshop Amsterdams dienstenmodel wordt aandacht besteed aan het zorgvuldig formuleren van behandeldoelstellingen. Dit zorgt voor doelgericht werken binnen de fysiotherapie. 3. De workshop Amsterdams dienstenmodel sluit aan bij de kwaliteitsverbetering die nu gaande is binnen de fysiotherapie. Iedere stap in deze richting draagt bij aan een meer uniforme en transparante fysiotherapie. Deze scriptie hebben we op de volgende manier samengesteld. We beginnen in hoofdstuk 1 met een beschrijving van het Amsterdams dienstenmodel. In de hoofdstukken 2 tot en met 5 gaan we verder met de literatuurstudie. Hierin worden achtereenvolgens het methodisch handelen, ICF, verslaglegging en client-centred therapy besproken. Per begrip wordt de definitie, de historie, de inhoud, het doel en de functie, de discussiepunten en de relatie met het dienstenmodel genoemd. Hoofdstuk 6 neemt de didactische onderbouwing van de workshop voor zijn rekening. De verschillende didactische werkvormen, die in de workshop aan bod komen, worden hier toegelicht. De verantwoording voor de uiteindelijke opzet van de workshop en de verantwoording van het verwerkingsmateriaal wordt beschreven in hoofdstuk 7. Deze scriptie is geschreven voor het instituut fysiotherapie als product van onze beroepsopdracht, voor de helpdeskmedewerkers die de workshop Amsterdams dienstenmodel geven en graag wat meer achtergrond informatie willen hebben over de opzet van de workshop, voor studenten en docenten fysiotherapie die graag meer willen weten over de onderwerpen die wij behandelen in de scriptie, voor andere geïnteresseerden. Wij hopen u door middel van deze scriptie inzicht te geven in onze werkwijze van onze beroepsopdracht ZAO, dienstenmodel die wij uitgevoerd hebben aan de Hogeschool van Amsterdam, binnen het Instituut fysiotherapie. 8

10 Hoofdstuk 1 Het Amsterdams dienstenmodel Inleiding In dit hoofdstuk gaan wij in op het Amsterdams dienstenmodel; het ontstaan, de opzet en de basisindeling van het dienstenmodel worden beschreven. We belichten de voordelen van het Amsterdams dienstenmodel en tot slot gaan we in de discussie in op de nadelen en aandachtspunten van Amsterdams dienstenmodel. 1.1 Het ontstaan van het Amsterdams dienstenmodel 20,21 Het Amsterdams dienstenmodel is een co-produktie van de Amsterdamse therapeuten en ZAO Zorgverzekeringen. Het is opgesteld als instrument om de zorgvragen van patiënten en de bijbehorende hoofdbehandeldoelstellingen van de therapeuten inzichtelijk te maken. 21 De afgelopen jaren is de vraag naar transparantie en inzicht in de fysiotherapie toegenomen. Aan de hand daarvan zijn er verschillende onderzoeken gedaan naar de efficiëntie van de paramedische zorg. Uit een aantal onderzoeken bleek dat de verschillende doelgroepen ook verschillende zorg nodig hebben. 20 In dat kader hebben ZAO Zorgverzekeringen en het regionaal genootschap voor fysiotherapie Amsterdam zich vanaf 1996 sterk gemaakt voor het ontwikkelen van een model dat de zorgvragen van de patiënten en de daarbij horende hoofdbehandeldoelstellingen van therapeuten inzichtelijk maken. Deze samenwerking heeft geleid tot het Amsterdams dienstenmodel. In 1996 werd de landelijke beperkende maatregel ingevoerd, daarin werd er voor fysiotherapie een limiet gesteld van 9 behandelingen op de hoofdverzekering per ziekenfondsverzekerde patiënt per indicatie per jaar, tenzij de bij die patiënt gestelde diagnose voorkomt op de door VWS opgestelde chronische lijst: Lijst aandoeningen langdurige en intermitterende fysiotherapie, oefentherapie-cesar en oefentherapie-mensendieck.. Deze maatregel heeft ervoor gezorgd dat het niet meer inzichtelijk kon worden gemaakt wat de relatie tussen hulpvraag en bijbehorende hoofdbehandeldoelstelling was. Daarom is aan de minister gevraagd te mogen afwijken van de wettelijke maatregel en het instrument Amsterdams dienstenmodel verder te mogen ontwikkelen. Voor een periode van drie jaar is daarvoor toestemming verleend in de vorm van een experiment. Per heeft de minister de experimentele status losgelaten en is toestemming verleend het Amsterdams dienstenmodel in formele zin toe te passen. Nu kunnen ook andere beroepsgroepen en zorgverzekeraars het model toepassen in plaats van de wettelijke maatregel De opzet van het Amsterdams dienstenmodel 20,28 Het dienstenmodel is geschikt voor fysiotherapeuten en in aangepaste vorm voor oefentherapeuten Cesar en oefentherapeuten Mensendieck. Het dienstenmodel wordt toegepast bij aanvullend verzekerde ziekenfonds patiënten bij ZAO-zorgverzekeringen in Amsterdam. Bij toepassing van het dienstenmodel hoeft geen rekening te worden gehouden met de beperkende maatregel van minister Borst van VWS. Bij toepassing van het model worden de stappen van het Methodisch Handelen zoals gebruikelijk doorlopen. Via de verwijsgegevens, anamnese, onderzoek wordt de fysiotherapeutisch diagnose gesteld en worden de indicatiestellingen bevestigd of ontkracht. 9

11 Vervolgens wordt een behandelplan opgesteld waarin doelstellingen en middelen worden gespecificeerd. Binnen het Amsterdams dienstenmodel wordt op basis van deze gegevens en de hulpvraag van de patiënt een keuze gemaakt uit drie diensten: (bijlage 1) 1. Verfijn probleem- of indicatiestelling: in deze dienst probeert de therapeut een gedifferentieerd beeld te krijgen van de problematiek van de patiënt. Er kan tussen twee subdiensten worden gekozen: het consult en de proefbehandeling. 2. Begeleiden/ondersteunen: in deze dienst staan twee zaken centraal: informatieoverdracht en begeleiding. Beiden kunnen zowel de patiënt als zijn omgeving betreffen. In deze dienst worden drie subdiensten onderscheiden: kortdurend advies, begeleiding patiënten ondersteunen mantelzorg. 3. Behandelen: in deze dienst staan het verminderen, stabiliseren en/of vertragen van verergering van stoornissen beperkingen en participatie centraal. In deze dienst kan een keuze worden gemaakt uit: acute interventie, stoornis-gerichte behandeling, activiteiten-gerichte behandeling, participatie-gerichte behandeling 1 en 2, reïntegratie en handhaven woonsituatie 1 en 2 en protocol. De keuze van een subdienst wordt bepaald door de therapeut aan de hand van de verwijzing van de arts, de klachten, de hulpvraag van de patiënt en de behandeldoelstellingen. Voor elke subdienst wordt het aantal zittingen en de termijn beschreven. Het specifieke van het Amsterdams dienstenmodel is dat de vraag van de patiënt centraal staat en dat de fysiotherapeut meerdere mogelijkheden dan alleen behandelen tot zijn beschikking heeft, zoals bijvoorbeeld hulp en instructie voor mantelzorger. 20 De fysiotherapeut heeft de mogelijkheid om bij veranderde omstandigheden of behandeldoelstellingen te wisselen van subdienst. Als een patiënt door zijn problematiek meer dan 30 zittingen nodig heeft kan daarvoor een aparte aanvraag gedaan worden bij de zorgverzekeraar. De voordelen van het Amsterdams dienstenmodel De context en sociale problematiek wordt meegenomen in het Amsterdams dienstenmodel en blijft bij de landelijke maatregel buiten schot. 2. De fysiotherapeut formuleert eerst zijn hoofdbehandeldoelstelling voordat de patiënt in een dienst wordt ingedeeld. Dit zorgt voor een duidelijke richting en doel voor patiënt en fysiotherapeut. 3. De fysiotherapeut heeft meer bewegingsvrijheid, hij heeft de mogelijkheid om langer te behandelen als dit noodzakelijk is. 4. De fysiotherapeut heeft meer variatiemogelijkheden, hij kan naast het behandelen ook gebruik maken van andere diensten zoals het begeleiden van mantelzorg en het consult. 5. De fysiotherapeut kan uitleggen waar hij mee bezig is aan de hand van zijn dienst en subdienst. Dit zorgt voor transparantie naar de verwijzer en naar de patiënt toe. 6. In het dienstenmodel gaat de fysiotherapeut uit van de hulpvraag van de patiënt. Dus de fysiotherapeut gaat uit van de problemen die de patiënt ondervindt van zijn/haar aandoening in het dagelijks leven. Deze werkwijze sluit aan bij de gedachte van clientcentred practice. In de landelijke maatregel gaat de fysiotherapeut uit van de medische diagnose, zoals parkinson, artrose status na fractuur. Het Dienstenmodel sluit daardoor beter aan bij de vraag en hulpbehoefte van de patiënt. 7. Het dienstenmodel kan bijdragen aan een uniforme taal voor de beroepsgroep. 8. Er komt meer overzicht welke mensen langer behandeld moeten worden. 10

12 1.3 Discussie Wij vinden het Amsterdams dienstenmodel een grote vooruitgang ten opzichte van de landelijke maatregelen. Het is veel beter gericht op de behoefte van de patiënt en fysiotherapeut. Dit past beter bij de huidige stand van de zaken binnen de gezondheidszorg waar zorg op maat een belangrijk uitgangspunt is. Wij hebben wel een tweetal kritisch opmerkingen over het Amsterdams dienstenmodel. Ten eerste vinden wij de indeling die binnen de dienst behandeling bestaat te beperkt. De fysiotherapeut wordt gedwongen te kiezen tussen een stoornis-, activiteit- en participatiegerichte behandeling, maar als fysiotherapeut behandel je altijd al deze facetten. Volgens ons behandel je als fysiotherapeut nooit alleen gericht op stoornis niveau, maar behandel je ook altijd de activiteiten die beperkt zijn door de stoornis. Wij denken dat deze indeling voor onduidelijkheid zorgt en niet aansluit bij de nieuwste ideeën rond fysiotherapie. De fysiotherapeut behandelt de patiënt als geheel. ICIDH-2 is volgens ons een handige manier om beperkingen te ordenen, maar geen goede manier om je behandelplan in op te delen. Ten tweede is de indeling van subdiensten nu nog gericht op het oude model van ICIDH-2. Op dit moment is de ICF, Internationale Classificatie van het menselijk functioneren, uitgebracht door de WHO, World Health Organisation. Het Amsterdams dienstenmodel sluit hier nog niet op aan. Hopelijk worden deze aspecten verbeterd in de nieuwe versie van het Amsterdams dienstenmodel. 11

13 Hoofdstuk 2 Methodisch Handelen Inleiding In dit deel willen wij ingaan op Methodisch Handelen. Allereerst bespreken wij de elementen van het Methodisch Handelen, vervolgens gaan we in op de functies van Methodisch Handelen. Het formuleren van een doelstelling vinden wij belangrijk in het kader van het Amsterdams dienstenmodel en daarom is er in dit hoofdstuk aandacht aan besteed. We sluiten af met een discussie en de relatie van Methodisch Handelen met het Amsterdams dienstenmodel Wij denken dat dit deel een aanvulling is op de opdracht, omdat de elementen van Methodisch Handelen terug komen in het Amsterdams dienstenmodel. Wij vinden het belangrijk dat therapeuten weten waar Methodisch Handelen voor staat als zij het Amsterdams dienstenmodel goed willen begrijpen en toepassen. 2.1 Methodisch Handelen Methodisch Handelen is een methode om effectief en efficiënt te kunnen werken en wordt gekenmerkt door doelgerichtheid, systematiek, procesmatigheid en bewustheid. (Brouwer 1995) Methodisch Handelen is gericht op het oplossen van een probleem. Kenmerkend voor Methodisch Handelen is dat de handelende persoon zich bewust is van de manier waarop hij handelt en bewust probeert dat handelen aan te passen aan de situatie waarin hij handelt. Er is pas sprake van Methodisch Handelen als alle vier de elementen van Methodisch Handelen aanwezig zijn in de werkwijze van de fysiotherapeut. De kenmerken van Methodisch Handelen zijn: 1. Doelgericht werken 2. Systematisch werken 3. Procesmatig werken 4. Bewust werken Doelgericht werken: Handelen gericht op het bereiken van een bepaald doel. In alle fases van het handelen werkt de fysiotherapeut doelgericht. Zo is het doel bij het fysiotherapeutisch onderzoek: nagaan of fysiotherapie een zinvolle bijdrage kan leveren aan de oplossing van het gezondheidsprobleem van de patiënt, en zo ja, in hoeverre en hoe? Voor de behandeling stelt de fysiotherapeut in overleg met de patiënt een behandelplan op, waarin de doelstellingen van de behandeling zijn geformuleerd. De beschrijving van een doelstelling moet helder zijn geformuleerd. Het formuleren van doelstellingen wordt uitgebreid beschreven in paragraaf

14 Systematisch werken: Handelen volgens een logische ordening van te nemen stappen, gerelateerd aan de doelstellingen, waardoor systematiek ontstaat. Systematisch handelen zorgt voor een logische volgorde en zorgt er voor dat er geen noodzakelijke acties worden vergeten, of overbodige handelingen worden verricht. Binnen de fysiotherapeutische onderdelen heeft de fysiotherapeut een systematiek opgebouwd: eerst een anamnese voordat men met het onderzoek begint. En ook binnen de anamnese en onderzoek bestaat er een logische volgorde/systematiek. Procesmatig werken: Handelen waarbij alle aspecten samenhangen en elkaar voortdurend beïnvloeden. Tijdens het procesmatig werken is er steeds sprake van bijsturing, waarbij de volgende stap wordt bepaald door de daaraan voorafgaande stap. Een behandeling is geen statisch maar dynamisch gebeuren. Evaluatief kijkend naar de individuele patiënt pas je elke keer je handelen aan. Bijvoorbeeld: Als de fysiotherapeut in het onderzoek naar verminderde bewegingsuitslag van de knie, verschijnselen vindt die niet passen bij een verminderde bewegingsuitslag, maar die mogelijk duiden op instabiliteit van het gewricht, zal hij als volgende stap deze veronderstelde instabiliteit onderzoeken. Procesmatigheid kan men natuurlijk ook iets te ver doorvoeren Uit: Bergen.A, van Derijcke.J, Vinck.A, Toetsbare fysiotherapie, over uniforme registratie in de fysiotherapie, Stichting wetenschap en Scholing Fysiotherapie, 1986 Bewust werken: Handelen volgens een bewust proces. Er is sprake van een bewuste en beargumenteerde planning/ strategiekeuze en bijsturing van het handelen. De hulpverlener is zich bewust van wat er omgaat in hemzelf, bij de patiënten en in de situatie, en is zich bewust van de mogelijke gevolgen van zijn handelen. 2 13

15 2.1.1 De fasen van Methodisch Handelen In de richtlijn verslaglegging worden een zevental fasen van Methodisch Handelen weergegeven (bijlage 3): De arts verwijst en de patiënt meldt zich aan. 2. De fysiotherapeut neemt de anamnese af en doet het fysiotherapeutisch onderzoek. 3. De fysiotherapeut analyseert het probleem en formuleert de fysiotherapeutische diagnose. 4. De fysiotherapeut stelt een behandelplan op. 5. De fysiotherapeut behandelt. 6. De fysiotherapeut evalueert de resultaten. 7. De fysiotherapeut sluit de behandelperiode af. 2.2 Functies van Methodisch Handelen Fysiotherapeutische zorgverlening is te karakteriseren als een vorm van probleemoplossing. Zoals al eerder genoemd is juist Methodisch Handelen gericht op het oplossen van problemen en daarom zo bruikbaar voor de fysiotherapie. Methodisch Handelen is een handige manier om een probleem op efficiënte wijze op te lossen. Per element is de meerwaarde uitgelegd: Doelgericht werken zorgt dat de fysiotherapeut een begin en einde vastlegt. Met het einde wordt de doelstelling bedoeld die bereikt moet worden. De fysiotherapeut weet waarvoor hij werkt. Dit kan de fysiotherapeut meer sturing geven tijdens het werken met de patiënten. Het geeft de weg aan die de fysiotherapeut kan bewandelen. Bij elke behandeling kijkt de fysiotherapeut of hij handelt richting de doelen en subdoelen en zo mogelijk stelt hij zijn handelen of doelen bij. Systematisch werken geeft de fysiotherapeut een houvast waarop teruggevallen kan worden. Er kunnen geen zaken vergeten worden en er is minder kans om overbodig handelingen te verrichten. Het is van belang dat er een systematiek in de anamnese, onderzoek en behandeling is opgebouwd. Procesmatig werken zorgt voor een zo goed mogelijk zorg voor de individuele patiënt. Elke patiënt heeft recht op een zo goed mogelijk aansluitende behandeling. Als fysiotherapeut is de volgende stap in de behandeling bepaald door de ontwikkelingen die tot nu toe hebben plaatsgevonden. Dit kan ook inhouden om te stoppen met een behandeling als er geen resultaat wordt bewerkstelligd na een x-aantal behandelingen. Bewust werken voorkomt dat de fysiotherapeut routinematig handelt. Het dwingt hem bewust stil te staan bij zijn eigen werken en handelen. Dit geeft inzicht in het handelen en gedrag en kan soms ook verklaren waarom een behandeling wel werkt een andere behandeling niet. Bewust werken zorgt voor een kritische blik op jezelf. 14

16 2.3 Doelstelling 31 Er bestaat vaak onduidelijkheid over het verschil van een doel en doelstelling. Binnen de fysiotherapie stelt de fysiotherapeut samen met de patiënt behandeldoelstellingen op. Het is van belang om duidelijk en helder te krijgen wat wij precies onder een doelstelling verstaan. Een doel is datgene waarop een handeling of reeks handelingen is gericht. Een doelstelling is een doel dat van tevoren expliciet is gesteld. Dus eigenlijk bedoelen we met het formuleren van een behandeldoel het formuleren van een behandeldoelstelling. Je kunt zeggen dat een handeling altijd impliciet een doel heeft, maar dat betekent niet dat er ook een doelstelling is, dat er expliciet een doel is gesteld. Bijvoorbeeld: als je je hand uitsteekt om een kopje te pakken, heeft de handeling je hand uitsteken een doel. Maar als je van tevoren een doelstelling formuleert een kopje te pakken is deze handeling bewust uitgevoerd en achteraf meetbaar. Met een doelstelling gaan we uit van een persoon (de fysiotherapeut) of instelling die vooraf bewust en expliciet stelt dat er iets bereikt moet worden, terwijl een doel meer het intrinsieke eindpunt van een handeling of activiteit is. Het is van belang, doelstellingen niet te verwarren met idealen. Idealen bereik je meestal niet en zijn daarom ook erg demotiverend. Een patiënt kan een ideaal hebben, maar is dit wel realistisch? Een doelstelling is ook iets anders dan een motivatie. Een motivatie betreft namelijk de beweegreden van iemand die een doel stelt. Dus waarom iemand iets doet, een doelstelling is dat gene wat iemand wil bereiken. Doelstellingen moeten ook niet verward worden met bedoelingen. Bedoelingen zijn niet concreet geformuleerde doelstellingen. Ze zijn te vaag en geven meestal niet goed aan wat en waar je naar toe wilt. In de fysiotherapie stelt de fysiotherapeut doelstellingen en geen doelen, idealen of motivaties Het formuleren van behandeldoelstellingen 2 De eerste stap bij het opstellen van een behandelplan is het bepalen van de einddoelstelling. De fysiotherapeutische zorg kan als doelstelling hebben: het voorkomen, opheffen en verminderen van gezondheidsproblemen of onderhouden van gezondheidstoestand. Daarnaast zijn acceptatie van, aanpassing aan en omgaan met stoornissen, beperkingen op activiteitenniveau en participatieniveau (ICIDH-2) van belang. De einddoelstelling is het doel wat bereikt moet zijn aan het eind van de behandelepisode. Bij het bepalen van de einddoelstelling wordt er een duidelijke relatie gelegd met de hulpvraag/ zorgvraag van de patiënt. Veelal betekent dit dat de einddoelstelling geformuleerd is op het niveau van functioneren en participeren. Het is mogelijk om de einddoelstelling van een behandelepisode in te delen naar doelstellingen die tussentijds bereikt moeten zijn. Dit worden tussendoelstellingen ofwel subdoelstellingen genoemd. Daarnaast worden ook de begrippen korte-termijndoelstellingen en langetermijndoelstellingen gebruikt. Lange-termijndoelstellingen zijn doelstellingen die de patiënt kan bereiken en die bereikt worden na afsluiting van de behandelepisode door het geleerde te blijven doen en toe te passen in verschillende situaties. Korte-termijndoelstellingen zijn doelstellingen waarvan wordt verwacht dat ze eerder bereikt kunnen worden en ook eerder bereikt moeten zijn. Zij gelden als voorwaarde om de lange-termijndoelstelling te verwezenlijken. Het formuleren en vooral het bereiken van doelstellingen stimuleert de therapietrouw en stimuleert de patiënt om door te gaan. 15

17 2.3.2 Hulpmiddelen bij het formuleren van doelstellingen Bij het formuleren van doelstellingen kan een hulpmiddel gebruikt worden. Er bestaan twee bekende hulpmiddelen: het SMART-model en het RUMBA-model. Beide modellen zijn waarschijnlijk ontstaan in de bedrijfswereld en zijn volgens ons ook goed bruikbaar in de gezondheidszorg en fysiotherapie. De modellen helpen alle aspecten van een doelstelling goed in kaart te brengen en te formuleren. Het SMART-model. SMART staat voor: S- specifiek M- meetbaar A- acceptabel R- realistisch T- tijdsgebonden Als de fysiotherapeut een doelstelling formuleert dan checkt men aan de hand van de SMART-punten of deze doelstelling op een goede manier is geformuleerd. Specifiek: de doelstelling is specifiek geformuleerd. Dit betekent duidelijk omschreven en gericht op een specifieke situatie. Meetbaar: de doelstelling is zo geformuleerd dat het achteraf te meten is. Pas als een doel meetbaar is kan men kijken of hij ook gehaald is. Acceptabel: de doelstelling is zo geformuleerd dat het in de betreffende situatie acceptabel is, acceptabel voor de patiënt en zijn omgeving. Realistisch: de doelstelling is zo geformuleerd dat het realistisch is. De doelstelling moet kunnen worden behaald. Daarin neemt men de situatie en persoonlijke beperkingen mee in het bepalen of er een realistische doelstelling is gesteld. Tijdsgebonden: de doelstelling is zo geformuleerd dat er een tijd aan gebonden is. Een tijdstermijn waarin het doel moet worden gehaald, dit bevordert ook weer de meetbaarheid. 16

18 Het Rumba-model 26 R- relevant U- understandable M- measurable B- behavioral A- attainable Naast het SMART-model kan men voor het formuleren van doelstellingen ook het RUMBAmodel gebruiken. Het RUMBA-model gaat er echter van uit dat men criteria formuleert waaraan een doelstelling of situatie zou moeten voldoen. Het formuleren van criteria is lastig. RUMBA-model kan worden gebruikt als hulpmiddel bij het goed formuleren van expliciete criteria. Doelstellingen moeten aan de volgende criteria voldoen: Relevant (relevantie): De criteria moeten voor belang zijn voor het onderwerp en de doelstelling. Understandable (begrijpelijk): De begrijpelijkheid van een doelstelling heeft tot gevolg dat niet alleen de hulpverlener maar ook de zorgvrager/patiënt weet waar hij aan toe is. Het criterium begrijpelijkheid heeft ook betrekking op het gegeven dat alle teamleden weten wat er onder een bepaalde doelstelling wordt verstaan. Measurable (meetbaar): De criteria zijn meetbaar. Vage formuleringen moeten vermeden worden. Het is dus fout te stellen dat een patiënt "enige kennis dient te hebben van.." Meetbaar betekent het gebruik van concrete en specifieke termen (evaluatiecriteria opstellen waar mogelijk) Voorbeeld: de patiënt heeft na 14 dagen 4kg van zijn overtollige gewicht verloren Behavioral (waarneembaar gedrag): De criteria zijn beschreven in termen van waarneembaar gedrag. Als wordt gesteld dat de patiënt "na enige tijd" de dood van zijn vrouw heeft verwerkt, dan zegt dat niet veel. Wel is het mogelijk om enkele concrete tussenstappen te formuleren. Voorbeeld: de patiënt kan binnen 10 dagen zijn emoties over de dood van zijn vrouw uiten bij de voor hem belangrijke mensen. Doelstellingen kunnen vrijwel altijd in waarneembaar gedrag worden geformuleerd, ook al vereist dat soms enige "lenigheid van geest". Attainable (bereikbaar): De criteria zijn haalbaar onder de omstandigheden. Het is voor de patiënt en de hulpverlener van groot belang dat de geformuleerde doelstellingen haalbaar of realistisch zijn. Anders is er eerder sprake van ontmoediging. 2.4 Methodisch Handelen en het Amsterdams dienstenmodel Bij het hanteren van het Amsterdams dienstenmodel wordt er methodisch gehandeld. Zowel bij het formuleren van behandeldoelstellingen en bij het indelen in een dienst worden de cycli van het Methodisch Handelen doorlopen. Binnen het Amsterdams dienstenmodel staat het handelen aan de hand van de hulpvraag van de patiënt en behandeldoelstellingen centraal. Dit komt overeen met een belangrijk aspect van het Methodisch Handelen: doelgericht werken. Binnen het Amsterdams dienstenmodel kiest de fysiotherapeut een dienst aan de hand van de hulpvraag en de doelstellingen voor de behandelingen. Dit sluit aan bij het procesmatige en doelgerichte werken. 17

19 2.5 Discussie Methodisch Handelen wordt binnen de fysiotherapie algemeen geaccepteerd, maar veel therapeuten staan hier in hun dagelijkse bezigheden volgens ons niet bij stil. Tijdens de module Methodisch Handelen die wij éénmaal hebben gevolgd hebben wij een aantal dingen opgemerkt: 1.De meeste therapeuten vertelden dat ze methodisch werkten, onbewust of bewust. Volgens ons kan er geen sprake zijn van onbewust Methodisch Handelen, want Methodisch Handelen staat juist voor bewustheid van de werkwijze en keuzen die de fysiotherapeut maakt. 2.Over het stellen van behandeldoelstellingen ontstond een discussie. Veel van de therapeuten die aanwezig waren in de module stelden geen specifieke of juist geformuleerde behandeldoelstellingen op. Uit reacties bleek dat veel van hen dit ook niet nodig vonden. De meeste therapeuten hadden deze wel in hun hoofd zitten. Therapeuten zeggen methodisch te werken, maar stellen geen doelstellingen op. Één van de vier elementen van Methodisch Handelen is de doelgerichtheid. Om te spreken van Methodisch Handelen moeten alle elementen aanwezig zijn. 6 Er is dus geen sprake van Methodisch Handelen als er geen doelstellingen worden geformuleerd. Als er geen doelstelling is opgesteld dan kun je als fysiotherapeut ook niet weten of een doel is gehaald. En wanneer de fysiotherapeut niet weet of een doel is gehaald dan betwijfelen wij of er nog wel sprake is van een zekere procesmatigheid of systematiek. Wij willen hiermee zeggen dat het wel of niet Methodisch Handelen staat of valt met het wel of niet opstellen van behandeldoelstellingen. 18

20 Hoofdstuk 3 ICF Inleiding In dit hoofdstuk gaan we in op de basisprincipes van de ICF, Internationale Classificatie van het menselijk functioneren. Deze classificatie zal binnenkort de ICIDH-2 vervangen. Wij denken dat dit hoofdstuk een aanvulling op de opdracht is omdat, in het Amsterdams dienstenmodel dit moment nog gebruik gemaakt wordt van de ICIDH-2, therapeuten kunnen door middel van dit hoofdstuk alvast een blik op de toekomst werpen. 3.1 ICF 30 International Classification of Functioning. Nederlandse vertaling: Internationale Classificatie van het menselijk functioneren. ICF heeft het doel: door middel van het in kaart brengen van begrippen op het terrein van het menselijk functioneren een basis te leggen voor een gemeenschappelijke standaardtaal. De ICF is een uitgave van de WHO (World Health Organization). Deze organisatie ontwikkelt classificaties, zodat verschillende vakgebieden over de gehele wereld in een gestandaardiseerde en gemeenschappelijke taal kunnen communiceren over gezondheid en gezondheidszorg. De ICF is geaccepteerd in 191 landen als de standaard om het menselijk functioneren te meten en te beschrijven. Zo bestaat naast het ICF het ICD-10 (internationale classificatie van ziekten). Het is de bedoeling dat deze 2 classificaties naast elkaar gebruikt gaan worden. Zodat de ICD-10 informatie geeft over de ziekte en andere gezondheidsproblemen en de ICF voorziet in informatie over het menselijk functioneren. De ICF heeft betrekking op alle mensen en niet alleen op mensen met een probleem. Ieders gezondheidstoestand kan aan de hand van de ICF beschreven worden. De ICF is dus algemeen toepasbaar De uitleg van de ICF De ICF (voorheen ICIDH-2) bestaat uit een raamwerk van classificaties die tezamen een gestandaardiseerd begrippenapparaat vormen voor het beschrijven van het menselijk functioneren en de problemen die daarin kunnen optreden. Deze problemen kunnen door middel van de ICF vanuit 3 verschillende perspectieven beschreven worden: 1. Het perspectief van het menselijk organisme. 2. Het perspectief van het menselijk handelen. 3. Het perspectief van de mens als deelnemer aan het maatschappelijk leven. De ICF is een taal die de termen bevat waarmee het menselijk functioneren kan worden beschreven en vormt zo een raamwerk voor het ordenen van gegevens. De ICF biedt een structuur om die gegevens in onderling verband, te presenteren in een gemakkelijk toegankelijke vorm. 19

21 In de ICF zijn termen geordend in twee delen met elk twee componenten: Deel 1: Functioneren en functioneringsproblemen a)functies en anatomische eigenschappen b)activiteiten en participatie Deel 2: Factoren c) externe factoren d) persoonlijke factoren Elk component is neutraal geformuleerd en kan in positieve en in negatieve zin worden gebruikt, het verschilt per component hoe dit gedaan wordt (bijlage 2): a) Bij de beschrijving van functies en anatomische eigenschappen spreekt men in termen van: afwijking in of verlies van. Bijvoorbeeld: Er is een afwijking in het glenohumeraal gewricht en een verlies van de functie flexie abductie in de schouder. b) Bij de beschrijving van activiteiten en participatie spreekt men van vermogen en uitvoering: Onder vermogen verstaat men het uitvoeren zonder hulpmiddel in een neutrale omgeving. Onder uitvoering beschrijft men hoe het wordt uitgevoerd tijdens het dagelijks leven. c) Bij de externe factoren kan men de invloed beschrijven op de fysieke en sociale omgeving. Externe factoren worden geordend in de classificatie op twee niveaus: Individueel: in de onmiddellijke omgeving van het individu. Dit niveau omvat de fysieke en materiële kenmerken van de omgeving waarmee het individu te maken heeft en ook het rechtstreekse persoonlijke contact met anderen zoals familieleden, kennissen, collega s, buren en onbekenden. Sociaal: formele en informele sociale verbanden in de gemeenschap of naaste omgeving die individuen beïnvloeden. Dit niveau omvat organisaties en instellingen op het gebied van de werkomgeving, buurtactiviteiten, communicatie en transport, overheidsdiensten en informele sociale netwerken. Het omvat zowel wetten, regelingen, formele regels als informele regels, houding en ideologieën d) Voor persoonlijke factoren wordt geen classificatielijst gegeven, vanwege de grote sociale en culturele versschillen die erin voorkomen. Men kan daar zelf beschrijven wat de kenmerken van het individu zijn. 20

22 Componenten Deel 1: Functioneren Functies en anatomische eigenschappen Activiteiten en Participatie Deel 2: Factoren Externe factoren Persoonlijke factoren V Classificaties Functies Anatomische eigenschappen Taken, handelingen Levensgebieden VI Externe invloeden op het functioneren Interne invloeden op het functioneren Constructen Afwijkingen in en verlies van fysiologische en mentale functies Vermogen Uitvoering Invloed van fysieke en sociale omgeving Kenmerken van het individu Afwijkingen in en verlies van anatomische eigenschappen Positieve / neutrale aspecten Functionele en Structurele Integriteit Activiteiten Participatie Ondersteunende factoren Ondersteunende factoren Functioneren Negatieve aspecten Stoornissen Beperkingen Participatieproblemen Belemmerende factoren Belemmerende factoren Functioneringsproblemen Figuur 1 Uit: World health organisation, ICF, Ned. vert: WHO-FIC Collaborating Centre, RIVM, Bilthoven 2001 V Redactioneel: niet uitgewerkt in de ICF. 21

23 3.2 Definities binnen de ICF Voordat men met een model gaat werken is het van belang dat de begrippen die binnen dat model gebruikt worden duidelijk zijn. Iedereen moet dezelfde definities voor deze begrippen hanteren om spraakverwarring te voorkomen. De volgende definities worden binnen de ICF gebruikt: Functies zijn de fysiologische en mentale eigenschappen van het menselijk organisme. Anatomische eigenschappen betreffen de positie, aanwezigheid, vorm en continuïteit van onderdelen van het menselijk lichaam. Tot de onderdelen van het menselijk organisme worden gerekend lichaamsdelen, orgaanstelsels, organen en onderdelen van organen. Stoornissen zijn afwijkingen in of verlies van functies of anatomische eigenschappen. Activiteiten zijn onderdelen van iemands handelen. Participatie is iemands deelname aan het maatschappelijk leven. Beperkingen zijn de moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten. Participatieproblemen zijn de problemen die iemand heeft met het deelnemen aan het maatschappelijk leven. Externe factoren iemands fysiek en sociale omgeving. Persoonlijke factoren betreffen het individu zoals leeftijd, geslacht, sociale status, levenservaringen enz. deze zijn momenteel niet in de ICF geclassificeerd, maar gebruikers kunnen deze factoren in hun toepassingen van de classificatie opnemen. De ICF is onderverdeeld in domeinen en domeinen zijn weer onderverdeeld in de hoofdstukken. Hoofdstukken: Functies: (afwijking in of verlies van) Mentale functies Sensorische functies en pijn Stem en spraak Functies van het hart en bloedvatenstelsel, hematologische systeem, afweersysteem en ademhalingstelsel Functies van spijsverteringstelsel, metabool stelsel en hormoonaalstelsel Functies van urogenitaal stelsel en reproductieve functies Functies van bewegingssysteem en aan beweging verwante functies Functies van huid en verwante structuren Anatomische eigenschappen: (afwijking in of verlies van) Anatomische eigenschappen van zenuwstelsel Anatomische eigenschappen van oog, oor en verwante structuren Anatomische eigenschappen van structuren betrokken bij stem en spraak Anatomische eigenschappen van hart en bloedvatenstelsel, afweersysteem en ademhalingstelsel Anatomische eigenschappen van spijsverteringstelsel, metabool stelsel en hormoonstelsel Anatomische eigenschappen van urogenitaal stelsel Anatomische eigenschappen van structuren verwant aan beweging Anatomische eigenschappen van huid en verwante structuren 22

24 Activiteiten en participatie: (vermogen en uitvoering) Leren en toepassen van kennis Algemene taken en eisen Communicatie Mobiliteit Zelfverzorging Huishouden Tussenmenselijke interacties en relaties Belangrijke levensgebieden Maatschappelijk, sociaal burgerlijk leven Externe factoren: (de invloed op de fysiek en sociale omgeving) Producten en technologie Natuurlijke omgeving en door de mens aangebrachte veranderingen daarin Attitudes Diensten Systemen en beleid Persoonlijke factoren: Voor persoonlijke factoren wordt geen classificatielijst gegeven, vanwege de grote sociale en culturele verschillen die erin voorkomen. Men kan daar zelf beschrijven wat de kenmerken van het individu zijn. 3.3 Het gebruik van de ICF In deze scriptie pretenderen wij niet de volledige uitleg van de ICF te kunnen geven. De ICF is namelijk een coderingssysteem en deze scriptie zal te uitgebreid worden als wij ingaan op de manier van coderen. Na het lezen van dit deel van de scriptie is het nog niet mogelijk de ICF volledig te begrijpen en goed te kunnen toepassen. 3.4 De doelstellingen van de ICF De ICF is ontwikkeld voor verschillende vakgebieden en uiteenlopende sectoren. Het is dus niet alleen bruikbaar binnen de fysiotherapie. De ICF heeft een aantal doelstellingen: De ICF voorziet in een wetenschappelijke grondslag voor het begrijpen en bestuderen van het menselijk functioneren, uitkomsten en determinanten. De ICF schept een gemeenschappelijke taal voor het beschrijven van iemands functioneren met als doel de communicatie tussen beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en in andere sectoren, als ook met mensen met functioneringsproblemen te verbeteren. De ICF maakt gegevens in de tijd en uit verschillende landen, vakgebieden en sectoren, met elkaar vergelijkbaar. De ICF voorziet in een systematisch codestelsel voor informatiesystemen in de gezondheidszorg. De ICF moet zo eenvoudig mogelijk zijn zodat beroepsbeoefenaren deze classificatie zien als betekenisvolle beschrijving van de gevolgen van aandoeningen. De ICF moet nuttig zijn voor de praktijk bijv. voor het identificeren van gezondheidszorgbehoeften, het aanpassen van interventieprogramma s (bijv. prevalentie, revalidatie, sociale actie). 23

25 De ICF moet een samenhangend, procesmatig, beeld geven van de gevolgen van ziekten en aandoeningen zodat de gehele gezondheidstoestand en niet alleen de ziekte of aandoening objectief wordt bepaald, vastgelegd en het hoofd geboden. Voorbeelden Onderstaande voorbeelden tonen de toepassing van de ICF-begrippen bij verschillende casussen. Een stoornis zonder probleem in vermogen maar wel met een uitvoeringsprobleem: Een kind met diabetes heeft een stoornis in functie, de alvleesklier produceert onvoldoende insuline. Diabetes kan onder controle worden gebracht door medicatie. Als de fysiek functie (het insulineniveau) onder controle is, zijn er geen problemen in het vermogen in verband met de lichamelijke stoornis. Maar het kind met diabetes zal waarschijnlijk een uitvoeringsprobleem ervaren wanneer het, gezien het geen suiker kan eten, niet mee kan eten bij kennissen of vriendjes. Het ontbreken van geschikt voedsel zal een belemmerde factor scheppen. Het kind zal in de huidige omgeving minder participeren tenzij stappen worden ondernomen om geschikt voedsel te verschaffen. Verschillende stoornissen en problemen in het vermogen kunnen samengaan met dezelfde uitvoeringsproblemen: - Iemand kan een bepaalde baan niet krijgen omdat de mate van zijn stoornis in spiersterkte, zoals quadriplegie, hem belet te voldoen aan bepaalde vereisten van het werk dat moet worden uitgevoerd. (bijvoorbeeld: het toetsenbord van de computer gebruiken). De werkplek heeft niet de nodige werkvereisten (bijvoorbeeld: spraakherkenningssoftware die het toetsenbord vervangt) - Een ander persoon die met een minder ernstige quadriplegie die noodzakelijke werktaken wel kan vervullen, zou de baan niet kunnen krijgen omdat de quota voor het inhuren van mensen met functioneringsproblemen bereikt zijn. - Een derde persoon die een rolstoel gebruikt, zou kunnen worden ingehuurd en in staat kunnen blijken de werktaken te vervullen, maar hij zou met zijn collega s een uitvoeringsprobleem kunnen hebben omdat de koffiehoek op zijn werk niet toegankelijk is voor rolstoelen. Dit probleem in sociaal netwerken op het werk kan de loopbaanontwikkeling in de weg staan. 3.5 Discussie Wij vinden de aanvulling dat de ICF zich nu ook richt op de persoonlijk en externe factoren een goede verbetering om het menselijk functioneert in te delen. De verdeling in anatomische factoren en functie is nu beter in vergelijking met de oude term stoornis. Door deze verdeling is het makkelijker om onderscheid te maken. Maar wij denken dat de samenvoeging van activiteiten en participatie die duidelijkheid weer vermindert. Er wordt nu binnen het ICF geen onderscheid gemaakt tussen de activiteiten van de patiënt en zijn deelname aan het maatschappelijke leven (participatie). De ICF probeert dit te ondervangen door de termen uitvoering en vermogen. Deze termen gaven bij ons verwarring, wij denken dat het moeilijk is om ze in de praktijk te gebruiken. 24

ADDENDUM 2 bij HAND-OUTS I

ADDENDUM 2 bij HAND-OUTS I ADDENDUM 2 bij HAND-OUTS I BABYLONISCHE SPRAAKVERWARRING? EENHEID van TAAL! WELKE TAAL / TERMINOLOGIE? ICD Al heel lang behoefte aan gestructureerd vastleggen van gegevens: ca. 1880: ICD, International

Nadere informatie

Info ICF. International classification of functioning, disability and health Internationale classificatie van het menselijke functioneren

Info ICF. International classification of functioning, disability and health Internationale classificatie van het menselijke functioneren Info ICF ICF? o o International classification of functioning, disability and health Internationale classificatie van het menselijke functioneren Ontstaan ICF ICF is een classificatiesysteem, ontwikkeld

Nadere informatie

Internationale classificatie van het menselijk functioneren of ICF- CY 1

Internationale classificatie van het menselijk functioneren of ICF- CY 1 Internationale classificatie van het menselijk functioneren of ICF- CY 1 ICF 2 staat voor International Classification of Functioning, Disability and Health en is een classificatiesysteem van de Wereldgezondheidsorganisatie.

Nadere informatie

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen) 1 International Classification of Functioning, Disability and Health Het ICF-Schema ICF staat voor; International Classification of Functioning, Disability and Health. Het ICF-schema biedt een internationaal

Nadere informatie

Internationale classificatie van het menselijk functioneren ICF

Internationale classificatie van het menselijk functioneren ICF Internationale classificatie van het menselijk functioneren ICF Wat is de ICF? Engelstalige benaming: ICF, International Classification of Functioning, Disability and Health Nederlandstalige benaming:

Nadere informatie

Voor wie een time-out?

Voor wie een time-out? Voor wie een time-out? Problemen met gedrag in een buitengewone context Inhoud Korte introductie ICF-CY Toepassing op doelgroep praktijkboek Gebruik binnen een handelingsgericht diagnostisch traject maar

Nadere informatie

! Introduc)e Project. 5 maart 2015

! Introduc)e Project. 5 maart 2015 Introduc)e Project 1 Betrokkenen verstrekking OST Cliënt / pa1ënt - > probleem + behoe9e Behandelaar medicus - > indiceerder Orthopedisch schoentechnicus - > leverancier Zorgverzekeraar - > betaler, contractgever

Nadere informatie

Functionele anamnese op basis van de ICF

Functionele anamnese op basis van de ICF Functionele anamnese op basis van de ICF Een herstelgerichte benadering vraagt om een herstelgerichte anamnese. Hiervoor is het van belang om niet alleen psychische kwetsbaarheden in kaart te brengen maar

Nadere informatie

Onderscheid door Kwaliteit

Onderscheid door Kwaliteit Onderscheid door Kwaliteit 2010 Algemeen Binnen de intensieve overeenkomst fysiotherapie 2010 verwachten wij van u 1, en de fysiotherapeuten vallend onder uw overeenkomst, een succesvol afgeronde toets

Nadere informatie

Functionele diagnostiek bij langdurige eetstoornissen

Functionele diagnostiek bij langdurige eetstoornissen Functionele diagnostiek bij langdurige eetstoornissen OP BASIS VAN ICF MARIETA VERHOEVEN VERPLEEGKUNDIG SPECIALIST I.O. COGNITIEF GEDRAGSTHERAPEUTISCH WERKER VGCT Ernstige en langdurige eetstoornis Definitie

Nadere informatie

Internationale classificatie van het menselijk functioneren of ICF- CY 1

Internationale classificatie van het menselijk functioneren of ICF- CY 1 Internationale classificatie van het menselijk functioneren of ICF- CY 1 ICF 2 staat voor International Classification of Functioning, Disability and Health en is een classificatiesysteem van de Wereldgezondheidsorganisatie.

Nadere informatie

Onderwerp: Afbakening groep volwassen zwaar lichamelijk gehandicapten in verband met een nieuwe AWBZ-aanspraak voor 24-uurszorg op afroep

Onderwerp: Afbakening groep volwassen zwaar lichamelijk gehandicapten in verband met een nieuwe AWBZ-aanspraak voor 24-uurszorg op afroep . Onderwerp: Afbakening groep volwassen zwaar lichamelijk gehandicapten in verband met een nieuwe AWBZ-aanspraak voor 24-uurszorg op afroep 1 Vereniging van Indicerende en adviserende Artsen Doelen: 1.

Nadere informatie

Peer review Het elektronisch Kinesitherapeutisch dossier

Peer review Het elektronisch Kinesitherapeutisch dossier Peer review Het elektronisch Kinesitherapeutisch dossier Inleiding Waarom een dossier? Efficiëntie in het werk en communicatie dankzij informatisering en automatisering Hulp bij het nemen van beslissingen

Nadere informatie

Is het ICF het nieuwe SAMPC?

Is het ICF het nieuwe SAMPC? Home no. 3 Juni 2017 Eerdere edities Verenso.nl Is het ICF het nieuwe SAMPC? Nienke Snitjer, Anne-Marie Donselaar n.snitjer@vumc.nl Vanuit de kaderopleiding Geriatrische revalidatiezorg (GRZ) wordt bij

Nadere informatie

Welkom! Basic Class RAPP. RAPP methodiek op maat voor GRZ / langdurige ouderenzorg. Symposium KennisCentrum ZorgCommunicatie 2.

Welkom! Basic Class RAPP. RAPP methodiek op maat voor GRZ / langdurige ouderenzorg. Symposium KennisCentrum ZorgCommunicatie 2. Welkom! Basic Class RAPP RAPP methodiek op maat voor GRZ / langdurige ouderenzorg Symposium KennisCentrum ZorgCommunicatie 2.0 2017 Ad Blom, kwartiermaker expertise Pieter van Foreest Diana Braat, trainer

Nadere informatie

ICF Het nieuwe lid van de WHO Familie van Internationale Classificaties

ICF Het nieuwe lid van de WHO Familie van Internationale Classificaties World Health Organization Het nieuwe lid van de WHO Familie van Internationale Classificaties www.who.int/classification/icf www.rivm.nl/who-fic basisinformatieset 1 RIJKSINSTITUUT VOOR VOLKSGEZONDHEID

Nadere informatie

29/05/2013. ICF en indicering ICF

29/05/2013. ICF en indicering ICF en indicering 1 = International Classification of Functioning, disability and health World Health Organisation (2001) is complementair met ICD-10 Wat? Classificatie van gezondheids en gezondheidsgerelateerde

Nadere informatie

Functionele integratie op school van kinderen met een chronische aandoening. Fabienne De Boeck Februari 2014

Functionele integratie op school van kinderen met een chronische aandoening. Fabienne De Boeck Februari 2014 Functionele integratie op school van kinderen met een chronische aandoening Fabienne De Boeck Februari 2014 Welkom! Even voorstellen Planning: Kennismaken met het onderwerp ICF-CY the big picture Visie

Nadere informatie

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken 1 Foto: halfpoint. 123rf.com methodisch werken Methodisch werken 1 Als zorgprofessional doe je nooit zomaar iets. Je werkt volgens bepaalde methodes en procedures. In dit hoofdstuk leer je wat methodisch

Nadere informatie

Figuur 1. Componenten binnen de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF).

Figuur 1. Componenten binnen de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF). Het functioneren van patiënten na een stamceltransplantatie weergegeven met de International Classification of Functioning, Disability and Health: een Delphi studie Mijn naam is Janet Bloemhof - Haasjes.

Nadere informatie

Methodisch handelen: graag nog SMARTER!

Methodisch handelen: graag nog SMARTER! OVERZICHTSARTIKEL Methodisch handelen: graag nog SMARTER! Voor goede diëtistische zorg is methodisch handelen onmisbaar. Methodisch handelen staat voor doelgericht, bewust, systematisch en procesmatig

Nadere informatie

Webinar Beheers- en Plusaudit 2015. René Zandstra Fysiotherapeut Leadauditor Plus- en Beheersaudits Certificeringsdeskundige HKZ / ISO 9001-2008

Webinar Beheers- en Plusaudit 2015. René Zandstra Fysiotherapeut Leadauditor Plus- en Beheersaudits Certificeringsdeskundige HKZ / ISO 9001-2008 Webinar Beheers- en Plusaudit 2015 René Zandstra Fysiotherapeut Leadauditor Plus- en Beheersaudits Certificeringsdeskundige HKZ / ISO 9001-2008 Programma - Het doel en verwachtingen van deze webinar -

Nadere informatie

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de

Nadere informatie

Procedure De Friesland Zorgverzekeraar AV optimaal - meer dan 36/50 behandelingen versie 3.0. laatst gewijzigd op

Procedure De Friesland Zorgverzekeraar AV optimaal - meer dan 36/50 behandelingen versie 3.0. laatst gewijzigd op Procedure De Friesland Zorgverzekeraar AV optimaal - meer dan 36/50 behandelingen versie 3.0. laatst gewijzigd op 10-07-2017 Polisvoorwaarden: In de polisvoorwaarden van de AV optimaal van De Friesland

Nadere informatie

GEMOTIVEERD VERSLAG M-DECREET

GEMOTIVEERD VERSLAG M-DECREET GEMOTIVEERD VERSLAG M-DECREET IDENTIFICATIEGEGEVENS LEERLING Voor- en achternaam Geboortedatum Geslacht Adres OUDERS Voor- en achternaam moeder Voor- en achternaam vader Adres (indien anders dan adres

Nadere informatie

Indicering (ICF) door de VDAB in het kader van de Decreten Collectief Maatwerk en Lokale Diensteneconomie

Indicering (ICF) door de VDAB in het kader van de Decreten Collectief Maatwerk en Lokale Diensteneconomie Indicering (ICF) door de VDAB in het kader van de Decreten Collectief Maatwerk en Lokale Diensteneconomie Nieuwe term in de wetgeving : personen met een arbeidsbeperking Personen met een arbeidsbeperking

Nadere informatie

Formats voor verslagen

Formats voor verslagen Bijlage 4 Formats voor verslagen Onderzoeksverslag Verslag van het logopedisch onderzoek van..., door..., d.d.... Personalia Inleiding Aanmelding, verwijzing, klacht en vraagverheldering Intakegesprek

Nadere informatie

De ICF. Kinesitherapie en de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF)

De ICF. Kinesitherapie en de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) De ICF Kinesitherapie en de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) Werkgroep Kinesitherapeutisch dossier en ICF ESF-project WVVK Module ICF en kinesitherapeutisch dossier

Nadere informatie

Bijlage I: International Classification of Functions, Disabilities and Impairments (ICF)

Bijlage I: International Classification of Functions, Disabilities and Impairments (ICF) Bijlage I: International Classification of Functions, Disabilities and Impairments (ICF) FUNCTIES Hoofdstuk 1 Mentale functies Algemene mentale functies. Bewustzijn Oriëntatie Intellectuele functies Globale

Nadere informatie

Kerncompetenties psychotherapeut

Kerncompetenties psychotherapeut Kerncompetenties psychotherapeut 5 oktober 2006 Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie Overname is toegestaan, mits ongewijzigd en met gebruik van bronvermelding. Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie,

Nadere informatie

Van een noodzaak naar een opportuniteit: Op zoek naar een moderne definitie van ondersteuningsnood. Sofie Kuppens

Van een noodzaak naar een opportuniteit: Op zoek naar een moderne definitie van ondersteuningsnood. Sofie Kuppens EN GEZONDHEID Van een noodzaak naar een opportuniteit: Op zoek naar een moderne definitie van ondersteuningsnood Sofie Kuppens Studienamiddag KU Leuven - ULB - DGPH Brussel, Federaal Parlement, Zaal Desiderius

Nadere informatie

Interprofessionele vorming Gentbrugge-Ledeberg

Interprofessionele vorming Gentbrugge-Ledeberg Interprofessionele vorming Gentbrugge-Ledeberg SPEEDDATE PROFESSIONELE SPEEDDATE Apotheker Diabeteseducator Diëtist Huisarts Zorgcoördinator/Directie WZC Ter Hovingen/ Centrumleider LDC / Maatschappelijk

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Visie WZC Hof van Egmont 10/08/2015. De toepassing van het ICF in een WZC. Korte schets: WZC Hof van Egmont

Visie WZC Hof van Egmont 10/08/2015. De toepassing van het ICF in een WZC. Korte schets: WZC Hof van Egmont De toepassing van het ICF in een WZC Korte schets: WZC Hof van Egmont Gelegen in Mechelen 300 tal bewoners Verschillende afdeling Voor personen met dementie Gesloten afdeling Kleinschalig wonen Open afdeling

Nadere informatie

MEDINELLO POLIKLINISCHE REVALIDATIE ZORG

MEDINELLO POLIKLINISCHE REVALIDATIE ZORG MEDINELLO POLIKLINISCHE REVALIDATIE ZORG Medinello is een nieuw ZBC, een zelfstandig behandelcentrum, voor poliklinische revalidatie in Amersfoort. Een multidisciplinair team behandelt hier cliënten met

Nadere informatie

CQ Evaluatie CQ- index meetperiode CQ 2/

CQ Evaluatie CQ- index meetperiode CQ 2/ CQ Evaluatie CQ- index meetperiode CQ 2/3 2015. O verzicht totaal. 1. Beoordelingen: 1.1 Het cijfer van de patiënt Plan: Het verbeteren van de individuele score van de fysiotherapeut, het verbeteren van

Nadere informatie

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009

Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing Factsheet Landelijke Informatievoorziening Paramedische Zorg, maart 2009 Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL De gegevens mogen met bronvermelding (Margit K Kooijman, Ilse CS Swinkels, Chantal J Leemrijse. Eén op de vijf patiënten vindt oefentherapeut zonder verwijzing.

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2010. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2010. Bijlage 7. Behandeling 2010 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Aanvullende functionele diagnostiek 5 2.3 Kortdurende behandeling gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden of

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) In de voorbereiding op het Pop gesprek stelt de medewerker een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Hierbij maakt de medewerker gebruik

Nadere informatie

WAT WORDT BEDOELD MET FUNCTIEGERICHT VOORSCHRIJVEN? Masterclass NOVW 24 mei 2013

WAT WORDT BEDOELD MET FUNCTIEGERICHT VOORSCHRIJVEN? Masterclass NOVW 24 mei 2013 WAT WORDT BEDOELD MET FUNCTIEGERICHT VOORSCHRIJVEN? Masterclass NOVW 24 mei 2013 Even voorstellen Edith Hagedoren - Meuwissen Ergotherapeut Senior medewerker Vilans Projectleider Vilans Hulpmiddelenwijzer

Nadere informatie

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn De toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn bevat vier praktische instrumenten om samen met cliënten te werken aan verbetering of vernieuwing van diensten

Nadere informatie

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je?

5. Waarin onderscheid deze organisatie zich van vergelijkbare organisaties? 9. Wat vinden die zorgvragers/klanten/cliënten belangrijk denk je? Stagedossier Leerjaar 2 Verpleegkunde Naam: Klas: Leerjaar: PS-nummer: SLB er BPV-docent: Stage organisatie: evt. afdeling: Stage adres: Stageperiode: Naam werkbegeleider: Functie werkbegeleider: Van..

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Pijnrevalidatie. Locatie Spijkenisse Medisch Centrum VAN WEEL-BETHESDA

PATIËNTEN INFORMATIE. Pijnrevalidatie. Locatie Spijkenisse Medisch Centrum VAN WEEL-BETHESDA PATIËNTEN INFORMATIE Pijnrevalidatie Locatie Spijkenisse Medisch Centrum VAN WEEL-BETHESDA In deze folder geven het Maasstad Ziekenhuis, het Spijkenisse Medisch Centrum en Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoeksCentrum

Paramedisch OnderzoeksCentrum BIOPSYCHOSOCIALE MANUELE THERAPIE: hoe is de implementatie op de werkvloer? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Prof.dr. William Duquet Welke verrassing? Aanleiding Vraagstelling SCEGS-systematiek Biopsychosociale

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband

Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband Onderwerp: Samenvatting: Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband Het onderwerp van dit geschil is of en zo ja, in welke situaties, een verzekerde aangewezen kan zijn op

Nadere informatie

Procedure De Friesland Zorgverzekeraar AV Optimaal meer dan 36 behandelingen - 2014

Procedure De Friesland Zorgverzekeraar AV Optimaal meer dan 36 behandelingen - 2014 Procedure De Friesland Zorgverzekeraar AV Optimaal meer dan 36 behandelingen - 2014 Polisvoorwaarden: In de polisvoorwaarden van de AV Optimaal (AV Optimaal online en AV Optimaal voor Zorgprofessionals)

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling 2009 Versie 1 januari 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Aanvullende functionele diagnostiek 4 2.3 Kortdurende behandeling gericht op herstel en/of het aanleren

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

ICF Nederlandse vertaling van de International Classification of Functioning, Disability and Health

ICF Nederlandse vertaling van de International Classification of Functioning, Disability and Health Nederlandse vertaling van de International Classification of Functioning, Disability and Health Nederlands WHO-FIC Collaborating Centre World Health Organization 2001 Nederlandse vertaling: WHO FIC Collaborating

Nadere informatie

ICF in het nieuwe kinesitherapeutisch dossier in overeenstemming met OKIDO

ICF in het nieuwe kinesitherapeutisch dossier in overeenstemming met OKIDO ICF in het nieuwe kinesitherapeutisch dossier in overeenstemming met OKIDO TOEPASSINGSERVARING VOORBEELD Drs. H. Ten Napel Hermans René 1 2 3 Time-Management 4 Publicatierechten Drs. H. Ten Napel Permission

Nadere informatie

Van zorgen voor naar zorgen dat

Van zorgen voor naar zorgen dat Van zorgen voor naar zorgen dat fysiotherapeutisch COPD zorg in de eerste lijn. Annemarie de Vey Mestdagh- van der List van zorgen voor 1988 Cursus Astma en COPD Pt. werd gestuurd door arts Kracht en Cardio

Nadere informatie

Aanvraag Fysiotherapie / Oefentherapie FNV Zorg 4 meer dan 40 behandelingen

Aanvraag Fysiotherapie / Oefentherapie FNV Zorg 4 meer dan 40 behandelingen Aanvraag Fysiotherapie / Oefentherapie FNV Zorg 4 meer dan 40 behandelingen - 2016 Gegevens verzekerde Burgerservicenummer: Naam: Geboortedatum: Het betreft een: Nieuwe indicatie Vervolg van een behandeling

Nadere informatie

Integrale lichaamsmassage

Integrale lichaamsmassage Integrale lichaamsmassage Eindtermen theorie: - De therapeut heeft kennis van anatomie/fysiologie en pathologie m.b.t. Integrale lichaamsmassage; - De therapeut is zich ervan bewust dat een massage behandeling

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Continue, systematische, langdurige en multidisciplinaire zorg (CSLM) 5 2.3 gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden

Nadere informatie

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Zorgleefplan, ondersteuningsplan en begeleidingsplan Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken

Nadere informatie

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe Accountmanager Accountmanager onderhoudt relaties met bedrijven en organisaties met het doel voor praktijkleren binnen te halen. Hij kan nagaan welke bedrijven hebben, doet voorstellen voor bij bedrijven

Nadere informatie

Behandelingen. 1 Multidisciplinaire screening Zorg op Maat. Doel van de screening. De screeningsdag

Behandelingen. 1 Multidisciplinaire screening Zorg op Maat. Doel van de screening. De screeningsdag 19/01/2019 Behandelingen 1 Multidisciplinaire screening Zorg op Maat Uw revalidatiearts kan u aanmelden voor de multidisciplinaire screening Zorg op Maat. Hierbij gaan we met meerdere behandelaren uw problemen

Nadere informatie

Bijlage 7 Profielen Goudvisteam

Bijlage 7 Profielen Goudvisteam Bijlage 7 Profielen Goudvisteam Profiel psycholoog/gedragswetenschapper Multidisciplinaire Carrousel Poli van de Goudvis Doelgroep: Kinderen tussen de 0 en 6 jaar waarbij er sprake is van bijzonderheden

Nadere informatie

Patiënt Specifieke Goal-setting methode

Patiënt Specifieke Goal-setting methode Patiënt Specifieke Goal-setting methode Handleiding voor de fysiotherapeut Zuyd Hogeschool, Heerlen, april 2018 Lectoraat Autonomie en Participatie Faculteit Gezondheidszorg Anita Stevens Albère Köke Sandra

Nadere informatie

Handleiding bij DVD. een Parkinson patiënt

Handleiding bij DVD. een Parkinson patiënt Handleiding bij DVD een Parkinson patiënt Beroepsopdracht van Hidde de Hoog en Alieke Katoele Hogeschool van Amsterdam, ASHP, opleiding Fysiotherapie Amsterdam 10-04-2009 Inleiding Deze DVD is ontwikkeld

Nadere informatie

1. De methodiek Management Drives

1. De methodiek Management Drives 1. De methodiek Management Drives Management Drives is een unieke methodiek die u concrete handvatten biedt in het benaderen van de ontwikkeling van individu, team en organisatie. De methodiek kent een

Nadere informatie

Werkwijze Praktijktest

Werkwijze Praktijktest Januari 2016 Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz Postbus 20062 3502 LB UTRECHT T: 030 282 33 02 E: secretariaat@kwaliteitsontwikkelingggz.nl Inhoud 1 Toelichting... 2 2 Werkwijze... 3 Bijlage 1. Voorbeeld

Nadere informatie

Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden

Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden Examen 1, deel 1. Verlenen van basiszorg, verzorgende IG niveau 3 Handleiding werkproces 1.2 Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden Bewijsstuk: Beoordeling van de ondersteuning

Nadere informatie

STAPPENPLAN: ONTWIKKELEN VAN VRAAGGERICHTE MODULAIRE ZORG EN DIENSTVERLENING

STAPPENPLAN: ONTWIKKELEN VAN VRAAGGERICHTE MODULAIRE ZORG EN DIENSTVERLENING STAPPENPLAN: ONTWIKKELEN VAN VRAAGGERICHTE MODULAIRE ZORG EN DIENSTVERLENING Inhoudsopgave Inleiding Stap 1: Identificeren van doelgroepen en hun behoeften Stap 2: Samenstellen multidisciplinaire projectgroep

Nadere informatie

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K0137 480 SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3) D1 Voorlichting en advies geven aan cliënten over technologische hulpmiddelen

Nadere informatie

Competentiemanagement

Competentiemanagement Titel: Competentiemanagement (T.O.P.) *** KWALITEITSDOCUMENT KINDEROPVANG SNOOPY *** Document code: 5.44 Soort document: Protocol Aantal pagina s: 7 Aantal bijlagen: 2 Status: Vastgesteld Actie: Datum:

Nadere informatie

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Vrije Universiteit Brussel UMC St Radboud, Nijmegen NPi, Amersfoort 1 NVMT 4e LUSTRUM VAN HARTE PROFICIAT 2 WAAROM

Nadere informatie

Specifieke doelgroepen DA

Specifieke doelgroepen DA Keuzedeel mbo Specifieke doelgroepen DA gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0101 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op:

Nadere informatie

Stageverslag Keuzestage Module 8

Stageverslag Keuzestage Module 8 Stageverslag Keuzestage Module 8 Naam: Esther Boers Studentnummer: 10043632 Opleiding: Huidtherapie Klas: HDT 2H Datum: 10 juli 2012 1 Inhoud Stageplaats 3 Leerproces. 4 Voornemens. 4 Proces 5 Resultaat

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische

Nadere informatie

Gevolgen invoering Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie

Gevolgen invoering Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie Gevolgen invoering Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie Project: 0468 In opdracht van: Zorgverzekeraars Nederland Auteur: Philip Mokveld/Marieke Smit Datum: 23 mei 2007 Vektis BV Sparrenheuvel 18 3708

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

VERSLAG M-DECREET DEEL I : ATTEST IDENTIFICATIEGEGEVENS LEERLING OUDERS. Voor- en achternaam Klik hier als u tekst wilt invoeren. invoeren.

VERSLAG M-DECREET DEEL I : ATTEST IDENTIFICATIEGEGEVENS LEERLING OUDERS. Voor- en achternaam Klik hier als u tekst wilt invoeren. invoeren. VERSLAG M-DECREET DEEL I : ATTEST IDENTIFICATIEGEGEVENS LEERLING Geboortedatum Geslacht Adres Kies een item. OUDERS moeder vader Adres (indien anders dan adres leerling) Tel / mail: Klik hier als u tekst

Nadere informatie

Functieprofiel van de fysiotherapeut met aanvullende scholing binnen de BeweegKuur

Functieprofiel van de fysiotherapeut met aanvullende scholing binnen de BeweegKuur Functieprofiel van de fysiotherapeut met aanvullende scholing binnen de BeweegKuur NISB ontwikkelt de BeweegKuur met subsidie van het ministerie van VWS en in samenwerking met NHG, LVG, NVDA, KNGF, LHV,

Nadere informatie

Voorlichting, advies en instructie Niveau 3

Voorlichting, advies en instructie Niveau 3 Antwoorden stellingen Voorlichting, advies en instructie Niveau 3 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Preventief werken 1. Preventie is: gezondheidsproblemen voorkomen en gezond gedrag stimuleren.

Nadere informatie

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Werkproces VZ-IG 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op De verzorgende-ig verzamelt gegevens om de

Nadere informatie

VERMOEIDHEID na een CVA

VERMOEIDHEID na een CVA Vermoeidheidsrichtlijn in CVA-richtlijn 2 voorbeelden na een CVA De richtlijn Vermoeidheid in de praktijk Ernst Evenhuis & Isaline Eijssen Werk, p 100 Effectieve behandelmethoden voor het omgaan met de

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt staat, kan

Nadere informatie

Centrum Bergkristal Studieplan Deelopleiding Holistisch Integratief Coach en/of Counsellor

Centrum Bergkristal Studieplan Deelopleiding Holistisch Integratief Coach en/of Counsellor Centrum Bergkristal Studieplan Deelopleiding Holistisch Integratief Coach en/of Counsellor Modules Holistisch Integratief Coach en/of Counsellor 1. Psychologie en Psychopathologie 2. Sociale psychologie

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

De markt in Beeld. Fysiotherapie in beeld

De markt in Beeld. Fysiotherapie in beeld De markt in Beeld Fysiotherapie in beeld 2 Fysiotherapie in beeld Fysiotherapie is een paramedische discipline die zich bezighoudt met de behan deling van klachten aan het houding- en bewegingsapparaat

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn

Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn Welkom op de implementatie cursus KNGF-richtlijn Manuele Therapie bij Lage-rugpijn Samengesteld door: Marcel Heijmans, MSc Leo Hagenaars Dr. Erik Hendriks Prof.dr. Rob Oostendorp 2 Opzet van de cursus

Nadere informatie

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1 Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1 Beoordelingskader, ofwel hoe wij gekeken en geoordeeld hebben Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Uitgangspunten 2 3 Beoordelingscriteria 3 4 Hoe

Nadere informatie

Paramedische begeleiding bij Multiple Sclerose. Neurologie

Paramedische begeleiding bij Multiple Sclerose. Neurologie Paramedische begeleiding bij Multiple Sclerose Neurologie Inleiding U bent in behandeling bij de neuroloog en de MS-verpleegkundige in het MSbehandelcentrum. De ziekte MS is een chronische ziekte waarbij

Nadere informatie

De markt in Beeld. Fysiotherapie in beeld

De markt in Beeld. Fysiotherapie in beeld De markt in Beeld Fysiotherapie in beeld 2 Fysiotherapie in beeld Fysiotherapie is een paramedische discipline die zich bezighoudt met de behan deling van klachten aan het houding- en bewegingsapparaat

Nadere informatie

Handboek diagnostiek in de leerlingenbegeleiding: Kind en

Handboek diagnostiek in de leerlingenbegeleiding: Kind en Handboek diagnostiek in de leerlingenbegeleiding: Kind en context Recensie door Lien PLASSCHAERT 1 1 VERSCHUEREN, K. EN KOOMEN, H. Handboek diagnostiek in de leerlingenbegeleiding: Kind en context Uitgeverij

Nadere informatie

Overheid en marktwerking

Overheid en marktwerking Zorgkosten 2010 ziekenhuizen, specialistenpraktijken geestelijke gezondheidszorg huisartsen, tandartsen, paramedische zorg geneesmiddelen, hulpmiddelen overige curatieve zorg (gericht op genezing) Totaal

Nadere informatie

Beweging in veranderende organisaties

Beweging in veranderende organisaties Beweging in veranderende organisaties Kilian Bennebroek Gravenhorst Werken met vragenlijsten voor versterking van veranderingsprocessen PROFESSIONEEL ADVISEREN 5 Inhoud Voorwoord 7 Opzet van het boek 9

Nadere informatie

NEUROMOTOR TASK TRAINING

NEUROMOTOR TASK TRAINING NEUROMOTOR TASK TRAINING Hulp aan bewegingszwakke kinderen vanuit een wetenschappelijk fundament. Cursuscoördinator Theo de Groot Neuromotor task training (NTT) is een wetenschappelijk onderbouwde behandelmethode

Nadere informatie

VERDUIDELIJKING CASEMANAGEMENT

VERDUIDELIJKING CASEMANAGEMENT Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl info@zinl.nl T +31 (0)20 797 85 55 Contactpersoon drs. A.M. Hopman T +31 (0)20 797 86 01 VERDUIDELIJKING CASEMANAGEMENT

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Poliklinische medisch specialistische revalidatie

Poliklinische medisch specialistische revalidatie Poliklinische medisch specialistische revalidatie Revalidatie verbetert uw leefsituatie Door middel van deze informatiefolder informeren wij u over de poliklinische medisch specialistische revalidatiebehandeling.

Nadere informatie

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1 Eindtermen Voetreflexzonetherapie: Eindtermen theorie: - De therapeut behandelt vanuit een holistische mensvisie en stelt binnen het kader van beroepsprofiel het lichamelijk en geestelijk functioneren

Nadere informatie

Porfolio. Politie Vormingscentrum

Porfolio. Politie Vormingscentrum Porfolio 1. Inleiding 2. Wat is een portfolio? Hoe gebruik je het portfolio Reflectieverslagen Persoonlijke leerdoelen formuleren Werkwijze en denkmodel om opgaven/problemen op te lossen 1. INLEIDING Ligt

Nadere informatie