MEDISCH-WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK MET MINDERJARIGEN.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MEDISCH-WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK MET MINDERJARIGEN."

Transcriptie

1 MEDISCH-WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK MET MINDERJARIGEN. LEEFTIJDSGRENZEN IN HET PRIVAATRECHT. OPLEIDING TILBURG UNIVERSITY MASTER RECHTSGELEERDHEID ACCENT PRIVAATRECHT STUDENT FLEUR VAN DER LINDEN SCRIPTIEBEGELEIDER C. B. M. C. ZEGVELD 1

2 VOORWOORD Deze scriptie vormt het sluitstuk van mijn Master Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University. De laatste loodjes wegen het zwaarst en dat gaat zeker op voor het schrijven van deze scriptie. Er is heel wat tijd gaan zitten in het op poten zetten en het typen van mijn scriptie en ik ben daarom verheugd dat ik deze kan afronden. Per toeval ben ik gestuit op de discussie rondom medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen. Het is een gevoelig onderwerp onderhevig aan verandering en het zal daarom vast onder de aandacht blijven in de toekomst. Graag wil ik enkele personen bedanken. Mevrouw mr. C. B. M. C. Zegveld voor de begeleiding en terugkoppeling in het kader van het schrijven van de scriptie. Veel dank aan mijn ouders welke mijn studie mogelijk hebben gemaakt en mij van begin tot eind hebben gesteund. Vrienden en familie voor de positieve aanmoedigingen. Fleur van der Linden, Juli

3 INHOUDSOPGAVE Voorwoord 2 Lijst van afkortingen 5 Hoofdstuk 1 Inleiding Medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen Probleemomschrijving: Medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen en het recht op zelfbeschikking Centrale vraag en opbouw van het onderzoek 9 Hoofdstuk 2 Achtergrond Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek en internationaal kader Inleiding Historische achtergrond medisch-wetenschappelijk onderzoek en de totstandkoming van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen en internationaal kader Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen Tussenconclusie 14 Hoofdstuk 3 Wetsvoorstel tot wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen Inleiding Zelfbeschikking Algemeen kader zelfbeschikkingsrecht Zelfbeschikkingsrecht in het kader van minderjarigheid Psychologie en zelfbeschikking Minderjarigen en de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen Wijziging Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen in verband met het wijzigen van de mogelijkheden voor het verrichten van medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen Aanleiding wetsvoorstel Veranderingen door wetsvoorstel 22 3

4 Artikel 3 en 4 WMO 22 Informatie en toestemming 23 Maatregelen Tussenconclusie 24 Hoofdstuk 4 De rechtspositie van de minderjarige in het privaatrecht, een drietal situaties in het kader van leeftijdsgrenzen Inleiding Begrippenkader minderjarigheid Geneeskundige behandelingsovereenkomst Huidige regeling 28 Kinderen tot twaalf jaar 28 Kinderen tussen de twaalf en zestien jaar 29 Jongeren tussen de zestien en achttien jaar Procesrecht Huidige regeling Discussie Personen- en familierecht, omgangsregeling Huidige regeling Discussie Tussenconclusie 35 Hoofdstuk 5 Vergelijking 37 Hoofdstuk 6 Conclusie, samenvatting 41 Nawoord 44 Aangehaalde literatuur 45 4

5 LIJST VAN AFKORTINGEN BW CCMO EVRM GW IVPBR IVRK METC WGBO WMO Burgerlijk Wetboek de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden Grondwet Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten Verdrag inzake de rechten van het kind medisch-ethische toetsingscommissies Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen 5

6 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 MEDISCH-WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK MET MENSEN In dit onderzoek speelt de deelnemer, in het bijzonder de minderjarige deelnemer, aan medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen een belangrijke rol. De vooruitgang van de medische wetenschap neemt een grote vlucht en de mogelijkheden in het kader van preventie, verpleging en verzorging zijn uitgebreid. Deelnemers aan medischwetenschappelijk onderzoek spelen hierin een belangrijke rol. Alvorens de probleemomschrijving en opbouw van deze scriptie weer te geven, eerst een toelichting op het begrip medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. Op het gebied van medisch-wetenschappelijk onderzoek is de Wet medischwetenschappelijk onderzoek met mensen (verder: WMO) van belang. In het eerste artikel van de WMO wordt wetenschappelijk onderzoek omschreven als: medisch-wetenschappelijk onderzoek waarvan deel uitmaakt het onderwerpen van personen aan handelingen of het opleggen aan personen van een bepaalde gedragswijze, artikel 1 lid 1 sub b WMO. De memorie van toelichting uit 1991 bij het oorspronkelijke wetsvoorstel betreffende de Wet inzake medische experimenten verklaart verder dat de wet betrekking heeft op proefondervindelijk wetenschappelijk onderzoek dat plaats vindt op het gebied van de geneeskunst en waarvoor de medewerking van proefpersonen noodzakelijk is. 1 Bij proefondervindelijk wetenschappelijk onderzoek met personen is sprake van opzettelijk gearrangeerde of gewijzigde condities. Mogelijk wordt er medicatie toegediend, chirurgisch ingegrepen, een gedragswijze opgelegd om door middel van metingen en andere observaties tot nieuwe inzichten te komen. Daarbij is altijd sprake van een zekere onvoorspelbaarheid teneinde te zoeken naar antwoorden op bepaalde vragen. 2 Belangrijk doel van de WMO is om bescherming te bieden aan proefpersonen die deelnemen aan medisch-wetenschappelijk onderzoek, zonder de vooruitgang van de medische wetenschap onnodig te belemmeren. 3 In de WMO wordt verschillend omgesprongen met de situaties van dan wel volwassen, dan wel minderjarige deelnemers. De WMO is in 1997 door de Tweede Kamer en in 1998 door de Eerste Kamer aanvaard en op 26 februari 1998 in werking getreden PROBLEEMOMSCHRIJVING: MEDISCH-WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK MET MINDERJARIGEN EN HET RECHT OP ZELFBESCHIKKING Artikel 4 WMO stelt een verbod op het verrichten van wetenschappelijk onderzoek met proefpersonen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt. Dit verbod is niet van toepassing op wetenschappelijk onderzoek dat mede aan de betrokken proefpersonen zelf ten goed kan komen en op wetenschappelijk onderzoek dat niet dan met medewerking van proefpersonen uit de categorie waartoe de proefpersoon behoort, kan worden verricht en waarvan voor hen de risico s verwaarloosbaar en de bezwaren minimaal zijn. Het artikel 1 Kamerstukken II 1991/92, , nr. 3, p Kamerstukken II 1991/92, , nr. 3, p M. J. Stukart e.a., Tweede evaluatie Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen, Den Haag: ZonMw 2012, p Stb. 1998,

7 formuleert dus twee uitzonderingen, in het geval wanneer het therapeutisch onderzoek betreft dat de minderjarige ten goede kan komen en het niet-therapeutische maar groepsgebonden onderzoek. Het welzijn van minderjarige deelnemers wordt geborgd door bepaald onderzoek niet mogelijk te maken bij deze categorie deelnemers van medischwetenschappelijk onderzoek. Als gevolg van de wettelijke belemmering kunnen bepaalde vroege fasen van medischwetenschappelijk onderzoek met minderjarigen in Nederland niet worden uitgevoerd die wel uitgevoerd kunnen worden in het buitenland, onder meer in België, Frankrijk en Engeland. 5 Momenteel wordt een groot deel van door kinderen gebruikte medicatie off-label voorgeschreven, wat inhoudt dat een arts een middel voorschrijft in een andere dosering of voor een andere indicatie dan waarvoor de medicatie is geregistreerd. 6 Artsen baseren deze doseringen op hun eigen ervaring omdat onderzoek bij minderjarigen ontbreekt. Kinderen zijn in de zin van ontwikkeling en fysiologie niet gelijk aan volwassenen en daarom is medisch-wetenschappelijk onderzoek met de juiste, minderjarige, doelgroep van belang. In juridische zin is privaatrechtelijke regelgeving betreffende minderjarigheid en de gevolgen die daaruit voortvloeien geregeld in afdeling 1 van Titel 13 in het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek (verder: BW). De hoofdregel is gekoppeld aan de leeftijd van een persoon behoudens enkele uitzonderingen. Artikel 1:233 BW regelt dat minderjarigen zij zijn, die de ouderdom van achttien jaren niet hebben bereikt en niet gehuwd of geregistreerd zijn dan wel gehuwd of geregistreerd zijn geweest of met toepassing van artikel 253ha BW meerderjarig zijn verklaard. Ingevolge artikel 1:234 lid 1 BW is een minderjarige, mits hij met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger handelt, bekwaam rechtshandelingen te verrichten, voor zover de wet niet anders bepaalt. De Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (verder: CCMO) vraagt in 2006 in haar jaarverslag aandacht voor de wettelijke belemmering uit de WMO voor medischwetenschappelijk onderzoek met kinderen en daarmee voor innovatie op het terrein van de kindergeneeskunde. 7 De CCMO waarborgt de bescherming van deelnemers aan medischwetenschappelijk onderzoek, middels toetsing van de daarvoor vastgestelde wettelijke bepalingen en met inachtneming van de voortgang van de medische wetenschap. 8 De commissie Doek, in het leven geroepen om over medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen te adviseren, brengt in december 2009 haar advies uit. 9 De commissie komt tot de conclusie dat de wettelijke belemmering uit de WMO onwenselijk is. In Nederland vindt onvoldoende (geneesmiddelen)onderzoek plaats gericht op de vooruitgang van de geneeskunde voor minderjarigen en de ontwikkeling van goede zorg voor zieke kinderen. Uit een oogpunt van rechtvaardigheid zouden minderjarigen in gelijke mate van de vooruitgang van de geneeskunde moeten kunnen profiteren als volwassenen. 10 De Commissie Doek licht verder toe dat er verschillende redenen een rol kunnen spelen waarom zieke kinderen en hun ouders deel willen nemen aan medisch-wetenschappelijk onderzoek in Nederland. 5 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p F. Brandsma, 108 Vragen over de nieuwe Geneesmiddelenwet, Bohn Stafleu Van Loghum 2007, p CCMO jaarverslag 2006, p Doelstelling CCMO (online geraagdpleegd: 9 Advies medisch-wetenschappelijk onderzoek met kinderen, Commissie Doek, 26 december Advies medisch-wetenschappelijk onderzoek met kinderen, Commissie Doek, 26 december 2009, p

8 Aangegeven wordt dat het voor hen van groot belang is dat de mogelijkheid bestaat deel te kunnen nemen aan medisch-wetenschappelijk onderzoek. Dit is zeker het geval indien er voor de minderjarige geen genezende of stabiliserende behandelingsmogelijkheden bestaan. Het is in dat geval voor ouders en kinderen onaanvaardbaar als een onderzoek in Nederland wordt afgewezen, maar in het buitenland wel wordt goedgekeurd. In die zin heerst de mening dat hen hierdoor kansen worden ontnomen. Daarnaast wordt aangegeven dat de mogelijkheid om deel te kunnen nemen aan onderzoek hoop kan geven in het ziekteproces. Daarbij draait het om hoop op verbetering of genezing in de eigen situatie maar daarnaast gaat het ook om hoop op betere perspectieven voor andere kinderen die aan dezelfde ziekte lijden of dit in de toekomst doen. In het geval het kind zelf geen baat heeft bij deelname, kunnen positieve resultaten op de lange termijn wel van betekenis zijn voor henzelf of medepatiënten. In enkele gevallen zullen ernstig zieke kinderen een bijdrage willen leveren aan onderzoek ook indien de kans dat ze daar zelf van zullen profiteren nihil is. Een voorstel tot wijziging van de WMO in verband met het wijzingen van de mogelijkheden voor het verrichten van medisch wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen en meerderjarige wilsonbekwamen (verder: het wetsvoorstel) is ingediend op 21 december 2012 en is momenteel in behandeling bij de Tweede Kamer. Op grond van het huidige artikel 4 WMO moeten de CCMO en de medisch-etische toetsingscommissies (verder: METC s) een onderzoeksvoorstel afwijzen indien het wetenschappelijk onderzoek betreft welke meer dan verwaarloosbare risico s of meer dan minimale bezwaren met zich brengt. 11 Het wetsvoorstel tot wijziging van de WMO bevat het voorstel dit strikte criterium uit artikel 4 WMO te verruimen naar in geringe mate meer dan minimaal. In de huidige WMO worden eisen gesteld aan informatie en toestemming. Betreft het een minderjarige onder de twaalf jaar, dan dienen beide ouders schriftelijk toestemming te geven, artikel 6 lid 1 sub b WMO. Minderjarigen van twaalf jaar en ouder moeten zelf schriftelijk toestemming geven, evenals hun beide ouders, artikel 6 lid 1 sub b WMO. Deze leeftijdsgrenzen veranderen niet met de wijzigingen van de WMO maar komen wel in een ander licht te staan. Door een verruiming van het huidige criterium in artikel 4 WMO wordt meer ruimte geboden aan de minderjarige deelnemer om de keuze te maken deel te nemen aan medisch-wetenschappelijk onderzoek. Naast een object van zorg en bescherming dient het minderjarige kind ook gezien te worden als een subject met eigen opvattingen en gevoelens. 12 Het recht op zelfbeschikking speelt een belangrijke rol in het kader van de WMO. Het zelfbeschikkingsrecht betreft het principe dat patiënten zelf, en goed geïnformeerd, keuzes over de eigen gezondheid en de zorg daarvoor moeten mogen maken. 13 Het zelfbeschikkingsrecht komt niet voor in de wet of Grondwet voor maar het speelt wel een rol in de rechtsvorming, licht Leenen toe. 14 De WMO geeft geen letterlijke invulling van het recht op zelfbeschikking maar de wetgeving biedt een vertaling daarvan afhankelijk van de leeftijd van een deelnemer aan medisch- 11 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p Advies medisch-wetenschappelijk onderzoek met kinderen, Commissie Doek, 26 december 2009, p Online geraadpleegd via project: Thematische evaluatie van het zelfbeschikkingsrecht in gezondheidswetgeving. 14 H. J. J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht Deel 1, Rechten van mensen in de gezondheidszorg, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2007, p

9 wetenschappelijk onderzoek. In het kader van het gezondheidsrecht ligt aan het toestemmingsvereiste het zelfbeschikkingsrecht ten grondslag. 1.3 CENTRALE VRAAG EN OPBOUW VAN HET ONDERZOEK In deze scriptie gaat de centrale vraag uit naar de wijziging van de WMO en hoe deze verruiming in verhouding staat tot het zelfbeschikkingsrecht van de minderjarige deelnemer aan medisch-wetenschappelijk onderzoek. Het recht op zelfbeschikking van de minderjarige speelt een belangrijke rol in het onderzoek. Brengt de wijziging van de huidige WMO verandering in de huidige invulling van het zelfbeschikkingsrecht welke toekomt aan de minderjarige deelnemer aan medisch-wetenschappelijk onderzoek? Vanuit een privaatrechtelijk perspectief bekijk ik welke rol is weggelegd voor het zelfbeschikkingsrecht van de minderjarige en hoe de rechtspositie van de minderjarige elders in het privaatrecht is vormgegeven. Hoe springt het privaatrecht elders om met de autonomie van de minderjarige? Het onderzoek spitst zich daarbij toe op de rol die leeftijdsgrenzen spelen in dit geheel. Leeftijdsgrenzen geven aan dat een persoon boven of beneden de genoemde leeftijd bepaalde rechten of plichten heeft. Bovenstaande brengt mij tot de volgende centrale onderzoeksvraag: Hoe staat een verruiming van de WMO in verhouding tot het zelfbeschikkingsrecht van de minderjarige deelnemer aan medisch-wetenschappelijk onderzoek en vindt deze verruiming aansluiting bij leeftijdsgrenzen elders vormgegeven in het privaatrecht? Om de centrale onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden zal het huidige recht worden beschreven en verklaard waarbij literatuuronderzoek de voornaamste methode zal zijn. In hoofdstuk twee volgt eerst een toelichting op de achtergrond van de wet medischwetenschappelijk onderzoek met mensen en een toelichting op het internationale kader daarbij. Vervolgens wordt ingegaan op het wetsvoorstel tot wijziging van de wet medischwetenschappelijk onderzoek met mensen waarbij ook nader wordt ingegaan op het recht op zelfbeschikking in het kader van het gezondheidsrecht. Het hoofdstuk daarna behandelt de rechtspositie van de minderjarige in het privaatrecht. Ter vergelijking onderzoek ik een drietal specifieke situaties in het privaatrecht op het gebied van het gezondheidsrecht in het kader van de Wet geneeskundige behandelingsoverkomst, het burgerlijk procesrecht en het personen- en familierecht. Tot slot volgt het laatste hoofdstuk waarin ik antwoord geef op de onderzoeksvraag en volgt een korte samenvattende conclusie. 9

10 HOOFDSTUK 2 ACHTERGROND WET MEDISCH-WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK EN INTERNATIONAAL KADER 2.1 INLEIDING In Nederland is de WMO nationale wetgeving waar het medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen betreft. In dit hoofdstuk volgt een weergave van de historische achtergrond van medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen en de totstandkoming van wetgeving op dat gebied. Daarbij wordt het internationale kader behandeld waarin de WMO en de op handen zijnde wijziging wordt geplaatst. Vervolgens een korte uitleg met betrekking tot de opbouw van de huidige WMO. 2.2 HISTORISCHE ACHTERGROND MEDISCH-WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK EN DE TOTSTANDKOMING VAN DE WET MEDISCH- WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK MET MENSEN EN INTERNATIONAAL KADER Alvorens de WMO zijn huidige vorm heeft aangenomen, is daar een uitgebreide geschiedenis aan vooraf gegaan waarbij ook internationale regelgeving een rol speelt. Op Internationaal gebied zijn van belang onder andere de GCP-richtlijn, 15 Verklaring van Helsinki, Clinical trials guidelines on medicinal products en mensenrechtenverdragen als Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (verder: IVBPR), 16 Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (verder: EVRM) 17 en het Verdrag inzake de rechten van het kind (verder: IVRK). 18 De Code van Neurenberg stamt uit 1947 en betreft een internationale gedragscode voor medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. De Code is na de Tweede wereldoorlog tot stand gekomen en vormt een antwoord op experimenten die zijn uitgevoerd gedurende de oorlog. De verantwoordelijke artsen en onderzoekers zijn strafrechtelijk vervolgd voor het Tribunaal van Neurenberg. In het vonnis van het Tribunaal worden normen geformuleerd waaraan medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen dient te voldoen. De passage uit het vonnis welke hierop betrekking heeft staat bekend als de Code van Neurenberg. 19 De van oorsprong Amerikaanse rechtspraak stelt onder andere dat voor medische experimenten de vrijwillige toestemming van de proefpersoon is vereist, voluntary consent of the human subject is absolutely essential 20. De betrokken persoon dient wettelijk bevoegd te zijn om toestemming te geven have legal capacity to give consent, de vrije keuze te maken zonder invloed van geweld, fraude, misleiding of enige andere vorm van dwang of beperking exercise the free power of choice without the intervention of any element of force, fraud, 15 Richtlijn 2001/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuurlijke bepalingen van de lidstaten inzake dat toepassing van goed klinische praktijken bij de uitvoering van klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PbEG 2001, L 121/34). 16 Trb. 1978, Trb. 1951, Trb. 1990, D. P. Engberts en L. E. Kalkman-Bogerd, Gezondheidsrecht, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2006, p The Medical Case, United States of America v. Karl Brandt, et al. (Case I) November 21, 1946 August 20,

11 deceit, duress or other ulterior form of constraint or coercion. De deelnemer moet voldoende kennis en begrip hebben van het betreffende onderwerp zodat deze in staat is een onderbouwde keuze te maken sufficient knowledge and comprehension of the elements of the subject matter involved as to enable him/her to make an understanding and enlightened decision. De verantwoordelijkheid voor het vaststellen van de kwaliteit van de gegeven toestemming ligt bij de uitvoerder van het onderzoek, the duty and responsibility for ascertaining the quality of the consent rests upon each individual who initiates, directs or engages in the experiment, artikel 1 Code van Neurenberg. Uit de Code van Neurenberg volgt tevens dat gedurende de gehele loop van het experiment het de deelnemer vrij staat om het experiment ten einde te brengen als diegene de fysieke of mentale staat heeft bereikt waardoor voortzetten van het onderzoek hem of haar onmogelijk lijkt, the human subject should be at liberty tot bring the experiment to and end if he has reached the physical or mental state where continuation of the experiment seems to him to be impossible, artikel 9 Code van Neurenberg. In het kader van het EVRM, een Europees verdrag opgesteld in 1950 waarin mensen- en burgerrechten voor alle inwoners van de verdragssluitende staten zijn geregeld, is artikel 8 van belang voor medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen. Op grond van dat artikel heeft eenieder recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en correspondentie, artikel 8 lid 1 EVRM. Medisch onderzoek en behandelingen vallen onder de reikwijdte van dit artikel. 21 Beperkingen op dit recht zijn mogelijk indien deze bij wet zijn voorzien, aldus het tweede lid. De beperking dient noodzakelijk te zijn in een democratische samenleving en één van de publieke belangen te dienen zoals genoemd in het artikel. De bescherming van de gezondheid is één van de genoemde belangen. Medischwetenschappelijk onderzoek vormt een bescherming van de gezondheid. De minderjarige is gebaat bij therapeutisch onderzoek maar zou tevens ook verbetering kunnen brengen van de gezondheidszorg voor minderjarigen in de toekomst in het kader van niet-therapeutisch onderzoek. Commissie Doek duidt aan dat een aantal wetenschappelijke onderzoeken met minderjarigen in Nederland niet kunnen plaatsvinden door de wettelijke restricties van de huidige WMO. Deze beperkingen zorgen voor belemmeringen van de vooruitgang van de kindergeneeskunde. In de ogen van de regering bestaat een dringende maatschappelijke behoefte voor een verruiming te zorgen in het kader van wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen. De beperking van artikel 8 EVRM staat in proportie tot het doel dat daarmee gediend wordt. 22 Er bestaat geen alternatieve, minder belastende mogelijkheid om het publieke belang te beschermen als die waarvoor het wetsvoorstel zorgt. De voorgestelde wijziging is in overeenstemming met artikel 8 EVRM, aldus de regering in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel. 23 In 1964 is de Verklaring van Helsinki opgesteld door de World Medical Association, een internationale artsenorganisatie. Eind jaren zestig neemt de aandacht voor de maatschappelijke aspecten van onderzoek toe in Nederland, aldus Dute. 24 Hij vervolgt dat met de herziening van de Grondwet (verder: GW) in 1983 de noodzaak voor een wettelijke regeling van medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen groter wordt. Artikelen uit de 21 Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p C. J. C. Dute e.a., Evaluatie Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen, Den Haag: ZonMw 2004, p

12 grondwet van toepassing betreffen de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, artikel 10, en het recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, artikel 11. Het IVBPR, geïnitieerd door de Verenigde Naties, tot stand gekomen in 1966 en van kracht gegaan in 1976 gaat in artikel 7 specifiek in op medisch-wetenschappelijk onderzoek. Niemand mag worden onderworpen aan folteringen, of aan wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing. In het bijzonder mag niemand, zonder zijn in vrijheid gegeven toestemming, worden onderworpen aan medische of wetenschappelijke experimenten, artikel 7 IVBPR. De verschillende internationale regelingen werken niet allemaal met dezelfde maatstaven voor de toelaatbaarheid van wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen. Artikel 4 aanhef en onder g van de GCP-richtlijn schrijft een minder strenge toets voor dan artikel 7 van het IVBPR. 25 Dit in het licht zoals deze bepaling wordt uitgelegd door het verdragscomité bij het IVBPR, het VN Mensenrechtencomité. Het EVRM en het IVBPR bevatten in artikel 3 en respectievelijk artikel 7 het verbod op onmenselijke en vernederende behandelingen. In 1983 wordt in Nederland de Wet op de medische experimenten aangekondigd. 26 Een eerste concept-wetsvoorstel verschijnt in 1985, een tweede volgt in Op 18 april 1992 wordt het wetsvoorstel houdende Regelen inzake medische experimenten (Wet inzake medische experimenten) ingediend bij de Tweede Kamer. 27 De Wet inzake medische experimenten kent een lange parlementaire geschiedenis waarbij de deelname van minderjarigen aan medisch-wetenschappelijk onderzoek een steeds terugkerend punt van discussie blijkt te zijn. De memorie van toelichting bij het voorstel van wet vertelt dat minderjarigen de grootste bescherming verdienen. 28 De memorie wijst op het principiële standpunt dat, vanwege de belemmeringen bij de toestemmingsverlening, aan personen die in bijzondere situaties verkeren niet mag worden gevraagd deel te nemen aan een medischwetenschappelijk onderzoek. Zoals algemeen geldt in het kader van wetenschappelijk onderzoek, geldt tevens in het kader van medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen: het belang dat is gelegen in de vooruitgang van de wetenschap kan een inbreuk op de integriteit van mensen rechtvaardigen. 29 Een meerderheid van de Kamer bij het oorspronkelijke wetsvoorstel is van mening dat het verboden zou moeten worden om personen die niet zelf toestemming kunnen geven, in wetenschappelijk onderzoek te betrekken als zij zelf geen baat kunnen hebben van het onderzoek. 30 Een langdurige discussie volgt. De kritiek leidt tot de instelling van de commissie Meijers die over dit onderwerp adviseert en een rapport uitbrengt in De commissie trekt de conclusie dat medischwetenschappelijk onderzoek met minderjarigen en meerderjarige wilsonbekwamen noodzakelijk en toelaatbaar is, zij het onder strikte voorwaarden Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p Kamerstukken II 1982/83, , nr Kamerstukken II 1991/92, , nr Kamerstukken II 1991/92, , nr. 3, p. 10/ Kamerstukken II 1991/92, , nr. 3, p Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p Kamerstukken II 2012/13, , nr. 3, p

13 In 1995 is het IVRK door Nederland geratificeerd en is specifiek van toepassing op kinderen waaronder wordt verstaan ieder mens jonger dan achttien jaar, tenzij volgens het op het kind van toepassing zijnde recht de meerderjarigheid eerder wordt bereikt, artikel 1 IVRK. De WMO staat in het teken van de bescherming van de belangen van de minderjarige. De bevordering van de kindergeneeskunde en daarmee de volksgezondheid sluit aan op artikel 24 van het IVRK. De Staten die partij zijn erkennen het recht van de minderjarige op het genot van de grootst mogelijke mate van gezondheid en op voorzieningen voor de behandeling van ziekte en het herstel van de gezondheid. Het wetsvoorstel biedt waarborgen en bescherming van minderjarigen bij wie onderzoek kan worden gedaan zonder dat zij er zelf baat bij hebben. Dit in het kader van het algemeen belang dat ligt in de bevordering van de kindergeneeskunde en volksgezondheid. Volgend op het advies van de commissie Meijers wordt in 1996 een vernieuwd wetsvoorstel geïntroduceerd waarin strenge eisen worden gesteld aan medisch-wetenschappelijk onderzoek met personen die niet zelf toestemming kunnen geven. 32 De regering staat een terughoudende benadering voor en in dat kader is tevens gekozen de toetsing van medischwetenschappelijk onderzoek voor te leggen aan de CCMO. Onder de naam Wet medischwetenschappelijk onderzoek met mensen is het voorstel in 1997 door de Tweede Kamer en in 1998 door de Eerste Kamer aanvaard en op 26 februari 1998 in werking getreden WET MEDISCH-WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK MET MENSEN Belangrijk doel van de WMO is om bescherming te bieden aan proefpersonen die deelnemen aan medisch-wetenschappelijk onderzoek, zonder de vooruitgang van de medische wetenschap onnodig te belemmeren. 34 In het eerste artikel van de WMO wordt wetenschappelijk onderzoek omschreven als: medisch-wetenschappelijk onderzoek waarvan deel uitmaakt het onderwerpen van personen aan handelingen of het opleggen aan personen van een bepaalde gedragswijze, artikel 1 lid 1 sub b WMO. Wetenschappelijk onderzoek wordt verricht volgens een daartoe opgesteld onderzoeksprotocol waarover een positief oordeel moet zijn verkregen van een METC of de CCMO, artikel 2 WMO. De eisen voor een positief oordeel over een onderzoeksprotocol zijn neergelegd in artikel 3 WMO. Het moet onder andere redelijkerwijs aannemelijk zijn dat het wetenschappelijk onderzoek tot de vaststelling van nieuwe inzichten op het gebied van de medische wetenschap zal leiden en het onderzoek kan niet op minder ingrijpende aard gescheiden. Het onderzoek voldoet aan juiste methodologie en wordt uitgevoerd in een daarvoor geschikte instelling, respectievelijk artikel 3 sub a, b, d en e WMO. Artikel 3 is onderdeel van paragraaf 2 van de WMO betreffende regels voor wetenschappelijk onderzoek met proefpersonen. Naast de regels uit paragraaf 2 WMO zijn er meer verplichtingen opgenomen voor de uitvoerders van het onderzoek. Paragraaf 3 spreekt over de aansprakelijkheid en verzekering in het kader van de WMO. Het onderzoek kan slechts dan worden uitgevoerd indien een verzekering wordt afgesloten die de door het onderzoek veroorzaakte schade 32 Kamerstukken II 1995/96, , nr Stb. 1998, M. J. Stukart e.a., Tweede evaluatie Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen, Den Haag: ZonMw 2012, p

14 door dood of letsel van de proefpersoon dekt, artikel 7 WMO. Paragraaf 4 en 5 vertellen over de (verdere) verplichtingen van degene die het wetenschappelijk onderzoek verricht. Zo draagt degene die het onderzoek verricht er zorg voor dat de proefpersoon zich voor inlichtingen en advies betreffende het onderzoek kan wenden tot een van het onderzoek onafhankelijke arts. Daarnaast dient de onderzoeker in het geval het wetenschappelijk onderzoek ongunstiger verloopt dan in het onderzoeksprotocol is voorzien, de proefpersoon en de METC of de CCMO hier van op de hoogte te brengen, artikel 10 WMO. De WMO bevat verder nog aanvullende regels voor wetenschappelijk onderzoek met geneesmiddelen in paragraaf 5a en omschrijft de taak van de commissies in paragraaf 6. De WMO eindigt met strafbepalingen en slotbepalingen onder andere in het kader van evaluatie van de wet, respectievelijk paragraaf 8 en 9. In een volgende paragraaf wordt nader in gegaan op de huidige wijziging van de WMO in verband met het wijzigen van de mogelijkheden voor het verrichten van medischwetenschappelijk onderzoek met minderjarigen. 2.4 TUSSENCONCLUSIE De WMO is de belangrijkste wetgeving wanneer het medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen betreft. Belangrijk doel van de WMO is om bescherming te bieden aan proefpersonen die deelnemen aan medisch-wetenschappelijk onderzoek, zonder de vooruitgang van de medische wetenschap onnodig te belemmeren. 35 De Wet inzake medische experimenten kent een lange parlementaire geschiedenis waarbij de deelname van minderjarigen aan medisch-wetenschappelijk onderzoek een steeds terugkerend punt van discussie blijkt te zijn. De memorie van toelichting bij het oorspronkelijke voorstel van wet vertelt dat minderjarigen de grootste bescherming verdienen. 36 Onder de naam Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen is het voorstel op 2 februari 1998 in werking getreden. 37 Naast nationale regelgeving speelt ook internationale regelgeving een rol op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Van belang zijn onder andere de GCPrichtlijn, 38 Verklaring van Helsinki, Clinical trials guidelines on medicinal products en mensenrechtenverdragen als het IVBPR, 39 EVRM 40 en het IVRK M. J. Stukart e.a., Tweede evaluatie Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen, Den Haag: ZonMw 2012, p Kamerstukken II 1991/92, , nr. 3, p. 10/ Stb. 1998, Richtlijn 2001/20/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 april 2001 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuurlijke bepalingen van de lidstaten inzake dat toepassing van goed klinische praktijken bij de uitvoering van klinische proeven met geneesmiddelen voor menselijk gebruik (PbEG 2001, L 121/34). 39 Trb. 1978, Trb. 1951, Trb. 1990,

15 HOOFDSTUK 3 WETSVOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DE WET MEDISCH- WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK MET MENSEN 3.1 INLEIDING De WMO kent een lange parlementaire geschiedenis en de wetgeving blijft aan verandering onderhevig door voortschrijdende medisch-wetenschappelijke inzichten. In januari 2013 is een wetsvoorstel tot aanpassing van de WMO in verband met het wijzigen van de mogelijkheden voor het verrichten van medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen en meerderjarige wilsonbekwamen ingediend. 42 Het wetsvoorstel brengt veranderingen met zich mee die van invloed zijn op het recht op zelfbeschikking van de minderjarige deelnemer aan medisch-wetenschappelijk onderzoek. Hoewel bovenstaand het wetsvoorstel al kort is aangehaald wordt in dit hoofdstuk antwoord gegeven op de vraag welke belangrijke veranderingen het wetsvoorstel met zich meebrengt en wat deze veranderingen betekenen voor het principe dat patiënten zelf, en goed geïnformeerd, keuzes maken over de eigen gezondheid en de zorg daarvoor. Alvorens tot de beschrijving van de wijziging van wet gekomen wordt, volgt onderstaand eerst een toelichting op het recht op zelfbeschikking welke een belangrijke rol speelt in het gezondheidsrecht. Daarbij volgt eerst een algemene beschrijving van het recht op zelfbeschikking alvorens nader wordt toegespitst op de situatie in het kader van minderjarigheid. Vervolgens wordt in de kern de huidige rechtspositie van de minderjarige deelnemer aan medisch wetenschappelijk onderzoek besproken en volgt een beschrijving van de veranderingen welke het wetsvoorstel met zich brengt. Afsluitend een samenvattende tussenconclusie waarbij bekeken wordt wat de veranderingen van het wetsvoorstel betekenen voor het recht op zelfbeschikking van de minderjarige deelnemer aan medisch-wetenschappelijk onderzoek. 3.2 ZELFBESCHIKKING ALGEMEEN KADER ZELFBESCHIKKINGSRECHT Belangrijk begrip in het gezondheidsrecht is het recht op zelfbeschikking. Het betreft het principe dat patiënten zelf, en goed geïnformeerd, keuzes over de eigen gezondheid en de zorg daarvoor moeten mogen maken. 43 De gelijkwaardigheid van de arts en zijn patiënt speelt een belangrijke rol in het gezondheidsrecht. Uitgangspunt vormt het respect voor de autonomie van de patiënt. In het gezondheidsrecht wordt echter niet gesproken over autonomie maar van zelfbeschikking of zelfbeschikkingsrecht, licht Ten Have toe. 44 Het recht op zelfbeschikking betreft een rechtsbeginsel en mag als zodanig niet beschouwd worden als een grondrecht of subjectief recht, aldus Van Neste. 45 Als rechtsbeginsel moet zelfbeschikking gerelateerd worden aan het beginsel van de individuele vrijheid of autonomie van de mens welke zelf bepaalt hoe hij wil leven en zich gedragen in de samenleving. Het 42 Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen in verband met het wijzigen van de mogelijkheden voor het verrichten van medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen en meerderjarige wilsonbekwamen, Kamerstukken II 2012/13, , nr Online geraadpleegd via project: Thematische evaluatie van het zelfbeschikkingsrecht in gezondheidswetgeving. 44 H. A. M. J. ten Have e.a., Medische ethiek, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2003, p F. van Neste s.j., Ter wille van mensen, Apeldoorn: Ufsia en Maklu-uitgevers, p

16 zelfbeschikkingsrecht komt dus als zodanig niet voor in de wet of Grondwet maar het speelt een rol in de rechtsvorming, voegt Leenen toe. 46 Het zelfbeschikkingsrecht beschouwd als basisrecht komt tot uitdrukking in een aantal grondrechten, bijvoorbeeld de eerbiediging en bescherming van de persoonlijke levenssfeer, artikel 10 GW, en de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, artikel 11 GW. Deze formulering in de GW is een partiële positievering van het recht op zelfbeschikking maar omvat het recht niet compleet. Het rechtsbeginsel van de zelfbeschikking blijft echter werkzaam en kan in die zin aanleiding geven tot vorming van nieuw recht. 47 Denk hierbij aan aangelegenheden waarbij het individu belangrijke beslissingen neemt met betrekking tot het eigen lichaam zoals sterilisatie, geslachtswijziging, zwangerschapsafbreking, euthanasie en draagmoederschap 48. Het recht op informatie, het waarborgen van privacy en het beginsel van de vrije toestemming zijn belangrijke en niet meer weg te denken juridische beginselen in de gezondheidszorg. 49 Verwezen naar Legemaate welke er op wijst dat in verschillende sectoren van de gezondheidszorg een zekere juridisering waarneembaar is. Daarbij niet enkel gedacht aan toenemende aantallen schadeclaims bij de rechter, maar ook aan de formalisering van de hulpverlening met het oog op de bescherming van de autonomie van de patiënt. 50 Vanuit het perspectief van de patiënt is zelfbeschikking als zelfontplooiing het uitgangspunt. De persoonlijke wensen en waarden van de patiënt staan centraal in besluitvorming wordt ingericht om die wensen van de patiënt te expliciteren en de ontwikkeling ervan te stimuleren. Vervolgens de zelfbeschikking als keuzevrijheid waar het gaat om de weloverwogen beslissing. 51 Het Handboek Gezondheidsrecht onder redactie van Leenen is een vaak geciteerd werk. Een geheel hoofdstuk in zijn boek wordt besteed aan rechtsbeginselen en mensenrechten waarin het recht op zelfbeschikking uitvoerig wordt besproken. 52 In zijn woorden volgt onderstaand een omschrijving van het begrip zelfbeschikkingsrecht. Het beginsel van de zelfbeschikking verschaft een normatief kader voor de toetsing van de rechtspositie van de patiënt in de gezondheidszorg en voor medisch handelen buiten de gezondheidszorg. Het zelfbeschikkingsrecht is niet afgeleid van de staat of gemeenschap maar vloeit voort uit het principe van de menselijke waardigheid welke onvoorwaardelijk respect verdient en ten grondslag ligt aan alle mensenrechten. 53 Bij zelfbeschikking wordt de nadruk gelegd op het recht van de mens om naar zijn eigen levensconcept te leven, ook al kan dat een afwijking betekenen van de op dat moment gangbare normen. De mogelijkheid naar eigen inzicht te handelen kan onder druk staan in de gezondheidszorg. Denk hierbij aan de afhankelijkheid van de patiënt van de hulpverlener en het gezondheidssysteem, de macht van maatschappelijke instellingen en soms ook de overheid. Voor het gezondheidsrecht biedt het 46 H. J. J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht Deel 1, Rechten van mensen in de gezondheidszorg, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2007, p H. J. J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht Deel 1, Rechten van mensen in de gezondheidszorg, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2007, p F. van Neste s.j., Ter wille van mensen, Apeldoorn: Ufsia en Maklu-uitgevers, p H. A. M. J. ten Have e.a., Medische ethiek, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2003, p H. A. M. J. ten Have e.a., Medische ethiek, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2003, p A. C. Hendriks e.a., Thematische wetsevaluatie, Zelfbeschikking in de zorg, Den Haag: ZonMw 2013, p H. J. J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht Deel 1, Rechten van mensen in de gezondheidszorg, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2007, p H. J. J. Leenen e.a., Handboek gezondheidsrecht Deel 1, Rechten van mensen in de gezondheidszorg, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2007, p

17 recht op zelfbeschikking een normatief kader waaraan de positie van de patiënt in de zorg kan worden getoetst. Het biedt een leidraad bij het vinden van nieuwe oplossingen voor nieuwe problematiek betreffende die positie. Een belangrijk aandachtspunt in het kader van de zelfbeschikking betreft de vraag hoe ver de zelfbeschikking reikt. Dit vraagteken is vooral van belang wanneer gekeken wordt naar zelfbeschikking die indruist tegen de in de samenleving geldende normen en waarden. Het zelfbeschikkingsrecht is niet absoluut in die zin dat het wordt beperkt door het zelfbeschikkingsrecht van anderen. Het uitoefenen van dit recht mag niet tot schade van anderen leiden. Het recht op zelfbeschikking legt de nadruk op dat het individu zelf mondig is en zeggenschap heeft over de wijze waarop bepaalde individuele vrijheden uitgeoefend worden, aldus Van Neste. 54 Het individu kan en mag die vrijheid zelf invullen. In sommige situaties kan het individu dan ook beslissen dat persoonlijke waarden zoals de lichamelijke integriteit, niet langer beschermd dienen te worden. Deze beperking van bescherming dient duidelijk kenbaar gemaakt te worden. In dit verband is de informed consent een belangrijk begrip in het gezondheidsrecht. 55 Van Neste spreekt zijn bezwaar uit tegen de term beschikken omdat dit een begrip is uit het vermogensrecht. Beschikken wordt beschouwd als de bevoegdheid van de eigenaar over zijn goederen. Denk hierbij aan het eigendomsrecht dan moet de beschikkingsbevoegdheid als onbegrensd worden opgevat. Van Neste vertelt vervolgens over een verschuiving in de wetgevingspolitiek van bescherming naar beschikking en haalt daarbij de voorbeelden aan van orgaantransplantatie en transseksualisme. Daarnaast wordt gewezen op een verschuiving van het personenrecht naar het vermogensrecht. De tendens heerst het menselijke lichaam te verzakelijken en er steeds meer een marktwaarde aan te hechten. Het voorbeeld wordt genoemd van de beslissing draagmoeder te zijn, welke een beschikking betreft over het hele lichaam en te herleiden is tot een contract. Biowetenschappen met economische en financiële aspecten kunnen een steeds grotere rol gaan spelen in de toekomst. Nieuwe medische technieken en farmaceutische producten beschikken over grote marktwaarde in een internationaal perspectief. 56 Hoewel het beschikken wordt behandeld als een privaatrechtelijk begrip, moet zeker niet de rol van het publiekrecht worden vergeten. Rechtsregelingen met betrekking tot het eigen lichaam of lichaamsdelen behoren tot het publiek recht. Denk hierbij aan het eerdergenoemde voorbeeld van de orgaandonatie maar ook de WMO is een publiekrechtelijke regeling die strenge eisen stelt aan wetenschappelijk onderzoek met mensen. Voor deze publiekrechtelijke regelingen draait het om de individuele vrijheid maar dient er rekening gehouden te worden met verschillende wettelijke voorwaarden betreffende het beheer van goederen die voor de openbare gezondheid uiterst waardevol zijn. 57 In de publieke gezondheidszorg staat niet het individuele recht op zelfbeschikking voorop, maar het recht doen aan het algemene belang. 58 Het belang van de publieke gezondheid kan in 54 F. van Neste s.j., Ter wille van mensen, Apeldoorn: Ufsia en Maklu-uitgevers, p F. van Neste s.j., Ter wille van mensen, Apeldoorn: Ufsia en Maklu-uitgevers, p F. van Neste s.j., Ter wille van mensen, Apeldoorn: Ufsia en Maklu-uitgevers, p F. van Neste s.j., Ter wille van mensen, Apeldoorn: Ufsia en Maklu-uitgevers, p A. C. Hendriks e.a., Thematische wetsevaluatie, Zelfbeschikking in de zorg, Den Haag: ZonMw 2013, p

18 bepaalde omstandigheden rechtvaardigen dat het individuele zelfbeschikkingsrecht wordt ingeperkt ZELFBESCHIKKINGSRECHT IN HET KADER VAN MINDERJARIGHEID Het zelfbeschikkingsrecht als rechtsbeginsel komt toe aan een ieder en dus ook aan de minderjarige. Echter in het kader van de handelings(on)bekwaamheid van een minderjarige kan een arts zonder toestemming van de ouders een minderjarige niet behandelen, tenzij sprake is van een spoedeisende situatie. Mogelijk kan een conflict ontstaan tussen het ouderlijk gezag enerzijds en het zelfbeschikkingsrecht van de minderjarige anderzijds. Van der Linden vertelt dat in het algemeen Nederland bijzonder terughoudend is om het zelfbeschikkingsrecht van mensen te beperken, met name wanneer het gaat om de positie van patiënten in de gezondheidszorg. 59 Denk hierbij bijvoorbeeld aan situaties waarbij ouders bezwaar maken tegen het vaccineren van hun minderjarige kinderen waarbij tot op heden geen jeugdbeschermingsmaatregelen zijn toegepast. 60 Het respecteren van de opvattingen van de ouders in die zin kan het niet respecteren van de minderjarige als autonoom mens of van de lichamelijke integriteit van deze minderjarige tot gevolg hebben. De wetgever heeft deze tegenstellingen proberen op te lossen in de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (verder: WGBO) in de vorm van het stellen van duidelijke leeftijdsgrenzen. Minderjarigen kunnen in het gezondheidsrecht beslissingen maken in het kader van de eigen gezondheid en zorg. Het autonomiebeginsel in het burgerlijk recht laat partijen toe om overeenkomsten te sluiten die zij wensen of om al dan niet een procedure te starten. Minderjarigen zijn in beginsel handelingsonbekwaam maar ook hen komen ruimere bevoegdheden toe met het toenemen van de jaren welke bijdragen aan een grotere autonomie. In het kader van de handelingsonbekwaamheid vormgegeven in het BW heeft de wetgever geen onderscheid gemaakt naar leeftijdsgrenzen. Vlaardingerbroek ligt toe dat hij hier vanaf heeft gezien omdat gelet op de praktijk iedere leeftijdsgrens in zekere mate willekeurig is en bovendien zijn de te stellen grenzen tamelijk betrekkelijk. 61 Op andere gebieden is te zien dat wel wordt gekozen voor bepaalde leeftijdsgrenzen om een invulling te kunnen geven aan de groeiende autonomie van de minderjarige met het toenemen van zijn leeftijd. De belangrijkste grenzen waar te nemen beginnen bij de categorie van minderjarigen beneden de twaalf jaar. Daarna volgt de categorie van minderjarigen tussen de twaalf en zestien jaar. Waarop de groep van minderjarige jongeren volgt vanaf zestien jaar totdat zij op achttienjarige leeftijd de grens van meerderjarigheid bereiken. Artikel 1:234 BW komt te spreken over de handelings(on)bekwaamheid van de minderjarige. Een minderjarige is, mits hij met toestemming van zijn wettelijke vertegenwoordiger handelt, bekwaam rechtshandelingen te verrichten, voor zover de wet niet anders bepaalt. De toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger wordt een belangrijke rol toegekend. 62 De toestemming wordt aan de minderjarige verondersteld te zijn verleend, indien het een 59 A. P. van der Linden e.a., Jeugd en recht, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2009, p A. P. van der Linden e.a., Jeugd en recht, Houten: Bohn Stafleu Van Loghum 2009, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het Hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p P. Vlaardingerbroek e.a., Het Hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2011, p

19 rechtshandeling betreft ten aanzien waarvan in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is dat minderjarigen van zijn leeftijd deze zelfstandig verrichten, artikel 1:234 lid 3 BW. Opvallend aan dit bepalende artikel in het kader van de rechtspositie van de minderjarige is dat de wetgever gekozen heeft voor het criterium in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk. De Memorie van Toelichting geeft als voorbeelden in het kader van gebruikelijk: het kopen van bepaalde levensmiddelen, de aankoop van een buskaartje of kaartje voor een filmvoorstelling, de aanschaf van studieboeken en het ontplooien van activiteiten op het gebied van sport en spel. 63 In dit artikel wordt geen onderscheid gemaakt naar leeftijden. Hier heeft de wetgever niet voor gekozen omdat gelet op de praktijk iedere leeftijdsgrens in zeker mate willekeurig is en bovendien de te stellen grenzen tamelijk betrekkelijk zouden zijn in het verband met het hanteren van het criterium in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk. 64 In het maatschappelijk verkeer gebruikelijk is geen statisch begrip en daarmee een minder makkelijk te handhaven grens dan een strikte leeftijdsgrens. Wat vandaag de expliciete toestemming van de wettelijke vertegenwoordiger zal behoeven, daarvoor kan mogelijk een ander gebruik komen te ontstaan. 65 In andere gevallen heeft de wetgever wel gekozen voor specifieke leeftijdsgrenzen en heeft deze vastgelegd in wetgeving. Denk hierbij aan de WMO en de WGBO. In onderstaand hoofdstuk kom ik terug op de rechtspositie van de minderjarige in het kader van leeftijdsgrenzen aan de hand van een aantal voorbeelden PSYCHOLOGIE EN ZELFBESCHIKKING Bepaalde wetgeving is leeftijdsvariabel in die zin dat de wetgever juridisch heldere grenzen trekt tussen diverse leeftijdscategorieën. In functie van dergelijke leeftijdscategorieën worden bepaalde bekwaamheden erkend. 66 Een leeftijdsgrens in het recht geeft aan dat een persoon ouder of jonger dan de genoemde grens bepaalde rechten en/of plichten heeft. Leeftijdsgrenzen worden gehandhaafd in het kader van minderjarigheid om jeugdige personen tegen zichzelf en tegen anderen te beschermen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het verbod op kinderarbeid, artikel 3:2 Arbeidstijdenwet, en de leerplicht, artikel 3 Leerplichtwet. Daarnaast dient het ook de maatschappij te behoeden tegen onverantwoord gedrag van deze jeugdigen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de leeftijdsgrens in het kader van het kiesrecht, artikel B 1 Kieswet, en het besturen van motorvoertuigen. Algemeen gestelde leeftijdsgrenzen zijn makkelijk te handhaven omdat er bijvoorbeeld geen psychologische test aan te pas hoeft te komen om te beoordelen of een minderjarige al dan niet bekwaam is tot het verrichten van bepaalde handelingen. Daarentegen is het mogelijk te protesteren tegen rigide leeftijdsgrenzen met leeftijdsdiscriminatie als gevolg. In de psychologische wetenschap wordt veel onderzoek uitgevoerd naar de ontwikkeling van jonge kinderen en jongeren of adolescenten. Jongeren willen meer en kunnen ook meer op cognitief gebied dan jonge kinderen. 67 Echter heeft ontwikkelingspsychologisch onderzoek aangetoond dat jongeren in intellectueel en cognitief opzicht nog sterk verschillen van de volwassen mens. Rap licht toe dat het kenmerkend is voor de vroege adolescentie dat er 63 Kamerstukken II 1994/95, , nr. 3, p Kamerstukken II 1994/95, , nr. 3, p Groene Serie Personen- en Familierecht, Artikel 234 Boek 1 BW, aantekening K. Raes, Tegen betere wetten in, een ethische kijk op het recht, Gent: Academia Press 2003, p S. Rap en I. Weijers, De jeugdstrafzitting: een pedagogisch perspectief, de communicatie tussen jeugdrechter en jeugdige verdachte, Raad voor de rechtspraak, Den Haag: Sdu Uitgevers BV 2011, p

De rechtspositie van minderjarigen bij medisch-wetenschappelijk onderzoek SIETSKE KOOT

De rechtspositie van minderjarigen bij medisch-wetenschappelijk onderzoek SIETSKE KOOT De rechtspositie van minderjarigen bij medisch-wetenschappelijk onderzoek SIETSKE KOOT MEI 2016 1 Voorwoord In augustus 2015 ben ik gestart met de Master Rechtsgeleerdheid aan Tilburg University. In september

Nadere informatie

Medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen

Medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen Medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen Een onderzoek naar de rechtspositie van het kind Auteur: Melissa de Keijzer ANR: 628534 Faculteit: Rechtswetenschappen Opleiding: Master Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

Therapeutisch versus niet-therapeutisch onderzoek bij minderjarige en wilsonbekwame proefpersonen

Therapeutisch versus niet-therapeutisch onderzoek bij minderjarige en wilsonbekwame proefpersonen Therapeutisch versus niet-therapeutisch onderzoek bij minderjarige en wilsonbekwame proefpersonen In de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO) staat: Het is verboden wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 508 Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen in verband met het wijzigen van de mogelijkheden voor het verrichten

Nadere informatie

Medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen

Medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen Medisch-wetenschappelijk onderzoek met minderjarigen een onderzoek naar de rechtspositie van het kind Opleiding Tilburg University Master Rechtsgeleerdheid Accent Privaatrecht Student Iemke Backx ANR 559427

Nadere informatie

Rapport Institutioneel Onderzoek

Rapport Institutioneel Onderzoek Rapport Institutioneel Onderzoek Beleidsterrein patiëntenbeleid / Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen Behorend bij het Basisselectiedocument voor de neerslag van de handelingen van de Medisch

Nadere informatie

Handboek gezondheidsrecht

Handboek gezondheidsrecht Handboek gezondheidsrecht Deell Rechten van mensen in de gezondheidszorg Vijfde.geheel herziene druk Prof. dr. H.J.J. Leenen t Prof. mr.j.k.m.gevers Prof. mr. J. Legemaate Bohn Stafleu van Loghum Houten

Nadere informatie

WGBO bij kinderen. Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst

WGBO bij kinderen. Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst WGBO bij kinderen Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst Januari 2016 Rechten van de patiënt (WGBO) De relatie tussen een patiënt en een arts of andere hulpverlener hoort gebaseerd te zijn op wederzijds

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20221 17 juli 2015 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 juli 2015, houdende regels voor

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 (Tekst geldend op: 19 02 2015) Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 4. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling in deze

Nadere informatie

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan:

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan: Artikel 446 1. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst waarbij een natuurlijke persoon of een rechtspersoon,

Nadere informatie

Advies inzake het voorstel tot wijziging van de Wet medischwetenschappelijk

Advies inzake het voorstel tot wijziging van de Wet medischwetenschappelijk Advies inzake het voorstel tot wijziging van de Wet medischwetenschappelijk onderzoek Inleiding en samenvatting Het College voor de Rechten van de Mens heeft kennis genomen van het door de regering bij

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek met bestaande gegevens bij Dimence

Wetenschappelijk onderzoek met bestaande gegevens bij Dimence Wetenschappelijk onderzoek met bestaande gegevens bij Dimence Twee vormen: (1) actief betrekken van mensen en (2) gebruik maken van bestaande gegevens (1) Als de patiënt betrokken is doordat hij/zij een

Nadere informatie

Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzo

Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzo Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzoek 18 IV. Probleemanalyse 19 V. Doel van het onderzoek

Nadere informatie

EVRM, minderjarigheid en ouderlijk gezag

EVRM, minderjarigheid en ouderlijk gezag EVRM, minderjarigheid en ouderlijk gezag 'A whole code of juvenile law' M.L.C.C. de Bruijn-Lückers W.EJ. Tjeenk Willink Zwolle Inhoudsopgave Lijst van afkortingen xiü Inleiding 1 Algemeen deel Hoofdstuk

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 31 832 Wijziging van de Algemene wet gelijke behandeling, het Burgerlijk Wetboek, de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte, de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd

Nadere informatie

De zelfverkozen dood van ouderen

De zelfverkozen dood van ouderen De zelfverkozen dood van ouderen Eerste druk, maart 2012 2012 Wouter Beekman isbn: 978-90-484-2348-4 nur: 748 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming van

Nadere informatie

De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (WGBO)

De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (WGBO) De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling (WGBO) Artikel 446 1.De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst

Nadere informatie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Zaak C-540/03 Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Immigratiebeleid - Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Bescherming

Nadere informatie

Standard Operating Procedure

Standard Operating Procedure Standard Operating Procedure STZ SOP: VC9 Proefpersonen- en aansprakelijkheidsverzekering (centraal) Distributielijst : STZ Datum : 10-03-2014 Revisiedatum : 10-03-2015 Veranderingen ten opzichte van eerdere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 00 0 3 60 Wijziging van de Embryowet in verband met de evaluatie van deze wet Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT Hieronder zijn opgenomen het advies

Nadere informatie

Juridische notitie. Toestemming jongere niet medisch wetenschappelijk onderzoek. Mr. S.J.C. Höfte. Uitwerking

Juridische notitie. Toestemming jongere niet medisch wetenschappelijk onderzoek. Mr. S.J.C. Höfte. Uitwerking Juridische notitie Toestemming jongere niet medisch wetenschappelijk onderzoek Mr. S.J.C. Höfte Het lectoraat Residentiële Jeugdzorg doet onderzoek naar het leef- leer- en werkklimaat in residentiële (jeugd)inrichtingen.

Nadere informatie

Standard Operating Procedure

Standard Operating Procedure Standard Operating Procedure STZ SOP: VL2 Aanpassen proefpersoneninformatie / toestemmingsformulier aan lokale situatie Distributielijst : STZ Datum : 20-03-2014 Revisiedatum : 20-03-2015 Veranderingen

Nadere informatie

Waar draait het om bij de METC? Yvonne Donselaar

Waar draait het om bij de METC? Yvonne Donselaar Waar draait het om bij de METC? Yvonne Donselaar Yvonne Donselaar METC AMC Waarom dit verhaal? details naar de geest proefpersoon grote lijnen naar de letter naleven van regels Axel Munthe (1857 1949):

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 429 Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen en de Geneesmiddelenwet in verband met de uitvoering van verordening

Nadere informatie

WGBO boek 7, afdeling 5 Burgerlijk wetboek (BW) Citeren als: artikel 7:446, lid 1 BW etc. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling

WGBO boek 7, afdeling 5 Burgerlijk wetboek (BW) Citeren als: artikel 7:446, lid 1 BW etc. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling WGBO boek 7, afdeling 5 Burgerlijk wetboek (BW) Citeren als: artikel 7:446, lid 1 BW etc. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 1. De overeenkomst inzake geneeskundige

Nadere informatie

de erkende METC's Datum Betreft lichaamsmateriaal

de erkende METC's Datum Betreft lichaamsmateriaal > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag de erkende METC's Datum Betreft lichaamsmateriaal Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78 34 www.minvws.nl Inlichtingen

Nadere informatie

3 In op die behandelingsovereenkomst betrekking hebbende aangelegenheden is de minderjarige bekwaam in en buiten rechte op te treden.

3 In op die behandelingsovereenkomst betrekking hebbende aangelegenheden is de minderjarige bekwaam in en buiten rechte op te treden. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 1 De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst

Nadere informatie

Weten waar je aan toe bent?

Weten waar je aan toe bent? Weten waar je aan toe bent? Martine Wouters De mens als medisch experiment Er zijn meerdere medische instanties waarbij men zich op kan geven als proefpersoon voor financiële compensatie. Maar medisch

Nadere informatie

AMC Uitvoeringsrichtlijnen: Goedkeuring medisch-wetenschappelijk onderzoek door de Raad van Bestuur

AMC Uitvoeringsrichtlijnen: Goedkeuring medisch-wetenschappelijk onderzoek door de Raad van Bestuur AMC Uitvoeringsrichtlijnen: Goedkeuring medisch-wetenschappelijk onderzoek door de Raad van Bestuur en Deelname van personeelsleden en studenten aan medisch-wetenschappelijk onderzoek Versie 1.1 Dit document

Nadere informatie

Handboek Gezondheidsrecht

Handboek Gezondheidsrecht Prof.dr. H.J.J. Leenen Handboek Gezondheidsrecht Deel i Rechten van mensen in de gezondheidszorg Vierde druk Bewerkt door prof.dr. H.J.J. Leenen en prof.mr. J.K.M. Gevers Bohn Stafleu Van Loghum Houten/Diegem,

Nadere informatie

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten

Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten juridisch en bestuurskundig onderzoek advies onderwijs Rechtsbescherming van uithuisgeplaatsten Een verkennend onderzoek Groningen, juli 2010 2010 WODC, ministerie van Justitie. Auteursrechten voorbehouden.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 508 Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen in verband met het wijzigen van de mogelijkheden voor het verrichten

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 508 Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen in verband met het wijzigen van de mogelijkheden voor het verrichten

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht j.j.m.vandelden@umcutrecht.nl Inleiding Medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

Juridische aspecten rondom chronische beademing bij kinderen. Anne-Marleen den Hertog 18 september 2015

Juridische aspecten rondom chronische beademing bij kinderen. Anne-Marleen den Hertog 18 september 2015 Juridische aspecten rondom chronische beademing bij kinderen Anne-Marleen den Hertog 18 september 2015 Wat gaan we vandaag bespreken? 1. Betekenis veldnorm binnen het gezondheidsrecht; 2. Informatieplicht

Nadere informatie

De geldigheid van het concurrentiebeding

De geldigheid van het concurrentiebeding De geldigheid van het concurrentiebeding Het criterium zwaarwegend belang bij het concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Mr. drs. G.W. Nijhoff III Nijhoff.indd 3 9-2-2015 14:18:54

Nadere informatie

Ons kenmerk z Contactpersoon

Ons kenmerk z Contactpersoon Vertrouwelijk/Aangetekend Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, Autoriteit Persoonsgegevens Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag T 070 8888 500 F 070 8888 501

Nadere informatie

Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht -

Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht - Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht - Prof.mr.drs. Mariëlle R. Bruning Najaarslezing Vereniging voor Gezondheidsrecht, 2 november 2012 Thema Zorgverlening aan en het

Nadere informatie

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag ~ Telefoon Fax algemeen (070) (070) 361 93361 009310 Fax rechtspraak (070) 361 9315 Aan de

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni 2013 Rapportnummer: 2013/073 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een consulent van de sociale dienst van de gemeente Weert hem heeft

Nadere informatie

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport W M O De Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen W M O De Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen Inhoudsopgave Inleiding 4 1. Wat regelt

Nadere informatie

Reactie van de Brancheorganisaties Zorg (BoZ) op de consultatie Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

Reactie van de Brancheorganisaties Zorg (BoZ) op de consultatie Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) Reactie van de Brancheorganisaties Zorg (BoZ) op de consultatie Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) ActiZ, GGZ Nederland, NFU, NVZ en VGN, verenigd in de BoZ, hebben met belangstelling

Nadere informatie

1 Inleiding recht. 1.1 Inleiding. 1.2 Omschrijving en doel

1 Inleiding recht. 1.1 Inleiding. 1.2 Omschrijving en doel 1 Inleiding recht 1.1 Inleiding Wie het jeugdrecht wil leren kennen, moet iets weten over het recht in het algemeen. Daarom in dit hoofdstuk een korte introductie in het recht met een definitie van recht,

Nadere informatie

PRAKTIJK MANAGER. Mr Jolanda J.A. van Boven. VAN BOVEN Juridisch Adviesbureau Arnhem

PRAKTIJK MANAGER. Mr Jolanda J.A. van Boven. VAN BOVEN Juridisch Adviesbureau Arnhem PRAKTIJK MANAGER Mr Jolanda J.A. van Boven VAN BOVEN Juridisch Adviesbureau Arnhem AVG: een beperking? Nieuwe ontwikkelingen Netwerkgeneeskunde is het beste antwoord op multimorbiditeit MC nr 20 Dit vereist

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder. Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV: Vrij beroep 1/ België Wet van 15 mei 2014 houdende invoeging van Boek XIV "Marktpraktijken en consumentenbescherming betreffende de beoefenaars van een vrij beroep" in het Wetboek van economisch recht

Nadere informatie

Gedwongen anticonceptie bij verstandelijk beperkten

Gedwongen anticonceptie bij verstandelijk beperkten Gedwongen anticonceptie bij verstandelijk beperkten Is een regeling betreffende gedwongen anticonceptie in strijd met artikel 8 en artikel 12 EVRM of kan het belang van het ongeboren kind een inbreuk op

Nadere informatie

ccmo-richtlijn Externe Toetsing

ccmo-richtlijn Externe Toetsing Richtlijn van de centrale commissie medisch-wetenschappelijk onderzoek krachtens artikel 24 van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen, inzake de toetsingsprocedure multicenter-onderzoek

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 11.3.2014 COM(2014) 158 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een nieuw EU-kader voor het versterken van

Nadere informatie

De Verordening tegenprestatie Participatiewet IOAW en IOAZ Waddinxveen 2015.;

De Verordening tegenprestatie Participatiewet IOAW en IOAZ Waddinxveen 2015.; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Waddinxveen. Nr. 81579 24 december 2014 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Waddinxveen 2015 De raad van de gemeente Waddinxveen gelezen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 00 0 3 500 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 0 Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER

Nadere informatie

Lijst van gebruikte afkortingen. Woord vooraf. 1 Inleiding Onderzoeksvraag en begripsafbakening Deelvragen 4 1.

Lijst van gebruikte afkortingen. Woord vooraf. 1 Inleiding Onderzoeksvraag en begripsafbakening Deelvragen 4 1. Inhoudsopgave Lijst van gebruikte afkortingen Woord vooraf IX XI 1 Inleiding 1 1.1 Onderzoeksvraag en begripsafbakening 1 1.2 Deelvragen 4 1.3 Leeswijzer 4 2 Het belang van prenatale kinderbescherming

Nadere informatie

Algemene informatie. Medisch wetenschappelijk onderzoek

Algemene informatie. Medisch wetenschappelijk onderzoek Algemene informatie Medisch wetenschappelijk onderzoek 1 Inleiding Artsen verrichten naast hun normale behandelingen soms medisch wetenschappelijk onderzoek. Dit doen artsen in het Scheper Ziekenhuis Emmen

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding Wijziging van de wet houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van een constitutionele basis voor de openbare

Nadere informatie

Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen

Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen Advies wetsvoorstel aanpassing Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek ter verruiming van de mogelijkheden tot het verbieden van rechtspersonen Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit

Nadere informatie

Het CBP voldoet hierbij aan dit verzoek. Kader

Het CBP voldoet hierbij aan dit verzoek. Kader POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en

Nadere informatie

De Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek bij mensen: Beschermend of Belemmerend? Ester Houkes-Albrecht

De Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek bij mensen: Beschermend of Belemmerend? Ester Houkes-Albrecht De Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek bij mensen: Beschermend of Belemmerend? Ester Houkes-Albrecht Almere, 31 januari 2012 De Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek bij mensen: Beschermend of Belemmerend?

Nadere informatie

WGBO/ INFORMED CONSENT BIJ KINDEREN ALS PATIËNT

WGBO/ INFORMED CONSENT BIJ KINDEREN ALS PATIËNT WGBO/ INFORMED CONSENT BIJ KINDEREN ALS PATIËNT FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding De relatie tussen een patiënt en een arts of andere hulpverlener hoort gebaseerd te zijn op wederzijds vertrouwen. Meestal

Nadere informatie

ARTIKEL 3 Totstandkoming van de behandelingsovereenkomst

ARTIKEL 3 Totstandkoming van de behandelingsovereenkomst Algemene voorwaarden ARTIKEL 1 Definities en begrippen In deze voorwaarden wordt verstaan onder: Opdrachtgever: degene die voor zichzelf of voor een bepaalde derde een behandelingsovereenkomst sluit met

Nadere informatie

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid individuele vrijheid participatie gelijke rechten solidariteit waardigheid Basisrechten Santé België is een rechtsstaat en een democratie die ieders mensenrechten e De Staat garandeert de naleving van

Nadere informatie

Algemeen. Patiëntenrechten. Recht op informatie;toestemmingsvereiste

Algemeen. Patiëntenrechten. Recht op informatie;toestemmingsvereiste Algemeen Patiëntenrechten Recht op informatie;toestemmingsvereiste Inhoudsopgave Patiëntenrechten...4 Inleiding...5 Recht op informatie...6 Waarom informatie?...6 Wie geeft informatie?...6 Waarover informatie?...7

Nadere informatie

Voorwoord 11 Inleiding 13

Voorwoord 11 Inleiding 13 Voorwoord 11 Inleiding 13 1 Een gemeenschappelijk perspectief 13 2 Herkenning, reflectie en argumentatie 14 2.1 Herkenning 14 2.2 Reflectie 14 2.2.1 Ethisch kader 14 2.2.2 Términologisch kader 15 2.3 Argumentatie

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek met Karakter

Wetenschappelijk onderzoek met Karakter Wetenschappelijk onderzoek met Karakter 1 Inleiding Karakter is als academisch centrum partner in een groot aantal multicenter studies. Voor het uitvoeren van uw onderzoek in samenwerking met Karakter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 411 Regels omtrent instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (Wet handhaving consumentenbescherming)

Nadere informatie

Relevante wet- en regelgeving die vandaag aan de orde komt in deze presentatie

Relevante wet- en regelgeving die vandaag aan de orde komt in deze presentatie Presentatie W&T thema Bopz op 9 mei 2016 Opzet: Korte uiteenzetting presentatie Goede zorg aan onze (psychogeriatrische) ouderen Persoonlijke kennistoets deelnemers Presentatie waarin antwoorden volgen

Nadere informatie

Inleiding Voltooid leven, Ekklesia, Lokhorstkerk, Leiden, 22 maart 2016 Sjef Gevers (emeritus hoogleraar gezondheidsrecht UvA/AMC)

Inleiding Voltooid leven, Ekklesia, Lokhorstkerk, Leiden, 22 maart 2016 Sjef Gevers (emeritus hoogleraar gezondheidsrecht UvA/AMC) Inleiding Voltooid leven, Ekklesia, Lokhorstkerk, Leiden, 22 maart 2016 Sjef Gevers (emeritus hoogleraar gezondheidsrecht UvA/AMC) 1. Iets over mijzelf O.a. als hoogleraar gezondheidsrecht al vele jaren

Nadere informatie

Bij brief van 19 februari 2003 heeft het college een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 19 februari 2003 heeft het college een verweerschrift ingediend. Raad van State, 200300512/1 Datum uitspraak: 29-10-2003 Datum publicatie: 29-10-2003 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie: Bij besluit van 17

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Een liberale visie op gezondheidszorg 11 2.1 Het individu als ultieme waarde 11 2.2 Gezondheidszorg in een liberale rechtsstaat 14 2.3 Kortom: een liberale visie op gezondheidszorg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 000 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2015 Nr. 113 BRIEF

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 maart 2011 Betreft Standpunt over advies commissie Doek

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 maart 2011 Betreft Standpunt over advies commissie Doek > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

De raad van de gemeente Schiermonnikoog, De raad van de gemeente Schiermonnikoog, Gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet, artikel 35, eerste lid, onderdeel e van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

PROFESSIONEEL STATUUT van de Indicerende en adviserende Artsen

PROFESSIONEEL STATUUT van de Indicerende en adviserende Artsen PROFESSIONEEL STATUUT van de Indicerende en adviserende Artsen Werkgever en arts Overwegende 1. dat de cliënt moet kunnen rekenen dat hij een zelfstandige en onafhankelijke sociaal medische beoordeling

Nadere informatie

Medischwetenschappelijk. onderzoek. Algemene informatie voor de proefpersoon

Medischwetenschappelijk. onderzoek. Algemene informatie voor de proefpersoon Medischwetenschappelijk onderzoek Algemene informatie voor de proefpersoon Inhoud Inleiding 5 Medisch-wetenschappelijk onderzoek 6 Wat is medisch-wetenschappelijk onderzoek? Wat zijn proefpersonen? Wie

Nadere informatie

De bescherming van proefpersonen in de. Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen

De bescherming van proefpersonen in de. Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen De bescherming van proefpersonen in de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen Enkele knelpunten nader onderzocht Heike Schoofs juli 2012 De bescherming van proefpersonen in de Wet medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 33 079 Aanpassing van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met de wijziging van het recht op inzage, afschrift of uittreksel van bescheiden

Nadere informatie

Ook zet het CBP vraagtekens bij de noodzaak voor het van toepassing verklaren van het gehele hoofdstuk VIII van de AWBZ.

Ook zet het CBP vraagtekens bij de noodzaak voor het van toepassing verklaren van het gehele hoofdstuk VIII van de AWBZ. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de Minister van Justitie DATUM 2

Nadere informatie

DE CONVENTIE MENSENRECHTEN EN BIOGENEESKUNDE VAN DE RAAD VAN EUROPA

DE CONVENTIE MENSENRECHTEN EN BIOGENEESKUNDE VAN DE RAAD VAN EUROPA DE CONVENTIE MENSENRECHTEN EN BIOGENEESKUNDE VAN DE RAAD VAN EUROPA INHOUD EN GEVOLGEN VOOR PATIENTEN EN HULPVERLENERS H. NYS (editor) INTERSENTIA RECHTSWETENSCHAPPEN Antwerpen Groningen INHOUDSTAFEL pg

Nadere informatie

Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding

Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf. woonzorg en dagbesteding Beleid 'onvrijwillige zorg' Vrijheidsbeperking binnen Lang Verblijf woonzorg en dagbesteding 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Wanneer wordt onvrijwillige zorg toegepast? 4 3. De wetgeving 5 3.1 Wet bijzondere

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 487 Besluit van 1 december 2014, houdende wijziging van het Besluit medische hulpmiddelen in verband met een verbod op de toepassing van permanente

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24

EUROPEES PARLEMENT. Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken. 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 EUROPEES PARLEMENT 1999 2004 Commissie vrijheden en rechten van de burger, justitie en binnenlandse zaken 20 juni 2003 PE 329.885/6-24 AMENDEMENTEN 6-24 Ontwerpadvies (PE 329.885) Carmen Cerdeira Morterero

Nadere informatie

Privacy en gegevensbescherming in relatie tot geo-informatie. Dr. Colette Cuijpers cuijpers@uvt.nl

Privacy en gegevensbescherming in relatie tot geo-informatie. Dr. Colette Cuijpers cuijpers@uvt.nl Privacy en gegevensbescherming in relatie tot geo-informatie Dr. Colette Cuijpers cuijpers@uvt.nl 1 Gegevensbescherming en geo-informatie Trend: geo-informatie wordt steeds meer gebruikt om mensen te volgen

Nadere informatie

leeftijd van zestien jaar nog niet hebben bereikt of die wilsonbekwaam zijn

leeftijd van zestien jaar nog niet hebben bereikt of die wilsonbekwaam zijn 33 508 Wijziging van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen in verband met het wijzigen van de mogelijkheden voor het verrichten van medischwetenschappelijk onderzoek met proefpersonen die

Nadere informatie

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1

Gehoord de gerechten adviseert de Raad u als volgt. 1 De Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Afdeling Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag Correspondentieadres Postbus 90613 2509 LP Den Haag datum 2 maart 2010 doorkiesnummer

Nadere informatie

ZONDER BLOED OP VRAAG VAN DE PATIENT

ZONDER BLOED OP VRAAG VAN DE PATIENT ZONDER BLOED OP VRAAG VAN DE PATIENT ETHISCH EN JURIDISCH AANVAARDBAAR? HERMAN NYS Leuven en Maastricht INHOUD VOORSTELLING 1. WETTELIJK KADER 2. MEDISCH DEONTOLOGISCH KADER 3. RAADGEVEND COMITE BIOETHIEK

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL 34 - OUDERLIJK GEZAG MINDERJARIGE KONING

DE GRONDWET - ARTIKEL 34 - OUDERLIJK GEZAG MINDERJARIGE KONING DE GRONDWET - ARTIKEL 34 - OUDERLIJK GEZAG MINDERJARIGE KONING De wet regelt het ouderlijk gezag en de voogdij over de minderjarige Koning en het toezicht daarop. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten

Nadere informatie

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015

Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015 Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive gemeente Heerenveen 2015 De raad van de gemeente Heerenveen; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer]; Gelet op

Nadere informatie

DIFFERENT STEPS IN DRUG DEVELOPMENT: FROM THEORETICAL CONCEPT TO ACCESS FOR PATIENTS ROLE OF THE ETHICAL COMMITTEES

DIFFERENT STEPS IN DRUG DEVELOPMENT: FROM THEORETICAL CONCEPT TO ACCESS FOR PATIENTS ROLE OF THE ETHICAL COMMITTEES DIFFERENT STEPS IN DRUG DEVELOPMENT: FROM THEORETICAL CONCEPT TO ACCESS FOR PATIENTS ROLE OF THE ETHICAL COMMITTEES Klinische trials Verplicht vooraleer een geneesmiddel een marketing autorisatie kan krijgen

Nadere informatie

Standard Operating Procedure

Standard Operating Procedure Standard Operating Procedure STZ SOP: VL5 Protocolamendement (lokaal) Distributielijst : STZ Datum : 03-06-2014 Revisiedatum : 03-06-2015 Veranderingen ten opzichte van eerdere versies Versiedatum Opmerkingen

Nadere informatie

Palliatieve zorg: Ethiek

Palliatieve zorg: Ethiek Palliatieve zorg: Ethiek Hogeschool van Amsterdam Naam: Lauri Linn Konter Studentnr: 500642432 Klas: Lv12-2E2 Jaar: 2012-2013 Docent: P. Vleugels Inhoudsopgave Inleiding Blz: 3 Omschrijving praktijksituatie

Nadere informatie

Standard Operating Procedure

Standard Operating Procedure Standard Operating Procedure STZ SOP: VC8 Beoordeling amendement toetsende commissie (centraal) Distributielijst : STZ Datum : 10-03-2014 Revisiedatum : 10-03-2015 Veranderingen ten opzichte van eerdere

Nadere informatie

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn. Advies conceptwijziging Besluit gebruik BSN in de zorg

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn. Advies conceptwijziging Besluit gebruik BSN in de zorg POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Volksgezondheid,

Nadere informatie

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0190 (CNS) 9317/17 JUSTCIV 113 NOTA van: aan: het voorzitterschap nr. vorig doc.: WK 5263/17 Nr. Comdoc.: 10767/16

Nadere informatie