1. TIMING SOCIAAL OVERLEG

Transcriptie

1 De sector enquête : tekst en uitleg Op algemene vraag enige toelichting bij de punten van de sectorale enquête. 1. TIMING SOCIAAL OVERLEG Na het indienen van het sectoraal eisenbundel dienen de sectorale onderhandelingen zo snel als mogelijk opgestart te worden. Op korte termijn, uiterlijk voor 31 maart 2015, dient er uitsluitsel te zijn of er een sectoraal akkoord met inhoud kan tot stand komen. De sectorale onderhandelingen lopen de laatste jaren steeds verder uit: de cao werd maar ondertekend op 20 oktober De oorzaken zijn velerei: moeilijkere materies die door de overheid naar de sectoren worden doorgeschoven, een ontwerp-ipa dat ook laat is, late regeringsbeslissingen inzake de loonnorm, de loonnorm zelf en het feit dat de werkgever steeds moeilijker zijn in het sociaal overleg. Indien er echter na een late sectorale cao nog bedrijfsonderhandelingen moeten komen, is er al de helft van de tweejaarlijkse IPA-periode voorbij. Bovendien schept dit voor bedienden die in SWT willen gaan nog bijkomende moeilijkheden: de combinatie van de langere opzegtermijnen voor de huidige oudere bedienden vanuit de nieuwe wet en de late cao, hebben tot gevolg dat bedienden steeds later op SWT kunnen (zal nog worden versterkt met huidig regeerakkoord). Vandaar de vraag die gesteld wordt of we niet op korte termijn (uiterlijk op 31 maart 2015) al duidelijkheid moeten hebben of een sectorakkoord mogelijk is. 2. MINDER WERKEN Er moet onderhandeld worden om de arbeidsduur op sectorniveau naar 33,6 uren te brengen met behoud van loon en met compenserende aanwervingen. Een oud vakbondsrecept om meer mensen aan het werk te krijgen is arbeidsduurvermindering. Met meer mensen hetzelfde werk doen. De laatste jaren was de interesse hiervoor(en het tijdsklimaat hierover) aan de lage kant. De wet op de loonmatiging beschouwt dit als een loonverhoging; afhankelijk van de loonmarge kunnen we hier ver of minder ver in gaan. De vraag is: moet dit in de sectoronderhandelingen terug op de agenda gezet worden. 3. SWT (BRUGPENSIOEN) 3.1 Maximale verlenging van de bestaande brugpensioenregelingen ( SWT), rekening houdend met de nieuwe toetredingsvoorwaarden (langere loopbaan, latere leeftijd en langere opzeg huidige oudere bedienden). SWT ligt politiek steeds meer onder druk. Telkens de overheid (regering) wijzigingen aanbrengt blijven meestal lopende cao s buiten schot. Bovendien is er de moeilijkheid van de langere opzegtermijnen van de huidige oudere bedienden (vastgeklikt met 1 maand per jaar dienst). Om de rechten van de werknemers maximaal te beschermen moeten we cao s maken die zo lang als wettelijk mogelijk lopen). De vraag is dan of je hiermee akkoord kan gaan.

2 3.2 Moeten er bijkomende financiële eisen gesteld worden ter verbetering van het SWT stelsel. DE regeling voor de bedienden sectoraal is suppletief, dit wil zeggen dat ze enkel telt voor die ondernemingen die geen eigen cao hebben (zelfs als de bedrijfscao lager is (voor bepaalde categorieën bijvoorbeeld) geldt de sectorale 70 % garantie niet.) Moeten hier bijkomende vragen in het eisenprogramma gesteld worden? 4. OPZEGVERGOEDINGEN EN OPZEGTERMIJNEN Indien er voor eind oktober 2014 geen aanvaardbare sectorale CAO is over de bestaanszekerheid, die de huidige bestaanszekerheid garandeert, moet dan de huidige bestaanszekerheid verbeterd en uitgebreid worden naar aanleiding van de sectorale CAOonderhandelingen Tot hiertoe is er nog geen akkoord met de werkgevers over de aanpassing van het stelsel bestaanszekerheid/aanvullende opzegtermijnen aan de wet inzake de nieuwe opzegtermijnen. Werkgevers willen niet dat het vroegere eindtotaal (zie in de betreffende tabellen van de cao s) gegarandeerd blijft. Moet dit bij gebreke aan tussentijds akkoord dit opgenomen worden in de gewone eisenbundel van de cao onderhandelingen? 5. PETROLEUMPENSIOEN AANVULLEND PENSIOEN 5.1 De nieuwe wetgeving inzake de 2 de pijler verplicht de sectoren om de bestaande pensioenplannen te harmoniseren tussen de arbeiders en de bedienden. Moet er op sectoraal vlak een minimum kader vastgelegd worden voor alle werknemers? De wet voorziet dat de discriminatie tussen arbeiders en bedienden inzake aanvullende pensioenen (groepsverzekeringen) weggewerkt wordt tegen binnen enkele jaren. Elk verschil in behandeling moet weggewerkt worden (niet voor het verleden wel naar de toekomst toe). Thans is er een sectorale regeling voor arbeiders, niet voor bedienden (deze hebben veelal een bedrijfsregeling). Als we sectoraal niks doen, zal de regeling van de arbeiders moeten afgeschaft worden. Als we sectoraal wel iets doen, zal er een regeling voor alle werknemers (arbeiders én bedienden) moeten onderhandeld worden (daarna moet er ook op de bedrijven een geüniformiseerd systeem onderhandeld worden. Vraag is dus: moet er in het eisenprogramma voor de sector dit thema worden opgenomen? 5.2 Alle aanvullende pensioenen moeten automatisch aangepast worden aan de loonevolutie. Als de bijdragen voor de pensioenplannen aan de reële lonen zijn gekoppeld, gaan deze stijgen met de loonstijgingen (en stijgt dus ook het te bereiken aanvullend pensioen uit het pensioenfonds/groepsverzekering. De sectorale regeling van de arbeiders is thans een vast bedrag (250 euro), er zijn ook bediendenbedrijfsregelingen met vaste bedragen. Ben je akkoord in de sectorale eisenbundel te eisen dat alle regelingen automatisch worden aangepast aan de loonevolutie.

3 6. LOOPBAANBELEID OUDERE WERKNEMERS (CAO 104) 6.1 Nieuwe extra banen De sector maakt uiterlijk voor 31 december 2015 een werkgelegenheidsplan met nieuwe extra banen binnen het wettelijke kader werkgelegenheidsplan oudere werknemers (CAO 104) (uitloopbanen). De invulling van dit sectorakkoord zal op bedrijfsvlak moeten uitgewerkt worden voor zowel shift als dagpersoneel, ten belope van minstens één procent van de werknemers. In het eerste kwartaal van 2017 zullen deze nieuwe uitloopbanen ook daadwerkelijk hun ingang vinden. In het kader der van cao 104 wordt de mogelijkheid voorzien om mentorbanen voor oudere werknemers in te voegen. Op de bedrijven waar dit in het verleden syndicaal op de agenda werd gezet, is er bij de werkgevers niet echt goodwil. Bovendien zou dit natuurlijk dode letter blijven als deze mentorwerkers in hun oude functie niet vervangen zouden worden. Als hierover een sectoraal akkoord zou kunnen gemaakt worden, zou dit op ondernemingsniveau de discussies vergemakkelijken. Ben jij men akkoord dat we dit meenemen is het eisenpakket? 6.2 Werktijd verder afbouwen in de vorm van rimpeldagen Deze vraag is reeds gedurende 2 cao-onderhandelingsperiodes gesteld. Telkens geraakten we sectoraal niet verder, maar het opende wel de weg naar bedrijfsakkoorden hierover. Door het nu terug op te nemen kunnen enerzijds de ondernemingen waar we hierover nog niks bereikten bijbenen en in de andere ondernemingen kan men een stuk verder gaan. Kunnen je ermee akkoord gaan om dit op te nemen in het eisenprogramma. 7 DIVERSE 7.1 Invoeren van drie betaalde baaldagen Een nieuw thema (bestaat in bepaalde sectoren maar dan onbetaald). Dit zou recht geven aan werknemers om (zonder enige vomr van ziekteattest) afwezig te blijven op het werk ( ik heb geen goesting vandaag ). De enen zien dit wel zitten, anderen zeggen dat het door de (te) krappe bezetting n de ploegen dit een probleem zou geven naar de werknemers die wel aan het werk zijn en dat dit onmogelijk kan ingepast worden. Vraag is nu wat je van dit thema denkt: nemen we dit nieuwe thema mee, of niet? 7.2 Woon-werkverkeer: vergoeding optrekken naar het niveau van een abonnement eerste klas NMBS. Er zijn hier enkele mogelijkheden (fiscaalvriendelijk) bij gebruik van openbaar vervoer. Vraag is reeds vroeger vanuit CNE gesteld (de verhoogde tussenkomst zou dan een stuk parkingkosten aan de (spoorweg)stations compenseren). Risico is wel dat we een andere sectorale regeling voor privévervoermiddelen en openbaar vervoer zullen hebben, terwijl dit nu éénzelfde regeling is). Wat wil jij? De bedoeling van de enquête is jullie visie te weten (en geen ideeën op te dringen) en om van in een vroeg stadion jullie te betrekken bij de dynamiek van het sectoroverleg. Op dit ogenblik zijn een deel factoren die een rol spelen in de onderhandelingen onbekend (hoe zullen bepaalde regeringsplannen worden uitgevoerd? Welke marge inzake van de loonkost is al dan niet mogelijk, ), maar in het licht van vraag 1 is het toch belangrijk deze enquête in te vullen!

4 SWT brugpensioen :nieuwe bazen, nieuwe wetten! in de regeringsverklaring zitten er enkele zaken over SWT (brugpensioen) en Tijdskrediet/landingsbanen die quasi onmiddellijk ingaan. Vanaf 1 januari 2015 wordt de leeftijdsvoorwaarde voor alle nieuwe algemene CAO s SWT en CAO 17 verhoogd van 60 naar 62 jaar behalve als de werknemer in opzeg is geplaatst uiterlijk op 31/10/2014. Concreet betekent dit: Om op 56 jaar op SWT te gaan met 40 jaar beroepsverleden 2. én op 31 december 2015 (wettelijke regeling werd in 2012 verlengd tot 31/12/2015) a. 56 jaar zijn b. 40 jaar beroepsverleden hebben Om op 56 jaar op SWT te gaan met 33 jaar beroepsverleden én 20 jaar nacht 2. én op 31 december 2014 (sector-cao scheikunde loopt af op 31/12/2014) a. minstens 56 jaar zijn b. minstens 33 jaar beroepsverleden hebben waarvan 20 jaar acht. Om op 58 jaar op SWT te gaan 2. én op 31 december 2014 (regering Di-Rupo had al beslist leeftijd op 60j te brengen vanaf 2015) minstens 58 jaar zijn minstens 38 jaar beroepsverleden hebben (of 35 jaar loopbaan mits zwaar beroep) Om op 60 jaar op SWT te gaan 2. én op einde van de opzeg (geen datum omdat CAO 17 van onbepaalde duur is) 60 jaar zijn 40 jaar beroepsverleden hebben voor mannen of 31 jaar voor vrouwen in Voor vrouwen wordt dit beroepsverleden per kalenderjaar met 1 jaar verhoogd. In opzeg geplaatst uiterlijk op 31/10/2014? Een opzeg gaat steeds in op een maandag en moet dus in dit geval ten laatste ingaan op maandag 27/10. Daarom moet de aangetekende brief met de opzeg door de werkgever ten laatste op woensdag 22/10 worden verstuurd. De werkgever moet steeds akkoord zijn om je in opzeg te zetten en moet steeds minstens de wettelijke opzeg respecteren. Deze kan eventueel langer bedragen om op die manier toch nog aan de voorwaarden (leeftijd/loopbaan) te voldoen. Maar dan moet de werkgever hiertoe bereid zijn.

5 Vergeet ook zeker de enquête over psychosociale belasting niet in te vullen voor !!! 2. tijdskrediet (TK). Wanneer deze regeling rond TK start is niet duidelijk (uitgezonderd voor landingsbaan van 55 jaar naar 60 vanaf 1 januari 2015 voor eerste aanvragen). Overgangsmodaliteiten zijn niet vermeld.. Dat maakt het nog moeilijker om mensen te helpen, te adviseren, maar ga er nu vanuit dat de huidige regeling ophoudt te bestaan ten laatste einde dit jaar (2014). De regeling ongemotiveerd TDK STOPT nu. Dus aanvragen moeten nu nog gebeuren. Voor diegenen die nu reeds op leeftijd jaar met lange loopbaan (28 jaar beroepsverleden) in landingsbaan zijn, is alles ok (kan blijven lopen). Al wie nu het oude ongemotiveerde TDK aan het opnemen is om op 55 jaar over te schakelen op landingsbaan kan dit niet meer na Aarzel niet om onze militanten te contacteren of informeren bij problemen zodat wij samen naar een oplossing kunnen zoeken Bart Cambre Bart Van de Mosselaer Boudewijn Jongelenen David de Houwer Dirk Verbesselt Geert Bouckaert Joris Eggermont - Jozef Vervoort kris Cornelis Kristof Palmaers Patrick Celi Paul Schoenmakers Stefaan Scheerders- Thierry Van Cronenburg Tom Moelants Wim Gonthier Wim Penris