De 3 decentralisaties. een handreiking voor de 6 Dongemondraden

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "De 3 decentralisaties. een handreiking voor de 6 Dongemondraden"

Sebastiaan de Meyer
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 De 3 decentralisaties een handreiking voor de 6 Dongemondraden oktober 2013

2 Informatiebijeenkomst 2 oktober 2013 Op 2 oktober 2013 was er een informatiebijeenkomst voor de gemeenteraden van Aalburg, Drimmelen, Geertruidenberg, Oosterhout, Werkendam en Woudrichem over de rol van de raden bij de 3 grote decentralisaties: jeugdzorg, werk en maatschappelijke ondersteuning. Kernvraag was: hoe kunnen de raden hun volksvertegenwoordigende, sturende en controlerende rol invullen? En hoe kunnen zij daarbij slim samenwerken? Deze informatiebijeenkomst ging nadrukkelijk niet over de inhoud van de AWBZ en Wmo, Jeugdzorg en Participatiewet en dergelijke, maar over het proces en de verantwoordelijkheid van de raden daarin. Met als doel dat deze bijeenkomst bijdraagt aan een soepel proces met een heldere en constructieve verantwoordelijkheidsverdeling tussen raden, colleges en ambtelijke organisaties. Inleidingen hierover werden verzorgd door drs. Hester Tjalma-den Oudsten (bestuurlijk consulent Slim Samenwerken van de VNG) en Bert Holman MAC (secretaris-onderzoeker van de rekenkamer Venlo en raadslid van de gemeente Beesel). Uit deze inleidingen en de daaropvolgende discussie hebben de 6 raadsgriffiers een aantal kernpunten gehaald. Deze kernpunten zijn in de vorm van aanbevelingen en aandachtspunten opgenomen in deze brochure. Met deze bijeenkomst en brochure willen de griffiers de raden een handreiking bieden voor hun rol in deze boeiende en intensieve processen. 31 oktober 2013, raadsgriffiers Dongemondgemeenten Iede Bakker, Werkendam Jan Frankevijle, Oosterhout Ery Kooi, Aalburg Karen Millenaar, Geertruidenberg Petra Paulides, Woudrichem Marion Schuurbiers, Drimmelen

3 Aanbevelingen en aandachtspunten 1) Werk als raad op lokaal niveau samen met college en ambtelijke organisatie over de te maken keuzes, bijvoorbeeld in een raadswerkgroep of werkvergadering rondom een thema. Maak hierover afspraken binnen de raad en met college en organisatie. N.B. Dat kan maar hoeft niet te leiden tot depolitisering. Dat is een aandachtspunt dat de fracties zelf moeten bewaken. 2) Werk als raden op regionaal niveau samen om over diezelfde keuzes te kunnen discussiëren. Denk als raad na hoe je dit wilt gaan doen. N.B. Vooralsnog gaan de griffiers er vanuit dat hiervoor geen regionaal overlegorgaan van raadsleden o.i.d. nodig is en dat afstemming tussen enerzijds de griffiers namens de raden en anderzijds de ambtelijke contactpersonen en bestuurders voldoende is. 3) Zoek als fracties contact met elkaar voor politieke afstemming over te maken keuzen. 4) Deze aanbevelingen gelden voor wat betreft Awbz, Wwnv en Jeugdzorg voor de 6 Dongemondgemeenten en voor wat betreft Jeugdzorg tevens voor de gemeenten Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Breda. 5) Zorg er als raad voor dat je je eigen agenda kunt bepalen en dat die niet (alleen) wordt bepaald door het college. Dat kan alleen als je weet wat er op je af komt. Het college kan de raad daarin heel eenvoudig faciliteren door in elk stuk een vervolgplanning op te nemen: wat komt er wanneer en wie heeft daar welke rol in. Kortom: de colleges dienen de raden te faciliteren met een spoorboekje met daarin een planning van wat, wanneer en wie. Op basis daarvan kan elke raad zijn eigen acties plannen en kunnen de raden gezamenlijk en in overleg met de bestuurders (zie aanbeveling 2) hun acties plannen. Dit spoorboekje dient voortdurend te worden geactualiseerd. 6) Belangrijke onderdelen voor de raden in dit spoorboekje zijn: tijdige en goede informatieverstrekking aan de raden, effectieve vormen van consultatie van de raden en helderheid over de besluitvorming door de raden (waarover en wanneer). Over de planning en invulling hiervan dient op regionaal niveau afstemming plaats te vinden (zie aanbeveling 2). 7) Voor elke decentralisatie is een eigen planning (spoorboekje) gewenst, maar er is ook een samenhangende planning en aanpak nodig. Zie ook aanbeveling 13. 8) Vraag de colleges om in hun voorstellen de keuzeruimte in beeld te brengen in plaats van alleen de voorkeursvarianten van de colleges. 9) Vraag de colleges goede rapportages, niet alleen bij de 2 P&C momenten maar ook een aantal keren tussentijds. Vraag bijv. een overzichtelijke stoplicht-rapportage. Kortom: vraag de goede informatie!

4 10) De vorm van samenwerken hoeft niet een keurslijf te zijn. Dat kan publiek (WGR, bestuursafspraken) of privaat (BV, NV, coöperatie, vereniging of Stichting). Ook indien voor een gemeenschappelijke regeling wordt gekozen, blijkt er veel maatwerk mogelijk te zijn (keuzemenu, evaluatiemomenten, exitopties, stemverhouding, risicoverevening/solidariteit). Het is van belang dat de raden hierover tijdig keuzemogelijkheden voorgelegd krijgen, zodat ze deze open in hun eigen raad en met elkaar kunnen bespreken. 11) Gemeenten hoeven niet alles in regio-verband op te pakken. Sommige dingen moéten regionaal (bijv. arbeidsmarktregio s, kinderbescherming en jeugdreclassering), andere dingen kúnnen regionaal. Regionaal wat moet, lokaal wat kan. Samenwerking kan ook geleed: lokaal-subregionaal-regionaal. Een praktische aanpak biedt bijv. het principe Zwaan-Kleef-Aan: wie (regionaal) mee wil doen, doet mee. 12) Zorg zal altijd geleverd moeten worden. Maak van tevoren hier in de regio solide financiële afspraken over (risicoverevening). 13) Advies: maak naast een ruimtelijke structuurvisie ook een sociale structuurvisie c.q. een aparte kadernota decentralisaties. De basis voor een dergelijke nota kan regionaal worden gelegd, terwijl de inkleuring en vaststelling een lokale verantwoordelijkheid is. 14) Algemeen: Denk als raadslid vooral na over wat je wilt, zonder je meteen af te vragen hoe het allemaal is geregeld. Ofwel, vraag niet: hoe moet het en kan het? Maar: hoe wil ik het hebben! Denk daar al over na, vóórdat je voorstellen van het college krijgt. Bijlage: overzicht van kaderstellingsonderwerpen uit presentatie Holman

Vergelijkbare documenten

Ruimte voor beeld 21,6 x 8,7 cm. Decentralisaties sociaal domein; Betrokken en actieve raadsleden

Ruimte voor beeld 21,6 x 8,7 cm Decentralisaties sociaal domein; Betrokken en actieve raadsleden Kennismaking Josee Gehrke Griffier gemeente De Wolden (Dr.) Lid bestuur VNG drs. pedagogiek Fransje Backerra