Diagnostische aanpak van eosinofilie bij reizigers, expatriates en immigranten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Diagnostische aanpak van eosinofilie bij reizigers, expatriates en immigranten"

Transcriptie

1 Diagnostische aanpak van eosinofilie bij reizigers, expatriates en immigranten Diagnostic approach of eosinophilia in returning travellers, expatriates and immigrants Auteurs Trefwoorden Key words W.F.W. Bierman en J.C.F.M. Wetsteyn eosinofilie, immigranten, parasitologisch onderzoek, reizigers, tropen eosinophilia, immigrants, parasitologic investigations, travellers, tropics Samenvatting Wereldwijd zijn worminfecties de belangrijkste oorzaak van eosinofilie. Bij Nederlandse reizigers, expatriates en immigranten uit tropische landen duidt eosinofilie meestal op een worminfectie. Geografie en risicofactoren voor blootstelling, naast eventuele klachten en klinische bevindingen, bepalen in belangrijke mate welk aanvullend onderzoek zinvol is. In dit artikel worden de differentiële diagnose en het bijbehorende onderzoek besproken, om ten slotte een plan van aanpak voor te stellen voor de diagnostiek van eosinofilie bij reizigers, expatriates en immigranten. (Tijdschr Infect 2010;5:11-8) Summary Helminth infections are the most important cause of eosinophilia worldwide. In Dutch returning travellers, expatriates and immigrants from the tropics eosinophilia is usually a sign of a helminthic infestation. Geography and risk factors for exposure together with possible symptoms and clinical findings should lead the evaluation and determine the further investigations. In this article the possible diagnoses and the appropriate workup are discussed, to conclude with a diagnostic strategy to evaluate eosinophilia in travellers, expatriates and immigrants. Inleiding Eosinofilie is een immunologische reactie die geassocieerd is met diverse aandoeningen, zoals atopie, allergieën, parasitaire infecties, systeemziekten en bepaalde maligniteiten (zie Tabel 1 op pagina 11). 1 In de geïndustrialiseerde landen wordt eosinofilie meestal veroorzaakt door atopie. 2 Wereldwijd wordt eosinofilie echter voornamelijk veroorzaakt door worminfecties. 2 Eosinofilie wijst bij Nederlandse reizigers die teruggekeerd zijn van een tropische bestemming, net als bij expatriates (Nederlanders die voor hun werk gedurende langere tijd in het buitenland verkeren; expats) en immigranten uit tropische landen meestal op een worminfectie. Eosinofiele granulocyten werden als eerste door Ehrlich in 1879 beschreven. Eosinofielen ontstaan in het beenmerg vanuit de hemopoëtische stamcellen. Op een enkele uitzondering na geven alleen meercellige pathogenen, in het bijzonder wormen, stimulatie van eosinofielen via T-helpercellen type 2 en interleukine (IL)-5, en in mindere mate IL-3 en granulocyte-macrophage colony-stimulating factor (GM-CSF). 2 Eosinofilie is het meest uitgesproken bij worminfecties in de fase van migratie van de larven of de volwassen wormen door weefsels. Als ze zich eenmaal genesteld hebben, bepaalt de mate van contact met de weefsels de hoogte van de eosinofilie. Er wordt verondersteld dat eosinofiele cellen wormen, voornamelijk de vroege larvaire stadia, kunnen doden met de inhoud van hun granulae (onder andere het major basic protein ). 3 Definitie eosinofilie In de internationale literatuur worden verschillende afkapwaarden voor het totaal aantal eosinofiele cel- t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 5 n r

2 Tabel 1. Differentiële diagnose van eosinofilie. 1 Allergische aandoeningen atopie (hooikoorts, astma, eczeem) allergieën (onder andere medicamenteuze overgevoeligheidsreacties) Infectieziekten parasitaire infecties (voornamelijk (invasieve) worminfecties) andere infecties (zeldzaam) Maligniteiten lymfoproliferatieve ziekten (onder andere de ziekte van Hodgkin, mycosis fungoides) solide tumoren (zeldzaam) hypereosinofiel syndroom Auto-immuunziekten allergische en granulomateuze vasculitis (onder andere het syndroom van Churg-Strauss) polyarteriitis nodosa reumatoïde artritis eosinofiele fasciitis huidziekten (onder andere pemphigus vulgaris, dermatitis herpetiformis) len gehanteerd van 350 tot 500 cellen/µl. Ook in Nederland bestaat er tussen de verschillende laboratoria geen consensus (bijvoorbeeld 330 cellen/µl in het Academisch Medisch Centrum en 500 cellen/µl in het VU medisch centrum). Een verhoogd percentage van eosinofielen wordt soms ook gehanteerd, maar dit kan misleidend zijn in het geval van leukopenie. Ook de mate van eosinofilie is van belang: tot cellen/µl is lichte eosinofilie, tussen en cellen/µl matige eosinofilie en >3.000 cellen/µl ernstige eosinofilie. Eosinofilie is bij reizigers, expats en immigranten een belangrijke aanwijzing voor een worminfectie. Bij klachten kan eosinofilie richting geven bij het diagnostische proces. Als toevalsbevinding kan het bij klachtenvrije personen aanleiding geven bepaalde worminfecties uit te sluiten. Bij reizigers en expats is de mate van de eosinofilie gecorreleerd met de kans op een worminfectie. 4 In dit overzichtsartikel wordt een plan van aanpak voorgesteld voor de diagnostiek van eosinofilie bij reizigers, expats en immigranten. Differentiële diagnose bij eosinofilie Zoals opgesomd in Tabel 1 kent eosinofilie een uitgebreide differentiële diagnose. Bij reizigers uit de tropen, expats en immigranten worden het meest frequent worminfecties gevonden. 4-6 De duur van blootstelling, de leefomstandigheden en de leeftijd ten tijde van de eerste blootstelling zijn belangrijke factoren. Helaas zijn in de meeste gepubliceerde eosinofilie-onderzoeken verschillende patiëntencategorieën samengevoegd, zodat een exacte differentiële diagnose per categorie niet te noemen is. 4-7 In deze patiëntenseries met eosinofilie uit de tropen werd in 19-64% van de gevallen een worminfectie gevonden. Atopie of allergieën werden bij 3-13% vastgesteld en andere niet-infectieuze oorzaken bij 1-18%. De meest frequente worminfecties waren schistosomiasis, strongyloidiasis, mijnworminfecties, ascariasis en filariasis. Het voorkomen van eosinofilie verschilt per worminfectie (zie Tabel 2). Intestinale worminfecties, zoals Enterobius vermicularis en lintwormen (cestoden), veroorzaken over het algemeen weinig immuunreactie en geven daarom zelden of nooit eosinofilie. Sommige lintwormen, waarvan de mens tussengastheer is, geven echter wel eosinofilie tijdens de larvaire invasie van de weefsels, zoals Echinococcus granulosis (hondenlintworm), Echinococcus multilocularis (vossenlintworm) en Taenia solium (varkenslintworm; oorzaak van (neuro)cysticercose). Als deze wormen zich vervolgens hebben ingekapseld, verdwijnt de immunologische respons en daarmee de eosinofilie. Intestinale rondwormen (nematoden), zoals Ascaris lumbricoides, Strongyloides stercoralis en sommige mijnwormen, hebben een initiële weefselfase via de longen met een kortdurende eosinofilie. Als de wormen de darm hebben bereikt, neemt de eosinofilie af of verdwijnt. Belangrijk is te realiseren dat zowel bij invasieve trematodeninfecties, zoals Schistosomaspecies, als bij invasieve nematoden, zoals filariën, 12 v o l. 5 n r t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n

3 Tabel 2. Parasieten en eosinofilie. WORMEN Geografie Eosinofilie Diagnose Nematoden (rondwormen) Nematoden van de darm, uitsluitend in darm aanwezig Enterobius vermicularis Trichuris trichiura Nematoden van de darm, initiële weefselpassage Ascaris lumbricoides mijnwormen Strongyloides stercoralis Nematoden van de weefsels Filariën lymfestelsel: Wucheria bancrofti, Brugia malayi huid: Onchocerca volvulus, Mansonella streptocerca Loa loa, Mansonella perstans vooral tropen vooral tropen, ook Centraal-/Zuid-Europa tropen Afrika Afrika, Zuid-Amerika zelden matig matig/hoog bij migratie, daarna laag of afwezig hoog bij migratie, daarna laag/matig hoog bij migratie, daarna laag/matig meestal afwezig meestal hoog hoog plakbandtest serologie, larven in feces microfilariae in bloed, saponineconcentraat, (serologie) microfilariae in huid ( skin snip ), serologie microfilariae in bloed, saponineconcentraat, serologie Dierlijke nematoden van de weefsels Trichinella spiralis Toxocara canis/cati Gnathostoma spinigerum Cestoden (lintwormen) Taenia solium Taenia saginatum Hymenolepis nana Echinococcus granulosus/multilocularis Diphyllobotrium latum Trematoden (zuigwormen) Schistosoma mansoni S. japonicum/mekongi S. haematobium Fasciola hepatica Clonorchis sinensis Opistorchis viverrini Paragonimus westermani Zuidoost-Azië vooral tropen, Oost-Europa Afrika, Zuid-Amerika Zuidoost-Azië Afrika Zuidoost-Azië Zuidoost-Azië tropen hoog bij infectie, daarna afwezig matig/hoog kan hoog zijn matig/hoog bij infectie, daarna laag of afwezig zeldzaam zeldzaam matig/hoog bij infectie, daarna meestal afwezig matig serologie, spierbiopt serologie serologie proglottiden in feces proglottiden in feces serologie, echo/ct lever PROTOZOA Isospora belli, vooral tropen dubieus cysten in feces serologie, serologie, serologie, 24-uurs urine of galvocht, serologie of galvocht of galvocht eieren in sputum, feces t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 5 n r

4 eosinofilie kan ontbreken. 7-9 Bovendien kan bij een lang bestaande infectie de eosinofiele reactie uitdoven. Daarom hebben immigranten ondanks een nog aanwezige schistosomiasis of strongyloidiasis dikwijls geen eosinofilie meer. Verschillende onderzoekers concentreren zich bij eosinofilie uit de tropen op schistosomiasis, strongyloidiasis en filariasis. 7,10 Ze hebben deze 3 aandoeningen uitgekozen, omdat het relatief vaak voorkomende worminfecties zijn (al is filariasis zeldzaam geworden bij reizigers), de gevolgen na een asymptomatische periode aanzienlijk kunnen zijn en betrouwbare diagnostiek en behandeling voorhanden is. Bij schistosomiasis kunnen door ectopische lokalisatie van eieren ernstige neurologische complicaties voorkomen, zoals myelitis transversa. 11 Bij strongyloidiasis kan het zogenoemde hyperinfectiesyndroom optreden met vaak een fataal beloop bij patiënten met een gestoorde afweer (bijvoorbeeld door een hiv-infectie, het gebruik van immuunsuppressiva, of een hoge leeftijd). Hierbij ontbreekt de eosinofilie. De gevolgen van chronische Filaria-infecties worden voornamelijk gezien bij immigranten, zoals elefantiasis bij de lymfatische filariasis en visusstoornissen en blindheid bij onchocerciasis (rivierblindheid). Onmisbare gegevens Anamnese Bij de analyse van eosinofilie zijn een aantal anamnestische gegevens onmisbaar. Allereerst is het essentieel het land van blootstelling te weten. 12 Zo komt S. stercoralis voor (niet alleen in de tropen) en hebben de filariën en schistosomen een beperkte distributie. Verder zijn de duur en de frequentie van de blootstelling van belang en het feit of iemand vanaf de geboorte of als reiziger/expat is blootgesteld. Ook moet nagegaan worden hoeveel tijd er tussen het laatste moment van de potentiële blootstelling en de presentatie zit, aangezien de meeste worminfecties pas na enkele weken tot maanden eosinofilie geven, afhankelijk van de levenscyclus van de worm in de mens. Blootstelling kan (meer of minder) aannemelijk gemaakt worden door te vragen naar zoetwatercontact (zwemmen in meren of rivieren waar pathogene Schistosoma-species voorkomen), op blote voeten lopen (S. stercoralis), strandvakanties (mijnwormen (larva migrans cutanea, creeping eruption )) en bepaald voedsel zoals rauwe vis (bijvoorbeeld Anisakis marina, Gnathostoma spinigerum, Diphyllobotrium latum) of krab (Paragonimus westermani). Ten slotte dient het gebruik van geneesmiddelen uitgevraagd te worden, aangezien veel medicijnen overgevoeligheidsreacties kunnen geven, zoals antibiotica en NSAID s. Klachten Veel worminfecties verlopen asymptomatisch. Of een worminfectie symptomen geeft, hangt af van de wormlast. Reizigers hebben meestal lichte infecties. Als er symptomen zijn, zijn deze meestal aspecifiek, zoals buikpijn. Specifieke huidafwijkingen helpen dikwijls de diagnose te stellen, zoals de larva migrans cutanea of creeping eruption bij mijnworminfecties, de larva currens van S. stercoralis 13, de calabarzwellingen en de passage van een worm door het oog bij Loa loa, of onchocercomen bij infestatie met Onchocerca volvulus. Tevens kan eosinofilie gepaard gaan met pulmonale symptomen en infiltratieve afwijkingen op de thoraxfoto. Tropische pulmonale eosinofilie is gerelateerd aan filariasis. Het door Toxocara canis veroorzaakte viscerale larva migrans (VLM)-syndroom wordt vaak gekenmerkt door pulmonale symptomen. Het syndroom van Löffler wordt veroorzaakt door de passage van infectieuze larven door de longen bij een A. lumbricoides-, mijnworm- en S. stercoralis-infectie. De belangrijkste klachten hierbij zijn een droge hoest en retrosternale pijn. Vaak zijn ronchi en een piepende ademhaling te horen. Het acute ziektebeeld duurt 1 tot 2 weken. Het is belangrijk te realiseren dat tijdens dit stadium van de worminfectie de larven alleen in het sputum en/of de maaginhoud aantoonbaar zijn, terwijl het parasitologisch fecesonderzoek nog 1 à 2 maanden negatief kan blijven. Bij VLM zal fecesonderzoek altijd negatief blijven, aangezien de larven niet volwassen worden. Bij een infectie met P. westermani worden cysteuze longafwijkingen gezien. Lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek draagt zelden bij tot het stellen van de diagnose. Uitzonderingen zijn de genoemde huidafwijkingen, koorts, pijn in de leverstreek en neurologische afwijkingen. Koorts met eosinofilie wijst vrijwel altijd op een (weefsel)worminfectie, met name op acute schistosomiasis 14, toxocariasis, trichinellosis, fascioliasis en gnathostomiasis. Acute schistosomiasis, bekend als het katayamasyndroom, kan 6 tot 10 weken na de eerste expositie aan schistosoma optreden en geeft naast koorts andere allergische symptomen van de huid, de buik of de longen. 14 De leverbotten (Fasciola hepatica, Clonorchis sinensis, Opistorchis viverrini) verblijven in de galwegen, 14 v o l. 5 n r t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n

5 waar ze obstructie kunnen geven met het beeld van cholangitis/cholecystitis. Lekkage met druk op of perforatie naar de galwegen van een echinokokkencyste in de lever kan dezelfde symptomen geven. Neurologische afwijkingen komen voor bij neurotrope larven van Angiostrongylus cantonensis en G. spinigerum (beeld van eosinofiele meningo-encefalitis) 15, bij sommige lintwormen (neurocysticercose en intracerebrale echinokokkose) en bij ectopische lokalisatie van Schistosoma-eieren in het ruggenmerg (myelitis transversa). Aanvullend onderzoek Bij het aanvullend onderzoek voor eosinofilie uit de tropen is het belangrijk te beseffen dat er meerdere infecties tegelijkertijd kunnen bestaan en dat fecesen urineonderzoek op wormeieren pas enkele weken na de expositie en het begin van de eosinofilie en de eventuele klachten positief kunnen worden. Parasitologisch onderzoek Het aantal wormeieren kan klein zijn en de excretie intermitterend. Daarom is de opbrengst van parasitologisch fecesonderzoek van 2 dagen groter dan van een enkel monster. 16,17 Bij de verdenking op strongyloidiasis dient bij voorkeur driemaal in een wat grotere hoeveelheid verse feces naar larven gezocht te worden (met de baermannconcentratiemethode). Voor urineonderzoek naar eieren van Schistosoma haematobium is het raadzaam het sediment van 24-uursurine te onderzoeken. Bij de verdenking op filariasis is het aanbevelenswaardig diagnostiek over te laten aan gespecialiseerde centra. In het geval van een jeukende dermatitis met eosinofilie wordt gezocht naar microfilariae van O. volvulus of Mansonella streptocerca in het oppervlakkige huidbiopt ( skin snip ). Naar microfilariae van de overige filariën, zoals Loa loa en Mansonella perstans, wordt gezocht in een bloeduitstrijk, maar de saponineconcentratiemethode heeft de voorkeur. Hierbij moet rekening worden gehouden met de periodiciteit van de microfilariae: bij Loa loa zijn deze overdag in het perifere bloed aanwezig, bij de lymfatische filariasis s nachts. 18 In het eindstadium van lymfatische filariasis, bijvoorbeeld bij elefantiasis, worden geen microfilariae meer gevonden. Verder zijn er een aantal bijzondere onderzoeken die zelden geïndiceerd zijn. Larven van Trichinella spiralis zijn aantoonbaar in een spierbiopt bij trichinosis. Larven van A. cantonensis zijn aantoonbaar in de liquor bij eosinofiele meningo-encefalitis door angiostrongyliasis. Serologie Bij schistosomiasis en strongyloidiasis is aangetoond dat serologisch onderzoek sensitiever is dan feces-/urineonderzoek, in het bijzonder in de vroege fase van de infectie. 6,8,19 Omdat in de eerste weken na infectie ook de serologie nog negatief kan zijn, dient de serologie herhaald te worden bij een hoge verdenking. 20 Ook serologisch onderzoek naar filariasis is sensitiever dan microscopisch onderzoek op microfilariae. Een negatieve serologische uitslag sluit filariasis uit, met uitzondering van het eindstadium van lymfatische filariasis (elefantiasis), waarbij de antistoffen negatief zijn. Bij een positieve uitslag moet echter rekening gehouden worden met kruisreactiviteit, voornamelijk met strongyloidesantistoffen. Voor de meeste darmnematoden is serologisch onderzoek niet nodig. Sommige worminfecties zijn alleen serologisch aantoonbaar, zoals toxocariasis, gnathostomiasis en trichinosis. Plan van aanpak bij eosinofilie uit de tropen Verschillende onderzoekers hebben diagnostische strategieën ontwikkeld voor eosinofilie uit de tropen. Een deel van de strategieën betreft de hele populatie van reizigers, expats en immigranten; andere strategieën zijn specifiek opgesteld voor reizigers of immigranten. 1,5,6,10,21 Wilson et al. stellen voor aanvullend onderzoek te baseren op afwijkingen bij lichamelijk onderzoek en indien er geen afwijkingen zijn alleen parasitologisch fecesonderzoek en serologie te verrichten afhankelijk van de geografie. 1 Whetham et al. doen parasitologisch fecesonderzoek en strongyloidesserologie. 6 Bij alle patiënten uit Afrika worden aanvullend Schistosoma- en Filaria-antistoffen bepaald, alsmede de urine onderzocht op wormeieren. Bij patiënten uit West-Afrika wordt tevens een bloeduitstrijk op microfilariae gedaan en bij symptomen, aanwezigheid van Filaria-antistoffen of persisterende eosinofilie een skin snip. De strategie van Moore et al. bij reizigers begint met een gerichte anamnese en lichamelijk onderzoek met parasitologisch onderzoek van de feces en de urine, gevolgd door serologisch onderzoek bij abnormale bevindingen of negatieve microscopie. 21 Meltzer et al. maken in hun algoritme voor reizigers en expats eerst een onderscheid of zij wel of niet een gebied hebben bezocht waar Schistosoma endemisch is. 5 Als de oorzaak van de eosinofilie niet wordt gevonden, bepleiten zij empirische behandeling met albendazol. t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 5 n r

6 Seybolt et al. presenteren een strategie voor de diagnostiek van eosinofilie bij immigranten (in het bijzonder asielzoekers). 10 Bij allen wordt parasitologisch fecesonderzoek en strongyloidesserologie verricht. Schistosoma- en Filaria-serologie worden toegevoegd voor personen die afkomstig zijn uit landen waar deze wormen endemisch zijn. Ons advies bij reizigers, expats en immigranten met eosinofilie: bij iedereen º goede anamnese gericht op geografie, risicofactoren voor blootstelling en klachten º lichamelijk onderzoek º bloedonderzoek (ten minste opnieuw bloedbeeld met totaal aantal eosinofielen, lever- en nierfunctie) º parasitologisch fecesonderzoek op wormeieren en larven º Strongyloides-antistoffen, tenzij blootstelling zeer onwaarschijnlijk is (bijvoorbeeld bij een korte (zaken)reis) bij een verdenking op schistosomiasis (geografie (voornamelijk Afrika, Zuid-Amerika) en zoetwatercontact) º Schistosoma-antistoffen bij een verdenking op filariasis (geografie, voornamelijk expats of immigranten, symptomen en/of hypereosinofilie) º afhankelijk van het soort Filaria-infectie serologie en/of onderzoek op microfilariae in huid of bloed bij specifieke symptomen of klinische bevindingen º hierbij passend overig onderzoek (zoals een röntgenfoto van de thorax, een CT-scan van het cerebrum, serologisch onderzoek naar zeldzame worminfecties, et cetera) indien diagnose niet gesteld wordt º empirische behandeling met albendazol, 400 mg dd gedurende 3 dagen en/of vervolgen eosinofilie Therapie In naslagwerken en websites zoals kan de behandeling van specifieke worminfecties opgezocht worden. In het algemeen kan gezegd worden dat intestinale nematodeninfecties behandeld worden met een kortdurende kuur met benzimidazolen (albendazol of mebendazol), met uitzondering van S. stercoralis (ivermectine is superieur aan albendazol 22 ) en E. vermicularis (mebendazol herhalen na 14 dagen om wormen te doden die bij de eerste behandeling nog eieren waren). De invasieve nematodeninfecties, zoals filariasis, worden afhankelijk van de soort met di-ethylcarbamezine of ivermectine behandeld. De cestoden- en trematodeninfecties worden behandeld met 1 of 2 giften praziquantel, met uitzondering van fascioliasis (met triclabendazol). Echinokokkose wordt behandeld met langdurige kuren met albendazol, al dan niet gevolgd door interventieradiologie of chirurgie. Bij onverklaarde eosinofilie kan overwogen worden een proefbehandeling met albendazol te geven, zoals ook door Meltzer et al. gepropageerd wordt. 5 Een afwachtend beleid is eveneens gerechtvaardigd, aangezien eosinofilie bij reizigers en immigranten slechts zelden veroorzaakt wordt door een ernstig verlopende aandoening. Conclusie Eosinofilie bij reizigers, expats en immigranten uit de tropen wijst in 19-64% van de gevallen op een worminfectie. Soms wordt er geen diagnose gesteld, of wordt een niet-infectieuze oorzaak gevonden, zoals atopie of allergie (voor medicatie). Invasieve worminfecties zijn het meest geassocieerd met eosinofilie. Vanwege hun lange levensduur en potentiële ernstige complicaties zijn schistosomiasis, strongyloidiasis en filariasis de belangrijkste worminfecties om uit te sluiten. Schistosomaserologie dient bij iedereen die afkomstig is uit een gebied waar Schistosoma endemisch is en die zoetwatercontact heeft gehad, te worden verricht; Strongyloides-serologie bij iedereen, met uitzondering van reizigers die niet op blote voeten hebben gelopen; Filaria-serologie bij expats en immigranten uit gebieden waar filariasis endemisch is en tevens bij reizigers met specifieke symptomen of hypereosinofilie zonder andere verklaring. Veel intestinale worminfecties kunnen aangetoond worden met (herhaald) parasitologisch fecesonderzoek. Als aanvullend onderzoek geen diagnose heeft opgeleverd, belangrijke infecties zijn uitgesloten en de eosinofilie persisteert, is een afwachtend beleid gerechtvaardigd. Een alternatief is een proefbehandeling met albendazol. Wij danken mw. drs. T.A.M. Hekker, arts-microbioloog, voor het kritisch doorlezen van het manuscript. Referenties 1. Wilson ME, Weller PF. Eosinophilia. In: Guerrant RL, Walker DH, Weller PF, eds. Tropical Infectious Diseases: 16 v o l. 5 n r t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n

7 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Eosinofilie bij reizigers, expats en immigranten uit de tropen wijst meestal op een worminfectie, maar niet altijd kan een diagnose worden gesteld. 2. Geografie en risicofactoren voor blootstelling, naast eventuele klachten en klinische bevindingen, bepalen in belangrijke mate welk aanvullend onderzoek zinvol is. 3. De eieren of larven van darmnematoden en sommige trematoden kunnen aangetoond worden met parasitologisch fecesonderzoek. Bij een verdenking op strongyloidiasis wordt 3 keer fecesonderzoek volgens Baermann geadviseerd. Ook bij trematoden kan herhaald onderzoek zinvol zijn. 4. Belangrijke worminfecties om uit te sluiten zijn schistosomiasis, strongyloidiasis en filariasis, gezien hun lange levensduur en ernstige pathologie. 5. De hoogste mate van eosinofilie wordt gezien bij de eerste invasie van larven, bijvoorbeeld het syndroom van Löffler, acute schistosomiasis, bij intens contact met weefsels, bijvoorbeeld bij Loa loa, Mansonella perstans, onchocerciasis, en bij worminfecties die eigenlijk van dieren zijn, maar bij de mens ook kunnen aanslaan, zoals trichinosis, toxocariasis en tropische pulmonale eosinofilie. 6. Eosinofilie ontbreekt bij lang bestaande worminfecties, zoals bij immigranten, bij mislukte invasie van dierlijke larven, zoals larva migrans cutanea, bij wormen die weinig contact hebben met de weefsels, zoals een afgekapselde echinokokkencyste in de lever, en als de wormen zelf dood zijn (lymfatische filariasis, elefantiasis). Principles, Pathogens and Practice. 2nd ed. Philadelphia: Elsevier. 2006: Rothenberg ME. Eosinophilia. N Engl J Med 1998;338: Maizels RM, Balic A. Resistance to helminth infection: the case for interleukin-5-dependent mechanisms. J Infect Dis 2004;190: Schulte C, Krebs B, Jelinek T, Nothdurft HD, von Sonnenburg F, Loscher T. Diagnostic significance of blood eosinophilia in returning travelers. Clin Infect Dis 2002;34: Meltzer E, Percik R, Shatzkes J, Sidi Y, Schwartz E. Eosinophilia among returning travelers: a practical approach. Am J Trop Med Hyg 2008;78: Whetham J, Day JN, Armstrong M, Chiodini PL, Whitty CJ. Investigation of tropical eosinophilia; assessing a strategy based on geographical area. J Infect 2003;46: Libman MD, MacLean JD, Gyorkos TW. Screening for schistosomiasis, filariasis, and strongyloidiasis among expatriates returning from the tropics. Clin Infect Dis 1993;17: Bierman WF, Wetsteyn JC, Van Gool T. Presentation and diagnosis of imported schistosomiasis: relevance of eosinophilia, microscopy for ova, and serology. J Travel Med 2005;12: Pirisi M, Salvador E, Bisoffi Z, Gobbo M, Smirne C, Minisini R, et al. Unsuspected strongyloidiasis in hospitalised elderly patients with and without eosinophilia. Clin Microbiol Infect 2006;12: Seybolt LM, Christiansen D, Barnett ED. Diagnostic evaluation of newly arrived asymptomatic refugees with eosinophilia. Clin Infect Dis 2006;42: Van Leusen H, Perquin WV. Spinal cord schistosomiasis. J Neurol Neurosurg Psychiatry 2000;69: O Brien DP, Leder K, Matchett E, Brown GV, Torresi J. Illness in returned travelers and immigrants/refugees: the 6-year experience of two Australian infectious diseases units. J Travel Med 2006;13: Buikhuisen WA, Wetsteyn JC, Van Gool T, Kager PA. Recidiverende, jeukende en zich verplaatsende huidafwijkingen bij (voormalige) tropenreizigers: strongyloidiasis. Ned Tijdschr Geneeskd 2002;146: Kager PA, Schipper HG. Koorts en eosinofilie, al dan niet met urticaria, na een reis door Afrika: acute schistosomiasis. Ned Tijdschr Geneeskd 2001;145: Ramirez-Avila L, Slome S, Schuster FL, Gavali S, Schantz PM, Sejvar J, et al. Eosinophilic meningitis due to Angiostrongylus and Gnathostoma species. Clin Infect Dis 2009;48: Cartwright CP. Utility of multiple-stool-specimen ova and parasite examinations in a high-prevalence setting. J Clin Microbiol 1999;37: Van Gool T, Weijts R, Lommerse E, Mank TG. Triple t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n v o l. 5 n r

8 Faeces Test: an effective tool for detection of intestinal parasites in routine clinical practice. Eur J Clin Microbiol Infect Dis 2003;22: Dreyer G, Pimentael A, Medeiros Z, Beliz F, Moura I, Coutinho A, et al. Studies on the periodicity and intravascular distribution of Wuchereria bancrofti microfilariae in paired samples of capillary and venous blood from Recife, Brazil. Trop Med Int Health 1996;1: Whitty CJ, Mabey DC, Armstrong M, Wright SG, Chiodini PL. Presentation and outcome of 1107 cases of schistosomiasis from Africa diagnosed in a non-endemic country. Trans R Soc Trop Med Hyg 2000;94: Visser LG, Polderman AM, Stuiver PC. Outbreak of schistosomiasis among travelers returning from Mali, West Africa. Clin Infect Dis 1995;20: Moore TA, Nutman TB. Eosinophilia in the returning traveler. Infect Dis Clin North Am 1998;12: Suputtamongkol Y, Kungpanichkul N, Silpasakorn S, Beeching NJ. Efficacy and safety of a single-dose veterinary preparation of ivermectin versus 7-day high-dose albendazole for chronic strongyloidiasis. Int J Antimicrob Agents 2008;31:46-9. Ontvangen 2 april 2009, geaccepteerd 7 september C o r r e s p o n d e n t i e a d r e s Dhr. drs. W.F.W. Bierman, internist-infectioloog i.o. VU medisch centrum Afdeling Interne Geneeskunde Postbus MB Amsterdam adres: w.bierman@vumc.nl Mw. dr. J.C.F.M. Wetsteyn, internist Academisch Medisch Centrum Afdeling Inwendige Geneeskunde, Tropencentrum Postbus DD Amsterdam Correspondentie graag richten aan de eerste auteur. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. 18 v o l. 5 n r t i j d s c h r i f t v o o r i n f e c t i e z i e k t e n

Ascaris lumbricoides Ascariasis Mebendazol (p.o.) Albendazol (p.o.)

Ascaris lumbricoides Ascariasis Mebendazol (p.o.) Albendazol (p.o.) Antiparasitaire therapie op basis van micro-organisme (Bron: Dr. N.C. Hartwig et al, Vademecum Pediatrische Antimicrobiele therapie, 3e editie, 2005) Parasiet Diagnose Geneesmiddel 1e Keuze Alternatief

Nadere informatie

Fecesonderzoek op parasieten

Fecesonderzoek op parasieten Fecesonderzoek op parasieten overzicht 2014 Titia Kortbeek Theo Mank overzicht bevindingen deelnemers 1 parasiet uitgelicht 2014-7 x feces - 1 x urine - 1 x vocht uit lever cyste - 1x feces van hangbuikzwijntje

Nadere informatie

Fecesonderzoek op parasieten

Fecesonderzoek op parasieten Fecesonderzoek op parasieten overzicht 2016 Titia Kortbeek Theo Mank overzicht bevindingen deelnemers 1 groep parasieten uitgelicht - 6 x gefixeerde feces 2016 Protozoa Balantidium coli Cryptosporidium

Nadere informatie

Fecesonderzoek op parasieten

Fecesonderzoek op parasieten Fecesonderzoek op parasieten overzicht 2017 Titia Kortbeek Theo Mank overzicht bevindingen deelnemers 1 groep parasieten uitgelicht 2017-6 x gefixeerde feces - 1 x aspiraat levercyste - 1 x BAL Protozoa

Nadere informatie

Sommige dingen kun je nou eenmaal niet rondzenden

Sommige dingen kun je nou eenmaal niet rondzenden Sommige dingen kun je nou eenmaal niet rondzenden Dr. Bert Mulder Laboratorium Microbiologie Twente Achterhoek Casus Moeder bij huisarts in Ootmarsum 2 kinderen, geboren 2008 en 2009 Jeuk en huidverschijnselen

Nadere informatie

Wormen. Faecesonderzoek op parasieten. Protozoa. Rondzending darmparasieten (microscopie)

Wormen. Faecesonderzoek op parasieten. Protozoa. Rondzending darmparasieten (microscopie) Faecesonderzoek op parasieten overzicht 2012 Titia Kortbeek Theo Mank Protozoa Cryptosporidium sp Cyclospora cayetanensis Cystoisospora belli Dientamoeba fragilis Entamoeba histolytica Giardia lamblia

Nadere informatie

Darmparasieten bij Afrikaanse asielzoekers: prevalentie en risicofactoren

Darmparasieten bij Afrikaanse asielzoekers: prevalentie en risicofactoren Oorspronkelijke stukken Darmparasieten bij Afrikaanse asielzoekers: prevalentie en risicofactoren j.b.westerhuis en t.g.mank Mw.J.B.Westerhuis (tot maart 2002 werkzaam als arts voor de Stichting Medische

Nadere informatie

Koorts na tropenreis. Epidemiologie van reizigersziekten. Epidemiologie van reizigersziekten. Epidemiologie van reizigersziekten

Koorts na tropenreis. Epidemiologie van reizigersziekten. Epidemiologie van reizigersziekten. Epidemiologie van reizigersziekten Koorts na tropenreis Les ASO 22 november 2017 EuroTravNet studie (2011) : 5965 ill-returned travellers in Western-Europe Acute diarrhea 35% Dermatologic syndrome 18% Respiratory syndrome 11% Systemic febrile

Nadere informatie

Hypereosinofiel syndroom

Hypereosinofiel syndroom Hypereosinofiel syndroom R. Fijnheer Meander Medisch Centrum/UMCUtrecht HES Incidentie: 2-4 per 1.000.000 per jaar Man> vrouw Leeftijd: 30-70 erg in belangstelling: glivec, mepolizumab etc. Lastig voor

Nadere informatie

Faecesonderzoek op parasieten

Faecesonderzoek op parasieten Faecesonderzoek op parasieten overzicht 2013 Titia Kortbeek Theo Mank overzicht resultaten 2013 transitie CCKL praktijkrichtlijn naar ISO 15189-2012 stof tot nadenken overzicht resultaten 2013 transitie

Nadere informatie

8 Yassa R, Nair NPC, Jeste DV, editors. Neuroleptic-induced movement

8 Yassa R, Nair NPC, Jeste DV, editors. Neuroleptic-induced movement less certain and, because of her advanced age, the risk of developing tardive dyskinesia was considerable. Prophylaxis was given for three months only. The third patient used drugs and did not really want

Nadere informatie

SKML - Parasitologie

SKML - Parasitologie SKML - Parasitologie Training of toetsing??? Doe de quiz en test uzelf Routine feces onderzoek Van een 12 jarig meisje vanwege aanhouden buikklachten. ± 15 µm Routine feces onderzoek Artefacten (niet parasitair)?

Nadere informatie

Cursus moleculaire diagnostiek van parasitaire infecties

Cursus moleculaire diagnostiek van parasitaire infecties Cursus moleculaire diagnostiek van parasitaire infecties De cursus wordt gegeven door de Afdeling Parasitologie van het Leids Universitair Medisch Centrum op de Hogeschool Leiden, afdeling Hoger Laboratorium

Nadere informatie

INSTITUTE FOR LIFE SCIENCES & CHEMISTRY MEDISCH PARASITOLOGISCHE DIAGNOSTIEK 2009 PROGRAMMA

INSTITUTE FOR LIFE SCIENCES & CHEMISTRY MEDISCH PARASITOLOGISCHE DIAGNOSTIEK 2009 PROGRAMMA Maandag 12 januari: Malaria 9.30-9.50 u Registratie en koffie kantine 9.50-10.00 Kennismaking en opening 10.00-10.45 Theorie Malaria; Ontwikkelingscyclus en kenmerken van Plasmodium vivax, P. ovale, P.

Nadere informatie

Wat kan het zijn in het brein? Klinische Werkgroep Parasitologie 20 januari 2014 Martijn den Reijer Jaap van Hellemond

Wat kan het zijn in het brein? Klinische Werkgroep Parasitologie 20 januari 2014 Martijn den Reijer Jaap van Hellemond Wat kan het zijn in het brein? Klinische Werkgroep Parasitologie 20 januari 2014 Martijn den Reijer Jaap van Hellemond Casus Meneer L., 50 jaar, Kaapverdische afkomst Voorgeschiedenis: jicht, astma, prostatisme

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Algemene introductie

Hoofdstuk 1: Algemene introductie amenvatting Appendices Hoofdstuk 1: Algemene introductie Dit proefschrift richt zich op de relatie tussen allergie en intestinale wormen. De term allergie wordt in dit proefschrift gebruikt voor atopische

Nadere informatie

INSTITUTE FOR LIFE SCIENCES & CHEMISTRY MEDISCH PARASITOLOGISCHE DIAGNOSTIEK 2011 PROGRAMMA

INSTITUTE FOR LIFE SCIENCES & CHEMISTRY MEDISCH PARASITOLOGISCHE DIAGNOSTIEK 2011 PROGRAMMA Maandag 17 januari: Malaria PROGRAMMA 9.30-9.50 uur Registratie en koffie kantine 9.50-10.00 uur Kennismaking en opening 10.00-11.00 uur Theorie Malaria; Ontwikkelingscyclus en kenmerken van Plasmodium

Nadere informatie

1. Wat is STROMECTOL en waarvoor wordt het gebruikt? 2. Wat u moet weten voordat u STROMECTOL inneemt. 3. Hoe wordt STROMECTOL gebruikt?

1. Wat is STROMECTOL en waarvoor wordt het gebruikt? 2. Wat u moet weten voordat u STROMECTOL inneemt. 3. Hoe wordt STROMECTOL gebruikt? INFORMATIE VOOR DE PATIENT OVER STROMECTOL Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nogmaals door te

Nadere informatie

Parasitologie PH-3095 4, 5, 6, 13, 14 en 15 november 2013

Parasitologie PH-3095 4, 5, 6, 13, 14 en 15 november 2013 Parasitologie PH-3095 4, 5, 6, 13, 14 en 15 november 2013 Samenstellers: Lisette van Lieshout Hogeschool Leiden Centrum Bioscience en Diagnostiek Zernikedreef 11 2333 CK Leiden Postbus 382 2300 AJ Leiden

Nadere informatie

Ronde 92 Parasitologie

Ronde 92 Parasitologie Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 13 oktober 2008 Ronde 92 Parasitologie 2008-3 Ronde commentaar Opmerkingen van deelnemers over de inhoud

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20942 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20942 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20942 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wammes, Linda Judith Title: Immune regulation during parasitic infections : from

Nadere informatie

Havensymposium 2016 Tropen aan de Maas

Havensymposium 2016 Tropen aan de Maas Tropisch splenomegalie syndroom (TSS)/ Hyperreactief-malariasplenomegaliesyndroom (HMS) Havensymposium 2016 Tropen aan de Maas Mariana de Mendonça Melo & Dhr van de Klundert 25 november 2016 Republiek

Nadere informatie

Eosinofilie. Tom Lodewyck 9 februari 2019

Eosinofilie. Tom Lodewyck 9 februari 2019 Eosinofilie Tom Lodewyck 9 februari 2019 Eosinofiel Bilobaire kern, granules die rood-oranje aankleuren met eosine ( eosino-fiel )

Nadere informatie

Slakken en benauwde kittens

Slakken en benauwde kittens Utrecht University Slakken en benauwde kittens NVP Najaar symposium 20 nov 2015 Paul A.M. Overgaauw DVM PhD Dipl. ACVM Institute for Risk Assessment Sciences Division Veterinary Public Health Casus In

Nadere informatie

Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 25 oktober 2006

Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 25 oktober 2006 Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 25 oktober 2006 Ronde 84 Parasitologie 2006-3 Algemene evaluatie 94 deelnemers stuurden een geldig resultaat

Nadere informatie

Manifestaties van Ziekte van Lyme. Albert Vollaard Afd. Infectieziekten LUMC 17 nov 2014

Manifestaties van Ziekte van Lyme. Albert Vollaard Afd. Infectieziekten LUMC 17 nov 2014 Manifestaties van Ziekte van Lyme Albert Vollaard Afd. Infectieziekten LUMC 17 nov 2014 Casus bespreking 1. Aanloop van enkele weken van malaise en progressieve spierpijn (uitgebreide DD) 2. Geen verhaal

Nadere informatie

Worminfecties. Kernboodschappen. Inleiding. Achtergronden. Scope. Buiten de scope. Ingangsklachten bij endemische worminfecties.

Worminfecties. Kernboodschappen. Inleiding. Achtergronden. Scope. Buiten de scope. Ingangsklachten bij endemische worminfecties. NHG-BEHANDELRICHTLIJN Versie 2.0 mei 2019 Worminfecties Auteur(s): De Jongh E, Wiersma TJ. Kernboodschappen Deze richtlijn behandelt de diagnostiek en het beleid bij enterobiasis ( wormpjes ), spoel-,

Nadere informatie

Voor een goed. Voor een goed ontwormadvies. ontwormadvies. Wormen: niet te zien, wel te bestrijden!

Voor een goed. Voor een goed ontwormadvies. ontwormadvies. Wormen: niet te zien, wel te bestrijden! Voor een goed ontwormadvies. Voor een goed ontwormadvies Wormen: niet te zien, wel te bestrijden! w w w. s t e r k l i n i e k. n l 05/2012 Deze brochure wordt u aangeboden door uw Sterkliniek in samenwerking

Nadere informatie

Een 36 jarige waterbouwkundig ingenieur wordt in Bangladesh acuut ziek met koorts tot 39 C en 10-15 x per dag waterdunne diarree.

Een 36 jarige waterbouwkundig ingenieur wordt in Bangladesh acuut ziek met koorts tot 39 C en 10-15 x per dag waterdunne diarree. Diarree na tropen Een 36 jarige waterbouwkundig ingenieur wordt in Bangladesh acuut ziek met koorts tot 39 C en 10-15 x per dag waterdunne diarree. Hij behandelt zichzelf met imodium en ORS. Na 48 uur

Nadere informatie

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 21 november Ronde 88 Parasitologie

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 21 november Ronde 88 Parasitologie Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 21 november 2007 Ronde 88 Parasitologie 2007-3 Rondecommentaar In het invulformulier zijn voor de fecesmonsters

Nadere informatie

Twee opvattingen over Lyme-ziekte. Alexander Klusman Psychiater en Lyme-patiënt

Twee opvattingen over Lyme-ziekte. Alexander Klusman Psychiater en Lyme-patiënt Twee opvattingen over Lyme-ziekte Alexander Klusman Psychiater en Lyme-patiënt Oude en Nieuwe opvattingen over Lyme-ziekte Nederlandse CBO richtlijn Lyme-borreliose ILADS richtlijnen voor het management

Nadere informatie

E. histolytica / dispar. in de routine laboratoriumpraktijk. Manfred van Kerckhoven, analist LabMicTA, Hengelo

E. histolytica / dispar. in de routine laboratoriumpraktijk. Manfred van Kerckhoven, analist LabMicTA, Hengelo E. histolytica / dispar in de routine laboratoriumpraktijk Manfred van Kerckhoven, analist LabMicTA, Hengelo 3-2-2014 1 Hengelo 2 Regio T&A - ZKH: ZGT, MST, SKB - Alle zorginstellingen - Groot deel huisartsen

Nadere informatie

Oedemateuze onderarm en eosinofilie; het belang van de reisanamnese

Oedemateuze onderarm en eosinofilie; het belang van de reisanamnese Oedemateuze onderarm en eosinofilie; het belang van de reisanamnese Forearm swelling and eosinophilia; the importance of travel anamnesis Auteurs S.B. Schouten, M. Vukadin, B. Naafs en L.G. Visser Trefwoorden

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20945 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20945 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20945 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wiria, Aprilianto Eddy Title: Helminth infections on Flores Island, Indonesia

Nadere informatie

Infliximab Inflectra, Remicade, Remsima

Infliximab Inflectra, Remicade, Remsima Infliximab Inflectra, Remicade, Remsima Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: infliximab. Hoe werkt infliximab?

Nadere informatie

SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie

SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie 166 Samenvatting SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie Deel I Introductie In de introductie van dit proefschrift (Hoofdstuk

Nadere informatie

Richtlijnen voor endemische infecties met Enterobius vermicularis ( wormpjes ), spoel-, zweep- en lintwormen (zie tabel 1)

Richtlijnen voor endemische infecties met Enterobius vermicularis ( wormpjes ), spoel-, zweep- en lintwormen (zie tabel 1) NHG-BEHANDELRICHTLIJN Versie 2.0 mei 2019 Worminfecties Auteur(s): De Jongh E, Wiersma TJ Kernboodschappen Deze richtlijn behandelt de diagnostiek en het beleid bij enterobiasis ( wormpjes ), spoel-, zweep-

Nadere informatie

Splenomegaliebij een Eritrese vluchteling. Isaie Reuling 17 Januari 2017

Splenomegaliebij een Eritrese vluchteling. Isaie Reuling 17 Januari 2017 Splenomegaliebij een Eritrese vluchteling Isaie Reuling 17 Januari 2017 Introductie Toename vluchtelingen in NL Toename acute tropische infectieziekten 1 Ook toename chronische tropische infectieziekten!

Nadere informatie

Rituximab Mab Thera. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Rituximab Mab Thera. Ziekenhuis Gelderse Vallei Rituximab Mab Thera Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: rituximab. Hoe werkt rituximab? Bij patiënten

Nadere informatie

chemotherapie, en ook bij eventuele chirurgische behandeling, is een pre-operatieve diagnose van groot belang.

chemotherapie, en ook bij eventuele chirurgische behandeling, is een pre-operatieve diagnose van groot belang. SAMENVATTING In 1986 stellen Polderman en Gigase na een bezoek aan noordelijk Togo en Ghana vast dat Oesophagostomum wormen zich bij geïnfecteerde mensen volledig ontwikkelen kunnen en dat infectieuze

Nadere informatie

Een cysteuze longafwijking uit Suriname

Een cysteuze longafwijking uit Suriname Een cysteuze longafwijking uit Suriname Maurits van Meer AIOS Medische Microbiologie NVP-WAMM symposium 15-9-2015 Mw. B, 15 juni 2015 op SEH 26 jaar met blanco VG A/ wakker geworden met dyspnoe, daarvoor

Nadere informatie

143 Lymfatische filariasis is een door muggen overgebrachte ziekte die wijdverbreid voorkomt in de tropen en subtropen. Hoewel de prevalentie niet hoog is, tonen gegevens van het Indonesisch ministerie

Nadere informatie

Aanvraag feces diagnostiek: Hoe en wat?

Aanvraag feces diagnostiek: Hoe en wat? Aanvraag feces diagnostiek: Hoe en wat? Alje van Dam, arts-microbioloog, Amsterdam UMC en Streeklaboratorium, GGD René Vork, relatiebeheerder, Streeklaboratorium, GGD Amsterdam 18 december 2018 Fecal swab

Nadere informatie

SKML - Parasitologie

SKML - Parasitologie SKML - Parasitologie Samenvatting van quiz deel 2 5 maart 2009 Zoek de soort Breda Amphia 65 jarige NL, vrouw, Zambia, geen profylaxe 6 dagen ziek EHBO => ICT sneltest: T1 erg zwak, T2 zeer sterk bandje

Nadere informatie

REIS GERELATEERDE VACCINATIES. Dr. Perry JJ van Genderen, internist Havenziekenhuis en Instituut voor Tropische Ziekten Rotterdam

REIS GERELATEERDE VACCINATIES. Dr. Perry JJ van Genderen, internist Havenziekenhuis en Instituut voor Tropische Ziekten Rotterdam REIS GERELATEERDE VACCINATIES Dr. Perry JJ van Genderen, internist Havenziekenhuis en Instituut voor Tropische Ziekten Rotterdam Risicolanden: vaccineren? Increased risk for infectious diseases standard

Nadere informatie

Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!)

Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!) Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!) De microbiologen zagen zieke mensen. In hun ogen waren dat er veel meer dan normaal en zij spraken van een epidemie. ( ) We hebben de epidemie

Nadere informatie

Wormen VRAAG OVER UW MEDICIJNEN?

Wormen VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? 400043 Wormen_400043 Wormen 02-07-15 15:40 Pagina 6 Wormen WAT ZIJN WORMEN WAT KUNT U ZELF DOEN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN WANNEER KUNT U BETER NAAR UW HUISARTS GAAN VRIJ VERKRIJGBARE MEDICIJNEN

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie, met uitsluiting van de gehospitaliseerde neonaat.

Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie, met uitsluiting van de gehospitaliseerde neonaat. Koorts bij kinderen van 1 tot 3 maanden (28 dagen tot en met 12 weken) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (1 tot 3 maanden) met koorts,

Nadere informatie

SAMENVATTING 150 Samenvatting Vertegenwoordigers van het geslacht Oesophagostomum zijn parasitaire rond wormen, die veel bij landbouwhuisdieren en ook bij apen voorkomen. Na infectie kunnen ernstige gastrointestinale

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35756 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35756 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35756 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hamid, Firdaus Title: Helminth infections, socio-economic status and allergies

Nadere informatie

SCHISTOSOMA JAPONICUM INFECTIE ONDER KINDEREN EN JONGVOLWASSENEN OP DE FILIPPIJNEN; STUDIES OVER MORBIDITEIT EN PATHOGENESE

SCHISTOSOMA JAPONICUM INFECTIE ONDER KINDEREN EN JONGVOLWASSENEN OP DE FILIPPIJNEN; STUDIES OVER MORBIDITEIT EN PATHOGENESE Samenvatting Samenvatting 149 SCHISTOSOMA JAPONICUM INFECTIE ONDER KINDEREN EN JONGVOLWASSENEN OP DE FILIPPIJNEN; STUDIES OVER MORBIDITEIT EN PATHOGENESE Dit proefschrift bevat resultaten van een longitudinaal

Nadere informatie

Labboekje. Medische Microbiologie. Parasitologie (LKP) Serologie. Materiaal. Parasiet

Labboekje. Medische Microbiologie. Parasitologie (LKP) Serologie. Materiaal. Parasiet Labboekje Medische Microbiologie Parasitologie () Serologie Materiaal Parasiet 1 Inhoudsopgave Serologie SEROLOGIE...6 Amoeben serologie...6 Entamoeba histolytica serologie...6 Cysticercose serologie...

Nadere informatie

WORMEN WAT ZIJN WORMEN WAT KUNT U ZELF DOEN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN WANNEER KUNT U BETER NAAR UW HUISARTS GAAN APOTHEEK.

WORMEN WAT ZIJN WORMEN WAT KUNT U ZELF DOEN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN WANNEER KUNT U BETER NAAR UW HUISARTS GAAN APOTHEEK. WORMEN WAT ZIJN WORMEN WAT KUNT U ZELF DOEN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN WANNEER KUNT U BETER NAAR UW HUISARTS GAAN APOTHEEK.NL WORMEN Bah, wat vies! Dit is vaak de eerste reactie als er in ontlasting

Nadere informatie

Wormen. Zorg voor uzelf 12

Wormen. Zorg voor uzelf 12 Wormen Zorg voor uzelf 12 Wormen Bah, wat vies! is vaak de eerste reactie als er in ontlasting kleine, bewegende witte wormpjes te zien zijn. Of bijvoorbeeld een dikke ronde worm. Vooral gezinnen met kinderen

Nadere informatie

Dermatitis herpetiformis

Dermatitis herpetiformis 88 08 Samenvatting Richtlijnen Dermatologie 2015 Dermatitis herpetiformis Dr. A.C. de Groot, dr. T.J. Stoof De richtlijn dateert uit 2008. De tekst van de samenvatting is niet gewijzigd. Inleiding De richtlijn

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Stromectol 3 mg, tabletten ivermectine

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Stromectol 3 mg, tabletten ivermectine Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Stromectol 3 mg, tabletten ivermectine FR/H/0216/001/II/019 Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

Abatacept Orencia. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Abatacept Orencia. Ziekenhuis Gelderse Vallei Abatacept Orencia Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: abatacept. Hoe werkt abatacept? Bij patiënten met

Nadere informatie

Adalimumab Humira. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Adalimumab Humira. Ziekenhuis Gelderse Vallei Adalimumab Humira Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: adalimumab. Hoe werkt adalimumab? Bij patiënten

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

Commissie Praktische Tuberculosebestrijding AANBEVELINGEN UIT DE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK (LATENTE) TUBERCULOSE- INFECTIE (LTBI)

Commissie Praktische Tuberculosebestrijding AANBEVELINGEN UIT DE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK (LATENTE) TUBERCULOSE- INFECTIE (LTBI) Commissie Praktische Tuberculosebestrijding AANBEVELINGEN UIT DE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK (LATENTE) TUBERCULOSE- INFECTIE () INHOUD Welke testen zijn beschikbaar en wat zijn de eigenschappen van deze testen

Nadere informatie

Wormen. Fecesonderzoek op parasieten. Wormen. Protozoa. Protozoa

Wormen. Fecesonderzoek op parasieten. Wormen. Protozoa. Protozoa Theo Mank Fecesonderzoek op parasieten overzicht 2018 Protozoa Balantidium coli Cryptosporidium sp Cyclospora cayetanensis Cystoisospora belli Dientamoeba fragilis Entamoeba histolytica Giardia lamblia

Nadere informatie

Etanercept Enbrel, Benepali

Etanercept Enbrel, Benepali Etanercept Enbrel, Benepali Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: etanercept. Hoe werkt etanercept? Bij

Nadere informatie

Vier patiënten met fascioliasis: een fascinerende diagnostische uitdaging

Vier patiënten met fascioliasis: een fascinerende diagnostische uitdaging Vier patiënten met fascioliasis: een fascinerende diagnostische uitdaging Four patients with fascioliasis: a fascinating diagnostic challenge L. Saes 1, dr. P. Wismans 2, M. de Mendonça Melo 2, dr. J.

Nadere informatie

Cursus moleculaire diagnostiek van parasitaire infecties

Cursus moleculaire diagnostiek van parasitaire infecties Cursus moleculaire diagnostiek van parasitaire infecties De cursus wordt gegeven door de Afdeling Parasitologie van het Leids Universitair Medisch Centrum op de Hogeschool Leiden, afdeling Hoger Laboratorium

Nadere informatie

Ongewone ziekte en sterfte bij reeën op Funen, Denemarken

Ongewone ziekte en sterfte bij reeën op Funen, Denemarken Ongewone ziekte en sterfte bij reeën op Funen, Denemarken 2000-2008 21. January 2010 Anne Sofie Hammer Senior Onderzoeker, PhD Danish Centre for Wildlife Health Iedereen in Denemarken kan een dood dier

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting 123 Samenvatting Samenvatting De term atopische dermatitis (AD) is voor de kat in 1982 geïntroduceerd door Reedy, die bij een groep katten met recidiverende jeuk en huidproblemen

Nadere informatie

Een donatie met een staartje

Een donatie met een staartje Een donatie met een staartje Jaap van Hellemond Dept. Medische Microbiologie & Infectieziekten Erasmus MC & Havenziekenhuis Rotterdam Met medewerking van en dank aan Havenziekenhuis, Rotterdam Emmaline

Nadere informatie

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Koorts bij kinderen van 0 tot 1 maand (0-28 dagen) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (jonger dan 1 maand) met koorts, verdacht van een

Nadere informatie

5-16 november Medisch parasitologische diagnostiek

5-16 november Medisch parasitologische diagnostiek 5-16 november 2012 Medisch parasitologische diagnostiek Sprekers vanuit de Afdeling Parasitologie, Leids Universitair Medisch Centrum: - Dhr. E.A.T. Brienen - prof.dr. A.M. Deelder - dr. - dr. A.M. Polderman

Nadere informatie

Expert waarden in microscopische diagnostiek van de parasitologie.

Expert waarden in microscopische diagnostiek van de parasitologie. Expert waarden in microscopische diagnostiek van de parasitologie. Foekje F. Stelma 1, Jaap van Hellemond 2 1) Dept. Medische Microbiologie, Radboudumc, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen. 2) Dept. Medische

Nadere informatie

De behandeling van Dientamoeba fragilis. Thecla A.M. Hekker, arts-microbioloog NVMM, 2 april 2008

De behandeling van Dientamoeba fragilis. Thecla A.M. Hekker, arts-microbioloog NVMM, 2 april 2008 De behandeling van Dientamoeba fragilis Thecla A.M. Hekker, arts-microbioloog NVMM, 2 april 2008 Dientamoeba fragilis Inleiding Klinische verschijnselen Diagnose Therapie Vervolg 2 Inleiding bekend sinds

Nadere informatie

DIAGNOSTIEK BIJ GASTRO-ENTERITIS

DIAGNOSTIEK BIJ GASTRO-ENTERITIS Jan Anne Wind, huisarts Peter Marinus, huisarts Rick Brouwer, klinisch chemicus Dr. Bert Mulder, arts microbioloog DIAGNOSTIEK BIJ GASTRO-ENTERITIS Tanzania-reis Twentse Artsen Begrippen Acute infectieuze

Nadere informatie

Anakinra Kineret. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Anakinra Kineret. Ziekenhuis Gelderse Vallei Anakinra Kineret Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: anakinra. Hoe werkt anakinra? Bij patiënten met een

Nadere informatie

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 9 mei 2007. Ronde 86 Parasitologie 2007-1

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 9 mei 2007. Ronde 86 Parasitologie 2007-1 Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 9 mei 2007 Ronde 86 Parasitologie 2007-1 Algemene evaluatie Ronde 2007-1 is kennelijk als zeer moeilijk

Nadere informatie

PROTOCOL ECHINOCOCCUS GRANULOSUS. 1. Algemeen

PROTOCOL ECHINOCOCCUS GRANULOSUS. 1. Algemeen PROTOCOL ECHINOCOCCUS GRANULOSUS 1. Algemeen 1.1 Etiologie en cyclus Echinococcus (E) granulosus is een kleine lintworm van enkele mm's groot, met de hond als eindgastheer. De worm bestaat uit een kop

Nadere informatie

Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom. MDO-praatje

Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom. MDO-praatje Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom MDO-praatje Casus Patient CutaanT-cel lymfoom, type mycosis fungoides met aanwijzingen voor lymfeklierbetrokkenheid (niet PA-bewezen). Buikproblemen

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING SAMENVATTING Een karakteristieke eigenschap van astma is ontsteking van de luchtwegen. Deze ontsteking wordt gekenmerkt door een toename van ontstekingscellen in het longweefsel. De overgrote meerderheid

Nadere informatie

Tocilizumab RoActemra

Tocilizumab RoActemra Tocilizumab RoActemra Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: tocilizumab. Hoe werkt tocilizumab? Bij patiënten

Nadere informatie

Rituximab. MabThera, Rixathon

Rituximab. MabThera, Rixathon Rituximab MabThera, Rixathon Inhoud Hoe werkt rituximab? 3 Voor welke aandoeningen wordt rituximab gebruikt? 3 Hoe moet ik het gebruiken? 3 Hoe moet ik het bewaren? 4 Wat zijn mogelijke bijwerkingen? 4

Nadere informatie

Ronde 94 Parasitologie 2009-1

Ronde 94 Parasitologie 2009-1 Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 12 mei 2009 Ronde 94 Parasitologie 2009-1 Evaluatie Ronde commentaar Naar aanleiding van commentaar van

Nadere informatie

Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem. Urticaria = galbulten = netelroos

Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem. Urticaria = galbulten = netelroos Groepsspreekuur Urticaria & Angiooedeem Urticaria = galbulten = netelroos Urticaria Urticaria komen veel voor: ¼ volwassenen heeft het wel eens gehad Kenmerkend zijn snel wisselende kwaddels (bleek) daaromheen

Nadere informatie

Functionele buikklachten

Functionele buikklachten Functionele buikklachten Achtergronden Behandeling Nieuwe medicamenten Discussie Signalen wijzend op somatisch substraat Acute klachten Algemene ziekteverschijnselen (koorts/ hemodynamiek) Ongewenst gewichtsverlies

Nadere informatie

Summary Chapter one chapter two chapter three

Summary Chapter one chapter two chapter three Appendix 1 2 3 4 5 6 7 Summary Infections with intestinal worms (named soiltransmitted helminths ) and micronutrientdeficienciesaretwomajorglobalhealthproblems,especiallyinchildren. Both conditions are

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Schistosomen en het immuunsysteem van de gastheer De parasieten van de schistosoma familie zoals Schistosoma mansoni en Schistosoma haematobium veroorzaken de ziekte schistosomiasis, ook wel

Nadere informatie

Blau Syndroom/Juveniele Sarcoïdose

Blau Syndroom/Juveniele Sarcoïdose www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Blau Syndroom/Juveniele Sarcoïdose Versie 2016 1. WAT IS DE ZIEKTE VAN BLAU/JUVENIELE SARCOÏDOSE 1.1 Wat is het? Het Blau syndroom is een genetische aandoening.

Nadere informatie

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 17 juni 2009. Ronde 95 Parasitologie 2009-2

SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 17 juni 2009. Ronde 95 Parasitologie 2009-2 Stichting Kwaliteitsbewaking Medische Laboratoriumdiagnostiek SKML-sectie Parasitologie Nijmegen, 17 juni 2009 Ronde 95 Parasitologie 2009-2 Evaluatie Ronde commentaar - enkele foute etiketten op monster

Nadere informatie

Ustekinumab Stelara. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Ustekinumab Stelara. Ziekenhuis Gelderse Vallei Ustekinumab Stelara Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: ustekinumab. Hoe werkt ustekinumab? Bij patiënten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden

Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden De rol van dendritische cellen in de afweerreactie tegen infecties Het immuunsysteem is in de loop van de evolutie

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Biltricide 600 mg, filmomhulde tabletten. praziquantel

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Biltricide 600 mg, filmomhulde tabletten. praziquantel Bijsluiter Biltricide 1 van 6 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Biltricide 600 mg, filmomhulde tabletten praziquantel Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want

Nadere informatie

POST-HLO CURSUS LABORATORIUMDIAGNOSTIEK PARASITOLOGIE

POST-HLO CURSUS LABORATORIUMDIAGNOSTIEK PARASITOLOGIE POST-HLO CURSUS LABORATORIUMDIAGNOSTIEK PARASITOLOGIE CURSUSPROGRAMMA 2, 3, 4, 11, 12 en 13 november 2009 Cursusgegevens 's Praktijkopdrachten Hogeschool Leiden Leids Universitair Medisch Centrum Centrum

Nadere informatie

Secukinumab Cosentyx. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Secukinumab Cosentyx. Ziekenhuis Gelderse Vallei Secukinumab Cosentyx Ziekenhuis Gelderse Vallei Het doel van deze folder is u praktische informatie te geven over het nieuwe medicijn dat u gaat gebruiken: secukinumab. Hoe werkt secukinumab? Bij patiënten

Nadere informatie

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Koorts bij kinderen > 3 maanden ( > 12 weken oud) (n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar) Betreft: kinderen (vanaf 3 maanden) met koorts, verdacht van een infectie.

Nadere informatie

27 januari-7 februari Medisch parasitologische diagnostiek

27 januari-7 februari Medisch parasitologische diagnostiek 27 januari-7 februari 2014 Medisch parasitologische diagnostiek Sprekers vanuit de Afdeling Parasitologie, Leids Universitair Medisch Centrum: - Dhr. E.A.T. Brienen - prof.dr. A.M. Deelder - dr. - Prof.

Nadere informatie

Acute graft-versus-host ziekte na een levertransplantatie: wat te doen? T.J.F. Snijders

Acute graft-versus-host ziekte na een levertransplantatie: wat te doen? T.J.F. Snijders Acute graft-versus-host ziekte na een levertransplantatie: wat te doen? T.J.F. Snijders Casus 47 jarige vrouw Voorgeschiedenis 2004 Primair scleroserende cholangitis 2012 Eindstadium primair scleroserende

Nadere informatie

Urticaria en angio-oedeem

Urticaria en angio-oedeem Urticaria en angio-oedeem URTICARIA EN ANGIO-OEDEEM Urticaria Urticaria zijn hevig jeukende verheven rode vlekken op de huid met een centrale bleke opheldering. Is er sprake van één bult of vlek dan spreekt

Nadere informatie

Etanercept. Enbrel, Benepali

Etanercept. Enbrel, Benepali Etanercept Enbrel, Benepali Inhoud Hoe werkt etanercept? 3 Voor welke aandoeningen wordt etanercept gebruikt? 3 Hoe moet ik het gebruiken? 3 Hoe moet ik het bewaren? 4 Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Nadere informatie

Schistosomiasis - Bilharzia

Schistosomiasis - Bilharzia Schistosomiasis - Bilharzia met een bijlage over Cercariën dermatitis (zwemmersjeuk) Schistosomiasis - Bilharzia B65 1. Algemeen Schistosomiasis (schistosomiase, bilharziasis) is een parasitaire infectie

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40905 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Ateba Ngoa, U. Title: The effect of parasitic co-infections on immune responses

Nadere informatie

POST-HLO CURSUS LABORATORIUMDIAGNOSTIEK PARASITOLOGIE

POST-HLO CURSUS LABORATORIUMDIAGNOSTIEK PARASITOLOGIE POST-HLO CURSUS LABORATORIUMDIAGNOSTIEK PARASITOLOGIE CURSUSPROGRAMMA 31 oktober, 1, 2, 9, 10 en 11 november 2011 Cursusgegevens 's Praktijkopdrachten Hogeschool Leiden Leids Universitair Medisch Centrum

Nadere informatie