Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken"

Transcriptie

1 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken

2 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken 1Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Colofon

3 Colofon Samenstelling Ita Luten, Ita Luten Advies (Auteur) Oscar Koebrugge, IFV (Projectleider) Bart Duijvestijn, Arcadis/COB (Voorzitter Werkgroep V14) Charlotte Boschloo, Arcadis (Adviseur) Werkgroep V14 Mari Baauw, Royal Haskoning Martje Bolle, DHV Peter van de Leur, DGMR Stefan Lezwijn, COB Nils Lundgren, Movares Ita Luten, Movares/Royal Haskoning Mirjam Nelisse, TNO Thijs Ruland (COB) Aryan Snel, Witteveen en Bos Vormgeving Instituut Fysieke Veiligheid Fotografie Zie bijschriften bij de foto s Foto omslag: ArtEZ hogeschool voor de kunsten Arnhem. Bierman Henket arhitecten. Foto: Michel Kievits Deze uitgave is ook te downloaden op Voor vragen over de inhoud van dit document kunt u terecht bij Infopunt Veiligheid, onderdeel van het IFV. Op kunt u direct uw vragen stellen. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Colofon 1e druk, 1e oplage, april 2013 Instituut Fysieke Veiligheid Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enigerlei andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). Ondanks de aan de samenstelling van de tekst bestede zorg kan de samensteller geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout of onzorgvuldigheid, die in deze handreiking zou kunnen voorkomen. Instituut Fysieke Veiligheid Postbus HA Arnhem T ISBN:

4 3Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Voorwoord Voorwoord

5 Voorwoord Deze proceshandreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken vervangt de leidraad Veiligheid in ondergrondse bouwwerken uit Het initiatief voor deze nieuwe handreiking is genomen door de Redactieraad Brandweer & Crisisbeheersing van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). Voor de uitwerking heeft het IFV in samenwerking met het Centrum voor Ondergronds Bouwen (COB) een werkgroep in het leven geroepen, die op basis van actuele inzichten de oorspronkelijke leidraad heeft geactualiseerd. De werkgroep heeft haar (deel)producten intensief getoetst aan actuele kennis en ervaring uit het veld. Zo is afgestemd met vertegenwoordigers van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Brandweer Nederland, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR), Politie en de Vereniging voor Bouw- en Woningtoezicht Nederland. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Voorwoord Fietsenstalling WTC Amsterdam. Foto: SVOB, Maarten van den Haak Sinds het verschijnen van de leidraad in 1999 zijn in Nederland en Europa veel ontwikkelingen geweest die van invloed zijn op de veiligheid in en rondom ondergrondse bouwwerken. Een aantal incidenten in ondergrondse bouwwerken heeft de noodzaak om extra aandacht te besteden aan de veiligheid benadrukt. Ondergrondse bouwwerken onderscheiden zich van bovengrondse bouwwerken omdat de mogelijkheden om het bouwwerk te betreden en verlaten meer beperkt zijn. Bijvoorbeeld in geval van brand, zal rook en hitte de vluchtroute en toetredingsroute voor hulpverleners mogelijk belemmeren. Een zorgvuldige analyse van de risico s en de gevolgen van branden en ongevallen, vormt de basis voor het treffen van adequate veiligheidsmaatregelen. Wat adequaat inhoudt, is vaak onderwerp van discussie. Deze handreiking geeft in dit opzicht gestructureerd richting aan het proces voor de totstandkoming van ondergrondse bouwwerken, toegespitst op de veiligheid. Tevens worden handvatten aangereikt hoe concreet kan worden omgegaan met aspecten van (brand)veiligheid in de besluitvorming. In ondergrondse ruimtes zijn gebruikers vaak kwetsbaarder dan in bovengrondse bouwwerken. Om hetzelfde veiligheidsniveau te bereiken en te houden, moet in ondergrondse bouwwerken daarom vaak meer worden gedaan dan in bovengrondse gebouwen. Die veiligheid verdient al in de vroege fases van het ontwerpproces aandacht. Meer voorzieningen, evenals extra voorzieningen achteraf, leiden vaak tot significant hogere kosten, terwijl een optimaal resultaat niet altijd meer mogelijk is. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Voorwoord 4 5

6 Door het schaarser worden van locaties voor de ontwikkeling van gebouwen en de sterk toegenomen vraag naar transportcapaciteit, vormen ondergrondse bouwwerken meer en meer een alternatief voor bovengrondse bouwwerken. Omdat deze ontwikkelingen als complex worden ervaren en er veel partijen betrokken zijn, verdient dit proces speciale aandacht. Vanaf het ontstaan van een idee tot en met het feitelijk gebruik van een ondergronds bouwwerk, zullen tussen de belanghebbenden afspraken over veilig gebruik moeten worden gemaakt. Deze handreiking geeft mogelijkheden om in het gehele proces - van initiatief tot en met beheer van een ondergronds bouwwerk - deze communicatie gestructureerd en effectief te laten verlopen. De inhoudelijke vaststelling van deze handreiking door de Redactieraad Brandweer & Crisisbeheersing én de bestuurlijke vaststelling door de managementraden van de kolommen Brandweer NL en GHOR NL geeft betrok kenen een gedragen basis voor het inrichten van het proces. De politie heeft toegezegd te zullen meewerken bij het gebruik van de handreiking in de praktijk. Speciale dank gaat uit naar de grote betrokkenheid van prof. dr. B.J.M. (Ben) Ale, die op verschillende conceptversies zijn constructieve reacties heeft gegeven en de noodzaak voor een nieuwe handreiking heeft ondersteund. Gezien het belang van het advies van de brandweer bij de verlening van vergunningen voor - in casu ondergrondse - bouwwerken, zijn wij Brandweer Nederland zeer erkentelijk voor haar constructieve reacties bij de totstandkoming van deze handreiking. Tot slot: ik vertrouw erop dat deze handreiking zijn weg vindt naar alle belanghebbenden die een rol spelen bij de veiligheid van ondergrondse bouwwerken. Dat een zorgvuldig proces ook moge leiden tot weloverwogen beslissingen en het veilig gebruiken van ondergrondse bouwwerken. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Voorwoord G.K. Swillens Voorzitter Redactieraad Brandweer & Crisisbeheersing 6

7 7Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Inhoud Inhoud

8 Inhoud Colofon 2 Voorwoord 5 Inleiding Begrippen Ondergrondse bouwwerken Veiligheid Fysieke en sociale veiligheid Besluitvorming Risicoanalyse Maatregelen Veiligheidsdossier Proces Initiatief Ontwerp Bouw Gebruik en beheer 60 Samenvatting 62 Webitems 64 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Inhoud Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Inhoud Rijksmuseum Amsterdam. Foto: BAM Civiel, Jane van Raaphorst 8 9

9 10 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Inhoud

10 Inleiding 11 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Inleiding

11 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Inleiding Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Inleiding Parkeergarage Museumpark Rotterdam. Foto: Centrum Ondergronds Bouwen 12 13

12 Inleiding De handreiking Veiligheid Ondergrondse Bouwwerken gaat over het proces van ontwikkelen, ontwerpen, realiseren, gebruiken en beheren van veilige ondergrondse bouwwerken. Het betreft ondergrondse bouwwerken met een publieks-, opslag- en/of arbeidsfunctie en combinaties van deze functies. Deze functies kunnen zijn gecombineerd met een transportfunctie (tunnel) zoals bij een ondergronds station. De handreiking is niet primair bedoeld voor bouwwerken met uitsluitend een transportfunctie (weg- en spoortunnels). Voor gebouwen tot circa vier verdiepingen boven maaiveld zijn de veiligheidsrisico s algemeen bekend en zijn veel veiligheidseisen voorgeschreven in onder andere het Bouwbesluit. Voor ondergrondse bouwwerken zijn veiligheidsrisico s minder bekend en ontbreekt expliciete regelgeving. Zo heeft het Bouwbesluit 2012 geen specifieke prestatievoorschriften voor gebouwen waarvan de laagste vloer onder de 8 meter beneden maaiveld ligt. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Inleiding Station Alphen aan den Rijn. Foto: Arcadis, Tineke Dijkstra Bij ondergrondse bouwwerken is sprake van andere risico s en veiligheidsaspecten dan bij bovengrondse bouwwerken: 1. Naar buiten is vrijwel altijd naar boven. Dat geeft problemen bij het vluchten en de hulpverlening. Het is moeilijker en gevaarlijker doordat warme rook opstijgt en daardoor de vluchtweg naar buiten (=boven) kan belemmeren. Bovendien is op maaiveld meestal slechts beperkte ruimte voor vluchtvoorzieningen vanuit de ondergrond. 2. De gevolgen van een overstroming kunnen ernstiger zijn in een ondergrondse ruimte. 3. Mensen kunnen zich onveiliger voelen in ondergrondse donkere en omsloten ruimtes. Aan veiligheid in ondergrondse bouwwerken moet dus extra aandacht worden besteed. Dat moet zorgvuldig gebeuren, want: 1. Een ondergronds bouwwerk is doorgaans lastig te wijzigen. Dat geldt voor de geometrie van het bouwwerk en voor de technische installaties. 2. Daarbij zit het bouwwerk voor de hele levensduur in/onder de grond. Een ondergronds bouwwerk eventueel slopen is namelijk niet makkelijk. 3. Vergissingen en/of beperkingen uit kostenoogpunt in de ontwikkeling, bijvoorbeeld in programma en ontwerp, hebben bij uitstek grote gevolgen en zijn achteraf lastig te corrigeren. Meestal zijn hoge beheerskosten het gevolg en/of zijn ingrijpende bouwkundige/installatietechnische (kostbare) aanpassingen nodig. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Inleiding 14 15

13 Doel De handreiking heeft als doel een gestructureerde en concrete aanpak te bieden voor het borgen van veiligheid in ondergrondse bouwwerken, van initiatief, ontwerp en bouw tot en met het gebruik en beheer. Een subdoel is dat de handreiking ook als leerstof gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld opleidingen in veiligheidskunde, ondergronds bouwen of facility management. Doelgroep De handreiking is specifiek bedoeld voor: De handreiking is daarnaast ook bedoeld voor andere partijen die betrokken zijn bij de planvorming, de uitvoering, het gebruik en het beheer van ondergrondse bouwwerken, zoals: vergunningverleners, operationele hulpdiensten, financiers, exploitanten, verzekeraars, beveiligingsdiensten en belangengroeperingen. Tenslotte wordt de handreiking ook aanbevolen voor studenten van de genoemde beroepsgroepen. Classificatie De voorliggende handreiking is informerend en adviserend. Het is een publicatie met een toepassingsgerichte methodiek voor het borgen van veiligheid in een ondergronds bouwwerk. Het is verstandig deze hand reiking gedurende het hele proces van initiatief tot en met beheer van een ondergrondse bouwwerk te gebruiken. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Inleiding 16 Indeling De handreiking is ingedeeld in drie hoofdstukken: 1. Begrippen: wat is veiligheid? 2. Besluitvorming: hoe kan een gewenst veiligheidsniveau worden bepaald en vastgelegd? 3. Proces: wie moet/kan wanneer wat doen aan een veilig ontwerp en veilig beheer? Tenslotte volgt een samenvattend overzicht met aanbevelingen per procesfase. Aanvulling en actualisatie op Deze papieren handreiking is zo beknopt mogelijk. Daarnaast is op (dossier Ondergronds Bouwen) van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) de handreiking aangevuld met digitale informatie over: Achter in de handreiking staat een overzicht van de webitems in het dossier Ondergronds Bouwen.

14 Hoofdstuk 1 Begrippen 17 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 1

15 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 1 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 1 Metrostation Rotterdam CS. Foto: Rick Keus 18 19

16 Delft CS. Beeld: Benthem Crouwel Architekten 1. Begrippen Het begrip ondergronds is breed: een ondergrondse ruimte kan een wijnkelder zijn, een winkelcentrum, een grot of goudmijn. Deze handreiking gaat over ondergrondse bouwwerken: een gebouwde ruimte, geheel of voor een substantieel deel in/onder de grond. Veiligheid is ook een ruim begrip, een containerbegrip. Het omvat alle soorten van veiligheid: brandveiligheid, verkeersveiligheid, gebruiks veiligheid, arboveiligheid, constructieve veiligheid, fysieke veiligheid, sociale veiligheid, tunnelveiligheid, interne veiligheid, externe veiligheid, et cetera. Het begrip integrale veiligheid biedt een paraplu over al deze veiligheidsdisciplines. Het woord integraal verwijst naar de gewenste samenhang en samenwerking in beleid en aanpak binnen en tussen de verschillende veiligheidsdisciplines en -dimensies. Binnen elke veiligheidsdiscipline worden diverse en uiteenlopende begrippen gehanteerd die elk hun eigen definities hebben. Op (dossier Ondergronds Bouwen, webitem 03) worden de meest voorkomende begrippen uit de veiligheidsterminologie in relatie met de gebouwde (ondergrondse) omgeving gegeven. Wat ondergrondse bouwwerken specifiek zijn wordt beschreven in paragraaf 1.1. In paragraaf 1.2. wordt het begrip veiligheid gedefinieerd binnen het kader van deze handreiking. Vervolgens wordt in paragraaf 1.3. nader ingegaan op de begrippen fysieke en sociale veiligheid. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk Ondergrondse bouwwerken Het begrip ondergronds bouwwerk laat zich niet exact definiëren. Over een aantal bouwwerken is iedereen het wel eens: het Metrostation Amsterdam Centraal is ondergronds, evenals het Metrostation Rotterdam Centraal. Over veel andere bouwwerken, zoals de Beurstraverse (Koopgoot) in Rotterdam, verschillen de meningen. Het gaat dan vaak over de discussie tussen open en besloten ruimtes, omdat aan besloten ruimtes in het Bouwbesluit zwaardere eisen worden gesteld dan aan open ruimtes. Een karakteristiek kenmerk van een ondergronds bouwwerk is dat de vluchtrichting naar een veilige plaats buiten het bouwwerk naar boven is, dit in tegenstelling tot de vluchtrichting bij een bovengronds bouwwerk. Of een bouwwerk of een gedeelte daarvan als ondergronds geclassificeerd wordt, hangt dus per project af van de feitelijke situatie. Souterrains zullen meestal niet als specifiek ondergronds worden aangemerkt, kelders met een gebruiksfunctie (fietsenstalling, parkeren) wel. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 1 Delft CS. Beeld: Benthem Crouwel Architekten 20 21

17 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 1 In relatie met veiligheid wordt gesteld dat (een deel van) een bouwwerk ondergronds is, als (een deel van) de vluchtroute, die voert vanaf de verblijfplaats, in dat deel van het bouwwerk naar een (langdurige) veilige plaats hoger ligt dan de laagste verblijfsruimte. Een heel bouwwerk kan als ondergronds worden betiteld, maar ook delen van een gebouw kunnen als ondergronds worden geclassificeerd. Per project zal dit nader moeten worden bepaald. Op (dossier Ondergronds Bouwen, webitem 04) staan voorbeelden en kenmerken van ondergrondse bouwwerken Veiligheid Veiligheid betreft de bescherming of het zich beschermd voelen tegen risico s die worden veroorzaakt door fysieke en/of sociale bedreigingen. Kenmerken van het begrip veiligheid - Bedreigingen Een bedreiging is een gevaarlijke gebeurtenis. Het gevaar kan zowel van buiten komen (extern), als besloten liggen in het bouwwerk of in de organisatie zelf (intern). Bedreigingen kunnen van fysieke en/of sociale aard zijn, of een natuurlijke oorzaak hebben (storm, regen, aardbeving, e.d.). Fysieke bedreigingen zijn (combinaties van) mechanische, chemische, biologische of fysische incidenten, ongevallen of gebeurtenissen. Sociale bedreigingen zijn (combinaties van) asociale of criminele door mensen gepleegde daden zoals agressie/geweld (verbaal, fysiek, seksueel), beroving, brandstichting, diefstal, graffiti, inbraak, intimidatie, vandalisme, verval en vervuiling. Bedreigingen van fysieke aard Bedreigingen van sociale aard Gevolgen Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 1 ArtEZ hogeschool voor de kunsten Arnhem. Foto: Gijs Dragt 22 23

18 Samenhang tussen bedreigingen en gevolgen Bedreigingen en gevolgen van fysieke en/of sociale aard houden op diverse manieren verband met elkaar: en gevolgen van incidenten kunnen weer nieuwe bedreigingen vormen (mechanische schade kan bijvoorbeeld wateroverlast/inundatie geven als het bouwwerk onder de grondwaterspiegel ligt). bij risicovolle arbeidsomstandigheden, vervuiling en verval). bij terrorisme). In bijgaand diagram wordt de complexiteit van deze samenhang in beeld gebracht. Bedreigingen van fysieke aard Bedreigingen van sociale aard Bedreigingen externe aard Bedreigingen interne aard Gevaarlijke stoffen Explosie Instorting Mechanish Inundatie Fysisch/Chemisch/Biologisch Temperatuur/Straling/Kortsluiting Brand Rook Verkeer Terrorisme Brandstichting Verval Vervuiling Vandalisme Graffiti Agressie Geweld Intimidatie Bommelding Onbedoeld gebruik Inbraak Beroving Diefstal Instorting supermarkt. Foto: IFV Risico Het risico is de kans op een bedreiging, vermenigvuldigd met de gevolgen daarvan. Risico Kans Gevolgen Inrichting Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 1 Veiligheidsbedreigingen Arbo Een grote kans op een bedreiging hoeft dus nog geen groot risico te betekenen. Als de kans op een bedreiging tamelijk groot is, maar het nadelige gevolg ervan heel klein, dan is het risico beperkt. Dit is bijvoorbeeld het geval als een lamp stuk gaat (te midden van veel andere lichtbronnen), of als een roltrap af en toe buiten dienst is. Bij extreem ernstige gevolgen kan worden afgeweken van de formule. Bijvoorbeeld bij een gasexplosie in een parkeergarage. Dan wordt een formule gebruikt waarbij het gevolg zwaarder weegt. Als bepaalde gevolgen onacceptabel worden geacht onafhankelijk van de kans van optreden zoals het geval kan zijn bij de ondergrondse opslag van nucleair afval waarbij incidenten nationaal bedreigend kunnen zijn wordt de formule niet gebruikt. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk

19 1.3. Fysieke en sociale veiligheid De meest gangbare indeling van veiligheid is de indeling in fysieke en sociale veiligheid. Binnen fysieke veiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen interne en externe veiligheid. Fysieke veiligheid Fysieke veiligheid betreft de bescherming of het zich beschermd voelen tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door fysieke bedreigingen. Fysieke bedreigingen ontstaan uit (combinaties van) mechanische, chemische, biologische of fysische gevaren. Deze gevaren kunnen schadelijke gevolgen hebben voor mensen en bouwwerken. Vaak is de letaliteit en het aantal gewonden een maat voor fysieke onveiligheid. Bijvoorbeeld: Interne veiligheid Interne veiligheid gaat over de veiligheid van gebruikers van ondergrondse bouwwerken tijdens de aanwezigheid in deze ruimtes. Voor interne veiligheid wordt een indeling gemaakt naar het plaatsgebonden risico en groepsrisico: onafgebroken en onbeschermd op een plaats verblijft, komt te overlijden als gevolg van een incident. van een bepaalde grootte (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) tegelijk slachtoffer wordt van een incident. Het groepsrisico wordt weergegeven in een curve waarin het aantal personen is afgezet tegen de kans per jaar op (tegelijk) overlijden. Externe veiligheid Externe veiligheid betreft de (on)veiligheid die verband houdt met risico s voor mensen die in de omgeving van een bepaald object/bouwwerk (bijvoorbeeld een ondergrondse parkeergarage of station) wonen of verblijven, die getroffen kunnen worden door de gevolgen van incidenten in dat bouwwerk. Evenals bij interne veiligheid is ook bij externe veiligheid sprake van Normstelling externe en interne veiligheid. Voor externe veiligheid worden vaak strengere eisen gehanteerd dan voor interne veiligheid. Dat heeft te maken met de mate van vrijwilligheid. Bij externe veiligheid kunnen mensen onvrijwillig slachtoffer zijn van een incident in een bouwwerk waar ze op dat moment niet zijn: ze nemen niet deel aan een specifieke activiteit die samenhangt met het risico. Een norm voor externe veiligheid staat bijvoorbeeld beschreven in de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 1 Zie verder (dossier Ondergronds Bouwen, webitem 05). Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 1 26 Hulpkast Tramhalte Sijtwende. Foto: Arcadis, Bart Duijvestijn 27

20 Sociale veiligheid Sociale veiligheid is onderdeel van de totale veiligheid van een omgeving. Een sociaal veilige omgeving is een omgeving zonder dreiging van geweld of confrontatie met geweld. Het gaat daarbij om ongewenst gedrag door mensen en om zowel de feitelijke criminaliteit als de onveiligheidsgevoelens. Aandacht voor sociale veiligheid richt zich op het beperken van de kans dat mensen slachtoffer worden van een asociale daad en op het verminderen of wegnemen van angstgevoelens bij mensen dat dit zou kunnen gebeuren. Bij sociale veiligheid gaat het altijd om bescherming tegen door mensen veroorzaakte bedreigingen en criminaliteit. In paragraaf 1.2. staat een lijstje met voorbeelden. De gevolgen van sociale bedreigingen kunnen overigens fysiek van aard zijn, zoals bij brandstichting en terrorisme. In objectieve zin betekent sociale veiligheid dat de omgeving vrij is van de genoemde bedreigingen en criminaliteit. In subjectieve zin betekent sociale veiligheid dat mensen zich veilig voelen. Ondergrondse ruimtes hebben een ander risicoprofiel dan bovengrondse ruimtes. Ze zijn bijvoorbeeld aantrekkelijk om in rond te hangen, omdat het er relatief warm en droog is. Mensen zijn ondergronds sneller bang, zeker als de openheid of overzichtelijkheid gering is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat een ondergrondse ruimte vaak hoog scoort als risicoplek: ondergronds heeft het imago van donker, eng en benauwd. Daarom is het zeker in ondergrondse ruimtes heel belangrijk om sociale bedreigingen te voorkomen, te signaleren, te beheersen en te beperken. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 1 Vuistregels voor sociale veiligheid Sociale veiligheid kan relatief makkelijk worden beïnvloed door het ontwerp, de bouw, de inrichting en het beheer. Dit door een beperkt aantal richtlijnen in samenhang met elkaar te hanteren. Die richtlijnen worden vuistregels genoemd met de volgende kernwoorden (ZETA): voor onbedoeld gebruik gebruik. Zie verder (dossier Ondergronds Bouwen, webitem 06). Station Alphen aan den Rijn. Foto: Arcadis, Tineke Dijkstra Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk

21 30 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 1

22 Hoofdstuk 2 Besluitvorming 31 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 2

23 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 2 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 2 Station Apeldoorn. Foto: SVOB, Maarten van den Haak 32 33

24 Brandweer. Foto: IFV 2. Besluitvorming Besluitvorming over veiligheid en veiligheidsprocessen in een ondergronds bouwwerk vraagt maatwerk. Naast de ondergrens van wet- en regelgeving moeten per project maatregelen maatregelen worden genomen om veiligheid te waarborgen. Bij het bepalen van de nodige en gewenste maatregelen en voorzieningen voor veiligheid kan een aantal methodieken, modellen en instrumenten, zoals de Veiligheids Effect Rapportage (VER) of het Model Integrale Brandveligheid Bouwwerken (IBB-model) helpen. Op (dossier Ondergronds Bouwen, webitems 07, 08 en 09) zijn ze beschreven, met daarbij aanbevelingen voor wanneer en hoe ze te gebruiken. Wat altijd het liefst zo vroeg mogelijk in het ontwikkelingsproces moet worden uitgevoerd is een risicoanalyse (paragraaf 2.1). Op basis van de risicoanalyse kan namelijk het effect van maatregelen en voorzieningen worden bepaald (paragraaf 2.2.). Het is ten slotte verstandig om de complexe afwegingen en besluitvorming over maatregelen vast te leggen in een veiligheidsdossier (paragraaf 2.3.) Risicoanalyse Met een risicoanalyse worden risico s inzichtelijk gemaakt voor individuele personen, bevolkingsgroepen, eigendommen en de omgeving. Risico s kunnen op twee manieren worden geanalyseerd: analyse). Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 2 Scenarioanalyses zijn stapsgewijze kwalitatieve beschrijvingen van ongewenste gebeurtenissen die voorstelbaar en voorspelbaar zijn. Per project zijn altijd meerdere scenario s denkbaar, de keuze van de te analyseren scenario s zijn onder andere afhankelijk van het soort bouwwerk en het voorziene gebruik. Voorbeelden van scenario s zijn: brand, vandalisme of een bommelding. Kwantitatieve risicoanalyses geven een berekende kans op bedreigingen en de daaraan gekoppelde gevolgen uitgedrukt in bijvoorbeeld aantallen slachtoffers. De resultaten van deze analyses zijn uit te drukken in risicomaten, zoals een plaatsgebonden risico en een groepsrisico. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk Vluchtroute. Foto: Arcadis, Bart Duijvestijn

25 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 2 Beurstraverse Rotterdam (Koopgoot). Foto: Claire Droppert, Image Bank Rotterdam Scenarioanalyse (SceA) De scenarioanalyse (SceA) is een analyse die de mogelijke scenario s beschrijft, zonder deze te kwantificeren. Bij een scenarioanalyse wordt gekeken naar mogelijke bedreigingen, het verloop daarvan en de daaraan gekoppelde processen van zelfredding en hulpverlening. Het gaat om de ontwikkeling van een gebeurtenis, de relatie tussen de opeenvolgende stappen in die ontwikkeling en de benodigde maatregelen voor zelfredzaamheid en hulpverlening. In een scenarioanalyse worden oorzaken en gevolgen van bedreigingen op een systematische manier in kaart gebracht. Het verloop van de scenario s wordt stapsgewijs beschreven. De scenario s geven inzicht of het beschikbare voorzieningenniveau voldoende is voor zelfredzaamheid, ondersteuning van de eigen organisatie in geval van calamiteiten en de benodigde inzet van de operationele hulpdiensten. Een scenarioanalyse is een instrument dat goed te gebruiken is om te toetsen of de beoogde veiligheidsprocessen zoals zelfredding en hulpverlening adequaat afgehandeld kunnen worden. De scenarioanalyse maakt het mogelijk om vanuit verschillende invalshoeken na te gaan hoe een scenario verloopt. Het toetsen van de scenarioanalyse aan de vooraf gestelde doelen geeft de mogelijkheid om zwakke plekken in het bouwwerk, de organisatie en/of het voorzieningenniveau te inventariseren. Dit geldt ook specifiek voor het afwikkelen van incidenten. Het opstellen van gedetailleerde scenarioanalyses is arbeidsintensief en dient om praktische redenen beperkt te blijven tot de voorstelbare en voorspelbare scenario s die worden uitgewerkt. Daarmee kan de veiligheid en de robuustheid van het gebruik van een ondergrondse ruimte worden getoetst. Op zijn minst moeten de volgende scenario s worden uitgewerkt: A. Een aantal fysieke bedreigingen: brand (kleine brand, grote brand). Afhankelijk van de aard en het gebruik van het bouwwerk: constructieve technische problemen (verzakking, instorting), overstroming, explosie. B. Een aantal sociale bedreigingen: een bommelding, graffiti, vernieling, vandalisme, onbedoeld gebruik. Voorafgaand aan de start van een scenarioanalyse is het goed om vast te stellen wie moet worden betrokken en met welk mandaat de leden van een in te stellen scenarioanalyseteam deelnemen. Toetsing van het ondergrondse bouwwerk levert een advies op van dit team aan de eigenaar/ initiatiefnemer. Aanpak Scenarioanalyse: 1. Samenstellen van het scenarioanalyseteam 2. Vaststellen van de doelen en de toetsingscriteria 3. Beschrijven van specifieke scenario s op basis van de hierboven genoemde generieke scenario s. 4. Selectie van de relevante (maatgevende) scenario s: scenario s die voorstelbaar en/of voorspelbaar zijn 5. Uitwerken van de scenario s 6. Toetsen en beoordelen van het bouwwerk, de installaties en de organisatie. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk

26 Kwantitatieve risicoanalyse (QRA) Een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) geeft van alle relevante scenario s aan wat de kans van optreden is en wat de omvang van de gevolgen zijn. Voor een scenario kan het risico worden berekend door de kans van optreden te vermenigvuldigen met het gevolg. De sommatie van al deze risico s levert het totale risicoprofiel op. De benodigde kwantitatieve informatie is doorgaans lastig te achterhalen. Enerzijds komt dat doordat de (ongewenste) gebeurtenissen weinig voorkomen, anderzijds omdat die informatie vaak niet wordt vastgelegd. Toch is een QRA is ook bruikbaar in de afweging van varianten als er weinig data beschikbaar zijn. Naast de vastgelegde informatie kan informatie ook worden afgeleid uit boven- of naastliggende informatie. Soms is een kengetal beschikbaar uit een vergelijkbare sector, en soms is een kengetal beschikbaar van een groter geheel. Wanneer geen informatie beschikbaar is, kan gebruik worden gemaakt van inschattingen van experts. Zo is voor verschillende typen ondergrondse bundelingen van kabels en leidingen een QRA model ontwikkeld. Dit is vrijwel volledig gevuld door expert opinions over de kansen en de gevolgen van ongewenste gebeurtenissen, zoals het breken van een leiding. Zie verder (dossier Ondergronds Bouwen, webitem 11). Risicomatrix Het aantal en de classificatie van risico s kan in een risicomatrix worden weergegeven, gebruikmakend van de definitie van het begrip risico: risico = kans x gevolg. De faalkans en de ernst van de gevolgen kunnen worden gekwalificeerd in: groot (G), middel (M), klein (K) en nihil (N). Met een kleurencode kan het risico vervolgens worden geïdentificeerd: rood (hoog risico, grote kans: niet accepteren), oranje (gemiddeld risico), geel (laag risico), groen (zeer laag risico met een klein gevolg: accepteren). Het maken van een risicomatrix is een goede methode om grote risico s (catastrofes met excessieve schade) in beeld te brengen: die zitten in het rode gebied. Als voorbeeld is in deze matrix te zien dat in totaal 33 risico s zijn geïnventariseerd, waarvan 9 zich in het hoge risicogebied bevinden (rood), 17 in het gemiddelde risicogebied (oranje), 6 in het lage risicogebied (geel) en 1 in het te accepteren risicogebied (groen). G kans van optreden M K N Legenda N: nihil K: klein M: middel G: groot N K M G ernst van het gevolg groen: zeer laag risico geel: laag risico oranje: gemiddeld risico rood: hoog risico Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 2 Afweging tussen scenarioanalyse en risicoanalyse In de huidige wetgeving zijn voor ondergrondse bouwwerken geen toetscriteria voor kwantitatieve risicoanalyses beschikbaar. Daarom ligt het meer voor de hand het bouwwerk te toetsen aan de hand van de kwalitatieve scenarioanalyse. Op onderdelen kan dit worden uitgebreid met kwantitatieve analyses. Gegeven de resultaten van de scenarioanalyse kan worden beoordeeld of het bouwwerk, de inrichting, de installaties en de organisatie in samenhang met de gekozen veiligheidsmaatregelen en de beoogde mogelijkheden voor zelfredzaamheid en hulpverlening voldoen aan de eisen. Hierbij gaat het in eerste instantie om de eisen voor het maximale aantal dodelijke slachtoffers (plaatsgebonden risico, groepsrisico), waarbij ook het aantal gewonden en constructieve schade kunnen worden betrokken. Eisen aan de scenarioanalyse zijn niet algemeen vastgesteld en moeten per situatie worden vastgesteld. Indien niet aan de eisen wordt voldaan zal gezocht moeten worden naar andere maatregelen en moet het effect daarvan op de scenario s en de uiteindelijke risico s worden doorberekend. 38 Brandweer. Foto: IFV 39 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 2

27 2.2. Maatregelen Voor de geïdentificeerde risico s wordt nagegaan in hoeverre risicoreducerende maatregelen mogelijk zijn. Maatregelen kunnen kansgericht en/of gevolggericht zijn. Allebei dragen ze bij aan een reductie van het uiteindelijke risico: 1. De kansreducerende maatregelen richten zich op het normale gebruik van het bouwwerk. Ze reduceren de kans op ongewenste gebeurtenissen. 2. De gevolgreducerende maatregelen hebben een vangnet -functie (back-up), ze beperken de gevolgschade zoveel mogelijk. kans kans verkleinen 1 groot risico (niet accepteren) 3 Station Hilversum. Foto: Arcadis, Michel Kievits klein risico (accepteren) gevolg verkleinen 2 gevolg Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 2 Een risico met een grote kans en een relatief beperkt gevolg (nummer 1 in de grafiek) kan het beste worden gereduceerd met een kansreducerende maatregel. Een risico met een relatief kleine kans en een groot gevolg (nummer 2 in de grafiek) kan beter worden gereduceerd met een gevolgreducerende maatregel. Is zowel het gevolg als de kans relatief groot (nummer 3 in de grafiek), dan kan een keuze worden gemaakt tussen kansof gevolgreducerende maatregelen of een combinatie van beide. Als voorbeeld (zie kader volgende pagina) wordt een overzicht gegeven van mogelijke maatregelen tegen een aantal bedreigingen. De maatregelen zijn ingedeeld naar: Per project kan een dergelijk schema worden gemaakt, afhankelijk van de bedreigingen en gewenste maatregelen. Op (dossier Ondergronds Bouwen, webitem 12) staat meer informatie over mogelijke maatregelen. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk

28 Vluchtgedrag Voor een goede afweging van alle mogelijke maatregelen is begrip van menselijk gedrag in gebouwen van belang. Het gaat om zowel kansreducerende als gevolgreducerende maatregelen. Preventief, maar vooral als ondersteuning bij de zelfredzaamheid na een incident. Het gedrag van slachtoffers in een ondergrondse besloten ruimte vraagt bijzondere aandacht, vooral bij brand. Mensen zijn in het algemeen geneigd niet te willen vluchten, als ze bijvoorbeeld geen snelle, duidelijke en coherente informatie hebben over de vluchtmogelijkheden, de bron van het gevaar en als anderen ook niets doen. Als ze uiteindelijk wel vluchten kunnen ze te maken krijgen met specifieke problemen: oriëntatie (waar is de vluchtroute?), te overbruggen hoogteverschillen, volgebouwde ruimtes, gebrek aan licht en lastige deuropeningsmechanismen. Deze problemen spelen overigens ook een rol in bovengrondse bouwwerken, maar vragen bij ondergrondse bouwwerken speciale aandacht omdat de vluchtmogelijkheden vaak beperkt zijn. Brandblusapparaat. Foto: IFV Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 2 Mogelijke maatregelen Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk

29 Zelfredzaamheid Zelfredzaamheid betreft het vermogen van mensen om zichzelf te redden bij een calamiteit. Parameters voor de zelfredzaamheid van gebouwen bij brand staan in bijgaande figuur. De parameters voor menskenmerken en gebouwken merken zijn vrijwel hetzelfde voor het optimaliseren van zelfredzaamheid bij een aantal sociale bedreigingen (geweld, bommeldingen, intimidatie, vandalisme). mate van zelfredzaamheid Bouwkundige en installatietechnische maatregelen Het aantal mogelijke maatregelen voor een veilig ontwerp van bouwwerken is in feite oneindig. Elk bouwkundig ontwerp is maatwerk. Het interieur en de installaties zijn daarbij sterk tijdgevoelig. Het interieur is mode/trendgevoelig en installatietechnische maatregelen kunnen snel verouderen door technische ontwikkelingen. Organisatorische maatregelen Organisatorische maatregelen zijn in te delen naar: operationeel management, crowdmanagement en facilitair management. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 2 menskenmerken gebouwkenmerken brandkenmerken Persoonskenmerken Profiel Karakter Kennis en ervaring Waarnemingsvermogen Beoordelingsvermogen Verplaatsingsvermogen Sociale kenmerken Onderlinge sociale relatie Taakcommitment Rol/verantwoordelijkheid Situatiekenmerken Opmerkzaamheid Fysieke positie Bekendheid met lay-out Technische kenmerken Lay-out Installaties Materialen Compartimentering Omvang/hoogte gebouw Situatie kenmerken Focuspunt Bezettingsdichtheid Gemak van wayfinding Bedrijfshulpverlening Handhaving Waarneembare kenmerken Zichtbare kenmerken Ruikbare kenmerken Hoorbare kenmerken Voelbare kenmerken Snelheid van de brandontwikkeling Rookdichtheid Toxiciteit Hitte Zie ook Dossier zelfredzaamheid, Rapporten en publicaties: Analysemodel vluchtveiligheid, systematische analyse van vluchtveiligheid van gebouwen (IFV, afdeling onderzoek, ). Operationeel management Operationeel management betreft het ontwikkelen en het uitvoeren van een calamiteitenbestrijdingsplan en een ontruimingsplan met: In het calamiteitenplan zijn de verantwoordelijkheden in geval van nood vastgelegd. Het moet duidelijk zijn wie wat doet en hoe de communicatie met de nood- en hulpdiensten verloopt. Het gaat om het geheel aan maatregelen die beogen de gevolgen van een incident te beperken, escalatie te voorkomen en de afhandeling snel en adequaat te laten verlopen. Crowd- en voidmanagement Crowdmanagement is het sturen en beheersen van grote mensenmassa s. zou voidmanagement genoemd kunnen worden. Door toezicht, eventueel ondersteund met telsystemen, kan de hoeveelheid personen in een ondergrondse ruimte worden begrensd. Hoge dichtheden in de spitstijden en bij manifestaties en evenementen moeten actief worden bewaakt om te voorkomen dat mensen worden verdrongen en om een beheerste evacuatie mogelijk te maken: crowdcontrol. In stille uren kunnen voetgangersstromen gebundeld worden door bepaalde delen van de ruimte af te sluiten, waardoor onderlinge sociale controle wordt vergroot. Dergelijke afsluitingen moeten wel zorgvuldig worden bepaald aan de hand van functionele routes en ze mogen een ontruimingsplan niet belemmeren. Ook voor de veiligheid van personeel is voidmanagement nodig bij het afsluiten van winkels na sluitingstijd bijvoorbeeld. Ook dan moet bewaking en toezicht zijn geregeld. Facilitair management Facilitair management betreft onder andere: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 2

30 2.3. Veiligheidsdossier Het is verstandig om vanaf de start van een project voor de realisatie van een ondergronds bouwwerk een veiligheidsdossier bij te houden. In een veiligheidsdossier worden de relevante overwegingen en keuzes over veiligheidszaken gedurende de projectontwikkeling en tijdens het gebruik en beheer opgenomen. Het wordt in de loop van de tijd steeds verder gevuld, waarmee overwegingen en besluiten over het gewenste en gerealiseerde veiligheidsniveau, over ontwerpbeslissingen, maatregelen en voorzieningen worden vastgelegd en voor toekomstige afwegingen bekend blijven. Het dossier moet gedurende de looptijd van het gebruik van het ondergrondse bouwwerk bewaard en bijgehouden worden, zodat ook op langere termijn kennis behouden blijft over maatregelen, achtergronden en overwegingen. In het dossier wordt minstens vastgelegd: - In de loop van het proces wordt het dossier gevuld met de resultaten van veiligheidsstudies, besluitvorming over wijzigingen en informatie over maatregelen en voorzieningen. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 2 Mogelijke inhoud van een veiligheidsdossier 1. Inleiding 1.1. Aanleiding oprichten bouwwerk 1.2. Wet- en regelgeving, documenten, toetskader 2. Ondergronds bouwwerk 2.1. Functie en gebruik 2.2. Voorzieningen en organisatie 3. Stakeholdersanalyse 3.1. Beschrijving betrokkenen en RASCI analyse 3.2. Benoemingen 4. Planfase en bouw 4.1. Omgevingsvergunning 4.2. Maatregelen, voorzieningen en gelijkwaardigheid 5. Exploitatie 5.1. Veiligheidsbeheerplan 5.2. Storingsanalyses 6. Inspecties 6.1. Periodieke inspectierapporten 6.2. Overige inspectiedocumenten 7. Opleidingen en oefeningen 7.1. Lijst van de uitgevoerde veiligheidsoefeningen en conclusies 7.2. Overige documenten over opleidingen en oefeningen 8. Incidenten 8.1. Registratie en analyses van significante incidenten, ongelukken en bijna-ongelukken 8.2. Overige documenten over incidenten Amfora. Beeld: Strukton Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk

31 48 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 2

32 Hoofdstuk 3 Proces 49 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 3

33 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 3 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 3 Nieuwe vleugel Drents Museum. Foto: J. Collingridge 50 51

34 Hilversum Station. Foto: Arcadis, Michel Kievits 3. Proces Gedurende de gehele levenscyclus van een ondergronds bouwwerk worden besluiten genomen over veiligheidszaken. Bij nieuwbouw gebeurt dit vanaf de eerste planvorming, bij bestaande bouwwerken gebeurt dit bijvoorbeeld bij wijzigingen in het gebruik en beheer. Het is verstandig om veiligheid zo vroeg mogelijk op de agenda te zetten en te starten met het aanmaken van een veiligheidsdossier, ook vooral vanwege de bijzondere veiligheidsrisico s en specifieke bedreigingen in ondergrondse bouwwerken. Als veiligheid geen aandacht krijgt in de initiatief- en ontwerpfase blijkt achteraf vaak dat problemen, bewust of onbewust, zijn doorgeschoven naar een latere fase. Het resultaat kan zijn dat tijdens de bouw en - nog later - tijdens het gebruik dure en onbevredigende achteraf-oplossingen moeten worden gezocht om toch te kunnen voldoen aan het gewenste veiligheidsniveau. Het is daarbij belangrijk dat alle betrokkenen op het juiste moment invulling geven aan hun taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden om tot een evenwichtige besluitvorming te komen. De verantwoordelijkheid voor een veilig bouwwerk ligt wettelijk, maar ook sociaal-maatschappelijk, primair bij de initiatiefnemer/eigenaar. Bij ondergrondse projecten zijn vaak veel stakeholders (belanghebbenden) betrokken, waarbij het uiteindelijke veiligheidsniveau van het bouwwerk een resultante is van alle randvoorwaarden, eisen en wensen van de stakeholders. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 3 Dit hoofdstuk beschrijft schematisch wat, wanneer en door wie wat moet/ kan worden gedaan in de onderscheiden fases: initiatief en programma, ontwerp, bouw, gebruik en beheer. Bij de start is het nodig de eisen voor de organisatie en het gebruik vast te stellen. In de loop van de procesfases worden deze eisen verder uitgewerkt naar eisen voor het bouwwerk, maatregelen en voorzieningen en de organisatie van, beheer en onderhoud. Binnen en tussen de fases moeten veiligheidsaspecten telkens worden geverifieerd en gevalideerd: Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk

35 3.1. Initiatief Een initiatiefnemer zal een verkenning naar de ligging, functie en mogelijkheden van een benodigde ondergrondse ruimte doen. Locatieonderzoek en onderzoek naar het bestemmingsplan zal één van de eerste stappen zijn ging zijn. De genummerde onderdelen in het schema worden toegelicht. 1. Wettelijk kader, voorschriften, richtlijnen. In een vroeg stadium is het goed om vast te stellen welke voorschriften en richtlijnen worden gehanteerd: 1. Wet- en regelgeving (expliciete regelgeving voor ondergrondse bouwwerken is zeer beperkt, met uitzondering van tunnels.) 2. Voorschriften, normen, en richtlijnen waarnaar in wet- en regelgeving wordt verwezen en/of die voor een project worden voorgeschreven (door het bevoegd gezag en/of participanten). 3. Overige leidraden, handreikingen of kennisdocumenten. De figuur hieronder wordt de documentenpiramide genoemd: hoe hoger een document in de piramide zit, hoe meer leidend/bindend deze voor het project is. Op (dossier Ondergronds Bouwen, webitem 13) staat een overzicht van de documenten. Wet- en regelgeving Voorschriften, normen en richtlijnen Leidraden, handreikingen, kennispublicaties Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 3 2. Krachtenveldanalyse Voor een krachtenveldanalyse kunnen RASCItabellen worden gebruikt. Dat zijn tabellen waarin de rollen en verantwoordelijkheden van de projectpartijen zijn vastgelegd. In de tabellen wordt per (deel)taak vastgelegd wie Responsible, Accountable, Supportive, Contributing of Informative is. Zie (dossier Ondergronds Bouwen, webitem 14). 3. Inventarisatie procesmethodieken Aan de hand van een aantal specifieke procesmethodieken kan veiligheid worden geborgd door: werken (IBB-model) Welke methodiek wordt gevolgd is afhankelijk van het project en de wens van de stakeholders. Zie (dossier Ondergronds Bouwen, webitems 07, 08 en 09). 4. Programma van Eisen deel over veiligheid worden opgenomen met daarin minimaal: de documentenpiramide, het gewenste veiligheidsniveau en de gewenste maatregelen en voorzieningen. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk

36 3.2. Ontwerp Het ontwerp moet in de diverse ontwerpstadia worden getoetst aan de eisen en specificaties voor het gewenste veiligheidsniveau. Na afronding van het ontwerpproces wordt de Omgevingsvergunning om te mogen bouwen aangevraagd. Omdat voor ondergrondse bouwwerken geen prestatie-eisen voor veiligheid zijn voorgeschreven in het Bouwbesluit, zal vaak moeten worden aangetoond dat veiligheidsmaatregelen gelijkwaardig zijn (zie dossier Ondergronds Bouwen, webitem 15). Twee praktijkvoorbeelden, over het Stadshart Almere en over het Souterrain Den Haag, zijn beschreven op (dossier Ondergronds Bouwen, webitem 17). Stationspassage Eindhoven. Beeld: Arcadis, Luc Veeger Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 3 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk

37 3.3. Bouw Tijdens de bouw en bij de oplevering van het ondergrondse bouwwerk moet het resultaat regelmatig worden getoetst aan het gewenste veiligheids- plan) moeten worden opgesteld en vastgelegd (NB: de veiligheid van de arbeidsomstandigheden tijdens de bouw is géén onderdeel van deze handreiking). catie) kan worden vastgelegd hoe tijdens de bouw de veiligheid van omwonenden en passanten wordt gewaarborgd. Zie (dossier Ondergronds Bouwen, webitem 16). Bouwplaats. Foto: IFV Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 3 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk

38 3.4. Gebruik en beheer Bij de ingebruikname van het bouwwerk wordt informatie overgedragen aan de beheerder en/of de exploitant(en). Het feitelijke gebruik en het gerealiseerde veiligheidsniveau kunnen worden vastgesteld door periodieke registratie en evaluatie van incidenten en bijna-incidenten en door regelmatige beoordeling en toetsing van de veiligheidssituatie. Tijdens het gebruik kunnen de eisen voor het veiligheidsniveau worden gewijzigd: seerd. Bijvoorbeeld: de verlichting valt vaker uit dan was voorzien, of de ruimte wordt oneigenlijk gebruik door zwervers. In dat geval wordt in feite het proces geheel of gedeeltelijk weer opnieuw doorlopen (programma, ontwerp, verbouw, gebruik). Stadshart Almere. Foto: SVOB, Maarten van den Haak Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk 3 Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Hoofdstuk

39 Samenvatting Voor het ontwikkelen, ontwerpen, beheren en gebruiken van een veilig ondergronds bouwwerk wordt hier per fase een samenvattend overzicht gegeven met aanbevelingen. De overzichten kunnen worden gebruikt als checklist om alle noodzakelijke stappen te doorlopen. Duidelijk wordt waaraan - per fase - moet worden gedacht, wat er moet gebeuren en welke actoren hierbij zijn betrokken. Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Samenvatting Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Samenvatting 62 63

40 Webitems De (papieren) handreiking is zo beknopt mogelijk. Ter aanvulling worden specifieke items uitgediept en actueel gehouden op (Dossier Ondergronds Bouwen). 01. Literatuur en publicaties 02. Actuele wet- en regelgeving 03. Begrippenlijst 04. Vormen/functies Ondergrondse bouwwerken 05. Fysieke Veiligheid 06. Sociale Veiligheid 07. Veiligheidseffectrapportage (VER) 08. Model Integrale Brandveiligheid Bouwwerken (IBB-model) 09. Het Integraal Plan Brandveiligheid (IPB) 10. Scenarioanalyse (SceA) 11. Semikwantitatieve risicoanalyse 12. Mogelijke maatregelen en voorzieningen 13. Kennisdocumenten 14. Stakeholdersanalyse 15. Gelijkwaardigheid 16. BLVC-plan 17. Twee praktijkvoorbeelden: Stadshart Almere en Souterrain Den Haag Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Webitems 64

Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken

Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Ita Luten Oscar Koebrugge Bart Duijvestijn Charlotte Boschloo 1Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken

Nadere informatie

Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken

Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken 1Handreiking Veiligheid ondergrondse bouwwerken Colofon Colofon Samenstelling Ita Luten, Ita Luten Advies (Auteur)

Nadere informatie

Handreiking Veiligheid Ondergrondse Bouwwerken

Handreiking Veiligheid Ondergrondse Bouwwerken Handreiking Veiligheid Ondergrondse Bouwwerken een proceshandreiking voor de praktijk Bart Duijvestijn, ARCADIS Imagine the result Inleiding Van leidraad naar handreiking. Begrippen. Besluitvorming. Proces.

Nadere informatie

FSE op basis van psychonomie

FSE op basis van psychonomie FSE op basis van psychonomie Margrethe Kobes Senior-onderzoeker NIFV Promovenda VU Amsterdam Inleiding Psychonomie: mens en omgeving Resultaten praktijkonderzoek in een hotel Gebruik van transparanten

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 20 Onderwijs

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 20 Onderwijs Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bevoegdhedenschema 20 Onderwijs Bevoegdhedenschema onderwijs versie 2015 voor de rol van het openbaar bestuur bij ongevallen en rampen, zie het schema rampenbestrijding

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 23 Onderwijs

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 23 Onderwijs Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 23 Onderwijs 23 Onderwijs versie 2015 Crisistypen ongeval of ramp aantasting openbare orde geweldsincident zedenincident suïcide bedreiging continuïteit

Nadere informatie

Evenementen Gemeente Almere. Henk Roelandschap Coördinator vergunningen evenementen

Evenementen Gemeente Almere. Henk Roelandschap Coördinator vergunningen evenementen Evenementen Gemeente Almere Henk Roelandschap Coördinator vergunningen evenementen Evenemententerrein Almeerderstrand Definitie evenement APV Artikel 2:9 Begripsbepaling evenement 1.In deze afdeling wordt

Nadere informatie

Handreiking voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden in Groningen

Handreiking voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden in Groningen Handreiking voor het uitvoeren van studies naar het effect van aardbevingen voor bedrijven in de industriegebieden in Groningen Opzet van de studie naar de effecten van een aardbeving Fase 1: kwalitatieve

Nadere informatie

Workshop Zelfredzaamheid bij brand De zorg voor een veilige ontvluchting

Workshop Zelfredzaamheid bij brand De zorg voor een veilige ontvluchting Workshop Zelfredzaamheid bij brand De zorg voor een veilige ontvluchting Margrethe Kobes en Karin Groenewegen Onderzoekers NIFV Nibra 4-11-2009 1 Doelen Verkrijgen van inzicht in aspecten die zelfredzaamheid

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Kaart 24 - Cultureel erfgoed 24 Cultureel erfgoed Versie april 2012 crisistypen bedreiging van cultureel erfgoed door rampen, onlusten, bezettingen, aanslagen

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Beleidskader

Memo. Inleiding. Beleidskader Memo datum 13 maart 2013 aan Hester van Griensven Croonen Adviseurs van Roel Kouwen Antea Group kopie Jeroen Eskens Antea Group project Bestemmingsplan Gezondheidscentrum Labouréstraat, Beek projectnummer

Nadere informatie

Zelfredzaamheid bij brand

Zelfredzaamheid bij brand Zelfredzaamheid bij brand Margrethe Kobes Onderzoeker NIFV Promovenda VU, Crisislab 6-6-2008 1 Inhoud Conclusies uit literatuuronderzoek Meer dan 300 wetenschappelijke publicaties incidentanalyses Experimentanalyses

Nadere informatie

2. Actuele wet- en regelgeving

2. Actuele wet- en regelgeving 2. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, per 1 oktober 2010) regelt de omgevingsvergunning voor het bouwen (voorheen de bouwvergunning) en de omgevingsvergunning/gebruiksmelding

Nadere informatie

Projectevaluatie. Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven 2010. Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid

Projectevaluatie. Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven 2010. Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid Projectevaluatie Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven 00 Projectleider : Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid Datum: 8 augustus 00 Ondertekening: Opdrachtgever: Datum:

Nadere informatie

Schoonderbeek en Partners Advies BV Postbus 374 6710 BJ Ede Trefwoorden: Gezondheidszorgfunctie, (sub)brandcompartimentering Datum: 7 oktober 2010

Schoonderbeek en Partners Advies BV Postbus 374 6710 BJ Ede Trefwoorden: Gezondheidszorgfunctie, (sub)brandcompartimentering Datum: 7 oktober 2010 AANVRAAG Registratienummer: Betreft: Eisen bestaand gezondheidszorggebouw Aanvrager: ir. C.A.E. (Kees) Rijk Schoonderbeek en Partners Advies BV Postbus 374 6710 BJ Ede Trefwoorden: Gezondheidszorgfunctie,

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 20 Onderwijs

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Bevoegdhedenschema 20 Onderwijs Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bevoegdhedenschema 20 Onderwijs Bevoegdhedenschema onderwijs versie 2018 voor de rol van het openbaar bestuur bij ongevallen en rampen, zie het schema rampenbestrijding

Nadere informatie

Kwaliteitsverbetering van een bedrijfsnoodorganisatie door middel van scenario s Danny A. Jolly, Regionale brandweerorganisatie

Kwaliteitsverbetering van een bedrijfsnoodorganisatie door middel van scenario s Danny A. Jolly, Regionale brandweerorganisatie Kwaliteitsverbetering van een bedrijfsnoodorganisatie door middel van scenario s Danny A. Jolly, Regionale brandweerorganisatie Jolly@rbogv.nl Inleiding Om verschillende typen incidenten als gevolg van

Nadere informatie

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek. In de BEROEPSCOMPETENTIES CIVIELE TECHNIEK 1 2, zijn de specifieke beroepscompetenties geformuleerd overeenkomstig de indeling van het beroepenveld.

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 24 Cultureel erfgoed

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 24 Cultureel erfgoed Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 24 Cultureel erfgoed 24 Cultureel erfgoed versie 2015 Crisistypen bedreiging van cultureel erfgoed door rampen, onlusten, bezettingen, aanslagen

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Voor infectieziekten, zie Bestuurlijke Netwerkkaart infectieziekte

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 20 Sociale zekerheid

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 20 Sociale zekerheid Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 20 Sociale zekerheid 20 Sociale zekerheid versie 2015 Crisistypen (dreigende) stagnatie in het verstrekken van uitkeringen Bevoegd gezag uitvoeringsorganisaties

Nadere informatie

Verantwoording van het groepsrisico

Verantwoording van het groepsrisico Verantwoording van het groepsrisico B1.1. Beleidskader Op basis van het artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de Circulaire Risiconormering Vervoer van Gevaarlijke Stoffen

Nadere informatie

Externe Veiligheid. Bedrijventerrein Laarberg. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen. december 2013 concept

Externe Veiligheid. Bedrijventerrein Laarberg. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen. december 2013 concept Externe Veiligheid Bedrijventerrein Laarberg Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen december 2013 concept Externe Veiligheid Bedrijventerrein Laarberg Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen

Nadere informatie

Datum : 16 april 2015 : Externe veiligheid aanzet verantwoording groepsrisico

Datum : 16 april 2015 : Externe veiligheid aanzet verantwoording groepsrisico Notitie Project Projectnummer : 15-056 EV Betreft : Externe veiligheid aanzet verantwoording groepsrisico Behandeld door : Linda Gelissen 1 Inleiding Aan de Beatrixlaan te Weert wordt een Kennis en Expertise

Nadere informatie

Algemeen Reglement van de Certificering voor bedrijfsnoodorganisaties

Algemeen Reglement van de Certificering voor bedrijfsnoodorganisaties Algemeen Reglement van de Certificering voor bedrijfsnoodorganisaties Nederlands Instituut BedrijfsnoodOrganisatie Versie 3: Maart 2015 Inhoudsopgave 1. Samenvatting... 3 2. Definities... 4 3. Inleiding...

Nadere informatie

VEILIGE LEEFOMGEVING

VEILIGE LEEFOMGEVING Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Samen werken aan een VEILIGE LEEFOMGEVING Continuïteit van de samenleving Veilige leefomgeving Zelfredzame samenleving Veilige bouwwerken Effectieve hulpverlening Beschermen

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Kaart 22 - Media 22 Media Versie april 2012 crisistypen media: gebrek aan normale middelen tot het doen van mededelingen aan het publiek bevoegd gezag minister-president

Nadere informatie

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Datum : 24 januari 2018 Aan Van : Frederik Stouten : Marcel Scherrenburg Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid. Inleiding Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken

Nadere informatie

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL Om snel een inschatting te maken van het risico op brandoverslag bij industriële hallen kunt u de ROCKWOOL brandoverslag Rekentool gebruiken. Hiermee kan de benodigde brandwerendheid

Nadere informatie

Annex XV - Veiligheid en gezondheid. Tijdelijke parkeervoorziening rechtbank Amsterdam

Annex XV - Veiligheid en gezondheid. Tijdelijke parkeervoorziening rechtbank Amsterdam Annex XV - Veiligheid en gezondheid Tijdelijke parkeervoorziening rechtbank Amsterdam Versie 2.0 Datum 4 mei 2015 Status Definitief Ondertekening Paraaf Rijksvastgoedbedrijf, Paraaf Opdrachtnemer, Colofon

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico

Verantwoording groepsrisico Verantwoording groepsrisico Bestemmingsplan Weijpoort 21 en 21a-c Status: Definitief Datum: 4 juli 2017 Kenmerk Omgevingsdienst Midden-Holland: 2017112780 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

MEMO. Gemeenteraad van Delft, Raadscommissies Leefbaarheid en Duurzaamheid Kernteam werkgroep Integrale Veiligheid Spoorzone Delft

MEMO. Gemeenteraad van Delft, Raadscommissies Leefbaarheid en Duurzaamheid Kernteam werkgroep Integrale Veiligheid Spoorzone Delft MEMO AAN: VAN: Gemeenteraad van Delft, Raadscommissies Leefbaarheid en Duurzaamheid Kernteam werkgroep Integrale Veiligheid Spoorzone Delft ONDERWERP: Overzicht consequenties transport gevaarlijke stoffen

Nadere informatie

Integrale brandveiligheid o Integraal: voltallig, geheel => allesomvattend o Allesomvattende brandveiligheid BIO: bouwkundig, installatietechnisch, or

Integrale brandveiligheid o Integraal: voltallig, geheel => allesomvattend o Allesomvattende brandveiligheid BIO: bouwkundig, installatietechnisch, or Integrale brandveiligheid vanuit een risicogerichte benadering Rudolf van Mierlo Efectis Nederland www.efectis.nl 1 Inhoud o Integrale brandveiligheid o o Ervaringen o De toekomst o Stellingen www.efectis.nl

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012 Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012 Inhoudsopgave 1 1 Aanleiding In en in de nabijheid van het bestemmingsplangebied

Nadere informatie

Checklist voor controle (audit) NEN 4000

Checklist voor controle (audit) NEN 4000 Rigaweg 26, 9723 TH Groningen T: (050) 54 45 112 // F: (050) 54 45 110 E: info@precare.nl // www.precare.nl Checklist voor controle (audit) NEN 4000 Nalooplijst hoofdstuk 4 Elementen in de beheersing van

Nadere informatie

23-4-2015. Brandveiligheid en continuïteit

23-4-2015. Brandveiligheid en continuïteit Verhogen van bedrijfscontinuïteit met actieve blussystemen John van Lierop Nederlandse Organisatie voor Brandveiligheid European Fire Sprinkler Netwerk Olaf van Alst Marsh Risk Consulting 16 april 2015

Nadere informatie

WAAROM DOEN WE ONDERZOEK?

WAAROM DOEN WE ONDERZOEK? 02 WIE ZIJN WE? De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV) is onafhankelijk toezichthouder op het terrein van politie, brandweer, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR),

Nadere informatie

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F Heijmans Vastgoed b.v. Maart 2012 Concept Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F dossier : BA8595 registratienummer

Nadere informatie

Advies brandveiligheid omgevingsvergunning

Advies brandveiligheid omgevingsvergunning 17-051625 81E7E57509724BEC836C4237E607EC0EAdvies brandveiligheid omgevingsvergunningfirstwatch document Advies brandveiligheid omgevingsvergunning 1. Gegevens aanvraag 2. Gegevens advies Zaaknummer VNOG

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Voor infectieziekten, zie Bestuurlijke Netwerkkaart infectieziekte

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 12 Nooddrinkwater en noodwater

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 12 Nooddrinkwater en noodwater Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 12 Nooddrinkwater en noodwater 12 Nooddrinkwater en noodwater Versie 2015 Crisistypen (dreigende) verstoring van de openbare drinkwatervoorziening

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5

Nadere informatie

BRANCHEORGANISATIES ZORG (BOZ) MET ONDERSTEUNING VAN

BRANCHEORGANISATIES ZORG (BOZ) MET ONDERSTEUNING VAN MIRIAM KOP Programmamanager BRANCHEORGANISATIES ZORG (BOZ) EN MET ONDERSTEUNING VAN 1. Weet u wat risicogestuurde brandveiligheid is? 1. Kunt u dat uitleggen aan een ander? 2. Bespreek 3 kenmerken met

Nadere informatie

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland Brandweer Amsterdam-Amstelland Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig Advies Externe Veiligheid Meet Inn Maroastraat 39 in Amsterdam Nieuw- West Referentie: 0046/RoEv-2016 Datum: 22 september 2016 Behandeld

Nadere informatie

5. Fysieke veiligheid

5. Fysieke veiligheid 5. betreft de bescherming of het zich beschermd voelen tegen gevaar dat veroorzaakt wordt door fysieke bedreigingen. Fysieke bedreigingen ontstaan uit (combinaties van) mechanische, chemische, biologische

Nadere informatie

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen AGENDAPUNT 2 Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 12 december 2014 Strategische Agenda Crisisbeheersing In Veiligheidsregio Groningen werken wij met acht crisispartners (Brandweer, Politie,

Nadere informatie

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor DWI-locatie, Polderweg

Nadere informatie

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016 Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016 Brzo 2015, Artikel 10 1. De exploitant van een hogedrempelinrichting stelt een veiligheidsrapport op en

Nadere informatie

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden 33 Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 34 Veiligheidsregio Haaglanden HlMlIIlil

Nadere informatie

Zoetermeer. Innovatiefabriek. Kwantitatieve risicoanalyse. 090301.1778700 14-05-2013 concept. ir. R.A. Sips. ing. J. Lauf

Zoetermeer. Innovatiefabriek. Kwantitatieve risicoanalyse. 090301.1778700 14-05-2013 concept. ir. R.A. Sips. ing. J. Lauf Zoetermeer Innovatiefabriek Kwantitatieve risicoanalyse identificatie status projectnummer: datum: status: 090301.1778700 14-05-2013 concept opdrachtleider: ir. R.A. Sips auteur: ing. J. Lauf Adviesbureau

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 185/6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/1136 VAN DE COMMISSIE van 13 juli 2015 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 402/2013 betreffende de gemeenschappelijke veiligheidsmethode voor risico-evaluatie

Nadere informatie

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016 AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016 Contactpersonen PETER RIKUMAHU Bouwkundig Specialist T +31884261261 M +31627060543 E peter.rikumahu@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus

Nadere informatie

2. Situering. De situering van het geplande woning is in onderstaande figuur weergegeven.

2. Situering. De situering van het geplande woning is in onderstaande figuur weergegeven. Notitie 2015.394-1: Beperkte verantwoording realisatie van een woning aan de Duisterestraat 30A te Doornenburg in de gemeente Lingewaard Berg en Terblijt, 23 november 2015 1. Inleiding In verband met de

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0411 Aantal pagina s : 9 exclusief

Nadere informatie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen RUD Utrecht Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer Opdrachtgever : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen Adviseur : RUD Utrecht Auteur : de heer R. Polman Projectnummer : Z-AD-2017-0324 Aantal pagina

Nadere informatie

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Agendapuntnr.: 14 Nr.: 142585 Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014 Geachte raad, Aan de gemeenteraad Samenvatting:

Nadere informatie

Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen SAMEN TEGEN CRIMINALITEIT EN ONVEILIGHEID

Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen SAMEN TEGEN CRIMINALITEIT EN ONVEILIGHEID Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijventerreinen SAMEN TEGEN CRIMINALITEIT EN ONVEILIGHEID CRIMINALITEIT EN ONVEILIGHEID Het bedrijfsleven in Nederland is sinds jaar en dag slachtoffer van criminaliteit.

Nadere informatie

GHOR en risicobeheersing in de gebouwde omgeving

GHOR en risicobeheersing in de gebouwde omgeving GHOR en risicobeheersing in de gebouwde omgeving Dr.ir. Nils Rosmuller Lector Transportveiligheid GHOR-NL Inhoud Risicobeheersing Enkele ervaringen Enkele tools Mijn visie voor de GHOR Risicobeheersing

Nadere informatie

Tijd 13.00 uur 17.00 uur Ons kenmerk Zeepkist4/9_N_11_46915

Tijd 13.00 uur 17.00 uur Ons kenmerk Zeepkist4/9_N_11_46915 Verslag 1 e bijeenkomst startup Veiligheid tunnels ProjectOmschrijving Datum 29 maart 2011 Plaats CURNET/COB, Gouda Tijd 13.00 uur 17.00 uur Ons kenmerk Zeepkist4/9_N_11_46915 Op het gebied van de veiligheid

Nadere informatie

Brandveiligheidsmanagement inrichtingen binnen uw Zorgorganisatie. Iwan van Oijen Brafon Brandveiligheidsmanagement

Brandveiligheidsmanagement inrichtingen binnen uw Zorgorganisatie. Iwan van Oijen Brafon Brandveiligheidsmanagement Brandveiligheidsmanagement inrichtingen binnen uw Zorgorganisatie Iwan van Oijen Brafon Brandveiligheidsmanagement Agenda Doelstelling Juridisch kader Bouwstenen brandveiligheid Strategisch kader Praktijk

Nadere informatie

Rapport GHOR. Datum 4 augustus 2010. Status Gepubliceerd. GHOR Procedure. Versie 1.1. Risicomanagement bij evenementen

Rapport GHOR. Datum 4 augustus 2010. Status Gepubliceerd. GHOR Procedure. Versie 1.1. Risicomanagement bij evenementen Rapport GHOR GHOR Procedure Datum 4 augustus 2010 Status Gepubliceerd Versie 1.1 Colofon Opdrachtgever Bureau GHOR Brabant-Zuidoost Auteur(s) Gemeente Eindhoven / dhr. E.J. Smeets Eindredactie dhr. E.J.

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 20 Sociale zekerheid

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 20 Sociale zekerheid Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 20 Sociale zekerheid 20 Sociale zekerheid versie 2018 Crisistypen (dreigende) stagnatie in het verstrekken van uitkeringen Bevoegd gezag minister

Nadere informatie

Risicomanagement en Weerstandsvermogen

Risicomanagement en Weerstandsvermogen Risicomanagement en Weerstandsvermogen Boxmeer, 28 september 2010 tbo . Inhoudsopgave Risicomanagement en weerstandsvermogen 1. Inleiding...3 1.1. Aanleiding... 3 1.2. Doelstelling en reikwijdte... 3 1.3.

Nadere informatie

14. Stakeholdersanalyse

14. Stakeholdersanalyse 14. Inzicht in stakeholders Bij de ontwikkeling, ontwerp en bouw van ondergrondse bouwwerken zijn veel participanten (stakeholders) betrokken: ieder met een eigen rol, taken en verantwoordelijkheden voor

Nadere informatie

Quickscan Externe Veiligheid N240

Quickscan Externe Veiligheid N240 Quickscan Externe Veiligheid N240 projectnr. 194453 revisie 0.1 februari 2009 Auteur M. Beterams MSc. Opdrachtgever Gemeente Wieringermeer Postbus 1 1770 AA Wieringerwerf datum vrijgave beschrijving revisie

Nadere informatie

Bestuurlijke keuzes en brandveiligheid: wat is veilig (genoeg)? Marco Zannoni NIBHV congres, 10 november 2014

Bestuurlijke keuzes en brandveiligheid: wat is veilig (genoeg)? Marco Zannoni NIBHV congres, 10 november 2014 Bestuurlijke keuzes en brandveiligheid: wat is veilig (genoeg)? Marco Zannoni NIBHV congres, 10 november 2014 COT: 25 jaar ervaring in oefeningen, onderzoek en advies 1 Ontwikkelingen Van regelgestuurd

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning? 1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat deel met een korte bespreking wat een omgevingsvergunning is en wat vergunningsvrij bouwen is. De achtergrond en doelstellingen van de belangrijkste regelingen (de Wet algemene

Nadere informatie

14. Stakeholdersanalyse

14. Stakeholdersanalyse 14. Stakeholdersanalyse Update januari 2019: aangevuld met aanbevelingen Onderzoeksraad voor Veiligheid 1. Inzicht in stakeholders Bij de ontwikkeling, ontwerp en bouw van ondergrondse bouwwerken zijn

Nadere informatie

Complexe brandveiligheidprojecten nu en in de toekomst

Complexe brandveiligheidprojecten nu en in de toekomst Complexe brandveiligheidprojecten nu en in de toekomst Bram Kersten Henk Kamerbeek Complexe brandveiligheid nu en in de toekomst Hoe vinden we elkaar? Ergernissen van adviseur : Ze houden vast aan vaste

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 22 Media

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 22 Media Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 22 Media 22 Media versie 2015 Crisistypen media: gebrek aan normale middelen tot het doen van mededelingen aan het publiek Bevoegd gezag minister-president

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie Externe veiligheid Definitief In opdracht van: Vos Zand en Grind BV Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 20 juli 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 13a Voedselvoorziening

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 13a Voedselvoorziening Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 13a Voedselvoorziening 13a Voedselvoorziening versie 2015 Crisistypen (dreigende) schaarste levensmiddelen (dreigende) schaarste diervoeders Bevoegd

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status:

Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status: Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status: Definitief Beschrijving Een nieuw te bouwen woongebouw bestaat uit

Nadere informatie

BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade

BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID Plan nieuwbouw school Plein Gemeente Kerkrade Afdeling Milieu en Bouwen Gemeente Kerkrade 13 juli 2009 versie 2 Beoordeling Externe Veiligheid bestemmingsplan school Plein

Nadere informatie

Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid

Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid 2 Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie: Een essentieel onderdeel

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen 2 Geneeskundige hulpverlening algemeen Voor infectieziekten, zie Bestuurlijke Netwerkkaart infectieziekte

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Kaart 12 - Nooddrinkwater en noodwater 12 Nooddrinkwater en noodwater Versie oktober 2013 Crisistypen (dreigende) verstoring van de openbare drinkwatervoorziening

Nadere informatie

Hoe brandveilig is uw bedrijf?

Hoe brandveilig is uw bedrijf? EXPEDITIE BRANDVEILIGHEID Hoe brandveilig is uw bedrijf? Beantwoord de vragen en ontdek of er verbeterpunten zijn. Ontdek welke punten u en uw medewerkers helpen bij het verbeteren van de brandveiligheid

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20112539-03 C. Land

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20112539-03 C. Land Notitie 20112539-03 Verantwoordingsparagraaf Externe Veiligheid Polanenpark Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart 2012 20112539-03 C. Land 1 Inleiding In opdracht van Van Riezen & partners

Nadere informatie

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel 1. Inleiding 1.1 Veiligheidsregio Drenthe en het Regionaal risicoprofiel De Veiligheidsregio Drenthe heeft

Nadere informatie

Nils Rosmuller Lector Transportveiligheid IFV/TNO. 24 mei 2013

Nils Rosmuller Lector Transportveiligheid IFV/TNO. 24 mei 2013 Nils Rosmuller Lector Transportveiligheid IFV/TNO 24 mei 2013 Onderwerpen 1) Aanleiding 2) Totstandkoming 3) De planfase: wat moet en wat is handig? 4) De ontwerpfase: wat moet en wat is handig? 5) De

Nadere informatie

Inspecties van brandveiligheid

Inspecties van brandveiligheid Voeg een foto in met formaat ca24 x 21; werkwijze: - zet in een map een foto of revit model klaar in jpg formaat. Maak dit bestand van te voren klein in windows picturemanager door afbeelding bewerken

Nadere informatie

Blauwdruk Uitgangspuntendocument Brandbeveiliging

Blauwdruk Uitgangspuntendocument Brandbeveiliging Blauwdruk Uitgangspuntendocument Brandbeveiliging Een uitgangspuntendocument brandbeveiliging kan uit een of meer documenten bestaan. Deel 1: Projectinformatie en doel brandbeveiliging 1.1 Algemeen 1.1.1

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 17 Wegvervoer

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 17 Wegvervoer Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 17 Wegvervoer 17 Wegvervoer versie 2018 Crisistypen ongeval gevolgen van een ongeval voor het milieu verstoring openbare orde verstoring of aantasting

Nadere informatie

Beleidsnotitie BRANDVEILIGHEID. ( brandveiligheid, een hot item )

Beleidsnotitie BRANDVEILIGHEID. ( brandveiligheid, een hot item ) Beleidsnotitie BRANDVEILIGHEID ( brandveiligheid, een hot item ) Inleiding Er zijn zowel interne als externe ontwikkelingen die maken dat extra aandacht voor het onderwerp brandveiligheid gewenst is. In

Nadere informatie

Wateringse Veld Noord. Locatie Zonnepit-Populier-Steijnhof-Leyhof Quickscan externe veiligheid

Wateringse Veld Noord. Locatie Zonnepit-Populier-Steijnhof-Leyhof Quickscan externe veiligheid Wateringse Veld Noord Locatie Zonnepit-Populier-Steijnhof-Leyhof concept revisie 01 9 november 2015 SEQ Part \r0 \h ColofonInhoud Kop 1 Bijlage Wateringse Veld Noord: Zonnepit-Populier- Steijnhof-Leyhof

Nadere informatie

Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring

Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring Hans Wijnbergen CCZ Adviseur Veiligheid Afdeling Advies & Monitoring 1 Doelstelling van de afdeling Advies & Monitoring Ondersteunen van regiodirecteuren op het gebied van naleving van normen die s Heeren

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 21a Telecommunicatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 21a Telecommunicatie Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 21a Telecommunicatie 21a Telecommunicatie Voor media/omroepen, zie Bestuurlijke Netwerkkaart media Voor cybersecurity, zie Bestuurlijke Netwerkkaart

Nadere informatie

Risicoprofiel Evenementen 1.1

Risicoprofiel Evenementen 1.1 Risicoprofiel Evenementen 1.1 Evenementenveiligheid 1.1 Instrument Risicoprofiel Evenementen 1.1 In Nederland worden steeds meer evenementen georganiseerd. Het openbaar bestuur wordt geadviseerd over de

Nadere informatie

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD GEMEENTE HAAKSBERGEN September 2009 110301.001599 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Wet- en regelgeving 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Beleidskader

Nadere informatie

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 11 Schaarste algemeen

Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing. Netwerkkaart 11 Schaarste algemeen Bestuurlijke Netwerkkaarten Crisisbeheersing Netwerkkaart 11 Schaarste algemeen 11 Schaarste algemeen versie 2015 Crisistypen algehele schaarste aan goederen of diensten, bijvoorbeeld brandstof, voedsel,

Nadere informatie

Rapportage quickscan externe veiligheid

Rapportage quickscan externe veiligheid BIJLAGE 7 Rapportage quickscan externe veiligheid revisie D0 februari 2008 Auteur ing. A. A. Zoethout drs. M. de Jonge Opdrachtgever Dhr. S. Weidenaar It Rak 1 8406 EX TIJNJE datum vrijgave beschrijving

Nadere informatie

Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer J. Groeneweg Afdeling Bedrijven G660 Postbus HG NIJMEGEN

Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer J. Groeneweg Afdeling Bedrijven G660 Postbus HG NIJMEGEN Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer J. Groeneweg Afdeling Bedrijven G660 Postbus 9105 6500 HG NIJMEGEN Sector Brandweer Groenewoudseweg 275 6524 TV Nijmegen Postbus

Nadere informatie

PROTOCOL INVENTARISATIE EN ONDERZOEK BRANDVEILIGHEID GEVELS

PROTOCOL INVENTARISATIE EN ONDERZOEK BRANDVEILIGHEID GEVELS PROTOCOL INVENTARISATIE EN ONDERZOEK BRANDVEILIGHEID GEVELS In de brief van 30 heeft de minister van BZK gemeenten gevraagd om de meest risicovolle gebouwen in de gemeente te inventariseren en er vervolgens

Nadere informatie

Risico-inventarisatie Boekels Ven

Risico-inventarisatie Boekels Ven Risico-inventarisatie Boekels Ven Onderdeel: Externe Veiligheid Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 18 februari 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Leeswijzer... 5 2 Begrippenkader externe

Nadere informatie

Externe Veiligheid BEVI / REVI / LPG

Externe Veiligheid BEVI / REVI / LPG Externe Veiligheid BEVI / REVI / LPG Willem Niessink 15 april 2009 BEVI in vogelvlucht Bronnen van (on)veiligheid Natuurverschijnselen Gedrag van mensen Technologie Natuurlijke veiligheid Sociale veiligheid

Nadere informatie

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 *** Onbekende risico s zijn een bedreiging, bekende risico s een management issue *** Samenvatting en besluit Risicomanagement is een groeiproces waarbij

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 17 september P. Coenen-Stalman

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 17 september P. Coenen-Stalman Notitie 20120783-07 Brandweerkazerne Beek Verantwoording groepsrisico Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 17 september 2012 20120783-07 P. Coenen-Stalman 1 Inleiding In opdracht van BRO Tegelen

Nadere informatie