Het ouderschapsplan; een onderzoek naar de knelpunten van de huidige regeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het ouderschapsplan; een onderzoek naar de knelpunten van de huidige regeling"

Transcriptie

1 Het ouderschapsplan; een onderzoek naar de knelpunten van de huidige regeling Masterscriptie Rechtsgeleerdheid, accent Privaatrecht Naam: P.A.I. De Spirt ANR: Examencommissie: Mw. mr. V.M. Smits Mw. mr. R. de Jong Afstudeerdatum: 24 februari 2011

2 Voorwoord De laatste maanden heb ik hard en met veel plezier gewerkt aan mijn scriptie over het ouderschapsplan. Met deze scriptie rond ik de master Rechtsgeleerdheid af; een erg interessante en leerzame master. Dit voorwoord wil ik gebruiken om een aantal mensen te bedanken. In de eerste plaats wil ik mevr. mr. V.M. Smits bedanken voor haar begeleiding bij het schrijven van mijn scriptie. Haar feedback en ondersteuning hebben mij het vertrouwen gegeven dat ik nodig had om deze scriptie tot een goed resultaat te brengen. Ook wil ik mevr. mr. R. de Jong bedanken voor het beoordelen van mijn scriptie. Daarnaast wil ik mijn ouders bedanken voor alle steun gedurende mijn studie en de mogelijkheden die zij mij hebben geboden om zoveel mogelijk uit mijn studie te halen. Ten slotte wil ik mijn vriend bedanken voor de ondersteuning en het begrip tijdens het schrijven van mijn scriptie en voor de tijd die hij heeft gestoken in het doorlezen ervan. Prinsenbeek, 15 februari 2011 Phylicia De Spirt 1

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding Inleiding Onderzoeksdoel Relevantie Plan van aanpak... 5 Hoofdstuk 2 De achtergrond en werking van het ouderschapsplan Ouderschap na scheiding door de jaren heen Wat ten grondslag ligt aan het verplichte ouderschapsplan Waarom een regeling van de overheid? De totstandkoming van de regeling inzake het ouderschapsplan Ouderlijke verantwoordelijkheid en gelijkwaardig ouderschap Het ouderschapsplan Het ouderschapsplan; voor wie? Het ouderschapsplan; wat moet er in? Conclusie Hoofdstuk 3 Het ouderschapsplan en de koppeling aan de scheiding Het ouderschapsplan als ontvankelijkheidsvereiste Het ouderschapsplan in de rechtspraak Niet-ontvankelijk Aanhouden van de zaak Toch ontvankelijk Analyse Voortgang van de echtscheidingsprocedure Ouderschapsplan bij gemeenschappelijk en eenzijdig verzoek Toegang tot de rechter Artikel 6 EVRM Ontsnappingsclausule Moment van opstellen Het ouderschapsplan bij informele relaties Het ouderschapsplan in internationaal perspectief Conclusie Hoofdstuk 4 Het ouderschapsplan en de rol van de rechter

4 4.1 Het toeziend oog van de rechter Toetsing door de rechter: de bedoeling Toetsing door de rechter: de realiteit De rechterlijke toets van partijafspraken Contractsvrijheid Autonomie De sturende rol van de rechter en mediation Nazorg Conclusie Hoofdstuk 5 Conclusie en aanbevelingen Conclusie Aanbevelingen Verbeterde toegang tot de rechter Eerder nadenken over ouderschap na scheiding De informele relatie Nazorg Literatuurlijst

5 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Inleiding Mijn interesse voor het echtscheidingsrecht is ontstaan tijdens de vakken Jeugdrecht en Personen- en Familierecht op de Universiteit van Tilburg. Deze interesse is vervolgens gegroeid tijdens een studentstage. Hierbij viel het mij op dat problemen tussen gescheiden ouders vaak betrekking hebben op de opvoeding en verzorging van de kinderen. Om deze problemen zoveel mogelijk te voorkomen is het van belang dat ouders hierover afspraken maken. De wetgever heeft getracht dit te stimuleren door scheidende ouders te verplichten om bij een (echt)scheiding een ouderschapsplan op te stellen, waarin afspraken worden vastgelegd met betrekking tot de kinderen. Deze regeling inzake de verplichting om een ouderschapsplan op te stellen is een onderdeel van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. 1 In de literatuur is kritisch gereageerd op deze regeling. Naar aanleiding hiervan heb ik besloten mij in het ouderschapsplan te verdiepen en mijn scriptie te schrijven over de knelpunten met betrekking tot de regeling inzake het verplichte ouderschapsplan. 1.2 Onderzoeksdoel Door middel van deze scriptie wil ik inzicht verschaffen in de problemen die samenhangen met het verplicht stellen van het ouderschapsplan. Hierbij zal ik mij in de eerste plaats richten op de problemen die samenhangen met de koppeling van het ouderschapsplan aan de echtscheidingsprocedure. Daarnaast wil ik onderzoeken welke complicaties er nog meer kunnen optreden bij de uitvoering van het ouderschapsplan. Hierbij staat steeds de huidige regeling centraal en zal ik dus op zoek gaan naar knelpunten in die regeling. Deze scriptie is niet bedoeld om te onderzoeken of het ouderschapsplan de gewenste resultaten heeft. Omdat het ouderschapsplan pas twee jaar geleden in werking is getreden, is het daarvoor nog te vroeg. De onderzoeksvraag die in dit onderzoek centraal staat luidt als volgt: Welke complicaties kan de huidige regeling inzake het ouderschapsplan met zich meebrengen met het oog op de (echt)scheiding en de uitvoering van de regeling en in hoeverre kunnen deze complicaties in de toekomst worden voorkomen? 1 Wet van 27 november 2008, Stb 2008, 500 en Stb 2009, 56. 4

6 Om dit te kunnen beoordelen is het van belang eerst onderzoek te doen naar de totstandkoming van de regeling. Dit onderzoek zal plaatsvinden aan de hand van de wetsgeschiedenis en de parlementaire geschiedenis op het gebied van het regelen van ouderschap na scheiding. Vervolgens wordt onderzocht welke problemen (kunnen) ontstaan bij de uitvoering van de regels inzake het ouderschapsplan. Hierbij worden de in de literatuur gesignaleerde problemen geordend en geanalyseerd. Bij deze analyse speelt ook de tot nu toe gewezen jurisprudentie op het gebied van het ouderschapsplan een belangrijke rol. Op basis van het voorgaande wordt dan beoordeeld in hoeverre deze problemen in de praktijk verwacht kunnen worden en of er een oplossing mogelijk is. 1.3 Relevantie Jaarlijks raken ongeveer zevenenvijftigduizend minderjarige kinderen betrokken bij de (echt)scheiding van hun ouders. 2 Ten aanzien van dat grote aantal kinderen moet dus ieder jaar een ouderschapsplan worden opgesteld. Het in kaart brengen van de knelpunten en het formuleren van mogelijke oplossingen of verbeterpunten kan problemen met betrekking tot de totstandkoming en naleving van een ouderschapsplan in de toekomst voorkomen. Het onderzoek is daarom maatschappelijk relevant. Het onderzoek is tevens wetenschappelijk relevant, omdat ik de problemen niet alleen in kaart breng, maar ook zal bezien of de huidige regeling inzake het ouderschapsplan verbeterd dient te worden en op welke manier dit dan vormgegeven kan worden. 1.4 Plan van aanpak Hoofdstuk twee bevat een uiteenzetting van de geschiedenis van de wettelijke regeling van ouderschap na scheiding en de doelstellingen die verbonden zijn aan het verplicht stellen van het ouderschapsplan. Daarnaast komt de wettelijke regeling inzake het ouderschapsplan aan bod. Hierbij wordt onder meer besproken voor wie het ouderschapsplan verplicht is en wat er in moet staan. In hoofdstuk drie ga ik in op de knelpunten van de regeling inzake het ouderschapsplan voor zover zij samenhangen met de koppeling ervan aan de echtscheiding. Zo komt aan bod welke consequenties verbonden zijn aan het feit dat het ouderschapsplan geldt als ontvankelijkheidsvereiste voor het verzoek tot echtscheiding. Deze knelpunten komen aan het 2 Spruijt 2009a, p. 7. 5

7 licht door een analyse van jurisprudentie, de parlementaire geschiedenis en kritische literatuur met betrekking tot het ouderschapsplan. Naast de complicaties ten aanzien van de koppeling aan de echtscheidingsprocedure, kent de regeling inzake het ouderschapsplan meer knelpunten, met name met betrekking tot de toetsing van het ouderschapsplan door de rechter. In hoofdstuk vier worden deze knelpunten behandeld. Ook dit wordt gedaan aan de hand van een onderzoek op het gebied van jurisprudentie, de parlementaire geschiedenis en literatuur. Ten slotte volgen in hoofdstuk vijf de conclusie en aanbevelingen. In dit hoofdstuk worden conclusies getrokken en er wordt een antwoord gegeven op de centrale onderzoeksvraag. Aan de hand van deze conclusies zullen er, indien mogelijk, aanbevelingen worden gedaan. 6

8 Hoofdstuk 2 De achtergrond en werking van het ouderschapsplan In dit hoofdstuk worden de achtergrond en de wettelijke regeling omtrent het ouderschapsplan uiteengezet. In de eerste plaats komen de geschiedenis en de totstandkoming van het ouderschapsplan aan bod. Vervolgens wordt de regelgeving inzake het ouderschapsplan behandeld, waarbij de belangrijkste begrippen worden uitgelegd. 2.1 Ouderschap na scheiding door de jaren heen Alvorens de huidige regeling met betrekking tot het ouderschapsplan te onderzoeken, is het interessant een blik te werpen op de geschiedenis. De afgelopen vijftien tot twintig jaar is er namelijk veel veranderd in de regelgeving omtrent het ouderlijk gezag over minderjarige kinderen na een scheiding. Vóór november 1995 konden ouders alleen tijdens een huwelijk belast zijn met het gezamenlijk ouderlijk gezag over hun kinderen. Na ontbinding van het huwelijk werd het ouderlijk gezag omgezet in voogdij, waarbij een van de ouders door de rechter benoemd werd tot voogd en de andere (meestal) tot toeziend voogd. 3 Ook ouders die nooit getrouwd waren geweest, konden geen ouderlijk gezag hebben over hun kinderen. Vanaf november 1995 konden ouders na scheiding wel met het ouderlijk gezag belast blijven. De standaardregel was dat het ouderlijk gezag na een scheiding aan één van de ouders werd toegekend, maar ouders konden bij de rechter samen een verzoek indienen om na hun scheiding toch gezamenlijk met het ouderlijk gezag belast te blijven. 4 Ook voor ouders die niet trouwden was het vanaf dat moment mogelijk om gezamenlijk ouderlijk gezag te hebben. 5 In 1998 is de standaardregeling omgekeerd, waarbij de voortzetting van het gezamenlijk ouderlijk gezag als uitgangspunt geldt. 6 Het ouderlijk gezag loopt van rechtswege door en ouders hoeven dus niet langer bij de rechter een verzoek in te dienen om het gezamenlijk gezag te kunnen voortzetten. Indien een van de ouders met het eenhoofdig gezag belast wenst te worden, kan hiervoor bij de rechter een verzoek worden ingediend op grond van artikel 1:251a BW. Dit verzoek wordt door de rechter toegewezen wanneer beëindiging van het gezamenlijk gezag in het belang van het kind is. Het wordt echter slechts in beperkte gevallen toegewezen, namelijk wanneer de rechter van mening is dat er door de voortzetting 3 Vlaardingerbroek 2008, p Doek & Vlaardingerbroek 2006, p Vlaardingerbroek e.a. 2008, p Wet van 30 oktober 1997, Stb. 1997,

9 van het gezamenlijk gezag een onaanvaardbaar risico ontstaat dat het kind klem of verloren zal raken tussen zijn ouders en dat hierin op korte termijn geen verbetering te verwachten is. 7 Ook wanneer toekenning van het ouderlijk gezag anderszins in het belang van het kind is, kan de rechter het gezag op grond van artikel 1:251a lid 1 sub b BW wijzigen. De laatste ingrijpende wijziging vond plaats in maart 2009 met de inwerkingtreding van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. Deze regeling gaat verder dan het enkele doorlopen van het gezamenlijk gezag na scheiding. Ouders zijn nu namelijk ook verplicht afspraken te maken over hoe zij het ouderschap in de toekomst samen gaan uitvoeren en deze afspraken vervolgens vast te leggen in een ouderschapsplan. In de volgende paragrafen wordt ingegaan op wat er aan deze regeling ten grondslag ligt en wat de nieuwe regeling inhoudt. Op grond van het voorgaande is te zien dat in de loop van de jaren de situatie van na de scheiding steeds meer is gaan lijken op de situatie van vóór de scheiding. Deze verschuiving heeft vrij snel plaatsgevonden. Nog maar vijftien jaar geleden kende men immers nog geen ouderlijk gezag na scheiding en nu loopt het ouderlijk gezag automatisch door en vervullen ouders het ouderschap na scheiding samen, waardoor de situatie van na de scheiding met betrekking tot het kind steeds meer is gaan lijken op die van voor de scheiding. Ouders houden zich namelijk zowel voor als na hun scheiding samen bezig met de verzorging en opvoeding van hun kinderen, waarbij zij steeds samen moeten overleggen hoe zij dit doen. Deze gelijkheid is echter vooral een juridische benadering, want feitelijk verandert er bij een scheiding natuurlijk heel veel in de gezinssituatie. Zo zal het kind in elk geval één van zijn ouders niet langer dagelijks zien. Bovendien gaat een scheiding vaak gepaard met een verhuizing en eventueel met een nieuwe partner en zijn of haar kinderen. 2.2 Wat ten grondslag ligt aan het verplichte ouderschapsplan Waarom een regeling van de overheid? Uit artikel 1:247 BW en artikel 18 van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) blijkt dat de eerste verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van een kind bij de ouders ligt. In paragraaf 2.3 wordt uiteengezet wat deze ouderlijke verantwoordelijkheid inhoudt. Waarom mengt de overheid zich, ondanks deze primaire 7 HR 10 september 1999, NJ 2000, 20. Dit klemcriterium is inmiddels in de wet opgenomen in artikel 1:251a lid 1 BW. 8

10 verantwoordelijkheid van de ouders, dan toch in de relatie tussen het kind en zijn ouders? Deze verantwoordelijkheid vloeit voort uit het internationale recht. Naast de verantwoordelijkheid van de ouders heeft namelijk ook de overheid een verantwoordelijkheid ten aanzien van de kinderen. Dit blijkt uit verschillende internationale verdragen, te weten het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) en het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Nederland is één van de vele staten die partij zijn bij deze verdragen, wat inhoudt dat de Nederlandse wetgeving in overeenstemming moet zijn met de in deze verdragen neergelegde normen. Hoe deze verantwoordelijkheid in de nationale wetgeving tot uiting komt, is echter aan de lidstaten. Omdat deze normen ruim omschreven zijn kan elke lidstaat dit, tot op zekere hoogte, naar eigen inzicht doen. De artikelen waaruit de verantwoordelijkheid van de overheid in het kader van het familierecht met name blijkt zijn artikel 8 EVRM en artikel 7, 9, 10, 12 en 18 IVRK. Op grond van artikel 7 IVRK heeft ieder kind het recht zijn of haar ouders te kennen en door hen te worden verzorgd. Uit artikel 8 EVRM en artikel 9 IVRK volgt het recht op family life, wat inhoudt dat de overheid de positieve verplichting heeft het recht op gezinsleven te waarborgen. Hieruit volgt ook een negatieve verplichting voor de overheid, namelijk dat zij zich niet te veel in het privé- en met name gezinsleven van burgers mag mengen. Op grond van artikel 10 IVRK moet de overheid ervoor zorgen dat een kind niet tegen zijn of haar wil wordt gescheiden van zijn ouders, tenzij die scheiding in het belang van het kind zou zijn. Een kind heeft op grond van de artikelen 9 lid 2 en 12 IVRK vervolgens het recht om zijn of haar mening te geven over aangelegenheden die hem aangaan. Ten slotte legt artikel 18 IVRK de overheid de verplichting op zich er zo goed mogelijk voor in te spannen dat beide ouders gezamenlijk de verantwoordelijkheid dragen voor de opvoeding en de ontwikkeling van hun kind. Zoals hierboven al is aangehaald, is het uitgangspunt hierbij dat ouders de eerste verantwoordelijkheid hebben voor de opvoeding en de ontwikkeling van het kind. Op grond van het voorgaande heeft de overheid een ruim omschreven positieve verplichting om kinderen te beschermen en te handelen in het belang van het kind. De Nederlandse wetgever vervult haar verantwoordelijkheid onder andere door het invoeren van het verplichte ouderschapsplan. 8 Hierdoor staat het regelen van de gevolgen van de 8 Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 4. 9

11 echtscheiding voor de kinderen niet langer te vrije beschikking van de ouders en kan de rechter, waar nodig, ingrijpen De totstandkoming van de regeling inzake het ouderschapsplan Zoals gezegd is het ouderschapsplan onderdeel van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. De naam verraadt het al: een wet die tot doel heeft het voortgezet ouderschap en een zorgvuldige scheiding te bevorderen. Door middel van deze wet hoopt de wetgever de bestaande scheidings- en omgangsproblematiek te verminderen en zo het belang van het kind te beschermen. 10 De invoering van het doorlopen van het ouderlijk gezag had al tot een grote afname van de scheidings- en omgangsproblematiek moeten leiden. Door de positie van de ouders na scheiding gelijkwaardiger te maken, werd beoogd conflicten over het gezag te voorkomen. Het verschil tussen de verzorgende en niet-verzorgende ouder werd kleiner, omdat beiden automatisch met het gezag belast bleven. Deze wetswijziging bleek in de praktijk echter niet tot het gewenste resultaat te leiden. Hoewel in 92 procent van de in 2003 uitgesproken echtscheidingen ouders na hun scheiding op papier het gezamenlijk gezag uitoefenden, bleven de conflicten rondom het ouderschap in de praktijk bestaan. 11 De problemen veranderden echter wel van aard. Waar ouders eerder conflicten hadden over wie het gezag over de kinderen zou krijgen, hadden zij nu conflicten over de omgangsregeling en de hoofdverblijfplaats van de kinderen. 12 In ongeveer 25 procent van de gevallen was er zelfs geen of nauwelijks contact tussen het kind en één van zijn ouders. 13 Vanwege deze tegenvallende resultaten, ging men op zoek naar een betere regeling. De basis voor de totstandkoming van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is gelegd in 2002, met de aanvaarding van vier moties door de Tweede Kamer op grond waarvan men onder andere onderzoek heeft gedaan naar de mogelijkheid van een standaard omgangsregeling en de mogelijkheden om ouders te verplichten al voor hun scheiding afspraken te maken over de invulling van het ouderschap na het uitspreken van de scheiding. 14 Dit resulteerde in de wetsvoorstellen Luchtenveld en Donner, waarin het verplicht 9 Coenraad 2006, p Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p Antokolskaia 2005, p Antokolskaia 2005, p Loeb 2010, p

12 stellen van een ouderschapsplan werd voorgesteld. Na diverse aanpassingen leidde dit er uiteindelijk toe dat in 2008 de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding, met daarin het ouderschapsplan, werd aangenomen. 2.3 Ouderlijke verantwoordelijkheid en gelijkwaardig ouderschap Zoals in de vorige paragraaf al gezegd is, loopt het gezamenlijk gezag na scheiding door. Vóór de invoering van het verplichte ouderschapsplan werd er vanuit gegaan dat ouders hier samen uitkwamen. Dit bleek echter niet het geval. Vaak ontstonden er conflicten over de invulling van het ouderlijk gezag na scheiding. Dit is niet vreemd, want de periode rondom de scheiding is vaak een erg emotionele periode, waarin er tussen de ouders een strijd kan ontstaan over allerlei onderwerpen. In sommige gevallen zijn de kinderen onderwerp of inzet van die strijd. Hierbij ontstaat het gevaar dat ouders niet meer in staat zijn een goede inschatting te maken van wat het beste is voor hun gezamenlijke kind en soms verliezen scheidende ouders het belang van het kind zelfs totaal uit het oog. 15 Het kind dreigt dan de dupe te worden van de strijd tussen zijn ouders. Uit onderzoek is gebleken dat kinderen die te maken krijgen met een scheiding die gepaard gaat met langdurige conflicten daar zowel op korte als op lange termijn veel last van kunnen ondervinden. 16 Bij de regeling omtrent het ouderschapsplan geldt als uitgangspunt dat het voor de ontwikkeling van een kind belangrijk is dat het kind ook na een scheiding contact blijft houden met beide ouders en dat de ouders gezamenlijk verantwoordelijk blijven voor de verzorging, opvoeding en ontwikkeling van het kind. 17 Twee nieuwe normen die een belangrijke rol spelen in het licht van het ouderschapsplan zijn ouderlijke verantwoordelijkheid en gelijkwaardig ouderschap. Bij de totstandkoming van de wet stond centraal dat het in het kader van het belang van het kind belangrijk is dat ouders zich ook na hun echtscheiding nog gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor de verzorging, opvoeding en ontwikkeling van hun kinderen. De wetgever verwacht dit door middel van het verplicht stellen van een ouderschapsplan, het specificeren van de ouderlijke verantwoordelijkheid en het benadrukken van gelijkwaardig ouderschap te bereiken Loeb 2010, p Spruijt 2009b, p Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p

13 Het begrip ouderlijke verantwoordelijkheid wordt nader omschreven in artikel 1:247 BW. Op grond van eerste lid van dit artikel hebben ouders die met het gezag over hun kind belast zijn het recht en de plicht om het kind te verzorgen en op te voeden. Dit houdt op grond van artikel 1:247 lid 2 en 3 BW in dat ouders verantwoordelijk zijn voor het bevorderen van het welzijn en de ontwikkeling van het kind en dat een ouder zich in moet zetten om de banden van het kind met de andere ouder te bevorderen. Ouders hebben tijdens hun relatie de verantwoordelijkheid afspraken te maken over hun kinderen en deze verantwoordelijkheid houdt niet op na een scheiding. Een onderdeel van die verantwoordelijkheid is het maken van goede afspraken over de uitvoering hiervan. Door al ten tijde van de scheiding goede afspraken te maken, wordt aangenomen dat conflicten in een later stadium kunnen worden voorkomen. 19 De norm gelijkwaardig ouderschap staat omschreven in artikel 1:247 lid 4 BW. Uit dit lid blijkt dat een kind ook na de scheiding van zijn ouders recht heeft op gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders. Dit is een nieuwe norm ten aanzien van de relatie tussen ouder en kind. Vóór de invoering van Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding liep het gezamenlijk gezag na scheiding door, maar bleef het kind meestal bij één van de ouders wonen, terwijl de andere ouder omgang met het kind had op basis van een omgangsregeling. De ene ouder verzorgde het kind en de andere ouder had slechts omgang met het kind op basis van een, al dan niet door de rechter vastgestelde, omgangsregeling. 20 De term gelijkwaardig ouderschap streeft naar meer dan dat. De ouders zijn samen verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van hun kind. Ouders mogen zelf invullen hoe zij de zorg- en opvoedingstaken na hun scheiding verdelen en de afspraken hierover moeten zij vastleggen in het ouderschapsplan. Gelijkwaardig ouderschap houdt niet in dat de verzorging exact fifty-fifty moet zijn. 21 Dit brengt namelijk vaak praktische bezwaren met zich mee. 19 Antokolskaia & Coenraad 2007, p Schonewille 2009, p Kamerstukken I 2007/08, , nr. C, p

14 2.4 Het ouderschapsplan Het ouderschapsplan; voor wie? In artikel 815 lid 2 Rv is bepaald dat scheidende partners een ouderschapsplan moeten opstellen ten aanzien van: a. de minderjarige kinderen over wie de echtgenoten al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen; b. de minderjarige kinderen over wie de echtgenoten op grond van artikel 1:253sa BW of 1:253t BW het gezamenlijk gezag uit oefenen. Het ouderschapsplan dient op grond van artikel 815 lid 2 Rv te worden ingediend bij het verzoek tot echtscheiding. Het ouderschapsplan moet worden ondertekend door beide ouders. Uit artikel 1:80c BW juncto artikel 828 Rv blijkt dat een ouderschapsplan ook bij de ontbinding van een geregistreerd partnerschap verplicht is. 22 Steeds meer mensen kiezen ervoor hun relatie niet te formaliseren in de vorm van een huwelijk of geregistreerd partnerschap. Het ouderschapsplan is daarom niet alleen verplicht gesteld voor ex-gehuwden of ex-geregistreerde partners, maar het dient ook opgesteld te worden na het beëindigen van een informele relatie. 23 De bedoeling hiervan is dat wordt voorkomen dat kinderen van ongehuwde ouders buiten de boot vallen ten aanzien van de bescherming bij de scheiding van hun ouders. Het ouderschapsplan is immers in het leven geroepen ten behoeve van de kinderen. Dat ook ongehuwde ouders een ouderschapsplan op moeten stellen blijkt uit artikel 1:247a BW. Het gaat hier om ouders die gezamenlijk gezag hebben aangetekend in het gezagsregister, zoals bedoeld in artikel 1:252 juncto artikel 1:244 BW. Het ouderschapsplan is zowel bij een eenzijdig als bij een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding verplicht. Dit is opvallend, omdat het eenzijdig verzoek meestal gebruikt wordt door mensen die het over de scheiding al niet met elkaar eens konden worden. Het is daarom te verwachten dat er ook bij het regelen van de gevolgen van die scheiding meer 22 Omdat de regels omtrent het ouderschapsplan bij ontbinding van het huwelijk van overeenkomstige toepassing zijn op het geregistreerd partnerschap, wordt in het vervolg van deze scriptie het geregistreerd partnerschap, tenzij anders aangegeven, niet apart behandeld. Waar staat huwelijk, echtscheiding en echtgenoot kan ook geregistreerd partnerschap, ontbinding van het geregistreerd partnerschap en geregistreerd partner worden gelezen. 23 Kamerstukken II 2006/07, 30145, nr. 24, p

15 conflicten kunnen ontstaan. De reden dat het ouderschapsplan ook bij eenzijdige echtscheidingsverzoeken verplicht is, is dat ervoor gevreesd werd dat ouders het eenzijdige verzoek zullen gaan gebruiken, of misbruiken, om onder de verplichting om een ouderschapsplan op te stellen uit te komen. 24 Op grond van de plaats in de wet geldt het ouderschapsplan als ontvankelijkheidsvereiste bij het verzoek tot echtscheiding. Bij informele relaties geldt het ouderschapsplan als vereiste, wanneer ouders na hun scheiding conflicten krijgen met betrekking tot de kinderen en zij deze conflicten aan de rechter willen voorleggen. Wat hiervan de consequenties zijn komt in hoofdstuk drie aan bod. Soms is het voor ouders haast onmogelijk om een ouderschapsplan op te stellen. Voor die gevallen is in artikel 815 lid 6 RV een ontsnappingsclausule opgenomen. In dit artikel is bepaald dat er geen ouderschapsplan ingediend hoeft te worden indien dit redelijkerwijs niet kan worden verwacht. Of een ouderschapsplan redelijkerwijs niet kan worden verwacht moet steeds door de rechter worden beoordeeld. Ook dit wordt in hoofdstuk drie nader besproken Het ouderschapsplan; wat moet er in? Uit artikel 815 lid 3 Rv blijkt dat een ouderschapsplan in ieder geval afspraken moet bevatten over: a. de wijze waarop de echtgenoten de zorg- en opvoedingstaken, bedoeld in artikel 247 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, verdelen of het recht en de verplichting tot omgang, bedoeld in artikel 377a, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek vormgeven; b. de wijze waarop de echtgenoten elkaar informatie verschaffen en raadplegen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van de minderjarige kinderen; c. de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen. Dit zijn volgens de wetgever de belangrijkste onderwerpen inzake de uitoefening gezamenlijk gezag, waardoor afspraken op deze onderwerpen van belang zijn om toekomstige conflicten zo veel mogelijk te voorkomen. 25 De bepaling is ruim geformuleerd en bevat slechts 24 Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, pagina 5. 14

16 minimumeisen, wat met zich meebrengt dat ouders grotendeels vrij zijn te bepalen hoe gedetailleerd zij hun afspraken vastleggen. Naast afspraken over de hierboven genoemde onderwerpen is in artikel 1:815 lid 4 BW bepaald dat het ouderschapsplan informatie moet bevatten over de wijze waarop de kinderen zijn betrokken bij het opstellen van het ouderschapsplan. Zoals blijkt uit het voorgaande is het ouderschapsplan voor een groot deel vormvrij. Ouders mogen in principe zelf bepalen wat zij afspreken over de in de wet neergelegde onderwerpen. Ook zijn zij vrij om te bepalen in hoeverre zij bepaalde zaken vastleggen. Sommige ouders zullen bijvoorbeeld willen vastleggen waar het kind zijn verjaardag viert en door wie het naar de sportclub wordt gebracht. Andere ouders geven er de voorkeur aan dat later in onderling overleg te regelen. Wat ouders echter niet overeen mogen komen is dat één van de ouders geen contact heeft met het kind. Op grond van artikel 1:247 lid 3 BW moet de ene ouder het contact met de andere ouder juist bevorderen. Een belangrijke norm bij de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is immers dat het in het belang van het kind is dat hij contact heeft met beide ouders Conclusie De verplichtstelling van het ouderschapsplan komt voort uit de teleurstelling met betrekking tot het vermogen van sommige ouders om samen zelfstandig vorm te geven aan het ouderschap na scheiding. De wetgever is van mening dat ouders hierbij geholpen moeten worden om zo de omgangsproblematiek te verminderen. De sleutel om dit tot een succes te maken is naar mening van de wetgever afhankelijk van het bestaan van goede afspraken tussen de ouders. Daarbij is het van belang dat die afspraken zo vroeg mogelijk gemaakt worden. Het doel van het verplicht stellen van het ouderschapsplan is dan ook dat scheidende ouders worden aangespoord tot het maken van afspraken over de gevolgen van de scheiding voor de kinderen. Op grond van het voorgaande moet worden geconcludeerd dat alle scheidende ouders een ouderschapsplan moeten opstellen, ongeacht de vorm van hun relatie. Het is wel van belang dat de ouders het gezag uitoefenen over de kinderen. Het ouderschapsplan moet al ten tijde van de scheiding worden opgesteld. De wetgever heeft beseft dat niet in alle gevallen van scheidende ouders verwacht mag worden dat zij een ouderschapsplan opstellen, waarvoor hij 26 Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p

17 een ontsnappingsclausule heeft opgenomen. Hierbij geldt het belang van het kind steeds als doorslaggevende factor. Het ouderschapsplan moet afspraken bevatten over een aantal onderwerpen, namelijk de hoofdverblijfplaats van het kind, een omgangsregeling, de manier waarop informatie en consultatie plaatsvindt en de kinderalimentatie. Hoe en in hoeverre ouders dit regelen is niet nader omschreven in de wet. 16

18 Hoofdstuk 3 Het ouderschapsplan en de koppeling aan de scheiding Door de invoering van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is het uitspreken van de echtscheiding gekoppeld aan het overleggen van een ouderschapsplan. In dit hoofdstuk wordt geanalyseerd wat voor consequenties deze koppeling heeft voor de (echt)scheidingsprocedure. Deze analyse zal plaats vinden aan de hand van literatuur en rechtspraak. 3.1 Het ouderschapsplan als ontvankelijkheidsvereiste In het echtscheidingsrecht van vóór maart 2009 was het in behandeling nemen van een verzoek tot echtscheiding niet afhankelijk van het bestaan van een overeenkomst ten aanzien van de kinderen. Toen werden afspraken over de verblijfplaats, de omgangsregeling, informatie en consultatie en de kinderalimentatie in beginsel door de echtgenoten zelf geregeld. Zij konden ervoor kiezen hun afspraken hieromtrent vast te leggen in een convenant. 27 Wanneer zij geen overeenstemming konden bereiken over één of meerdere van deze onderwerpen, konden zij de rechter op grond van artikel 827 lid 1 sub c Rv verzoeken om een nevenvoorziening te treffen. Een nevenvoorziening heeft als functie dat de gevolgen van de echtscheiding door de rechter worden vastgesteld. Indien de rechter niet meteen kon beslissen over de nevenvoorzieningen met betrekking tot de kinderen, kon de scheiding al bij tussenvonnis uitgesproken worden en volgde de beslissing over de nevenvoorzieningen later. 28 Hierdoor werd de scheiding in zoverre losgekoppeld van de voorzieningen ten aanzien van de kinderen, dat de scheiding niet afhankelijk was van het bereiken van overeenstemming hierover. In het huidige recht hebben de voorzieningen over de kinderen op grond van artikel 827 lid 2 Rv nog steeds de status van nevenvoorziening. De wijze waarop de vaststelling van de nevenvoorzieningen tot stand komt is echter veranderd. Ook hebben echtgenoten niet langer de keuze om deze voorzieningen al dan niet te laten vaststellen, maar zijn zij verplicht zelf aan de totstandkoming ervan mee te werken. Zoals in het vorige hoofdstuk al is geschreven, is het indienen van een ouderschapsplan een ontvankelijkheidsvereiste bij een verzoek tot echtscheiding. Dit staat niet expliciet in de wet, maar blijkt impliciet uit de plaats die het ouderschapsplan in de wet heeft gekregen, namelijk artikel 815 lid 2 en 4 Rv. Ook blijkt de sanctie van niet-ontvankelijkheid uit de 27 Antokolskaia 2006, p J.C.E. Ackermans-Wijn & G.W. Brands-Bottema 2009a, p

19 parlementaire geschiedenis die betrekking heeft op de totstandkoming van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. 29 Het feit dat het ouderschapsplan een ontvankelijkheidsvereiste is houdt in theorie in dat de verzoeker of verzoekers tot echtscheiding niet ontvankelijk zijn in hun verzoek indien zij hierbij geen (volledig) ouderschapsplan hebben ingediend. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt echter dat dit enigszins genuanceerd moet worden. 30 In eerste instantie zullen verzoekers er door de rechter op worden gewezen dat de overgelegde stukken niet compleet zijn, waarna hen de gelegenheid wordt gegeven om binnen vier weken, de normale termijn voor het indienen van het verweer in scheidingszaken, alsnog een volledig ouderschapsplan te overleggen. 31 Wanneer de ouders hierin niet slagen, kan de rechter de ouders verwijzen naar een mediator. 32 Deze mogelijkheid is gebaseerd op artikel 818 lid 2 Rv. Indien ook dit niet succesvol is, zal de rechter verzoekers niet-ontvankelijk verklaren, tenzij hij de ontsnappingsclausule uit artikel 815 lid 6 Rv van toepassing acht. Uit het voorgaande blijkt dat de niet-ontvankelijkheidverklaring moet worden gezien als een uiterste mogelijkheid. Naast de verplichting om een ouderschapsplan in te dienen, moeten ouders op grond van artikel 815 lid 4 Rv in hun verzoekschrift vermelden op welke manier de kinderen bij het opstellen van het ouderschapsplan betrokken waren. Ook dit is een ontvankelijkheidsvereiste. Andere ontvankelijkheidsvereisten bij het verzoek tot echtscheiding zijn op grond van artikel 815 lid 5 Rv het overleggen van een afschrift of uitreksel van de huwelijksakte, informatie over de gronden waarop de rechter rechtsmacht heeft, een afschrift of uittreksel van de geboorteakte van de minderjarige kinderen, processtukken die betrekking hebben op gevraagde voorlopige voorzieningen en in geval van een verzoek tot ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed het afschrift van de rechterlijke uitspraak waarin de scheiding van tafel en bed werd uitgesproken. Wat hierbij opvalt is dat dit slechts feitelijke informatie betreft. Het is informatie die los van de wil van de scheidende ouders bestaat. In die zin is de status van het ouderschapsplan als ontvankelijkheidsvereiste naar mijn mening opmerkelijk. In geval van het ouderschapsplan moeten ouders namelijk actief aan de slag gaan om het ouderschapsplan op te stellen. Het slagen hiervan is volledig afhankelijk van hun wil en bereidheid om samen afspraken te maken. Op grond hiervan bestaat naar mijn mening het gevaar dat het ouderschapsplan een nieuwe bron van conflicten oplevert rond de 29 Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p Handelingen I 2008/09, 8, p Handelingen I 2008/09, 8, p

20 echtscheidingsprocedure. Het ouderschapsplan biedt een kwaadwillende ouder namelijk de mogelijkheid het echtscheidingsproces te frustreren. Op basis van het voorgaande moet geconcludeerd worden dat in het nieuwe echtscheidingsrecht het bereiken van overeenstemming over aangelegenheden ten aanzien van de kinderen als zeer belangrijk wordt beschouwd. Zo belangrijk zelfs, dat het verkrijgen van een echtscheiding ervan afhankelijk is gemaakt. In de volgende paragraaf wordt onderzocht hoe de rechter hier in de praktijk mee omgaat. 3.2 Het ouderschapsplan in de rechtspraak Om de werking van de regeling inzake het ouderschapsplan in de praktijk te kunnen analyseren, is het van belang te onderzoeken hoe de rechter omgaat met ouderschapsplannen en dan in het bijzonder met het ontbreken ervan. De rechter heeft op grond van de wet immers de mogelijkheid het verzoek tot echtscheiding niet in behandeling te nemen, maar is dit ook terug te vinden in de rechtspraak? En op welke gronden neemt een rechter in de praktijk een verzoek tot echtscheiding niet in behandeling? Om hier een beeld van te vormen, zal ik enkele actuele uitspraken op het gebied van ouderschapsplannen uiteenzetten. Hierbij maak ik een onderscheid naar de uitspraken niet-ontvankelijk, aanhouden van de behandeling en toch ontvankelijk Niet-ontvankelijk Rechtbank Haarlem, 15 juni In deze zaak bevatte het eenzijdige verzoek tot echtscheiding geen ouderschapsplan. De rechter stelde de vrouw in de gelegenheid alsnog een ouderschapsplan te overleggen of het ontbreken van een ouderschapsplan te motiveren. Hierna heeft de vrouw een ouderschapsplan overgelegd dat naar mening van de rechter niet voldeed aan de wettelijke vereisten. Vervolgens is de vrouw in de gelegenheid gesteld het ouderschapsplan aan te passen. Toen zij dit niet binnen de daarvoor gestelde en eenmaal verlengde termijn deed, is de vrouw in haar verzoek tot echtscheiding niet-ontvankelijk verklaard. In een andere zaak verklaarde de rechter de verzoekster niet-ontvankelijk, omdat zij het ouderschapsplan naar haar idee had opgesteld en haar echtgenoot niet van de inhoud op de 33 Rechtbank Haarlem 15 juni 2010, LJN BN

21 hoogte bleek te zijn. 34 Deze niet-ontvankelijkheid was op grond van een uitspraak van het gerechtshof echter ongegrond Aanhouden van de zaak Rechtbank s-gravenhage, 13 januari In deze zaak hebben de echtgenoten bij hun verzoek tot echtscheiding een echtscheidingsconvenant ingediend met daarin opgenomen afspraken met betrekking tot hun kinderen. Daarnaast hebben zij een ouderschapsplan ingediend, waarin is opgenomen dat de kinderen de niet-verzorgende ouder zo vaak kunnen bezoeken als zij willen. De rechter is van mening dat deze afspraak niet concreet genoeg is, omdat het neerleggen van het initiatief tot het contact met deze ouder bij de zeer jonge kinderen kan leiden tot een loyaliteitsconflict. De rechter wees daarbij op de achterliggende gedachte bij de totstandkoming van het verplichte ouderschapsplan, namelijk dat het vroegtijdig nadenken over de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken conflicten in de toekomst zal voorkomen, waarbij daadwerkelijk controleerbare afspraken van belang zijn. Op grond daarvan vereist de rechter dat een ouderschapsplan concreet geformuleerde afspraken bevat. Het argument van de advocaat van de echtgenoten, inhoudende dat de echtgenoten slechts een intentie op papier kunnen zetten, omdat zij vooraf niet kunnen weten hoe de situatie na scheiding verloopt, wordt door de rechter niet aangenomen. De rechter hield de zaak aan. Uit de uitspraken is verder op te maken dat de rechter verzoekers bij het ontbreken van een goed ouderschapsplan in beginsel in de gelegenheid stelt het ouderschapsplan aan te passen. 37 Indien dit niet binnen de door de rechter gestelde termijn gebeurt en niet te verwachten is dat dit daarna nog zal gebeuren, kan de rechter de verzoekers later alsnog niet-ontvankelijk verklaren in hun verzoek tot echtscheiding. 34 Rechtbank Rotterdam 17 juli 2009, LJN BL Zie hiervoor paragraaf Rechtbank s-gravenhage 13 januari 2010, LJN BL Rechtbank Maastricht 29 juli 2009, LJN BJ

22 3.2.3 Toch ontvankelijk Rechtbank Rotterdam, 17 juli 2009 en Gerechtshof s-gravenhage 21 juli In deze zaak heeft de vrouw een verzoekschrift tot echtscheiding ingediend. Het ingediende ouderschapsplan bevat slechts de wensen van de vrouw en tijdens de zitting blijkt dat de man hiervan niet goed op de hoogte is. Bovendien is de rechter van mening dat de vrouw haar zoon onterecht niet bij het ouderschapsplan heeft betrokken. Tijdens de zitting blijkt ook dat de vrouw geen poging meer zal doen om een ouderschapsplan op te stellen dat wel aan de eisen voldoet. De rechter verklaart haar om deze redenen niet-ontvankelijk in haar verzoek tot echtscheiding. Tegen deze beslissing is de vrouw in hoger beroep gegaan. Het gerechtshof te s-gravenhage is van mening dat de vrouw ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard is. Na de feitelijke scheiding voeren beide ouders het door de vrouw opgestelde ouderschapsplan in de praktijk namelijk uit. Op grond hiervan is het gerechtshof van mening dat het ouderschapsplan aan de in de wet gestelde eisen voldoet. In een andere zaak oordeelde de rechtbank s-gravenhage dat een vrouw, ondanks het feit dat het ouderschapsplan door haar man is opgesteld en de vrouw er niet direct bij betrokken is geweest, toch ontvankelijk is in haar verzoek tot echtscheiding, omdat het ouderschapsplan concrete afspraken bevat en het op aanwijzing van de vrouw op een aantal kleine punten is aangepast. 39 Ook blijkt dat wanneer een echtscheidingsconvenant concrete afspraken met betrekking tot de kinderen bevat, een apart ouderschapsplan niet altijd noodzakelijk is. 40 Ten slotte blijkt uit verschillende uitspraken dat de rechter een beroep op de ontsnappingsclausule in bepaalde gevallen honoreert. Hierop kom ik in paragraaf 3.6 terug Analyse Uit de hierboven uiteengezette en aangehaalde uitspraken blijkt dat de rechter het ouderschapsplan als ontvankelijkheidsvereiste hanteert. Dit doet de rechter zowel bij eenzijdige als bij gemeenschappelijke verzoeken tot echtscheiding. Op grond van de bovenstaande uitspraken kan worden geconcludeerd dat de rechter slechts in zeldzame 38 Rechtbank Rotterdam 17 juli 2009, LJN BL1422 en Gerechtshof s-gravenhage 21 juli 2010, LJN BN Rechtbank s-gravenhage 3 mei 2010, LJN BN Rechtbank Roermond 14 oktober 2009, LJN BK

23 gevallen besluit de verzoeker(s) niet-ontvankelijk te verklaren. Wanneer er om onduidelijke reden geen ouderschapsplan is overgelegd, besluit de rechter in beginsel om de behandeling aan te houden en de ouders in de gelegenheid te stellen alsnog een ouderschapsplan in te dienen. Slechts indien de rechter niet verwacht dat ouders nog een ouderschapsplan zullen overleggen, verklaart hij verzoeker(s) niet-ontvankelijk. Uit het voorgaande blijkt dat de rechter de verklaring tot niet-ontvankelijkheid als uiterste middel gebruikt. Dit past bij de betekenis die in de parlementaire behandeling aan het ouderschapsplan is gegeven. 41 Uit de bovenstaande uitspraken blijkt dat de rechter het niet van essentieel belang acht dat het ouderschapsplan ook daadwerkelijk gezamenlijk is opgesteld. Het gaat erom dat beide partners begrijpen wat de afspraken zijn en dat zij zich met de inhoud kunnen verenigen. 3.3 Voortgang van de echtscheidingsprocedure Op grond van de voorgaande paragraaf kan geconcludeerd worden dat de koppeling van het ouderschapsplan aan de echtscheidingsprocedure in bepaalde gevallen tot gevolg heeft dat het langer duurt voor een echtscheidingsverzoek door de rechter in behandeling wordt genomen. Deze vertraging brengt nadelen met zich mee. Het niet indienen van een ouderschapsplan heeft niet alleen gevolgen ten aanzien van de regeling over de kinderen. Slaagt men er namelijk niet in om de rechter te overtuigen dat er redelijkerwijs geen ouderschapsplan gemaakt kan worden, dan zal de rechter het verzoek tot echtscheiding in zijn geheel niet in behandeling nemen en kan hij ook niet beslissen over de nevenvoorzieningen die los staan van de uitvoering van het ouderschap na echtscheiding. 42 Het onterecht niet indienen van een ouderschapsplan heeft dus grote gevolgen voor de hele echtscheidingsprocedure. Het zorgt ervoor dat de echtscheidingsprocedure langer duurt. Een langere echtscheidingsprocedure brengt meer kosten met zich mee. Allereerst voor de echtgenoten, omdat zij meer advocaat- of bemiddelingskosten hebben. Daarnaast heeft ook de overheid meer kosten, doordat er meer aanspraak wordt gemaakt op gefinancierde rechtsbijstand en doordat de rechtspraak zwaarder belast wordt. 43 Het langer duren van de echtscheidingsprocedure is mijns inziens ook nadelig, omdat de echtgenoten langer als partners aan elkaar verbonden blijven. Het is uiteraard belangrijk dat zij na hun scheiding met elkaar kunnen samenwerken met betrekking tot de kinderen en 41 Handelingen I 2008/09, nr. 8, p Ackermans-Wijn & Brands-Bottema 2009a, p Vlaardingerbroek 2009, p

24 dat zij in dat kader afspraken maken. Dit doen zij dan echter niet als echtgenoten, maar als collega-ouders. Wanneer zij langer in de echtscheiding blijven hangen, verwacht ik dat er meer conflicten kunnen ontstaan en dat beginnende conflicten kunnen escaleren. Dit staat een goede samenwerking in de weg. Het overleggen van een ouderschapsplan is geen ontvankelijkheidsvereiste voor het indienen van een verzoek om een voorlopige voorziening. Echtgenoten kunnen daardoor zonder een ouderschapsplan in te dienen de rechter verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen met betrekking tot onderwerpen als de verblijfplaats van de kinderen, omgang, het verstrekken van informatie en kinderalimentatie. 44 Omdat op grond van het bovenstaande de verwachting bestaat dat echtscheidingsprocedures door problemen met het verplichte ouderschapsplan langer zullen duren, zullen echtgenoten vaker gebruik maken van de mogelijkheid een voorlopige voorziening te vragen. Ook dit zal leiden tot een grotere belasting van de rechtspraak. 3.4 Ouderschapsplan bij gemeenschappelijk en eenzijdig verzoek Het ouderschapsplan is zowel bij een gemeenschappelijk als bij een eenzijdig verzoek tot echtscheiding verplicht. De reden hiervoor is dat men het in het kader van het belang van het kind acht dat er een ouderschapsplan wordt opgesteld. Indien het ouderschapsplan niet verplicht zou zijn bij eenzijdige verzoeken, zou dit ertoe kunnen leiden dat ouders ervoor kiezen hun verzoek tot echtscheiding eenzijdig te doen, zodat zij onder deze verplichting uitkomen. 45 Het verplichte ouderschapsplan bij eenzijdige verzoeken heeft tot kritiek geleid. In het recht van vóór 1993 moest men bij een gemeenschappelijk echtscheidingsverzoek bij de rechter een plan indienen over de gevolgen van de echtscheiding. Bij eenzijdige verzoeken was dit niet vereist. Uit onderzoek bleek dat toen slechts 7 procent van alle echtscheidingsverzoeken gemeenschappelijk werd gedaan. Deze verplichting is toen uit de wet geschrapt, omdat deze gemakkelijk te omzeilen was door een echtscheidingsverzoek eenzijdig in te dienen, waardoor de regeling niet effectief was. Destijds was men van mening dat het uitbreiden van de regeling door ook bij eenzijdige verzoeken het regelen van de gevolgen te verplichten vertroebelend zou werken. 46 Bij de totstandkoming van de regeling inzake het verplichte ouderschapsplan kreeg men met hetzelfde dilemma te maken. Nu besloot men 44 Ackermans-Wijn & Brands-Bottema 2009a, p Kamerstukken II 2004/05, 30145, nr. 3, p Coenraad 2006, p

25 echter dat de regeling ook op eenzijdige echtscheidingsverzoeken van toepassing moest zijn, waarbij als belangrijkste motief gold dat het omzeilen van de plicht om een ouderschapsplan op te stellen moest worden voorkomen Toegang tot de rechter Artikel 6 EVRM Uit de analyse van de rechtspraak blijkt dat zonder een volledig ouderschapsplan de scheiding in beginsel niet uitgesproken zal worden. Anders gezegd is het ouderschapsplan de toegangsdeur 48 of het ticket tot de echtscheidingsprocedure. De toegang tot de rechter is hierdoor mede afhankelijk van de bereidheid van de andere echtgenoot om zich ervoor in te zetten om afspraken te maken over de kinderen. 49 Dit kan er toe leiden dat de toegang tot de rechter geblokkeerd wordt. Het blokkeren van de toegang tot de rechter kan in strijd zijn met artikel 6 EVRM, waarin staat dat het recht op toegang tot de rechter voor iedereen gegarandeerd moet zijn. Het Nederlandse recht mag niet in strijd zijn met het EVRM. Soms kan een inbreuk op het EVRM echter gerechtvaardigd zijn. Ook artikel 6 EVRM geldt niet absoluut. 50 Het recht op toegang tot de rechter is een fundamenteel recht, waardoor een inbreuk erop niet snel gerechtvaardigd zal zijn. In de literatuur wordt verschillend gedacht over de vraag of het verplichte ouderschapsplan in strijd is met artikel 6 EVRM. Zo is Antokolskaia er vooral op tegen dat ook bij eenzijdige verzoeken tot echtscheiding een ouderschapsplan moet worden ingediend. Dit acht zij in strijd met artikel 6 EVRM. 51 Vooral voor eenzijdige verzoeken tot echtscheiding, waarbij echtgenoten het meestal niet met elkaar eens zijn en er veel conflicten zijn, zal het verplichte ouderschapsplan niet slechts een toegangsdeur, maar zelfs een barrière vormen voor de toegang tot de rechter. Deze barrière zorgt er naar mijn mening inderdaad voor dat er strijd kan zijn met artikel 6 EVRM. Of er daadwerkelijk sprake is van strijd hangt echter af van 47 Kamerstukken II 2004/05, 30145, nr. 3, p Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p Ackermans-Wijn & Brands-Bottema 2009a, p EHRM 21 februari 1975, NJ 1975, 462 (Golder/Groot-Brittanië). 51 Antokolskaia 2006, p

26 de rechter. Hoe strikter hij zal zijn in zijn besluiten tot niet-ontvankelijkheid, hoe groter de barrière voor toegang tot de rechter en hoe groter de strijd met artikel 6 EVRM. Van Teeffelen is van mening dat het verplichte ouderschapsplan niet in strijd is met artikel 6 EVRM. Hij baseert zijn mening op de wetgeving in andere Europese landen waar een echtscheiding pas na een wachttijd van zes tot twaalf maanden wordt uitgesproken. 52 Deze regelingen bestaan al langer en zij hebben tot nu toe geen strijd opgeleverd met artikel 6 EVRM. Hij vindt dat deze regelingen hetzelfde effect hebben als het verplichte ouderschapsplan, omdat de rechter bij het ontbreken van een ouderschapsplan in het meest ingrijpende geval de echtscheiding nog niet zal uitspreken. Mijns inziens kan de wachttijd niet zonder meer gelijkgesteld worden met het verplichte ouderschapsplan. De wachttijd dient namelijk ter reflectie of heroverweging, waarbij het de bedoeling is dat ouders nadenken over de gevolgen van de scheiding, met name ten aanzien van de kinderen. 53 Indien de ouders hier geen overeenstemming over bereiken, vormt dit geen belemmering voor het uitspreken van de echtscheiding. 54 Op grond hiervan is er naar mijn mening geen sprake van een toegangsdeur tot de rechter, zoals dat bij het ouderschapsplan wel het geval is. Daarom ben ik van mening dat het argument van Van Teeffelen geen goed argument is. Bij de totstandkoming van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is het waarborgen van toegang tot de rechter meerdere malen aan bod geweest. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in het toevoegen van een ontsnappingsclausule. Wat de ontsnappingsclausule inhoudt en hoe deze door de rechter wordt toegepast komt in paragraaf aan bod. In het kader van de toegang tot de rechter ontstaat er met betrekking tot de ontsnappingsclausule een zwak punt in het nieuwe echtscheidingsrecht. De rechter staat namelijk voor een dilemma. De vraag of het verplichte ouderschapsplan een ongerechtvaardigde inbreuk oplevert hangt af van de manier waarop de rechter met de ontsnappingsclausule omgaat. Past hij artikel 815 lid 2 Rv zeer strikt toe, dan hebben scheidende ouders die (onterecht) geen ouderschapsplan kunnen opstellen geen toegang tot de rechter, waardoor de scheiding niet kan worden uitgesproken. Dit is in strijd met artikel 6 EVRM. Gaat de rechter echter soepel om met de gevallen waarin scheidende partners er met betrekking tot het ouderschapsplan niet uitkomen, dan mist de nieuwe regeling zijn doel, omdat echtgenoten het verplichte ouderschapsplan dan gemakkelijk kunnen omzeilen Van Teeffelen 2006, p K. Boele-Woelki e.a. 2004, p K. Boele-Woelki e.a. 2004, p M.V. Antokolskaia 2006, p

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011 OUDERSCHAPSPLAN II juli 2011 mr C.J.A. Snouckaert van Schauburg-Buchwaldt De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch Boers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37810

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2726

ECLI:NL:GHARL:2017:2726 ECLI:NL:GHARL:2017:2726 Instantie Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 09-05-2017 Zaaknummer 200.197.064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Personen-

Nadere informatie

De beëindiging van informele relaties en het ouderschapsplan

De beëindiging van informele relaties en het ouderschapsplan De beëindiging van informele relaties en het ouderschapsplan Naam: Loes de Rijk ANR: 281259 Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid; accent privaatrecht Examencommissie: Mw. mr. R. de Jong Mw. mr. V.M. Smits

Nadere informatie

Ouderschapsplan en omgang; een goede combinatie?

Ouderschapsplan en omgang; een goede combinatie? Ouderschapsplan en omgang; een goede combinatie? Naam: Marieke Harbers ANR: S722530 Afstudeerrichting: Nederlands recht, accent privaatrecht Examencommissie: Prof. mr. P. Vlaardingerbroek en mw. mr. V.M.

Nadere informatie

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken.

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken. Antwoorden door Een scholier 2544 woorden 4 oktober 2004 5,9 36 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Verslag: Scheiden, alimentatie en bijstand in Nederland In dit verslag heb ik, in ieder geval, de antwoorden

Nadere informatie

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding Ouderschapsplan opstellen bij scheiding en afschaffing van flitsscheiding Maart 2009 / F&A 9882 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070

Nadere informatie

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013 Protocol Gezag en omgang na scheiding Datum 30 januari 2013 Status Definitief Inleiding - 5 1 Doel van het onderzoek - 6 2 Uitgangspunten - 7 3 Werkwijze van de Raad - 8 3.1 Eerste informatieronde - 8

Nadere informatie

U gaat scheiden. In dit informatieblad. 1 Wanneer kunt u scheiden?

U gaat scheiden. In dit informatieblad. 1 Wanneer kunt u scheiden? U gaat scheiden U bent getrouwd en u wilt niet langer bij uw partner blijven. Dan kunt u gaan scheiden. Als u gaat scheiden, moet u veel dingen regelen. Dit informatieblad helpt u daarbij. U vindt informatie

Nadere informatie

Aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten

Aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten Aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten Rotterdam, 18 november 2004 Betreft : Adviescommissie Familie- en Jeugdrecht Nederlandse Orde van Advocaten Inzake : adviesaanvraag wetsvoorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen Programma: 13.45 u Inloop 14.00 u Opening Catelijne van der Hoeven, stafarts Jeugd en Gezin 14.05 Juridisch

Nadere informatie

Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzo

Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzo Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzoek 18 IV. Probleemanalyse 19 V. Doel van het onderzoek

Nadere informatie

U gaat scheiden. In dit informatieblad. 1 Wanneer kunt u scheiden?

U gaat scheiden. In dit informatieblad. 1 Wanneer kunt u scheiden? U gaat scheiden U bent getrouwd en u wilt niet langer bij uw partner blijven. Dan kunt u gaan scheiden. Als u gaat scheiden, moet u veel dingen regelen. Dit informatieblad helpt u daarbij. U vindt informatie

Nadere informatie

Omgang Ook met de niet-verzorgende ouder!

Omgang Ook met de niet-verzorgende ouder! Afstudeerscriptie Omgang Ook met de niet-verzorgende ouder! Laila Brik 2005362 Docenten: Opdrachtgever: - Mr. E. Nicolai Aspremont Advocaten - Mr. E. van Meer Mr. N.C. de Vos Maart 2011 Lienden Omgang

Nadere informatie

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart )

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) [De vrouw] te [woonplaats vrouw], hierna: de vrouw, advocaat: mr. L.J. Zietsman te

Nadere informatie

GEZAMENLIJK OUDERLIJK GEZAG NA SCHEIDING

GEZAMENLIJK OUDERLIJK GEZAG NA SCHEIDING GEZAMENLIJK OUDERLIJK GEZAG NA SCHEIDING CONTINUEREN OF BEËINDIGEN? HILDE DIRKS ANR 204343 SCRIPTIE TER AFRONDING VAN DE MASTER RECHTSGELEERDHEID, AFSTUDEERRICHTING PRIVAATRECHT IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal:

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal: Samenvatting Naar schatting hebben jaarlijks ongeveer 50 à 60 duizend minderjarige kinderen te maken met een scheiding. Deze kinderen hebben gemiddeld vaker problemen dan kinderen van gehuwde of samenwonende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 500 Wet van 27 november 2008 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met

Nadere informatie

Als ouders uit elkaar gaan

Als ouders uit elkaar gaan Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter

Nadere informatie

Als ouders uit elkaar gaan

Als ouders uit elkaar gaan Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris!

Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Prof. mr. A.J.M. Nuytinck Published in Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139,

Nadere informatie

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend Regelingen en voorzieningen CODE 7.2.3.38 Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend jurisprudentie bronnen EB, Tijdschrift voor scheidingsrecht, afl. 10 - oktober 2010 Gerechtshof

Nadere informatie

Als ouders gaan scheiden

Als ouders gaan scheiden Als ouders gaan scheiden Over de Raad voor de Kinderbescherming September 2009 Justitie Ministerie van Justitie Raad voor de Kinderbescherming Als ouders gaan scheiden Met de meeste kinderen en jongeren

Nadere informatie

Het ouderschapsplan: Een dode letter?

Het ouderschapsplan: Een dode letter? Het ouderschapsplan: Een dode letter? Een onderzoek naar de werking van het ouderschapsplan in de rechtspraktijk Rechtbank Breda 2011 Het ouderschapsplan: Een dode letter? Een onderzoek naar de werking

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen

Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Hoofdstuk 11: Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 'A man may lead a horse to the water, but four and twenty canna gar him drink' Boswell, Life of Johnson, July 14, 1763. 1 Inleiding Bij de invoering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 Instantie Datum uitspraak 19-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant C/01/280880 / FA RK 14-3596_2

Nadere informatie

Inhoudsopgave 1. Wat is mediation... 2

Inhoudsopgave 1. Wat is mediation... 2 Mediation Inhoudsopgave 1. Wat is mediation... 2 2. Wat voor zaken pakken wij aan met mediation?... 2 3. Wanneer biedt mediation de meeste kans op een goede afloop?... 3 4. Spelregels en voorwaarden bij

Nadere informatie

Burgerlijk wetboek, Boek 1

Burgerlijk wetboek, Boek 1 U gaat scheiden Burgerlijk wetboek, Boek 1 Artikel 150 Echtscheiding tussen echtgenoten die niet van tafel en bed gescheiden zijn, wordt uitgesproken op verzoek van één der echtgenoten of op hun gemeenschappelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 676 Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 19-04-2012 Datum publicatie 12-11-2012 Zaaknummer 152909 / FA RK 11-238 en 165071 / FA RK 11-1210 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Het ouderschapsplan bij informele relaties. Maaike Cuppen

Het ouderschapsplan bij informele relaties. Maaike Cuppen Het ouderschapsplan bij informele relaties Naam: Maaike Cuppen ANR: S571257 Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht Examencommissie: Mw. mr. R. de Jong Prof. mr. P. Vlaardingerbroek Afstudeerdatum:

Nadere informatie

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen (Landsverordening gezamenlijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

Scriptie. Voortgezet ouderschap in Aruba en in Nederland

Scriptie. Voortgezet ouderschap in Aruba en in Nederland Scriptie Voortgezet ouderschap in Aruba en in Nederland Een rechtsvergelijkend onderzoek tussen Aruba en Nederland op het gebied van voortgezet ouderschap na scheiding. Naam Auteur : Imke van Lierop Afstudeerorganisatie

Nadere informatie

Ouderschap, gezag en scheiding

Ouderschap, gezag en scheiding Ouderschap, gezag en scheiding mr. Paulien Boerkamp met dank aan: mr. Lydia Janssen 2 en 12 maart 2015 Programma Twee soorten juridische banden met kind: 1. Ouderschap (= familie) 2. Gezag (= zeggenschap)

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1856

ECLI:NL:RVS:2017:1856 ECLI:NL:RVS:2017:1856 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608063/1/A2 Eerste

Nadere informatie

Scheiden en Alimentatie

Scheiden en Alimentatie Scheiden en Alimentatie Dagelijks worden aan CSG Advocatuur tientallen vragen gesteld over Scheiden en Alimentatie. Op deze pagina vindt u de antwoorden op de aan CSG Advocatuur meest gestelde vragen over

Nadere informatie

Definities van de gehanteerde termen:

Definities van de gehanteerde termen: Protocol Scheiding in school 1 Dit protocol: legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden om misverstanden te voorkomen; beschrijft

Nadere informatie

Nevenvoorzieningen bij echtscheidingen

Nevenvoorzieningen bij echtscheidingen Nevenvoorzieningen bij echtscheidingen Er bestaat onduidelijkheid over de vraag of de rechter in het kader van een echtscheidingsprocedure voorzieningen kan treffen, die niet met zoveel woorden in art.

Nadere informatie

Het verplichte ouderschapsplan en art. 6 EVRM

Het verplichte ouderschapsplan en art. 6 EVRM Het verplichte ouderschapsplan en art. 6 EVRM Belemmering van de toegang tot de rechter? Door: ANR: Opleiding: Afstudeerrichting: Examencommissie: Iris d Hont 223224 Rechtsgeleerdheid Privaatrecht Mw.

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

Datum 16 december 2014 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet Scheiden zonder rechter

Datum 16 december 2014 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet Scheiden zonder rechter Aan de Koning Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Registratienummer 593039 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet Scheiden zonder rechter

Nadere informatie

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Schoolbeleid 2010 2011

Schoolbeleid 2010 2011 Pcb De Hoeksteen Protocol Informeren van gescheiden ouders Schoolbeleid 2010 2011 Protocol Informeren van gescheiden ouders Behandeld in vergadering d.d. 30 november 2010 Instemming / advies MR d.d. 8

Nadere informatie

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D. Keus)

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D. Keus) Vervangende toestemming tot verhuizing naar Finland Prof. mr. A.J.M. Nuytinck HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D.

Nadere informatie

Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Elke school heeft te maken met ouders met een verbroken relatie. Als ouders scheiden hebben zij in beginsel allebei het gezag over een minderjarig kind. Soms

Nadere informatie

Uitspraak 201405096/1/A2

Uitspraak 201405096/1/A2 Uitspraak 201405096/1/A2 Datum van uitspraak: Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201405096/1/A2. Datum uitspraak: 21 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK woensdag 21 januari 2015 Uitspraak op het

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2017:172

ECLI:NL:OGEAA:2017:172 ECLI:NL:OGEAA:2017:172 Instantie Datum uitspraak 14-03-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer EJ nr. 1286 van 2017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

De rechten van grootouders

De rechten van grootouders Mr E.L.M. Louwen advocaat familierecht/mediator Bierman advocaten, Tiel De rechten van grootouders Wet Al jaren vragen grootouders aan de rechter om een omgangsregeling met hun kleinkinderen. Al jaren

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 676 Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

De geldigheid van het concurrentiebeding

De geldigheid van het concurrentiebeding De geldigheid van het concurrentiebeding Het criterium zwaarwegend belang bij het concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Mr. drs. G.W. Nijhoff III Nijhoff.indd 3 9-2-2015 14:18:54

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders

Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders Concept ter bespreking : 30-08-2016 Vastgesteld door de Directie : 13-09-2016 Vastgesteld door het Algemeen Bestuur : n.v.t. Instemming oudergeleding

Nadere informatie

Protocol informatievoorziening gescheiden ouders

Protocol informatievoorziening gescheiden ouders Protocol informatievoorziening gescheiden ouders Op onze school is ervoor gekozen om de afspraken tussen school en ouders op te nemen in een gezamenlijk in te vullen en door directie en beide ouders te

Nadere informatie

Voor de RBCZ Sectoren Medisch Sociaal Psychosociaal

Voor de RBCZ Sectoren Medisch Sociaal Psychosociaal Voor de RBCZ Sectoren Medisch Sociaal Psychosociaal INFORMATIE OVER WETTELIJKE REGELS BEHANDELING KINDEREN POSITIE OUDERS - behandelen van minderjarige kinderen - het sluiten van een behandelingsovereenkomst

Nadere informatie

Uw Scheiding Uw Financieel Planner

Uw Scheiding Uw Financieel Planner Uw Scheiding Uw Financieel Planner Dr. O. Botjeslaan 83 9681 GE MIDWOLDA 06-29 07 58 01 www.meyshuis.nl info@meyshuis.nl ING Bank: NL 56INGB 043.58.871 KvK Groningen 01163895 BTW NL104595553B01 SCHEIDEN

Nadere informatie

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief'

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief' 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Datum van inontvangstneming : 23/01/2019 Samenvatting C-759/18-1 Zaak C-759/18 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:3080 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:3080 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:3080 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 25-07-2017 Datum publicatie 08-08-2017 Zaaknummer 200.201.562/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Uw Scheiding Onafhankelijk Financieel Planbureau

Uw Scheiding Onafhankelijk Financieel Planbureau Uw Scheiding Onafhankelijk Financieel Planbureau Dr. O. Botjeslaan 83 9681 GE MIDWOLDA 06-29 07 58 01 www.meyshuis.nl info@meyshuis.nl Friesland Bank 2949.67.036 KvK Groningen 01163895 BTW NL104595553B01

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand

Directoraat-Generaal Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand a Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag geadresseerde Bezoekadres Schedeldoekshaven 100 2511

Nadere informatie

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen } Ouderschap } Gezag } Positie gescheiden ouders } Grove schets van internationale aspecten Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen 1 } Uit wie het kind

Nadere informatie

10 stappenplan (echt)scheiding

10 stappenplan (echt)scheiding Een scheiding is vaak vrij onoverzichtelijk. Met deze indeling in 10 stappen kan je precies zien wat je nog moet doen en waar je in het hele proces bent. Stap 1 Vaststellen van het gezamenlijke vermogen

Nadere informatie

WAT IS DE RECHTSPOSITIE VAN HET MINDERJARIGE KIND BIJ KWESTIES ROND (ECHT)SCHEIDING, OMGANG EN GEZAG?

WAT IS DE RECHTSPOSITIE VAN HET MINDERJARIGE KIND BIJ KWESTIES ROND (ECHT)SCHEIDING, OMGANG EN GEZAG? WAT IS DE RECHTSPOSITIE VAN HET MINDERJARIGE KIND BIJ KWESTIES ROND (ECHT)SCHEIDING, OMGANG EN GEZAG? Scriptie in het kader van de opleiding Nederlands Recht Universiteit : Open Universiteit Nederland

Nadere informatie

Inhoud VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN V XV 1 DE FASE VOOR DE SCHEIDING 1 1.1 Scheiden of niet 1 1.2 Inschakeling van een advocaat 2 1.3 Verzoening 10 1.4 Gescheiden wonen 11 1.5 Risico s bij

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 1

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 1 1 Inleiding 1 2 Onderzoeksopzet en verantwoording 5 2.1 Synopsis 5 2.2 Relevantie van het onderzoek 6 2.3 Afbakening en verantwoording van het onderzoek 7 2.4 Probleemstelling 9 2.5 Opbouw van het boek

Nadere informatie

Betreft: protocol informatieverstrekking gescheiden ouders + tekst in schoolgids. I Protocol

Betreft: protocol informatieverstrekking gescheiden ouders + tekst in schoolgids. I Protocol Betreft: protocol informatie gescheiden ouders + tekst in schoolgids I Protocol 1. Bij inschrijving van de leerling wordt melding gedaan van de gezinsrelatie waarin deze opgroeit, alsook van de gezagsrelatie

Nadere informatie

Memorie van Toelichting. 1. Algemeen

Memorie van Toelichting. 1. Algemeen 30145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet ouderschap na scheiding en het afschaffen van de mogelijkheid

Nadere informatie

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS Stichting KBO Haarlem-Schoten December 2016 Inleiding Steeds vaker worden scholen betrokken bij conflicten tussen ouders, die niet meer samen leven. Deze betrokkenheid ontaardt

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking. november 2017

Protocol Informatieverstrekking. november 2017 Protocol Informatieverstrekking november 2017 1. Inleiding Artikel 11 van de Wet op het Primair Onderwijs (hierna: WPO ) verplicht scholen in algemene zin om te rapporteren over de vorderingen van de leerlingen

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2015:3739

ECLI:NL:RBOVE:2015:3739 ECLI:NL:RBOVE:2015:3739 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 12-08-2015 Zaaknummer C/08/164923 / ES RK 14-3440 en C/08/169974 / ES RK 15-998 Rechtsgebieden Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1318

ECLI:NL:RVS:2017:1318 ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

Echtscheiding via het gemeenteloket?

Echtscheiding via het gemeenteloket? Afstudeerdatum: 26 augustus 2010 Begeleider: Prof. Mr. P. Vlaardingerbroek Student: Helina Sultani ANR: 169475 Universiteit: Universiteit van Tilburg Faculteit: Rechtsgeleerdheid Studie: Nederlands Recht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 676 Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders VO Basis Wet en regelgeving Burgerlijk Wetboek artikel 1:377b Burgerlijk Wetboek artikel 1:377c Archief CvB CO 9.3 Van toepassing op/voor VO-deel scholengroep

Nadere informatie

INFORMATIEPLICHT OUDERS

INFORMATIEPLICHT OUDERS INFORMATIEPLICHT OUDERS 1. INLEIDING Alle ouders hebben in principe recht op informatie over hun kind van de school. Dit geldt ook voor ouders die gescheiden zijn. Soms is er maar één ouder van het kind

Nadere informatie

Ik ga scheiden. Wat nu? Informatie over: procedure kosten financiën woning kinderen

Ik ga scheiden. Wat nu? Informatie over: procedure kosten financiën woning kinderen Ik ga scheiden Wat nu? U bent getrouwd of u heeft een geregistreerd partnerschap, maar wilt niet langer bij uw partner blijven. In dit geval kunt u gaan scheiden. Een echtscheiding is vaak verdrietig en

Nadere informatie

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel )

JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) JPF 2013/115 Rechtbank Den Haag 11 februari 2013, C/09/419508 FA RK 12-3722; ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ3284. ( mr. Brakel ) [De minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats], Frankrijk, wonende

Nadere informatie

PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders

PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders OPTIMUS primair onderwijs Postbus 315 5430 AH CUIJK Molenstraat 19 5431 BW CUIJK Tel: 0485 318910 E: info@optimusonderwijs.nl PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders OPTIMUS Primair Onderwijs

Nadere informatie

Het schoolprotocol bij scheiding van ouders

Het schoolprotocol bij scheiding van ouders OBS DE WINDE NOOTDORP Protocol school en echtscheiding 2012-1 Deze informatie is er op gericht om duidelijkheid te verschaffen hoe het De Winde omgaat met het verstrekken van informatie aan ouders die

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BL7407

ECLI:NL:HR:2010:BL7407 ECLI:NL:HR:2010:BL7407 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-05-2010 Datum publicatie 21-05-2010 Zaaknummer 09/03564 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BL7407

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 Rapport Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de griffier van de rechtbank te Amsterdam Sector kanton, locatie Hilversum op 3 augustus 2000 heeft nagelaten

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 30 november 2005 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

GMR/100617 Heerenveen, 17 juni 2010

GMR/100617 Heerenveen, 17 juni 2010 GMR/100617 Heerenveen, 17 juni 2010 PROTOCOL INFORMATIEVOORZIENING GESCHEIDEN OUDERS / VERZORGERS INLEIDING Binnen OSG Sevenwolden worden mentoren, docenten, teamleiders, locatie- (adjunct)directeuren

Nadere informatie

2014 Protocol Omgaan met (kinderen van) gescheiden ouders

2014 Protocol Omgaan met (kinderen van) gescheiden ouders 2014 Protocol Omgaan met (kinderen van) gescheiden ouders Versie: 25-2-2014 De Bakelgeert, Daltonbasisschool Stationsweg 40 5831 CR, Boxmeer Tel. 0485-573386 www.debakelgeert.nl info@debakelgeert.nl Inhoud

Nadere informatie

Informatieplicht van school naar ouders

Informatieplicht van school naar ouders Informatieplicht van school naar ouders Voor wie Alle informatie Beperkte informatie A Ouders die met elkaar zijn getrouwd; voor vader en moeder geldt: B Ouders die zijn gescheiden; Voor vader en moeder

Nadere informatie

Protocol School en Scheiding

Protocol School en Scheiding Instemming GMR PO 19 april 2018 Definitief besluit CvB 29 mei 2018 Protocol School en Scheiding Dit protocol legt uit wie voor de wet ouder van een kind is, beschrijft hoe de scholen van SCO Delft omgaan

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572 ECLI:NL:RBHAA:2012:2572 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12062012 Datum publicatie 16072013 Zaaknummer 182928 FA RK 112236 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

Wat is de houdbaarheid van het ouderschapsplan?

Wat is de houdbaarheid van het ouderschapsplan? Wat is de houdbaarheid van het ouderschapsplan? Student: Anne van der Steen Studentnummer: 503979 Opleiding: Accentmaster privaatrecht Rechtsgeleerdheid Universiteit: Universiteit van Tilburg Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Protocol School en echtscheiding

Protocol School en echtscheiding Protocol School en echtscheiding Categorie: 3.3 Veiligheid en klimaat Proceseigenaar: Anja Middelburg Geldigheidsduur: 1-2-2020 Versie: 1.0 Protocol School en echtscheiding Stichting Katholiek Onderwijs

Nadere informatie

Procederen in familiezaken. 9 februari 2017 Praktizijnsbibliotheek Door M.S. van Gaalen

Procederen in familiezaken. 9 februari 2017 Praktizijnsbibliotheek Door M.S. van Gaalen Procederen in familiezaken 9 februari 2017 Praktizijnsbibliotheek Door M.S. van Gaalen Introductie Doel van de middag: leren van elkaar! Uw sprekers Familierechtelijke conflict Bijzondere aard van het

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling

» Samenvatting. » Uitspraak. 1. Verloop van de procedure. 2. Verdere beoordeling JPF 2010/82 Rechtbank Haarlem 13 april 2010, 150107/FA RK 08-3358; LJN BM5937. ( Mr. Otter Mr. Van Andel Mr. Ayal ) [Namen verzoekers], beiden te [plaats], hierna mede te noemen: verzoekers, advocaat:

Nadere informatie

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders

Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Openbare basisschool De Trinoom Diemewei 45-05 6605 XH Wijchen tel: 024-6456608 administratie@trinoom.nl Protocol Informatieverstrekking aan gescheiden ouders Geachte ouders/verzorgers, Voor u ligt het

Nadere informatie