De beëindiging van informele relaties en het ouderschapsplan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De beëindiging van informele relaties en het ouderschapsplan"

Transcriptie

1 De beëindiging van informele relaties en het ouderschapsplan Naam: Loes de Rijk ANR: Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid; accent privaatrecht Examencommissie: Mw. mr. R. de Jong Mw. mr. V.M. Smits Afstudeerdatum: 3 februari 2012

2 Voorwoord Voor u ligt mijn masterscriptie ter afronding van mijn studie Rechtsgeleerdheid aan de Tilburg University. Mijn interesse in het familie- en jeugdrecht werd gewekt door de colleges die ik tijdens mijn masteropleiding heb gevolgd. De keuze om vooral de regeling van het verplicht ouderschapsplan bij ouders met een informele relatie te onderzoeken heb ik gemaakt naar aanleiding van een college van de heer Vlaardingerbroek. De ongrijpbaarheid van een informele relatie was iets wat mij erg intrigeerde. Ik wil graag van deze gelegenheid gebruik maken om een aantal personen te bedanken. Allereerst gaat mijn dank uit naar mevrouw De Jong, voor de begeleiding en de feedback. Daarnaast wil ik mevrouw Smits bedanken voor de bereidheid om deel uit te maken van de examencommissie. Ik wil ook graag mijn ouders bedanken voor hun steun en de mogelijkheid om te gaan studeren. We waren het misschien niet altijd eens over de manier waarop ik het aanpakte, maar het is uiteindelijk gelukkig toch allemaal goed gekomen. Ik wil Janneke bedanken voor de tijd in Tilburg, de ontzettend leuke reisjes tijdens mijn studie en alle succes - maaltijden. Ron, bedankt voor je liefde en steun, en voor de vele keren dat je me meegenomen hebt naar de bibliotheek, het heeft zijn vruchten afgeworpen. Tot slot wil ik mijn vriendinnen bedanken voor de vele leuke momenten tijdens colleges en natuurlijk vooral de momenten daarbuiten, zonder jullie was mijn studententijd lang niet zo leuk geweest. Loes de Rijk Tilburg, februari 2012

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Onderzoeksonderwerp Centrale onderzoeksvraag Opbouw Het ouderschapsplan bij de beëindiging van een relatie De parlementaire geschiedenis van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding Artikel 815 Rv Het ouderschapsplan bij de beëindiging van een informele relatie Verschillen in de huidige regeling van het ouderschapsplan bij beëindiging van een formele relatie en bij beëindiging van een informele relatie Conclusie Knelpunten van de huidige regeling De oncontroleerbaarheid van het moment waarop de relatie wordt beëindigd De onbekendheid met het ouderschapsplan De verschillen tussen de regeling van het verplicht ouderschapsplan bij de beëindiging van een formele relatie en bij de beëindiging van een informele relatie Informele relaties die buiten de huidige regeling vallen Erkenning en gezagsaantekening Gezamenlijk gezag ex art. 1:253t BW Adoptie De samenlevingsovereenkomst Wanneer er niets geregeld is Conclusie Het Noorse model De mediationverklaring Godt Samliv Verhoogde kinderbijslag voor ex- samenwoners Zijn de Noorse regelingen geschikt voor Nederland? Voorlichtingsprogramma s Financiële prikkel Conclusie Ideeën om de huidige regeling beter vorm te geven Ouderschapsplan opnemen in samenlevingscontract Ouderschapsplan bij verkrijging gezamenlijk ouderlijk gezag Registratie samenwoners De ouderschapsakte Voorlichtingsprogramma s Afschaffen van het ouderschapsplan bij beëindiging van een informele relatie Conclusie Conclusie en aanbevelingen Conclusie Aanbevelingen Literatuurlijst...48

4 Inleiding 1.1 Onderzoeksonderwerp Jaarlijks zijn er zo n kinderen betrokken bij een scheiding. Het gaat daarbij niet alleen om echtscheidingen, maar ook om ontbinding van het geregistreerd partnerschap en het uiteengaan van ongehuwd samenwonende ouders. 1 Er zijn situaties waarin een scheiding uiteindelijk beter is, maar het is onmiskenbaar dat een scheiding voor alle betrokkenen een emotionele gebeurtenis is. Ongeveer 30 procent van de kinderen met gescheiden ouders kampt met problemen zoals depressieve en angstgevoelens, delinquentie en agressie. 2 Onderzoek heeft aangetoond dat met name langdurige en heftige conflicten, zowel tijdens als na de relatie, de belangrijkste oorzaken zijn van problemen van kinderen. 3 Een goede relatie tussen de ouders is op zijn beurt ook goed voor de kinderen. Vergeleken met kinderen waarvan de ouders een slechte relatie hebben, doen de kinderen uit een goede relatie het bijvoorbeeld beter op school en genieten zij een betere fysieke en mentale gezondheid. 4 De laatste jaren is er een verschuiving te zien in de wetgeving rondom de echtscheiding. Waar het accent eerst lag op zo eenvoudig mogelijke echtscheidingsprocedures, speelt nu de zorgvuldigheid een belangrijke rol, met name wanneer er kinderen bij betrokken zijn. De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding laat dit zien. 5 Door de invoering van deze wet is het sinds 1 maart 2009 verplicht voor scheidende ouders om een ouderschapsplan op te stellen. Het belang van het kind staat bij het opstellen van het ouderschapsplan centraal. 6 Het uitgangspunt van dit plan is dat de band met beide ouders behouden dient te blijven. Door het opstellen van een ouderschapsplan worden ouders gedwongen om vroegtijdig na te denken over de invulling van het ouderschap na de scheiding en moeten zij hierover goede afspraken maken, om zo onnodige conflicten nadien te voorkomen. 7 Het opstellen van een ouderschapsplan zou tot minder conflicten na de scheiding moeten leiden, waardoor er minder problemen voor de kinderen zullen ontstaan. De controle of er een ouderschapsplan is opgesteld, gebeurt bij gehuwde of geregistreerde ouders wanneer zij gaan scheiden of hun partnerschap laten ontbinden. Op grond van art. 815 lid 2 Rv moet het benodigde verzoekschrift een ouderschapsplan bevatten. Bij de beëindiging van een informele relatie ontbreekt een dergelijk controlemoment. 8 Ouders kunnen hun informele relatie beëindigen zonder dat de overheid daarbij betrokken wordt. De wetgever heeft geprobeerd dit probleem op te lossen door de invoering van art. 1:253a lid 3 BW. Hierin is opgenomen dat, indien ongehuwd samenwonende ouders ten tijde van hun scheiding geen ouderschapsplan hebben 1 Nota Gezinsbeleid 2008, p Spruijt 2007, p Nota Gezinsbeleid 2008, p Anthonijsz e.a. 2010, p Nota Gezinsbeleid 2008, p Handelingen II 2006/07, nr. 51, p Kamerstukken II 2004/05, , nr. 3, p. 1 (MvT). 8 Chin- A- Fat 2009, p

5 opgesteld en er na het beëindigen van hun samenleving geschillen ontstaan in het kader van de gezamenlijke uitoefening van het ouderlijk gezag, deze geschillen pas aan de rechter kunnen worden voorgelegd nadat er door de ouders alsnog een ouderschapsplan is opgesteld. Het ouderschapsplan na beëindiging van een informele relatie is volgens de huidige regeling alleen verplicht wanneer er op grond van art. 1:252 BW een aantekening in het gezagsregister is geplaatst. Ouders die geen gezagsaantekening hebben laten plaatsen zijn op grond van de huidige regeling dus niet verplicht om een ouderschapsplan op te stellen. De ouders die gezamenlijk het gezag uitoefenen op grond van art. 1:253t BW vallen ook niet onder de huidige regeling. Er zijn nog meer situaties denkbaar waarbij de huidige regeling niet geldt. Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel en na invoering van de wet is er in de literatuur veel kritiek geuit op het verplichte ouderschapsplan bij beëindiging van een informele relatie. Met name de oncontroleerbaarheid van het moment waarop ouders hun informele relatie beëindigen is volgens velen een bezwaarlijk punt in de huidige regeling. Volgens onderzoek van Antokolskaia en Coenraad zou de vergaande verplichting van het opstellen van een ouderschapsplan bij verbreking van informele relaties in Nederland zelfs een volledig dode letter zijn Centrale onderzoeksvraag Bovenstaande brengt mij tot de volgende onderzoeksvraag: Hoe kan de huidige regeling van het verplichte ouderschapsplan bij beëindiging van een informele relatie beter vorm gegeven worden, zodat het geen volledig dode letter blijft? 1.3 Opbouw Voor de beantwoording van deze onderzoeksvraag is het allereerst van belang om te bekijken hoe de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding tot stand is gekomen. Ook moet de huidige regeling van het verplicht ouderschapsplan bij beëindiging van een informele relatie uiteengezet worden. Dit gebeurt in het eerstvolgende hoofdstuk. In dit hoofdstuk worden ook de verschillen tussen de regeling van het ouderschapsplan bij beëindiging van een formele relatie en de regeling van het ouderschapsplan bij beëindiging van een informele relatie onderzocht. In het derde hoofdstuk worden de knelpunten van de huidige regeling besproken. In dit hoofdstuk wordt ook aandacht besteed aan verschillende informele relaties die op dit moment buiten de regeling vallen. In het vierde hoofdstuk wordt het Noorse model besproken. In dit hoofdstuk wordt onderzocht hoe ouders in Noorwegen gestimuleerd worden om na te denken over de gevolgen van een scheiding voor een kind en om hierover afspraken te maken. Ook wordt er onderzocht of Nederland lering kan trekken uit het Noorse model. 9 Antokolskaia & Coenraad 2007, p

6 In het vijfde hoofdstuk worden ideeën besproken die in de literatuur naar voren zijn gekomen ter verbetering van de huidige regeling. Ook wordt in dit hoofdstuk onderzocht of deze ideeën daadwerkelijk tot een betere regeling zouden kunnen leiden. Het laatste hoofdstuk zal bestaan uit de conclusie waarin de onderzoeksvraag wordt beantwoord. Dit hoofdstuk zal afgesloten worden met enkele aanbevelingen. 3

7 2. Het ouderschapsplan bij de beëindiging van een relatie In dit hoofdstuk zal eerst de parlementaire geschiedenis van de totstandkoming van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding worden besproken. Daarna wordt gekeken naar art. 815 Rv, waarin de verplichting tot het opstellen van een ouderschapsplan bij een echtscheiding is neergelegd. Vervolgens wordt de huidige regeling van het ouderschapsplan bij beëindiging van een informele relatie besproken. Ook zal er in dit hoofdstuk bekeken worden wat de belangrijkste verschillen zijn tussen de huidige regeling betreffende het ouderschapsplan bij beëindiging van een formele relatie en bij beëindiging van een informele relatie. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een conclusie. 2.1 De parlementaire geschiedenis van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding De weg naar de invoering van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding begon bij indiening van een initiatiefwetsvoorstel door VVD er Ruud Luchtenveld. Op 1 juli 2004 diende hij een initiatiefwetsvoorstel in met de citeertitel Beëindiging huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving voortgezet ouderschap. 10 De belangrijkste doelstellingen uit het initiatiefwetsvoorstel waren de zorgvuldige administratieve scheiding, het omzetten van de flitsscheiding in een zorgvuldige procedure tot beëindiging van het huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en een gelijkwaardigere en rechtvaardigere verdeling van de ouderschapstaken in het belang van het kind. Dit laatste was volgens Luchtenveld het belangrijkste doel van het initiatiefwetsvoorstel. 11 Wat betreft de administratieve echtscheiding was hij van mening dat het overgrote deel van de echtscheidingen door de echtgenoten zelf kon worden geregeld, al dan niet met behulp van een bemiddelaar. 12 Het initiatiefwetsvoorstel stelde als voorwaarden voor een echtscheiding dat er tussen partijen een overeenkomst opgesteld moest worden. Daarin moesten de belangrijkste gevolgen van de echtscheiding vermeld staan: een ouderschapsplan, een regeling met betrekking tot een eventuele partneralimentatie, het gebruik van de echtelijke woning, de verdeling van de gemeenschap en een verevening of verrekening van het pensioen. 13 Bij de totstandkoming van die overeenkomst zou een deskundige betrokken moeten worden, die eventueel ook als mediator op kon treden. De deskundige had de taak de overeenkomst te toetsen en moest deze ook ondertekenen. Werd er niet aan een van de gestelde voorwaarden voldaan dan was de sanctie die hierop stond nietigheid. 14 Luchtenveld had besloten tot het verplicht stellen van, onder meer, het ouderschapsplan om zo in te spelen op de steeds groter wordende maatschappelijke onvrede met betrekking tot de feitelijk zwakke positie van de niet- verzorgende ouder Kamerstukken II 2003/04, , nr Luchtenveld 2006, p Heida 2006, p Kamerstukken II 2003/04, , nr. 2, art. 150 (nieuw). 14 Antokolskaia 2005, p Antokolskaia 2005, p

8 Het voorstel werd in eerste instantie positief ontvangen. Tijdens de behandeling in de Tweede Kamer is het wel gewijzigd om ervoor te zorgen dat het meer in lijn zou zijn met Brussel II- bis. Ook is het oorspronkelijke voorstel door de aanname van verschillende amendementen gewijzigd. 16 Wijzigingen bestonden hieruit dat de administratieve echtscheiding vooralsnog niet mogelijk werd gemaakt voor echtparen of geregistreerde partners die alleen of gezamenlijk het gezag over minderjarige kinderen uitoefenen en dat er geen minimum- omgangsregeling van het kind met de niet met het gezag belaste ouder in de wet werd opgenomen. 17 Toch bleven er bezwaren tegen het voorstel bestaan, vooral tegen de invoering van de administratieve echtscheiding. Er werd dan ook door de regering op 9 juni 2005 een wetsvoorstel van gelijke strekking ingediend. 18 Het nieuwe wetsvoorstel bevatte ook het verplichte ouderschapsplan maar voorzag niet in een echtscheidingsmogelijkheid buiten de rechter om. Het initiatiefwetsvoorstel van Luchtenveld werd uiteindelijk op 20 juni 2006 door stemming in de Eerste Kamer verworpen. Het wetsvoorstel van toenmalig Minister van Justitie Donner is er op gericht om de ouders vroegtijdig te laten nadenken over de invulling van het ouderschap na de scheiding en om de ouders hier goede afspraken over te laten maken zodat hierdoor onnodige conflicten worden voorkomen. Om dit te bevorderen en om te zorgen dat er daadwerkelijk controleerbare afspraken worden gemaakt moet het verzoek tot echtscheiding een ouderschapsplan bevatten. 19 Het ouderschapsplan vormt een belangrijk onderdeel van het wetsvoorstel. Het is aan de ouders om te bepalen welke afspraken zij in het ouderschapsplan vast willen leggen. De wet stelt wel enkele minimumeisen. Het betreft de meest essentiële punten bij de uitoefening van het gezamenlijk gezag. Uit de jurisprudentie blijkt dat deze minimumeisen ook de punten zijn die in de praktijk vaak kunnen leiden tot conflicten die door de rechter moeten worden beslecht. Het ouderschapsplan, thans geregeld in art. 815 Rv, moet minimaal afspraken bevatten over: a. de wijze waarop de ouders de zorg- en opvoedingstaken, bedoeld in art. 247 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, verdelen of het recht en de verplichting tot omgang, bedoeld in art. 377a, eerste lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek vormgeven; b. de wijze waarop de ouders elkaar informatie verschaffen en raadplegen omtrent gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van de minderjarige kinderen; c. de kosten van de verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen (kinderalimentatie). 20 De gedachte achter het stellen van minimumeisen in de wet is dat ouders zo zelf invulling kunnen geven aan het gelijkwaardig ouderschap. Dit heeft ook zodanig uitwerking gekregen door toevoeging van de nieuwe leden 3, 4 en 5 aan art. 1:247 BW. Ouders kunnen afspraken maken die zij in het belang van het 16 Heida 2006, p De Bruijn- Lückers 2006, p Kamerstukken II 2004/05, , nr Kamerstukken II 2004/05, , nr.3, p. 1-2 (MvT). 20 Art. 815 lid 3 Rv. 5

9 kind vinden. 21 Het maken van afspraken tussen scheidende ouders over hun kinderen wordt gezien als een van de belangrijkste middelen voor het verbeteren van het ouderschap na een scheiding. 22 De verplichting tot het opstellen van een ouderschapsplan geldt niet alleen bij de beëindiging van het huwelijk door echtscheiding of ontbinding van het geregistreerd partnerschap. Indien een aantekening in het gezagsregister is geplaatst, als bedoeld in art. 1:252 BW, waardoor de ouders gezamenlijk het ouderlijk gezag over het kind uitoefenen, maar zij niet zijn getrouwd of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, moet er op grond van art. 1:247a BW een ouderschapsplan opgesteld worden wanneer zij hun samenleving beëindigen. 23 Op het wetsvoorstel van de minister van Justitie Hirsch Ballin, en de later toegevoegde minister voor Jeugd en Gezin Rouvoet, waren ook op- en aanmerkingen, maar dit voorstel werd uiteindelijk wel aangenomen. Dit gebeurde op 25 november De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is op 1 maart 2009 in werking getreden. 2.2 Artikel 815 Rv Door de invoering van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is, onder andere, art. 815 Rv gewijzigd. In art. 815 lid 1 Rv is neergelegd welke gegevens het verzoekschrift moet vermelden. Zoals al eerder vermeld is in het tweede lid het vereiste opgenomen dat het verzoekschrift een ouderschapsplan moet bevatten. Het ouderschapsplan moet worden opgesteld ten aanzien van de gezamenlijke minderjarige kinderen, over wie de echtgenoten, al dan niet gezamenlijk, het gezag uitoefenen en de minderjarige kinderen over wie de echtgenoten ingevolge art. 1:253sa of 1:235t BW het gezamenlijke gezag uitoefenen. 24 Art. 815 lid 3 Rv bepaald welke afspraken een ouderschapsplan minimaal moet bevatten. 25 Het verzoekschrift moet vermelden over welke van de gevraagde voorzieningen overeenstemming is bereikt en over welke van de gevraagde voorzieningen nog geen overeenstemming is bereikt, inclusief de gronden voor het ontbreken van die overeenstemming. Art. 815 lid 4 Rv bepaalt verder nog dat het verzoekschrift moet vermelden op welke wijze de kinderen zijn betrokken bij het opstellen van het ouderschapsplan. Er worden in de wet geen verdere eisen gesteld aan de wijze waarop dit zou moeten gebeuren. Uit de rechtspraak komt naar voren dat wanneer het verzoekschrift geen informatie bevat over de betrokkenheid van het kind bij het opstellen van het ouderschapsplan de behandeling van de zaak wordt aangehouden. 26 Wanneer ouders uit elkaar gaan valt voor de kinderen de vertrouwde structuur weg. Dit is voor kinderen verwarrend, brengt hen uit hun 21 Kamerstukken I 2007/08, , C, p. 5 (MvA). 22 Antokolskaia & Coenraad 2007, p Kamerstukken I 2007/08, , C, p. 12 (MvA). 24 Art. 815 lid 2 sub a en b Rv. 25 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de minimumeisen Zie bijv.: Rb. Maastricht 29 juli 2009, LJN BJ

10 evenwicht en kan hen verdrietig maken. Ook zijn kinderen geneigd om zichzelf de schuld te geven van de scheiding. Het is voor de kinderen erg belangrijk dat hun ouders zo snel mogelijk zo veel mogelijk van hun zorgen wegnemen, anders zouden er loyaliteitsconflicten kunnen ontstaan of kunnen de kinderen vervreemd raken van hun ouders. 27 Om het voor de rechter mogelijk te maken het belang van het kind te kunnen beoordelen, moet het verzoekschrift minimaal aangeven of beide ouders met het kind hebben gesproken over het ouderschapsplan en of het kind meegedacht heeft over de concrete invulling van de zorg- en opvoedingstaken. 28 Het is voor de kinderen van belang dat zij zo snel mogelijk weten wat de scheiding voor hen betekent. Kinderen zijn niet gebaat bij voortslepende ouderlijke conflicten of bij voortdurende procesgang. 29 In het vijfde lid van art. 815 Rv is neergelegd welke stukken er bij de indiening van het verzoekschrift overlegd moeten worden, zoals een afschrift of uitreksel van de huwelijksakte en een afschrift of uitreksel van de akte van geboorte van ieder minderjarig kind van de echtgenoten samen of van een van hen. In het zesde lid van art. 815 Rv is een ontsnappingsmogelijkheid neergelegd. Wanneer het ouderschapsplan redelijkerwijs niet kan worden overlegd, kan worden volstaan met overlegging van andere stukken of kan op andere wijze daarin worden voorzien, een en ander ter beoordeling van de rechter. Het is dus aan de rechter om te bepalen of het ouderschapsplan inderdaad redelijkerwijs niet kan worden overlegd. 30 De rechter mag bij het ontbreken van een ouderschapsplan het verzoekschrift niet meteen inhoudelijk beoordelen of hierover beslissen. Eerst moet zijn gebleken dat partijen niet in staat zijn om binnen een redelijke termijn alsnog afspraken te maken. Wanneer een redelijke termijn nog niet is verstreken zal de rechter de zaak aan moeten houden om partijen zo de kans te geven om alsnog een ouderschapsplan op te stellen. Dit is niet bevorderlijk voor de doorlooptijden van de rechtbank. 31 Ook is het zo dat de rechter vrij snel aan dient te nemen dat het redelijkerwijs niet mogelijk is om een ouderschapsplan op te stellen om zo strijd met art. 6 EVRM te voorkomen. Bij onverkorte toepassing houdt de regeling namelijk in dat wanneer de rechter van mening is dat er ten onrechte geen ouderschapsplan overlegd is bij het verzoek tot echtscheiding, de verzoekers niet worden ontvangen in het verzoek en dus niet kunnen scheiden, terwijl er in de meeste gevallen wel aan het materiële vereisten van duurzame ontwrichting voldaan zal zijn. 32 Het zevende lid van art. 815 Rv bepaalt ten slotte dat de griffier onverwijld een afschrift van het verzoekschrift aan de raad voor de kinderbescherming zendt, indien ten behoeve van minderjarige kinderen voorzieningen moeten worden getroffen. Een eenzijdig echtscheidingsverzoek moet ook een ouderschapsplan bevatten. Dit is niet alleen om de principiële reden dat alle ouders een ouderschapsplan op moeten stellen, maar ook om te voorkomen dat 27 Mulder & Hompus 2009, p Ackermans- Wijn & Brands- Bottema 2009b, p Spruijt 2006, p Doek 2010, aant Ackermans- Wijn & Brands- Bottema 2009a, p Coenraad 2010, p

11 de verplichting tot het opstellen van een ouderschapsplan wordt ontlopen. Echtgenoten zouden af kunnen spreken dat één van hen een eenzijdig verzoek tot echtscheiding indient, waar de ander dan mee instemt. Dit is onwenselijk omdat het niet bijdraagt aan de bewustmaking van de ouders van hun verantwoordelijkheid voor het kind. 33 Het eenzijdige echtscheidingsverzoek wordt door de rechtbank vooralsnog niet behandeld wegens het ontbreken van de vereiste stukken. De rechter wacht eerst af om te bekijken of er alsnog een overleg kan worden opgestart om toch tot een ouderschapsplan te komen. Deze vertraging heeft gevolgen voor de huwelijksgemeenschap. Deze blijft immers bestaan tot het tijdstip van ontbinding van het huwelijk. 34 Niet alleen bij een verzoek tot echtscheiding maar ook bij een scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed 35 moet een ouderschapsplan overlegd worden. Doordat in art. 828 Rv de bepalingen over de rechtspleging in scheidingszaken van overeenkomstige toepassing worden verklaard op een ontbinding van een geregistreerd partnerschap, moet er bij ontbinding van een geregistreerd partnerschap ook een ouderschapsplan overlegd worden wanneer er minderjarige kinderen zijn en de geregistreerd partners, al dan niet gezamenlijk, het gezag over de kinderen uitoefenen. Bij het feitelijk uit elkaar gaan van gehuwde of geregistreerde ouders hoeft geen ouderschapsplan opgesteld te worden, zij gaan niet formeel uit elkaar dus komen niet met art. 815 Rv in aanraking. Art. 815 lid 2 Rv laat situaties van gezamenlijke voogdij ook buiten beschouwing, waardoor twee personen die gezamenlijk de voogdij uitoefenen bij een scheiding of bij het feitelijk uit elkaar gaan ook geen ouderschapsplan op hoeven stellen. 36 Merkwaardig is dit wel, aangezien de ratio van het ouderschapsplan ook bij beëindiging van een relatie tussen voogden aan de orde is Het ouderschapsplan bij de beëindiging van een informele relatie In eerste instantie werd er in het wetsvoorstel van Hirsch Ballin alleen aandacht besteed aan gehuwde en geregistreerde ouders die wilden gaan scheiden en werden samenwonenden ouders die feitelijk gingen scheiden niet in het voorstel meegenomen. Dit veranderde door aanneming van het amendement- De Pater- van der Meer c.s., dat art. 1:247a BW introduceerde. 38 In dit artikel is bepaald dat wanneer er een aantekening als bedoeld in art. 1:252 lid 1 BW in het gezagsregister is geplaatst en de ouders hun samenleving beëindigen, er een ouderschapsplan als bedoeld in art. 815 lid 2 Rv opgesteld moet worden. Ouders die niet met elkaar zijn gehuwd of een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan, oefenen het gezag over hun minderjarige kinderen gezamenlijk uit, indien dit op hun beider verzoek in het gezagsregister, als bedoeld in art. 1:244 BW, is aangetekend. 39 Het beëindigen van de samenleving van 33 Vlaardingerbroek 2006, p Breederveld 2011, p Het opstellen van een ouderschapsplan is onder bepaalde omstandigheden niet noodzakelijk bij ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, zie: Rb. Zutphen 2 september 2009, LJN BJ Doek 2010, aant Nuytinck 2008, p Kamerstukken II 2006/07, , nr Art. 252 lid 1 BW. 8

12 deze categorie ouders is, net als het aangaan van de samenleving, enkel een feitelijk gebeuren. 40 Om toch enigszins te kunnen controleren of er inderdaad een ouderschapsplan opgesteld is, bepaalt art. 1:253a lid 3 BW dat wanneer er op enig moment na het beëindigen van de samenleving een geschil over de gezamenlijke uitoefening van het gezag aan de rechter wordt voorgelegd, de rechter de beslissing omtrent het geschil aan moet houden totdat er, alsnog, een ouderschapsplan is opgesteld. Art. 1:252 BW vereist niet dat de ouders samenwonen, maar er moet wel sprake zijn van een familierechtelijke relatie met het kind. De vader zal het kind dus wel eerst moeten erkennen. Het verzoek wordt aan de griffier toegezonden en het gezag ontstaat buiten de rechter om. 41 Wanneer er sprake is van gezamenlijk gezag op grond van art. 1:253t BW hoeft er volgens de huidige regeling geen ouderschapsplan opgesteld te worden bij de beëindiging van de relatie. Het is voor ouders met een informele relatie dus alleen wettelijk verplicht om een ouderschapsplan op te stellen na beëindiging van de relatie wanneer het gezamenlijk ouderlijk gezag, op hun beider verzoek, is aangetekend in het gezagsregister. Het is echter wel wenselijk dat er, ook wanneer dit niet wettelijk verplicht is, een ouderschapsplan opgesteld wordt. Ook ouders die niet gehuwd zijn en geen geregistreerd partnerschap zijn aangegaan hebben volgens De Pater- van der Meer de plicht zich rekenschap te geven over de toekomst van hun kinderen na het verbreken van de relatie. Niet de vorm van de relatie, maar het belang van het kind moet leidend zijn. 42 Bij voorkeur wordt het ouderschapsplan bij een informele relatie niet pas opgesteld wanneer de samenleving is beëindigd, maar geruime tijd daarvoor Verschillen in de huidige regeling van het ouderschapsplan bij beëindiging van een formele relatie en bij beëindiging van een informele relatie Het eerste verschil tussen de regeling van het ouderschapsplan bij beëindiging van een formele relatie en de regeling die geldt bij beëindiging van een informele relatie, is het moment waarop er gecontroleerd wordt of er een ouderschapsplan is opgesteld. Bij het beëindigen van een formele relatie moet het verzoekschrift van die beëindiging op grond van art. 815 lid 2 Rv een ouderschapsplan bevatten. Het ouderschapsplan is hierdoor een ontvankelijkheidsvereiste geworden. 44 De vaststelling of er een ouderschapsplan is opgesteld, gebeurt hierdoor bij een formele relatie voor de officiële beëindiging van de relatie. Bij een informele relatie is het controlemoment opgenomen in de geschillenregeling van art. 1:253a lid 3 BW. Hierdoor komt de vraag of er daadwerkelijk een ouderschapsplan is opgesteld bij een informele relatie pas aan de orde wanneer er aan de rechter een geschil wordt voorgelegd over de gezamenlijke uitoefening van het gezag. Dus pas nadat de relatie al beëindigd is. Wanneer de ouders een informele relatie hadden en er geen geschil over het gezamenlijk gezag aan de rechter wordt voorgelegd, is er zelfs helemaal geen controlemoment om na te gaan of er een ouderschapsplan opgesteld is. 40 Jansen 2009, aant Koens 2011, aant Kamerstukken II 2006/07, , nr Kamerstukken I 2007/08, , C, p Ackermans- Wijn & Brands- Bottema 2009a, p

13 Er zit ook een verschil in de sanctie die gekoppeld is aan het ontbreken van een ouderschapsplan. Het ouderschapsplan is bij beëindiging van een formele relatie, zoals gezegd, een ontvankelijkheidsvereiste. Ontbreekt er bij het verzoekschrift een ouderschapsplan dan kan de rechter partijen niet- ontvankelijk verklaren. 45 Hoewel er in de rechtspraak zeer zelden een echtscheidingsverzoek door het ontbreken van een ouderschapsplan daadwerkelijk niet- ontvankelijk wordt verklaard 46, is dit wel de sanctie die er in de wet aan gekoppeld is. 47 Wanneer de rechter na beëindiging van een informele relatie een geschil over de gezamenlijke uitoefening van het gezag moet behandelen en er blijkt geen ouderschapsplan te zijn, moet de rechter op grond van art. 1:253a lid 3 BW de beslissing aanhouden. Hoewel beide regelingen een ontsnappingclausule bevatten verschilt de grond die bepaald of er gebruik gemaakt kan worden van de ontsnappingsclausule. In art. 815 lid 6 Rv is neergelegd dat wanneer een ouderschapsplan redelijkerwijs niet kan worden overlegd andere stukken kunnen volstaan. De ontsnappingsclausule bij beëindiging van een informele relatie volgt uit de laatste zin van art. 1:253a lid 3 BW. Hierin staat dat aanhouding van de beslissing achterwege blijft wanneer het belang van het kind dit vergt. Bij beide regelingen is het aan de rechter om te bepalen of er gebruik kan worden gemaakt van de ontsnappingsclausule. Bij beëindiging van een formele relatie bepaalt de situatie tussen de ouders dus of er een ouderschapsplan overlegd moet worden, terwijl bij beëindiging van een informele relatie het belang van het kind bepaalt of er van de ontsnappingsmogelijkheid gebruik gemaakt kan worden. Wanneer er bij beëindiging van een informele relatie gebruik wordt gemaakt van de ontsnappingsclausule, betekent dit echter niet dat de ouders dan geen ouderschapsplan meer op hoeven te stellen. 48 Er is voor ouders die hun informele relatie hebben beëindigd nog geen bepaling voor de situatie dat een ouderschapsplan redelijkerwijs niet overlegd kan worden. 49 Natuurlijk bestaat er tussen het karakter van de relatie het grootste verschil. Er is sprake van een formele relatie wanneer er een huwelijk of een geregistreerd partnerschap tussen twee personen is gesloten. Zowel bij het aangaan van de relatie, als bij het beëindigen ervan, moet er voldaan worden aan de eisen die in de wet zijn neergelegd. Ook zijn er bepaalde rechtsgevolgen gekoppeld aan een formele relatie. Het aangaan en het beëindigen van een informele relatie is slechts een feitelijk gebeuren, er komt geen rechter of ambtenaar aan te pas. Een formele relatie kan slechts een huwelijk of een geregistreerd partnerschap zijn, terwijl er vele verschillende vormen van een informele relatie mogelijk zijn. Partners kunnen samenwonen zonder hun relatie geformaliseerd te hebben door een huwelijk of een geregistreerd partnerschap, maar een LAT 50 - relatie is ook een voorbeeld van een informele relatie. Er 45 In Rb. Rotterdam 17 juni 2009, LJN BK1422 verklaarde de rechter de vrouw niet- ontvankelijk. Dit omdat het ouderschapsplan dat overlegd was niet aan de wettelijke vereisten voldeed en de advocaat van de vrouw aan gaf dat hij geen verdere pogingen ging ondernemen om tot een ouderschapsplan te komen wat wel aan de eisen zou voldoen. 46 Zie Rb. Maastricht 29 juni 2009, LJN BJ5265, Rb. Utrecht 14 oktober 2009, LJN BK0439 en Rb. s- Gravenhage 13 januari 2010, LJN BL1926, in alle drie de zaken voldeed het ouderschapsplan niet aan de in de wet gestelde eisen maar hield de rechter het echtscheidingsverzoek aan in plaats van het niet- ontvankelijk te verklaren. 47 Ackermans- Wijn & Brands- Bottema 2009a, p Schrama 2008, p Ackermans- Wijn & Brands- Bottema 2009a, p Living Apart Together. 10

14 hoeft niet samengewoond te worden om een informele relatie te hebben. Er zijn juist geen eisen waaraan voldaan moet worden voordat er sprake is van een informele relatie. Terwijl er vele vormen mogelijk zijn voor een informele relatie valt slechts de relatie waarin de ouders een aantekening in het gezagsregister hebben laten plaatsen onder de huidige regeling van het ouderschapsplan bij beëindiging van een informele relatie. 2.5 Conclusie Door de invoering van de Wet bevordering voorgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is er heel wat veranderd. Niet alleen bij beëindiging van formele relaties maar ook bij de beëindiging van informele relaties moet, in sommige gevallen, een ouderschapsplan opgesteld worden. Dit om de ouders te dwingen om goed na te denken over hun taken betreffende de opvoeding en verzorging van hun kinderen. Voor de kinderen is het van belang dat er een ouderschapsplan wordt opgesteld en dat zij worden betrokken bij het opstellen van het plan. De kinderen kunnen de scheiding zo een plek geven en weten beter wat zij kunnen verwachten van hun leven na de scheiding. Ook kunnen loyaliteitsconflicten en vervreemding van de ouders zo voorkomen worden. De huidige regeling is echter niet ideaal vormgegeven. Bij de regeling van het verplichte ouderschapsplan bij beëindiging van informele relaties wordt de aanwezigheid van een ouderschapsplan pas getoetst wanneer er een geschil omtrent de gezamenlijke uitoefening van het gezag aan de rechter wordt voorgelegd. Deze verplichting geldt op dit moment echter alleen wanneer ouders het gezamenlijk gezag, op grond van art. 1:252 BW, in het gezagsregister hebben laten aantekenen. Ouders die niet zijn getrouwd en op grond van art. 1:253t BW gezamenlijk het gezag uitoefenen vallen bijvoorbeeld niet onder de huidige regeling. Ook is de regeling van het ouderschapsplan bij beëindiging van een formele relatie anders geregeld dan de regeling die geldt bij beëindiging van een informele relatie. De vraag is of deze verschillen wel gerechtvaardigd zijn. 11

15 3. Knelpunten van de huidige regeling In dit hoofdstuk zullen de knelpunten van de huidige regeling van het verplichte ouderschapsplan bij beëindiging van informele relaties worden besproken. Eerst wordt besproken wat nu eigenlijk een informele relatie is. Hierna wordt de oncontroleerbaarheid van het moment van beëindiging van een informele relatie besproken. Daarna wordt de onbekendheid met het verplichte karakter van het ouderschapsplan besproken. Ook wordt er gekeken naar de verschillen in de regeling van het ouderschapsplan bij beëindiging van een formele relatie en de beëindiging van een informele relatie. Als laatste wordt bekeken welke andere informele relaties er kunnen zijn die nu niet onder de huidige regeling vallen. Het hoofdstuk zal afgesloten worden met een conclusie. 3.1 Wat is een informele relatie? Een informele relatie kenmerkt zich door het feit dat een formele handeling waarbij de overheid betrokken is ontbreekt. 51 Zowel het aangaan van een informele relatie als de beëindiging daarvan gebeurt volledig buiten de overheid om. In de huidige regeling van het verplichte ouderschapsplan bij beëindiging van een informele relatie worden slechts de ouders die een aantekening in het gezagsregister hebben laten plaatsen verplicht om een ouderschapsplan op te stellen. Er zijn echter geen vereisten waar ouders aan moeten voldoen om een informele relatie met elkaar te hebben. Het enige criterium wat aan een informele relatie gekoppeld kan worden is dat de ouders niet met elkaar getrouwd mogen zijn of een geregistreerd partnerschap mogen zijn aangegaan. Als dit wel zo is, is er namelijk sprake van een formele relatie. Er zullen dus oneindig veel verschillende vormen van informele relaties mogelijk zijn, partners kunnen immers zelf bepalen of er sprake is van een informele relatie. In het kader van dit onderzoek wordt met een informele relatie bedoeld dat de ouders samenwonen en zij, al dan niet gezamenlijk, het (ouderlijk) gezag over het kind uitoefenen. Hierdoor wordt dus niet alleen de relatie van de ouders met een gezagsaantekening als informeel bestempeld, maar bijvoorbeeld ook de relatie van ouders die op grond van art. 1:253t BW gezamenlijk het gezag uitoefenen. Het uitgangspunt van dit onderzoek is dat er sprake is van een informele relatie wanneer ouders een affectieve relatie met elkaar hebben en zij op hetzelfde adres woonachtig zijn. 3.2 De oncontroleerbaarheid van het moment waarop de relatie wordt beëindigd Zoals in het vorige hoofdstuk al is aangegeven werd in het wetsvoorstel van Donner in eerste instantie niet gesproken over een verplicht ouderschapsplan bij beëindiging van een informele relatie. De ChristenUnie kwam bij de behandeling van het wetsvoorstel met de vraag of het ouderschapsplan ook betekenis kon hebben in situaties waarbij bijvoorbeeld alleen sprake was geweest van samenwonende ouders. 52 De Minister van Justitie reageerde hierop met de mededeling dat het realiseren van de 51 Schrama 2006, p Kamerstukken II 2005/06, , nr. 5, p

16 verplichting tot het opstellen van een ouderschapsplan bij beëindiging van informele relaties moeilijk zou zijn, omdat in de wet een aanknopingspunt ontbreekt. 53 Een informele relatie kenmerkt zich door het ontbreken van een formele handeling waarbij de overheid betrokken is. 54 Zowel het begin als het einde van de relatie is niet geformaliseerd. 55 Wel had het Ministerie van Justitie naar aanleiding van het wetsvoorstel Luchtenveld al opdracht gegeven tot het verrichten van een internationale verkenning van de formele regelingen omtrent de situatie van kinderen bij scheiding van ongehuwde, niet geregistreerde ouders, en de praktische toepassingen daarvan. 56 Uit dit onderzoek bleek dat er verspreid over de vier onderzochte landen, Oostenrijk, Portugal, Slovenië en Servië, vier belangrijke redenen waren aan te wijzen voor de invoering van een verplichting tot het sluiten van een overeenkomst over kinderen bij het verbreken van informele relaties. In alle vier de landen was het sluiten van de overeenkomst een voorwaarde voor voortzetting van het gezamenlijk gezag na scheiding en diende ter bevordering van een goede verstandhouding tussen de partners. In Slovenië en Servië was het sluiten van de overeenkomst ingevoerd om zo te streven naar een volledig gelijke behandeling van de binnen en buiten het huwelijk geboren kinderen en voor de verdere gelijkstelling van het huwelijk en de buitenhuwelijkse relatie als instituten. Door het ontbreken van wettelijke sancties op het niet naleven van de verplichting om een overeenkomst over de kinderen op te stellen, blijkt in alle vier de landen de wettelijke regeling een lex imperfecta te zijn. 57 De regeling bestaat wel, maar er kan niet gecontroleerd worden of men zich er ook aan houdt. Aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek werd besloten om het verplichte ouderschapsplan bij beëindiging van informele relaties niet in het wetsvoorstel op te nemen. Ook ging Rouvoet er van uit dat veel samenwonende ouders toch een ouderschapsplan op zouden stellen, ondanks dat dit voor hen niet wettelijk verplicht werd gesteld. Het verplicht ouderschapsplan bij beëindiging van een huwelijk of geregistreerd partnerschap zou volgens hem deze reflexwerking teweeg brengen. 58 Wil er echter sprake zijn van reflexwerking dan zal er wel voldoende voorlichting gegeven moeten worden over het belang van het ouderschapsplan. Wanneer samenwonende ouders niet op de hoogte zijn van de belangen van het ouderschapsplan, zullen zij ook geen ouderschapsplan opstellen als dit voor hen niet wettelijk verplicht is. Er bleek in de Tweede Kamer echter een meerderheid te bestaan die het wel nodig vond om het ouderschapsplan ook bij beëindiging van informele relaties verplicht te stellen, wat resulteerde in aanneming van amendement De Pater- van der Meer c.s. en daarmee de introductie van art. 1:247a BW. Niet alleen in de Tweede Kamer was er discussie over de afdwingbaarheid van het ouderschapsplan bij beëindiging van informele relaties. Ook vanuit de literatuur zijn kritische kanttekeningen geplaatst. 53 Kamerstukken II 2005/06, , nr. 6, p Schrama 2006, p Nuytinck 2007, p Antokolskaia & Coenraad 2006, p Antokolskaia & Coenraad 2006, p. VII. 58 Handelingen II 2006/07, , nr. 51, p

17 Antokolskaia en Coenraad 59 zijn van mening dat men voor het streven van een ouderschapsplan bij (echt)scheiding niets anders dan sympathie kan hebben, maar dat de regeling zoals deze in Nederland is vormgegeven een volledig dode letter zal zijn. Omdat het verplichte ouderschapsplan niet gekoppeld is aan de voortzetting van het gezamenlijk ouderlijk gezag, ontbreekt elk aanknopingspunt, elke stimulans en elke controlemogelijkheid. Zij vinden het overigens wel terecht dat deze koppeling ontbreekt, omdat dit voor Nederland een onaanvaardbare stap terug zou zijn aangezien sinds 1997 gezamenlijk ouderlijk gezag van rechtswege doorloopt na een (echt)scheiding. 60 Ook Jonker vindt het zeer opmerkelijk dat het amendement De Pater- van der Meer c.s. is aangenomen, terwijl de regering op grond van rechtsvergelijkend onderzoek en een expertmeeting bewust en gemotiveerd het verplichte ouderschapsplan bij beëindiging van informele relaties niet in het wetsvoorstel had opgenomen. Een moment om tot effectuering van de verplichting over te gaan ontbreekt, omdat de relatie niet formeel wordt beëindigd. 61 Ook Ackermans- Wijn en Brands- Bottema geven aan dat de verplichting tot het opstellen van een ouderschapsplan bij beëindiging van een informele relatie pas rechtens relevant wordt bij een verzoek om een regeling vast te stellen omtrent de uitoefening van het gezamenlijk ouderlijk gezag 62, maar staan wel achter de goede bedoelingen van de wet. 63 Chin- A- Fat wijst er ook op dat het probleem van de regeling schuilt in het feit dat er geen controlemoment voor de overheid is bij beëindiging van de samenleving waarop getoetst kan worden of er een ouderschapsplan opgesteld is en dat het zeer de vraag is in hoeverre de regeling in de praktijk effect zal hebben. 64 Ook zij is van mening dat het verplichte ouderschapsplan wel een sympathieke gedachte is. 65 Over het algemeen wordt er dus positief gedacht over het opstellen van een ouderschapsplan en richt de kritiek zich vooral op de manier waarop de regeling is vormgegeven. Slechts wanneer ouders een aantekening in het gezagsregister hebben laten plaatsen en zij na de scheiding een geschil krijgen over de gezamenlijke uitoefening van het gezag, dat zij aan de rechter voorleggen, kan er gecontroleerd worden of er een ouderschapsplan is opgesteld. Wanneer er geen gezagsaantekening als bedoeld in art. 1:252 BW wordt geplaatst, of ouders geen geschil over de gezamenlijke uitoefening van het gezag aan de rechter voorleggen, ontspringen zij dus de dans. Het grote probleem is dat er voor de overheid geen controlemoment is wanneer een informele relatie ontstaat of wanneer deze eindigt. Dit leidt er, net als in de landen onderzocht door Antokolskaia en Coenraad, toe dat de verplichting om bij beëindiging van een informele relatie een ouderschapsplan op te stellen wel in de wet is opgenomen maar dat er niet kan worden gecontroleerd of er inderdaad aan de verplichting is voldaan. Het belang van het ouderschapsplan wordt zo groot geacht dat het ook bij beëindiging van informele relaties verplicht is gesteld, maar door de vorm van de regeling 59 Mevr. Antokolskaia en mevr. Coenraad hebben in opdracht van het Ministerie van Justitie het rechtsvergelijkende onderzoek naar de situatie van kinderen bij scheiding van ongehuwde/niet- geregistreerde uitgevoerd. 60 Antokolskaia & Coenraad 2007, p Jonker 2008, p Ackermans- Wijn & Brands- Bottema 2009a, p Ackermans- Wijn & Brands- Bottema 2009a, p Chin- A- Fat 2009, p Chin- A- Fat 2009, p

18 is deze niet afdwingbaar. Ook kunnen er geen sancties opgelegd worden wanneer het duidelijk wordt dat er geen ouderschapsplan is opgesteld. Door de huidige regeling blijft de ongelijkheid tussen kinderen van ouders met een formele relatie en kinderen van ouders met een informele relatie bestaan. Schonewille heeft al geopperd of het niet verstandiger was geweest om de verplichting om een ouderschapsplan op te stellen te verbinden aan het moment waarop ongehuwde en niet geregistreerde ouders gezamenlijk het gezag over hun kind verkrijgen. 66 Of dit wellicht een oplossing zou zijn wordt in hoofdstuk vijf onderzocht. 3.3 De onbekendheid met het ouderschapsplan Rouvoet gaf tijdens de behandeling van het wetsvoorstel aan dat hij er van uit ging dat er van het verplichte ouderschapsplan voor gehuwde en geregistreerde partners een reflexwerking uit zou gaan. Wanneer men niet wettelijk verplicht is om een ouderschapsplan op te stellen, zouden ouders door het goede voorbeeld dat van de verplichte regeling uit zou gaan, toch een ouderschapsplan opstellen. 67 Dit was voordat het ouderschapsplan ook bij beëindiging van een informele relatie verplicht werd gesteld. Bij de huidige regeling kan na beëindiging van een informele relatie pas gecontroleerd worden of er een ouderschapsplan is opgesteld wanneer er een geschil over de gezamenlijke uitoefening van het gezag aan de rechter wordt voorgelegd, dus wanneer de ouders al uit elkaar zijn. Het is dus nog steeds van belang dat ouders de voordelen van het opstellen van een ouderschapsplan inzien, en dat zij uit zichzelf een ouderschapsplan zullen opstellen wanneer zij de relatie beëindigen. Ouders moeten dan echter wel op de hoogte zijn van de regeling. In de memorie van antwoord staat vermeld dat in de voorlichting die omtrent het ouderschapsplan zal worden gegeven de wenselijkheid van het opstellen van een ouderschapsplan ook bij het feitelijk uiteengaan van ouders uitdrukkelijk aangegeven zal worden, aangezien het ook dan in het belang van het kind is dat er afspraken, als bedoeld in het ouderschapsplan, worden gemaakt. 68 Uit de rechtspraak blijkt echter dat ouders vaak niet eens weten dat zij, wanneer zij een informele relatie hebben, een aantekening moeten laten plaatsen in het gezagsregister om gezamenlijk het ouderlijk gezag uit te kunnen oefenen. 69 Wanneer ouders al niet op de hoogte zijn van de regeling om gezamenlijk het ouderlijk gezag over hun kind te verkrijgen, lijkt het niet waarschijnlijk dat zij dan wel op de hoogte zullen zijn van de regeling van het ouderschapsplan. Ouders met een informele relatie zullen dus pas wanneer zij een geschil over de uitoefening van het gezamenlijk gezag hebben en zij hiervoor een advocaat benaderen, geconfronteerd worden met de verplichting van het ouderschapsplan. Volgens Chin- A- Fat zal het voor een advocaat lastig aan de cliënt uit te leggen zijn dat er een ouderschapsplan opgesteld moet worden voordat zij het geschil over het gezag aan de rechter voor kunnen leggen. Er bestaat tussen de 66 Schonewille 2009, p Handelingen II 2006/07, , nr. 51, p Kamerstukken I 2007/08, , C, p. 13 (MvA). 69 Punselie 2007, p

19 ouders immers al een conflict waar zij niet meer zelfstandig uit kunnen komen, maar er wordt wel van hen verwacht dat zij samen een ouderschapsplan opstellen. 70 Om de huidige regeling goed te laten werken moet er voor gezorgd worden dat ouders met een informele relatie op de hoogte zijn van de verplichting van het opstellen van een ouderschapsplan bij beëindiging van hun relatie. Nog steeds zal er dan pas gecontroleerd kunnen worden of aan deze verplichting is voldaan wanneer er een geschil over het gezamenlijk ouderlijk gezag aan de rechter wordt voorgelegd, maar dan is men wel op de hoogte van het feit dat het verzoek niet wordt behandeld voordat zij alsnog aan de verplichting hebben voldaan. Jonker geeft aan dat het hiervoor noodzakelijk is om ouders preventief te stimuleren. 71 In Noorwegen is er bijvoorbeeld het programma Godt Samliv, dat stellen die net een kind hebben gekregen ondersteunt door het geven van voorlichting en mogelijkheden om ervaringen uit te wisselen. Ook wordt er geleerd hoe men om moet gaan met tegenstellingen in een relatie om zo de relatie te versterken en scheiding te voorkomen. 72 Of preventieve stimulatie en voorlichting er voor zouden kunnen zorgen dat de huidige regeling beter gaat werken zal in het volgende hoofdstuk worden onderzocht. 3.4 De verschillen tussen de regeling van het verplicht ouderschapsplan bij de beëindiging van een formele relatie en bij de beëindiging van een informele relatie Dat de regeling van het verplichte ouderschapsplan bij beëindiging van een formele relatie anders vormgegeven is dan de regeling na beëindiging van een informele relatie is niet meer dan logisch, de relatievormen zijn immers verschillend. Er bestaan echter verschillen tussen de regelingen waarvan het de vraag is of deze wel gerechtvaardigd zijn en of deze verschillen geen rechtsongelijkheid creëren. Zo geeft Schrama aan dat de conflicten die ouders die een informele relatie hebben gehad op belangrijke punten verschillen van de conflicten waar ouders na een formele relatie vaak tegenaan lopen. Een voorbeeld hiervan is het vaderschap. Bij gehuwde ouders wordt de vader automatisch de juridische vader van de kinderen, dit gebeurt niet bij een informele relatie. Wanneer de vader het kind bijvoorbeeld niet heeft erkend en de moeder na de scheiding weigert om toestemming voor die erkenning te geven kan dit tot hevige conflicten leiden. 73 Hoewel er in dit geval geen sprake is van gezamenlijk ouderlijk gezag geldt de regeling van het verplichte ouderschapsplan hier niet, maar er is wel sprake van een beëindigde relatie en een kind wat daar de dupe van kan worden. Schrama wijst ook op de vermogensrechtelijke verschillen. Vaak zullen de kinderen er na beëindiging van een informele relatie slechter uit komen dan wanneer de ouders een formele relatie hadden. Dit omdat er voor informele partners geen beschermingsconstructies gelden zoals gemeenschappelijke vermogensopbouw en partneralimentatie. Voor ouders met een informele relatie bestaat er ook geen 70 Chin- A- Fat 2009, p Jonker 2008, p Lenters 2010, p Schrama 2008, p

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011

OUDERSCHAPSPLAN II. juli 2011 OUDERSCHAPSPLAN II juli 2011 mr C.J.A. Snouckaert van Schauburg-Buchwaldt De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch Boers

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken Directie Wetgeving Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37810

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 676 Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

Het ouderschapsplan; een onderzoek naar de knelpunten van de huidige regeling

Het ouderschapsplan; een onderzoek naar de knelpunten van de huidige regeling Het ouderschapsplan; een onderzoek naar de knelpunten van de huidige regeling Masterscriptie Rechtsgeleerdheid, accent Privaatrecht Naam: P.A.I. De Spirt ANR: 127039 Examencommissie: Mw. mr. V.M. Smits

Nadere informatie

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding

Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding Ouderschapsplan opstellen bij scheiding en afschaffing van flitsscheiding Maart 2009 / F&A 9882 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 500 Wet van 27 november 2008 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met

Nadere informatie

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep

Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Het conceptwetsvoorstel lesbisch ouderschap onder de loep Machteld Vonk Inleiding Eindelijk is het zover: de regering is gekomen met een conceptwetsvoorstel om het ouderschap van lesbische paren te regelen.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 676 Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

Uw Scheiding Uw Financieel Planner

Uw Scheiding Uw Financieel Planner Uw Scheiding Uw Financieel Planner Dr. O. Botjeslaan 83 9681 GE MIDWOLDA 06-29 07 58 01 www.meyshuis.nl info@meyshuis.nl ING Bank: NL 56INGB 043.58.871 KvK Groningen 01163895 BTW NL104595553B01 SCHEIDEN

Nadere informatie

Uw Scheiding Onafhankelijk Financieel Planbureau

Uw Scheiding Onafhankelijk Financieel Planbureau Uw Scheiding Onafhankelijk Financieel Planbureau Dr. O. Botjeslaan 83 9681 GE MIDWOLDA 06-29 07 58 01 www.meyshuis.nl info@meyshuis.nl Friesland Bank 2949.67.036 KvK Groningen 01163895 BTW NL104595553B01

Nadere informatie

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk?

Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde ongeregistreerde ouders mogelijk? Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? A.J.M. Nuytinck Published

Nadere informatie

Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris!

Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Prof. mr. A.J.M. Nuytinck Published in Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139,

Nadere informatie

Aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten

Aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten Aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten Rotterdam, 18 november 2004 Betreft : Adviescommissie Familie- en Jeugdrecht Nederlandse Orde van Advocaten Inzake : adviesaanvraag wetsvoorstel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen.

Gezagsdragers hebben (anders dan pleegouders) de plicht te voorzien in het levensonderhoud van het kind waarover zij het gezag uitoefenen. GEZAG EN VOOGDIJ WAT IS GEZAG? De wet geeft als omschrijving van gezag: de plicht en het recht om een minderjarig kind (dat is een kind jonger dan 18 jaar) te verzorgen en op te voeden. Wat betekent dit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2008 Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 676 Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Inhoudsopgave 1. Wat is mediation... 2

Inhoudsopgave 1. Wat is mediation... 2 Mediation Inhoudsopgave 1. Wat is mediation... 2 2. Wat voor zaken pakken wij aan met mediation?... 2 3. Wanneer biedt mediation de meeste kans op een goede afloop?... 3 4. Spelregels en voorwaarden bij

Nadere informatie

Het ouderschapsplan bij informele relaties. Maaike Cuppen

Het ouderschapsplan bij informele relaties. Maaike Cuppen Het ouderschapsplan bij informele relaties Naam: Maaike Cuppen ANR: S571257 Afstudeerrichting: Rechtsgeleerdheid, accent privaatrecht Examencommissie: Mw. mr. R. de Jong Prof. mr. P. Vlaardingerbroek Afstudeerdatum:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2726

ECLI:NL:GHARL:2017:2726 ECLI:NL:GHARL:2017:2726 Instantie Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 09-05-2017 Zaaknummer 200.197.064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Personen-

Nadere informatie

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend Regelingen en voorzieningen CODE 7.2.3.38 Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend jurisprudentie bronnen EB, Tijdschrift voor scheidingsrecht, afl. 10 - oktober 2010 Gerechtshof

Nadere informatie

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie?

Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? Hebben ongehuwde samenlevers recht op alimentatie? december 2012 mr D.H.P. Cornelese De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur

Nadere informatie

Omgang Ook met de niet-verzorgende ouder!

Omgang Ook met de niet-verzorgende ouder! Afstudeerscriptie Omgang Ook met de niet-verzorgende ouder! Laila Brik 2005362 Docenten: Opdrachtgever: - Mr. E. Nicolai Aspremont Advocaten - Mr. E. van Meer Mr. N.C. de Vos Maart 2011 Lienden Omgang

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten betreffende het uitspreken van de echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de ambtenaar van

Nadere informatie

Ouderschapsplan en omgang; een goede combinatie?

Ouderschapsplan en omgang; een goede combinatie? Ouderschapsplan en omgang; een goede combinatie? Naam: Marieke Harbers ANR: S722530 Afstudeerrichting: Nederlands recht, accent privaatrecht Examencommissie: Prof. mr. P. Vlaardingerbroek en mw. mr. V.M.

Nadere informatie

Inhoud. Relatievormen. Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen. Vindplaatsen relatievermogensrecht

Inhoud. Relatievormen. Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen. Vindplaatsen relatievermogensrecht Inhoud I 1 2 II 3 4 5 6 7 III 8 9 10 IV 11 12 Relatievormen Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen Vindplaatsen relatievermogensrecht Boek 1 en Boek 3 Burgerlijk Wetboek Pensioenwetgeving

Nadere informatie

Definities van de gehanteerde termen:

Definities van de gehanteerde termen: Protocol Scheiding in school 1 Dit protocol: legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden om misverstanden te voorkomen; beschrijft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 12 DERDE NOTA

Nadere informatie

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij

Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en. Gezag. en voogdij Wat is gezag? De ouder Gezag en erfrecht Wie heeft het gezag? de NOTARIS en Gezag en voogdij Inhoud Wat is gezag? 2 De ouder 3 Gezag en erfrecht 3 Wie heeft het gezag? 4 Huwelijk 4 Man en vrouw 4 Vrouw

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal:

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal: Samenvatting Naar schatting hebben jaarlijks ongeveer 50 à 60 duizend minderjarige kinderen te maken met een scheiding. Deze kinderen hebben gemiddeld vaker problemen dan kinderen van gehuwde of samenwonende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:449

ECLI:NL:RBMNE:2017:449 ECLI:NL:RBMNE:2017:449 Instantie Datum uitspraak 02-02-2017 Datum publicatie 06-02-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C/16/418623 / FA RK 16-4448 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzo

Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzo Inhoud Inhoud 5 Voorwoord 13 Introductie van het onderzoek 15 I. Inleiding 15 II. Participatie als juridisch begrip 16 III. Aanleiding tot het onderzoek 18 IV. Probleemanalyse 19 V. Doel van het onderzoek

Nadere informatie

10 stappenplan (echt)scheiding

10 stappenplan (echt)scheiding Een scheiding is vaak vrij onoverzichtelijk. Met deze indeling in 10 stappen kan je precies zien wat je nog moet doen en waar je in het hele proces bent. Stap 1 Vaststellen van het gezamenlijke vermogen

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/37811

Nadere informatie

Protocol kind en scheiding

Protocol kind en scheiding Protocol kind en scheiding Versie 10 januari 2017, versie 2 Verantwoordelijke leidinggevende PSZ de Stampertjes Aantal pagina s 10 Geldig tot 31 januari 2018 Voorwoord Het doel van dit protocol is een

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 30 november 2005 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Justitie OVERZICHT van stemmingen in de Tweede Kamer betreffende

Nadere informatie

Scriptie. Voortgezet ouderschap in Aruba en in Nederland

Scriptie. Voortgezet ouderschap in Aruba en in Nederland Scriptie Voortgezet ouderschap in Aruba en in Nederland Een rechtsvergelijkend onderzoek tussen Aruba en Nederland op het gebied van voortgezet ouderschap na scheiding. Naam Auteur : Imke van Lierop Afstudeerorganisatie

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/73768

Nadere informatie

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 99 wordt als volgt gewijzigd: Wijziging van Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten betreffende het uitspreken van de echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap door de ambtenaar van

Nadere informatie

U gaat scheiden. In dit informatieblad. 1 Wanneer kunt u scheiden?

U gaat scheiden. In dit informatieblad. 1 Wanneer kunt u scheiden? U gaat scheiden U bent getrouwd en u wilt niet langer bij uw partner blijven. Dan kunt u gaan scheiden. Als u gaat scheiden, moet u veel dingen regelen. Dit informatieblad helpt u daarbij. U vindt informatie

Nadere informatie

Scheiden, erkennen, adopteren, gezag uitoefenen over en omgang of contact hebben met minderjarige kinderen anno 2009

Scheiden, erkennen, adopteren, gezag uitoefenen over en omgang of contact hebben met minderjarige kinderen anno 2009 Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Nieuw familierecht Scheiden, erkennen, adopteren, gezag uitoefenen over en omgang of contact hebben met minderjarige kinderen anno 2009 A.J.M. Nuytinck

Nadere informatie

Datum 16 december 2014 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet Scheiden zonder rechter

Datum 16 december 2014 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet Scheiden zonder rechter Aan de Koning Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj Registratienummer 593039 Onderwerp Nader rapport inzake het voorstel van wet Scheiden zonder rechter

Nadere informatie

Schoolbeleid 2010 2011

Schoolbeleid 2010 2011 Pcb De Hoeksteen Protocol Informeren van gescheiden ouders Schoolbeleid 2010 2011 Protocol Informeren van gescheiden ouders Behandeld in vergadering d.d. 30 november 2010 Instemming / advies MR d.d. 8

Nadere informatie

Op is ingekomen ter griffie van de rechtbank te dit verzoek, ingediend door Verzoeker I. Verzoeker II

Op is ingekomen ter griffie van de rechtbank te dit verzoek, ingediend door Verzoeker I. Verzoeker II Het verzoek tot het gezamenlijk uitoefenen van het gezag over een minderjarige dient te worden ingediend bij de griffie van de rechtbank, onder overlegging van genoemde stukken. Het verzoek kan ook digitaal

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 Instantie Datum uitspraak 19-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant C/01/280880 / FA RK 14-3596_2

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882

ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 ECLI:NL:RBNHO:2016:10882 Instantie Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 17-01-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer C/15/245613 / FA RK 16-4085 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Als ouders gaan scheiden

Als ouders gaan scheiden Als ouders gaan scheiden Over de Raad voor de Kinderbescherming September 2009 Justitie Ministerie van Justitie Raad voor de Kinderbescherming Als ouders gaan scheiden Met de meeste kinderen en jongeren

Nadere informatie

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen

LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen. Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen LVAK, najaar 2017 Mr. Lydia Janssen } Ouderschap } Gezag } Positie gescheiden ouders } Grove schets van internationale aspecten Beschrijft juridische banden tussen ouders en kinderen 1 } Uit wie het kind

Nadere informatie

Concept per mail d.d. 28 januari 2005, definitieve versie volgt per reguliere post.

Concept per mail d.d. 28 januari 2005, definitieve versie volgt per reguliere post. Concept per mail d.d. 28 januari 2005, definitieve versie volgt per reguliere post. Aan de Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum : uw kenmerk : 5320693/04/6 kenmerk : CR35/nummer/05/TH/WA

Nadere informatie

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten

PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS. Stichting KBO Haarlem-Schoten PROTOCOL GESCHEIDEN OUDERS Stichting KBO Haarlem-Schoten December 2016 Inleiding Steeds vaker worden scholen betrokken bij conflicten tussen ouders, die niet meer samen leven. Deze betrokkenheid ontaardt

Nadere informatie

Protocol omgang met gescheiden ouders

Protocol omgang met gescheiden ouders Protocol omgang met gescheiden ouders 1. Algemeen Als ouders van een kind gaan scheiden is dat een zeer ingrijpende gebeurtenis. Dat geldt voor de ouders, maar zeker ook voor hun kinderen. Om duidelijk

Nadere informatie

Scheidingen 2014. Factsheet 2015-2. Gerechtelijke procedures en gesubsidieerde rechtsbijstand. Aantal scheidingen. Auteur: M.

Scheidingen 2014. Factsheet 2015-2. Gerechtelijke procedures en gesubsidieerde rechtsbijstand. Aantal scheidingen. Auteur: M. Factsheet 215-2 Scheidingen 214 Gerechtelijke procedures en gesubsidieerde rechtsbijstand Auteur: M. ter Voert Oktober 215 Dit factsheet geeft cijfermatige ontwikkelingen met betrekking tot scheidingen.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 480 Wet van 25 november 2013 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het juridisch ouderschap van de vrouwelijke partner

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 23 714 Wijziging van, onder meer, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met invoering van medevoogdij en gezamenlijke voogdij Nr. 7 NOTA

Nadere informatie

De prikkels tot onderling overleg in het nieuwe echtscheidingsprocesrecht

De prikkels tot onderling overleg in het nieuwe echtscheidingsprocesrecht De prikkels tot onderling overleg in het nieuwe echtscheidingsprocesrecht M e v r o u w m r. L. C o e n r a a d * 1 Inleiding Op 1 maart 2009 is de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige

Nadere informatie

Echtscheiding via het gemeenteloket?

Echtscheiding via het gemeenteloket? Afstudeerdatum: 26 augustus 2010 Begeleider: Prof. Mr. P. Vlaardingerbroek Student: Helina Sultani ANR: 169475 Universiteit: Universiteit van Tilburg Faculteit: Rechtsgeleerdheid Studie: Nederlands Recht

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Ouderschap, gezag en scheiding

Ouderschap, gezag en scheiding Ouderschap, gezag en scheiding mr. Paulien Boerkamp met dank aan: mr. Lydia Janssen 2 en 12 maart 2015 Programma Twee soorten juridische banden met kind: 1. Ouderschap (= familie) 2. Gezag (= zeggenschap)

Nadere informatie

Als ouders uit elkaar gaan

Als ouders uit elkaar gaan Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter

Nadere informatie

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek

Training complexe echtscheidingen. 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen 1 Regio Gooi en Vechtstreek Training complexe echtscheidingen Programma: 13.45 u Inloop 14.00 u Opening Catelijne van der Hoeven, stafarts Jeugd en Gezin 14.05 Juridisch

Nadere informatie

Voorbeeld ouderschapsplan

Voorbeeld ouderschapsplan CONCEPT OUDERSCHAPSPLAN De ondergetekenden: Naam moeder, wonende te ( )., gemeente.., aan de nr.., verder te noemen "de moeder"; en Naam vader, wonende te (.).., gemeente., aan de. nr.., verder te noemen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 714 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met verlening aan de notaris van bevoegdheden in verband met gemeenschappelijke

Nadere informatie

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen

Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen Echtscheidingsrecht in hoofdlijnen In België kan men onder andere aan de hand van twee verschillende procedures uit de echt scheiden: - de procedure EOT (Echtscheiding Onderlinge Toestemming) - de procedure

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering mede in verband met de evaluatie van de Wet openstelling huwelijk en de Wet geregistreerd partnerschap

Nadere informatie

8 Kind en scheiding. mr. MJ.C. Koens. 2e gewijzigde druk

8 Kind en scheiding. mr. MJ.C. Koens. 2e gewijzigde druk 8 Kind en scheiding mr. MJ.C. Koens 2e gewijzigde druk Sdu Uitgevers 2008 Inhoud Voorwoord / 13 Afkortingenlijst / 15 Inleiding/ 17 1. De verantwoordelijkheid van ouders bij scheiding / 19 1.1. De rechter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 551 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met verkorting van de adoptieprocedure en wijziging van de Wet opneming buitenlandse

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614

ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 ECLI:NL:RBDHA:2017:6614 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 19-06-2017 Datum publicatie 13-07-2017 Zaaknummer C/09/520036 / FA RK 16-7841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

op Consulaat in Nederland: allen mogelijk indien beide partners niet de Nederlandse nationaliteit hebben

op Consulaat in Nederland: allen mogelijk indien beide partners niet de Nederlandse nationaliteit hebben Personen- en Familierecht Samenleven als geliefden in Nederland In Nederland samenleven met partner: 3 mogelijkheden: Huwelijk of Geregistreerd Samenwonen met Samenlevingcontract Samenwonen zonder Samenlevingscontract

Nadere informatie

Uit elkaar. Wat nu? deskundig advies bij echtscheidingen

Uit elkaar. Wat nu? deskundig advies bij echtscheidingen Uit elkaar Wat nu? deskundig advies bij echtscheidingen Eén echtscheidingsnotaris of twee advocaten De Echtscheidingsnotaris is gespecialiseerd in het adviseren bij echtscheiding en het beëindigen van

Nadere informatie

Protocol Kind en echtscheiding

Protocol Kind en echtscheiding Protocol Kind en echtscheiding Voorwoord/inhoud Het doel van dit protocol is een handreiking te geven hoe te handelen in een situatie waarin de ouders van het kind de intentie hebben te gaan scheiden of

Nadere informatie

Ik ga scheiden. Wat nu? Informatie over: procedure kosten financiën woning kinderen

Ik ga scheiden. Wat nu? Informatie over: procedure kosten financiën woning kinderen Ik ga scheiden Wat nu? U bent getrouwd of u heeft een geregistreerd partnerschap, maar wilt niet langer bij uw partner blijven. In dit geval kunt u gaan scheiden. Een echtscheiding is vaak verdrietig en

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BL7407

ECLI:NL:HR:2010:BL7407 ECLI:NL:HR:2010:BL7407 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-05-2010 Datum publicatie 21-05-2010 Zaaknummer 09/03564 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BL7407

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 79 26 862 Wijziging van de regeling in Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het naamrecht, de voorkoming van schijnhuwelijken

Nadere informatie

J.G. Kraaijeveld-Wouters, algemeen voorzitter

J.G. Kraaijeveld-Wouters, algemeen voorzitter Aan de Minister van Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum : 2 mei 2005 kenmerk : CR35/1032112/05/TH/TvV betreft : advies:scheiden zonder rechter? Mijnheer de Minister, Op 4 maart bracht de Raad

Nadere informatie

Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach

Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach Protocol School en Scheiding, KBS De ark en de Ark van Noach 1. Dit protocol: o legt uit wie voor de wet ouder van een kind is; o formuleert een aantal richtlijnen waar de school zich aan zal houden, ter

Nadere informatie

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters )

JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK ; 96507/FA RK ; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) JPF 2012/161 Rechtbank Dordrecht 30 mei 2012, 96504/FA RK 12-7108; 96507/FA RK 12-71111; LJN BW7709. ( mr. Haerkens-Wouters ) [Verzoekster] te [adres verzoekster], verzoekster, advocaat: mr. M. Huisman

Nadere informatie

PROTOCOL KIND EN ECHTSCHEIDING

PROTOCOL KIND EN ECHTSCHEIDING PROTOCOL KIND EN ECHTSCHEIDING Versie september 2015, versie 01 Verantwoordelijke Beleidsmedewerker Kwaliteit Aantal pagina s 8 Geldig tot 31 december 2017 Voorwoord/inhoud Het doel van dit protocol is

Nadere informatie

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 57 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van gezamenlijk gezag over minderjarige kinderen (Landsverordening gezamenlijk

Nadere informatie

Artikelen. Bijna 33 duizend echtscheidingszaken afgehandeld in 2007. Arno Sprangers en Nic Steenbrink

Artikelen. Bijna 33 duizend echtscheidingszaken afgehandeld in 2007. Arno Sprangers en Nic Steenbrink Artikelen Bijna 33 duizend echtscheidingszaken afgehandeld in 7 Arno Sprangers en Nic Steenbrink In 7 werden 32,6 duizend huwelijken door de Nederlandse rechter ontbonden. Dit is vrijwel gelijk aan het

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2600 5 februari 2013 Advies Raad van State betreffende het wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005

ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 ECLI:NL:RBDHA:2017:8005 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 17072017 Datum publicatie 03082017 Zaaknummer C/09/522456 / FA RK 168986 Rechtsgebieden Personen en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Scheiden en Alimentatie

Scheiden en Alimentatie Scheiden en Alimentatie Dagelijks worden aan CSG Advocatuur tientallen vragen gesteld over Scheiden en Alimentatie. Op deze pagina vindt u de antwoorden op de aan CSG Advocatuur meest gestelde vragen over

Nadere informatie

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D. Keus)

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D. Keus) Vervangende toestemming tot verhuizing naar Finland Prof. mr. A.J.M. Nuytinck HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D.

Nadere informatie

Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders

Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders Protocol informatieverstrekking aan (niet samenwonende) ouders Concept ter bespreking : 30-08-2016 Vastgesteld door de Directie : 13-09-2016 Vastgesteld door het Algemeen Bestuur : n.v.t. Instemming oudergeleding

Nadere informatie

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 Rapport Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de griffier van de rechtbank te Amsterdam Sector kanton, locatie Hilversum op 3 augustus 2000 heeft nagelaten

Nadere informatie

PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders

PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders OPTIMUS primair onderwijs Postbus 315 5430 AH CUIJK Molenstraat 19 5431 BW CUIJK Tel: 0485 318910 E: info@optimusonderwijs.nl PROTOCOL informatieverstrekking gescheiden ouders OPTIMUS Primair Onderwijs

Nadere informatie

Protocol School en echtscheiding

Protocol School en echtscheiding Protocol School en echtscheiding Categorie: 3.3 Veiligheid en klimaat Proceseigenaar: Anja Middelburg Geldigheidsduur: 1-2-2020 Versie: 1.0 Protocol School en echtscheiding Stichting Katholiek Onderwijs

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1999 2000 Nr. 348 26 672 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de openstelling van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht

Nadere informatie

Mediation bij en na scheiding

Mediation bij en na scheiding Advanced Therapy Mediation bij en na scheiding Ibtisam Rizkallah Wim Stoop Charlotte Stoop 06-44464540 026-3891964 info@advancedtherapy.nl Inhoudsopgave Wat is mediation?... 3 Wanneer biedt mediation de

Nadere informatie

Betreft: protocol informatieverstrekking gescheiden ouders + tekst in schoolgids. I Protocol

Betreft: protocol informatieverstrekking gescheiden ouders + tekst in schoolgids. I Protocol Betreft: protocol informatie gescheiden ouders + tekst in schoolgids I Protocol 1. Bij inschrijving van de leerling wordt melding gedaan van de gezinsrelatie waarin deze opgroeit, alsook van de gezagsrelatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-01-2011 Datum publicatie 07-02-2011 Zaaknummer 82435 FA RK 10-2820 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Wet scheiden zonder rechter

Wet scheiden zonder rechter Wet scheiden zonder rechter Wat voor effect zal de invoering van het wetsvoorstel Wet scheiden zonder rechter hebben op de belangen voor de jongmeerderjarigen en de minder vermogensrechtelijk bevoordeelde

Nadere informatie

Protocol Kind en echtscheiding

Protocol Kind en echtscheiding Protocol Kind en echtscheiding Protocol kind en echtscheiding Pagina 1 Voorwoord/inhoud Het doel van dit protocol is een handreiking te geven hoe te handelen in een situatie waarin de ouders van het kind

Nadere informatie