Nevenvoorzieningen bij echtscheidingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nevenvoorzieningen bij echtscheidingen"

Transcriptie

1 Nevenvoorzieningen bij echtscheidingen Er bestaat onduidelijkheid over de vraag of de rechter in het kader van een echtscheidingsprocedure voorzieningen kan treffen, die niet met zoveel woorden in art. 827 Rv. zijn genoemd. De praktijk heeft behoefte aan nevenvoorzieningen, zoals de beslissing dat kinderen bij de ene of de andere ouder zullen wonen, dat partijen zullen overgaan tot verrekening conform een in de akte van huwelijksvoorwaarden opgenomen verrekenbeding of dat niet alleen alimentatie, maar ook de eventuele executiekosten door de niet betalende alimentatieplichtige zullen moeten worden gedragen. Kan de rechter dergelijke nevenvoorzieningen, die niet met zoveel woorden in art. 827 Rv. zijn genoemd, toewijzen? Wettelijke nevenvoorzieningen In art. 827 Rv. worden nevenvoorzieningen, die de rechter in geval van echtscheiding, scheiding van tafel en bed of de daarop gevolgde ontbinding kan treffen, opgesomd. De rechter kan volgens de wet, kort gezegd de navolgende voorzieningen treffen: a. toekenning van partneralimentatie, b. voorzieningen m.b.t de verdeling van de gemeenschap, c. voorzieningen betreffende het gezag over, de omgang met, de informatie en raadpleging over en alimentatie voor kinderen, d. voortgezet gebruik van de echtelijke woning, e. benoeming tot huurder van de echtelijke woning. De onder d en e genoemde voorzieningen kunnen niet worden toegewezen als nevenvoorziening bij ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. Tot april 1995 bestond art. 827 Rv. uit vier leden. In het tot dan toe bestaande tweede lid stond vermeld, dat verzoeken tot het treffen van nevenvoorzieningen slechts in eerste aanleg konden worden gedaan. Die verzoeken moesten tot die datum worden gedaan in het verzoekschrift of in het verweerschrift. Bij Wet van 7 juli 1994, Stb. 570 is dat tweede lid geschrapt. Desalniettemin wordt in de praktijk nog wel eens beweerd, dat nevenvoorzieningen niet eerst in hoger beroep zouden kunnen worden gevraagd. Verwezen wordt naar de overwegingen van het Hof, kenbaar uit HR 7 april 2000, NJ 2000, 377. Dat standpunt is dus niet juist. In art. 827 lid 1 Rv. staan de nevenvoorzieningen, die kunnen worden verzocht, limitatief genoemd. Dat limitatieve karakter van de opsomming lijkt begrijpelijk. Aan het nieuwe scheidingsprocesrecht, dat op 1 januari 1993 in werking is getreden, lag immers de gedachte ten grondslag, dat geschillen tussen echtelieden zoveel mogelijk tezamen in één zitting behandeld zouden worden. Toch is het niet nodig (en zelfs onwenselijk) gebleken de nevenvoorzieningen limitatief in de wet op te sommen. In 1996 heeft de Commissie De Ruiter ( Anders scheiden, Rapport van de Commissie Herziening Scheidingsprocedure d.d. 2 oktober 1996) aangegeven, dat de scheidingsprocedure in één opzicht verbeterd kan worden, namelijk door wijziging van art. 827 Rv. in de zin, dat de daarin opgegeven opsomming niet langer limitatief is. De Commissie De Ruiter vermeldt dat het de bedoeling van de invoering van het nieuwe scheidingsprocesrecht is geweest, dat geschillen tussen de echtgenoten zoveel mogelijk tezamen in één zitting behandeld zouden worden. Deze bedoeling wordt volgens de commissie gefrustreerd door art. 827 Rv., waarin limitatief wordt vermeld welke nevenverzoeken kunnen worden ingesteld. Eenvoudige geschillen, die in het artikel niet genoemd worden, dienen hierdoor in een afzonderlijke procedure aanhangig te worden gemaakt. Zonder de limitatieve opsomming zou de rechter kunnen bepalen welke nevenverzoeken een voldoende directe samenhang hebben en eenvoudig genoeg van aard zijn om als nevenvoorziening gevraagd te worden. Anders is een afzonderlijke procedure nodig. Wetsvoorstel (waarvan wordt gefluisterd dat inwerkingtreding mogelijk op 1 januari 2001 zou plaatshebben) voorziet in een toevoeging aan art. 827 Rv., zodanig dat de te vragen nevenvoorzieningen

2 niet langer limitatief worden opgesomd. In navolging van het hierboven genoemde advies van de Commissie De Ruiter II wordt voorgesteld om aan art. 827 lid 1 een nieuw onderdeel f toe te voegen, dat als volgt luidt: een andere voorziening dan bedoeld in de onderdelen a t/m e, mits deze voldoende samenhang vertoont met het verzoek tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed en niet te verwachten is dat de behandeling daarvan tot onnodige vertraging van het geding zal leiden Na invoering van onderdeel f komt in ieder geval een einde aan de limitatieve opsomming van de nevenvoorzieningen, die conform art. 827 Rv. kunnen worden gevraagd. Pas in de praktijk zal echter blijken in hoeverre art. 827 Rv. wordt opgerekt. De te vorderen nevenvoorziening zal immers voldoende samenhang met de hoofdvordering moeten vertonen en het mag niet te verwachten zijn, dat de behandeling daarvan tot onnodige vertraging van het geding zal leiden. Wat is voldoende samenhang? Wanneer is sprake van onnodige vertraging van het geding? Een eerste indicatie kan worden gegeven op basis van de jurisprudentie, die inmiddels is gewezen omtrent het limitatieve karakter van art. 827 Rv. Oprekking in praktijk Bij beschikking van 24 oktober 1997 (HR 24 oktober 1997, NJ 1999, 395) heeft de Hoge Raad geoordeeld, dat ook nevenvoorzieningen, die niet met zoveel woorden in art. 827 Rv. zijn genoemd, kunnen worden toegewezen. Het betrof een kwestie van partijen, die buiten gemeenschap van goederen waren gehuwd. De rechtbank had bepaald dat partijen zullen overgaan tot verevening van de pensioenen overeenkomstig de Wet verevening pensioenrechten. Het hof had zich daarmee stilzwijgend verenigd. Hoewel deze beslissing niet door een cassatiemiddel werd bestreden, overwoog de Hoge Raad ambtshalve, dat de hierboven genoemde vaststelling van de rechtbank in het licht van het systeem van de wet moet worden verstaan als een verklaring voor recht, dat overeenkomstig het bepaalde in art. 1:155 BW recht op pensioenverevening bestaat en dat beide partijen verplicht zijn daaraan mee te werken, onder meer door elkaar over en weer de daartoe nodige gegevens te (doen) verschaffen. Hoewel art. 827 Rv. een dergelijke verklaring voor recht niet noemt, sluit zij aan bij de daar wel genoemde gevallen. Het past dan ook in het systeem van de wet, aldus de Hoge Raad, om aan te nemen dat een zodanige verklaring voor recht die gepaard kan gaan met een bevel dienovereenkomstig te handelen in het echtscheidingsgeding verzocht en uitgesproken kan worden en zulks is ook in het belang van een efficiënte rechtsbescherming. Ook de aard van de verzoekschriftprocedure verzet zich volgens de Hoge Raad er niet tegen om aan te nemen, dat daarin een verklaring voor recht als de onderhavige kan worden uitgesproken. De Hoge Raad heeft in deze beschikking dan ook het limitatieve karakter aan de opsomming van art. 827 lid 1 Rv. ontnomen. Mr. S. van Gestel heeft deze beschikking besproken in Advocatenblad 14 van 24 juli Mr. J.W.D. van Oldenborgh juichte in EchtscheidingBulletin van maart 1998 (pag. 8 t/m 10), dat de beperkingen van 827 Rv. zijn vervallen. Aan Van Oldenborgh moet worden toegegeven, dat de Hoge Raad in deze beschikking niet de door de Commissie De Ruiter genoemde eis van voldoende directe samenhang met de echtscheiding heeft gesteld. Evenmin heeft de Hoge Raad in deze beschikking gezegd, dat het nevenverzoek eenvoudig genoeg van aard moet zijn om als nevenvoorziening gevraagd te kunnen worden. Nu evenwel in het wetsvoorstel nr de eis wordt gesteld, dat de behandeling van het echtscheidingsgeding niet tot onnodige vertraging zal mogen leiden, vrees ik dat de beoordeling van nevenverzoeken, zoals de Hoge Raad die op 24 oktober 1997 heeft geaccepteerd, in de praktijk zal worden ingedamd. Andere nevenvoorzieningen Art. 827 lid 1b Rv. noemt als toegelaten nevenvoorziening: voorzieningen met betrekking tot de verdeling van de gemeenschap. Dat artikel maakt het dus in samenhang met het bepaalde in art. 3:185 BW mogelijk, dat de rechter bij wijze van nevenvoorziening de verdeling van de huwelijkse

3 gemeenschap vaststelt. Betreft het een omvangrijke boedel met vele feitelijke c.q. rechtsvragen, dan kan de rechter voor wat betreft de verzochte echtscheiding en eventuele andere makkelijk te beoordelen nevenvoorzieningen, bij tussen beschikking een einduitspraak geven. Meer omvattende beslissingen (zoals die met betrekking tot de verdeling van de boedel) kunnen op een later moment worden genomen. Van onnodige vertraging behoeft geen sprake te zijn. Dit werkt in de praktijk bevredigend. Ik ben dan ook van mening, dat de in het wetsvoorstel omschreven eis, dat de behandeling van het geding naar verwachting niet tot onnodige vertraging zal leiden, niet nodig en inefficiënt is. Het is te hopen dat die zinsnede uit het wetsvoorstel wordt geschrapt, voordat de wet in werking zal treden. Een niet in de wet genoemde nevenvoorziening, waaraan in de praktijk veel behoefte bestaat, is het verzoek te bepalen dat echtelieden zullen overgaan tot verrekening overeenkomstig hun huwelijkse voorwaarden of tot deling van de vermogensvermeerdering, die is ontstaan na het eindigen van het deelgenootschap (art. 1:137 BW). Een dergelijke nevenvoorziening sluit onmiskenbaar aan bij art. 827 lid 1b Rv. Het past in het systeem van de wet om verrekening te vorderen en het is het belang van een efficiënte rechtsbescherming, dat in het kader van een echtscheidingsgeding ook de verrekening plaatsvindt. Onder verwijzing naar de hierboven genoemde beschikking van de HR d.d. 24 oktober 1997 is een dergelijke nevenvoorziening mogelijk. Dit wordt overigens bevestigd in het arrest van de Hoge Raad d.d. 23 juni 2000 (RvdW 2000, 162), waarover mr. C. Kraan schrijft in dit nummer van EB. Het is evenwel de vraag of de behandeling daarvan tot onnodige vertraging van het geding zal leiden. In dat geval zou de rechter na inwerkingtreding van het bovengenoemde wetsvoorstel, dat nevenverzoek nietontvankelijk moeten verklaren. Het zou evenwel vreemd zijn, als een vordering tot verdeling van de gemeenschap wel kan worden ontvangen en een vordering tot verrekening op grond van enig verrekenbeding of tot deling van vermogensvermeerdering op basis van een wettelijk deelgenootschap niet. Bij beschikking van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden d.d. 17 mei 2000 (zaaknummer 38452) gaf de rechtbank een beslissing op het verzoek van partijen dit convenant op te nemen in deze beschikking. De rechtbank overwoog dat dat verzoek voor toewijzing vatbaar was, nu het hier een verzoek betreft dat voldoende samenhang vertoont met het scheidingsverzoek en behandeling in het kader van deze procedure niet tot vertraging daarvan leidt. De rechtbank veroordeelde de vrouw en de man, de één tegenover de ander, tot naleving van de door hen getroffen onderlinge vermogensrechtelijke regelingen, zoals opgenomen in het door hen ondertekende convenant, dat in door de griffier gewaarmerkte fotokopie aan de beschikking was gehecht en daarvan deel uitmaakte. De rechtbank liep kennelijk vooruit op het bovengenoemde wetsvoorstel. Het is de vraag of partijen wat hebben aan hun beschikking, waarin staat dat partijen worden veroordeeld tot naleving van de vermogensrechtelijke regelingen, zoals die blijken uit het convenant. Ik verwijs daarvoor naar mijn artikel Boedelscheiding opnemen in beschikking, gepubliceerd in EchtscheidingBulletin december 1998, pagina 4 t/m 6. Het gezag over de kinderen blijft na echtscheiding vaak in stand. Desalniettemin is er soms behoefte aan een uitspraak met betrekking tot de gewone verblijfplaats van kinderen. Het verzoek aan de rechter te bepalen, dat de gewone verblijfplaats bij de één dan wel de ander zal zijn, is een nevenvoorziening die past in het systeem van art. 827 lid 1 sub c Rv. Op die grond heeft de arrondissementsrechtbank te 's Hertogenbosch op 19 mei 2000 (zaaknummer 34941/FA RK ) bepaald, dat de gewone verblijfplaats van de kinderen voortaan bij de vrouw zal zijn. Dergelijke uitspraken worden ook door andere lagere rechters gewezen. Toch worstelt de rechter in de praktijk soms met dit probleem. In een andere beschikking (zaaknummer / FA RK ) heeft de arrondissementsrechtbank te s Hertogenbosch verstaan, dat de kinderen hun hoofdverblijf bij één der partijen hebben. Kennelijk had de rechtbank wat problemen met de limitatieve opsomming van art. 827 Rv. Ten onrechte, want de Hoge Raad heeft op 24 oktober 1997 een duidelijke uitspraak gewezen. De arrondissementsrechtbank te Leeuwarden ( /00) had in de beschikking van 2 augustus

4 2000 geen probleem met vast te stellen, dat de vrouw afstand heeft gedaan van haar recht op alimentatie jegens de man. De rechtbank overwoog, dat een dergelijk verzoek niet een nevenvoorziening als bedoeld in art. 827 Rv. is, maar voldoende samenhang vertoont met het verzoek tot echtscheiding. Nu de behandeling ervan niet tot onnodige vertraging van het geding leidt, heeft de rechtbank het verzoek in het kader van de echtscheidingsprocedure behandeld. Wederom liep de rechtbank op bovengenoemd wetsvoorstel vooruit. Bij beschikking van 9 augustus 2000 heeft het gerechtshof te 's Hertogenbosch afgewezen het verzoek van de vrouw om de man te veroordelen om het bedrag van de opgebouwde pensioenrechten, waarop de vrouw jegens de man in het kader van pensioenverevening aanspraak kan maken, af te storten onder een door haar aan te wijzen pensioenverzekeraar. Het hof oordeelde dat in het kader van een echtscheidingsprocedure voor een zodanig verzoek van de vrouw geen plaats is, zodat dit verzoek moet worden afgewezen. Iedere motivering van die beslissing ontbrak. Het hof verschafte dus géén enkele helderheid over de beweegredenen van dit oordeel. Daarmee is de beschikking zonder meer cassabel. Het oordeel is bovendien niet juist. Waarom zou in het kader van een echtscheidingsprocedure niet een (positieve of negatieve) beslissing kunnen worden gegeven op dit verzoek. De Hoge Raad heeft in de hiervoor genoemde beschikking van 24 oktober 1997 (NJ 1999, 395) nu juist aangegeven, dat het door de vrouw verzochte past in het systeem van artikel 827 Rv. Mij lijkt het bovendien passen in het systeem van wetsvoorstel een beslissing te nemen op het verzoek van de vrouw de man te veroordelen over te gaan tot afstorting van de aan de vrouw toekomende pensioenrechten. Soms wordt aan de rechtbank gevraagd bij wege van nevenvoorziening te bepalen, dat partneralimentatie wordt vastgesteld en dat de executiekosten door partij x worden gedragen, indien en voor zover die door x worden veroorzaakt. Ten onrechte overwoog de arrondissementsrechtbank te 's Hertogenbosch (zaaknummer / FA RK ) op 25 augustus 2000, dat een dergelijk verzoek moet worden afgewezen, omdat het geen nevenvoorziening betreft zoals in de wet bedoeld. Dit is met name vreemd, omdat de arrondissementsrechtbank te 's Hertogenbosch vaak de hiervoor genoemde bepaling met betrekking tot de executiekosten opneemt, in het geval het kinderalimentatie betreft. Ook dan is echter geen sprake van een nevenvoorziening in de strikte zin van art. 827 Rv. De bepaling dat executiekosten door de alimentatieplichtige worden gedragen, als deze door hem of haar worden veroorzaakt, sluit zeker aan bij de in art. 827 lid 1a en c Rv. genoemde gevallen, past in het systeem van de wet en is in het belang van een efficiënte rechtsbescherming. Aan de eisen van de Hoge Raad is daarmee voldaan. Een dergelijke veroordeling past bovendien in wetsvoorstel 26862, nu niet te verwachten is dat de behandeling van het geding tot onnodige vertraging zal leiden bij de beoordeling van dit nevenverzoek. Aangenomen mag dus worden dat een dergelijke nev Er bestaat onduidelijkheid over de vraag of de rechter in het kader van een echtscheidingsprocedure voorzieningen kan treffen, die niet met zoveel woorden in art. 827 Rv. zijn genoemd. De praktijk heeft behoefte aan nevenvoorzieningen, zoals de beslissing dat kinderen bij de ene of de andere ouder zullen wonen, dat partijen zullen overgaan tot verrekening conform een in de akte van huwelijksvoorwaarden opgenomen verrekenbeding of dat niet alleen alimentatie, maar ook de eventuele executiekosten door de niet betalende alimentatieplichtige zullen moeten worden gedragen. Kan de rechter dergelijke nevenvoorzieningen, die niet met zoveel woorden in art. 827 Rv. zijn genoemd, toewijzen? Wettelijke nevenvoorzieningen In art. 827 Rv. worden nevenvoorzieningen, die de rechter in geval van echtscheiding, scheiding van tafel en bed of de daarop gevolgde ontbinding kan treffen, opgesomd. De rechter kan volgens de wet, kort gezegd de navolgende voorzieningen treffen: a. toekenning van partneralimentatie, b. voorzieningen m.b.t de verdeling van de gemeenschap, c. voorzieningen betreffende het gezag over, de omgang met, de informatie en raadpleging over en alimentatie voor

5 kinderen, d. voortgezet gebruik van de echtelijke woning, e. benoeming tot huurder van de echtelijke woning. De onder d en e genoemde voorzieningen kunnen niet worden toegewezen als nevenvoorziening bij ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. Tot april 1995 bestond art. 827 Rv. uit vier leden. In het tot dan toe bestaande tweede lid stond vermeld, dat verzoeken tot het treffen van nevenvoorzieningen slechts in eerste aanleg konden worden gedaan. Die verzoeken moesten tot die datum worden gedaan in het verzoekschrift of in het verweerschrift. Bij Wet van 7 juli 1994, Stb. 570 is dat tweede lid geschrapt. Desalniettemin wordt in de praktijk nog wel eens beweerd, dat nevenvoorzieningen niet eerst in hoger beroep zouden kunnen worden gevraagd. Verwezen wordt naar de overwegingen van het Hof, kenbaar uit HR 7 april 2000, NJ 2000, 377. Dat standpunt is dus niet juist. In art. 827 lid 1 Rv. staan de nevenvoorzieningen, die kunnen worden verzocht, limitatief genoemd. Dat limitatieve karakter van de opsomming lijkt begrijpelijk. Aan het nieuwe scheidingsprocesrecht, dat op 1 januari 1993 in werking is getreden, lag immers de gedachte ten grondslag, dat geschillen tussen echtelieden zoveel mogelijk tezamen in één zitting behandeld zouden worden. Toch is het niet nodig (en zelfs onwenselijk) gebleken de nevenvoorzieningen limitatief in de wet op te sommen. In 1996 heeft de Commissie De Ruiter ( Anders scheiden, Rapport van de Commissie Herziening Scheidingsprocedure d.d. 2 oktober 1996) aangegeven, dat de scheidingsprocedure in één opzicht verbeterd kan worden, namelijk door wijziging van art. 827 Rv. in de zin, dat de daarin opgegeven opsomming niet langer limitatief is. De Commissie De Ruiter vermeldt dat het de bedoeling van de invoering van het nieuwe scheidingsprocesrecht is geweest, dat geschillen tussen de echtgenoten zoveel mogelijk tezamen in één zitting behandeld zouden worden. Deze bedoeling wordt volgens de commissie gefrustreerd door art. 827 Rv., waarin limitatief wordt vermeld welke nevenverzoeken kunnen worden ingesteld. Eenvoudige geschillen, die in het artikel niet genoemd worden, dienen hierdoor in een afzonderlijke procedure aanhangig te worden gemaakt. Zonder de limitatieve opsomming zou de rechter kunnen bepalen welke nevenverzoeken een voldoende directe samenhang hebben en eenvoudig genoeg van aard zijn om als nevenvoorziening gevraagd te worden. Anders is een afzonderlijke procedure nodig. Wetsvoorstel (waarvan wordt gefluisterd dat inwerkingtreding mogelijk op 1 januari 2001 zou plaatshebben) voorziet in een toevoeging aan art. 827 Rv., zodanig dat de te vragen nevenvoorzieningen niet langer limitatief worden opgesomd. In navolging van het hierboven genoemde advies van de Commissie De Ruiter II wordt voorgesteld om aan art. 827 lid 1 een nieuw onderdeel f toe te voegen, dat als volgt luidt: een andere voorziening dan bedoeld in de onderdelen a t/m e, mits deze voldoende samenhang vertoont met het verzoek tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed en niet te verwachten is dat de behandeling daarvan tot onnodige vertraging van het geding zal leiden Na invoering van onderdeel f komt in ieder geval een einde aan de limitatieve opsomming van de nevenvoorzieningen, die conform art. 827 Rv. kunnen worden gevraagd. Pas in de praktijk zal echter blijken in hoeverre art. 827 Rv. wordt opgerekt. De te vorderen nevenvoorziening zal immers voldoende samenhang met de hoofdvordering moeten vertonen en het mag niet te verwachten zijn, dat de behandeling daarvan tot onnodige vertraging van het geding zal leiden. Wat is voldoende samenhang? Wanneer is sprake van onnodige vertraging van het geding? Een eerste indicatie kan worden gegeven op basis van de jurisprudentie, die inmiddels is gewezen omtrent het limitatieve karakter van art. 827 Rv. Oprekking in praktijk

6 Bij beschikking van 24 oktober 1997 (HR 24 oktober 1997, NJ 1999, 395) heeft de Hoge Raad geoordeeld, dat ook nevenvoorzieningen, die niet met zoveel woorden in art. 827 Rv. zijn genoemd, kunnen worden toegewezen. Het betrof een kwestie van partijen, die buiten gemeenschap van goederen waren gehuwd. De rechtbank had bepaald dat partijen zullen overgaan tot verevening van de pensioenen overeenkomstig de Wet verevening pensioenrechten. Het hof had zich daarmee stilzwijgend verenigd. Hoewel deze beslissing niet door een cassatiemiddel werd bestreden, overwoog de Hoge Raad ambtshalve, dat de hierboven genoemde vaststelling van de rechtbank in het licht van het systeem van de wet moet worden verstaan als een verklaring voor recht, dat overeenkomstig het bepaalde in art. 1:155 BW recht op pensioenverevening bestaat en dat beide partijen verplicht zijn daaraan mee te werken, onder meer door elkaar over en weer de daartoe nodige gegevens te (doen) verschaffen. Hoewel art. 827 Rv. een dergelijke verklaring voor recht niet noemt, sluit zij aan bij de daar wel genoemde gevallen. Het past dan ook in het systeem van de wet, aldus de Hoge Raad, om aan te nemen dat een zodanige verklaring voor recht die gepaard kan gaan met een bevel dienovereenkomstig te handelen in het echtscheidingsgeding verzocht en uitgesproken kan worden en zulks is ook in het belang van een efficiënte rechtsbescherming. Ook de aard van de verzoekschriftprocedure verzet zich volgens de Hoge Raad er niet tegen om aan te nemen, dat daarin een verklaring voor recht als de onderhavige kan worden uitgesproken. De Hoge Raad heeft in deze beschikking dan ook het limitatieve karakter aan de opsomming van art. 827 lid 1 Rv. ontnomen. Mr. S. van Gestel heeft deze beschikking besproken in Advocatenblad 14 van 24 juli Mr. J.W.D. van Oldenborgh juichte in EchtscheidingBulletin van maart 1998 (pag. 8 t/m 10), dat de beperkingen van 827 Rv. zijn vervallen. Aan Van Oldenborgh moet worden toegegeven, dat de Hoge Raad in deze beschikking niet de door de Commissie De Ruiter genoemde eis van voldoende directe samenhang met de echtscheiding heeft gesteld. Evenmin heeft de Hoge Raad in deze beschikking gezegd, dat het nevenverzoek eenvoudig genoeg van aard moet zijn om als nevenvoorziening gevraagd te kunnen worden. Nu evenwel in het wetsvoorstel nr de eis wordt gesteld, dat de behandeling van het echtscheidingsgeding niet tot onnodige vertraging zal mogen leiden, vrees ik dat de beoordeling van nevenverzoeken, zoals de Hoge Raad die op 24 oktober 1997 heeft geaccepteerd, in de praktijk zal worden ingedamd. Andere nevenvoorzieningen Art. 827 lid 1b Rv. noemt als toegelaten nevenvoorziening: voorzieningen met betrekking tot de verdeling van de gemeenschap. Dat artikel maakt het dus in samenhang met het bepaalde in art. 3:185 BW mogelijk, dat de rechter bij wijze van nevenvoorziening de verdeling van de huwelijkse gemeenschap vaststelt. Betreft het een omvangrijke boedel met vele feitelijke c.q. rechtsvragen, dan kan de rechter voor wat betreft de verzochte echtscheiding en eventuele andere makkelijk te beoordelen nevenvoorzieningen, bij tussen beschikking een einduitspraak geven. Meer omvattende beslissingen (zoals die met betrekking tot de verdeling van de boedel) kunnen op een later moment worden genomen. Van onnodige vertraging behoeft geen sprake te zijn. Dit werkt in de praktijk bevredigend. Ik ben dan ook van mening, dat de in het wetsvoorstel omschreven eis, dat de behandeling van het geding naar verwachting niet tot onnodige vertraging zal leiden, niet nodig en inefficiënt is. Het is te hopen dat die zinsnede uit het wetsvoorstel wordt geschrapt, voordat de wet in werking zal treden. Een niet in de wet genoemde nevenvoorziening, waaraan in de praktijk veel behoefte bestaat, is het verzoek te bepalen dat echtelieden zullen overgaan tot verrekening overeenkomstig hun huwelijkse voorwaarden of tot deling van de vermogensvermeerdering, die is ontstaan na het eindigen van het deelgenootschap (art. 1:137 BW). Een dergelijke nevenvoorziening sluit onmiskenbaar aan bij art. 827 lid 1b Rv. Het past in het systeem van de wet om verrekening te vorderen en het is het belang van een efficiënte rechtsbescherming, dat in het kader van een echtscheidingsgeding ook de verrekening plaatsvindt. Onder verwijzing naar de hierboven genoemde beschikking van de HR d.d. 24 oktober 1997 is een dergelijke nevenvoorziening mogelijk. Dit wordt overigens bevestigd in het arrest van de Hoge

7 Raad d.d. 23 juni 2000 (RvdW 2000, 162), waarover mr. C. Kraan schrijft in dit nummer van EB. Het is evenwel de vraag of de behandeling daarvan tot onnodige vertraging van het geding zal leiden. In dat geval zou de rechter na inwerkingtreding van het bovengenoemde wetsvoorstel, dat nevenverzoek nietontvankelijk moeten verklaren. Het zou evenwel vreemd zijn, als een vordering tot verdeling van de gemeenschap wel kan worden ontvangen en een vordering tot verrekening op grond van enig verrekenbeding of tot deling van vermogensvermeerdering op basis van een wettelijk deelgenootschap niet. Bij beschikking van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden d.d. 17 mei 2000 (zaaknummer 38452) gaf de rechtbank een beslissing op het verzoek van partijen dit convenant op te nemen in deze beschikking. De rechtbank overwoog dat dat verzoek voor toewijzing vatbaar was, nu het hier een verzoek betreft dat voldoende samenhang vertoont met het scheidingsverzoek en behandeling in het kader van deze procedure niet tot vertraging daarvan leidt. De rechtbank veroordeelde de vrouw en de man, de één tegenover de ander, tot naleving van de door hen getroffen onderlinge vermogensrechtelijke regelingen, zoals opgenomen in het door hen ondertekende convenant, dat in door de griffier gewaarmerkte fotokopie aan de beschikking was gehecht en daarvan deel uitmaakte. De rechtbank liep kennelijk vooruit op het bovengenoemde wetsvoorstel. Het is de vraag of partijen wat hebben aan hun beschikking, waarin staat dat partijen worden veroordeeld tot naleving van de vermogensrechtelijke regelingen, zoals die blijken uit het convenant. Ik verwijs daarvoor naar mijn artikel Boedelscheiding opnemen in beschikking, gepubliceerd in EchtscheidingBulletin december 1998, pagina 4 t/m 6. Het gezag over de kinderen blijft na echtscheiding vaak in stand. Desalniettemin is er soms behoefte aan een uitspraak met betrekking tot de gewone verblijfplaats van kinderen. Het verzoek aan de rechter te bepalen, dat de gewone verblijfplaats bij de één dan wel de ander zal zijn, is een nevenvoorziening die past in het systeem van art. 827 lid 1 sub c Rv. Op die grond heeft de arrondissementsrechtbank te 's Hertogenbosch op 19 mei 2000 (zaaknummer 34941/FA RK ) bepaald, dat de gewone verblijfplaats van de kinderen voortaan bij de vrouw zal zijn. Dergelijke uitspraken worden ook door andere lagere rechters gewezen. Toch worstelt de rechter in de praktijk soms met dit probleem. In een andere beschikking (zaaknummer / FA RK ) heeft de arrondissementsrechtbank te s Hertogenbosch verstaan, dat de kinderen hun hoofdverblijf bij één der partijen hebben. Kennelijk had de rechtbank wat problemen met de limitatieve opsomming van art. 827 Rv. Ten onrechte, want de Hoge Raad heeft op 24 oktober 1997 een duidelijke uitspraak gewezen. De arrondissementsrechtbank te Leeuwarden ( /00) had in de beschikking van 2 augustus 2000 geen probleem met vast te stellen, dat de vrouw afstand heeft gedaan van haar recht op alimentatie jegens de man. De rechtbank overwoog, dat een dergelijk verzoek niet een nevenvoorziening als bedoeld in art. 827 Rv. is, maar voldoende samenhang vertoont met het verzoek tot echtscheiding. Nu de behandeling ervan niet tot onnodige vertraging van het geding leidt, heeft de rechtbank het verzoek in het kader van de echtscheidingsprocedure behandeld. Wederom liep de rechtbank op bovengenoemd wetsvoorstel vooruit. Bij beschikking van 9 augustus 2000 heeft het gerechtshof te 's Hertogenbosch afgewezen het verzoek van de vrouw om de man te veroordelen om het bedrag van de opgebouwde pensioenrechten, waarop de vrouw jegens de man in het kader van pensioenverevening aanspraak kan maken, af te storten onder een door haar aan te wijzen pensioenverzekeraar. Het hof oordeelde dat in het kader van een echtscheidingsprocedure voor een zodanig verzoek van de vrouw geen plaats is, zodat dit verzoek moet worden afgewezen. Iedere motivering van die beslissing ontbrak. Het hof verschafte dus géén enkele helderheid over de beweegredenen van dit oordeel. Daarmee is de beschikking zonder meer cassabel. Het oordeel is bovendien niet juist. Waarom zou in het kader van een echtscheidingsprocedure niet een (positieve of negatieve) beslissing kunnen worden gegeven op dit verzoek. De Hoge Raad heeft in de hiervoor genoemde beschikking van 24 oktober 1997 (NJ 1999, 395) nu juist aangegeven, dat het door

8 de vrouw verzochte past in het systeem van artikel 827 Rv. Mij lijkt het bovendien passen in het systeem van wetsvoorstel een beslissing te nemen op het verzoek van de vrouw de man te veroordelen over te gaan tot afstorting van de aan de vrouw toekomende pensioenrechten. Soms wordt aan de rechtbank gevraagd bij wege van nevenvoorziening te bepalen, dat partneralimentatie wordt vastgesteld en dat de executiekosten door partij x worden gedragen, indien en voor zover die door x worden veroorzaakt. Ten onrechte overwoog de arrondissementsrechtbank te 'shertogenbosch (zaaknummer / FA RK ) op 25 augustus 2000, dat een dergelijk verzoek moet worden afgewezen, omdat het geen nevenvoorziening betreft zoals in de wet bedoeld. Dit is met name vreemd, omdat de arrondissementsrechtbank te 's Hertogenbosch vaak de hiervoor genoemde bepaling met betrekking tot de executiekosten opneemt, in het geval het kinderalimentatie betreft. Ook dan is echter geen sprake van een nevenvoorziening in de strikte zin van art. 827 Rv. De bepaling dat executiekosten door de alimentatieplichtige worden gedragen, als deze door hem of haar worden veroorzaakt, sluit zeker aan bij de in art. 827 lid 1a en c Rv. genoemde gevallen, past in het systeem van de wet en is in het belang van een efficiënte rechtsbescherming. Aan de eisen van de Hoge Raad is daarmee voldaan. Een dergelijke veroordeling past bovendien in wetsvoorstel 26862, nu niet te verwachten is dat de behandeling van het geding tot onnodige vertraging zal leiden bij de beoordeling van dit nevenverzoek. Aangenomen mag dus worden dat een dergelijke nev

De doolhof van de nevenvoorzieningen

De doolhof van de nevenvoorzieningen De doolhof van de nevenvoorzieningen Op 1 maart 2001 is artikel 827 Rv, waarin de nevenvoorzieningen behorende bij een echtscheidingsverzoek zijn opgesomd, uitgebreid met een bepaling onder f. Daardoor

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2726

ECLI:NL:GHARL:2017:2726 ECLI:NL:GHARL:2017:2726 Instantie Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 09-05-2017 Zaaknummer 200.197.064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Personen-

Nadere informatie

EXECUTIE EN VERREKENING

EXECUTIE EN VERREKENING EXECUTIE EN VERREKENING Geregeld komt het in familiezaken voor dat in het dictum van de uitspraak niet het bedrag wordt genoemd dat de één aan de ander verschuldigd is. Vaak gebeurt dit in verdelingszaken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2005:AU9743

ECLI:NL:GHSGR:2005:AU9743 ECLI:NL:GHSGR:2005:AU9743 Instantie Datum uitspraak 14-12-2005 Datum publicatie 17-02-2006 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage 112-H-05

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703

ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703 ECLI:NL:RBUTR:2005:AS6703 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-01-2005 Datum publicatie 14-03-2005 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 184276/FA RK04-5055 Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:171

ECLI:NL:GHSHE:2016:171 ECLI:NL:GHSHE:2016:171 Instantie Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 26-01-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.164.903/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken.

Echtgenoten die van tafel en bed gescheiden zijn, kunnen om een ontbinding van het huwelijk verzoeken. Antwoorden door Een scholier 2544 woorden 4 oktober 2004 5,9 36 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Verslag: Scheiden, alimentatie en bijstand in Nederland In dit verslag heb ik, in ieder geval, de antwoorden

Nadere informatie

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833

ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 ECLI:NL:RBDHA:2016:11833 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 03-10-2016 Datum publicatie 04-10-2016 Zaaknummer C/09/503343 / FA RK 16-214 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg

VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg VOORJAARSWIJZIGINGEN FAMILIERECHT mr. L.H.M. Zonnenberg Op 12 februari 2009 verscheen het Koninklijk Besluit van 6 februari 2009. Dat KB regelt de inwerkingtreding van onder meer de Wet van 9 oktober 2008

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd

ECLI:NL:HR:2015:1871. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589, Gevolgd ECLI:NL:HR:2015:1871 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-07-2015 Datum publicatie 10-07-2015 Zaaknummer 14/04610 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:589,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2016:1836

ECLI:NL:RBDHA:2016:1836 ECLI:NL:RBDHA:2016:1836 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29012016 Datum publicatie 01032016 Zaaknummer 490662 en 498112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen en familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

Inhoud VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN V XV 1 DE FASE VOOR DE SCHEIDING 1 1.1 Scheiden of niet 1 1.2 Inschakeling van een advocaat 2 1.3 Verzoening 10 1.4 Gescheiden wonen 11 1.5 Risico s bij

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 Instantie Datum uitspraak 19-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant C/01/280880 / FA RK 14-3596_2

Nadere informatie

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend

Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend Regelingen en voorzieningen CODE 7.2.3.38 Gelijkwaardig ouderschap en co-ouderschap; belang van kind doorslaggevend jurisprudentie bronnen EB, Tijdschrift voor scheidingsrecht, afl. 10 - oktober 2010 Gerechtshof

Nadere informatie

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart )

JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) JPF 2013/149 Rechtbank 's-gravenhage 23 oktober 2012, 422965/FA RK 12-5121; ECLI:NL:RBSGR:2012:BY2371. ( mr. Bellaart ) [De vrouw] te [woonplaats vrouw], hierna: de vrouw, advocaat: mr. L.J. Zietsman te

Nadere informatie

Werkwijze verdelen en verrekenen in echtscheidingsprocedures per 1 april 2013

Werkwijze verdelen en verrekenen in echtscheidingsprocedures per 1 april 2013 Werkwijze verdelen en verrekenen in echtscheidingsprocedures per 1 april 2013 oktober 2013 mr T.G. Gijtenbeek De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal September 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur en wetgevingsproces Ongehuwde samenlevers en vermogensregime Ongehuwden en alimentatie Pensioen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten

Aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten Aan de Algemene Raad van de Nederlandse Orde van Advocaten Rotterdam, 18 november 2004 Betreft : Adviescommissie Familie- en Jeugdrecht Nederlandse Orde van Advocaten Inzake : adviesaanvraag wetsvoorstel

Nadere informatie

ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL

ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL ECHTSCHEIDINGS PROCESRECHT SPREKER MR. H.A. GERRITSE 9 APRIL 2015 09:00-11:15 WWW.AVDRWEBINARS.NL Inhoudsopgave Mr. H.A. Gerritse Jurisprudentie Hoge Raad 4 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1402, met betrekking

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:4990

ECLI:NL:GHSHE:2014:4990 ECLI:NL:GHSHE:2014:4990 Instantie Datum uitspraak 27112014 Datum publicatie 28112014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 'shertogenbosch F 200.147.170_01 Personen

Nadere informatie

Handleiding bij scheiding

Handleiding bij scheiding Handleiding bij scheiding door mr. J.A.M.P. Keijser Derde, herziene druk Kluwer-Deventer-1995 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 De fase vöör de scheiding 1 1.1. Scheiden of niet 1 1.2. Inschakeling van een advocaat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458

ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 ECLI:NL:RBASS:2011:BP3458 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 26-01-2011 Datum publicatie 07-02-2011 Zaaknummer 82435 FA RK 10-2820 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BB1198 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 01-08-2007 Datum publicatie 07-08-2007 Zaaknummer 0600575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0634 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 05-02-2013 Zaaknummer 200.113.026 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:613

ECLI:NL:GHSHE:2015:613 ECLI:NL:GHSHE:2015:613 Instantie Datum uitspraak 24-02-2015 Datum publicatie 26-02-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch HD

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2014:1077

ECLI:NL:RBOVE:2014:1077 ECLI:NL:RBOVE:2014:1077 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 03-03-2014 Datum publicatie 06-03-2014 Zaaknummer C/08/142520 / FA RK 13-1576 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed

Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed U gaat scheiden Inhoud Deze brochure 2 Duurzaam ontwricht 3 Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed 3 Samen of alleen 3 Nationaliteit 4 Op

Nadere informatie

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde. Taxatie. Onjuiste Taxatiewaarde. Belangenbehartiging opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn (ex-)echtgenote hebben beklaagde in het kader van hun echtscheiding gevraagd hun woning te taxeren.

Nadere informatie

Het leven kent vele gebeurtenissen met juridische gevolgen. Justitie is verantwoordelijk voor de wetten die uw familie- en

Het leven kent vele gebeurtenissen met juridische gevolgen. Justitie is verantwoordelijk voor de wetten die uw familie- en Het leven kent vele gebeurtenissen met juridische gevolgen. Justitie is verantwoordelijk voor de wetten die uw familie- en gezinsaangelegenheden regelen. Zo weet u welke rechten en plichten gelden voor

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537

ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537 ECLI:NL:GHARN:2012:BX8537 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 30-08-2012 Datum publicatie 27-09-2012 Zaaknummer 200.095.034 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 03/11/2015

Datum van inontvangstneming : 03/11/2015 Datum van inontvangstneming : 03/11/2015 Vertaling C-499/15 1 Zaak C-499/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 september 2015 Verwijzende rechter: Vilniaus miesto apylinkės

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Datum van inontvangstneming : 16/09/2013 Vertaling C-442/13-1 Zaak C-442/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 6 augustus 2013 Verwijzende rechter: Oberster Gerichtshof (Oostenrijk)

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN

IN NAAM DER KONINGIN 2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 676 Voorstel van wet van het lid Luchtenveld tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:1404

ECLI:NL:GHSHE:2017:1404 ECLI:NL:GHSHE:2017:1404 Instantie Datum uitspraak 30-03-2017 Datum publicatie 20-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.207.710_01 Burgerlijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:9831

ECLI:NL:GHARL:2015:9831 ECLI:NL:GHARL:2015:9831 Instantie Datum uitspraak 22-12-2015 Datum publicatie 31-12-2015 Zaaknummer 200.173.880 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Civiel

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Datum van inontvangstneming : 22/05/2014 Vertaling C-184/14-1 Zaak C-184/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 14 april 2014 Verwijzende rechter: Corte Suprema di Cassazione (Italië)

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

..., de man, ..., de vrouw, Partijen zijn op..., te..., gehuwd;

..., de man, ..., de vrouw, Partijen zijn op..., te..., gehuwd; ECHTSCHEIDINGSCONVENANT Ondergetekenden..., de man, en..., de vrouw, IN AANMERKING NEMENDE: Partijen zijn op..., te..., gehuwd; de man heeft de... nationaliteit; de vrouw heeft de... nationaliteit; Uit

Nadere informatie

Als u getrouwd bent maar niet langer bij uw partner wilt blijven, kunt u in Nederland om een echtscheiding of een scheiding van tafel

Als u getrouwd bent maar niet langer bij uw partner wilt blijven, kunt u in Nederland om een echtscheiding of een scheiding van tafel WT221023/01 Scheiden 29-11-2002 13:45 Pagina 1 Als u getrouwd bent maar niet langer bij uw partner wilt blijven, kunt u in Nederland om een echtscheiding of een scheiding van tafel en bed vragen. Bent

Nadere informatie

Uit elkaar. Wat nu? deskundig advies bij echtscheidingen

Uit elkaar. Wat nu? deskundig advies bij echtscheidingen Uit elkaar Wat nu? deskundig advies bij echtscheidingen Eén echtscheidingsnotaris of twee advocaten De Echtscheidingsnotaris is gespecialiseerd in het adviseren bij echtscheiding en het beëindigen van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2004:AR2782

ECLI:NL:HR:2004:AR2782 ECLI:NL:HR:2004:AR2782 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 03-12-2004 Datum publicatie 03-12-2004 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie R03/145HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2004:AR2782

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 19-04-2012 Datum publicatie 12-11-2012 Zaaknummer 152909 / FA RK 11-238 en 165071 / FA RK 11-1210 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2017:172

ECLI:NL:OGEAA:2017:172 ECLI:NL:OGEAA:2017:172 Instantie Datum uitspraak 14-03-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer EJ nr. 1286 van 2017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:6795

ECLI:NL:RBDHA:2017:6795 ECLI:NL:RBDHA:2017:6795 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-06-2017 Datum publicatie 13-07-2017 Zaaknummer C/09/477832 / FA RK 14-9197 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 FEBRUARI 2014 C.12.0545.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0545.F A. N., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen H. G., Mr. Paul Lefèbvre, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950

ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950 ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ0950 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 08-04-2011 Datum publicatie 12-04-2011 Zaaknummer 303308 / FA RK 11-1694 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 12 DERDE NOTA

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2003:AL3148 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rekestnummer

ECLI:NL:GHLEE:2003:AL3148 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rekestnummer ECLI:NL:GHLEE:2003:AL3148 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-09-2003 Datum publicatie 29-09-2003 Zaaknummer Rekestnummer 0300116 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Uw Scheiding Onafhankelijk Financieel Planbureau

Uw Scheiding Onafhankelijk Financieel Planbureau Uw Scheiding Onafhankelijk Financieel Planbureau Dr. O. Botjeslaan 83 9681 GE MIDWOLDA 06-29 07 58 01 www.meyshuis.nl info@meyshuis.nl Friesland Bank 2949.67.036 KvK Groningen 01163895 BTW NL104595553B01

Nadere informatie

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065

LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-10-2010 Datum publicatie: 29-10-2010 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BY3780

ECLI:NL:GHARN:2012:BY3780 ECLI:NL:GHARN:2012:BY3780 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 27-09-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer 200.099.306 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Personen-

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2015:2797 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 23-07-2015 Datum publicatie 27-07-2015 Zaaknummer F 200.160.279_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer

Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER. BESCHIKKING van 20 december 2011 in de zaak met zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BV6082 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 20-12-2011 Datum publicatie 16-02-2012 Zaaknummer 200.089.788-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2009:BK7549

ECLI:NL:GHARN:2009:BK7549 ECLI:NL:GHARN:2009:BK7549 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 03-11-2009 Datum publicatie 12-01-2010 Zaaknummer 200.033.077 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en familierecht

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2015:3651

ECLI:NL:RBOVE:2015:3651 ECLI:NL:RBOVE:2015:3651 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 22072015 Datum publicatie 31072015 Zaaknummer C/08/172202 / KG ZA 15188 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2001:AD7176

ECLI:NL:RBHAA:2001:AD7176 ECLI:NL:RBHAA:2001:AD7176 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 18-12-2001 Datum publicatie 18-12-2001 Zaaknummer 78703/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-11-2014 Datum publicatie 16-12-2014 Zaaknummer 200.148.742-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Directie Strategie en Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:2541 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2013:2541 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2013:2541 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 18-06-2013 Datum publicatie 19-08-2013 Zaaknummer 200.119.707/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2007:BB6006

ECLI:NL:GHSHE:2007:BB6006 ECLI:NL:GHSHE:2007:BB6006 Instantie Datum uitspraak 21-08-2007 Datum publicatie 18-10-2007 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996

ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 ECLI:NL:RBGEL:2014:6996 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 20-11-2014 Zaaknummer AWB - 14 _ 1957 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed

Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed Verdrag inzake de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel en bed De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend, Geleid door de wens de erkenning van echtscheidingen en scheidingen van tafel

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. Oktober 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. Oktober 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal Oktober 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur Afwikkeling huwelijkse voorwaarden of afkoop? Verdeling vorderen? Beleggingsvisie en samenwoners?

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:3006

ECLI:NL:GHSHE:2015:3006 ECLI:NL:GHSHE:2015:3006 Instantie Datum uitspraak 04082015 Datum publicatie 24122015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 'shertogenbosch HD 200.159.533_01

Nadere informatie

Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek (tegengaan huwelijkse gevangenschap)

Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek (tegengaan huwelijkse gevangenschap) Ontvangen op 16-11-2018 Verwerkt op 16-11-2018 Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de heer drs. S. Dekker Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Den Haag, 16 november 2018 dossiernummer: 106213 uw kenmerk:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2017:2134

ECLI:NL:RBMNE:2017:2134 ECLI:NL:RBMNE:2017:2134 Instantie Datum uitspraak 10042017 Datum publicatie 26042017 Rechtbank MiddenNederland Zaaknummer C/16/374643 / FA RK 145304; C/16/371106 / FA RK 143967 Rechtsgebieden Bijzondere

Nadere informatie

Uw Scheiding Uw Financieel Planner

Uw Scheiding Uw Financieel Planner Uw Scheiding Uw Financieel Planner Dr. O. Botjeslaan 83 9681 GE MIDWOLDA 06-29 07 58 01 www.meyshuis.nl info@meyshuis.nl ING Bank: NL 56INGB 043.58.871 KvK Groningen 01163895 BTW NL104595553B01 SCHEIDEN

Nadere informatie

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D. Keus)

HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D. Keus) Vervangende toestemming tot verhuizing naar Finland Prof. mr. A.J.M. Nuytinck HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:847 (mrs. E.J. Numann, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en M.V. Polak; A-G mr. L.A.D.

Nadere informatie

LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207

LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207 LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207 Datum uitspraak: 16-02-2011 Datum publicatie: 25-02-2011 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:721

ECLI:NL:RBOVE:2017:721 ECLI:NL:RBOVE:2017:721 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-02-2017 Datum publicatie 16-02-2017 Zaaknummer ak_16 _ 1345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 15-07-2010 Zaaknummer 268738 / HA ZA 09-1343 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:1273. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/00900

ECLI:NL:HR:2017:1273. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/00900 ECLI:NL:HR:2017:1273 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 07-07-2017 Datum publicatie 07-07-2017 Zaaknummer 17/00900 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:487

Nadere informatie

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572

ECLI:NL:RBHAA:2012:2572 ECLI:NL:RBHAA:2012:2572 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 12062012 Datum publicatie 16072013 Zaaknummer 182928 FA RK 112236 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2015:1768

ECLI:NL:RVS:2015:1768 ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 145 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83 Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd

Nadere informatie

Burgerlijk wetboek, Boek 1

Burgerlijk wetboek, Boek 1 U gaat scheiden Burgerlijk wetboek, Boek 1 Artikel 150 Echtscheiding tussen echtgenoten die niet van tafel en bed gescheiden zijn, wordt uitgesproken op verzoek van één der echtgenoten of op hun gemeenschappelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:172

ECLI:NL:CRVB:2017:172 ECLI:NL:CRVB:2017:172 Instantie Datum uitspraak 13-01-2017 Datum publicatie 19-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4485 AOW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823 JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS

Nadere informatie