BPF MEMORANDUM VERKIEZINGEN 2014

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BPF MEMORANDUM VERKIEZINGEN 2014"

Transcriptie

1 BELGISCHE PETROLEUM FEDERATIE BPF MEMORANDUM VERKIEZINGEN 2014 Onze maatschappijen hebben nood aan een langetermijnvisie, aan stabiliteit en aan consistentie om te kunnen blijven bijdragen tot de socio-economische ontwikkeling van België. De visie van de Belgische Petroleum Federatie wordt uiteengezet ten aanzien van vier fundamentele thema s : attractief ondernemingsklimaat, competitviteit van de petroleumsector, energiebeleid en administratief en regelgevend kader. BPF heeft getracht zo veel mogelijk concrete beleidsinitiatieven en aanbevelingen te maken. Wij hopen dat onze voorstellen inspiratie brengen voor het uittekenen van een nieuw beleid dat onze economie en onze maatschappij ten goede komt.

2 Inhoud De inzet van 25 mei 2 Kerncijfers 3 1. Attractief ondernemingsklimaat 1A Een attractief ondernemingsklimaat voor de economie en de werkgelegenheid 4 1B De Programmaovereenkomst en prijzen van petroleumproducten 5 2. Competitiviteit van de petroleumsector 2A De Europese raffinagesector onder druk 6 2B Routekaart voor een koolstofarme economie in 2050 (Low Carbon Roadmap 2050) 8 2C Het Europees Energie- en Klimaatpakket D De richtlijn betreffende de brandstofkwaliteit 12 2E Omzetting van de EU richtlijn Industriële Emissies 13 2F De richtlijn betreffende energie-efficiëntie 14 2G De raffinaderijen en het emissiehandelssyteem Energiebeleid 3A Biobrandstoffen 16 3B Infrastructuren voor alternatieve motorbrandstoffen en voertuigen 17 3C Energie- en milieubelasting 18 3D Schalieolie en schaliegas Administratief en regelgevend kader A. Consistentie in de besteding van overheidsmiddelen 4Aa Bofas / Premaz 20 4Ab Het Sociaal Verwarmingsfonds & gespreide betalingen 21 B. Efficiëntie van overheidsinstellingen 4Ba Administratieve vereenvoudiging en efficiëntie Het Vlaams vergunningenbeleid en de tankstations 4Bb Fapetro Fonds voor de Analyse van Aardolieproducten De Belgische Petroleum Federatie De Belgische Petroleum Federatie (BPF) is de officiële woordvoerder van de voornaamste petroleummaatschappijen die actief zijn in raffinage, marketing & distributie en opslag in België. Ze vervult deze rol ten opzichte van de overheid en haar instellingen, de niet-gouvernementele organisaties, de syndicale organisaties en de bevolking, voor de materies die van algemeen belang zijn voor de petroleumsector. BPF vertegenwoordigt 12 leden waarvan 4 raffinaderijen, 7 ondernemingen actief in de distributie van petroleumproducten en 3 stockagebedrijven. Op deze manier dekt de BPF 100% van de raffinagecapaciteit en bijna 80% van de verkoop van brandstoffen in België. p.1

3 De inzet van 25 mei Onze bedrijven zijn actief op internationaal, Europees, nationaal of regionaal vlak en verdienen het om gehoord en beter begrepen te worden door de politieke wereld. Zij zijn en zullen nog lang een essentiële hoeksteen blijven van onze economie. Onze maatschappijen fungeren als steunpilaar van de (petro)chemie en hun onderaannemers met een heleboel kleine en middelgrote bedrijven, waaronder onderzoek en ontwikkeling ; deze laatste werkt voornamelijk samen met de automobielindustrie. Het is in het belang van België om, tijdens een lange overgangsfase naar een koolstofarme economie, de leefbaarheid van de raffinage-industrie voor de komende decennia te garanderen. Een verzekerde en competitieve energiebevoorrading is en blijft een cruciaal element voor de industrie en voor het transport, zowel op de weg, op zee als in de lucht. Europa, dat steeds het goede voorbeeld wil geven op internationaal vlak, legt haar industrieën strengere voorschriften op dan eender waar : milieuwetgevingen die tot de strengste behoren, een onaangepast fiscaal beleid dat diesel bevoordeelt in het wegtransport, een duur energiebeleid (zowel voor de verbruikers als voor de Europese industrieën) en een beleid om de CO 2 uitstoot terug te dringen dewelke voor een reële verstoring van het economisch en concurrentieel evenwicht van de Europese raffinage (en van andere industriële sectoren in België) zorgt. Teneinde de verplichtingen na te komen van het nieuwe Europese CO 2 quotasysteem, zullen de exploitatiekosten van de raffinaderijen stijgen van 5% tot 35%, afhankelijk van de eigenschappen van de betrokken raffinaderijen. Tussen 2008 en 2013 sloten in Europa 15 raffinaderijen hun deuren. Dit resulteerde in een afname van de raffinagecapaciteit met bijna 10%, terwijl de benuttingsgraad van de resterende beschikbare raffinagecapaciteit bleef dalen. De toekomst van de Europese raffinagesector ziet er verre van rooskleurig uit. Volgens het Internationaal Energieagentschap zal de benuttingsgraad van de raffinaderijen blijven dalen in de OESO-landen, met een overschotcapaciteit gelijk aan bijna 2,5 keer het verlies aan Europese capaciteit tijdens de voorbije 5 jaar. De volgende 10 jaar zouden in Europa mogelijk nog 10 raffinaderijen sluiten. Hoe kan de Belgische politiek - nationaal of regionaal ons in een dergelijke situatie steunen teneinde de recessie van de (petro)chemische industrie in te tomen? Eerst en vooral mag de Belgische regering geen bijkomende verplichtingen opleggen aan de raffinagesector, die hierdoor gedwongen zou worden om de capaciteit sneller terug te schroeven dan de vraag op de Europese markt. Het Belgisch beleid mag de concurrentiële handicap van haar industrie niet vergroten want dit zou de bevoorradingszekerheid in energie en de concurrentiekracht van het land in gevaar kunnen brengen. De markt van petroleumproducten en van het merendeel van de producten die bij ons nog worden gemaakt is een open en competitieve wereldmarkt. Ieder nationaal of regionaal initiatief moet de beperkingen inzien van een zuiver Belgisch of regionaal beleid en dient rekening te houden met de onderlinge afhankelijkheid van België met de rest van de wereld. De volgende jaren zullen voor de Europese industrie moeilijk blijven. De nationale en regionale overheden hebben hierin een essentiële rol te spelen teneinde de industriële sleutelsectoren te vrijwaren. Huidig memorandum van de Belgische Petroleum Federatie legt de klemtoon op vier traditionele thema s (een aantrekkelijk ondernemingsklimaat, de competitiviteit van de petroleumsector, het energiebeleid en het administratief en regelgevend kader) en bestaat uit praktische fiches waarin onze voorstellen concreet worden geformuleerd. Dit memorandum zal zijn doel bereiken als de federale en regionale overheden - beter dan gisteren - hun beleid toespitsen op onderstaande principes, dewelke te weinig in overweging worden genomen om het regelgevend kader te verbeteren : - juridische en fiscale zekerheid, door toe te zien op de instandhouding van een gunstig investeringsklimaat in de petroleum en de petrochemische sector ; - vrijheid van de markt, met respect voor de regels van een open markt en van de vrije concurrentie (meer bepaald voor de ontwikkeling en het gebruik van biobrandstoffen in België); - concurrentiepositie van de raffinagesector, waarbij we niet mogen vergeten dat onze concurrenten internationaal actief zijn. België moet haar stem laten horen in Europa om luid en krachtig te protesteren tegen milieu-, fiscale en maatschappelijke maatregelen die onze industrieën benadelen. Wij hopen dat ons memorandum een bron van inspiratie zal zijn voor de uitwerking van een Europees, nationaal en regionaal beleid, dat gunstig is voor onze industrie en voor de maatschappij in haar geheel. Aarzel niet ons uit te nodigen voor een gesprek of ons uw bemerkingen mee te geven via mail of telefoon. Gedachtenwisselingen zijn pas geslaagd als ze resulteren in een beter begrip van de uitdagingen van zijn gesprekspartner en als ze uitmonden in een gemeenschappelijke actie die het algemeen belang van de maatschappij centraal stelt. Jean-Louis Nizet secretaris-generaal p.2

4 Kerncijfers (meer kerncijfers kunnen geraadpleegd worden op Kerncijfers van de petroleumsector in België Marktaandeel petroleumproducten in de primaire energieconsumptie (%) (1) Raffi nagecapaciteiten van de Belgische petroleumraffinaderijen (kt) Hoeveelheid petroleumproducten voor export (kt) Overslag vloeibaar massagoed in de Antwerpse haven (kt) % Hoeveelheid petroleumproducten voor verbruik in België (kt) % Hoeveelheid diesel voor verbruik in België (kt) Hoeveelheid 90% 94 benzines voor verbruik in België (kt) % % % 76 70% 73 (1) = cijfer 2012; cijfer 2013 niet beschikbaar bij de Federale Overheidsdienst Economie of bij 67de Federale Overheidsdienst Financiën (2) tot 65% en met september 2013 Biobrandstoffen: FAME gehalte in diesel (jaarlijks gemiddelde, % vol.) 3,41 4,64 (1) Biobrandstoffen: ethanol gehalte in benzines (jaarlijks gemiddelde, % vol.) 4,22 6,03 (1) Accijnsontvangsten op petroleumproducten (miljard euro) 3,91 4,26 Directe tewerkstelling in België (arbeiders & bedienden) (2) Indirecte tewerkstelling in België (arbeiders & bedienden) ± ± Overschot benzine in België (duizend ton) België : nettoproductie benzine België : verbruik benzine Bron: Federale Overheidsdienst Economie, petroleumbalans Verwerking ruwe olie t.o.v. distillatiecapaciteit (%) 100% 95% 95 90% 85% 80% 75% 70% 65% Opmerking : De vermelde percentages werden berekend op basis van de verhouding tussen de inbewerkstelling en de globale raffinagecapaciteit Bron : Federale overheidsdienst Economie, petroleumbalans en BPF p

5 EEN ATTRACTIEF ONDERNEMINGSKLIMAAT VOOR DE ECONOMIE EN DE WERKGELEGENHEID In de petroleumindustrie staat een langetermijnvisie en strategie centraal Stabiliteit en consistentie zijn belangrijke aspecten bij investeringsbeslissingen. Een ongetwijfelde troef van België is Antwerpen, de thuishaven van de grootste geïntegreerde petrochemische cluster van Europa ; de centrale ligging is daarbovenop een belangrijk pluspunt. Een ander competitief voordeel van België is zijn hooggekwalificeerde werknemers. De loonkosten in ons land daarentegen zijn bijzonder hoog, onder andere door hoge sociale zekerheidsbijdragen. De Centrale Raad voor het Bedrijfsleven berekende in 2013 voor België een absolute loonkostenhandicap van 16,5% t.o.v. de drie buurlanden (Nederland, Frankrijk en Duitsland). De werkgeverskost in de Belgische raffinagesector ligt 31% hoger dan Nederland en maar liefst 39% hoger dan Frankrijk. Energiekosten zijn in België eveneens relatief hoog, met name door diverse heffingen. De kloof groeit bovendien tussen Europa en de Verenigde Staten waar ondernemingen dankzij de schaliegasrevolutie toegang hebben tot goedkope energie en grondstoffen. z om voor een stabiel en consistent regelgevingskader te zorgen, inclusief rechtzekerheid en bestaande taxfaciliteiten. Het regelmatig sleutelen aan bestaande regelgeving (bv. notionele interestaftrek) en de vele nieuwe initiatieven (bv. Financial Transaction Tax en Fairness Tax) dragen hier niet toe bij. z om een gelijk speelveld voor ondernemingen te creëren teneinde te kunnen concurreren, in het bijzonder op het vlak van energieen loonkosten. Herleid de Belgische loonkost t.o.v. de buurlanden tot een minimum. Maak van het verlagen van de lasten op arbeid een topprioriteit. z om bij eventuele nieuwe regelgeving rekening te houden met de ondernemingsrealiteit. Stel ondernemingen niet verantwoordelijk voor zaken waar ze geen vat op hebben. Leg ondernemingen geen additionele verplichtingen op voor zaken waar het huidige wetgevende kader reeds voldoende bescherming biedt. z dat elk nationaal initiatief op het vlak van energiebeleid de beperkingen inziet van een zuiver Belgisch beleid en rekening houdt met de onderlinge afhankelijkheid van België met de rest van de wereld. De extra kosten van een specifiek Belgisch beleid kunnen de concurrentiële nadelen (bv. de kosten voor energie en grondstoffen) voor de petroleumsector en de ermee samenhangende petrochemische sector vergroten en leiden tot een onomkeerbare achteruitgang van de Belgische industrie en zo onze bevoorradingszekerheid inzake energie en onze concurrentiekracht in gevaar brengen. p.4-1.a Attractief ondernemingsklimaat

6 DE PROGRAMMAOVEREENKOMST EN PRIJZEN VAN PETROLEUMPRODUCTEN De Programmaovereenkomst (PO) legt de methode vast voor de berekening van de maximumprijzen van de petroleumproducten De PO legt een plafondprijs op terwijl de prijzen aan de pomp worden bepaald door de concurrentie tussen de diverse operatoren op de markt. De eerste PO werd in 1974 gesloten tussen de Belgische Staat en de Belgische Petroleum Federatie (BPF) omwille van de oliecrisis van Die oliecrisis had aangetoond dat de oude manier van prijsaanpassingen (voorafgaandelijke aanvraag aan de overheid tot toelating van prijswijziging) niet voldoende flexibel was om de snelle evoluties op de petroleummarkt enerzijds en van de dollar- en eurokoers anderzijds te weerspiegelen. Een te trage aanpassing van de prijzen van petroleumproducten veroorzaakte destijds chaos en leidde tot een bevoorradingstekort in het land. Aangezien de huidige regelgeving (Ministerieel Besluit van 20 april dat een termijn van 60 dagen voorziet voor een aanvraag om de prijzen van petroleumproducten aan te passen) in de praktijk niet kan worden toegepast omwille van de snelle schommelingen van de petroleumprijzen en van de dollarkoers op de internationale markten, is de PO momenteel het enige werkbare systeem teneinde de bevoorradingszekerheid van de petroleumproducten in België veilig te stellen. De BPF verdedigt echter het principe van een systeem van volledige prijsvrijheid zoals dat van kracht is in de meeste Europese landen (België en het Groothertogdom Luxemburg zijn de enige landen die een systeem van maximumprijzen voor petroleumproducten toepassen). Indien de overheid de PO toch in stand wil houden, kan deze overeenkomst volgens de BPF alleen werken indien álle kosten van de petroleumoperatoren worden weerspiegeld in de structuur van de maximumprijs van petroleumproducten, zoals trouwens in de PO vermeld. De federale overheid heeft dit basisprincipe van de PO niet altijd gerespecteerd en het is overigens niet altijd gekend door de regionale overheden. z dat bij de maximumprijsstructuur van benzines en diesel rekening wordt gehouden met alle bijkomende kosten die gepaard gaan met de verplichte bijmenging van biobestandelen (verplichting om biobrandstoffen op de markt te brengen). z bij gebrek aan aanpassing van de huidige regelgeving inzake prijsvrijheid van petroleumproducten, de integrale toepassing van het basisprincipe van de PO, met name dat álle kosten moeten worden weerspiegeld in de structuur van de maximumprijzen van petroleumproducten. z dat in geval van aanpassing van de huidge regelgeving en de afschaffing van de PO die hieruit zou voortvloeien, een systeem van volledige prijsvrijheid wordt gehanteerd, zoals dat bestaat in de meeste landen van de Europese Unie. p.5-1.b Attractief ondernemingsklimaat

7 DE EUROPESE RAFFINAGESECTOR ONDER DRUK De Europese raffinagesector bevindt zich in bijzonder woelig vaarwater Ten gevolge overcapaciteit in de sector in Europa en de afname van de Verenigde Staten als afzetmarkt worden veel raffinaderijen te koop gesteld of staan op de lijst voor sluiting. Tussen 2008 en 2013 sloten in Europa 15 raffinaderijen hun deuren. Dit resulteerde in een afname van de raffinagecapaciteit met bijna 10%, terwijl de benutting van de resterende beschikbare raffinagecapaciteit bleef dalen (bron : IEA, EU Refining Forum 12 april 2013). In België daalt de gemiddelde benuttingsgraad van de raffinaderijen al bijna tien jaar. In 2012 sleepte het faillissement van de firma Petroplus - de grootste onafhankelijke raffinadeur in Europa - in zijn kielzog 5 raffinaderijen mee (waaronder een Antwerpse raffinaderij die werd overgenomen door een nieuwe speler). Volgens het Internationaal Energie Agentschap zal olie in de komende decennia wereldwijd de belangrijkste transportbrandstof blijven. Simpelweg omdat er geen betaalbaar alternatief beschikbaar is dat op grote schaal kan worden toegepast. België beschikt over zeer energieefficiënte raffinaderijen. De sector creëert jobs, staat garant voor de bevoorradingszekerheid en is bovendien de basis voor de petrochemische industrie. Willen we diesel en benzine blijven produceren, moeten we ervoor zorgen dat de raffinaderijen competitief kunnen zijn en blijven. De concurrentiepositie wordt niet alleen beïnvloed door het algemeen ondernemingsklimaat, maar ook door de Europese en nationale regelgeving, met name op het vlak van milieu. Het huidige Europese klimaat- en energiebeleid heeft noch geleid tot een overschakeling op energiebronnen met een lage CO 2 uitstoot, noch tot het verbeteren van het industriële concurrentievermogen. Het unilaterale klimaatbeleid schaadt de concurrentiepositie van de Europese industrie, terwijl de Europese CO 2 uitstoot slechts 10% van de wereldwijde emissies uitmaakt. Klimaat dient op de eerste plaats wereldwijd te worden aangepakt. De raffinage-industrie is bovendien sterk geïntegreerd met de chemische industrie. Het verbeteren van de concurrentiepositie van de petrochemische sector zal cruciaal zijn om in Europa te blijven produceren. Zoniet zullen raffinaderijen moeten sluiten, wat niet alleen impact zal hebben op de werkgelegenheid en bevoorradingszekerheid in energie, maar wereldwijd ook op het milieu omdat olieproducten in regio s zullen worden geproduceerd die aan mindere strenge regels zijn onderworpen. De Belgische petrochemische industrie biedt heel wat toegevoegde waarde op het vlak van werkgelegenheid en onderzoek & ontwikkeling. z waakzaam te zijn om de regeldruk en kosten voor de eigen industrie niet te verhogen. Zorg ervoor dat regelgeving gelijke tred houdt met de rest van de wereld. Neem bedrijfsvriendelijke standpunten in tijdens de Europese beslissingsprocedures. Zoek daarbij naar de juiste balans tussen milieu, concurrentievermogen en bevoorradingszekerheid. Implementeer EU-richtlijnen strikt zonder daarbij aan goldplating te doen. Vermijd onrealistische scenario s zoals bv. in de Belgische Low Carbon Roadmap of de 100% Renewable Energy Roadmap. z.o.z p.6-2.a Competitiviteit van de petroleumsector

8 z in het klimaatbeleid rekening te houden met de competitiviteit van de Europese bedrijven. Zorg voor een voorspelbare kost van CO 2 emissies die wordt gedragen door de hele economie. Laat de markt de oplossing aansturen en zorg voor een globaal akkoord. Sectoren die onderhevig zijn aan koolstoflek dienen blijvend gratis rechten toebedeeld te krijgen. Initiatieven zoals backloading en ETS wijzigingen, zoals beschreven in het carbon market report in ETS fase 3, zorgen voor rechtsonzekerheid en zijn louter gericht op het beïnvloeden van de koolstofprijzen. Een mogelijke Europese klimaatdoelstelling post 2020 zou beter kunnen worden bereikt zonder specifieke doelstelling voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. (zie specifieke fiche De raffinaderijen en het emissiehandelssysteem ) z om de economische realiteit voor ogen te houden bij het implementeren van de IED (richtlijn Industriële Emissies). Leg emissiegrenswaarden op voor een industriële eenheid als geheel en niet per individuele installatie (bubble concept). En laat zo toe om investeringen te optimaliseren en kosteneffectieve verbeteringen door te voeren. Ondermijn het bubble concept evenwel niet door bijkomende voorwaarden op te leggen. (zie specifieke fiche Omzetting van de EU richtlijn Industriële Emissies ) z ervoor te zorgen dat de uitvoering van artikel 7a van de FQD (Fuels Quality Directive) de toegang tot grondstoffen voor raffinaderijen niet beperkt. Maak geen onderscheid in broeikasgasemissies voor conventionele ruwe olie, natuurlijke bitumen en schalieolie. Het discrimineren van ruwe oliën leidt immers niet noodzakelijk tot CO 2 reductie, maar kan wel de bevoorradingszekerheid en het concurrentievermogen schaden. Steun het alternatief voorstel dat er in bestaat één gemiddelde vaste standaardwaarde voor benzine en diesel in te voeren. (zie specifieke fiche De richtlijn betreffende de brandstofkwaliteit ) z een aangepast fiscaal beleid te voeren voor benzine en diesel dat gericht is op het heden en de toekomst. z initiatieven te ondersteunen zoals de EU Refinery Roundtable en Fitness Check. Neem op dit vlak ook nationale initiatieven. p.7-2.a Competitiviteit van de petroleumsector

9 ROUTEKAART VOOR EEN KOOLSTOFARME ECONOMIE IN 2050 (LOW CARBON ROADMAP 2050) Een koolstofarme samenleving kan noch zonder competitieve industriële sectoren noch zonder fossiele energiebronnen plaatsvinden De regionale en federale overheid heeft zich bereid getoond om na te denken over een koolstofarme samenleving tegen De eerste studies uitgevoerd door deze overheden - gaven stof tot nadenken, voor een materie die van nature uit erg complex is. Deelnemers aan het debat werden uitgenodigd om ambities, verplichtingen, inspanningen en resultaten tegen elkaar af te wegen. Aan de hand van de ambities die de Belgische overheden formuleerden met betrekking tot de vermindering van de CO 2 uitstoot tegen 2050, krijgt men al een eerste inzicht in de uitdagingen waarmee alle componenten van de samenleving geconfronteerd zullen worden. Een koolstofarme samenleving kan noch zonder competitieve industriële sectoren noch zonder fossiele energiebronnen plaatsvinden. De keuzes die de overheid zal maken en de daaruit voortvloeiende verplichtingen voor de industrie, dienen te vermijden dat de fundamenten van onze economie en de bronnen van onze welvaart niet worden ontwricht. Sinds Europa doelstellingen heeft opgelegd op het vlak van het klimaatbeleid, kenden de niet-industriële sectoren, zoals bv. de bouw- en de transportsector in Europa, een toename van hun emissies van broeikasgassen (BKG). De energie-intensieve industrieën daarentegen hebben grote inspanningen geleverd en hebben hun emissies van BKG fors teruggedrongen. Zo behoren de Belgische raffinaderijen momenteel tot de wereldtop op het vlak van energie-efficiëntie. Onze raffinaderijen staan centraal in een industriële sector die meerdere landen in Europa dekt en die zijn plaats in de wereld heeft veroverd. Een koolstofarme economie hoeft voor België niet het einde van onze raffinaderijen te betekenen, temeer omdat bij gebrek aan betaalbare alternatieven die op grote schaal kunnen worden toegepast - petroleum de komende decennia dé belangrijkste transportbrandstof zal blijven. In de toekomst zal de raffinagesector blijven streven naar een voortdurende verbetering van het verwerkingsproces om ruwe olie te herleiden tot afgeleide producten en motorbrandstoffen, voor zover het gevoerde beleid toelaat om investeringen in België te aligniëren met competitiviteit op wereldvlak. Europa en België moeten samen nadenken over een manier om een gunstig kader te creëren voor investeringen met een toegevoegde waarde die de concurrentiekracht op internationaal vlak verbeteren en niet alleen voor investeringen die simpelweg de opgelegde reglementeringen naleven. Zonder gunstig kader voor de concurrentiekracht van onze industrieën, riskeert de overgang naar een koolstofarme samenleving zich te beperken tot intentieverklaringen die niet worden gevolgd door concrete feiten en die de fundamenten van onze economie verzwakken ten opzichte van de internationale concurrentie. Politieke oplossingen met betrekking tot de vermindering van de BKG, waarbij alleen rekening wordt gehouden met de milieudoelstellingen en niet met de socio-economische aspecten, zouden ingaan tegen de reële behoeften van de economie en van de industrie, die enorm veel belang hechten aan bevoorradingszekerheid en aan energiekost. De BPF vraagt dat : z de denkpistes bij het opstellen van regionale en nationale stappenplannen naar een koolstofarme samenleving rekening houden met het volledige kader, inclusief de macro-economische aspecten. z.o.z p.8-2.b Competitiviteit van de petroleumsector

10 De BPF vraagt dat : z gezien de omvang van de te leveren inspanningen, alle activiteitensectoren en spelers in de samenleving een bijdrage dienen te leveren. z men bij de ontwikkeling van koolstofarme technologieën het principe van technologieneutraliteit respecteert en het gebruik van één bepaalde technologie niet bevoordeelt ten nadele van een andere. Zo kan men op het vlak van transport consumenten niet dwingen om alternatieve brandstoffen en voertuigen te aanvaarden, aangezien hun belangrijkste argument bij de keuze nog altijd de kosten-batenverhouding is. (zie specifieke fiche Infrastructuren voor alternatieve motorbrandstoffen en voertuigen ) z op het ogenblik dat Europa de ambitie formuleert om haar economie en haar industrie te versterken, nieuwe milieuverplichtingen geen negatieve impact zullen hebben op de industriële sectoren die tot nu toe al heel wat inspanningen hebben geleverd om hun broeikasgasemissies te verminderen. (zie specifieke fiche De raffinaderijen en het emissiehandelssysteem ) z rekening wordt gehouden met de bijdrage van de raffinaderijen voor de Belgische economie, aangezien de Antwerpse raffinaderijen in het centrum liggen van de grootste petrochemische en chemische zone van Europa. (zie specifieke fiche De raffinagesector onder druk ) z een stabiel beleid wordt gevoerd teneinde investeringen op lange termijn aan te moedigen. p.9-2.b Competitiviteit van de petroleumsector

11 HET EUROPEES ENERGIE- EN KLIMAATPAKKET 2030 Bevoorradingszekerheid, duurzaamheid en betaalbaarheid van energieprijzen zijn de drie doelstellingen van het energie - en klimaatbeleid Het bestaande energie- en klimaatbeleid van de EU en haar lidstaten voldoet niet aan de doelstellingen om energieproducten met lagere emissiewaarden aan te moedigen en tegelijkertijd de economische concurrentiekracht te ondersteunen. Het steenkoolverbruik in de EU stijgt, de concurrentiekracht van de industrie staat onder druk, de elektriciteitskosten voor de consument zijn toegenomen en de investeringen in de energiesector die nodig zijn om de toekomstige groei te ondersteunen, ontbreken. Het Energie- en Klimaatpakket 2030, voorgesteld door de Europese Commissie, identificeert de concurrentiekracht van Europa als een belangrijke succesfactor. Toch bestaat er heel wat ongerustheid en onbeantwoorde vragen over hoe het vooropgestelde beleid de nodige voorwaarden kan kaderen in een competitieve Europese economie. De Belgische Petroleum Federatie (BPF) stemt in met de drie doelstellingen van het klimaat- en energiebeleid (bevoorradingszekerheid, duurzaamheid en betaalbaarheid van energieprijzen) ter ondersteuning van de industriële concurrentiekracht en de verbetering van de levenskwaliteit van de samenleving. We zijn van mening dat de huidige klemtoon van het beleid moet worden herzien : toekomstige beleidskeuzes moeten garanderen dat de drie doelstellingen evenveel aan belang winnen. Als algemeen principe zou iedere CO 2 doelstelling een internationale maatstaf dienen te hanteren. Vooraleer bindende doelstellingen en maatregelen worden goedgekeurd, met in het bijzonder diegene die nadelig kunnen zijn voor de concurrentiekracht van de Belgische industrie, zouden de voorstellen van de Europese Commissie inzake de te bewandelen weg van Europa richting 2030 als basis moeten dienen voor een veel ruimer debat met de verschillende stakeholders, zowel op regionaal als op federaal niveau. Doelstelling voor de emissie van broeikasgassen : u 40% in 2030 vs Een realistische doelstelling voor de vermindering van de broeikasgassen in Europa moet de drijvende kracht zijn achter het EU energie- en klimaatbeleid en de daartoe horende maatregelen, met het oog op de ondersteuning van de meest doeltreffende en rendabele route naar een geavanceerde koolstofvrije EU economie. Het aandeel van de EU in de wereldwijde uitstoot wordt echter steeds minder relevant. Daarom is het van cruciaal belang om de relevante verbintenissen van onze belangrijkste concurrenten te kennen vooraleer we ons resoluut engageren voor zulk een ambitieuze doelstelling. u 43% tegen 2030 vs voor de ETS sector De voorgestelde reductiedoelstelling voor de ETS sector realiseren is niet haalbaar voor de raffinagesector, tenzij de raffinagecapaciteit wordt afgebouwd en deze wordt getransfereerd naar niet EU-landen. Een verhoogde ETS Linear Reduction Factor, zonder duidelijkheid over de bescherming tegen koolstoflek na 2020 zal de internationale concurrentiekracht van de raffinagesector verder ondermijnen en kan mogelijk resulteren in een capaciteitsverlies in Europa. Belangrijke hypotheses met betrekking tot het traject voor een rendabele vermindering en tot de splitsing tussen ETS en niet-etssectoren moeten ook grondig worden getest. (zie specifieke fiche De raffinaderijen en het emissiehandelssysteem ) z dat het niveau van engagement van Europa tegen 2030 rekening moet houden met de uiteenlopende engagementen van andere landen. Het mag de concurrentiekracht van de EU niet schaden en moet mechanismen omvatten om deze in stand te houden. z de ondersteuning van het gebruik van internationale compensaties in EU ETS die onderworpen zijn aan een grondige rapportering, monitoring en controle. z.o.z p.10-2.c Competitiviteit van de petroleumsector

12 Bescherming tegen koolstoflek Hoewel de industrie blij is met de grotere duidelijkheid over de bescherming tegen koolstoflek tot 2020, betreurt ze het ontbreken van beschermende maatregelen in de wetsvoorstellen van de Commissie voor de periode na De BPF is eveneens bezorgd dat de toenemende ambities tegen 2030 zouden kunnen resulteren in lagere compensatieniveaus of in een beperking van de bescherming van een gereduceerd aantal sectoren. (zie specifieke fiche De raffinaderijen en het emissiehandelssysteem ) z de goedkeuring van het voorstel om de lijst met criteria van koolstoflek te verlengen tot 2019 en tot het einde van fase III. z de uitbreiding van de bescherming tegen koolstoflek voor alle blootgestelde sectoren na Fase III en totdat een wereldwijd level playing field wordt gerealiseerd. z onmiddellijke wetgevende voorstellen van de Commissie om bescherming tegen koolstoflek na 2020 te waarborgen. z dat compensatie van indirecte CO 2 kosten geen keuze mag zijn van een lidstaat, maar beschikbaar moet zijn voor alle voorzieningen met een mogelijk risico op koolstoflek. Hervormingen van het Europees emissiehandelssysteem (ETS) De BPF ondersteunt het ETS - hét kerninstrument van de EU binnen het kader van haar energie- en klimaatbeleid - als een rendabel marktmechanisme voor het beperken van de emissies in de energiesector en in de industrie. In het wetsvoorstel van de Commissie over het ETS systeem ontbreekt iedere regeling voor de bescherming van de EU industrie tegen koolstoflek na De analyse van de Commissie dient eveneens te worden aangevuld met emissiegegevens van Fase III. (zie specifieke fiche De raffinaderijen en het emissiehandelssysteem ) z dat alle voorstellen over de hervorming van het ETS worden gecombineerd met maatregelen om koolstoflek na 2020 aan te pakken en met een analyse op basis van gegevens uit Fase III. Doelstelling hernieuwbare energie : 27% op Europees niveau in 2030 De BPF is vragende partij voor een energiebeleid dat gebaseerd is op technologieneutraliteit en op een evenwichtig toepassingsdomein voor alle energiebronnen : het samenvallen van de doelstellingen voor hernieuwbare energie en de doelstellingen voor de vermindering van broeikasgasemissies heeft de richtprijs van koolstof in het ETS verstoord, ten koste van een optimale en rendabele toepassing van technologieneutrale oplossingen voor de vermindering van koolstof. Een doeltreffend energiebeleid is transparant, voorspelbaar, gebaseerd op een kosten-batenanalyse en laat marktprijzen en open concurrentie toe bij het bepalen van oplossingen en investeringen die nodig zijn om de maatschappelijke doelstellingen te realiseren tegen de laagste kosten. Subsidies voor hernieuwbare energiebronnen zouden moeten worden afgebouwd. De bekrachtiging van een bindende EU doelstelling voor hernieuwbare energiebronnen die moet worden geïmplementeerd via een complex beleidsvoorstel doet afbreuk aan de duidelijkheid van de enige drijvende doelstelling voor de vermindering van broeikasgassen. z dat geen doelstellingen voor hernieuwbare energiebronnen tegen 2030 worden gesteld, vooral als zij overlappen met het centrale mechanisme van de vermindering van koolstofemissies. Bevoorradingszekerheid De raffinagesector in de EU behoeft een betrouwbare en ongehinderde toegang tot fossiele energiebronnen die beschikbaar zijn op de wereldwijde markt (zowel traditionele als alternatieve), tegen een prijs die tot stand komt in een vrije markt. Daarom moet de EU reglementeringen weigeren die de competitieve toegang tot energiebronnen kunnen ondermijnen, zoals dat het geval is bij het huidige voorstel om een onderscheid te maken tussen motorbrandstoffen op basis van de oorsprong van de grondstof zoals voorzien in artikel 7a van de richtlijn brandstofkwaliteit. (zie specifieke fiche Richtlijn brandstofkwaliteit ) z de uitvoering van een impactanalyse en van een competitiviteitscontrole om de potentiële effecten op de bevoorradingszekerheid grondig te evalueren alvorens een nieuw beleid en een nieuwe reglementering te ontwerpen in het kader van het energie- en klimaatbeleid. Dit moet een continue toegang tot en een adequate energievoorziening tegen een competitieve prijs garanderen voor alle gebruikers in de Europese Unie. p.11-2.c Competitiviteit van de petroleumsector

13 DE RICHTLIJN BETREFFENDE DE BRANDSTOFKWALITEIT Het discrimineren van bepaalde soorten ruwe olie dreigt eveneens om de bevoorradingszekerheid van Europa in gevaar te brengen De Europese richtlijn 2009/30/EG betreffende de brandstofkwaliteit verplicht de leveranciers van brandstoffen om tegen 2020 de hoeveelheid CO 2 emissies van motorbrandstoffen met 6% terug te dringen in vergelijking met Artikel 7a van deze richtlijn dat de toepassingsmodaliteiten van de richtlijn en de berekeningsmethodes om CO 2 emissies van fossiele brandstoffen in rekening te nemen, bepaalt wordt momenteel besproken op Europees niveau en op niveau van de lidstaten. Voor de petroleumproducten die worden geleverd op de interne markt wil de Europese Commissie de herkomst van de grondstof kunnen traceren teneinde er een CO 2 emissiewaarde aan te verbinden, gekoppeld aan de productie. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen drie productcategorieën : de klassieke ruwe olie, olie afkomstig van bitumineus zand (bitumen) en schalieolie. Deze indeling van ruwe oliën zal nadelig zijn voor de concurrentiekracht van de (nu al verzwakte) Europese raffinagesector, die verplicht zal worden om de (duurdere) klassieke ruwe olie te verwerken om zo de doelstelling van de vermindering van CO 2 emissies te realiseren. De alternatieve ruwe olie zal dus worden geraffineerd buiten Europa en zal een plaats innemen op de markten buiten de Europese Unie. Het discrimineren van bepaalde soorten ruwe olie dreigt eveneens om de bevoorradingszekerheid van Europa in gevaar te brengen en de handelsrelaties met de Verenigde Staten en Canada te belemmeren (volgens de regels van de Wereldhandelsorganisatie is dergelijke discriminatie betwistbaar). De petroleumproducten die worden geproduceerd op basis van niet-conventionele ruwe olie zullen hun weg naar Europa dus niet meer vinden, wat het structurele marktevenwicht zal verstoren ; een marktevenwicht dat momenteel bijdraagt tot de bevoorradingszekerheid (Europa importeert diesel uit de Verenigde Staten en levert benzine aan de Verenigde Staten). z dat de Belgische overheid de alternatieve voorstellen van andere landen (zoals bv. Italië en Nederland) ondersteunen waarbij de CO 2 emissiewaarden niet wordt gekoppeld aan diverse grondstoffen, maar waarbij standaard een gemiddelde vaste waarde wordt gebruikt voor de afgewerkte producten (diesel en benzine) die op de Europese markt worden gebracht. z dat de gemiddelde emissiewaarden voor diesel en benzine op Europees niveau worden bepaald en deze periodiek worden geüpdatet door een wetenschappelijke onafhankelijke instantie. z dat voor artikel 7a toepassingsmodaliteiten worden gedefinieerd die geen schade berokkenen aan de Europese economie, haar concurrentiekracht en haar bevoorradingszekerheid en die de brandstofleveranciers zullen toelaten om de verminderingsdoelstelling van 6% in 2020 op gepaste wijze te realiseren vanuit economisch en milieuoogpunt (bv. door het gebruik van doeltreffende biobrandstoffen). z dat met betrekking tot de controle van de bepalingen van artikel 7a een transparant en controleerbaar rapporteringssysteem wordt opgesteld, waarbij de administratieve taken voor de petroleummaatschappijen, voor de brandstofleveranciers en voor de nationale of regionale overheden tot een absoluut minimum worden beperkt. p.12-2.d Competitiviteit van de petroleumsector

14 OMZETTING VAN DE EU RICHTLIJN INDUSTRIËLE EMISSIES De emissies van industriële bedrijven (SOx, NOx CO, Stof, Ni, V) zijn sinds lange tijd aan reglementering onderworpen. De overheid - zowel vanuit Europees initiatief als vanuit nationaal en regionaal initiatief - heeft referenties bepaald. Referenties zoals de Best Beschikbare technieken, Equivalente Emissie Niveaus, parameters en technische maatregelen, vormen een strak kader maar ook een gelijker speelveld binnen Europa. Raffinaderijen in België leveren sinds lange tijd al inspanningen voor het verminderen van emissies en het verbeteren van de luchtkwaliteit. Dit gebeurt onder andere binnen het kader van een globale aanpak van installaties met een zogenaamde emissie bubble, zoals opgezet door België / het Vlaams Gewest. Europa wil deze methode via de BAT Reference (BREF) voor raffinaderijen ook invoeren. Voor onze sector kan dit alleen als raffinaderijen een gelijk speelveld behouden op mondiaal gebied en niet alleen op Europees gebied. Voor de Belgische Petroleum Federatie (BPF) is het van belang dat de overheid deze evolutie plaatst in het traject van de Belgische raffinaderijen : algemeen wensen de raffinaderijen hun voorsprong te handhaven en tegelijk, op een ogenblik dat de raffinageactiviteit met serieuze moeilijkheden kampt, bijkomende maatregelen te vermijden. In oktober 2013 finaliseerde de overheid het standpunt over de BREF bubble voor lidstaat België en won hiervoor advies in bij enerzijds de raffinaderijen en anderzijds de BPF. De vier belangrijkste aandachtspunten van de raffinaderijen en de BPF zijn : z de introductie van een correctiefactor die het voordeel van de som van de maximum-toelaatbare emissieniveaus compenseert : de sector wenst deze zo dicht mogelijk bij de waarde 1 ; z de toedracht van de bubble naar de aard van de emissies die ten minste moet bevatten : SOx, NOx en stof ; z de toedracht van de bubble naar de eenheden van de site toe : process units (bv. Sulfur Recovery Unit ) moeten inbegrepen zijn ; z de exploitatiemodes erkennen : de voorgestelde methode dynamic bubble erkend deze realiteit niet. z een Europese bubble tekst die ruimte creëert ten opzichte van de reeds bestaande bubble van het Vlaams Gewest en die de gelegenheid geeft aan de raffinaderijen om hun inspanningen te richten op het aanpakken van het concurrentievermogen. p.13-2.e Competitiviteit van de petroleumsector

15 DE RICHTLIJN BETREFFENDE ENERGIE-EFFICIËNTIE Deze nieuwe richtlijn behandelt alle facetten van de energieketen en verplicht de lidstaten om maatregelen te nemen inzake energiebesparingen De richtlijn 2012/27/EG betreffende de energie-efficiëntie werd in oktober 2012 goedgekeurd en vervangt de vorige richtlijnen 2006/32/EG en 2004/8/EG betreffende de energiediensten en de stimulering van toepassingen betreffende warmtekrachtkoppeling. Deze richtlijn 2012/27/EG werd van kracht op 4 december 2012 en moet tegen 5 juni 2014 worden vertaald naar nationale en regionale regelgeving. De tekst van de richtlijn legt een gemeenschappelijk kader met maatregelen vast voor de bevordering van de energieefficiëntie binnen de Europese Unie, teneinde ervoor te zorgen dat de EU de kerndoelstelling van 20% meer energie-efficiëntie in 2020 behaalt en om de weg te effenen voor verdere verbeteringen van de energie-efficiëntie na die datum. Deze nieuwe richtlijn behandelt alle facetten van de energieketen (productie, transport, distributie, gebruik, informatie van verbruikers) en verplicht de lidstaten om maatregelen te nemen inzake energiebesparingen. De drie belangrijkste artikels van deze richtlijn die een impact hebben op de raffinagesector en op de petroleumsector als geheel zijn deze met betrekking tot de verplichtende maatregelen voor energie-efficiëntie (artikel 7), tot de invoering van energieaudits en energiebeheersystemen (artikel 8) en tot de bevordering van de warmtekrachtkoppeling en van verwarmings- en koelsystemen (artikel 14). De belangrijkste maatregel van artikel 7 van de richtlijn voorziet in een verplichte doelstelling van een vermindering met 1,5 % per jaar van alle energieverkopen uitgevoerd door de energiedistributeurs en/of de detailhandelaars in energie. De BPF vraagt dat : z in overleg met de petroleumsector, de richtlijn 2012/27/EG in de mate van het mogelijke op een geharmoniseerde manier zal worden omgezet door de drie regio s, met het oog op een optimalisatie van de kosten voor de implementatie van eventuele nieuwe maatregelen om de doelstellingen van energiebesparingen te realiseren. z de bijkomende kosten die het gevolg zouden zijn van de nieuwe wettelijke verplichtingen (zoals de implementatie van verplichtingen op het vlak van energie-efficiëntie) integraal worden opgenomen in de maximumprijsstructuur van de desbetreffende petroleumproducten (door middel van aanpassing van de Programmaovereenkomst in overleg met de federale overheid). z de regio s overwegen om andere beleidsmaatregelen in te voeren als alternatief voor de invoering van verplichtingen op het vlak van energie-efficiëntie (met name het bestaande beleid op regionaal niveau teneinde het rationeel energieverbruik te stimuleren) zodat de gewenste energiebesparingen bij de eindconsumenten kunnen worden gerealiseerd (zoals toegestaan in artikel 7 9 van de richtlijn). z alle energieleveranciers (zowel van elektriciteit, gas of huisbrandolie) worden behandeld op basis van identieke regels, van toepassing op al deze leveranciers, teneinde een gemeenschappelijk kader te creëren voor het aanmoedigen van energie-efficiëntie. z de omzetting van richtlijn 2012/27/EG geen nieuwe verplichtingen oplegt aan Belgische energie-intensieve bedrijven, met in het bijzonder aan de petroleumraffinaderijen die de energiebeleidsovereenkomst ondertekenden. Deze bedrijven, die worden geconfronteerd met hoge energiekosten en met de uitvoeringsbepalingen van de richtlijnen Industriële Emissies en Emissiehandelssyteem zijn al onderworpen aan strenge verplichtingen op het vlak van energie-efficiëntie. (zie specifieke fiches Omzetting van de EU-richtlijn Industriële Emissies en De raffinaderijen en het emissiehandelssysteem ) z de grote bedrijven die energiebeheersystemen implementeren die beantwoorden aan de gepaste Europese normen, worden vrijgesteld van de vereisten op het vlak van energieaudits, vermeld in de richtlijn. z op het vlak van de promotie van warmtekrachtkoppeling en van verwarmingssystemen geen strikte regels worden opgelegd. Het is van cruciaal belang dat de industrie zelf beslissingen over haar toekomstige investeringen kan blijven nemen op basis van technische, economische en financiële criteria, rekening houdend met de specifieke kenmerken van elke industriële site. p.14-2.f Competitiviteit van de petroleumsector

16 DE RAFFINADERIJEN EN HET EMISSIEHANDELSSYTEEM Raffinage is een energie-intensieve industriële activiteit en is uitermate blootgesteld aan internationale competitie Voor de industriële sector en de energie-intensieve bedrijven in het bijzonder worden de emissies die verband houden met broeikasgassen niet geregeld door strakke emissiegrenswaarden maar separaat behandeld via een emissiehandelssysteem ETS, zoals opgezet door de Europese Commissie. Het marktmechanisme van het ETS heeft ertoe geleid dat de prijs van de rechten anders zijn dan de Europese Commissie zich destijds had voorgenomen om de broeikasgasemissies te beïnvloeden. De Europese Commissie heeft daarvoor een aantal interventies op de ETS markt voorzien om deze te herstellen. De Belgische Petroleum Federatie (BPF) beschouwt dat - ondanks deze marktinterventies - de Europese ETS de meest kosteffectieve maatregel is om emissies van broeikasgassen te reduceren, voor zover dit binnen de context van een internationale overeenkomst gebeurt. Raffinage is een energie-intensieve industriële activiteit en is uitermate blootgesteld aan internationale competitie. De sector heeft dus behoefte aan maatregelen met zekerheid over hun continuïteit en die de competitiviteit niet aantasten maar deze desgevallend herstellen. Zolang buiten Europa geen gelijkaardige maatregelen getroffen worden om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, dreigen onze Europese ETS bedrijven opgezadeld te worden met een competitief nadeel ten opzichte van hun niet-europese concurrenten die geen emissierechten dienen aan te kopen. Dit zou als gevolg hebben dat de productie buiten Europa stijgt, en dat dus de ermee gepaard gaande CO 2 uitstoot wordt verplaatst. Dit fenomeen is ondertussen bekend als de koolstoflek (carbon leakage). In de huidige economische context heeft de sector meer dan ooit behoefte aan bescherming tegen effecten van koolstoflek. Daarenboven pleit de BPF eveneens voor een erkenning van zijn geleverde inspanningen. De vraag is ook dat lidstaten erop nagaan dat de Commissie werk maakt van zijn intentie om een beter evenwicht te scheppen tussen competitiviteit, bevoorradingszekerheid en de duurzaamheidsaspecten van de beleidspolitiek voor klimaat en energie. zcontinuïteit van het bestaande emissiehandelssysteem ETS teneinde huidige en toekomstige investeringen niet in de weg te staan. zhet effect en het risico van koolstoflek voldoende te erkennen en bijgevolg hiervoor compenserende maatregelen te nemen. p.15-2.g Competitiviteit van de petroleumsector

17 BIOBRANDSTOFFEN Biobrandstoffen moeten duurzaam zijn, niet enkel vanuit milieustandpunt, maar ook op economisch en op sociaal vlak De Europese Unie verlangt dat tegen 2020, 10% van de energie voor de transportsector afkomstig is van hernieuwbare bronnen. Biobrandstoffen zijn een manier om deze doelstelling te bereiken. Ze moeten echter duurzaam zijn, niet enkel vanuit milieustandpunt, maar ook op economisch en op sociaal vlak. De productie van biobrandstoffen op basis van voedingsgewassen gaat vaak rechtstreeks de concurrentie aan met de voedselketen. Nieuwe landbouwgronden worden ontgonnen ten koste van beboste gebieden en de ontbossing ligt aan de basis van bijkomende emissies van broeikasgassen. Deze landbouwpraktijken, die gekend staan onder de naam Indirect land Use Change (ILUC), doen de verwachte vermindering van de CO 2 uitstoot door biobrandstoffen geheel of gedeeltelijk teniet. De Europese Commissie heeft voorstellen geformuleerd om rekening te houden met de zogenaamde ILUC in de Europese richtlijnen betreffende hernieuwbare energieën en betreffende de brandstofkwaliteit. z de inperking van het gebruik van biobrandstoffen van de eerste generatie, afkomstig van voedingsgewassen. z dat realistische en niet-tegenstrijdige doelstellingen worden geformuleerd voor het gebruik van geavanceerde biobrandstoffen (tweede generatie): deze biobrandstoffen moeten rendabel en in voldoende hoeveelheden beschikbaar zijn, wat momenteel niet het geval is (zie bijvoorbeeld de studies en rapporten van het Joint Research Centre van de Europese Commissie). z aanmoediging van het gebruik van geavanceerde biobrandstoffen door middel van de invoering van verschillende telmechanismen voor dit type biobrandstoffen. z samenhang tussen de regelgevingen betreffende de verplichte percentages van het op de markt brengen van biobrandstoffen en de verwachte percentages die in mindering kunnen worden gebracht voor de afgenomen CO 2 uitstoot van motorbrandstoffen. z de uitschakeling van iedere vorm van fiscale stimuli en van quota s voor biobrandstoffen die worden toegekend aan een beperkt aantal producenten van biobrandstoffen. z dat alle bijkomende kosten die voortvloeien uit de verplichtingen om biocomponenten op de markt te brengen, worden weerspiegeld in de maximumprijsstructuur van benzines en diesel. z eenvoudige, transparante en doeltreffende toepassingsmodaliteiten van de Belgische regelgeving betreffende de biobrandstoffen (wet van 17 juli 2013), die strikt beantwoorden aan de Europese richtlijnen 2009/28/EG inzake de hernieuwbare energiebronnen en 2009/30/EG betreffende de brandstofkwaliteit, waarbij de Belgische oliehandelaars niet in een ongunstige concurrentiepositie worden gedwongen ten opzichte van hun Europese concurrenten. (zie specifieke fiche Richtlijn betreffende de brandstofkwaliteit ) p.16-3.a Energiebeleid

18 INFRASTRUCTUREN VOOR ALTERNATIEVE MOTORBRANDSTOFFEN EN VOERTUIGEN Petroleum zal nog decennialang de meest gebruikte bron blijven voor de mobiliteit De Europese Commissie publiceerde een stappenplan met als titel Stappenplan voor een interne Europese vervoersruimte - werken aan een concurrerend en zuinig vervoerssysteem. Dit stappenplan roept op een einde te maken aan de afhankelijkheid van petroleum voor transport. De Europese overheid is van mening dat deze doelstelling dient te worden gerealiseerd met behulp van politieke initiatieven op het niveau van de lidstaten, met name het uitwerken van een strategie om vervangingsbrandstoffen en de bijhorende infrastructuur ter beschikking te stellen. Momenteel werden elektriciteit, waterstof, biobrandstoffen, aardgas en vloeibaar petroleumgas (LPG) aangeduid als zijnde dé voornaamste vervangingsbrandstoffen voor benzines en diesel. In haar meest ambitieuze scenario om de broeikasgassen te verminderen, gaat het Internationaal Energie Agentschap ervan uit dat petroleum in Europa in 2035 nog 70% zal vertegenwoordigen van energie voor transport. Petroleum zal nog decennialang de meest gebruikte bron blijven voor de mobiliteit. Zo zullen thermische voertuigen in grote mate blijven voorzien in onze mobiliteitsbehoeften tijdens de overgangsfase naar het gebruik van vervangingsbrandstoffen. De autoconstructeurs zullen de prestaties van deze thermische voertuigen aanzienlijk blijven verbeteren door het brandstofverbruik en de CO 2 uitstoot te beperken. De Belgische Petroleum Federatie (BPF) raadt aan om geen onomkeerbare verbintenissen aan te gaan betreffende technologieën die nog niet volgroeid zijn, teneinde zo de nodige flexibiliteit te bieden zich te kunnen aanpassen aan de mobiliteitsvormen die in de toekomst zullen ontstaan. De BPF vraagt dat : z het principe van technologieneutraliteit wordt gerespecteerd en dat het gebruik van een bepaalde technologie niet wordt bevoordeeld ten nadele van een andere. Anders gezegd : de beleidsinitiatieven moeten ervoor zorgen dat alle beschikbare technologieën dezelfde erkenning krijgen, zodat uiteindelijk de beste alternatieven overblijven (bepaalde alternatieven die momenteel verplicht worden, blijken veel minder belovend te zijn dan verhoopt, zowel vanuit milieuoogpunt als op economisch vlak ; ref. de ervaring op het vlak van biobrandstoffen van de eerste generatie). z geen verplichtingen worden opgelegd voor de ontwikkeling van infrastructuren die alternatieve motorbrandstoffen leveren (bijvoorbeeld elektrische laadpalen, tankstations voor aardgas, LPG of waterstof,.). Men kan alternatieve motorbrandstoffen en voertuigen voor dewelke de kosten-batenverhouding afhankelijk blijft van de manier waarop ze hun voertuig gebruiken, niet opleggen aan de consument. z alle soorten motorbrandstoffen op dezelfde manier worden behandeld op het vlak van accijnzen, btw en belastinginkomsten. p.17-3.b Energiebeleid

19 ENERGIE- EN MILIEUBELASTING Iedere nieuwe vorm van energiebelasting dient een gelijke behandeling van de verschillende energieproducten te verzekeren Bij iedere hervorming van de milieu- en energiebelasting dient men erop toe te zien dat de concurrentiekracht van de Belgische bedrijven die zijn blootgesteld aan hogere energieprijzen dan in de buurlanden, niet afneemt. Iedere nieuwe vorm van energiebelasting dient een gelijke behandeling van de verschillende energieproducten te waarborgen. Een progressieve harmonisering van de belastingen op benzines en diesel dient te worden geïmplementeerd. z dat de nieuwe fiscale bepalingen op energie of op CO 2 uitstoot niet vervroegd worden ingevoerd in België, maar wel binnen een Europees kader en dat dientengevolge geen nationale of regionale koolstoftaks wordt ingevoerd zonder een geharmoniseerde aanpak op Europees niveau. z de instandhouding van de bestaande vrijstellingen van accijnzen en van het principe van vrijstelling van alle vormen van koolstoftaks voor de industriële sectoren die onder het emissiehandelssysteem vallen (zoals voor de raffinaderijen en de petrochemische industrie). (zie specifieke fiche De raffinaderijen en het emissiehandelssysteem ) z een gelijke behandeling van alle energieën voor een specifiek gebruik. Een eventuele koolstoftaks dient bijgevolg te worden toegepast op álle energieproducten (olie, gas, kolen, elektriciteit, biomassa) voor een gegeven gebruik (particulier en commercieel transport, woningen, landbouw, industrie). z de gelijkschakeling van accijnzen op benzines en op diesel. Hierin dient men rekening te houden met de pompprijzen in België en diegene van de buurlanden, zodat ieder risico op een daling van de globale belastinginkomsten ten gevolge van een daling van de verkochte volumes aan de tankstations in de grensregio s enerzijds en aan het transitvervoer anderzijds, wordt vermeden. Bijgevolg is het aan te raden om te kiezen voor een accijnsdaling op benzines eerder dan een accijnsverhoging op diesel. z dat iedere vorm van fiscale stimuli op biobrandstoffen wordt vermeden en dat de werkelijke kosten van de biocomponenten worden weerspiegeld in de structuur van de maximumprijzen voor benzines en diesel. z rekening wordt gehouden met de regionale initiatieven vooraleer men een nieuwe vorm van energiebelasting invoert op federaal niveau. Zo is de invoering op federaal niveau van een eventuele koolstoftaks op motorbrandstoffen of een kilometerheffing uit den boze omdat men rekening dient te houden met de regionale initiatieven op het vlak van belastingen op voertuigen ( gecumuleerde sancties door verschillende beleidsniveaus voor consumenten en voor bedrijven vermijden). p.18-3.c Energiebeleid

20 SCHALIEOLIE EN SCHALIEGAS Energie toegankelijk maken voor zoveel mogelijk mensen is een enorme uitdaging voor een wereld met een steeds toennemende energiebehoefte Teneinde de groei van onze economieën te waarborgen en tegelijkertijd betaalbare energie te kunnen leveren, dienen we alle mogelijke pistes te onderzoeken, met in het bijzonder diegene die gepaard gaan met de exploratie en de productie van schaliegas en schalieolie in Europa. De productie van schaliegas zou Europa aanzienlijke troeven opleveren zoals een verbetering van de energiebalans, een grotere bevoorradingszekerheid, een toenemende economische welvaart en de creatie van werkgelegenheid. Uit een studie die in november 2013 werd gepubliceerd door Pöyry Management Consulting & Cambridge Econometrics blijkt dat de ontwikkeling van schaliegas in Europa zou toelaten om de afhankelijkheidsgraad van de invoer van gas met 62% tot 78% terug te dringen, afhankelijk van de geplande scenario s (indien dit niet gebeurt, zou deze importafhankelijkheid 89% van de Europese vraag bedragen tegen 2035). De investeringen zouden kunnen oplopen tot 191 miljard euro tussen 2020 en 2050, wat zou leiden tot de creatie van tot jobs tegen 2035, en zelfs tot 1,1 miljoen banen tegen Terwijl de Europese petrochemie zich momenteel in een moeilijke economische situatie bevindt (met name omwille van stijgende energiekosten en grondstofprijzen), spreekt de Amerikaanse ervaring met schaliegas voor zich : 1,7 miljoen nieuwe banen op enkele jaren tijd, daling van de gasprijzen met een derde, herlocalisering van bepaalde industrieën naar Amerikaans grondgebied en een gewaarborgde energieonafhankelijkheid in de nabije toekomst. De BPF vraagt dat : z de petroleummaatschappijen de kans krijgen om aan te tonen dat de ontginning van koolwaterstoffen uit schaliegesteente op een gecontroleerde en milieuvriendelijke manier kan gebeuren en dit in een open dialoog met de overheid, de verkozenen en de lokale bevolking. z rekening wordt gehouden met het feit dat Europa door de decennialange exploitatie en productie van gas reeds degelijk uitgewerkte reglementeringen heeft, zowel op het vlak van het toekennen van vergunningen als op het vlak van milieubeschermende maatregelen. z men in de huidige debatten over de energietoekomst van Europa rekening houdt met het potentieel van schalieolie en schaliegas en dat men alle economische voordelen van de ontwikkeling van nationale en Europese grondstoffen evalueert (betalingsbalans, tewerkstelling en concurrentiekracht, gevolgen voor de toekomst van de chemische en de petrochemische industrie). z men geen afwachtende houding aanneemt op het vlak van de ontwikkeling van koolwaterstoffen uit schaliegesteente, aangezien de petrochemie een sleutelsector is, bepalend voor de economische welvaart van een regio of een land. p.19-3.d Energiebeleid

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018 Milieu-actualiteit NON-ETS 3 mei 2018 Europees beleid NON-ETS sectoren (effort sharing regulation) Welke doelstellingen 2021-2030? Europese doelstellingen 2030 (tov 2005) - 40 % BKG emissies - 30 % voor

Nadere informatie

Energiedossiers tijdens het Italiaanse voorzitterschap

Energiedossiers tijdens het Italiaanse voorzitterschap Energiedossiers tijdens het Italiaanse voorzitterschap Jan Haers 2 juli 2014 Vleva en SAR-Minaraad Overzicht Energiebeleid op Europese Raad Tijdens het Griekse voorzitterschap Prioriteiten van het Italiaanse

Nadere informatie

Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid

Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid Lieven Van Lieshout Econext 8 april 203 Uitdagingen van het energiebeleid Bron: IEA, WEO 202 2 Uitdagingen van het energiebeleid Bron : EC, Impact

Nadere informatie

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap Jan Haers 07.02.2014 Vleva en SAR-Minaraad Overzicht ILUC 2030 klimaat-energiekader Mededeling over energieprijzen en kosten Mededeling over overheidsinterventie

Nadere informatie

Kerncijfers BELGISCHE PETROLEUM FEDERATIE

Kerncijfers BELGISCHE PETROLEUM FEDERATIE 2018 Kerncijfers BELGISCHE PETROLEUM FEDERATIE DE INTERNATIONALE CONTEXT 1. Prijs van de aardolie (Brent) in $/vat en in /vat 5 2. Prijs van de aardolie in constante euro en in lopende euro 5 3. Aardolie

Nadere informatie

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen - De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn l - Uitdagingen & oplossingen - DG Energie 22 juni 2011 ENERGIEVOORZIENING NOG AFHANKELIJKER VAN IMPORT Te verwachten scenario gebaseerd op cijfers in 2009 in % OLIE

Nadere informatie

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 216 Samenvatting EINDVERSIE - OKTOBER 218 1. Samenvatting van de energiebalans 216 Elk jaar stelt Leefmilieu Brussel de energiebalans van het Brussels

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie 9.12.2015 A8-0341/45 45 Overweging H H. overwegende dat klimaatverandering, niet-concurrerende energieprijzen en de bijzonder grote afhankelijkheid van onbetrouwbare leveranciers uit derde landen een bedreiging

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie juridische zaken 15.6.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN (51/2011) Betreft : Met redenen omkleed advies van de Nationale Vergadering van de Republiek Bulgarije over het

Nadere informatie

Kernenergie in de Belgische energiemix

Kernenergie in de Belgische energiemix Kernenergie in de Belgische energiemix 1. Bevoorradingszekerheid De energie-afhankelijkheid van België is hoger dan het Europees gemiddelde. Zo bedroeg het percentage energie-afhankelijkheid van België

Nadere informatie

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2013 20% 80% 60% 40%

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2013 20% 80% 60% 40% ENERGIE- OBSERVATORIUM Kerncijfers 2013 20% 80% 60% 40% Deze brochure wordt gepubliceerd met als doel door een efficiënt en doelgericht gebruik van de statistische gegevens, van marktgegevens, van de databank

Nadere informatie

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor 22 Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie Overzicht Lange termijn visie en doelstellingen 22 Het EU pakket voor 22 Gevolgen van het pakket Lange

Nadere informatie

DE ROL VAN GAS EN GASINFRASTRUCTUUR IN EEN DUURZAME LEEFOMGEVING. Samen naar een duurzame, betrouwbare en competitieve energiemix

DE ROL VAN GAS EN GASINFRASTRUCTUUR IN EEN DUURZAME LEEFOMGEVING. Samen naar een duurzame, betrouwbare en competitieve energiemix DE ROL VAN GAS EN GASINFRASTRUCTUUR IN EEN DUURZAME LEEFOMGEVING Samen naar een duurzame, betrouwbare en competitieve energiemix DE BELGISCHE ENERGIE- UITDAGING 2 De doelstellingen van het interfederale

Nadere informatie

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N Handelspraktijken Voorv. Prod. A03 Brussel, 23.09.2008 MH/AB/LC A D V I E S over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT TOT OMZETTING VAN DE RICHTLIJN 2007/45/EG

Nadere informatie

Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. Advies benzine en diesel

Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. Advies benzine en diesel Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling - over het ontwerp-kb tot vervanging van het KB van 26 september 1997 betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van benzines voor motorvoertuigen;

Nadere informatie

Overzicht en perspectieven voor een duurzame ontwikkeling van asfalt in een economie in voortdurende verandering. Wim Teugels Nynas N.V.

Overzicht en perspectieven voor een duurzame ontwikkeling van asfalt in een economie in voortdurende verandering. Wim Teugels Nynas N.V. Overzicht en perspectieven voor een duurzame ontwikkeling van asfalt in een economie in voortdurende verandering Wim Teugels Nynas N.V. Een economie in beweging In een tijdspanne van 2 jaar is de olie

Nadere informatie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie Biomassa Pilaar in de energietransitie en Uitgangspunt voor de biobased economie Klimaatverandering: onze uitdaging Onze opdracht om er snel en écht iets aan te gaan doen Overeenstemming: er moet wat gebeuren!

Nadere informatie

Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol?

Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol? Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol? Dr. Jos Delbeke, DG Klimaat Actie, Europese Commissie, Universiteit Hasselt, 25/2/2014 Overzicht 1. Klimaat en energie: waar

Nadere informatie

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 4 februari 2011 Inhoud 1 I. Waarom energiebeleid ertoe doet II. Waarom

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0288(COD) 10.4.2013. van de Commissie vervoer en toerisme

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0288(COD) 10.4.2013. van de Commissie vervoer en toerisme EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie vervoer en toerisme 10.4.2013 2012/0288(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie vervoer en toerisme aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Nadere informatie

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2010 60%

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2010 60% ENERGIE- OBSERVATORIUM Kerncijfers 2010 20% 80% 60% 40% Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Vooruitgangstraat 50 1210 BRUSSEL Ondernemingsnr.: 0314.595.348 http://economie.fgov.be

Nadere informatie

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over

ADVIES AR ALGEMENE RAAD COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS. over Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas Nijverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel. : 02/289.76.11 Fax : 02/289.76.09 COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS ALGEMENE

Nadere informatie

FOSSIELE BRANDSTOFFEN

FOSSIELE BRANDSTOFFEN FOSSIELE BRANDSTOFFEN De toekomst van fossiele energiebronnen W.J. Lenstra Inleiding Fossiele energiebronnen hebben sinds het begin van de industriele revolutie een doorslaggevende rol gespeeld in onze

Nadere informatie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2103(INI) Ontwerpadvies Lena Kolarska-Bobińska (PE496.

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2103(INI) Ontwerpadvies Lena Kolarska-Bobińska (PE496. EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie regionale ontwikkeling 17.10.2012 2012/2103(INI) AMENDEMENTEN 1-21 Lena Kolarska-Bobińska (PE496.464v01-00) inzake het Stappenplan Energie 2050 - een toekomst met

Nadere informatie

Toelichting EU ETS herziening

Toelichting EU ETS herziening Toelichting EU ETS herziening Maandag 24 oktober 2016 CCIM stakeholder meeting Inhoud Context van huidige ETS herziening Stand van zaken Bespreking in Raad (en BE positie) Stand van zaken Bespreking in

Nadere informatie

Advies. Omzetting EU-richtlijn hernieuwbare energie. Brussel, SERV, 26 januari 2011 Brussel, Minaraad, 3 februari 2011

Advies. Omzetting EU-richtlijn hernieuwbare energie. Brussel, SERV, 26 januari 2011 Brussel, Minaraad, 3 februari 2011 Advies Omzetting EU-richtlijn hernieuwbare energie Brussel, SERV, 26 januari 2011 Brussel, Minaraad, 3 februari 2011 11-10 advies hernieuwbare EU-richtlijn Sociaal-Economische raad van Vlaanderen Wetstraat

Nadere informatie

Inbreng VEMW Open consultatie RLi Energieadvies 2050

Inbreng VEMW Open consultatie RLi Energieadvies 2050 Woerden, 29 mei 2015 Inbreng VEMW Open consultatie RLi Energieadvies 2050 Visie VEMW VEMW behartigt de belangen van de zakelijke energie- en watergebruikers in Nederland. Nederland kent al decennia een

Nadere informatie

Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden

Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden Titel: Subtitel: Een win-win situatie Vlaamse Kyoto-doelstelling komt

Nadere informatie

BELEIDSNOTA 2008 VAN FEBEG

BELEIDSNOTA 2008 VAN FEBEG 20.02.2008 BELEIDSNOTA 2008 VAN FEBEG Met de nieuwe organisatie van de beroepsverenigingen van de sector vertegenwoordigt FEBEG nu enkel producenten en leveranciers van elektriciteit en gas die in België

Nadere informatie

betreffende de problematiek van de hoge brandstofprijzen

betreffende de problematiek van de hoge brandstofprijzen stuk ingediend op 1231 (2010-2011) Nr. 1 8 juli 2011 (2010-2011) Voorstel van resolutie van mevrouw Marijke Dillen, de heren Filip Dewinter, Jan Penris, Johan Deckmyn en Wim Wienen en mevrouw Marleen Van

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

1. Hoe is de productie voor bio-energiedoeleinden sinds 2013 jaarlijks geëvolueerd?

1. Hoe is de productie voor bio-energiedoeleinden sinds 2013 jaarlijks geëvolueerd? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 136 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 20 januari 2016 aan ANNEMIE TURTELBOOM VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Europees

Nadere informatie

Het nieuwe Europese Klimaatplan voor 2030 #EU2030 YVON SLINGENBERG DG CLIMATE ACTION

Het nieuwe Europese Klimaatplan voor 2030 #EU2030 YVON SLINGENBERG DG CLIMATE ACTION Het nieuwe Europese Klimaatplan voor 2030 #EU2030 YVON SLINGENBERG DG CLIMATE ACTION Overzicht 1. Klimaat en energie: waar zijn we? 2. Waarom een nieuw raamwerk voor 2030? 3. Belangrijkste elementen 2030

Nadere informatie

Beslissing van de Europese Raad over het 2030 klimaat-energiekader

Beslissing van de Europese Raad over het 2030 klimaat-energiekader Beslissing van de Europese Raad over het 2030 klimaat-energiekader Toelichting CCIM Stakeholder meeting Fre Maes FOD VVVL, piloot 2030 CCIM-CCPIE Jan Haers LNE & Vlaams Energieattaché, piloot 2030 ENOVER-CONCERE

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE. betreffende de verzoening van de behoeften aan energie en aan zuivere lucht in onze maatschappij

VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE. betreffende de verzoening van de behoeften aan energie en aan zuivere lucht in onze maatschappij VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE betreffde de verzoing van de behoeft aan ergie aan zuivere lucht in onze maatschappij Het Vlaams Parlemt, gelet op de Verkningsnota voor het ergiedebat in het Vlaams Parlemt,

Nadere informatie

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie

Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie Fiche 6: Mededeling Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Een snellere overgang van Europa naar een koolstofarme economie; mededeling bij

Nadere informatie

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers % 80% 60% 40%

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers % 80% 60% 40% ENERGIE- OBSERVATORIUM Kerncijfers 2012 20% 80% 60% 40% Deze brochure wordt gepubliceerd met als doel door een efficiënt en doelgericht gebruik van de statististische gegevens, van marktgegevens, van de

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming

EUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. Commissie interne markt en consumentenbescherming EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie interne markt en consumentenbescherming 9.11.2007 WERKDOCUMENT over het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn

Nadere informatie

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu Beleggen in de toekomst de kansen van beleggen in klimaat en milieu Angst voor de gevolgen? Stijging van de zeespiegel Hollandse Delta, 6 miljoen Randstedelingen op de vlucht. Bedreiging van het Eco-systeem

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 23 februari 2012 (02.03) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 6788/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0092 (C S) LIMITE

PUBLIC. Brussel, 23 februari 2012 (02.03) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 6788/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0092 (C S) LIMITE eil UE PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 23 februari 2012 (02.03) (OR. en) 6788/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0092 (C S) LIMITE FISC 25 E ER 65 E V 134 OTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap

Nadere informatie

Hoge energieprijzen. Mazout blijft een voordelige brandstof.

Hoge energieprijzen. Mazout blijft een voordelige brandstof. Hoge energieprijzen. Mazout blijft een voordelige brandstof. Dit document zal u helpen een beter inzicht te krijgen in de verbruikskosten, in een huishoudelijke omgeving, voor de verschillende energiebronnen.

Nadere informatie

STUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING Verklaring naar aanleiding van de beoordeling van de gevolgen voor het milieu

STUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING Verklaring naar aanleiding van de beoordeling van de gevolgen voor het milieu STUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING 2008-2017 Verklaring naar aanleiding van de beoordeling van de gevolgen voor het milieu De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame

Nadere informatie

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-20151016-212) Betreffende het voorontwerp van besluit tot wijziging van het besluit van de Regering van het

Nadere informatie

Alternatieve energiebronnen en gevolgen voor de haven Havendebat, 2 november 2017, Coby van der Linde

Alternatieve energiebronnen en gevolgen voor de haven Havendebat, 2 november 2017, Coby van der Linde Alternatieve energiebronnen en gevolgen voor de haven Havendebat, 2 november 2017, Coby van der Linde Plan De veranderingen in de internationale oliemarkten Gevolgen voor ARA, rol van energiehub Energietransitie,

Nadere informatie

EU ETS herziening post 2020. Standpunt van de elektriciteitssector. FEBEG. Silvie Myngheer. 30.09.2015 CCIM Stakeholders dialoog

EU ETS herziening post 2020. Standpunt van de elektriciteitssector. FEBEG. Silvie Myngheer. 30.09.2015 CCIM Stakeholders dialoog EU ETS herziening post 2020. Standpunt van de elektriciteitssector. FEBEG Silvie Myngheer 30.09.2015 CCIM Stakeholders dialoog Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven Fédération Belge

Nadere informatie

VR MED.0081/1

VR MED.0081/1 VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.6.2016 COM(2016) 395 final 2016/0184 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die is

Nadere informatie

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector R. Mortier Opwarming is een natuurlijk verschijnsel Probleem : evenwicht is verstoord

Nadere informatie

Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80)

Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80) MEMO/08/31 Brussel, 23 januari 2008 Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80) Waarom worden richtsnoeren milieusteun vastgesteld? Staatssteun moet aan bepaalde criteria

Nadere informatie

De farmaceutische sector in België :

De farmaceutische sector in België : FARMA CIJFERS 2015 De farmaceutische sector in België : Een hoeksteen van de Belgische economie, een laboratorium van hoop voor de patiënten De kerncijfers voor 2015 bevestigen de kracht van de farmaceutische

Nadere informatie

Marktaandeel van aardolie in de primaire energieconsumptie % 39,5 40,0 39,2 39,0 Invoer van ruwe aardolie kt 31.965 31.552 32.976 33.

Marktaandeel van aardolie in de primaire energieconsumptie % 39,5 40,0 39,2 39,0 Invoer van ruwe aardolie kt 31.965 31.552 32.976 33. Belgische Petroleum Federatie JAARVERSLAG 2009 Kerncijfers belgië KERNCIJFERS BELGIË 2005 2006 2007 2008 2009 (2) (1) Marktaandeel van aardolie in de primaire energieconsumptie % 39,5 40,0 39,2 39,0 Invoer

Nadere informatie

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2011 60%

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2011 60% ENERGIE- OBSERVATORIUM Kerncijfers 2011 20% 80% 60% 40% Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Vooruitgangstraat 50 1210 BRUSSEL Ondernemingsnr.: 0314.595.348 http://economie.fgov.be

Nadere informatie

Bevoorradingszekerheid

Bevoorradingszekerheid Bevoorradingszekerheid Commissies Bedrijfsleven en Binnenlandse Zaken van de Kamer van volksvertegenwoordigers 23.09.2014 23 september 2014 1 Meer over FEBEG Inhoud Niets nieuws onder de zon Veel partijen

Nadere informatie

Energietechnologieën

Energietechnologieën pagina 1/6 Wetenschappelijke Feiten Bron: over IEA (2008) Energietechnologieën Scenario s tot 2050 Samenvatting en details: GreenFacts Context - Het toenemende energiegebruik dat aan de huidige economische

Nadere informatie

Hernieuwbare energie in Brussel

Hernieuwbare energie in Brussel Hernieuwbare in Brussel Achtergrond en vooruitzichten Hernieuwbare in Brussel: welke opportuniteiten voor de bouwbedrijven? Afdeling Energie, Lucht, Klimaat en Duurzame gebouwen F. Cornille 19/10/2017

Nadere informatie

Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid

Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid Rondetafel Klimaat, 20/06/2016 Departement Landbouw en Visserij Inhoud (1) Waar wil Europa naartoe? (2) Waar staat Vlaanderen? Landbouw en visserij?

Nadere informatie

BIJLAGE Samenvatting klimaatbeleid industrie buurlanden

BIJLAGE Samenvatting klimaatbeleid industrie buurlanden BIJLAGE Samenvatting klimaatbeleid industrie buurlanden 1 2 INLEIDING Deze nota bevat een synthese van maatregelen uit het klimaatbeleid ten aanzien van de industrie in onze buurlanden. Maatregelen naar

Nadere informatie

DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE

DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE & DE VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN,

Nadere informatie

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten

Het Energiebeleid van komende jaren. dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten Het Energiebeleid van komende jaren dr.j.a. Vijlbrief DG Energie, Telecom en Markten Opbouw Ambities en hoofdlijnen Ontwikkelingen in het energieveld Keuzes van het kabinet Ambitie Regeerakkoord: 1. Minder

Nadere informatie

BioWanze De nieuwe generatie

BioWanze De nieuwe generatie BioWanze De nieuwe generatie BioWanze in het kort De grootste producent van bio-ethanol in België met een jaarlijkse capaciteit van maximum 300.000 m³ bio-ethanol. Het nieuwe generatie proces verzekert

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) 15528/02 ADD 1 ENER 315 CODEC 1640 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.2.2015 COM(2015) 80 final ANNEX 1 PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie 33 858 EU-voorstellen: Kader klimaat en energie 2030 COM (2014) 15, 20 en 21 Nr. 470 BRIEF

Nadere informatie

Vlaamse prioriteiten ETS herziening

Vlaamse prioriteiten ETS herziening Vlaamse prioriteiten ETS herziening Stijn Caekelbergh Beleidsmedewerker Klimaat Afdeling Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid Inhoud presentatie Hervorming EU ETS: robuuster prijssignaal Hervorming

Nadere informatie

Logistieke toepassingen van waterstof binnen Colruyt Group

Logistieke toepassingen van waterstof binnen Colruyt Group Logistieke toepassingen van waterstof binnen Colruyt Group Ludo Sweron 29 februari 2012 slide 1 Visie duurzaam ondernemen Colruyt Group Samen duurzaam meerwaarde creëren door waardengedreven vakmanschap

Nadere informatie

reating ENERGY PROGRESS

reating ENERGY PROGRESS reating ENERGY PROGRESS 2012 ENERGIE EN MILIEU: Opwarming van de aarde: Drastische vermindering CO 2 -uitstoot Energie: De energiekosten fluctueren sterk en zullen alleen maar stijgen Behoud van het milieu

Nadere informatie

N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS ADVIES. over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR

N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS ADVIES. over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS 799-2018 ADVIES over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR (goedgekeurd door het bureau op 15 oktober 2018, bekrachtigd door de algemene

Nadere informatie

CO2-voetafdruk van beleggingen

CO2-voetafdruk van beleggingen CO2-voetafdruk van beleggingen Waarom meet ACTIAM de CO 2 -voetafdruk van haar beleggingen? Klimaatverandering is één van de grootste uitdagingen van de komende decennia. Daarom steunt ACTIAM het klimaatakkoord

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.3.2016 COM(2016) 62 final 2016/0036 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2313 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Memorandum Europese verkiezingen 26 mei 2019 VOOR EEN EUROPA VAN RESULTATEN

Memorandum Europese verkiezingen 26 mei 2019 VOOR EEN EUROPA VAN RESULTATEN Memorandum Europese verkiezingen 26 mei 2019 VOOR EEN EUROPA VAN RESULTATEN NOOD AAN EUROPA De wereld verandert en onze European way of life staat onder druk van interne en externe uitdagingen die vaak

Nadere informatie

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019 ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED Maart 2019 Inleiding De concentratie van industrie in de Rotterdamse haven is een goede uitgangspositie voor het doen slagen van de energietransitie:

Nadere informatie

Geachte commissarissen, leden van het Europees Parlement, collega s,

Geachte commissarissen, leden van het Europees Parlement, collega s, Speech door staatssecretaris Dijksma van Milieu op de Klimaatsessie over burgerluchtvaart en zeescheepvaart tijdens de gezamenlijke Informele Transport- en Milieuraad op 15 april 2016. Geachte commissarissen,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk ------ Advies nr. 17 van 16 oktober 1998 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit en een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

ESD 2030 Vlaams perspectief. Pieter-Willem Lemmens Dienst Klimaat bij Departement LNE

ESD 2030 Vlaams perspectief. Pieter-Willem Lemmens Dienst Klimaat bij Departement LNE ESD 2030 Vlaams perspectief Pieter-Willem Lemmens Dienst Klimaat bij Departement LNE Overzicht Context: EU doelstellingen voor 2030 Herziening ESD: een Vlaams/Belgisch perspectief De Vlaamse voorbereiding

Nadere informatie

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen MILIEUBAROMETER: INDICATORENFICHE ENERGIE 1/2 Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 Milieubarometer: Energieverbruik gemeentelijke gebouwen Indicatorgegevens Naam Definitie Meeteenheid Energieverbruik gemeentelijke

Nadere informatie

Impact op de Belgische gezondheidszorg

Impact op de Belgische gezondheidszorg EUROPESE UNIE EN GEZONDHEIDSZORG OSE-IZRI studiedag EU geneesmiddelenbeleid: toegankelijkheid of concurrentiepositie versterken? Impact op de Belgische gezondheidszorg Minne Casteels Katholieke Universiteit

Nadere informatie

100% groene energie. uit eigen land

100% groene energie. uit eigen land 100% groene energie uit eigen land Sepa green wil Nederland op een verantwoorde en transparante wijze van energie voorzien. Dit doen wij door gebruik te maken van duurzame energieopwekking van Nederlandse

Nadere informatie

Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven

Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven 31 maart 2011 Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven 1. Inleiding: samenstelling energiefactuur In de verbruiksfactuur van de energieleverancier zijn de kosten van verschillende marktspelers

Nadere informatie

Duurzame energie in balans

Duurzame energie in balans Duurzame energie in balans Duurzame energie produceren en leveren binnen Colruyt Group I. Globale energievraag staat onder druk II. Bewuste keuze van Colruyt Group III. Wat doet WE- Power? I. Globale energievraag

Nadere informatie

CIR-Isolatie Raad vzw

CIR-Isolatie Raad vzw 15 de ISOLATIEDAG energetisch renoveren bestaande gebouwen Georges Timmermans gti@skynet.be CIR-Isolatie Raad vzw koepel Belgische isolatiesector Duurzame Bouwsystemen 1 CIR-Isolatie Raad vzw jaarlijkse

Nadere informatie

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 30 maart

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 30 maart A D V I E S Nr. 1.598 ----------------------------- Zitting van vrijdag 30 maart 2007 ------------------------------------------ Koninklijk besluit tot vaststelling van de toekenningsmodaliteiten van de

Nadere informatie

Beschouwingen over de invoering van smart metering in Brussel

Beschouwingen over de invoering van smart metering in Brussel Compteurs évolués Beschouwingen over de invoering van smart metering in Brussel Michel Quicheron Seminarie BRUGEL 1 april 2009 01/04/2009 1 Samenvatting 1. De slimme meter (smart meter): definitie, wettelijke

Nadere informatie

Memorandum. Vlaamse verkiezingen 2019

Memorandum. Vlaamse verkiezingen 2019 Memorandum Vlaamse verkiezingen 2019 Missie: De VREG is de onafhankelijke autoriteit van de energiemarkt in Vlaanderen: we reguleren, controleren, informeren en adviseren. Visie: Het energiesysteem is

Nadere informatie

Perspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas

Perspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas Perspectief voor klimaat neutraal en hernieuwbaar gas Aardgas als transitiebrandstof of transitie van een brandstof? Marcel Weeda, ECN AkzoNobel Center, Amsterdam VEMW seminar, 22 april 2016 www.ecn.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 2.9, vijfde lid, van het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 2.9, vijfde lid, van het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2001 10 februari 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 25 januari 2012, nr. IenM/BSK-2012/6584

Nadere informatie

AMV/ /1 048/C. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur,

AMV/ /1 048/C. De Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, VLAAMSE REGERING AMV/0004896/1 048/C Besluit van de Vlaamse Minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking van artikel 5.20.2.2, 1, van titel 11 van het VLAREM,

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2017 SWD(2017) 479 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

Toelichting energie- en klimaatactieplan Ranst

Toelichting energie- en klimaatactieplan Ranst Toelichting energie- en klimaatactieplan Ranst Infomoment Ranst 23 september 2015 20u 1 Ranst timing 1. Voorstelling project aan schepencollege + goedkeuring: 12/2 2. werkgroep energie & klimaat: 19/3

Nadere informatie

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 22.4.2013 B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het

Nadere informatie

Persconferentie «Ecobouw stimuleren» 8 februari 2007 Toespraak van Evelyne Huytebroeck

Persconferentie «Ecobouw stimuleren» 8 februari 2007 Toespraak van Evelyne Huytebroeck Persconferentie «Ecobouw stimuleren» 8 februari 2007 Toespraak van Evelyne Huytebroeck De potentiële verbetering van de energie- en milieuprestaties van gebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is

Nadere informatie

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub

Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub Farmacijfers 2016 België, een groeiende farmahub 2016 in een oogopslag Groeiende en 1 2016 was opnieuw een bijzonder jaar voor de farmaceutische sector in België. Ons land versterkte haar positie als speler

Nadere informatie

(Bijlage 1 bij protocol 2012-II-4 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, 29 november 2012) d//reglem/thg_strat_nl

(Bijlage 1 bij protocol 2012-II-4 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, 29 november 2012) d//reglem/thg_strat_nl Strategie van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart voor het verminderen van het brandstofverbruik en van de uitstoot van broeikasgassen van de Rijnvaart (Bijlage 1 bij protocol 2012-II-4 van de Centrale

Nadere informatie

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES. over N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS 717-2014 ADVIES over EEN ONTWERP VAN WET INZAKE HET STATUUT VAN EN HET TOEZICHT OP DE ONAFHANKELIJK FINANCIËLE PLANNERS EN INZAKE HET VERSTREKKEN

Nadere informatie