4 Differentiatie: stand van zaken loonvorming

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "4 Differentiatie: stand van zaken loonvorming"

Transcriptie

1 4 Differentiatie: stand van zaken loonvorming 4.1 Inleiding Thematiek Dit hoofdstuk onderzoekt de stand van zaken met betrekking tot loondifferentiatie in Nederland. Daarbij zijn twee vragen aan de orde: Hoe verhouden zich de generieke looncomponenten tot de looncomponenten die per werknemer kunnen verschillen, zoals toeslagen, bevorderingen en bijzondere beloningen? In welke richting (opleiding, functie, sector) treden loonverschillen tussen werknemers op? Als eerste verkent paragraaf 4.2 de betekenis van de ontwikkeling van de incidentele lonen en de flexibele beloning voor de totale loonontwikkeling. Paragraaf 4.3 gaat in op de loondifferentiatie naar opleidings-, beroeps- en functieniveau. Paragraaf 4.4 behandelt de sectorale loondifferentiatie. Paragraaf 4.5 zet de belangrijkste bevindingen op een rijtje. Algemeen beeld Als voor het zogeheten komers-en-gaanderseffect wordt gecorrigeerd, blijkt dat de incidentele loonontwikkeling van substantiële betekenis is voor zittende werknemers. Aangezien de incidentele loonontwikkeling wordt beïnvloed door factoren die per werknemer verschillend kunnen zijn, is dit direct relevant voor de mate van loondifferentiatie. Bijna driekwart van het aantal cao s bevat afspraken over flexibele beloning. Het betreft hierbij meestal eenmalige en structurele uitkeringen zoals jaarlijkse gratificaties en de dertiende maand. De laatste jaren is er echter sprake van een sterke groei van het aantal resultaatafhankelijke uitkeringen, zoals winstdeling en prestatiebeloning. Omdat het brutoloon nog steeds voor het grootste gedeelte bestaat uit het functieloon, is de macro-economische betekenis van deze ontwikkeling vooralsnog bescheiden. De spreiding van de lonen naar opleidingsniveau is in de periode toegenomen. De gemiddelde loonstijging neemt toe met het opleidingsniveau. Verder studeren loont steeds meer. De laagste schaalbedragen in cao s liggen nu praktisch op het niveau van het wettelijk minimumloon. Er is sprake van een structureel sectoraal looneffect. Ook gecorrigeerd voor de achtergrondkenmerken van de daar werkzame werknemers, betalen sommige sectoren consequent hogere lonen dan andere. Dit sectorale effect is redelijk constant en hangt onder meer samen met de winstgevendheid tussen sectoren. Vergeleken met de VS, waar de 39

2 loonvorming geheel decentraal verloopt, is het sectorale looneffect in Nederland relatief gering. 4.2 Incidentele lonen en flexibele beloningsvormen Inleiding De incidentele loonontwikkeling is van direct belang voor de mate van loondifferentiatie. De incidentele loonontwikkeling wordt immers bepaald door factoren die per werknemer verschillend kunnen zijn, zoals bevorderingen, individuele toeslagen en bijzondere beloningen. Daarnaast is de incidentele loonontwikkeling indirect van belang voor de mate van loondifferentiatie vanwege de koppeling van het wettelijk minimumloon aan de contractloonstijging. Hierdoor neemt bij een positieve incidentele loonontwikkeling het verschil tussen de gemiddelde brutoloonstijging en het minimumloon toe. In deze paragraaf wordt eerst een overzicht gegeven van de ontwikkeling van het incidenteel loon. Daarna wordt ingegaan op flexibele beloningsvormen als een van de bronnen van de incidentele loonontwikkeling Ontwikkeling incidentele lonen Definities incidenteel loon De incidentele loonstijging wordt berekend als het verschil tussen de brutoloonstijging en de generieke of initiële loonstijging. Het CBS en de Arbeidsinspectie, die beide onderzoek doen naar de incidentele loonstijging, hanteren daarbij overigens andere definities van de initiële loonstijging: Het CBS stelt het initiële loon gelijk aan de contractloonstijging. De Arbeidsinspectie hanteert een bredere definitie waarbij de initiële loonontwikkeling gelijk gesteld is aan de generieke, aan alle werknemers toegekende, loonontwikkeling. Dit impliceert dat ook werknemers die niet onder een cao vallen een initiële loonstijging kennen. De contractloonstijging bevat naast de verhoging van het functie- of basisloon ook mutaties in onvoorwaardelijke toeslagen en eenmalige uitkeringen. De Arbeidsinspectie rekent toeslagen en uitkeringen op jaarbasis niet tot de initiële loonontwikkeling. Dit leidt ertoe dat de contractloonstijging groter is dan de initiële loonstijging volgens de definitie van de Arbeidsinspectie. Bijgevolg is de incidentele loonontwikkeling volgens de definitie van de Arbeidsinspectie groter dan volgens de CBS-definitie (zie kader). 40

3 Verschillende berekeningswijzen incidenteel loon Arbeidsinspectie en CBS Bronnen voor het verloop van de incidentele loonontwikkeling in Nederland zijn het CBS en het arbeidsvoorwaardenonderzoek (AVO) van de Arbeidsinspectie. Deze bronnen hanteren verschillende definities. Het CBS berekent het incidenteel loon als het verschil tussen de brutoloonontwikkeling afkomstig uit de Enquête werkgelegenheid en lonen en de contractloonstijging. De Arbeidsinspectie berekent op basis van de loonadministratie van een representatieve steekproef van bedrijven het incidenteel loon door de brutoloonontwikkeling te verminderen met de initiële (of generieke, aan alle werknemers toegekende) loonontwikkeling. Aangezien de initiële loonontwikkeling volgens de Arbeidsinspectie lager is dan de contractloonstijging (zie hieronder), is het incidenteel loon volgens de definitie van de Arbeidsinspectie los van andere verschillen in definities en ramingsverschillen hoger dan volgens de definitie van het CBS. Volgens de Arbeidsinspectie bedroeg de initiële loonstijging in ,2 procent en de contractloonstijging 3,5 procent. Dit impliceert dat de incidentele loonstijging volgens de definitie van de Arbeidsinspectie 1,3 procentpunt (3,5-2,2) hoger ligt dan de incidentele loonstijging volgens de definitie van het CBS. De initiële loonstijging was in 2002 volgens de Arbeidsinspectie om drie redenen lager dan de contractloonstijging. In de gemiddelde initiële loonstijging is ook de initiële loonstijging voor nietcao ers opgenomen. Deze is lager dan de initiële loonstijging van cao ers. Loonsverhogingen van werknemers die niet onder een cao vallen, worden vaker individueel en op grond van specifieke bedrijfsomstandigheden bepaald. De contractloonstijging bevat naast een initiële of generieke component ook mutaties in (onvoorwaardelijke) toeslagen en eenmalige uitkeringen. Verschillen in de populatieafbakening: de contractloonstijging heeft betrekking op werknemers die vallen onder de 115 grootste cao s. Het AVO-onderzoek bevat ook werknemers die onder de overige cao s vallen. Ook zijn er verschillen in peil-/meetmomenten en steekproefeffecten. De Arbeidsinspectie vergelijkt het maandloon in oktober in twee opeenvolgende jaren. Het CBS berekent de uurloonstijging op basis van de gemiddelde maandloonstijging in een bepaald jaar. Bronnen: Voor het onderzoek van het CBS naar de incidentele loonontwikkeling zie bijv.: M. Zuiderwijk (2004) Incidentele loonontwikkeling van jaarlonen, , CBS (2004) Sociaal-economische trends, 1 e kwartaal 2004, pp Voor het onderzoek van de Arbeidsinspectie zie bijv.: P.M. Venema, A. Faas, J.A. Samdhan (2003) Arbeidsvoorwaardenontwikkeling in 2002: Een onderzoek naar de ontwikkelingen in de bruto-uurlonen en de extra uitkeringen, (AVO-onderzoek) Arbeidsinspectie kantoor Den Haag. Venema, [et al.], op.cit. (2003), voetnoot 20, p. 15 behandelt de afwijking van de initiële loonstijging van de contractloonstijging. 41

4 Betekenis en ontwikkeling incidenteel loon Volgens cijfers van het Centraal Planbureau wordt de brutoloonontwikkeling over langere perioden gemiddeld voor ongeveer driekwart bepaald door de groei van de contractlonen en voor een kwart door de groei van het incidentele loon. Zo stegen de brutolonen over de periode gemiddeld met 3,4 procent per jaar. Deze stijging was samengesteld uit 2,7 procent contractloonstijging en 0,7 procent stijging van het incidenteel loon. Deze macrocijfers voor de brutoloonontwikkeling worden beïnvloed door het zogeheten komers-en-gaanderseffect. Dit heeft betrekking op het beloningsverschil tussen de instroom en de uitstroom van werknemers. De gemiddelde beloning van de instromers zal meestal lager zijn dan die van de veelal oudere uitstomers. Dit effect wordt versterkt als de instroom groter is dan de uitstroom en speelt dus in sterkere mate bij een groeiende werkgelegenheid. Het komers-en-gaanderseffect is per definitie negatief en matigt dus de brutoloonontwikkeling van alle werknemers. Omgekeerd leidt de correctie voor dit effect tot een hogere brutoloonontwikkeling en daarmee ook een hogere incidentele loonontwikkeling voor blijvers. Zowel de Arbeidsinspectie als het CBS presenteren cijfers voor de incidentele loonontwikkeling waarbij voor het komers-en-gaanderseffect is gecorrigeerd. De incidentele loonontwikkeling voor blijvers volgens de Arbeidsinspectie De samenstelling van de brutoloonontwikkeling in 2004 volgens de Arbeidsinspectie is weergegeven in tabel 4.1. Voor blijvers blijkt de incidentele loonontwikkeling in 2004 veel groter te zijn dan de initiële loonstijging. tabel 4.1 Opbouw van de mutatie van het gemiddelde bruto-uurloon 2004 volgens Arbeidsinspectie Componenten van de brutouurloonmutatie In procenten Bruto-uurloonmutatie 2,3 Komers-en-gaanderseffect -0,9 Brutouurloonmutatie blijvers w.v. 3,3 Initieel 0,7 Incidenteel, w.v. 2,6 Vast incidenteel 0,5 Variabel incidenteel 1,9 Overig incidenteel 0,2 Prijseffect Arbeidsduurmutaties -0,1 Bron: Arbeidsinspectie (P.M. Venema, A. Faas, J. Hoeben, J.A. Samadhan (2005) Arbeidsvoorwaardenontwikkeling in 2004: Een onderzoek naar de ontwikkeling van de bruto-uurlonen en extra uitkeringen, Den Haag, p. 25) Blijvers zijn gedefinieerd als werknemers die tussen de peildata van de jaarlijkse steekproef bij dezelfde werkgever in dienst waren. Het zogeheten blijvers incidenteel is onderverdeeld in drie componenten: Vast incidenteel: contractueel vastgelegde verhogingen van het functie- of basisloon die per werknemer kunnen verschillen, zoals periodieke leeftijd- of dienstjarenverhogingen. 42

5 Variabel incidenteel: verhogingen van het functie- of basisloon die per werknemer kunnen verschillen waarop de werkgever directe invloed heeft, zoals verhogingen op basis van inzet of promotie. Deze component blijkt het grootst te zijn. Overig incidenteel: veranderingen in overige, niet tot het functieloon behorende looncomponenten. Het prijseffect van arbeidsduurmutaties heeft betrekking op de effecten van arbeidsduurmutaties op de samenstelling van de steekproefpopulatie. Dit kan leiden tot een uurloonmutatie, zelfs als voor alle werknemers het uurloon gelijk blijft. Ook voor andere jaren blijkt de incidentele loonontwikkeling voor blijvende werknemers aanzienlijk te zijn, al zijn de verschillen tussen de incidentele loonstijging en de initiële loonstijging minder groot dan in Figuur 4.1 suggereert dat voor blijvers meer dan de helft van de loonstijging sinds 1992 bestaat uit incidentele componenten. Ook uit de CBS-cijfers blijkt dat de incidentele loonontwikkeling voor blijvers veel hoger is dan uit de macro-economische cijfers blijkt (figuur 4.2). Onder blijvers verstaat het CBS mensen die tussen de twee peildata op de arbeidsmarkt werkzaam bleven. Dit omvat dus ook baanwisselaars. Voor deze laatste groep presenteert het CBS ook aparte gegevens. figuur 4.1 Initiële en incidentele uurloonstijging van blijvers in het bedrijfsleven ( ) Bron: Arbeidsinspectie (Venema [et al.] (2005) Arbeidsvoorwaardenontwikkeling in 2004, op.cit., p. IV). 43

6 figuur 4.2 Incidentele uurloonontwikkeling naar arbeidsmarktstatus ( , gemiddelde per jaar) Bron: CBS Ontwikkeling en betekenis flexibele beloningsvormen Ontwikkeling flexibele beloningsvormen De incidentele loonontwikkeling is het gevolg van promoties naar een andere salarisschaal, individuele toeslagen en bijzondere beloningsvormen. In de voor- en najaarsrapportage cao-afspraken van de Arbeidsinspectie worden standaarddata verzameld over flexibele beloning. Hieronder wordt beloningsvormen verstaan die niet structureel doorwerken in de functieschalen: eenmalige uitkeringen, jaarlijkse gratificaties, dertiende maand, en geclausuleerde uitkeringen zoals winstdeling en prestatiebeloning. Tabel 4.2 geeft aan dat het aantal cao s met flexibele beloningsafspraken de laatste jaren flink is toegenomen. Het aantal cao s met een resultaatafhankelijke uitkering is daarbij het snelst gegroeid. tabel 4.2 Percentage cao s met afspraken over flexibele beloningsvormen ( ) Eenmalige en structurele uitkeringen Resultaatafhankelijke uitkeringen Totaal aantal met flexibele beloningsafspraken Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Voorjaarsrapportage cao-afspraken 2005, p. 17; Najaarsrapportage cao-afspraken 2005, p. 9). 44

7 Afspraken over flexibele beloningsvormen komen vaker voor in ondernemings-cao s (90 procent) dan in bedrijfstak-cao s (61 procent). Bij de eenmalige en structurele uitkeringen komen de eindejaarsuitkering en eenmalige uitkering het vaakst voor. Deze uitkeringen worden meegenomen bij de berekening van de contractloonstijging. De resultaatafhankelijke uitkeringen zoals prestatiebeloning en winstdeling vallen daarbuiten. Betekenis flexibele beloningsvormen Zoals verwacht, is de ontwikkeling van de flexibele beloningselementen veel grilliger dan het functieloon (ook wel basisloon genoemd). Gemiddeld stegen flexibele beloningselementen in de periode procent per jaar meer dan het functieloon 1. In 1999 was de groei van de flexibele beloningselementen zelfs 16 procent. De grotere stijging van de flexibele beloningssystemen heeft vooralsnog een geringe macro-economische betekenis: de bijdrage aan de macro-economische loonstijging bedroeg in de periode gemiddeld 0,1 procent per jaar. De achtergrond hiervan is dat de brutoloon-som voor het overgrote deel (90 procent) bestaat uit het functieloon. De flexibele beloningsvormen maakten in 1999 ongeveer 4 procent van de loonsom uit. De indruk bestaat dat het gewicht van de flexibele beloningsvormen in de totale brutoloonsom sinds 1999 niet wezenlijk is toegenomen Loondifferentiatie naar opleidings-, beroeps- en functieniveau Deze paragraaf gaat in op de loondifferentiatie naar opleidings-, beroeps- en functieniveau. Paragraaf behandelt de ontwikkeling van de loondifferentiatie naar opleidingsniveau. Paragrafen richt zich op het minimumloon Loonverschillen naar opleidingsniveau Loonstructuuronderzoek CBS Het loonstructuuronderzoek van het CBS presenteert gegevens over de bruto-uurloonontwikkeling van werknemers in relatie tot hun beroeps- en opleidingsniveau 3. Deze twee niveaus blijken nauw met elkaar samen te hangen. In 2002 had 80 procent van de werk- 1 Zie: CPB (2001) Centraal Economisch Plan 2001, Den Haag, p Deze indruk is gebaseerd op de volgende overwegingen. Ten eerste is het aandeel van het basisloon in het brutouurloon tussen 1999 en 2004 constant gebleven op 97 procent. Ten tweede is het bedrag aan eenmalige jaarlijkse uitkeringen (al dan niet winstafhankelijk) als percentage van het brutojaarloon exclusief extra uitkeringen van alle werknemers tussen 1999 en 2004 licht gestegen van 0,6% tot 1,8%. Het is dus nog steeds klein. Zie I.M.J. Pieters, P.M. Venema (1999) Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 1999, Den Haag, Arbeidsinspectie Den Haag, pp. 9 en 28; P.M. Venema, A. Faas, J. Hoeben, J.A. Samadhan (2005) Arbeidsvoorwaardenontwikkeling in 2004, op.cit., pp. 6 en Zie: W. Advocaat, J. van Cruchten, J. Gouweleeuw, E. Schulte Nordholt, W. Weltens (2005) Loon naar beroep en opleidingsniveau: het Loonsstructuuronderzoek 2002, CBS Sociaal-economische trends, 2 e kwartaal 2005, pp ; A. Corpeleijn (2005) Ontwikkeling van beloningsverhoudingen, , CBS Sociaal-economische trends, 2 e kwartaal 2005, pp

8 nemers met hogere opleiding ook een hoog beroepsniveau. De samenloop tussen opleidings- en beroepsniveau is op het middelbare en lager niveau iets minder (respectievelijk 70 en 60 procent). Een en ander komt ook tot uiting in de spreiding van uurlonen. Werknemers met een wetenschappelijke opleiding verdienden gemiddeld 62 procent meer dan het gemiddelde uurloon. Voor werknemers met een beroep op wetenschappelijk niveau is dit percentage identiek. Op lagere niveaus wijken de percentages iets af: werknemers met alleen basisonderwijs verdienden 24 procent onder het gemiddelde, werknemers met elementaire beroepen verdienden 34 procent onder het gemiddelde. De beloningsverschillen naar opleiding in langetermijnperspectief De beloningsverschillen naar opleidingstype zijn het laatste decennium gestegen (figuur 4.2). In de decennia daarvoor is er juist sprake geweest van een daling van deze beloningsverschillen. Het blijkt dat met name het financieel rendement op de hogere opleidingen toeneemt. Dit is consistent met de these dat onderwijs de race met technologie verliest, waardoor de inkomensverschillen tussen hoger en lager opgeleiden toenemen 4. Het is echter onzeker of deze trend zich in de toekomst zal doorzetten 5. Wat de kwalificatiestructuur van het arbeidsaanbod betreft is er sinds 1995 sprake van een herstel van de deelname aan het hoger onderwijs, waardoor met enige vertraging het aanbod van hoger opgeleiden zal stijgen. Maar er is ook sprake van een polarisatie van de kwalificatiestructuur: ook het aantal jonge mensen zonder een startkwalificatie neemt bij ongewijzigd beleid verder toe. Wat de kwalificatiestructuur van de vraag naar arbeid betreft is het met name onzeker of de upgradingssnelheid van beroepen en kwalificaties in hetzelfde tempo zal doorzetten en welke gevolgen outsourcing en offshoring hebben. figuur 4.3 Procentueel loonverschil t.o.v. alleen basisonderwijs Bron: B. Jacobs, D. Webbink (2006) Rendement onderwijs blijft stijgen, ESB augustus, p Gebaseerd op loonstructuuronderzoek CBS. 4 Zie: B. Jacobs (2004) The lost race between scholing and technology, De Economist no. 1, pp Zie uitgebreider: Themadocument kwalificatiestructuur. 46

9 4.3.2 Minimumloon en onderkant van de arbeidsmarkt De beloningsverhoudingen aan de onderkant van de arbeidsmarkt worden vooral bepaald door de ontwikkeling van het wettelijke minimumloon en de laagste loonschalen en het gebruik daarvan in cao s. Ontwikkeling minimumloon Het wettelijke minimumloon (wml) is in de periode 1984 tot 1995 achtergebleven bij de ontwikkeling van het contractloon. In de periode daarna is er nauwelijks nog sprake geweest van een ontkoppeling van het wettelijke minimumloon en het contractloon. De stijgingspercentages van het wettelijke minimumloon en de (gewogen) contractlonen zijn in de laatste periode vrijwel gelijk (zie tabel 4.3). In 2004 en 2005 blijft het minimumloon door ontkoppeling achter bij de contractloonontwikkeling. tabel 4.3 Cumulatieve ontwikkeling van het wml en gewogen contractlonen in procenten ( ) Wettelijk Minimumloon 32,5% 21,7% Gewogen contractlonen 52,5% 23,7% Bron: Ministerie van SZW Ontwikkeling laagste cao-loonschalen De Stichting van de Arbeid en de SER hebben zich in de jaren negentig herhaaldelijk uitgesproken voor een verkleining van de afstand tussen het minimumloon en de laagste loonschalen 6. De ontwikkeling van de laagste loonschalen wordt gevolgd door de Arbeidsinspectie in de Voor- en Najaarsrapportages cao-afspraken. Figuur 4.4 toont op basis van deze gegevens dat het verschil tussen het wettelijk minimumloon en de laagste loonschalen sinds 1994 bijna continu is gedaald en nog maar zeer gering is (3,8 procent in 2005). De zogeheten doelgroepenschalen en aanloopschalen liggen nu op het niveau van het wml. De laagste reguliere schalen bedragen in 2004 bijna 108,2 procent van het wml 7. Uit de gegevens van de Arbeidsinspectie blijkt verder dat in de landbouw en in de bouwnijverheid het niveau van het laagste loon relatief hoog is (rond 110 respectievelijk 107 procent van het wml in 2003), terwijl in de zakelijke dienstverlening en de overige dienstverlening sprake is van een relatief laag niveau van het laagste loon (rond 102 procent) 8. 6 Zie onder meer: SER-advies (1999) Bijzondere aanpassing minimumloon, publicatienr. 99/11, Den Haag, p Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving (2005) Voorjaarsrapportage cao-afspraken 2006, p In de sector Glastuinbouw is met ingang van juli 2005 een nieuwe cao afgesloten waarin een nieuw loongebouw is ingevoerd. De beloning van de laagste schaal binnen dit nieuwe loongebouw is gebaseerd op het wettelijk minimumloon. Deze laagste schaal geldt vooral voor tijdelijke krachten, waaronder seizoenswerkers. Deze maken ongeveer 10 tot 20 procent van het aantal werknemers in de sector uit. 47

10 figuur 4.4 Laagste schaalbedragen in cao s als % wettelijk minimumloon Bronnen: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Voorjaarrapportage cao-afspraken 2006, p. 8), voor ; SER (1999) Bijzondere Aanpassing Minimumloon, op.cit., p. 38, voor cijfers Toepassing van het wettelijke minimumloon De Arbeidsinspectie heeft ook onderzoek gedaan naar de toepassing van het wettelijk minimumloon in het Nederlands bedrijfsleven 9. Het gaat hier om een steekproef onder 2650 bedrijven met als peilmoment oktober Er is nagegaan hoeveel werknemers een brutoloon ontvangen dat op het niveau van het wettelijke minimumloon ligt ( minimumloners ) of daaronder ( onderbetaalden ). Tabel 4.4 vat de belangrijkste resultaten samen. 9 P. Venema (2003) Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2001, Den Haag, Arbeidsinspectie, Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie. 48

11 tabel 4.4 Percentage minimumloners en onderbetaalden in oktober (Procenten van het totaal aantal werknemers per categorie) Minimumloners Onderbetaalden Totaal 2,1 1,1 Vrouwen 2,9 1,7 Mannen 1,4 0,6 Jeugdigen 8,5 3,8 Volwassenen 1,2 0,7 Bron: Arbeidsinspectie (Venema (2003) op.cit., p. 11) Onderbetaling blijkt onder meer verband te houden met nettoloonafspraken tussen werkgevers en deeltijders. Dit kan in het geval dat het netto-uurloon is gebaseerd op een volledige dienstbetrekking ertoe leiden dat het brutoloon uitkomt onder het wettelijk geldende minimum brutoloon. Dit wordt veroorzaakt door onder meer de belastingvrije som en franchises in de sociale verzekeringen. Een andere reden voor onderbetaling is dat de werkgever bij het bepalen van het loon voor deeltijders uitgaat van de onjuiste normale of gebruikelijke arbeidsduur. Het onderzoek schetst de volgende werknemersprofielen voor minimumloners en onderbetaalden. Het zijn vooral vrouwen en jongeren (studenten en scholieren met een bijbaantje) die vaak in deeltijd werken. Ze werken vaak in de lagere functieniveaus in een productie-, technische of een verzorgende of dienstverlenende functie in het kleinbedrijf in de sectoren Detailhandel en reparatiebedrijven, Horeca en Landbouw. 4.4 De sectorale loondifferentiatie Constante loonverschillen tussen sectoren Vanwege verschillen in de werkgelegenheidsstructuur kan de sectorale loondifferentiatie deels uit de hierboven beschreven loonverschillen naar opleidingsniveau worden verklaard. Maar ook als wordt gecorrigeerd voor deze en andere achtergrondkenmerken van werknemers die in een bepaalde sector werkzaam zijn (zoals leeftijd en geslacht) blijven er bepaalde loonverschillen tussen sectoren bestaan. Zo verdient een hoogopgeleide werknemer in de financiële sector gemiddeld 20 procent meer dan hoogopgeleiden in andere sectoren. Hoogopgeleiden in de Horeca, het andere uiterste in de sectorale loonverdeling, verdienen 35 procent minder dan gemiddeld 10. De standaarddeviatie van dit 10 Zie: W. Advocaat [et al.] (2005) Loon naar beroep en opleidingsniveau, op.cit. pp De genoemde cijfers zijn voor Dergelijke loonverschillen gelden overigens ook voor laagopgeleiden. Laagopgeleide werknemers bij een financiële instelling verdienen gemiddeld een kwart boven het gemiddelde. In de horeca verdienen laagopgeleide werknemers 15 procent minder dan het gemiddelde. 49

12 puur sectorale effect bedraagt in Nederland tussen de 6 en de 7 procent 11. Dit percentage blijkt redelijk constant. Verder blijkt dat bedrijfstakken die twintig jaar geleden relatief goed (of slecht) betaalden dit nog steeds doen. Een van de factoren die bijdragen aan de constantheid van de sectorale loonverschillen, is de geringe sectorale differentiatie van de contractloonstijging (zie tabel 4.5). Sinds 1990 zijn de contractlonen bijna overal met gemiddeld 40 procent gestegen. Alleen de lonen in de niet-commerciële dienstverlening zijn hierbij iets achtergebleven. Een en ander duidt erop dat verschillen in de sectorale productiviteitontwikkeling vooral in verschillen in de sectorale afzetprijzen tot uiting komen 12. tabel 4.5 Jaargemiddelde cao-lonen per maand in 2002 (indexcijfer 1990 = 100), totaal jeugd en volwassenen Inclusief bijzondere beloning* Exclusief bijzondere beloning Totaal 140,3 139,1 Landbouw 143,7 143,7 Industrie en bouw 143,2 142,2 Commerciële diensten 140,8 140,2 Niet-commerciële diensten 136,8 133,9 * Inclusief alle bindend voorgeschreven niet-maandelijkse beloningen zoals de vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering. Bron: CBS-Statline Vergelijking met sectorale loonverschillen in de VS In de VS zijn de puur sectorale loonverschillen veel groter: de standaarddeviatie van het puur sectorale effect is bijna twee maal zo hoog als in Nederland. Ook in Nederland betalen sectoren waar relatief veel winst wordt gemaakt zoals de financiële sector relatief hogere lonen, en is er dus sprake van rentsharing. Maar in de VS is dit effect veel groter: de lonen zijn daar meer gecorreleerd met bedrijfsspecifieke winsten, waardoor ook de sectorale loonverschillen veel groter zijn. 11 Zie: J. Hartog, R. van Opstal, C.N. Teulings (1994) Loonvorming in Nederland en de Verenigde Staten, ESB, juni, pp ; J. Kouwenberg, R. van Opstal (1999) Inter-industry wage differentials, CPB Report 99/3, pp De niet voor de achtergrondkenmerken van werknemers gecorrigeerde sectorale loonverschillen zijn uiteraard veel groter. Zie: H.P. van der Wiel (1999) Loonverschillen tussen bedrijfstakken, ESB, juni, pp H.P. van der Wiel (1999) Loonverschillen tussen bedrijfstakken, ESB, juni, pp ; H.P. van der Wiel (1998) Inter-industry wage differentials in the Netherlands, CPB report 98/4, pp ; H.P. van der Wiel (1999) Loondifferentiatie in Nederland na 1969 een sectorale invalshoek, CPB Onderzoeksmemorandum, no. 154, Den Haag. 50

Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2002

Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2002 Arbeidsinspectie Kantoor Den Haag Directie Uitvoeringstaken Juridische Zaken en Beleidsinformatie Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2002 Een onderzoek naar de

Nadere informatie

Incidentele loonontwikkeling van jaarlonen,

Incidentele loonontwikkeling van jaarlonen, Incidentele loonontwikkeling van jaarlonen, 996 Mark Zuiderwijk ) Dit artikel presenteert de resultaten van de incidentele loonontwikkeling van jaarlonen, inclusief bijzondere beloningen, over de periode

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004 Arbeidsinspectie Kantoor Den Haag Directie Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004 Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen

Nadere informatie

ASEA/LIV/7468. ./. Hierbij bied ik u het eindrapport aan van het onderzoek van de Arbeidsinspectie naar de arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2001.

ASEA/LIV/7468. ./. Hierbij bied ik u het eindrapport aan van het onderzoek van de Arbeidsinspectie naar de arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2001. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2002

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2002 Arbeidsinspectie Kantoor Den Haag Directie Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2002 Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen

Nadere informatie

Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2006

Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2006 Arbeidsinspectie Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2006 Een onderzoek naar de ontwikkelingen in de bruto-uurlonen en de extra

Nadere informatie

Incidentele loonontwikkeling, 2001

Incidentele loonontwikkeling, 2001 Incidentele loonontwikkeling, 2001 M. Zuiderwijk 1) De incidentele uurloonontwikkeling van alle werknemers in Nederland in 2001 bedraagt 0,6 procent. Dit is vrijwel gelijk aan het van de afgelopen jaren.

Nadere informatie

4,5. Cao-afspraken Download PDF Cao afspraken steekproef cao s. miljoen werknemers

4,5. Cao-afspraken Download PDF Cao afspraken steekproef cao s. miljoen werknemers Cao-afspraken 217 Laagste loonschalen in cao s Doorgroei in loonschalen Flexibele beloning Duurzame inzetbaarheid Flexible arbeidsrelaties Afstand tot de arbeidsmarkt Bevordering (van een bredere) inzetbaarheid

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Aanleiding Elke vier jaar moet de vraag worden beantwoord of er omstandigheden

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2006

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2006 Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2006 Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen groepen werknemers

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-161 3 september 2003 9.30 uur Aantal banen in Nederland daalt Het aantal banen van werknemers in Nederland in het tweede kwartaal van 2003 is 22 duizend

Nadere informatie

Cao-lonen 2007, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2007, de definitieve gegevens Cao-lonen 7, de definitieve gegevens Monique Hartog In 7 zijn de cao-lonen inclusief met, procent gestegen. Dit is bijna gelijk aan de stijging in 6. In beide jaren stegen de lonen het meest bij de cao-sector

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2012 Nr. 64 BRIEF VAN

Nadere informatie

De lonen in de sociale werkvoorziening 1998-2002

De lonen in de sociale werkvoorziening 1998-2002 Kantoor Den Haag Directie Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De lonen in de sociale werkvoorziening 1998-2002 Een vergelijking tussen de (ontwikkeling van de) bruto-uurlonen van werknemers

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2008 Nr. 58 BRIEF VAN

Nadere informatie

Cao-lonen 2004, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2004, de definitieve gegevens Cao-lonen, de definitieve gegevens Nathalie Peltzer In zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met, procent gestegen. Dit is aanzienlijk minder dan in, toen de stijging nog,8 procent

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 3193 Vragen van het lid

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures

Nadere informatie

Cao-lonen 2009, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2009, de definitieve gegevens Cao-lonen 29, de definitieve gegevens Monique Hartog In 29 zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met 2,8 procent gestegen. Dit is lager dan de stijging van 3,3 procent in 28. In de

Nadere informatie

Cao-lonen 2006, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2006, de definitieve gegevens Cao-lonen 26, de definitieve gegevens Monique Hartog In 26 zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met 2, procent gestegen. Dit is veel hoger dan in 2, toen de stijging nog,7 procent

Nadere informatie

Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2004

Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2004 Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2004 Juli 2006 drs. J. Hoeben, A. Faas 2 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING I-III 1 INLEIDING

Nadere informatie

Diversiteit binnen de loonverdeling

Diversiteit binnen de loonverdeling Diversiteit binnen de loonverdeling Osman Baydar en Karin Hagoort Doordat meer vrouwen en niet-westerse werken, wordt de arbeidsmarkt diverser. In de loonverdeling is deze diversiteit vooral terug te zien

Nadere informatie

Artikelen. Cao-lonen 2005, de definitieve gegevens. Nathalie Peltzer

Artikelen. Cao-lonen 2005, de definitieve gegevens. Nathalie Peltzer Cao-lonen, de definitieve gegevens Nathalie Peltzer In zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met,7 procent gestegen. In stegen de caolonen nog met, procent. Sinds 98 is de cao-loon-stijging

Nadere informatie

Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid. Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2006

Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid. Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2006 Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2006 April 2008 drs. J. Hoeben 2 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING I-IV 1 INLEIDING 1 2 WML-BEGRIPPEN

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2014

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2014 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2014 OKTOBER 2015 INHOUDSOPGAVE BLZ SAMENVATTING I INLEIDING 1 1 DE CONTRACTLOONMUTATIE IN 2014 3 1.1 De stand van zaken in 2014 3 1.2 Nadere

Nadere informatie

Ontwikkeling van beloningsverhoudingen,

Ontwikkeling van beloningsverhoudingen, Ontwikkeling van beloningsverhoudingen, 1997 2002 André Corpeleijn De lonen van werknemers lopen ver uiteen. Jongeren en laagopgeleiden verdienen veel minder dan hoogopgeleide werknemers. Vrouwen verdienen

Nadere informatie

Cao-afspraken 2013. Conclusie

Cao-afspraken 2013. Conclusie Opdrachtgever SZW Cao-afspraken 2013 Conclusie Onderzoek Cao-afspraken 2013 Einddatum 1 april 2014 Categorie Werkgevers Deze rapportage geeft voor 2013 een beeld van de stand van zaken in cao s met betrekking

Nadere informatie

Cao-lonen 2008, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2008, de definitieve gegevens Cao-lonen 28, de definitieve gegevens Monique Hartog In 28 zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met 3,3 procent gestegen. Deze toename is fors hoger dan de stijging van 2,1 procent

Nadere informatie

Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie

Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2001 Maart 2003 drs. P.M. Venema 2 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING

Nadere informatie

4 Meer decentralisatie en differentiatie in arbeidsverhoudingen

4 Meer decentralisatie en differentiatie in arbeidsverhoudingen 4 Meer decentralisatie en differentiatie in arbeidsverhoudingen 4.1 Voortgaande decentralisatie voor meer maatwerk De arbeidsverhoudingen bepalen in belangrijke mate het aanpassingsvermogen van de economie.

Nadere informatie

Lonen van niet-westers allochtone vrouwen bij de overheid

Lonen van niet-westers allochtone vrouwen bij de overheid Lonen van niet-westers bij de overheid Karin Hagoort en Maartje Rienstra Over het algemeen verdienen minder dan en niet-westerse n minder dan autochtonen. Bij de overheid hebben autochtone gemiddeld het

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-196 26 september 2002 9.30 uur Werkgelegenheid commerciële sector daalt Voor het eerst sinds 1994 is het aantal banen van werknemers in commerciële bedrijven

Nadere informatie

Grafiek 1 Verslechtering concurrentiepositie Nederlandse industrie in termen van loonkosten per eenheid produkt (procentuele mutaties)

Grafiek 1 Verslechtering concurrentiepositie Nederlandse industrie in termen van loonkosten per eenheid produkt (procentuele mutaties) Feiten sociaal-economische situatie I Concurrentiepositie ten opzichte van eurogebied Sinds 997 is sprake van een gestage verslechtering van de Nederlandse concurrentiepositie, die in de ramingen van het

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer werknemers aan het werk

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer werknemers aan het werk Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-022 23 maart 2011 9.30 uur Meer werknemers aan het werk In vierde kwartaal 34 duizend banen meer dan een jaar eerder Ook meer banen dan in het derde

Nadere informatie

Negende voortgangsrapportage gelijke beloning

Negende voortgangsrapportage gelijke beloning De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33

Nadere informatie

Juni 2011 VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2011

Juni 2011 VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2011 Juni 2011 VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2011 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING BLZ I INLEIDING 1 1 DE CONTRACTLOONMUTATIE IN 2010 EN 2011 3 1.1 De stand van zaken in 2010 3 1.2 Een nadere analyse van de

Nadere informatie

Cao-lonen 2002, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2002, de definitieve gegevens Cao-lonen 2002, de definitieve gegevens Han van den Berg In 2002 zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met 3,8 procent gestegen. In 2001 was de cao-loonstijging nog 4,8 procent. Dit

Nadere informatie

OKTOBER 2013 CAO-AFSPRAKEN 2012

OKTOBER 2013 CAO-AFSPRAKEN 2012 OKTOBER 2013 CAO-AFSPRAKEN 2012 INHOUDSOPGAVE BLZ SAMENVATTING I INLEIDING 1 1 DE CONTRACTLOONMUTATIE IN 2012 en 2013 3 1.1 De stand van zaken in 2012 3 1.2 Nadere analyse van de contractloonmutatie in

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-252 10 december 2002 9.30 uur Werkgelegenheid groeit in de zorg en daalt in het bedrijfsleven In het derde kwartaal van 2002 is het aantal banen van

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2017

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2017 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2017 Mei 2018 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING I INLEIDING 1 1 DE CONTRACTLOONMUTATIE IN 2017 EN 2018 5 1.1 De stand van zaken in 2017 5 1.2

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-113 30 september 2005 9.30 uur Banenverlies tot staan gekomen In het tweede kwartaal van 2005 waren er vrijwel evenveel banen als in het eerste kwartaal.

Nadere informatie

Banen en lonen van werknemers, 2003

Banen en lonen van werknemers, 2003 Banen en lonen van werknemers, 23 Wilmie Weltens en Gerda Gringhuis Eind december 23 hadden werknemers in Nederland in totaal bijna 7 miljoen banen. Ten opzichte van december 22 betekende dit een daling

Nadere informatie

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het

Nadere informatie

1 Werkgelegenheid en lonen per uur

1 Werkgelegenheid en lonen per uur Werkgelegenheid en lonen per uur In navolging van internationale organisaties en het CBS publiceert het CPB vanaf het CEP 6 de werkgelegenheid in gewerkte uren in plaats van in arbeidsjaren. In dit achtergronddocument

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2005

Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2005 Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2005 Juni 2005 1 2 2.1 2.2 2.3 2.4 3 3.1 3.2 3.3 3.4 4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.3 4.4 5 5.1 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2015

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2015 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2015 JUNI 2016 INHOUDSOPGAVE BLZ SAMENVATTING I INLEIDING 1 1 DE CONTRACTLOONMUTATIE IN 2015 3 1.1 De stand van zaken in 2015 3 1.2 Nadere

Nadere informatie

Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie

Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2001 Maart 2003 drs. P.M. Venema 2 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING

Nadere informatie

Projectverslag. Pilot Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag. Project A745

Projectverslag. Pilot Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag. Project A745 Projectverslag Pilot Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag Project A745 21 februari 2006 Pilot WML Arbeidsinspectie, Den Haag Inspectieonderwerpen Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag AI bedrijfstakdirectie

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Cao-lonen 2010, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2010, de definitieve gegevens Cao-lonen, de definitieve gegevens Monique Hartog In zijn de cao-lonen per uur, inclusief, met, procent gestegen. Deze toename is meer dan de helft lager dan de stijging van,8 procent in 9. In beide jaren

Nadere informatie

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ouderschapsverlof Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ruim een kwart van de werknemers in Nederland die in 24 recht hadden op ouderschapsverlof, hebben daarvan gebruik gemaakt. nemen veel vaker ouderschapsverlof

Nadere informatie

APRIL 2014 CAO-AFSPRAKEN 2013

APRIL 2014 CAO-AFSPRAKEN 2013 APRIL 2014 CAO-AFSPRAKEN 2013 INHOUDSOPGAVE BLZ SAMENVATTING I INLEIDING 1 1 DE CONTRACTLOONMUTATIE IN 2013 3 1.1 De stand van zaken in 2013 3 1.2 Nadere analyse van de contractloonmutatie in 2013 4 1.2.1

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Arbeidsmarkt in vogelvlucht

Arbeidsmarkt in vogelvlucht Arbeidsmarkt in vogelvlucht In het eerste kwartaal van 2011 is het aantal banen van werknemers, in vergelijking met het vierde kwartaal van 2010, licht gedaald. Dit is het eerste kwartaal met banenkrimp

Nadere informatie

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB A.M.J. te Peele Zoetermeer, 24 december 2004 Beperkte groei werkgelegenheid MKB in 1999-2002 De werkgelegenheid in het MKB is in 2002 met 3% toegenomen

Nadere informatie

OKTOBER 2012 CAO-AFSPRAKEN 2011

OKTOBER 2012 CAO-AFSPRAKEN 2011 OKTOBER 2012 CAO-AFSPRAKEN 2011 INHOUDSOPGAVE BLZ SAMENVATTING I INLEIDING 1 1 DE CONTRACTLOONMUTATIE IN 2011 en 2012 3 1.1 De stand van zaken in 2011 3 1.2 Nadere analyse van de contractloonmutatie in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 710 Vragen van het lid

Nadere informatie

LOONGEBOUW CAO GLASTUINBOUW PER 1 JULI

LOONGEBOUW CAO GLASTUINBOUW PER 1 JULI LOONGEBOUW CAO GLASTUINBOUW PER 1 JULI 2016 Loongebouw B schaal B uit de cao Glastuinbouw is gedeeltelijk gekoppeld aan het wettelijk minimumloon (WML). Doorgaans betekent dit dat de jeugdtreden en de

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Veel kleiner banenverlies

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Veel kleiner banenverlies Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-062 23 september 2010 9.30 uur Veel kleiner banenverlies In tweede kwartaal 63 duizend banen minder dan een jaar eerder Wel meer banen dan in het eerste

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit niet in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Net geen recessie.

Persbericht.   Economie groeit niet in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Net geen recessie. Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-095 17 mei 2002 9.30 uur Economie groeit niet in eerste kwartaal 2002 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2002 niet gegroeid. Dit blijkt

Nadere informatie

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011

De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België. Samenvatting rapport 2011 De loonkloof tussen vrouwen en mannen in België Samenvatting rapport 2011 Hoe groot is de loonkloof? Daalt de loonkloof? De totale loonkloof Deeltijds werk Segregatie op de arbeidsmarkt Leeftijd Opleidingsniveau

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Monitor Economie 2018

Monitor Economie 2018 Monitor Economie 2018 Economische kerncijfers van de MVSgemeenten Augustus 2018 Inhoudsopgave Economische ontwikkeling 3 Werkgelegenheid 5 Arbeidsparticipatie 10 Inkomen en uitkeringen 13 Armoede en schuldhulpverlening

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2018

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2018 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2018 Mei 2019 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING I INLEIDING 1 1 DE CONTRACTLOONMUTATIE IN 2018 EN 2019 5 1.1 De stand van zaken in 2018 5 1.2

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2014

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2014 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2014 JUNI 2015 INHOUDSOPGAVE BLZ SAMENVATTING I INLEIDING 1 1 DE CONTRACTLOONMUTATIE IN 2014 3 1.1 De stand van zaken in 2014 3 1.2 Nadere

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2016

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2016 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CAO-AFSPRAKEN 2016 APRIL 2017 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING I INLEIDING 1 1 DE CONTRACTLOONMUTATIE IN 2016 EN 2017 5 1.1 De stand van zaken in 2016 5

Nadere informatie

Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2006

Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2006 Directie Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving VOORJAARSRAPPORTAGE CAO-AFSPRAKEN 2006 Juni 2006 INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING BLZ I 1 INLEIDING 1 2 DE CONTRACTLOONMUTATIE IN 2005 EN 2006 3 2.1 De

Nadere informatie

2513 AA1XA. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA Den Haag

2513 AA1XA. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA Den Haag > Retouradres Postbus 1 2509 LV Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA Den Haag 2513 AA1XA e Sector en Postbus 1 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 0 333 44

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 800 XVI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor

Nadere informatie

Cao-lonen 2012, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2012, de definitieve gegevens Sociaaleconomische trends 2013 Caolonen 2012, de definitieve gegevens Monique Hartog september 2013, 02 CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaaleconomische trends, september 2013, 02 1 In 2012 zijn

Nadere informatie

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 29544 Arbeidsmarktbeleid Nr. 514 Brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 7 april 2014 Bijgaand treft u het rapport

Nadere informatie

Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon

Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Het wettelijk minimum loon of wettelijk minimum jeugdloon is het loon of het salaris dat je minimaal uitbetaald hoort te krijgen. Werknemers

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen Maart 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische

Nadere informatie

Lonen en vergoedingen

Lonen en vergoedingen VERSIE: OpTe141223 VERVANGT VERSIE: OpTe131216 Lonen en vergoedingen Cao Open Teelten Per 1 januari 2015 TOELICHTING OP DE CAO-LOONTABELLEN Nieuw loongebouw en loonsverhogingen Per 1 juli 2007 is een nieuw

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banengroei loopt op tot 110 duizend. Kwartaalgroei banen versnelt tot 38 duizend

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banengroei loopt op tot 110 duizend. Kwartaalgroei banen versnelt tot 38 duizend Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-118 21 december 2006 9.30 uur Banengroei loopt op tot 110 duizend In het derde kwartaal van 2006 waren er 110 duizend banen van werknemers meer dan in

Nadere informatie

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen 11 Meeste werknemers tevreden met het werk Acht op de tien werknemers (zeer) tevreden met hun werk Vrouwen vaker tevreden dan mannen Werknemers

Nadere informatie

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen

Aantal werkzoekenden en aantal WWuitkeringen September 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage

Nadere informatie

Inactieven 2 Paren met kinderen Alleenstaanden zonder kinderen Alleenstaande ouders

Inactieven 2 Paren met kinderen Alleenstaanden zonder kinderen Alleenstaande ouders 1. Kan de regering de mediane koopkrachtontwikkeling tonen over de periode 2003 t/m 2006 (cumulatief) voor de volgende groepen: Alleenverdieners met kinderen (actieven) met een inkomen tot 100% WML en

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-071 13 november 2009 9.30 uur Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Kwartaal op kwartaal 0,4 procent groei economie Krimp 3,7 procent in vergelijking

Nadere informatie

Een nadere analyse van de ontwikkeling van de franchise in de periode

Een nadere analyse van de ontwikkeling van de franchise in de periode Een nadere analyse van de ontwikkeling van de franchise in de periode 1998-2001 Uitgevoerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Den Haag, september 2003 Inleiding In juni 2001 is de

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW

Nadere informatie

Vacatures in de industrie 1

Vacatures in de industrie 1 Vacatures in de industrie 1 Martje Roessingh 2 De laatste jaren is het aantal vacatures sterk toegenomen. Daarentegen is in de periode 1995-2000 het aantal geregistreerde werklozen grofweg gehalveerd.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banengroei vergelijkbaar met tweede helft jaren negentig

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banengroei vergelijkbaar met tweede helft jaren negentig Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-083 30 november 2007 9:30 uur Forse banengroei In het tweede kwartaal van 2007 waren er 206 duizend banen van werknemers meer dan in hetzelfde kwartaal

Nadere informatie

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Werkloosheid nauwelijks veranderd Persbericht Pb14-084 18-12-2014 09.30 uur Werkloosheid nauwelijks veranderd - Werkloosheid blijft 8 procent - Meer mensen aan het werk in de afgelopen drie maanden - Aantal WW-uitkeringen met 6 duizend

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-064 24 september 2009 9.30 uur www.cbs.nl Flink banenverlies In tweede kwartaal 72 duizend banen minder dan een jaar eerder Ook kwartaal op kwartaal

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie