Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie"

Transcriptie

1 Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2001 Maart 2003 drs. P.M. Venema

2 2

3 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING I-III 1 INLEIDING 1 2 WML-BEGRIPPEN Inleiding Werknemer Loonbegrip Normale arbeidsduur Arbeidsgehandicapten (REA) 7 3 RESULTATEN Inleiding Minimumloners en onderbetaalden Minimumloners en onderbetaalden per werknemerscategorie Profielschets minimumloners en onderbetaalden Minimumloners Onderbetaalden Niveau van de onderbetaling Redenen van onderbetaling Financiële doorstroom onderbetaalden en minimumloners 20 BIJLAGEN I Methode van Onderzoek 25 I.1 Verantwoording van de steekproef 27 I.2 Gegevensverzameling 30 I.2.1 Looncomponenten van werknemers in AVO-onderzoek 31 II Karakterisering van LTD-functieniveaus en functiesoorten 35 III Tabellen 41 III.1 Verdeling van alle werknemers in het bedrijfsleven en van werknemers boven, op en onder WML 43 III.2 Verdeling werknemers naar bruto-loonklassen 46 III.3 Redenen van onderbetaling 49 III.4 Financiële doorgroei onderbetaalde werknemers en minimumloners die bij dezelfde werkgever in loondienst zijn gebleven 52 III.5 Percentage bedrijven met werknemers op en onder het WML 55

4

5 SAMENVATTING Dit rapport bevat de resultaten van een door de Arbeidsinspectie uitgevoerde onderzoek naar de toepassing van het wettelijk minimumloon in het Nederlandse bedrijfsleven. Aanleiding tot het onderzoek is een toezegging aan de Tweede Kamer om periodiek een onderzoek in te stellen naar de toepassing van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML). Met het onderzoek wordt voorts voldaan aan internationale verplichtingen. Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van de gegevensbestanden van het jaarlijkse onderzoek van de Arbeidsinspectie naar de arbeidsvoorwaardenontwikkelingen (AVOonderzoek). Om voldoende gegevens beschikbaar te krijgen over de categorie onderbetaalde werknemers is de gebruikelijke steekproef van het AVO-onderzoek verhoogd van circa bedrijven naar ruim bedrijven met vooral kleinere bedrijven in sectoren waar de kans op onderbetaling groot is. Door herweging zijn de steekproefuitkomsten gecorrigeerd en vertaald naar landelijke representatieve gegevens. De onderzoeksresultaten hebben betrekking op het peilmoment oktober Onderbetaalden Van de werknemers in het Nederlandse bedrijfsleven tussen de 15 en 65 jaar verdienen naar schatting werknemers minder dan het WML ( per maand voor werknemers van 23 jaar en ouder 1 ). Dit komt overeen met 1,1% van alle werknemers. De onderbetaalde werknemers ontvangen een bruto-loon dat naar schatting 11% lager is dan het bruto-loon waarop ze volgens de wet recht hebben. Het niveau van de onderbetaling loopt nogal uiteen. Eenderde van de onderbetaalden wordt minder dan 10 per maand onderbetaald, 12% wordt 100 of meer onderbetaald. Onderbetaalde werknemers zijn vooral in deeltijd werkende vrouwen en jongeren. Vaak hebben ze een verzorgende of dienstverlenende functie die behoort tot de lagere functieniveaus en zijn ze werkzaam in het kleinbedrijf in de sectoren Detailhandel en reparatiebedrijven, Horeca of Landbouw. 1 Werknemers van 15 tot 23 jaar krijgen een van het volwassen minimumloon afgeleid minimumjeugdloon I

6 Redenen onderbetaling Bij 31% van de onderbetaalde werknemers is de onderbetaling een gevolg van een nettoloon-afspraak. Bij 15% van de onderbetaalden is de werkgever van een onjuiste normale of gebruikelijke arbeidsduur uitgegaan. Bij het vaststellen van het bruto-loon van deeltijders wordt dan veelal ten onrechte uitgegaan van een 40-urige werkweek in plaats van de voor het bedrijf geldende 36 of 38-urige werkweek. De twee hiervoor genoemde redenen van onderbetaling komen voornamelijk voor bij werknemers die in deeltijd werken. Bij 12% van de onderbetaalde werknemers is de WML-loonsverhoging van 1 juli 2001 niet in het oktober loon van 2001 verwerkt. Financiële doorstroom Uit figuur 1 blijkt dat van de bij dezelfde werkgever in loondienst gebleven onderbetaalde werknemers in oktober 2000 één jaar later nog de helft wordt onderbetaald. 13% van de onderbetaalde werknemers in oktober 2000 heeft op oktober 2001 een brutoloon dat gelijk is aan het wettelijk minimumloon en de overige 35% heeft in oktober 2001 een bruto-loon dat hoger is dan het wettelijk minimumloon. Figuur 1 Financiële doorstroming van onderbetaalde werknemers oktober 2000 Boven WML in oktober % Onder WML in oktober % WML in oktober % II

7 Minimumloners Circa werknemers hebben een bruto-loon dat gelijk is aan het WML. Uitgedrukt als een percentage gaat het om 2,1% van de werknemers. Minimumloners zijn vooral vrouwen en jongeren. Vaak hebben ze een productie, technische en/of handarbeidfunctie of een verzorgende of dienstverlenende functie die behoort tot de lagere functieniveaus. Voorts zijn ze vaak werkzaam in het kleinbedrijf in de sectoren Detailhandel en reparatiebedrijven, Horeca en Landbouw. Financiële doorgroei Figuur 2 laat zien dat van de bij dezelfde werkgever in loondienst gebleven minimumloners in oktober % één jaar later nog steeds het WML verdient. Eenderde van de gebleven WML ers in oktober 2000 verdient in oktober 2001 meer dan het rechtens geldende minimumloon. 7% van de minimumloners in oktober 2000 verdient in oktober 2001 minder dan het WML. Figuur 2 Financiële doorstroming van minimumloners in oktober 2000 Boven WML in oktober % Onder WML in oktober % WML in oktober % III

8 IV

9 V

10

11 1 INLEIDING Dit rapport gaat nader in op de werknemers in het Nederlandse bedrijfsleven met een bruto-loon op en onder het bruto minimumloon zoals is vastgelegd in de Wet Minimumloon en minimum vakantiebijslag (WML). Aanleiding tot het onderzoek is een toezegging aan de Tweede Kamer om periodiek een onderzoek in te stellen naar de toepassing het wettelijk minimumloon 2. De laatste inventarisatie is vijf jaar geleden uitgevoerd (zie: Toepassing Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag in 1997, C.H. Ackermann, Arbeidsinspectie). Doel van het huidige onderzoek is een actualisatie van de inventarisatie van de mate waarin het wettelijk minimumloon wordt toegepast in het Nederlandse bedrijfsleven. Deze actualisatie is ook van belang om te voldoen aan internationale verplichtingen. In het verdrag Nr. 131 aangenomen door de Internationale Arbeidsconferentie is bepaald dat Nederland gehouden is maatregelen te nemen, zoals voldoende controle, aangevuld met verdere noodzakelijke maatregelen, om daadwerkelijke toepassing van alle bepalingen met betrekking tot het WML te verzekeren. Voorts moet op grond van de Europees Sociaal Handvest periodiek worden gerapporteerd over de naleving van de WML. Onderzoeksvragen Voor de werknemers werkzaam in het Nederlands bedrijfsleven is nagegaan hoeveel werknemers een bruto-loon ontvangen dat: op het niveau van het van het wettelijk minimumloon ligt ( minimumloners ); onder het niveau van het wettelijk minimumloon ( onderbetaalden ). Bij onderbetaling is de werkgever gevraagd naar de redenen van onderbetaling. Van zowel de categorie werknemers met een bruto-loon onder als de categorie werknemers met een bruto-loon op het wettelijk minimumloon wordt een profielschets gegeven. Deze profielschets is gebaseerd op een groot aantal kenmerken waarover gegevens beschikbaar zijn, zoals geslacht, omvang dienstverband, etnische afkomst, leeftijd, functieniveau en functiesoort, economische sector en bedrijfsomvang. 2 Geregeld bij een wijziging van de WML in

12 Gebruikte gegevensbestanden Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de gegevensbestanden van het Arbeidsvoorwaardenonderzoek (AVO-onderzoek) van de Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In het eerste kwartaal van 2002 is door de Arbeidsinspectie onderzoek verricht naar de ontwikkelingen van de arbeidsvoorwaarden van werknemers. Doel van dit jaarlijkse onderzoek is representatieve informatie te verschaffen over de feitelijke ontwikkeling van de brutolonen en andere op geld waardeerbare arbeidsvoorwaarden van werknemers in het bedrijfsleven en bij de overheid. Met de voor het AVO-onderzoek verzamelde gegevens is het mogelijk na te gaan in hoeverre werknemers in het Nederlandse bedrijfsleven een bruto-loon ontvangen dat lager is dan het bruto minimumloon zoals is vastgelegd in de Wet Minimumloon (WML). Om voldoende gegevens beschikbaar te krijgen over de categorie onderbetaalde werknemers is de gebruikelijke steekproef van het AVO-onderzoek verhoogd van circa bedrijven naar ruim bedrijven met vooral kleinere bedrijven in sectoren waar de kans op onderbetaling groot is. Door herweging worden de steekproefuitkomsten gecorrigeerd en vertaald naar landelijke representatieve gegevens. Voor ruim werknemers in de AVO-steekproef is voor de laatste betaalperiode 3 in oktober 2001 nagegaan of de bruto-beloning uit de loonadministraties onder, op of boven het WML-niveau ligt. Indeling van het rapport Hoofdstuk 2 behandelt een aantal begrippen uit de Wet minimumloon. Hoofdstuk 3 bevat de resultaten van het onderzoek. Paragraaf 3.2 bevat de schattingen van het aantal werknemers dat in 2001 het wettelijk minimumloon ontvangt en van het aantal werknemers dat op grond van de wet wordt onderbetaald. In paragraaf 3.3 wordt een profielschets gegeven van de minimumloners en onderbetaalden. Paragraaf 3.4 gaat nader in op het niveau van de onderbetaling. In paragraaf 3.5 wordt aandacht besteed aan de reden of oorzaak van onderbetaling. In paragraaf 3.6 ten slotte wordt nader ingegaan op de financiële doorstroommogelijkheden van de minimumloners en de onderbetaalde werknemers. Bijlage I bevat een beschrijving van de opzet het onderzoek. In dit deel zijn ook de gebruikte definities van de looncomponenten opgenomen. Bijlage II bevat twee overzichten met omschrijvingen van de gebruikte indelingen van functies naar LTDfunctieniveaus en functiesoort. In bijlage III zijn tabellen opgenomen met meer gedetailleerd cijfermateriaal. 3 De betaalperiode is veelal een maand, een periode van 4 weken of een week. 2

13 2 WML-BEGRIPPEN 2.1 Inleiding Het wettelijk minimumloon garandeert werknemers in het bedrijfsleven een redelijk loon voor geleverde arbeid 4. Iedere werknemer vanaf 23 jaar tot 65 heeft recht op het minimumloon. Voor werknemers tussen de 15 en 23 jaar geldt het minimumjeugdloon. In oktober 2001 is het minimumloon voor werknemers vanaf 23 jaar gelijk aan f.2.601,30 ofwel 1180,40. Werknemers van 15 tot 23 jaar krijgen een van het volwassen minimumloon afgeleid minimumjeugdloon 5. Het minimumloon wordt tweemaal per jaar aangepast om het minimumloon in de pas te laten lopen met de gemiddelde loonontwikkeling. Dit is vastgelegd in de Wet Koppeling met Afwijkingsmogelijkheden. In 2001 is het minimumloon tweemaal verhoogd met in totaal 6,3%. Op 1 januari 2001 is het wettelijk minimumloon verhoogd met 2,0% en met 1,9% als gevolg van de brutering van de overhevelingstoeslag. Deze toeslag bovenop het bruto-loon is per 1 januari 2001 komen te vervallen en maakt vanaf de genoemde datum deel uit van zowel het bruto-loon als van het minimumloon 6. Voorts is per 1 juli 2001 het minimumloon verhoogd met 2,25%. In dit hoofdstuk worden enkele begrippen uit de wet behandeld die bij vaststelling van het rechtens geldende WML van cruciaal belang zijn Werknemers in dienst bij de overheid vallen niet onder de WML. Werknemers van 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 en 22 jaar ontvangen respectievelijk 30,0%, 34,5%, 39,5%, 45,5%, 52,5%, 61,5%, 72,5% en 85% van het minimumloon voor werknemers van 23 jaar en ouder. De overhevelingstoeslag is ingevoerd als een gevolg van de belasting operatie-oort in Een aantal sociale premies die daarvoor werden betaald door de werkgever kwamen vanaf die datum voor rekening van de werknemer. Om te voorkomen dat werknemers er in loon op achteruit zouden gaan, moest de werkgever een vergoeding betalen aan de werknemers. Deze overhevelingstoeslag, destijds ingevoerd als een tijdelijke maatregel, is in de loop der jaren enkele malen aangepast, waardoor de functie van de toeslag vervaagde. Om het loonstrookje inzichtelijker te maken is de toeslag vanaf 1 januari 2001 in de bruto salarissen verwerkt. 3

14 2.2 Werknemer De WML verstaat onder werknemer de natuurlijke persoon die in dienstbetrekking staat krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst, waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Ook een vertegenwoordiger, een werknemer in de zin van Wet inschakeling werkzoekenden (WIW) en een thuiswerker vallen onder de WML. Voorwaarden waaraan de thuiswerker moet voldoen zijn dat de thuiswerker 7 : 1. tegen beloning 8 voor ten hoogste twee anderen arbeid verricht; 2. de arbeid persoonlijk verricht of uitsluitend met behulp van de echtgeno(o)t(e)/ partner of bij hen inwonende bloedverwanten of aanverwanten of pleegkinderen; 3. de arbeid gedurende ten minste vijf uur per week verricht; 4. EN dat de duur van de arbeidsverhouding ten minste drie maanden bedraagt en de periode tussen twee opdrachten minder dan 31 dagen is. 2.3 Loonbegrip Onder loon verstaat de WML de geldelijke inkomsten uit een de dienstbetrekking, met uitzondering van: 1. verdiensten uit overwerk 2. vakantiebijslagen; 3. winstuitkeringen; 4. uitkeringen bij bijzondere gelegenheden; 5. uitkeringen als gevolg van aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde één of meer uitkeringen te ontvangen; 6. vergoedingen voor zover zij geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van noodzakelijke kosten, die de werknemer in verband met zijn dienstbetrekking heeft te maken; 7. bijzondere vergoedingen voor kostwinners en gezinshoofden; 8. uitkeringen als gevolg van een premiespaarregeling of een spaarloonregeling; 9. eindejaarsuitkeringen. Voorts wordt jaarlijks bij algemene maatregel van bestuur onder de titel Loon in natura de nominale bedragen vastgesteld, die niet als geldelijke inkomsten uit een dienstbetrekking mede als loon worden aangemerkt. Het gaat hier om de kost en inwoning en bewassing e.d. van schepelingen en inwonende kinderen/werknemers. De nominale bedragen van loon in natura moeten op de salarisspecificatie staan vermeld. Voor het berekenen van het WML-loon gelden de nominale vastgestelde bedragen De AVO-steekproef bevat te weinig bedrijven met thuiswerkers in loondienst. In het vervolg van dit rapport zal daarom geen aandacht worden geschonken aan onderbetaalde thuiswerkers. Voor zover het loon niet naar tijdruimte is vastgesteld maar afhankelijk is van de uitkomsten van de verrichte arbeid (stukloon), wordt als arbeidsduur aangemerkt: de tijd die redelijkerwijs met de uitvoering is gemoeid. De werkgever moet schriftelijk aan de thuiswerker meedelen welke tijd redelijkerwijs met de uitvoering is gemoeid. Als de werknemer inclusief kost en inwoning exact het WML-loon ontvangt en de werkgever heeft de kost en woning gewaardeerd op 400 gulden (dit is meer dan het nominaal vastgestelde bedrag van 278 gulden), dan wordt de werknemer onderbetaald. 4

15 Een werkgeversbijdrage in de kosten van een particuliere ziektekostenverzekering is wel loon in de zin van het WML; het bedrag kan maandelijks, per kwartaal, per halfjaar of per jaar worden toegekend of uitgekeerd aan de werknemer. De werkgeversbijdrage in de premie Ziekenfondswet (ZFW) is geen loon in de zin van het WML. Ook de fiscale bijtellingen, voor bijvoorbeeld het particulier gebruik van een auto van de zaak, is geen loon in de zin van de WML 10. Wanneer de premie voor een collectieve ziektekostenverzekering (deels) voor rekening van de werkgever komt is er alleen in fiscale zin sprake van belastbaar loon, en is er geen sprake van loon in de zin van het WML. Hieronder is weergegeven welke looncomponenten deel uit maken van het WML-loonbegrip. Opbouw van het WML-loon Functieloon Persoonlijke toelage Tarief en provisie Ploegentoeslag/onregelmatige dienst toeslagen Inconveniënten Bijdrage werkgever ZKV Loon in natura Overig loon (zoals fooien, waarnemingstoelagen e.d.) Het wettelijk minimum(jeugd)loon gaat uit van het bruto loon bij een normale arbeidsduur (dus zonder overwerk). In de volgende paragraaf wordt nader ingegaan op het begrip normale arbeidsduur. 2.4 Normale arbeidsduur Het minimumloonbedrag waar de werknemer recht op heeft is naast de leeftijd ook afhankelijk van de arbeidsduur. Voor het volledige bedrag moet de normale arbeidsduur worden gewerkt. Normaal is de arbeidsduur die in vergelijkbare banen een volledige dienstbetrekking vormt. Het aantal uren dat een volledige betrekking vormt is niet wettelijk bepaald. In de meeste sectoren en bedrijven is de normale arbeidsduur 36, 38 of 40 uur per week. Deeltijders Voor een werknemer die in deeltijd werkt is het (rechtens geldende) minimumloon naar evenredigheid met het aantal gewerkte uren lager. Als bijvoorbeeld een werknemer 19 uur werkt en de normale arbeidsduur in het bedrijf is 38 dan heeft de werknemer recht op de helft (= 19/38) van het volledige minimumloon. 10 Het bedrag van de fiscale bijtelling evenals de werkgeversbijdrage ZKV wordt immers in het bruto-netto traject eerst bijgeteld voor de vaststelling van loonheffing, maar daarna voor de vaststelling van het netto-loon weer afgetrokken. 5

16 De in collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO s) overeengekomen arbeidsduur per week (of per jaar) biedt een belangrijk houvast bij het, conform WML, naar evenredigheid vaststellen van het rechtens geldende minimumloon van deeltijdwerkers 11. Als er geen collectieve regeling geldt wordt bij het naar evenredigheid vaststellen van het minimumloon van deeltijders uitgegaan van de in het bedrijf of de in de branche in een volledig dienstverband gebruikelijke arbeidsduur. Die arbeidsduur geldt dan als de normale arbeidsduur. Als een werkgever voor niet-cao ers 12 een van de CAO afwijkende normale arbeidsduur hanteert, dan geldt voor de niet-cao ers deze door de werkgever gehanteerde gebruikelijke arbeidsduur. Bij de niet-cao ers is er immers geen sprake van met CAO ers overeenkomstige arbeidsverhoudingen. In meer algemene zin is er sprake van overeenkomstige arbeidsverhoudingen bij werknemers die min of meer gelijksoortige werkzaamheden verrichten. Arbeidsduurverkorting In veel bedrijven is de normale arbeidsduur verkort van 40 uur naar 38 of 36 uur per week. Vaak wordt er 40 uur per week gewerkt en wordt arbeidsduurverkorting in roostervrije dagen gegeven. De roostervrije dagen gelden ook voor deeltijders. Ter verduidelijking volgen hierna twee voorbeelden. Voorbeeld 1 In een bedrijf is de normale arbeidsduur 38 uur. Feitelijk wordt er 40 uur gewerkt en hebben de werknemers recht op 13 ADV-dagen van 8 uur (13 ADV-dagen van 8 uur komt overeen met 104 uur per jaar ofwel 2 uur per week). 1 Een deeltijder heeft een dienstbetrekking van 50%. De omvang van de dienstbetrekking voor de werknemer bedraagt 19 uur (50% van 38 uur). Feitelijk werkt de deeltijder 20 uur per week en heeft hij recht op 13 ADV-dagen van 4 uur (52 uur op jaarbasis en 1 uur per week). De deeltijder heeft recht op tenminste 50% van het wettelijk (voltijd) minimumloon. 2 Een deeltijder werkt feitelijk 20 uur per week en ziet af van ADV-dagen. De omvang van de dienstbetrekking voor de werknemer bedraagt 20/38 (55,56%). Deze deeltijder heeft recht op 20/38 van het wettelijk (voltijd) minimumloon. Voorbeeld 2 Voor een bedrijf is in een CAO vastgelegd dat de normale arbeidsduur 38 uur bedraagt en dat de feitelijke werkweek 40 uur bedraagt met 12 ADV-dagen. Omgerekend naar uren levert een feitelijke werkweek van 40 uur en 12 ADV-dagen een normale arbeidsduur op van 38,15 uur per week. Voor het bepalen van het rechtens geldende minimumloon van deeltijders moet de werkgever uitgegaan van de in de CAO vastgelegde normale arbeidsduur van 38 uur en dus niet van de na omrekening van de ADV-dagen verkregen 38,15 uur In CAO s kunnen definities opgenomen zijn over wat onder loon wordt verstaan. Het WML-loonbegrip prevaleert voor wat betreft de toepassing van de WML boven wat de CAO bepaalt. Niet-CAO ers in een CAO-bedrijf zijn de werknemers waarvoor de CAO-bepalingen niet van toepassing zijn. 6

17 2.5 Arbeidsgehandicapten (REA) Iedere arbeidsgehandicapte werknemer heeft aanspraak op een geldelijke beloning voor de verrichte arbeid die gelijk is aan de geldelijke beloning die een niet arbeidsgehandicapte werknemer in een gelijkwaardige functie bij dezelfde arbeidsduur pleegt te ontvangen. Als de arbeidsprestatie van een arbeidsgehandicapte werknemer door ziekte of gebreken duidelijk minder is dan de arbeidsprestatie die in een functie als normaal wordt beschouwd, vermindert het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op verzoek van de betrokken werkgever of werknemer de hoogte van de beloning voor de verrichte arbeid, zo nodig in afwijking van wat bij en krachtens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is bepaald (artikel 7 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (REA)). Werknemers die op grond van de Wet REA minder verdienen dan het wettelijk minimumloon worden in dit onderzoek niet gerekend tot de groep onderbetaalde werknemers. 7

18 8

19 3 RESULTATEN 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. In de eerste paragraaf worden de geschatte aantallen onderbetaalden en minimumloners gegeven. Verhoudingsgewijs bestaan er naar diverse kenmerken verschillen in aantallen werknemers die op of onder het WML worden beloond. Te denken valt aan geslacht, leeftijd, arbeidsduur, etnische afkomst, functieniveau en economische sector. In paragraaf 3.2 wordt nader ingegaan op de aantallen onderbetaalden en minimumloners naar diverse kenmerken. In paragraaf 3.3 wordt voor de onderbetaalden en de minimumloners een profielschets gegeven. Vervolgens wordt in paragraaf 3.4 ingegaan op het niveau van de onderbetaling en komen de redenen van onderbetaling aan bod in paragraaf 3.5. Ten slotte wordt in paragraaf 3.6 nader ingegaan op de financiële doorgroeimogelijkheden van onderbetaalde werknemers en werknemers met een bruto-loon op het WML-niveau. In het AVO-onderzoek zijn de loonbedragen van werknemers afgerond op guldens. Bij het bepalen van het aantal minimumloners en de aantallen onderbetaalden is daarom rekening gehouden met afrondingseffecten. Werknemers waarvan het bruto loon minder dan een 0,5% dan wel minder dan 5 gulden afwijkt van het (rechtens geldende) minimumloon zijn ingedeeld in de categorie minimumloners (hierna ook wel aangeduid als WML ers). Werknemers waarvan het bruto loon meer dan een 0,5% dan wel meer dan 5 gulden onder het (rechtens geldende) minimumloon ligt zijn ingedeeld in de categorie onder-betaalden. 3.2 Minimumloners en onderbetaalden De in dit hoofdstuk gepresenteerde schattingen van aantallen werknemers beloond op en onder het WML zijn gebaseerd op het peilmoment oktober In oktober 2001 werken in naar schatting bedrijven (10,1% van het totaalaantal bedrijven) één of meer WML ers. In deze bedrijven werken naar schatting minimumloners (2,1% van het totaalaantal werknemers waarvoor de WML geldt) 13. Voorts werken er in naar schatting bedrijven (7,7% van het totaalaantal bedrijven) één of meer werknemers die onderbetaald worden. In totaal zijn in 2001 naar 13 Onderbetaalden maken geen deel uit van de categorie minimumloners (WML ers). 9

20 schatting werknemers onderbetaald (1,1% van het totaalaantal werknemers waarvoor de WML geldt). Uit het onderzoek van de Arbeidsinspectie naar de naleving van de WML in 1997 blijkt dat in 1997 in totaal (2,5%) van alle werknemers het WML verdienden en (0,7%) werden onderbetaald 14. De (absolute) toename van het aantal WML ers en onderbetaalden hangt voor een deel samen met de groei van de werkgelegenheid van circa 4,9 miljoen naar 6,1 miljoen werknemers. Voorts is de structuur van de werkgelegenheid in de loop der tijd gewijzigd. In het bijzonder is het aantal deeltijdbanen, het aantal vrouwen en het aantal jongeren met een baan in de periode van 5 jaar toegenomen. Naast deze maatschappelijke ontwikkelingen zijn er ook methodologische verschillen tussen het huidige onderzoek en het onderzoek uit Het in 1997 uitgevoerde onderzoek is gebaseerd op een steekproef van bedrijven waarin in totaal werknemers werkten. In deze bedrijven is voor één betaalperiode (week, maand) in de periode april t/m oktober 1997 door de inspecteurs bepaald hoeveel werknemers een loon hadden lager of gelijk aan het WML. In de grotere bedrijven met meer dan 100 werknemers in loondienst is door de inspecteurs steekproefsgewijs gecontroleerd. De werknemers die zijn onderbetaald en werknemers die het WML ontvangen, zijn op bedrijfsniveau ingedeeld naar een aantal kenmerken (geslacht, leeftijd, allochtoon/ autochtoon, arbeidsduur). Per werknemerscategorie is de gemiddelde onderbetaling in procenten van het rechtens geldende WML berekend en genoteerd. Werknemers met een loon boven het WML zijn niet nader ingedeeld naar genoemde kenmerken. Het onderhavige onderzoek is gebaseerd op een steekproef van bedrijven waarin in totaal werknemers werkzaam waren. In deze bedrijven zijn voor de laatste betaalperiode in oktober 2001 van ruim werknemers gegevens verzameld over verschillende beloningscomponenten en het aantal gewerkte uren. Bij een door een inspecteur geconstateerde onderbetaling is gevraagd naar de reden van onderbetaling. Achteraf is het bruto-loon van een werknemer getoetst aan het loon waarop de werknemer volgens de WML recht heeft. Ook niet door de inspecteurs geconstateerde onderbetalingen zijn meegenomen. Hierna worden de aantallen minimumloners en onderbetaalden beschouwd naar een aantal achtergrondkenmerken. 14 Zie rapport Toepassing Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in De onderzoeksperiode was een betaalperiode in een van de zomermaanden van

21 3.2.1 Minimumloners en onderbetaalden per werknemerscategorie Geslacht Uit tabel 3.1 blijkt dat vrouwen vaker worden onderbetaald dan mannen. Ook worden vrouwen vaker beloond op WML-niveau. Dat geldt zowel voor jeugdige werknemers jonger dan 23 jaar als voor volwassen werknemers. Tabel 3.1 Percentage WML ers en onderbetaalden in oktober 2001 naar geslacht In procenten van het totaalaantal werknemers per categorie WML ers Onderbetaalden Totaal, w.o. 2,1 1,1 Vrouwen w.o. 2,9 1,7 Jeugdigen 9,8 4,8 Volwassen 1,4 1,3 Mannen w.o. 1,4 0,6 Jeugdigen 7,2 2,9 Volwassen 0,8 0,4 Jeugdigen 8,5 3,8 Volwassen 1,2 0,7 Leeftijd Veel jeugdigen zijn, aan het begin van hun loopbaan, nog op de lagere functieniveaus werkzaam. Voorts zijn er ook veel scholieren en studenten die naast de studie een bijbaantje hebben. Jeugdigen hebben dan ook relatief vaker dan volwassen een loon op het wettelijk minimumloon (zie tabel 3.2). Het percentage onderbetaalden is voor jeugdige werknemers ruim vier maal zo hoog als voor volwassen werknemers (Uit tabel III.2 in bijlage III blijkt dat vrouwen ook vaker dan mannen een bruto-loon hebben dat lager is dan 130% van het WML (32% van de vrouwen en 14% van de mannen)). Opvallend is verder het percentage onderbetaalden voor werknemers ouders dan 60 jaar. Voor een deel gaat het hierom VUT ers met een bijbaantje die naast hun uitkering niet meer dan een bepaald maximum bedrag mogen verdienen. 11

22 Tabel 3.2 Percentage WML ers en onderbetaalden in oktober 2001 naar leeftijd In procenten van het totaalaantal werknemers per categorie WML ers Onderbetaalden Totaal, w.o. 2,1 1, jaar 8,5 3, jaar 2,3 0, jaar 0,8 0, jaar 1,1 0, jaar 1,0 0,8 = 60 jaar 2,0 2,6 Arbeidsduur Tabel 3.3 bevat de percentages WML ers en onderbetaalden voor werknemers die voltijd en deeltijd werken. De tabel laat zien dat het percentage WML ers toeneemt als de arbeidsduur afneemt. Dat geldt ook voor het percentage onderbetaalden. Tabel 3.3 Percentage WML ers en onderbetaalden in oktober 2001 naar arbeidsduur In procenten van het totaalaantal werknemers per categorie WML ers Onderbetaalden Totaal, w.o. 2,1 1,1 Voltijd 0,6 0,3 Deeltijd = 12 uur 2,6 1,4 Deeltijd <12 uur 8,6 4,9 12

23 Functieniveau Uit tabel 3.4 blijkt dat zowel het aantal WML ers als het aantal onderbetaalde werknemers afneemt naar mate het functieniveau toeneemt 15. In de twee laagste LTDfunctieniveaus (functies van laag niveau) zijn relatief veel vrouwen, deeltijders en jeugdigen werkzaam. Ongeveer één op de vier vrouwen tegen één op de acht mannen heeft een baan van laag niveau (LTD-functieniveau I en II). Van de jeugdige werknemers hebben ruim vier op de tien werknemers een functie van laag niveau tegen ruim één op de tien volwassen werknemers. Bijna één op de tien voltijders heeft een functie van laag niveau. Van de deeltijders die 12 uur of meer werken hebben twee op de tien heeft een functie van laag niveau en van de deeltijders die minder dan 12 uur werken ongeveer vijf op de tien. Tabel 3.4 Percentage WML ers en onderbetaalden in oktober 2001 naar functieniveau In procenten van het totaalaantal werknemers per categorie WML ers Onderbetaalden Totaal, w.o. 2,1 1,1 LTD-functieniveau I 10,2 3,2 LTD-functieniveau II 7,1 3,4 LTD-functieniveau III-laag 2,0 1,5 LTD-functieniveau III-hoog 0,5 0,6 LTD-functieniveau IV 0,2 0,3 LTD-functieniveau V 0,2 0,0 LTD-functieniveau VI 0,2 LTD-functieniveau VII 0,4 LTD-functieniveau VIII LTD-functieniveau onbekend 2,4 0,6 15 De indeling van functies naar LTD-functieniveaus is ontwikkeld door de toenmalige Loontechnische Dienst (LTD). In 1994 is de LTD opgegaan in de Arbeidsinspectie. Zie bijlage II voor een omschrijving van de indelingen van functies naar LTD-functieniveau en functiesoort. Zie bijlage II voor een omschrijving van de LTD-functieniveaus. 13

24 Type werknemer Tabel 3.5 geeft inzicht in de percentages WML ers en onderbetaalden voor CAO ers, AVV ers, niet-cao ers en directieleden. Tot de categorie CAO'ers worden gerekend alle werknemers die vallen onder de werkings-sfeer van een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO), een door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vastgestelde regeling (in overeenstemming met artikel 5 en 6 van de Wet op de Loonvorming), of een door een publiekrechtelijk bedrijfsorgaan vast-gestelde verordening 16. Werknemers die door een algemeen verbindend verklaring van een CAO onder de betreffende CAO vallen behoren tot de categorie AVV ers. Werknemers die van de werkingssfeer van een CAO zijn uitgesloten of werknemers in dienst van bedrijven waarop geen CAO, regeling of verordening van toepassing is, worden met uitzondering van directieleden, aangeduid als niet-cao ers of directielid. In 2001 is naar schatting 70% van de werknemers een CAO er, 21% een niet-cao er, 6% een AVV er en 3% een directielid 17. Uit tabel 3.5 blijkt dat zowel het aandeel WML ers als het aandeel onderbetaalden in de categorie CAO ers lager is dan in de categorie niet-cao ers. In de categorie AVV ers is het aandeel WML ers en het aandeel onderbetaalden het hoogst. Bij de directieleden met een laag bruto-loon gaat het veelal om eigenaars van bedrijven die naast het bruto-loon ook inkomsten hebben uit andere bronnen, zoals winst uit de eigen onderneming. Tabel 3.5 Percentage WML ers en onderbetaalden in oktober 2001 naar type werknemer In procenten van het totaalaantal werknemers per categorie WML ers Onderbetaalden Totaal, w.o. 2,1 1,1 CAO ers 1,6 0,7 AVV ers 3,1 5,0 Niet-CAO ers 3,4 1,3 Directieleden 0,4 0, De belangrijkste publiekrechtelijke regeling is de 'Verordening Arbeidsvoorwaarden Detailhandel' (VAD), die door het bedrijfschap Detailhandel is vastgesteld. In 2001 geldt in 43% van de bedrijven in het bedrijfsleven een CAO. In 17% van de bedrijven is als gevolg van het algemeen verbindend verklaren een CAO van toepassing. In de overige (40% van de) bedrijven geldt geen (algemeen verbindend verklaarde) CAO. Zie ook het rapport Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2001, Arbeidsinspectie, drs. P.M. Venema, A. Faas en J.S. Samadhan. 14

25 Economische sectoren Ook tussen economische sectoren zijn er verschillen te zien in de percentages werknemers op en onder het WML. Tabel 3.6 laat zien dat relatief veel WML ers voorkomen in de sectoren Detailhandel, Horeca en Voedings- en genotmiddelenindustrie. Het percentage onderbetaalden is het hoogst in de sectoren Horeca, Landbouw en visserij en Detailhandel. Tabel III.2 in bijlage III laat zien dat in de sectoren Landbouw en visserij, Horeca en Detailhandel en Cultuur, recreatie en overige dienstverlening relatief vaak werknemers werken met een bruto-loon dat lager is dan 130% WML. Tabel 3.6 Percentage WML ers en onderbetaalden in oktober 2001 naar economische sectoren In procenten van het totaalaantal werknemers per categorie WML ers Onderbetaalden Totaal, w.o. 2,1 1,1 Landbouw en visserij 1,9 4,1 Delfstoffenwinning -,- -,- Industrie, w.o. 1,8 0,3 Voedings- en genotmiddelenindustrie 4,1 0,6 Grafische industrie 0,8 0,4 Aardolie en chemische industrie 0,2 0,2 Metaal- en electrotechnische industrie 0,5 0,1 Autohandel en reparatie 3,6 1,5 Energie- en waterleidingbedrijven -,- -,- Bouwnijverheid 0,6 0,3 Reparatie consumentenartikelen en handel, 4,9 2,5 w.o. Groothandel 1,1 1,2 Detailhandel 7,8 3,7 Horeca 5,9 5,6 Vervoer, opslag en communicatie 0,2 0,4 Vervoer over land 0,2 0,5 Rest vervoer en communicatie 0,2 0,3 Financiële instellingen, w.o. 0,3 0,2 Bank- en verzekeringswezen 0,2 0,2 Overige financiële instellingen 0,1 0,5 Verhuur en zakelijke dienstverlening 1,2 0,5 Verplichte sociale verzekeringen -,- -,- Particulier onderwijs 3,0 1,3 Gezondheids- en welzijnszorg, w.o. 0,9 0,3 Verpleeg- en bejaardentehuizen 0,5 0,2 Cultuur, recreatie en overige dienstverlening 2,7 1,2 15

26 Bedrijfsomvang Uit tabel 3.7 blijkt dat WML ers relatief vaak voorkomen in bedrijven tot 10 werknemers. Ook het percentage onderbetaalden is in de kleinere bedrijven beduidend hoger dan in de overige bedrijven. Tabel 3.7 Percentage WML ers en onderbetaalden in oktober 2001 naar bedrijfsomvang In procenten van het totaalaantal werknemers per categorie WML ers Onderbetaalden Totaal, w.o. 2,1 1,1 1-4 werknemers 4,7 3,9 5-9 werknemers 3,3 2, werknemers 1,6 1, werknemers 1,3 0, werknemers 1,1 0, werknemers 0,9 0, werknemers 0,9 0,5 500 en meer werknemers 2,2 0,5 3.3 Profielschets minimumloners en onderbetaalden Minimumloners Tabel III.1 in bijlage III bevat informatie over de verdelingen van de minimumloners naar diverse achtergrondvariabelen 18. Uit de tabel blijkt dat in de groep minimumloners: 61% vrouw is; 9% van allochtone afkomst is; 82% in deeltijd werkt (waarvan 54% minder dan 12 uur werk en 46% 12 uur of meer); 47% jonger is dan 23 jaar; 32% een verzorgende of dienstverlenende functie vervult en 31% een productie of technische of handarbeidfunctie; 90% een functie vervult van laag niveau (LTD-functieniveau I, II en III-laag). Van deze werknemers vervult 30% een functie op niveau I, 48% op niveau II en 22% op niveau III-laag. 37% werkzaam is in bedrijven met minder dan 10 werknemers in loondienst (kleinbedrijf) en 36% in bedrijven met meer dan 500 werknemers; 78% een laag opleidingsniveau heeft (basisonderwijs, algemeen voortgezet onderwijs of lagerberoepsonderwijs); 52% CAO ers is, 9% AVV er en 38% niet-cao er; 53% blijvers zijn en 47% komers; 18 Tabel III.5 bevat informatie over de verdeling van bedrijven met minimumloners in loondienst naar economische sector, bedrijfsomvang en type collectieve regeling. 16

27 45% werkzaam is in de sector Detailhandel en reparatiebedrijven, 14% in de Industrie en 12% in de Horeca. Bij het vergelijken van de verdelingen van de kenmerken van minimumloners met die van alle werknemers blijkt dat in de categorie minimumloners vrouwen, deeltijders, werknemers jonger dan 23 jaar zijn oververtegenwoordigd. Dat geldt ook voor werknemers met een laag functieniveau, werknemers met een productie, technische en/of handarbeidfunctie en werknemers met een verzorgende of dienstverlenende functie. Voorts zijn werknemers die onder een AVV vallen, werknemers werkzaam in het kleinbedrijf en werknemers in de sectoren Detailhandel en reparatiebedrijven, Horeca en Landbouw in de categorie minimumloners oververtegenwoordigd. Uit het voorgaande kunnen we het volgende profiel van de werknemers met een brutoloon op het WML-niveau schetsen. Minimumloners zijn vooral vrouwen en jongeren (veelal studenten en jongeren met een bijbaantje) die vaak in deeltijd werken. Vaak hebben ze een productie, technische en/of handarbeidfunctie of een verzorgende of dienstverlenende functie die behoort tot de lagere functieniveaus. Voorts zijn ze vaak werkzaam in het kleinbedrijf in de sectoren Detailhandel en reparatiebedrijven, Horeca en Landbouw Onderbetaalden Uit tabel III.1 in bijlage III blijkt dat van in de groep onderbetaalden 19 : 69% vrouw is; 10% van allochtone afkomst is; 85% in deeltijd werkt (waarvan 55% minder dan 12 uur werk en 45% 12 uur of meer; 40% jonger is dan 23 jaar; 46% een verzorgende of dienstverlenende functie vervult; 81% een functie vervult van laag niveau (LTD-functieniveau I, II en III-laag). Van deze werknemers vervult 19% een functie op niveau I, 46% op niveau II en 34% op niveau III-laag. 58% werkzaam is in bedrijven met minder dan 10 werknemers in loondienst (kleinbedrijf); 53% een laag opleidingsniveau heeft (basisonderwijs, algemeen voortgezet onderwijs of lager beroepsonderwijs). Voor 20% is het opleidingsniveau onbekend; 43% CAO ers is, 28% AVV er en 28% niet-cao er; 57% een werknemer is die ook in oktober van het voorafgaande jaar werkzaam was binnen het bedrijf en 43% een komer; 37% werkzaam is in de sector Detailhandel en reparatiebedrijven, 22% in de Horeca en 6% in de Landbouw. Bij het vergelijken van de verdelingen van de kenmerken van onderbetaalden met die van alle werknemers blijkt dat in de categorie onderbetaalden vrouwen, deeltijders, werknemers jonger dan 23 jaar zijn oververtegenwoordigd. Dat geldt ook voor werknemers met een laagfunctieniveau en werknemers met een verzorgende of dienstverlenende functie. Verder zijn werknemers die onder een AVV vallen, werknemers 19 Tabel III.5 bevat informatie over de verdeling van bedrijven met onderbetaalden in loondienst naar economische sector, bedrijfsomvang en type collectieve regeling. 17

28 werkzaam in het kleinbedrijf en werknemers in de sectoren Detailhandel en reparatiebedrijven, Horeca en Landbouw oververtegenwoordigd. 18

29 Uit het voorgaande kunnen we het volgende profiel voor de onderbetaalde werknemers schetsen. Onderbetaalde werknemers zijn vooral in deeltijd werkende vrouwen en jongeren. Vaak hebben ze een verzorgende of dienstverlenende functie die behoort tot de lagere functieniveaus en zijn ze werkzaam in het kleinbedrijf in de sectoren Detailhandel en reparatiebedrijven, Horeca of Landbouw. 3.4 Niveau van de onderbetaling De onderbetaalde werknemers verdienden in oktober 2001 gemiddeld 11% minder dan het rechtens geldende WML. Niet iedereen werd evenveel onderbetaald, zoals blijkt uit tabel 3.8 en tabel 3.9. Tabel 3.8 Verdeling van de onderbetaalde werknemers in % Onderbetaalde werknemers in % Totaal, w.o. 100 onderbetaling < 1,0% 1 1,0% = onderbetaling < 2,0% 7 2,0% = onderbetaling < 3,0% 17 3,0% = onderbetaling < 4,0% 6 4,0% = onderbetaling < 5,0% 12 5,0% = onderbetaling < 10,0% 21 10,0% = onderbetaling < 20,0% 18 20,0% en meer 18 Ruim 40% van de onderbetaalde werknemers wordt minder dan 5% onderbetaald. 36% wordt meer dan 10% onderbetaald. Voorts blijkt uit tabel 3.8 dat ongeveer eenderde van de werknemers minder dan 10 wordt onderbetaald en dat 12% van de onderbetaalde werknemers meer dan 100 wordt onderbetaald. Uit tabel III.1 in bijlage III blijkt dat de gemiddelde onderbetaling relatief hoog is voor: mannen; deeltijders; AVV ers; jeugdige werknemers jonger dan 23 jaar en werknemers van 60 jaar en ouder; werknemers met een functie van laag functieniveau (LTD-functieniveau I en II); werknemers met een technische en/of handarbeidfunctie en werknemers met een verzorgende en/of dienstverlenende functie; werknemers werkzaam in de sectoren Landbouw en visserij en Horeca. 19

30 Tabel 3.9 Verdeling van de onderbetaalde werknemers in % Onderbetaalde werknemers in % Totaal, w.o. 100 onderbetaling < = onderbetaling < = onderbetaling < = onderbetaling < = onderbetaling < = onderbetaling < = onderbetaling < = onderbetaling < en meer Redenen van onderbetaling In de bedrijven met onderbetaalde werknemers is nagegaan wat de reden(en) van de onderbetaling waren. Tabel 3.10 Reden(en) van onderbetaling. In % van het aantal onderbetaalde werknemers in % Netto-loon afspraak 31 Onjuiste normale of gebruikelijke arbeidstijd 15 WML-loonsverhoging niet toegekend 4 WML-loonsverhoging niet toegekend 12 Overhevelingstoeslag niet toegekend 3 Jeugdloonverhoging niet toegekend 7 Afrondingen (te grof) 6 Overige redenen 41 a De percentages tellen op tot boven de 100%, omdat per onderbetaling er meerdere redenen voor onderbetaling kunnen zijn. Tabel 3.10 laat zien dat netto-loonafspraken een van de redenen van de onderbetaling is bij 31% van de geconstateerde onderbetalingen. Onderbetalingen als gevolg van netto loonafspraken komen voor bij deeltijders. De werkgever heeft met zijn werknemers een zogenaamde netto-loonafspraak gemaakt, wat betekent dat de hoogte van het overeengekomen loon is uitgedrukt in een netto-loonbedrag. Wanneer het netto-uurloon is gebaseerd op een volledige dienstbetrekking, kan de toepassing van het netto-uurloon voor het bepalen van het bruto-loon van deeltijders leiden tot een bruto-loon dat lager is 20

31 dan het rechtens geldende minimum bruto-loon. Dit wordt veroorzaakt door onder meer de belasting vrije som en franchise s in de sociale verzekeringen. Bij 15% van de onderbetalingen is de werkgever van een onjuiste normale of gebruikelijke arbeidsduur uitgegaan. Ook hier gaat het vooral om werknemers die in deeltijd werken. Een werknemer die in een bedrijf werkt waar de gebruikelijke arbeidsduur 36 of 38 uur is, moet naar evenredigheid van 36 of 38 uur te worden beloond (en niet naar evenredigheid van bijvoorbeeld 40 uur). Voorts blijkt uit de tabel dat voor een groep onderbetaalde werknemers de wettelijke verhogingen van het wettelijk minimumloon in 2001 niet zijn toegepast. Het gaat hier om de WML-loonsverhogingen per en per en de verhoging van het wettelijk minimumloon per door het inbouwen van de overhevelingstoeslag. Voor 38% van de jeugdige werknemers tot en met 22 jaar is de wettelijke jeugdloonverhoging niet of niet volledig door de werkgever toegepast. Voor de onderbetaalde werknemers die in jaar zijn geworden geldt dat aan een kwart de laatste wettelijke jeugdloonverhoging niet (volledig) is toegekend. Tot slot blijkt uit de tabel dat bij 41% van de onderbetalingen (eventueel naast één of meerdere in tabel 3.10 gespecificeerde redenen) een overige, niet nader te kwantificeren, reden voor de onderbetaling geldt. Te denken valt aan: netto-loon afspraken die na brutering ook voor voltijdwerkers een te laag bruto-loon opleveren; (dit is het geval als het bruto-loon in het geheel niet op de WML is gebaseerd; een te laag vastgesteld bruto-loon voor directieleden, meewerkende partners of kinderen; vutters die bovenop de uitkering niet meer dan een bepaald bedrag mogen verdienen; werknemers in (religieuze) woongemeenschappen; werkgevers die de wet om andere redenen niet toepassen. Tabel III.3 in bijlage III bevat informatie over de redenen van onderbetaling voor diverse categorieën werknemers. 3.6 Financiële doorstroom onderbetaalden en minimumloners Het AVO-onderzoek kent twee peilmomenten, waardoor het mogelijk is de loonontwikkeling tussen de beide peilmomenten te meten voor de werknemers die op beide peilmomenten bij dezelfde werkgever in loondienst zijn. Voor de gebleven onderbetaalde werknemers in oktober 2000 is nagegaan hoeveel er een jaar later nog werden onderbetaald. Voor de gebleven minimumloners in oktober 2000 is nagegaan hoeveel er een jaar later nog een minimumloon hadden. Uit figuur 3.1 blijkt dat van de bij dezelfde werkgever in loondienst gebleven onderbetaalde werknemers in oktober 2000 één jaar later nog de helft wordt onderbetaald. 13% van de onderbetaalde werknemers in oktober 2000 heeft op oktober 2001 een brutoloon dat gelijk is aan het (rechtens geldende) WML en de overige 35% heeft in oktober 2001 een bruto-loon dat hoger is dan het WML. 21

32 Figuur 3.1 Financiële doorstroming van onderbetaalde werknemers oktober 2000 Boven WML in oktober % Onder WML in oktober % WML in oktober % Figuur 3.2 laat zien dat van de bij dezelfde werkgever in loondienst gebleven minimumloners in oktober % één jaar later nog steeds het WML verdient. Eenderde van de gebleven WML ers in oktober 2000 verdient in oktober 2001 meer dan het rechtens geldende minimumloon. 7% van de minimumloners in oktober 2000 verdient in oktober 2001 minder dan het WML. Tabel III.4 in bijlage III bevat meer gedetailleerde informatie over de financiële doorstroming van onderbetaalden en minimumloners. Figuur 3.2 Financiële doorstroming van minimumloners in oktober 2000 Boven WML in oktober % Onder WML in oktober % WML in oktober % 22

33 23

34 BIJLAGEN 24

35 25

36 BIJLAGE I METHODE VAN ONDERZOEK 26

37 27

38 I.1 Verantwoording van de steekproef Voor het arbeidsvoorwaardenonderzoek is een steekproef getrokken van bedrijven/ instellingen én werknemers in het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven omvat de marktsector en de gepremieerde en gesubsidieerde sector 20. Om de ontwikkeling in de arbeidsvoorwaarden te kunnen meten kent het onderzoek twee peilmomenten, oktober 2000 en oktober Hierna wordt nader ingegaan op de wijze waarop de gegevens zijn verzameld. Bedrijfsleven Voor het bedrijfsleven is een zogenaamde gestratificeerde tweetrapssteekproef gebruikt. In de eerste trap is een steekproef van bedrijven en instellingen getrokken. In de tweede trap is een steekproef van werknemers getrokken uit de in de eerste trap geselecteerde bedrijven. Steekproef van bedrijven Uit een eigen bedrijfscartotheek van de Arbeidsinspectie zijn in de eerste trap van de steekproef 2657 bedrijven getrokken uit de populatie bedrijven met één of meer werknemers in loondienst. Volgens de 'Statistiek bedrijven in Nederland' van het CBS waren dat er in januari 2001 bijna Bij de steekproeftrekking is de populatie van bedrijven verdeeld in 280 strata. Deze strata zijn gevormd op basis van 35 onderscheiden economische sectoren en een indeling in 8 klassen van bedrijven naar bedrijfsomvang. In ieder stratum zijn aselect een aantal bedrijven getrokken. Tabel I.a laat de verdeling zien van bedrijven in het bedrijfsleven naar standaard bedrijfsindeling (SBI 93) en naar bedrijfsomvang. In de steekproef is het aantal kleine bedrijven met minder dan 10 werknemers ondervertegenwoordigd terwijl het aantal grotere bedrijven is oververtegenwoordigd. Door herweging van de onderzoeksgegevens wordt hiervoor gecorrigeerd. 20 Het AVO-onderzoek omvat ook de overheid. Omdat het onderhavige onderzoek zich beperkt tot het bedrijfsleven wordt in deze bijlage verder niet ingegaan op de gegevensverzameling bij de overheid. 28

39 Tabel I.a Aantal bedrijven en instellingen in onderzoek en de verdeling voor en na herweging (bedrijfsleven). Aantal bedrijven Verdeling van bedrijven in steekproef in % na herweging a in % Economische sectoren (SBI 93) Landbouw, jacht, bosbouw en visserij 132 5,0 6,2 Delfstoffenwinning 18 0,7 0,0 Industrie ,3 8,7 Energie- en waterleidingbedrijven 19 0,7 0,0 Bouwnijverheid 158 5,9 9,5 Reparatie consumentenartikelen; handel ,1 27,6 Horeca 183 6,9 8,1 Vervoer, opslag en communicatie 152 5,7 4,6 Financiële instellingen 132 5,0 2,8 Verhuur en zakelijke dienstverlening ,7 15,8 Verplichte sociale verzekeringen 8 0,3 0,0 Onderwijs 28 1,1 0,5 Gezondheids- en welzijnszorg 124 4,7 7,2 Cultuur, recreatie; overige dienstverlening 134 5,0 8,9 Bedrijfsomvang 1-4 werknemers ,1 68,6 5-9 werknemers ,5 14, werknemers ,4 7, werknemers ,7 5, werknemers 209 7,9 1, werknemers 189 7,1 0, werknemers 181 6,8 0,5 500 werknemers 121 4,6 0,3 Totaal ,0 100,0 a Na herweging komt de verdeling naar sectoren overeen met de verdeling in de populatie volgens de CBS statistiek Bedrijven in Nederland Steekproef van werknemers De tweede trap betreft een steekproef van werknemers getrokken uit de in de eerste trap geselecteerde bedrijven. Het aantal geselecteerde werknemers per bedrijf is afhankelijk van de bedrijfsomvang, evenals van de te onderscheiden categorieën werknemers binnen een bedrijf, te weten een indeling van werknemers naar CAO ers en niet-cao ers. Voorts is onderscheid gemaakt tussen werknemers die op beide peilmomenten in hetzelfde bedrijf werkzaam waren ( blijvers ), werknemers die alleen op het eerste peilmoment (oktober 2000) in dienst van het bezochte bedrijf waren en ook daadwerkelijk arbeid hebben verricht ( gaanders ) en werknemers die alleen op het tweede peilmoment (oktober 2001) in dienst van het bezochte bedrijf waren en arbeid hebben verricht ( komers ). 29

40 In totaal zijn loongegevens verzameld van werknemers. Volgens het CBS waren er in december 2000 in het bedrijfsleven 6 miljoen (banen van) werknemers (bron: CBSstatistiek Banen van werknemers 2000 ). Tabel I.b laat de verdeling voor 2000 zien van het aantal werknemers in de steekproef voor en na herweging naar economische sector en bedrijfsomvang. Tabel I.b Aantal werknemers in 2000 in onderzoek (bedrijfsleven). Aantal werknemers Verdeling van werknemers in steekproef na herweging a in % in % Economische sectoren (SBI 93) Landbouw, jacht, bosbouw en visserij ,9 1,7 Delfstoffenwinning 254 0,5 0,1 Industrie ,0 15,9 Energie- en waterleidingbedrijven ,1 0,6 Bouwnijverheid ,0 6,7 Reparatie van consumentenartikelen en handel ,7 19,9 Horeca ,2 4,2 Vervoer, opslag en communicatie ,6 7,5 Financiële instellingen ,4 4,4 Verhuur en zakelijke dienstverlening ,0 18,6 Verplichte sociale verzekeringen 408 0,8 0,6 Onderwijs 403 0,8 0,2 Gezondheids- en welzijnszorg ,2 15,1 Cultuur, recreatie; overige dienstverlening ,8 4,4 Bedrijfsomvang 1-4 werknemers ,9 12,2 5-9 werknemers ,4 6, werknemers ,8 8, werknemers ,7 11, werknemers ,5 8, werknemers ,0 7, werknemers ,2 11,1 500 werknemers ,5 34,0 Totaal ,0 100,0 a Na herweging komt de verdeling naar economische sector overeen met de verdeling in de populatie volgens het CBS. In tabel I.c staat de steekproefverdeling naar blijvers, komers en gaanders. Het aandeel komers in de steekproef bedraagt 25% van het totale aantal voor het jaar 2001 in de steekproef opgenomen werknemers. Het aandeel gaanders bedraagt 23% van het aantal werknemers in

Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2004

Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2004 Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2004 Juli 2006 drs. J. Hoeben, A. Faas 2 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING I-III 1 INLEIDING

Nadere informatie

Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie

Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2001 Maart 2003 drs. P.M. Venema 2 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING

Nadere informatie

Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid. Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2006

Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid. Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2006 Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid Werknemers met een bruto-loon op en onder het wettelijk minimumloon in 2006 April 2008 drs. J. Hoeben 2 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING I-IV 1 INLEIDING 1 2 WML-BEGRIPPEN

Nadere informatie

Totaal Totaal 100,0 41,7 23,88 100,0 58,3 30,99 100, ,1

Totaal Totaal 100,0 41,7 23,88 100,0 58,3 30,99 100, ,1 Tabel III.1 Verdeling en gemiddelde bruto-uurloon van mannen en vrouwen in het bedrijfsleven naar diverse categorieen. Verhouding bruto-uurloon vrouwen als percentage bruto-uurloon mannen. (kolom %: verticaal

Nadere informatie

ASEA/LIV/7468. ./. Hierbij bied ik u het eindrapport aan van het onderzoek van de Arbeidsinspectie naar de arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2001.

ASEA/LIV/7468. ./. Hierbij bied ik u het eindrapport aan van het onderzoek van de Arbeidsinspectie naar de arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2001. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2002

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2002 Arbeidsinspectie Kantoor Den Haag Directie Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2002 Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen

Nadere informatie

Projectverslag. Pilot Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag. Project A745

Projectverslag. Pilot Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag. Project A745 Projectverslag Pilot Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag Project A745 21 februari 2006 Pilot WML Arbeidsinspectie, Den Haag Inspectieonderwerpen Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag AI bedrijfstakdirectie

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004 Arbeidsinspectie Kantoor Den Haag Directie Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004 Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen

Nadere informatie

Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon

Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Minimumloon, jeugdloon januari 2016 - juni 2016 plus Uurloon Het wettelijk minimum loon of wettelijk minimum jeugdloon is het loon of het salaris dat je minimaal uitbetaald hoort te krijgen. Werknemers

Nadere informatie

Bruto minimum(jeugd)loon per 1 januari 2008

Bruto minimum(jeugd)loon per 1 januari 2008 Bruto minimum(jeugd)loon per 1 januari 2008 Voor een werknemer van 23 tot 65 jaar is het bruto minimumloon bij een volledig dienstverband per 1 januari 2008: per maand 1.335,00 per week 308,10 per dag

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2006

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2006 Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2006 Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen groepen werknemers

Nadere informatie

Artikelen. Banen, lonen en arbeidsduur van werknemers, Wilmie Weltens

Artikelen. Banen, lonen en arbeidsduur van werknemers, Wilmie Weltens Banen, lonen en arbeidsduur van werknemers, 2002 Wilmie Weltens Eind december 2002 hadden werknemers in Nederland in totaal ruim zeven miljoen banen. Ten opzichte van december 2001 betekent dit een stijging

Nadere informatie

Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2002

Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2002 Arbeidsinspectie Kantoor Den Haag Directie Uitvoeringstaken Juridische Zaken en Beleidsinformatie Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2002 Een onderzoek naar de

Nadere informatie

Banen, lonen en arbeidsduur van werknemers,

Banen, lonen en arbeidsduur van werknemers, Banen, lonen en arbeidsduur van werknemers, 2000 2001 Wilmie Weltens Eind december 2001 hadden werknemers in Nederland in totaal ruim zeven miljoen banen. Ten opzichte van december 2000 betekent dit een

Nadere informatie

Cao-lonen 2007, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2007, de definitieve gegevens Cao-lonen 7, de definitieve gegevens Monique Hartog In 7 zijn de cao-lonen inclusief met, procent gestegen. Dit is bijna gelijk aan de stijging in 6. In beide jaren stegen de lonen het meest bij de cao-sector

Nadere informatie

Minimumloon, iedereen heeft er recht op

Minimumloon, iedereen heeft er recht op Minimumloon, iedereen heeft er recht op Krijgt u minimumloon? Werkt u in Nederland en bent u jonger dan 65 jaar? Dan hebt u recht op het Nederlandse minimumloon. Ook als u buitenlander bent. Uw werkgever

Nadere informatie

Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2006

Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2006 Arbeidsinspectie Kantoor Den Haag Afdeling Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie Arbeidsvoorwaardenontwikkelingen in 2006 Een onderzoek naar de ontwikkelingen in de bruto-uurlonen en de extra

Nadere informatie

Cao-lonen 2006, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2006, de definitieve gegevens Cao-lonen 26, de definitieve gegevens Monique Hartog In 26 zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met 2, procent gestegen. Dit is veel hoger dan in 2, toen de stijging nog,7 procent

Nadere informatie

Diversiteit binnen de loonverdeling

Diversiteit binnen de loonverdeling Diversiteit binnen de loonverdeling Osman Baydar en Karin Hagoort Doordat meer vrouwen en niet-westerse werken, wordt de arbeidsmarkt diverser. In de loonverdeling is deze diversiteit vooral terug te zien

Nadere informatie

Artikelen. Cao-lonen 2005, de definitieve gegevens. Nathalie Peltzer

Artikelen. Cao-lonen 2005, de definitieve gegevens. Nathalie Peltzer Cao-lonen, de definitieve gegevens Nathalie Peltzer In zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met,7 procent gestegen. In stegen de caolonen nog met, procent. Sinds 98 is de cao-loon-stijging

Nadere informatie

Cao-lonen 2004, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2004, de definitieve gegevens Cao-lonen, de definitieve gegevens Nathalie Peltzer In zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met, procent gestegen. Dit is aanzienlijk minder dan in, toen de stijging nog,8 procent

Nadere informatie

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het

Nadere informatie

Banen en lonen van werknemers, 2003

Banen en lonen van werknemers, 2003 Banen en lonen van werknemers, 23 Wilmie Weltens en Gerda Gringhuis Eind december 23 hadden werknemers in Nederland in totaal bijna 7 miljoen banen. Ten opzichte van december 22 betekende dit een daling

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Cao-lonen 2008, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2008, de definitieve gegevens Cao-lonen 28, de definitieve gegevens Monique Hartog In 28 zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met 3,3 procent gestegen. Deze toename is fors hoger dan de stijging van 2,1 procent

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40

Nadere informatie

Cao-lonen 2002, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2002, de definitieve gegevens Cao-lonen 2002, de definitieve gegevens Han van den Berg In 2002 zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met 3,8 procent gestegen. In 2001 was de cao-loonstijging nog 4,8 procent. Dit

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal banen in Nederland daalt. Banenverlies bedrijfsleven loopt steeds sterker op Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-161 3 september 2003 9.30 uur Aantal banen in Nederland daalt Het aantal banen van werknemers in Nederland in het tweede kwartaal van 2003 is 22 duizend

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Iets meer banen dan een jaar geleden

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Iets meer banen dan een jaar geleden Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-045 23 juni 2011 9.30 uur Iets meer banen dan een jaar geleden In eerste kwartaal 34 duizend banen meer dan een jaar eerder Maar een fractie minder banen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer werknemers aan het werk

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer werknemers aan het werk Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-022 23 maart 2011 9.30 uur Meer werknemers aan het werk In vierde kwartaal 34 duizend banen meer dan een jaar eerder Ook meer banen dan in het derde

Nadere informatie

WET AANPAK SCHIJNCONSTRUCTIES: uitleg over verplichtingen inzake de WML

WET AANPAK SCHIJNCONSTRUCTIES: uitleg over verplichtingen inzake de WML WET AANPAK SCHIJNCONSTRUCTIES: uitleg over verplichtingen inzake de WML Vanaf 1 januari 2016 worden de bepalingen van de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) die van invloed zijn op de specificatie van

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banenverlies tot staan gekomen. Voor het eerst in twee jaar geen banenverlies Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-113 30 september 2005 9.30 uur Banenverlies tot staan gekomen In het tweede kwartaal van 2005 waren er vrijwel evenveel banen als in het eerste kwartaal.

Nadere informatie

De lonen in de sociale werkvoorziening 1998-2002

De lonen in de sociale werkvoorziening 1998-2002 Kantoor Den Haag Directie Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De lonen in de sociale werkvoorziening 1998-2002 Een vergelijking tussen de (ontwikkeling van de) bruto-uurlonen van werknemers

Nadere informatie

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur Factsheet normale arbeidsduur Versie: 1 januari 2016 Binnen het SNA-keurmerk wordt getoetst of de onderneming ten minste volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) betaalt. De Wml kent

Nadere informatie

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Overwerken in Nederland Ingrid Beckers en Clemens Siermann In 4 werkte 37 procent de werknemers in Nederland regelmatig over. Bijna een derde het overwerk is onbetaald. Overwerk komt het meeste voor onder

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-064 24 september 2009 9.30 uur www.cbs.nl Flink banenverlies In tweede kwartaal 72 duizend banen minder dan een jaar eerder Ook kwartaal op kwartaal

Nadere informatie

Waar zijn allochtone werknemers in dienst?

Waar zijn allochtone werknemers in dienst? Waar zijn allochtone werknemers in dienst? Dr. Chantal Melser, drs. Jo van Cruchten en Leo van Toor In het najaar van 2 waren er 6,9 miljoen werknemers tussen de 15 en 65 jaar met één of meerdere banen.

Nadere informatie

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur Factsheet normale arbeidsduur Versie: 4 mei 2018 Binnen het SNA-keurmerk wordt getoetst of de onderneming ten minste volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) betaalt. De Wml kent geen

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur Factsheet normale arbeidsduur Versie: 20 mei 2019 Binnen het SNA-keurmerk wordt getoetst of de onderneming ten minste volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) betaalt. De Wml kent geen

Nadere informatie

WET AANPAK SCHIJNCONSTRUCTIES: uitleg over verplichtingen inzake de WML

WET AANPAK SCHIJNCONSTRUCTIES: uitleg over verplichtingen inzake de WML WET AANPAK SCHIJNCONSTRUCTIES: uitleg over verplichtingen inzake de WML Vanaf 1 januari 2016 zijn de bepalingen van de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) die van invloed zijn op de specificatie van de

Nadere informatie

WET AANPAK SCHIJNCONSTRUCTIES: uitleg over verplichtingen inzake de WML

WET AANPAK SCHIJNCONSTRUCTIES: uitleg over verplichtingen inzake de WML WET AANPAK SCHIJNCONSTRUCTIES: uitleg over verplichtingen inzake de WML Vanaf 1 januari 2016 zijn de bepalingen van de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) die van invloed zijn op de specificatie van de

Nadere informatie

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur Factsheet normale arbeidsduur Versie: 1 september 2018 Binnen het SNA-keurmerk wordt getoetst of de onderneming ten minste volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) betaalt. De Wml kent

Nadere informatie

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur Factsheet normale arbeidsduur Versie: 18 februari 2019 Binnen het SNA-keurmerk wordt getoetst of de onderneming ten minste volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) betaalt. De Wml kent

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening minimumlonen Citeertitel: Landsverordening minimumlonen Vindplaats : AB 1989 no. GT 26 Wijzigingen: AB 1992 no. 81; AB 1993 nos. 2, 77; AB 1994 nos. 66, 67; AB 1995 no. 84;

Nadere informatie

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur Factsheet normale arbeidsduur Versie: 1 juli 2019 Binnen het SNA-keurmerk wordt getoetst of de onderneming ten minste volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) betaalt. De Wml kent geen

Nadere informatie

SALARISSTROOK WGI Iedere maand ontvangen werknemers van Werkgeversinstituut (WGI) een salarisbetaling en een salarisstrook.

SALARISSTROOK WGI Iedere maand ontvangen werknemers van Werkgeversinstituut (WGI) een salarisbetaling en een salarisstrook. SALARISSTROOK WGI Iedere maand ontvangen werknemers van Werkgeversinstituut (WGI) een salarisbetaling en een salarisstrook. Hieronder wordt beschreven wat u op de salarisstrook kunt tegenkomen en wat dit

Nadere informatie

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1

==================================================================== HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. Artikel 1 Intitulé : Landsverordening minimumlonen Citeertitel: Landsverordening minimumlonen Vindplaats : AB 1989 no. GT 26 Wijzigingen: AB 1992 no. 81; AB 1993 nos. 2, 77; AB 1994 nos. 66, 67; AB 1995 no. 84;

Nadere informatie

Minimumloon, iedereen heeft er recht op

Minimumloon, iedereen heeft er recht op Minimumloon, iedereen heeft er recht op Krijgt u minimumloon? Werkt u in Nederland en bent u jonger dan 65 jaar? Dan hebt u recht op het Nederlandse minimumloon. Ook als u buitenlander bent. Uw werkgever

Nadere informatie

Wettelijk minimumloon per 1 juli 2017

Wettelijk minimumloon per 1 juli 2017 Wettelijk minimumloon per 1 juli 2017 Periodiek wordt het wettelijk minimumloon door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangepast; per 1 juli 2017 gelden de onderstaande bedragen. Het wettelijk

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkgelegenheid commerciële sector daalt. Minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-196 26 september 2002 9.30 uur Werkgelegenheid commerciële sector daalt Voor het eerst sinds 1994 is het aantal banen van werknemers in commerciële bedrijven

Nadere informatie

WERKGELEGENHEID REGIO WATERLAND 2012

WERKGELEGENHEID REGIO WATERLAND 2012 1.1 Arbeidsplaatsen De regio Waterland telt in totaal 61.070 arbeidsplaatsen (dat zijn werkzame personen). Daarvan werkt 81 procent 12 uur of meer per week (49.480 personen). Het grootste deel van de werkgelegenheid

Nadere informatie

Lonen en vergoedingen

Lonen en vergoedingen VERSIE: OpTe141223 VERVANGT VERSIE: OpTe131216 Lonen en vergoedingen Cao Open Teelten Per 1 januari 2015 TOELICHTING OP DE CAO-LOONTABELLEN Nieuw loongebouw en loonsverhogingen Per 1 juli 2007 is een nieuw

Nadere informatie

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur Factsheet normale arbeidsduur Versie: 8 januari 2018 Binnen het SNA-keurmerk wordt getoetst of de onderneming ten minste volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) betaalt. De Wml kent

Nadere informatie

Artikelen. Tijdelijke en langdurige banen, A.W.F. Corpeleijn 1)

Artikelen. Tijdelijke en langdurige banen, A.W.F. Corpeleijn 1) Tijdelijke en langdurige banen, 2000 A.W.F. Corpeleijn 1) Veel bedrijven werken met een combinatie van vaste en losse krachten. Werknemers met tijdelijke contracten worden onder meer ingezet voor speciale

Nadere informatie

PRINCIPEAKKOORD cao Ambachtelijke pluimvee- en wildbedrijven

PRINCIPEAKKOORD cao Ambachtelijke pluimvee- en wildbedrijven PRINCIPEAKKOORD cao Ambachtelijke pluimvee- en wildbedrijven 2019-2020 1. Looptijd cao: 1 maart 2019 tot 1 maart 2020 2. Invoering 38-urige werkweek 2.1 Partijen hebben afgesproken dat per 1 oktober 2019

Nadere informatie

Incidentele loonontwikkeling, 2001

Incidentele loonontwikkeling, 2001 Incidentele loonontwikkeling, 2001 M. Zuiderwijk 1) De incidentele uurloonontwikkeling van alle werknemers in Nederland in 2001 bedraagt 0,6 procent. Dit is vrijwel gelijk aan het van de afgelopen jaren.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banengroei vergelijkbaar met tweede helft jaren negentig

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Banengroei vergelijkbaar met tweede helft jaren negentig Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-083 30 november 2007 9:30 uur Forse banengroei In het tweede kwartaal van 2007 waren er 206 duizend banen van werknemers meer dan in hetzelfde kwartaal

Nadere informatie

Artikelen. Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur. Ingrid Beckers en Hans Langenberg

Artikelen. Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur. Ingrid Beckers en Hans Langenberg Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur Ingrid Beckers en Hans Langenberg De arbeidsdeelname in Nederland is de afgelopen 25 toegenomen. Dit komt vooral doordat meer vrouwen zijn gaan werken. Zij doen

Nadere informatie

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Ingrid Beckers Ruim de helft van de werkzame beroepsbevolking werkte in 22 op onregelmatige tijden. Werken in de avonduren en op zaterdag komt het meeste voor.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral minder banen in industrie en zakelijke dienstverlening Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-252 10 december 2002 9.30 uur Werkgelegenheid groeit in de zorg en daalt in het bedrijfsleven In het derde kwartaal van 2002 is het aantal banen van

Nadere informatie

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag:

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag: Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei 2004 6,1 123 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdvraag: Wat is de relatie tussen jongeren, arbeid en geld? Deelvragen: 1. Hoeveel jongeren werken?

Nadere informatie

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Jan-Willem Bruggink en Clemens Siermann Werkenden van 45 jaar of ouder zijn weinig mobiel op de arbeidsmarkt. Binnen deze groep neemt de mobiliteit af met het stijgen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Veel kleiner banenverlies

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Veel kleiner banenverlies Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-062 23 september 2010 9.30 uur Veel kleiner banenverlies In tweede kwartaal 63 duizend banen minder dan een jaar eerder Wel meer banen dan in het eerste

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI Nr. 8640 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 18-11-1996, nr. 223 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur Factsheet normale arbeidsduur Versie: 22 juni 2017 Binnen het SNA-keurmerk wordt getoetst of de onderneming ten minste volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) betaalt. De Wml kent geen

Nadere informatie

9. Werknemers en bedrijfstakken

9. Werknemers en bedrijfstakken 9. Werknemers en bedrijfstakken Niet-westerse allochtonen hebben minder vaak een baan als werknemer vergeleken met autochtonen. De positie van de tweede generatie is gunstiger dan die van de eerste generatie.

Nadere informatie

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur Factsheet normale arbeidsduur Versie: 1 augustus 2017 Binnen het SNA-keurmerk wordt getoetst of de onderneming ten minste volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) betaalt. De Wml kent

Nadere informatie

Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget

Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget Aanpassing van de CAO Energie 2009 2010 als gevolg van de invoering van het Benefit Budget Gewijzigde CAO-artikelen Artikel 1.3 Structuur 1. Voor de bedrijven geldt tevens een bedrijfs-cao waarin nadere

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen mei 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Cao-lonen 2010, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2010, de definitieve gegevens Cao-lonen, de definitieve gegevens Monique Hartog In zijn de cao-lonen per uur, inclusief, met, procent gestegen. Deze toename is meer dan de helft lager dan de stijging van,8 procent in 9. In beide jaren

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken Samenvatting door een scholier 1198 woorden 9 juni 2007 6,4 30 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Economie Hst 2 Werken Paragraaf 2.1 taakverlening Elk

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 538 Besluit van 11 december 2014 tot vaststelling van regels over de inhoud van het begrip loon in het kader van de berekening van de hoogte

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2009

Werkgelegenheidsonderzoek 2009 Werkgelegenheidsonderzoek 2009 Werkgelegenheidsonderzoek 2009 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof 21 januari 2010 1 Inhoud Werkgelegenheidonderzoek 2009 1 Inhoud 2 Inleiding 3

Nadere informatie

Nieuwe Horeca Cao van 1 april 2008 tot en met 31 maart 2010!!

Nieuwe Horeca Cao van 1 april 2008 tot en met 31 maart 2010!! Juni 2008 Nieuwe Horeca Cao van 1 april 2008 tot en met 31 maart 2010!! Er is een akkoord tot stand gekomen betreffende een nieuwe Horeca Cao en deze zal lopen van 1 april 2008 tot en met 31 maart 2010.

Nadere informatie

Factsheet normale arbeidsduur

Factsheet normale arbeidsduur Factsheet normale arbeidsduur Versie: 1 juni 2016 Binnen het SNA-keurmerk wordt getoetst of de onderneming ten minste volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) betaalt. De Wml kent geen

Nadere informatie

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen

Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen Locatie van banen, opleiding van niet werkend werkzoekenden, in- en uitstroom van uitkeringen Gemeente Enschede 2002-2006 Centrum voor Beleidsstatistiek Frank van der Linden, Mariëtte Goedhuys-van der

Nadere informatie

Haaglanden/kantoor Den Haag 'S-GRAVENHAGE. Raad Nederlandse Detailhandel. Postbus 182 2260 AD LEIDSCHENDAM. Geachte heer,

Haaglanden/kantoor Den Haag 'S-GRAVENHAGE. Raad Nederlandse Detailhandel. Postbus 182 2260 AD LEIDSCHENDAM. Geachte heer, > 1 Postbus 30206 Raad Nederlandse Detailhandel Postbus 182 2260 AD LEIDSCHENDAM 2500 GE 'S-GRAVENHAGE Haaglanden/kantoor Den Haag 'S-GRAVENHAGE Telefoon 0800-0543 Telefax Kennisgroep CAO Doorkiesnummer

Nadere informatie

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures

Nadere informatie

Wet aanpak schijnconstructies

Wet aanpak schijnconstructies Wet aanpak schijnconstructies Dik van Leeuwerden Portfolio Product Owner Wet- & Regelgeving ADP Nederland B.V. Waarschuwing aan salarisadministratie Dik van Leeuwerden Portfolio Product Owner Wet- & Regelgeving

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2005

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2005 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2005 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen april 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De

Nadere informatie

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB

M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB M200413 Beperkte groei werkgelegenheid in het MKB A.M.J. te Peele Zoetermeer, 24 december 2004 Beperkte groei werkgelegenheid MKB in 1999-2002 De werkgelegenheid in het MKB is in 2002 met 3% toegenomen

Nadere informatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie Wajongers aan het werk met loondispensatie UWV, Directie Strategie, Beleid en Kenniscentrum Dit memo gaat in op de inzet van loondispensatie bij Wajongers en op werkbehoud en loonontwikkeling. De belangrijkste

Nadere informatie

Wet Aanpak Schijnconstructies. Dik van Leeuwerden Portfolio Product Owner Wet- & Regelgeving ADP Nederland B.V.

Wet Aanpak Schijnconstructies. Dik van Leeuwerden Portfolio Product Owner Wet- & Regelgeving ADP Nederland B.V. Wet Aanpak Schijnconstructies Dik van Leeuwerden Portfolio Product Owner Wet- & Regelgeving ADP Nederland B.V. Waarschuwing Aan Salarisadministratie WAS Doelstelling en realisatie Voorkomen van oneerlijke

Nadere informatie

Werkgelegenheid in Leiden

Werkgelegenheid in Leiden maart 2010 Werkgelegenheid in Leiden Jaarlijks publiceert de eenheid Beleidsonderzoek en Analyse (BOA) de meest actuele cijfers over het aantal bedrijven en werkzame personen in Leiden gebaseerd op het

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Algemene organisatiegegevens (alle velden verplicht in te vullen)

Algemene organisatiegegevens (alle velden verplicht in te vullen) Geachte lezer, In dit document vindt u de vragenlijst die gebruikt is bij het onderzoek naar de beloning bij het MKB in de sectoren Industrie, Logistiek en Productie. Deelnemers hebben tijdens het invullen

Nadere informatie

CAO EN APO VOOR DE WERKNEMERS IN DE SIGARENINDUSTRIE VANAF 1 JULI JANUARI 2016 TOT 1 JANUARI 2018

CAO EN APO VOOR DE WERKNEMERS IN DE SIGARENINDUSTRIE VANAF 1 JULI JANUARI 2016 TOT 1 JANUARI 2018 NOTA VAN WIJZIGINGEN NOTA VAN WIJZIGINGEN CAO EN APO VOOR DE WERKNEMERS IN DE SIGARENINDUSTRIE VANAF 1 JULI 2015 1 JANUARI 2016 TOT 1 JANUARI 2018 Doorgehaalde tekst is verwijderde tekst Cursieve en blauwe

Nadere informatie

Cao-lonen 2009, de definitieve gegevens

Cao-lonen 2009, de definitieve gegevens Cao-lonen 29, de definitieve gegevens Monique Hartog In 29 zijn de cao-lonen per uur, inclusief bijzondere beloningen, met 2,8 procent gestegen. Dit is lager dan de stijging van 3,3 procent in 28. In de

Nadere informatie

Kantoor Arnhem. Vereniging VACO. Postbus AA LEIDEN. Geachte heer/mevrouw,

Kantoor Arnhem. Vereniging VACO. Postbus AA LEIDEN. Geachte heer/mevrouw, Kantoor Arnhem Telefoon 0800-0543 > 1 Postbus 9001 Vereniging VACO Postbus 33 2300 AA LEIDEN 6800 DB ARNHEM Telefax (088) 154 99 95 Kennisgroep CAO Datum 11 augustus Uw kenmerk Kenmerk KG CAO/17/Beoordeling

Nadere informatie

De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon stijgen per 1 januari 2013 met 0,91 procent.

De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon stijgen per 1 januari 2013 met 0,91 procent. Wettelijk minimumloon per 1 januari 2013 De bruto bedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon stijgen per 1 januari 2013 met 0,91 procent. Het wettelijk brutominimumloon (WML) voor werknemers

Nadere informatie

Rekenregels per 1 januari 2004. 1. Inleiding

Rekenregels per 1 januari 2004. 1. Inleiding Rekenregels per 1 januari 2004 1. Inleiding In deze rekenregels zijn het (voorlopige) bruto wettelijke minimumloon, de sociale premies, belastingtarieven en heffingskortingen per 1 januari 2004 opgenomen.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID AI nr. 8642 Bijvoegsel Stcrt. d.d. 18-11-1996, nr. 223 ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN GEWIJZIGDE BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR

Nadere informatie

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang

Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Besluit van (datum) tot wijziging van het Besluit kinderopvangtoeslag en tegemoetkomingen in kosten kinderopvang Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (datum), Directie

Nadere informatie

Circulaire Jvd/HB 2 O/YK

Circulaire Jvd/HB 2 O/YK Circulaire Jvd/HB 2 O/YK ARBEIDSVOORWAARDEN APOTHEEKPERSONEEL 2008 9 januari 2008 Aan alle openbare apotheken en tweede apothekers lid van de KNMP Alexanderstraat 11 2514 JL Den Haag Postbus 30460 2500

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Werkgelegenheidsonderzoek 2010 2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek

Nadere informatie

44. Doel 2. Contributie beroepsorganisaties

44. Doel 2. Contributie beroepsorganisaties Contributie beroepsorganisaties 44. Doel 2 4.1 Mogelijkheden 2 4.2 Inzet van bronnen 2 4.3 Arbeidsrechtelijke/CAO voorwaarden 2 4.4 Fiscale regelgeving 3 4.5 Fiscale gevolgen, gevolgen voor de zorgverzekering

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

NOTA VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding

NOTA VAN TOELICHTING. Algemeen. 1. Inleiding NOTA VAN TOELICHTING Algemeen 1. Inleiding Het onderhavige besluit wordt gewijzigd in verband met het besluit van het kabinet om voor 2006 en volgende jaren de rijksvergoeding van de kosten van kinderopvang

Nadere informatie

STICHTING VAN DE ARBEID. Aan decentrale cao-partijen. Geachte mevrouw, mijnheer,

STICHTING VAN DE ARBEID. Aan decentrale cao-partijen. Geachte mevrouw, mijnheer, Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 2509 LK DEN HAAG Aan decentrale cao-partijen 070-3 499 577 070-3 499 796 info@stvda.nl www.stvda.nl Den Haag : 30 juni 2015 Ons kenmerk : S.A.5.015.00 EH/JS Uw kenmerk

Nadere informatie