Ex- ante advies IODS- weidevogelbeheer Midden- Delfland
|
|
- Hugo Coppens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ex- ante advies IODS- weidevogelbeheer Midden- Delfland Goderie Ecologisch Advies, Nijmegen Juni 2014
2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Vraagstelling Werkwijze en leeswijzer 5 2 Weidevogelbeheer in Midden- Delfland Landelijke ontwikkelingen Weidevogelstand en - beheer Zuid- Holland Weidevogelstand en - beheer in Midden- Delfland Voorbeelden van succesvol weidevogelbeheer Wijziging beleid: Van SNL naar ANLb Ontwikkelingen melkveehouderij M- Delfland 18 3 IODS weidevogelbeheer M- Delfland IODS: doel en maatregelen Succesfactoren weidevogelbeheer De IODS- aanpak weidevogelbeheer tegen het licht gehouden Ontwikkeling weidevogelstand Midden- Delfland bij ANLb- beheer 23 4 Conclusies/aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen 26 pagina 2
3 Colofon Dit ex- ante advies Weidevogels Midden- Delfland is opgesteld door Goderie Ecologisch Advies in opdracht van de Provincie Zuid- Holland. Begeleiding vanuit de Provincie Zuid- Holland vond plaats door Donald Broekhuizen. In het kader van dit advies hebben gesprekken plaatsgevonden met verschillende vertegenwoordigers van het weidevogelpact Midden Delfland. De inhoudelijke informatie uit die gesprekken is verwerkt in dit advies. Ronald Goderie, Nijmegen, 12 juni pagina 3
4 1 Inleiding De provincie Zuid- Holland startte in 2000 met bestuurlijke en maatschappelijke partijen uit de regio het programma IODS (de Integrale Ontwikkeling tussen Delft en Schiedam), hierin werd een beeld geschetst van een ingepaste A4 Delft- Schiedam en gekoppeld aan een gebiedsgericht programma om ook de kwaliteit van Midden- Delfland en het stedelijk gebied tussen Schiedam en Vlaardingen te vergroten. In 2002 werd de motie Dijsselbloem aangenomen waarin de tweede kamer de Minister opriep de besluitvorming van de A4 Delft- Schiedam conform de ideeën van IODS op te pakken. In 2006 leidde dit tot een convenant waarmee IODS ook van een financiële onderlegger werd voorzien. Naast extra natuur komen er tal van recreatieve voorzieningen, worden verspreid Liggende kassen gesaneerd en krijgt de melkveehouderij impulsen voor een duurzame, economisch gezonde bedrijfsvoering. De lods- projecten zijn: Groenblauw lint; Saneren verspreid liggende glastuinbouw; Recreatieve routestructuur; Groen ondernemen; Aanleg traject A4 Delft - Schiedam; Stedenbouwkundige inpassing van de A4. pagina 4
5 Onderdeel van het Groenblauw lint is de afspraak voor 250 ha extra agrarisch natuurbeheer. De Provincie Zuid- Holland wil in het kader van het IODS- programma een alternatief ontwikkelen voor de invulling van 250 ha agrarisch natuurbeheer (weidevogelbeheer), nu - op grond van gesprekken in de regio - is gebleken dat dit op de reguliere wijze (via SNL en de geactualiseerde versie daarvan per 2015) niet haalbaar is. De Provincie heeft in april 2014 gevraagd om een onafhankelijke toets om te zien of de werkwijze zoals deze nu is ingezet, naar verwachting tot resultaten leidt. Het gaat om de inzet van een budget van EUR 1,3 mln. waarbij de samenwerkende partijen in het weidevogelpact (LTO Delflands Groen, Natuurmonumenten, Agrarische Natuurvereniging (ANV) Vockestaert, Stichting Weidevogelwacht Midden- Delfland en de KNNV afdeling Delfland) dit budget gericht gaan inzetten om tot een goed resultaat te komen. Doel van het IODS- project is dat het rendement (het aantal broedparen weidevogels per euro) minimaal even hoog is als via het (hernieuwde) SNL- programma (de voorziene stelselwijziging van het agrarisch natuurbeheer in 2015). Het budget wordt beschikbaar gesteld voor: 1. weidevogelmaatregelen aan het weidevogelpact; 2. beheer op maat (BOM); ha agrarisch weidevogelbeheer (SNL zwaar pakket). Maatregelen aan het weidevogelpact waaraan vooralsnog gedacht wordt, zijn 1 : Bestrijden van predatie o.a. door vosdicht maken van weidevogelareaal; Toepassen van het kennis- en beheersinstrument Beheer op Maat BOM; Mozaïekbeheer op perceel niveau; Beheermaatregelen uit de Groenblauwe catalogus. Het advies moet twee doelen dienen: Een beoordeling van de verwachting dat de weidevogels in Midden- Delfland minimaal evenveel baat hebben bij het alternatief dan volgens de oude afspraak over 250 ha (SNL zwaar pakket); IODS wordt kritisch gevolgd vanwege de koppeling (door natuur- en milieuorganisaties) aan de aanleg A4 Delft- Schiedam. Het advies moet een rol kunnen spelen in beheersing van het risico dat provincie Zuid- Holland verweten wordt lichtzinnig om te gaan met de afspraken over natuur in IODS- kader. 1.1 Vraagstelling De centrale vraag van deze notitie is: gaat de nieuwe aanpak werken waarbij het aan het weidevogelpact wordt overgelaten het beschikbare budget, buiten de reguliere kaders, naar eigen inzicht gericht in te zetten. Daartoe is inzicht nodig in de huidige werkwijze en de resultaten die dat heeft opgeleverd en is inzicht nodig in de voorgestane nieuwe aanpak met een inschatting van de effectiviteit daarvan, zodat beide met elkaar kunnen worden vergeleken. 1.2 Werkwijze en leeswijzer Om antwoord te kunnen geven op de centrale vraag is die onderverdeeld in enkele deelvragen. Onderstaand zijn die deelvragen verwoord en is aangegeven op welke wijze ze in deze studie zijn beantwoord: 1 Bron: (concept- )Voorstel IODS- raad. pagina 5
6 1. Allereerst is - in hoofdstuk 2 (paragrafen 2.1 t/m 2.3) - inzicht gegeven in (recente) ontwikkelingen in weidevogelstand en weidevogelbeheer in Zuid- Holland en meer specifiek in Midden- Delfland. De basis hiervoor zijn verschillende (recente) studies waarin de effectiviteit van weidevogelbeheer is onderzocht. Vervolgens wordt - eveneens in hoofdstuk 2, paragraaf ingegaan op de stelselwijziging in het agrarisch natuurbeheer/weidevogelbeheer zoals die per 2016 definitief wordt ingevoerd, als uitvloeisel van het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB). Daaruit resulteert inzicht in de effectiviteit van maatregelen: wat werkt en wat werkt niet of niet voldoende (samengevat in par 2.5); 2. In hoofdstuk 3 worden de succesfactoren voor weidevogelbeheer samengevat en worden de uitgangspunten van het IODS- weidevogelbeheer hieraan getoetst. 3. Hoofdstuk 4 eindigt met de conclusies en aanbevelingen. pagina 6
7 2 Weidevogelbeheer in Midden- Delfland 2.1 Landelijke ontwikkelingen Weidevogels, nagenoeg alle soorten, staan sterk onder druk. Watersnip en kemphaan zijn als meest kritische soorten al (nagenoeg) verdwenen uit het Nederlandse weidelandschap, de iets minder kritisch soorten als grutto en tureluur staan zwaar onder druk, maar ook kievit en scholekster vertonen een dalende tendens. Als typische vertegenwoordiger van grootschalige open (steppe- )landschappen hebben deze soorten zich sinds de ontwikkeling van de landbouw in toenemende mate aangepast aan (extensief) agrarisch beheerde landschappen waar de soorten optimale condities aantroffen om grote populaties te kunnen opbouwen. Ze vonden er (meer) voedsel in zachte, vochtige bodems en kruiden- en insectenrijke half- natuurlijke graslandvegetaties in open agrarische landschappen ter vervanging van de oorspronkelijke steppelandschappen. Weidevogels bereikten in (laag- )Nederland grote dichtheden in het landschap rondom de vorige eeuwwisseling. Vanaf de jaren '70 van de vorige eeuw is een eerst geleidelijke en later steeds snellere achteruitgang ingezet, vooral door veranderende landbouwmethoden. Nederland heeft een grote internationale verantwoordelijkheid voor het behoud van deze groep vogels. Van Grutto en Scholekster broedt inmiddels meer dan 25% in Nederland terwijl van de Kievit meer dan 10% van de Europese broedpopulatie in Nederland broedt. Slechts weinig andere soorten zijn zo sterk van ons land afhankelijk voor hun voortbestaan (Verhulst, 2007). Door ontwikkelingen in de landbouw en ruimtelijke ordening zijn de omstandigheden voor weidevogels eerst geleidelijk en de laatste decennia steeds sneller steeds ongunstiger geworden. Anno 2014 laat de gangbare landbouw zich nauwelijks nog combineren met de blijvende aanwezigheid van weidevogels. Vrijwel alle soorten laten al langere tijd een sterke negatieve ontwikkeling zien (Teunissen W. e., 2012) ondanks forse inspanningen het tij te doen keren, middels op weidevogels en agrarisch natuurbeheer gerichte subsidieregelingen. De conclusie met betrekking tot weidevogelbeheer in verschillende studies is dat de huidige aanpak om weidevogels in stand te houden niet effectief (genoeg) is gebleken (Natuurplanbureau, 2007) (Breeuwer A. et.al., 2009). Gepleit wordt voor een meer geïntegreerde aanpak waarbij hogere grondwaterstanden, lagere bemestingsniveaus, latere maaidata en nestbescherming gecombineerd worden en zoveel mogelijk geconcentreerd worden ingezet in aaneengesloten weidevogelkerngebieden. pagina 7
8 De huidige aanpak van weidevogelbeheer in Nederland Agrarisch weidevogelbeheer in Nederland bestaat voornamelijk uit een tweetal type maatregelen: 1. Nestbescherming. Bescherming van weidevogellegsels tegen maaiactiviteiten door nestmarkering of tegen beweiding door het plaatsen van nestbeschermers. In 2008 vond op ha nestbescherming plaats waarvan op ha met een beheervergoeding via de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN) (Paassen A. van & W. Teunissen, 2010). Bescherming van legsels bij een bepaalde agrarische activiteit leidt altijd tot een verbetering van het uitkomstsucces in vergelijking tot niet beschermen; 2. Uitgesteld maaien. In 2008 werden op ha beheerovereenkomsten afgesloten voor uitgesteld maaien tot 23 mei of 1, 8, 15 of 22 juni. pagina 8
9 Effectiviteit van agrarisch natuurbeheer De verwachting was dat uitgesteld maaien zou leiden tot een hoger broedsucces en daarmee tot hogere dichtheden weidevogelterritoria. Uit onderzoek bleek echter dat percelen met uitgestelde maaidatum geen hogere dichtheden weidevogels huisvesten. Voor de kievit werden zelfs significant lagere dichtheden vastgesteld (Kleijn D. et.al, 2001). Inmiddels is duidelijk dat kuikenoverleving de belangrijkste factor is, die het succes van maatregelen bepaalt. Het foerageersucces van gruttokuikens in percelen met lang gras bleek groter dan dat in recent gemaaide of beweide percelen. Vooral de aanwezigheid van grote ongewervelden is van belang voor de overleving, omdat oudere kuikens die nodig hebben. Hoog gras van ongemaaide percelen biedt tevens meer dekking tegen predatoren dan kort gras (Schekkerman H & Beintema, 2007). Bijkomend voordeel is dat kuikens minder kans lopen op predatie. Als gevolg van versnelde grasgroei maaien nu gemiddeld twee weken eerder dan in de jaren '80 van de vorige eeuw. Omdat de eileg van grutto's niet vervroegd is, worden gruttokuikens nu gemiddeld net na het maaien geboren. Effecten nestbezoek 2 In 2010 heeft SOVON onderzoek verricht naar de effecten van nestbezoek. Er was aanleiding te veronderstellen dat vaker bezochte (en gemarkeerde) nesten een verhoogd predatierisico lopen. Uit dit onderzoek concluderen de auteur dat het tellen van nesten als monitoringinstrument en als controle- instrument voor de geldelijke verdeling tussen boeren binnen niet verstandig is. Elke controle van een legsel dat niet noodzakelijk is vanuit beschermingsstandpunt leidt tot extra verliezen. De beste resultaten worden behaald door alleen nesten op te zoeken als ze bescherming nodig hebben vanwege agrarische activiteiten. Ieder extra bezoek verlaagt het uitkomstsucces van nesten in een gebied. Samenvattend: Regulier agrarisch land wordt inmiddels zo intensief beheerd, dat relatief eenvoudige maatregelen (als nestbescherming of een uitgestelde maaidatum) onvoldoende extra bescherming meer bieden voor weidevogels. Alleen enkele soorten eenden vertonen geen (sterke) achteruitgang: Alleen agrarisch natuurbeheer dat zich richt op een hoog waterpeil in het voorjaar - als belangrijkste succesfactor - heeft een kans van slagen Kleijn (2013). Een hoge grondwaterstand heeft een positief effect op de vestiging van (met name) grutto, maar de hogere grondwaterstand (door een verhoogd waterpeil) betekent tevens een lagere, open vegetatie in de kuikenperiode, met een hoge concentratie prooidieren voor gruttokuikens (Kleijn et al. 2009b). (Kleijn D et al., 2009); Veel van het onderzoek is gericht geweest op de Grutto. Om het gehele palet aan weidevogels te behouden is het van belang om voor voldoende variatie in het gebied te zorgen. Ook hier speelt waterpeil een cruciale rol. Kleine hoeveelheden reliëf in percelen via waterpeil resulteert in een lappendeken van plekken met verschillende vegetatiehoogtes waar alle soorten weidevogels hun optimale habitat kunnen vinden; Nestbezoek leidt tot een verhoogd predatierisico of het risico dat een nest verlaten wordt. SOVON adviseert bezoeken te beperken tot de vanuit het beheer noodzakelijke bezoeken (en bijvoorbeeld nesten niet extra te bezoeken omwille van administratieve redenen); 2 Bron: P.W. Goedhart1 W.A. Teunissen2,a H. Schekkerman2 EFFECT VAN NESTBEZOEK EN ONDERZOEK OP WEIDEVOGELS SOVON- onderzoeksrapport 2010/01 pagina 9
10 Nieuwe ontwikkelingen in weidevogelbeheer In een onderzoek naar de haalbaarheid daarvan (Holt H ten et.al., 2013) zijn de provincies bevraagd op hun bevindingen met betrekking tot het gevoerde weidevogelbeheer. Dat onderzoek onderschrijft de negatieve resultaten mbt agrarisch natuurbeheer. Belangrijkste conclusies uit het onderzoek waren: Veel provincies zijn van mening dat in het verleden, vooral in de pré- SNL- periode, onvoldoende kritisch is omgegaan met subsidies voor weidevogelbeheer: er zijn te ruime gebieden begrensd en te veel lichte en weinig effectieve maatregelen en pakketten afgesloten; Diverse provincies stellen dat het vrijwel onmogelijk is om de gangbare landbouwpraktijk nog te combineren met effectief weidevogelbeheer en vragen zich af of het zinvol is om door te gaan met subsidiëren van gangbare boeren. In hun visie zou effectief weidevogelbeheer vragen om weidevogelboeren die een strategisch keuze maken voor het soort boerenbedrijf dat zij willen zijn; De meeste provincies trekken de conclusie dat zij nog scherper en kritischer moeten zijn op een effectieve inzet van de middelen voor weidevogelbeheer/agrarisch natuurbeheer, met name door scherpere begrenzing, zwaardere beheerpakketten en andere maatregelen. Het gaat dan met andere woorden om verdere concentratie. De benadering zoals PZH die voorstelt in het IODS past binnen die visie. Het ministerie van Economische Zaken (EZ) is op dit moment bezig om, in samenwerking met provincies, haar kaders en ambities voor agrarische natuur verder uit te werken. Daarbij staat een 'Leefgebiedenbenadering' 3. met een focus op ruimtelijke condities zoals landschap (BD- doelen) en milieu- en watercondities (KRW- doelen) centraal. Een leefgebiedenbenadering wordt gezien als meest bruikbare ingang om beleid op te maken. EZ heeft de hoop dat provincies de aangereikte benadering vervolgens verder zullen oppakken in hun rol als gebiedsregisseur. Aanbevelingen m.b.t. een effectief agrarisch natuurbeheer Kleijn (2013) komt m.b.t. agrarisch natuurbeheer tot verschillende aanbevelingen, waarvan er twee relevant zijn voor dit advies: 1. Effectief agrarisch natuurbeheer is uitsluitend mogelijk als dit instrument wordt ingezet in kerngebieden waarin de abiotische randvoorwaarden geschikt gemaakt worden of al geschikt zijn én waar nog hoge aantallen van de doelsoorten voorkomen. Voor weidevogels moet agrarisch natuurbeheer ingezet worden rond reservaatgebieden met de zelfde natuurdoelen om het leefgebied van de doelsoorten op een voldoende groot oppervlak te verbeteren en zodoende voldoende kritische massa te bereiken; 2. Agrarisch natuurbeheer dient vergezeld te gaan van flankerend onderzoek en uitgevoerd te worden middels een gebiedsregisseur. De schaarse succesvolle projecten duiden op het essentiële belang van deze combinatie. De gebiedsregisseur is een onmisbare schakel tussen boeren, natuurbeheerders, onderzoekers en de overheid. Onderzoek en monitoring maken ook in de huidige vormen van agrarisch natuurbeheer onderdeel van het budget uit. De extra kosten voor de gebiedsregisseur betalen zich uit in extra effectiviteit, en extra draagkracht onder de deelnemers. 3 Onder kerngebiedenbenadering wordt feitelijk verstaan een brongebiedenbenadering gebaseerd op ruimtelijke samenhang en ecologische inrichtings- en beheervereisten. pagina 10
11 2.2 Weidevogelstand en - beheer Zuid- Holland Ontwikkeling weidevogelpopulatie in Zuid- Holland In de weidevogelbalans 2013 (SOVON, 2013) is een overzicht gegeven van de populatieontwikkeling van weidevogels in Zuid- Holland. Die ontwikkeling is (meer dan) zorgwekkend. Over heel Zuid Holland nemen de aantallen weidevogels jaar of jaar af (zie afbeelding 2.1). Tabel 2.1 geeft inzicht in de jaarlijkse afname van vier weidevogelsoorten in Zuid Holland over de periode Tabel 2.2 geeft de aantallen broedparen weidevogels in Zuid- Holland in Die aantallen lijken nog steeds aanzienlijk, maar ten opzichte van 1990 liggen deze - landelijk gezien - gemiddeld 40 tot 60 % lager Daarbij moet bedacht worden dat er in 1990 nog slechts een fractie van het areaal weidevogelgebied aanwezig is ten opzichte van enkele decennia daarvoor (zie afbeelding 2.1). Tabel 2.1: De jaarlijkse afname van vier weidevogelsoorten in Zuid Holland over de periode gemiddelde jaarlijkse Soort populatieverandering sinds 1991 Scholekster - 5,6% Kievit Grutto Tureluur - 7,3% - 3,0% - 6,0% Afbeelding 2.1: Ontwikkeling landelijke weidevogelstand Bron: Aantallen- weidevogels.html?i=4-27 pagina 11
12 Tabel 2.2: Aantal broedparen weidevogels Zuid- Holland 2011 Soort Slobeend Kuifeend Scholekster Kievit Grutto Tureluur Veldleeuwerik Graspieper Gele kwikstaart Aantal broedparen Zuid- Holland Ontwikkeling weidevogelbeheer in Zuid- Holland In 2011 vond er in Zuid- Holland op ha een vorm van weidevogelbeheer plaats. Hiervan vond ha plaats binnen reservaatsgebieden en/of binnen andere gebieden die onder de SN/SNL vielen. Daarnaast vond op ha vrijwillige nestbescherming plaats. Van de resterende ha agrarisch weidevogelbeheer (met SAN/SNL weidevogelbeheer- overeenkomsten) was het overgrote deel van de contracten afgesloten voor legselbeheer ( ha), een kleiner deel voor rustbeheer, vooral uitgesteld maaien (2.943 ha) en 780 ha voor andere vormen van weidevogelbeheer (kruidenrijk grasland, voorweiden, extensief weiden) (SOVON, 2013). 2.3 Weidevogelstand en - beheer in Midden- Delfland Ontwikkeling weidevogelstand Midden- Delfland Wolf Teunissen (2014) geeft de weidevogelstand in 2013 voor Midden- Delfland weer voor 11 weidevogelsoorten in 1993 (afbeelding ) en de grutto (afbeelding 2.3) en voor 11 weidevogelsoorten in 2013 (afbeelding 2.4) en de grutto (afbeelding 2.5).. Alhoewel het onderzoeksgebied in 1993 beperkter was, is de sterke achteruitgang sinds 1993 evident. 5 Bron afbeelding 2.2 t/m 2.4: Teunissen, pagina 12
13 Afbeelding 2.2: Territoria 11 weidevogelsoorten (1993) Afbeelding 2.4: Territoria 11 weidevogelsoorten (2013) Afbeelding 2.3: Territoria Grutto (1993) Afbeelding 2.5: Territoria Grutto (2013)
14 Ontwikkeling weidevogelbeheer Midden- Delfland Huidige SNL Agrarisch Natuurbeheer, weidevogels In Teunissen (2014) is voor Midden- Delfland een overzicht gegeven van het weidevogelbeheer zoals dat nu (deels al gestart in de jaren '80/'90 van de vorige eeuw) plaatsvindt (afbeelding 2.6, uit Teunissen, 2014). In een deel van de gebieden liggen al beheerovereenkomsten uit de Relatienotaperiode (donkergroen gekleurd tot 2002). Met de invoering van het Programma Beheer (eerste contracten werden in 2000 afgesloten en vanaf 2006 opgevolgd door de SNL) is een flink deel van het Midden- Delflandse gebied onder enige vorm van weidevogelbeheer gekomen. 2.4 Voorbeelden van succesvol weidevogelbeheer Er is in weidevogel beherend Nederland een netwerkverband ontstaan waarin uitwisseling van kennis en ervaring met nieuwe beheervormen, organisatievormen en resultaten (good practices, maar ook bad practices om van te leren) gedeeld worden. Deze kennis is gebundeld op de site van 'weidevogelbescherming.nl'. Met het oog op de vraagstelling van het onderzoek worden hieruit enkele aansprekende voorbeelden - zowel op het gebied van organisatie als resultaten - besproken. pagina 14
15 Polder de Ronde Hoep (Noord- Holland): Lerend beheren en 'last minute' beheer In Polder de Ronde Hoep (1.200 ha) is het totale weidevogelbeheer van Landschap Noord- Holland (265 ha) uitbesteed agrarische natuurvereniging De Amstel, die het beheer op haar beurt uitbesteed aan 30 boeren. 160 hectare vogelreservaat van Landschap Noord- Holland wordt extra nat en rustig gehouden. Het weidevogelbeheer in de hele polder wordt daarmee door één organisatie gecoördineerd. Boeren zien reservaat en eigen grond daarmee als één bedrijf. Het bedrag dat Landschap Noord- Holland jaarlijks aan subsidie ontvangt gaat, na aftrek kosten, naar De Amstel, die daarvan de beherende boeren betaalt. Iedere boer heeft een overeenkomst met de agrarische natuurvereniging voor het gebruik van de grond en krijgt een vergoeding voor het uitrijden van ruige mest. Er broedden in 2011 evenveel grutto s als in 1974, terwijl in de rest van Nederland de grutto achteruit holt. De basis voor dit succes ligt bij lerend beheren en voor een deel ook in de flexibiliteit door middel van last- minute - beheer. Bij lerend beheren wordt het daadwerkelijk weidevogelbeheer voortdurend aangepast aan de actuele situatie. Continue veldinventarisaties (locaties van waargenomen vogels en nestvondsten) geven een beeld van de actuele verspreiding van de weidevogels (Paassen et.al., 2013) Op grond van actuele gegevens gaat een beheercoördinator vervolgens langs de boeren om nieuwe afspraken te maken of deze te herzien. Deze flexibiliteit in beheer onder de SNL komt alleen tot zijn recht wanneer er in de loop van het seizoen voortdurend veldinventarisaties worden uitgevoerd en de communicatie tussen alle betrokkenen tijdens het seizoen optimaal is. Op basis van ontvangen informatie over nesten en gezinnen op percelen die op korte termijn gemaaid zouden worden, is in 2012 in Amstelland op maar liefst 146 ha last minute beheer afgesloten. Dat bestond uit circa 100 ha waar legselbeheer is omgezet naar uitgesteld maaien en circa 46 ha waar uitstel van maaien met 1 of 2 weken is verlengd. Daarnaast is in het reservaat op 50 ha ook verder uitstel van maaien afgesproken, soms tot 1 juli (Bron: jaarverslag weidevogelbescherming in Amstelland in 2012). Klaas Engelbrechtpolder De Klaas Engelbrechtpolder in Schipluiden (tussen Delft, Den Haag en Rotterdam) is zo n 260 hectare groot. Boeren en vrijwilligers beschermen hier al sinds 1982 gebiedsdekkend weidevogelnesten. Sinds de oprichting van de agrarische natuurvereniging Vockestaert in Midden- Delfland in 1999, is het oppervlak waarvoor beheerovereenkomsten zijn afgesloten vervijfvoudigd. Met maatregelen als vluchtheuvels en uitgesteld maaien en verschillende projecten mozaïekbeheer is het areaal kuikenland toegenomen tot ongeveer vijftig hectare in De stand van de kievit, grutto, tureluur en scholekster is er stabiel tot licht toenemend. Succesfactoren: bevlogen boeren en een goede beheerregisseur pagina 15
16 de App Signalering Vogelnesten Sinds oktober 2013 is er een app die boeren en loonwerkers helpt om tijdens hun werkzaamheden op het land vogelnesten te sparen. In het voorjaar zijn er veel nesten van scholeksters, grutto s en andere weide- en akkervogels in het weiland en bouwland. Vrijwilligers helpen boeren bij de markering van nesten door middel van stokken. Vanuit de trekker vallen deze stokken niet altijd goed op. Met de app is wel precies te zien waar nesten liggen. Als een loonwerker of boer een nest nadert, krijgt hij met de app Signalering vogelnesten een signaal op zijn smartphone of tablet en kan hij met zijn machine uitwijken zodat het nest behouden blijft. De app haalt de locatiegegevens van nesten uit de database van Landschapsbeheer Nederland. Vrijwilligers en boeren vullen deze database met de juiste GPS- coördinaten. De app toont op een kaart de exacte nestlocatie. De slimme toepassing bevordert de samenwerking tussen vrijwilligers, boeren en loonwerkers om het Agrarisch Natuurbeheer nog beter uit te voeren. In het voorjaar van 2014 zal de app Signalering vogelnesten voor het eerst worden ingezet. Bron: app- om- nesten- van- weide- e.n- akkervogels- te- sparen/441 Best practices Natuurmonumenten Midden Delfland bij in eigendom krijgen van voormalige landbouwpercelen tbv weidevogels: 1. Waterpeil opzetten in voorjaar; 2. Eerste jaar intensief maaien (er zit meestal toch niets meer); 3. Stopzetten bemesting op productieniveau terug te brengen; 4. Gedeelte beheren met voorbeweiding (20%); 5. Latere fase: 10 ton ruwe mest/ha; 6. Finetuning: begreppeling (om verzuring te voorkomen); 7. Eventueel: schapenraster met stroom om predatie te voorkomen Nestbescherming en samenwerking Nestbescherming in samenwerking met de akkerbouwers leidde in Oost- Groningen tot meer uitgevlogen jongen. De broedpopulatie werd van jaar tot jaar groter. Met de groei van de populatie steeg ook het aantal vrijwilligers dat betrokken raakte bij het beschermingswerk op de Oost- Groningse akkers. Het enthousiasme werd aangewakkerd door het succes van de Grauwe Kiekendief; de vrijwilligers merkten dat zij een belangrijke bijdrage leverden. Er werden regelmatig lezingen, borrels, tellingen en andere activiteiten georganiseerd om vrijwilligers te binden en te enthousiasmeren voor het cruciale beschermingswerk. Anno 2010 zijn zo n 150 vrijwilligers bij de werkgroep aangesloten. Het initiatief heeft er onder andere toe geleid dat ook in het aangrenzende Duitse Rheiderland de Landwirdschaftliche Naturverein (LNV) "Rheiderländer Marsch" e.v. is opgericht pagina 16
17 Afbeelding 2.6: Overzicht actueel weidevogelbeheer Midden- Delfland (deels al gestart in de jaren '80/'90 van de vorige eeuw) 6 6 Bron: Teunissen (concept), 2014
18 2.5 Wijziging beleid: Van SNL naar ANLb Gezien de kritische evaluaties 7 over agrarisch natuur- en landschapsbeheer en ingegeven door de wijziging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) 8 kiest Nederland voor een stelselwijziging. De kern van het vernieuwde stelsel is een collectieve benadering, met collectieven bestaande uit boeren en andere agrarische grondgebruikers als eindbegunstigden. Het stelsel wordt per 1 januari 2016 volledig ingevoerd. Het huidige subsidiestelsel natuur en landschap (SNL) blijft voorlopig nog van kracht. Het SNL wordt wel goedkoper en effectiever ingericht en uitgevoerd. De verbetering van de ecologische effectiviteit en een vermindering van uitvoeringskosten wordt vooral gerealiseerd doordat gebiedscoördinatoren een belangrijkere rol krijgen in het systeem. Het nieuwe stelsel sorteert voor op de verandering in de financiering van het agrarisch natuurbeheer als uitvloeisel van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) (verordening 1305/2013 uit het Europees Landbouwfonds). In agrarisch gebied valt het beheer dan onder het Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) gefinancierd via het GLB. Beheerovereenkomsten worden dan niet meer per individuele boer afgesloten, maar alleen nog met collectieven. Om in aanmerking te komen voor een beheerovereenkomst zal het collectief een gebiedsbeheerplan moeten maken waarin zij aangeeft hoe ze het beheer denkt vorm te geven en hoe effectief dat naar verwachting zal zijn. Het stelsel is nog niet vastgesteld. Als bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de groepen van maatregelen waaraan momenteel gedacht wordt. 2.6 Ontwikkelingen melkveehouderij M- Delfland De toekomstige ontwikkelingen rondom het weidevogelbeheer in Midden- Delfland kunnen niet los gezien worden van de meer algemene tendensen in de melkveehouderij en specifiek in Midden Delfland. Die (deels landelijke en Europese ontwikkelingen zullen mede bepalend zijn bij de keuze van individuele agrariërs om al dan niet actief te gaan participeren in het IODS. Een belangrijke internationale ontwikkeling betreft het vrijgeven van de melkquota. Naar alle waarschijnlijkheid leidt dat tot een druk op de melkveehouderijen richting verdere intensivering van de bedrijfsvoering. Boerenbedrijven met melkkoeien mogen vanaf 2015 blijven groeien, als ze voldoende grond hebben om het mest van hun dieren uit te rijden. Met de voorwaarde dat de mest op eigen grond moet worden uitgereden wil het kabinet boeren stimuleren om ook hun grotere groepen koeien in de wei te laten grazen. 7 O.a. in het rapport van de Nederlandse Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur, getiteld Onbeperkt houdbaar, naar een robuust natuurbeleid (mei 2013) 8 GLB: wordt in toekomst ingezet binnen de kerngebieden. Daarbuiten zijn dan andere financieringspotten nodig. In totaal voor NL beschikbaar mln/jaar, waarvan 15 % voor organisatie (van collectieven). 85% voor vergoedingen (65 mln). Naar verwachting ha (met zwaardere pakketten omdat nestbescherming afvalt) pagina 18
19 Specifieke Midden- Delflandse projecten zijn er juist op gericht om die melkveehouderij te stimuleren, die rekening gericht is op instandhouding en versterking van het cultuurlandschap (IODS- progreamma Groen ondernemen ). Vanuit het IODS- programma worden daarnaast verschillende initiatieven ondersteund zoals het Studie- en innovatieprogramma Kringloopboeren Midden- Delfland (gefinancierd vanuit het IODS kwaliteitsproject pilot groen ondernemen ). In 2006 is in Midden- Delfland het Groenfonds Midden- Delfland in werking getreden. Dit fonds heeft twee doelstellingen: het agrarische cultuurlandschap in stand houden en versterken, én de relatie tussen stad en land versterken door educatie en recreatie. Eén van de voornaamste activiteiten van het fonds is om groene diensten te belonen die met name de (melk)veehouderij kan verlenen in Midden- Delfland. Die diensten bestaan uit landschappelijke maatregelen zoals onderhoud en weidevogelbeheer, Vanaf maart 2006 zijn agrariërs uitbetaald voor de groene diensten die ze leveren op het gebied van natuur en biodiversiteit, behoud van landschapselementen en cultuurhistorische elementen. In 2012 is een tweede periode van 6 jaar gestart. LTO heeft in 2011 een onderzoek laten verrichten naar de concurrentiepositie van melkveehouders in Midden- Delfland. Conclusie van het onderzoek was onder andere dat de hoge grondprijs een van de factoren is waardoor de concurrentiepositie onder druk staat. De gemeente Midden- Delfland heeft een programma om de boeren op dit punt te ondersteunen. Met het Grondinstrument neemt de gemeente de komende jaren maatregelen om te zorgen dat de agrarische sector in dit gebied een toekomst heeft en het authentieke landschap behouden blijft, vorig jaar is hierbij een kavelruilcoördinator ingesteld. Conclusie In Midden- Delfland spelen verschillende (intern- )nationale en regionale ontwikkelingen die zijn weerslag kunnen hebben op de randvoorwaarden voor een goed weidevogelgebied. Het is niet te voorspellen in welke richting Midden- Delfland zie precies ontwikkelt. Landelijke en regionale tendensen werken niet in dezelfde richting. Alleen al om deze reden is het raadzaam om IODS- weidevogelmaatregelen (maar ook vanuit andere pakketten) zoveel mogelijk geclusterd in te zetten. pagina 19
20 3 IODS weidevogelbeheer M- Delfland 3.1 IODS: doel en maatregelen In hoofdstuk 1 is het doel van de inzet van het IODS- weidevogelbeheer beschreven en een (eerste) inventarisatie van maatregelpakketten. Het doel van het IODS- project is dat het rendement (het aantal broedparen weidevogels per euro) minimaal even hoog is als via het (hernieuwde) SNL- programma (de voorziene stelselwijziging van het agrarisch natuurbeheer in 2015). Het budget wordt beschikbaar gesteld voor: weidevogelmaatregelen aan het weidevogelpact; beheer op maat (BOM); 65 ha agrarisch weidevogelbeheer (SNL zwaar pakket). Maatregelen die in het (concept- )voorstel aan de IODS- raad genoemd worden, zijn 9 : 1. Bestrijden van predatie o.a. door vosdicht maken van weidevogelareaal; 2. Toepassen van het kennis- en beheersinstrument Beheer op Maat BOM (grutto mozaïekmodel); 3. Mozaïekbeheer op perceel niveau; 4. Beheermaatregelen uit de Groenblauwe catalogus (zie bijlage 2): Creëren van foerageergebied; Optimaliseren broed- en opgroeimogelijkheden; Creëren nat biotoop; Uit primaire landbouwkundige productie. 3.2 Succesfactoren weidevogelbeheer Uit hoofdstuk 2 is gebleken aan welke randvoorwaarden een succesvol weidevogelbeheer dient te voldoen. In hoofdlijnen is dit samen te vatten in de kerngebiedenbenadering waarin de juiste, bewezen succesvolle beheermaatregelen op tijd genomen worden, naast een stevige inbedding in het gebied met een gebiedsregisseur als centrale spil in een netwerk van betrokken agrariërs en andere partijen, verenigd in een collectief. Een kerngebied dient te voldoen aan de volgende randvoorwaarden: daadwerkelijke aanwezigheid van weidevogels in hogere dichtheden; grote mate van openheid; hoog voorjaarspeil; minimale verstoring; duurzame planologische bescherming; Uit het beschikbare onderzoek inmiddels ook duidelijk welke maatregelen meer en minder succesvol zijn. Succesvolle maatregelen zijn: 9 Bron: (concept- )Voorstel IODS- raad. pagina 20
21 Hoge voorjaarspeilen; Uitgestelde maaidatum in combinatie met verminderde mestgift (ruige stalmest) (een kruidenrijkere ijlere grasmat met voldoende (grote) insecten); Mozaiekbeheer zodat steeds voldoende kuikenland beschikbaar is; Aansluiting op gebieden met hoge dichtheden; Voorbeweiding/- begrazing kan zinvolle maatregel zijn; Flexibiliteit in beheer: 'last minute' aanpassingen van beheer op grond van actuele informatie weidevogels; Maatregelpakketten met alleen nestbescherming hebben geen zin omdat met name de kuikenoverleving de bottleneck is. pagina 21
22 3.3 De IODS- aanpak weidevogelbeheer tegen het licht gehouden Het oorspronkelijk doel was 250 ha zwaar weidevogelbeheer te realiseren binnen het weidevogelgebied Midden Delfland (is dus breder dan gemeente Midden Delfland!!). Daarvan wordt 65 ha daadwerkelijk gerealiseerd. Het IODS- alternatief - de maatregelen via het Weidevogelpact en 'beheer op maat' - zullen een resultaat op moeten leveren vergelijkbaar met de pakketten 'zwaar agrarisch natuurbeheer'. Onder zwaar agrarisch natuurbeheer wordt verstaan pakketten zoals rust tot begin juni of later, al of niet na naweide, kruidenrijk weidevogelgrasland, extensieve beweiding en plasdrasbeheer. In het palet aan mogelijke maatregelen zoals beschreven in het (voorlopige) IODS- voorstel (par 3.1) is voorzien in de meeste maatregelen, waarvan bekend is dat die indien genomen vanuit een samenhangende gebiedsbenadering succesvol kunnen zijn. Onbekend is nog welke keuze van maatregelen uiteindelijk door het Weidevogelpact zal gaan plaatsvinden en in hoeverre die passen binnen de succesvolle kerngebiedenbenadering. Uit het feit dat het niet mogelijk bleek om 250 ha zwaar beheer te realiseren en de huidige voorkeur voor relatief licht beheer (nestbescherming) mag worden geconcludeerd dat het nog niet eenvoudig zal worden om met name de zwaardere maatregelen in voldoende areaal en samenhang te realiseren. Daarbij moet dan vooral gedacht worden aan de combinatie maatregelen als hoge voorjaarspeilen in combinatie met een uitgestelde maaidatum en verminderde mestgift. Uit het succesverhaal van de Ronde Hoep (zie H2) blijkt dat het belangrijk is om voldoende flexibiliteit in de maatregelen in te bouwen om te kunnen bijsturen op basis van actuele ontwikkelingen. Behalve dat het daarvoor nodig is om steeds zeer actuele informatie te hebben van de vogelwachten en vrijwilligers is er ook een beheercoördinator nodig die met de actuele gegevens onder de arm in het seizoen langs de boeren gaat om te kijken of wijzigingen in de bedrijfsvoering mogelijk zijn. Het is raadzaam in elk geval een deel van het IODS- budget voor een dergelijke vorm van last- minute beheer te reserveren. Een ander punt is de kerngebiedenbenadering. De studie van SOVON laat zien dat er in Midden Delfland vier kerngebieden te benoemen zijn die aan alle randvoorwaarden voldoen: de Klaas Engelbrechtpolder, de Duifpolder, de Dorppolder, de Ackerdijkse Polder. Een vijfde, de Zouteveen Oost- Lage Abtsveense Polder is niet geselecteerd, wegens de doorsnijding door de toekomstige A4. De voor deze notitie geraadpleegde onderzoeken wijzen erop dat inzet van het IODS- weidevogelbudget geconcentreerd zou moeten plaatsvinden in en langs de randen van deze kerngebieden. In het concept voorstel IODS- raad wordt wel genoemd dat de herziene regeling voor agrarisch natuurbeheer per 2015 inzet op de kerngebiedenbenadering, maar stelt op dit punt geen randvoorwaarden aan de inzet van het IODS- budget. In de Samenwerkingsintentie Weidevogelpact Midden- Delfland (concept maart) wordt het hele gebied Midden- Delfland beschouwd als een kerngebied weidevogels, hetgeen ruimte biedt om de IODS- maatregelen ook gespreid over heel Midden- Delfland in te zetten, waarmee een versnippering dreigt en het beoogde effect meer weidevogels per geïnvesteerde euro - waarschijnlijk niet gehaald kan worden. Geconcentreerde inzet van het budget in en grenzend aan de door SOVON gedefinieerde kerngebieden betekent overigens wel dat er buiten deze pagina 22
23 gebieden een gat gaat vallen. Zonder aanvullende budgetten zal het tempo van de achteruitgang van weidevogels in deze delen van Midden Delfland onverminderd voortgaan. Zonder meer hoopgevend is de aanwezigheid van een functionerend netwerk van partijen die betrokken zijn bij en al vele jaren lang samenwerken in het weidevogelbeheer in Midden- Delfland. Uit de gesprekken die gevoerd zijn met de verschillende partijen in het kader van deze notitie is gebleken dat er bij de partijen de bereidwilligheid bestaat om zich te verplaatsen in de standpunten van de ander en ook de bereidwilligheid is om zonodig water bij de wijn te doen. Een zeker risico bij netwerkverbanden is wel dat ze in de praktijk sterk aan personen hangen en dat bij wisseling van personen de duurzaamheid van een netwerk onder druk kan komen te staan. De Samenwerkingsintentie Weidevogelpact Midden- Delfland vormt weliswaar geen garantie, maar is in elk geval een stevige stap richting een duurzame samenwerking tussen de partijen in Midden- Delfland. Het feit dat er de eerstkomende jaren een ervaren secretaris bij de Gemeente Delfland belast wordt met het activeren van het Weidevogelpact is een belangrijke stap richting succes. 3.4 Ontwikkeling weidevogelstand Midden- Delfland bij ANLb- beheer In het voorafgaande is een beeld geschetst van het beperkte rendement van het agrarisch weidevogelbeheer in Nederland. De versnipperde inzet van maatregelen (pakketten die afgesloten worden op individuele basis met agrariërs en versnipperd over een geheel gebied kunnen liggen) in combinatie met de keuze voor veelal lichte pakketten (in Midden- Delfland vooral legselbeheer, de rode kleur in figuur 2.6) heeft in de meeste gevallen de teruggang in de populaties weidevogels niet tot stilstaan kunnen brengen. Vandaar dat vanaf 2015 en volledig in 2016 tot een aanpassing van het Agrarisch weidevogelbeheer is besloten. Het is zonder een gedegen onderzoeksmatige benadering, die buiten het bestek van dit ex ante advies valt alleen in kwalitatieve zin aan te geven of en in welke mate de voorgenomen wijziging van het agrarisch weidevogelbeheer zal leiden tot een trendbreuk. De voorgenomen pakketten komen in elk geval op veel punten tegemoet aan de kritiek zoals die in de verschillende evaluaties is verwoord. Aan een belangrijk punt van kritiek de versnippering die optreedt door contracten op individuele basis af te sluiten wordt tegemoet gekomen doordat binnen het ANLb- beheer beheerovereenkomsten alleen nog met collectieven worden afgesloten die daartoe een gebiedsbeheerplan dienen op te stellen. Veel zal vervolgens afhangen van de hoogte van de definitieve beheervergoedingen en de continuïteit daarin. Best- case indien er inderdaad een grote bereidheid is om als gebiedscollectief de verantwoordelijkheid te nemen voor de geconcentreerde inzet van zware pakketten, en in gebieden of aansluitend op gebieden waar de weidevogelstand nog goed is kan daadwerkelijk een trendbreuk verwacht worden. Worst- case zoals bij te geringe vergoedingen, een te geringe zekerheid over de langjarige continuïteit of indien de trend tot verdere intensivering bij het vrijgeven van melkquota overheerst, zal er ook met de inzet van het nieuwe instrumentarium weinig veranderen. Een mogelijk nadeel van de eis tot een collectieve beheerovereenkomst moet worden afgesloten zou kunnen zijn dat alleen overeenstemming bereikt wordt over de minst vergaande pakketten. pagina 23
24 Samenvattend: door de stelselwijziging van het ANB naar ANLb wordt binnen Midden- Delfland een (bescheiden) trendbreuk verwacht voor die gebieden waar het ANLb wordt ingezet. Daarbuiten zal zonder verdere maatregelen, waarin ANLb niet voorziet - een verdere teloorgang van de weidevogels niet gestopt kunnen worden. Door de flexibele regeling kunnen IODS soms ingezet worden ten behoeve van maatregelen aanvullend op ANLb. pagina 24
25 4 Conclusies/aanbevelingen De centrale vraag in deze notitie is in hoeverre het beoogde IODS- weidevogelbeheer, uitgevoerd door het weidevogelpact succesvol kan zijn. Meer specifiek werd een ex ante kwalitatieve beoordeling gevraagd in hoeverre het rendement (het aantal broedparen weidevogels per euro) van het IODS- weidevogelproject (het aantal broedparen weidevogels per euro) minimaal even hoog zou zijn als dat van het (hernieuwde) SNL- programma (de voorziene stelselwijziging van het agrarisch natuurbeheer in 2015). Op grond van de analyse in deze notitie wordt die vraag met een voorzichtig ja, mits beantwoord. Op dit moment valt simpelweg in een kortdurend kwalitatief onderzoek niet met zekerheid te stellen of de aanpak succesvol wordt en zo ja, of die succesvoller wordt dan middels 250 ha zwaar beheer. Maar de benodigde ingrediënten voor een succesvolle aanpak zijn er. Succes zal met name afhangen van de mate waarin het weidevogelpact erin slaagt om voldoende zware maatregelen te realiseren en die geconcentreerd en duurzaam in te zetten. Daarbij is het nodig voldoende flexibiliteit in de uitvoering te handhaven. Indien de bereidheid er bij de agrariërs is, kan IODS- weidevogelbeheer tot een beter resultaat leiden, omdat er dan een veel minder versnipperd beeld optreedt (concentratie van maatregelen in en rondom de weidevogelkerngebieden). Procesmatig ziet het er nog het meest rooskleurig uit. Partijen met soms sterk uiteenlopende belangen - hebben voldoende vertrouwen in elkaar om een (concept- ) intentieverklaring te ondertekenen en daarmee een verbintenis voor de langere termijn aan te gaan. Het feit dat partijen in het pact vertegenwoordigd zijn betekent dat er nu ook mogelijkheden liggen om op gronden van niet- agrariërs maatregelen te treffen die anders buiten schot zouden blijven. pagina 25
26 4.1 Conclusies 1. Doorgaan op de oude voet met het de uitvoering van SNL- beleid zal de achteruitgang van weidevogels in het agrarisch land van Midden- Delfland niet doen keren. Daarvoor is het te versnipperd en wordt te vaak voor relatief lichte pakketten gekozen; 2. Het per 2015(/2016 definitief) in te zetten vernieuwde Agrarische Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) bevat enkele belangrijke wijzigingen. De belangrijkste daarvan is de geconcentreerde inzet in weidevogelkerngebieden en de verplichting om als gebiedscollectief op te treden. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de belangrijkste kritiekpunten op het SNL- stelsel: te versnipperd. In hoeverre het nieuwe stelsel leidt tot de daadwerkelijk invulling van het weidevogelbeheer met zwaardere pakketten in Midden- Delfland is onbekend. Bij voldoende animo, kan het hernieuwde ANLb een trendbreuk betekenen voor de weidevogelkerngebieden. Daarbuiten zal de achteruitgang vermoedelijk (nog iets versneld) doorgaan; 3. Procesmatig betekent het weidevogelpact een vliegende start voor het weidevogelbeheer in Midden- Delfland. Het IODS- weidevogelprogramma bevat ook inhoudelijk alle ingrediënten om succesvol te kunnen zijn. Het is echter op voorhand op grond van dit onderzoek - niet te zeggen in hoeverre de IODS- aanpak tot de beoogde trendbreuk zal leiden. Wel moet kritisch naar de gereedschapskist gekeken worden. De basis voor het succes ligt uiteindelijk bij de uitvoering van concrete maatregelen. Met name de uiteindelijke verdeling tussen lichte en zwaardere maatregelen, de duurzaamheid van de maatregelen en de ruimtelijke spreiding van maatregelen spelen daarin een belangrijke rol. Uitgangspunt moet zijn inzet in of direct aanpalend aan de weidevogelkerngebieden. Ook hier zal de mate van succes afhangen van de bereidwilligheid van de agrariërs. 4. De kracht van Midden- Delfland bestaat uit de combinatie van koe én weidevogel. Het samenwerken als weidevogelpact aan het gebied met daarin als centrale doelstelling het bevorderen van het voorkomen van weidevogels in Midden Delfland kan als vliegwiel werken om maatschappelijke discussies in de regio te beïnvloeden en het besef te vergroten dat de speciale kwaliteit van Midden- Delfland te midden van stedelijke agglomeraties ligt in de combinatie van koeien én weidevogels. 5. Voor zover het ANLb beheer en het IODS beheer ruimtelijk overlappen is maatwerk vereist; 6. De geconcentreerde inzet van IODS en ANLb in en grenzend aan de 4-5 weidevogelkerngebieden betekent dat de verdere achteruitgang in de overige delen van Midden- Delfland niet gestopt wordt en (mogelijk versneld) zal doorgaan. Dit is de consequentie van de beleidskeuzen. 4.2 Aanbevelingen 1. Analoog aan hoe dat in het weidevogelbeheer bij de Ronde Hoep werkt, wordt aanbevolen een deel van het IODS- budget te reserveren voor last- minute beheer, inclusief de rol van beheerregisseur; 2. Kijk niet alleen naar wat (op korte termijn) haalbaar is, maar neem ook het lange termijn perspectief mee. Schuw niet om daarbij ook out- of- the- box te denken. De in hoofdstuk 2 aangehaalde voorbeelden kunnen daarbij als inspiratie dienen. pagina 26
27 Een voorbeeld zou kunnen zijn onderzoek naar de mogelijkheden van kavelruil voor de weidevogeldoelstelling; 3. Kiezen voor weidevogels betekent soms ook expliciet niet kiezen voor andere natuur die die weidevogeldoelen in de weg zitten. De kracht van het weidevogelpact ligt erin dat nu gestuurd kan worden op weidevogelnatuur als centrale natuurdoelstelling in het gebied.; 4. Probeer als weidevogelpact ook andere natuurlijke partners en grote terrein- beherende organisaties als hoogheemraadschap en recreatieschap te committeren aan de doelstellingen en te zoeken naar de win- wins in beheerdoelstellingen;. 5. Er is voor de eerste jaren voorzien in een gebiedscoördinator voor weidevogels (bij de gemeente Midden Delfland). Op grond van het voorbeeld Ronde Hoep wordt aanbevolen ook een beheercoördinator in te stellen die als een manusje van alles in de drukke weidevogelperiode de resultaten van inventarisaties van KNNV en weidevogelwacht direct terugkoppelt naar de boeren om naar optimale oplossingen te zoeken. pagina 27
28 Geraadpleegde bronnen Breeuwer A. et.al., Frank Berendse, Frank Willems, Ruud Foppen, Wolf Teunissen, Hans Schekkerman Paul Goedhart, Do meadow birds profit from agri- environment schames in Dutch agricultural landscapes? Biological Conservation, Volume 142, Issue 12, Holt H ten et.al., S. Martens & D. Melman, Kerngebieden weidevogels en agrarische natuur. Alterrarapport 2465 Kleijn D et al., Dimmers, W.J., van Kats, R.J.M & T.C.P Melman, Het belang van hoog waterpeil en bemesting voor de Grutto: II. de kuikenfase. De Levende Natuur 110, Kleijn D. et.al, Berendse, F., Smit, R. & Gilissen, Agri- environment schemes do not effectively protect biodiversity in Dutch agricultural landscapes. Nature 413, Kleijn D., De effectiviteit van Agrarisch Natuurbeheer. Alterra, Wageningen Natuurplanbureau, 2007, van aankoop naar beheer II. Ex ante evaluatie omslag natuurbeleid. NMP, De Bilt Paassen A. van & W. Teunissen, Vogelbalans Landschapsbeheer Nederland/SOVON Vogelonderzoek Nederland. Paassen A. van, Astrid Manhoudt, & Mark Kuiper, Lerend beheren voor effectief weidevogelbeheer, Vakblad Natuur bos Landschap, april 2013 Schekkerman H & Beintema, Abundance of invertebrates and foraging success of Blacktailed Godwit Limosa limosa chicks in relation to agricultural grassland management. Ardea, 95, SOVON, 2013 Vogelbalans Landschapsbeheer Nederland/SOVON Vogelonderzoek Nederland Teunissen W., Behoud weidevogels Midden- Delfland. SOVON, Nijmegen Teunissen, W. et.al., Alex Schotman, Leo W. Bruinzeel, Henk ten Holt, Ernst Oosterveld, Henk Sierdsema, Eddy Wymenga en Dick Melman, Op naar kerngebieden voor weidevogels in Nederland Werkdocument met randvoorwaarden en handreiking. ALterra Wageningen Teunissen. W., Behoud weidevogels Midden- Delfland. SOVON, Nijmegen. Verhulst, Meadow bird ecology at different spatial scales. PhD Thesis, Wageningen. pagina 28
29 Bijlage 1: ALNb groepen van weidevogelbeheer Waarschijnlijk ziet het stelsel er vanaf 2016 in grote lijnen als volgt uit 10. Er is voorzien in 'groepen' van weidevogelbeheer: 1. A : groep met een rustperiode in de nestfase waarin agrarische werkzaamheden niet toegestaan zijn. Deze rustperiode loopt minimaal van 1 april tot 1 juni, maar kan evt. tot diep in de zomer doorlopen voor bv. soorten als de kwartelkoning; 2. A : groep met mogelijkheid tot voorweiden ten behoeve van later vestigende soorten of opgroeimogelijkheden voor kuikens. Deze groep kent een rustperiode die op zijn vroegst op 1 mei start en tot in juni doorloopt. In deze rustperiode zijn agrarische activiteiten niet toegestaan; 3. A : groep om percelen in het voorjaar plas- dras te zetten om daarmee foeragerende weidevogels aan te trekken; 4. A : Groep legselbeheer om legsels te beschermen in percelen waar geen aangepast weidevogelbeheer plaatsvindt. Om de uitgekomen jonge weidevogels een goede overlevingskans te bieden, kunnen de categorieën die onder deze groep vallen gecombineerd worden met een toeslag voor kuikenstroken. Via deze stroken kunnen de jonge weidevogels percelen bereiken die voor langere tijd als foerageergebied kunnen dienen; 5. A : Groep kruidenrijk grasland. Deze groep dient om een voedselrijke situatie te creëren voor weidevogelkuikens in de vorm van bloemrijke graslanden die een grote aantrekkingskracht hebben op insecten. Deze percelen kennen een lage bemestingsgraad en een rustperiode; 6. A : groep met extensieve beweiding waarin weidevogels zowel kunnen broeden als foerageren. 10 Bron: Concept- document over Agro- en Klimaatsteun (Maatregel 10, artikel 28) pagina 29
Beste Randy, Bedankt voor de medewerking. Met vriendelijke groet, Danny Eijsackers.
Van: Danny Eijsackers [mailto:d.eijsackers@milieufederatie.nl] Verzonden: woensdag 10 mei 2017 14:58 Aan: Statengriffie Onderwerp: Bijeenkomst boerenlandvogels Beste Randy, Hierbij stuur ik je 2 documenten
Nadere informatieNaar een goed weidevogelbeheer. Cees Witkamp Senior beleidsmedewerker boerenlandvogels Vogelbescherming Nederland
Naar een goed weidevogelbeheer Cees Witkamp Senior beleidsmedewerker boerenlandvogels Vogelbescherming Nederland 1 Even iets over Vogelbescherming o Opgericht 1899 o C. 140.000 leden o C. 65 werknemers
Nadere informatieWeidevogelpact Midden-Delfland
Weidevogelpact Midden-Delfland Midden-Delfland is van oudsher een goed weidevogelgebied. Maar ook in dit open veenweidegebied is het aantal weidevogels fors afgenomen: de populaties grutto, kievit en tureluur
Nadere informatieAgrarisch Natuurbeheer: wat kost het, wat levert het op, hoe kan het beter? David Kleijn
Agrarisch Natuurbeheer: wat kost het, wat levert het op, hoe kan het beter? David Kleijn Landbouwgebied Productie van voedsel en grondstoffen Natuur op boerenland Intensivering van landbouw Agrarisch natuurbeheer
Nadere informatieWEIDEVOGELS LOPIKERWAARD
WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214 Er is goed nieuws en er is slecht nieuws WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD 214: ER IS GOED NIEUWS EN ER IS SLECHT NIEUWS Sinds 211 telt DNatuur voor ANV Lopikerwaard hoeveel Grutto
Nadere informatieBeheerevaluatie 2018 weidevogels
Beheerevaluatie 2018 weidevogels Auteur Opdrachtgever Status Stichting Landschapsbeheer Gelderland VALA Definitieve versie Datum 06-11-2018 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 3 3 Beltrumse
Nadere informatieDe kern ligt bij plasdras
7-3-2014 Inleiding presentatie Weidevogelbeheer Vereniging Noardlike Fryske Wâlden Weidevogelaantallen 2009-2012 Plasdras voor meer weidevogels Netwerken voor vitale populaties De kern ligt bij plasdras
Nadere informatieRapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve
Rapportage natuurbeheer Weidevogels Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve 2016 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Weidevogels... 5 2.a.
Nadere informatieAantal gevonden legsels in 2008
10 1 Broedpaaraantallen 2. Reproductie Na terugkomst van weidevogels in hun broedgebied vormen zich paren en kiezen de vogels een plek om te gaan broeden: de vestiging. Daarna komen twee belangrijke reproductiefasen:
Nadere informatieToelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016
STICHTING COLLECTIEF AGRARISCH NATUURBEHEER SCAN Toelichting flexibiliteit binnen het ANLB 2016 Het nieuwe stelsel ANBL2016 biedt het collectief op meerdere manieren flexibiliteit in de uitvoering van
Nadere informatieUitleg flexibiliteit beheer ANLb
Uitleg flexibiliteit beheer ANLb Het stelsel ANLb biedt het collectief op meerdere manieren flexibiliteit in de uitvoering van het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De gebiedsaanvraag, de toepassing
Nadere informatieBezoekeffecten en nestbescherming bij weidevogels. Paul Goedhart Wolf Teunissen Hans Schekkerman Maja Roodbergen
Bezoekeffecten en nestbescherming bij weidevogels Paul Goedhart Wolf Teunissen Hans Schekkerman Maja Roodbergen Aantalveranderingen 200 180 160 140 Index 120 100 80 60 40 20 1960 1970 1980 1990 2000 2010
Nadere informatieSamenwerkingsintentie Weidevogelpact Midden-Delfland
Samenwerkingsintentie Weidevogelpact Midden-Delfland Aanleiding De totale oppervlakte open weidegebied in Midden Delfland bedroeg in 1979 circa 7.500 ha. Dat is in 2014 teruggelopen tot circa 4.000ha.
Nadere informatieHet belang van kruidenrijk grasland voor de Grutto Grutto-onderzoek Rijksuniversiteit Groningen
Het belang van kruidenrijk grasland voor de Grutto Grutto-onderzoek Rijksuniversiteit Groningen Krijn Trimbos Projectleider weidevogelbeheer Landschap Noord Holland Langjarig Demografisch Onderzoek = Burgerlijke
Nadere informatieWAARNEMEN REGISTREREN ANALYSEREN COMMUNICEREN/RAPPORTEREN. Aad van Paassen, Landschapsbeheer Nederland/LandschappenNL
BROEDEN OP WEIDEVOGELDATA VAN WAARNEMEN TOT REGISTREREN TOT ANALYSEREN TOT COMMUNICEREN/RAPPORTEREN Aad van Paassen, Landschapsbeheer Nederland/LandschappenNL VAN WAARNEMEN TOT REGISTREREN TOT ANALYSEREN
Nadere informatieBescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen
Bescherming Weidevogels Zuid-Holland 2018 Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen Dit jaarverslag is tot stand gekomen in samenwerking met 17 actieve weidevogelgroepen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 576 Natuurbeleid Nr. 97 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,
Nadere informatieWeidevogelbeheer 2016
Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 Versie 1.5, 1 Oktober 2015 (Wijzigingen voorbehouden) 1 Grasland met rustperiode - De beheereenheid is ten minste 0,5 hectare groot. - Cumulatie
Nadere informatieProvinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007
Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007 Inleiding In 2005 verschenen alarmerende berichten over een snelle teruggang van weidevogels
Nadere informatieWeidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017
Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017 Collectief Rivierenland Beeld: Shutterstock Datum: 15-11-2017 In opdracht van De agrarische collectieven Gelderland 1 Duivense broek Een deel van het Duivense
Nadere informatieSubsidie voor het Texelse weidevogelgebied.
Subsidie voor het Texelse weidevogelgebied. Algemene informatie Vanuit de SNL regeling is weidevogelbeheer op gemengde agrarische gebied mogelijk mits het voldoet aan de leefgebieden criteria voor weidevogels
Nadere informatieWeidevogelbeheer 2016
Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer 2016 16 februari 2015 (Wijzigingen voorbehouden) 1 Grasland met rustperiode - De beheereenheid is ten minste 0,5 hectare groot. - Cumulatie met alle
Nadere informatieTOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN
TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN Foto: Onno Steendam Landschap Noord-Holland Toelichting Weidevogelleefgebieden Over wie gaat het? Weidevogels zijn vogels die in uitgestrekte en kruidige graslanden
Nadere informatieWeidevogels en predatie. Wolf Teunissen Paul Goedhart Hans Schekkerman Maja Roodbergen
Weidevogels en predatie Wolf Teunissen Paul Goedhart Hans Schekkerman Maja Roodbergen kievit grutto tureluur wulp watersnip kemphaan scholekster slobeend krakeend kuifeend zomertaling tafeleend wintertaling
Nadere informatieDatum 17 maart 2017 Betreft Uitvoering van de motie Grashoff-Leenders (3450 XIII, nr. 98) inzake weidevogels
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg
Nadere informatieRapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve
Rapportage natuurbeheer Weidevogels Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve 2015 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Weidevogels... 5 2.a.
Nadere informatieSelectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer
Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer De breedte van het speelveld Betaald beheer (SNL): 179.000 ha, 64 mln. (excl. ganzen) 13.500 bedrijven = 27% van grondgebonden
Nadere informatieEemlandE. Weidevogelland
EemlandE Weidevogelland Completering Natuurgebied 2001 1 Samen het verschil maken Robuust Uitgifte Gronden NM u Onder voorwaarden u Aan lokale agrariërs u Deelname agrarisch natuurbeheer op bedrijf u Op
Nadere informatieWeidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017
Weidevogelbeheerevaluatie Gelderland 2017 Collectief Veluwe Beeld: Shutterstock Datum: 15-11-2017 In opdracht van De agrarische collectieven Gelderland 1 Polder Oosterwolde Delen van de polder Oosterwolde
Nadere informatieGreppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment
Greppel plas dras op Texel Resultaten van een driejarig experiment ANLV De Lieuw Texel Siebold van Breukelen September 2015 ANLV De Lieuw Texel - Ottersaat 5-1792 CC Oudeschild - tel 0222 314072 -E mail
Nadere informatieTegast in een vervreemd landschap? Eddy Wymenga, A&W
Tegast in een vervreemd landschap? Eddy Wymenga, A&W planologisch Hoog dynamische gebieden Stedelijk gebied, infrastructuur, economische zones, ontwikkelzones voor bedrijventerreinen, transportzones Laag
Nadere informatieffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten
Lid Gedeputeerde Staten SrnTEN Mr. J.F. (Han) Weber Contact 070 441 61 96 jf.weber@pzh.nl '?",iffhorrand Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Aan Provinciale
Nadere informatieGS brief aan Provinciale Staten
GS brief aan Provinciale Staten Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070-441 66 11 www.zuid-holland.nl Datum Zie verzenddatum linksonder Aan Provinciale Staten Bijlagen 2 Onderwerp
Nadere informatieWeidevogelvisie Provincie Utrecht
Weidevogelvisie Provincie Utrecht Weidevogelvisie Provincie Utrecht 1 Colofon Uitgave Provincie Utrecht, januari 2012 Vormgeving/DTP Del Puerto Design Grafische begeleiding MultiMediaCentrum provincie
Nadere informatieWEIDEVOGELINVENTARISATIE WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2017
WEIDEVOGELINVENTARISATIE WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2017 Opdrachtgever: Auteur: Datum: Hoogheemraadschap van Delfland Ferry van der Lans 2 juli 2017 I N H O U D S O P G A V E 1. Inleiding...
Nadere informatieHierbij biedt de Provinciale Adviescommissie Leefomgevingskwaliteit (PAL) u het advies Weidevogels aan.
Aan: Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP Den Haag Datum: 24 november 2017 Onderwerp: Aanbiedingsbrief PAL-advies Weidevogels Geachte leden van GS en PS, Hierbij
Nadere informatieBeheerevaluatie 2018 weidevogels
Beheerevaluatie 2018 weidevogels Auteur Opdrachtgever Status Stichting Landschapsbeheer Gelderland Collectief Rivierenland Definitief Datum 08-11-2018 1 Inhoudsopgave 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding... 5 3
Nadere informatieHoe kunt u meedoen? Help
Agrariërs Weidevogelwerkgroepen snest Gemeenten Weidevogelwerkgroep Binnenveld-Oost, Weidevogelwerkgroep Binnenveld-West, de initiatiefnemers van het Weidevogelplan WERV-gemeenten Wageningen, Ede, Rhenen
Nadere informatieWeidevogelnieuws. Landbouwkundige situatie vroeger en nu. Rijswijkse Veld
Landbouwkundige situatie vroeger en nu Weidevogelnieuws Het Zoelense en Rijswijkse Veld vind je in het meest westelijke deel van het werkgebied van onze VANL. De bodem bestaat er overwegend uit laaggelegen
Nadere informatieBeheerpakketten Leefgebied Open Grasland
Pakket 1 Grasland met rustperiode Het in acht nemen van een rustperiode op grasland is vooral voor weidevogels van belang. Ze biedt rust aan broedende vogels door de kans op verstoring van de legsels te
Nadere informatieBeheerevaluatie 2018 weidevogels
Beheerevaluatie 2018 weidevogels Auteur Opdrachtgever Status Stichting Landschapsbeheer Gelderland Collectief Veluwe Definitief Datum 11-12-2018 Inhoud 1 Inleiding... 4 2 Polder Oosterwolde... 5 2.1 Gegevens
Nadere informatieMededeling. Onderwerp Resultaten agrarisch natuurbeheer. Registratienummer Datum 9 september 2013 Auteur ing. A.B. de Graaf Afdeling/Bureau RM
PROVINCIE FLEVOLAND Mededeling Onderwerp Resultaten agrarisch natuurbeheer Doel van deze mededeling: In opinieronde 3 van 15 mei 2013 heeft de portefeuillehouder u een overzicht toegezegd van de resultaten
Nadere informatieFig. 4.3a. Dichtheden weidevogels in het reservaatsgebied Giethoorn-Wanneperveen 1987-2010 (229 ha)
Lichte groei weidevogelstand Giethoorn-Wanneperveen in 2010 Obe Brandsma De belangrijkste resultaten samengevat: Het onderzoeksgebied Giethoorn-Wanneperveen (229 ha) is één van de weinige gebieden in Nederland
Nadere informatieWEIDEVOGELINVENTARISATIE EN ADVIES TOEKOMSTIG BEHEER WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2016
WEIDEVOGELINVENTARISATIE EN ADVIES TOEKOMSTIG BEHEER WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2016 Opdrachtgever: Auteur: Datum: Hoogheemraadschap van Delfland Ferry van der Lans 17 juli 2016 I N H O
Nadere informatieWEIDEVOGELINVENTARISATIE EN ADVIES TOEKOMSTIG BEHEER WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2015
WEIDEVOGELINVENTARISATIE EN ADVIES TOEKOMSTIG BEHEER WATERBERGING WOUDSE POLDER MIDDEN DELFLAND 2015 Opdrachtgever: Auteur: Datum: Hoogheemraadschap van Delfland Ferry van der Lans 10 augustus 2015 I N
Nadere informatieBEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019
BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2019 Overzicht beheerpakketten Binnen het leefgebied Open AKKER zijn er in het werkgebied van Collectief Midden Overijssel enkele
Nadere informatieBEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL
BEHEERPAKKETTEN OPEN AKKER Onderdeel akker COLLECTIEF MIDDEN OVERIJSSEL 2018-2019 Overzicht beheerpakketten Binnen het leefgebied Open AKKER zijn er in het werkgebied van Collectief Midden Overijssel enkele
Nadere informatieAlgemene Ledenvergadering
ELAN Agrarische Natuurverenigingen Zuidoost-Friesland Algemene Ledenvergadering Collectief ELAN Nijeholtpade, 28-06-2017 Opgericht in 2010 Vijf inliggende Agrarische natuurverenigingen (ANV s): Gagelvenne
Nadere informatiein 2016 Algemene ledenvergadering Collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden
Nieuwe start ANLb in 2016 Algemene ledenvergadering Collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden Programma Cees de Jong Opening en terugblik (Cees de Jong, voorzitter) Jaarplan 2016 (Karel Rietveld, secretaris)
Nadere informatieZuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig
Zuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig Inleiding Nederland heeft op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn de verplichting om voor alle van nature voorkomende
Nadere informatieToekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk. Jan Stronks
Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk Jan Stronks Stand van zaken huidig landschap Bos en natuur in de plus! Agrarisch cultuurlandschap sterk in de min: Natuurwaarde holt achteruit
Nadere informatieAlle soorten tellen Mee!
Alle soorten tellen Mee! Reflectie op lezing Astrid Manhoudt Monitoring Agrarisch Natuurbeheer 3 e Flora en Faunacongres Nijmegen, 25 januari 2016 Ronald Zollinger Tellen alle soorten wel mee? Discussie
Nadere informatieEven (nou even..) bijpraten
Even (nou even..) bijpraten Reageren? info@collectiefnhz.nl Meer informatie, ook persoonlijke documenten: www.collectiefnhz.nl Beste leden van Collectief Noord-Holland Zuid, De drukke tijd is voor iedereen
Nadere informatieEven wachten met maaien voor de gruttokuikens
pagina 1 van 5 Even wachten met maaien voor de gruttokuikens Reportage Weidevogelbeheer Weidevogels hebben het zwaar. Nu komt de overheid met een reddingsplan dat volgens Vogelbescherming Nederland zo
Nadere informatieWeidevogelbescherming ~ jaarverslag 2012. Staphorsterveld
Weidevogelbescherming ~ jaarverslag 2012 Staphorsterveld 1 Contactgegevens Agrarische Natuurvereniging Horst en Maten Postweg 2, 7951 KT Staphorst T: 06-55556812 E: info@anvhorstenmaten.nl I: www.anvhorstenmaten.nl
Nadere informatieKraaiachtigen een bedreiging voor weidevogels? Attie F. Bos Pim Vugteveen
Rijksuniversiteit Groningen Wetenschapswinkel Biologie Rapport 67 Kraaiachtigen een bedreiging voor weidevogels? Een literatuuronderzoek naar de rol van kraaiachtigen als predator en de invloed daarvan
Nadere informatieAcht jaar maatregelen ter bescherming van grutto, wulp en tureluur op graslandpercelen
Eindrapportage Regeling Rustzones voor kritische weidevogels Periode 2008-2015 Acht jaar maatregelen ter bescherming van grutto, wulp en tureluur op graslandpercelen Jochem Sloothaak & Annette den Hollander
Nadere informatieAntwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 27 september 2011) Nummer 2553
van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 27 september 2011) Nummer 2553 Onderwerp Bescherming weidevogels en verbetering weidevogelstand Aan de leden van Provinciale
Nadere informatieJAARVERSLAG WEIDEVOGELBESCHERMING IN AMSTELLAND. Werkgroep Weidevogelbescherming IVN Amstelveen Vogelwerkgroep Ouderkerk ANV De Amstel
JAARVERSLAG WEIDEVOGELBESCHERMING IN AMSTELLAND 2012 Werkgroep Weidevogelbescherming IVN Amstelveen Vogelwerkgroep Ouderkerk ANV De Amstel 0 1 1. Weersverloop voorjaar 2012 Het voorjaar van 2012 was zacht
Nadere informatieDe voorwaarden waaraan voldaan moet worden om gebruik te kunnen maken van de beheerpakketten binnen het leefgebied worden hieronder beschreven.
Opengestelde beheerpakketten Collectief Rivierenland per leefgebied (gebaseerd op adviestarieven landelijke beheerpakketten ANLB2016 dd. 09-03-2015) let op: tarieven gewijzigd tov. medio februari 2015
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 576 Natuurbeleid Nr. 17 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,
Nadere informatieSamen werken aan weidevogelbeheer
Samen werken aan weidevogelbeheer Sleutels tot succes Samen werken aan weidevogelbeheer Sleutels tot succes Landelijk gaan de weidevogels nog steeds achteruit. Maar er zijn plaatsen in Nederland waar het
Nadere informatieBeheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Open grasland
Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Open grasland 2019 1 Grasland met rustperiode Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie beschreven onder pakketten) [1]
Nadere informatieWeidevogelinventarisatie ANV De Amstel 2009
Weidevogelinventarisatie ANV De Amstel 2009 CONCEPT juli Opdrachtgevers: ANV De Amstel Landschap Noord-Holland Uitvoering: NatuurBeleven bv René Reekers Ton Rewijk Mark Kuiper e.a. Van der Goes en Groot
Nadere informatieVOGELWERKGROEP OUDERKERK WERKGROEP WEIDEVOGELS IVN AMSTELVEEN AGRARISCHE NATUURVERENIGING DE AMSTEL
JAARVERSLAG WEIDEVOGELBESCHERMING EN -BEHEER IN AMSTELLAND 2008 VOGELWERKGROEP OUDERKERK WERKGROEP WEIDEVOGELS IVN AMSTELVEEN AGRARISCHE NATUURVERENIGING DE AMSTEL Colofon Samenstelling en foto s: Mark
Nadere informatieSamen voor weidevogelbeheer in Eemland. Visie op het weidevogelbeheer in Eemland
Samen voor weidevogelbeheer in Eemland Visie op het weidevogelbeheer in Eemland januari 2013 Deze weidevogelvisie is geschreven door agrarische natuurvereniging A & E in samenwerking met José van Miltenburg
Nadere informatieWeide vogel balans 2013
Weide vogel balans 2013 B Weide vogel balans 2013 Inhoud Inleiding 3 1. Broedpaaraantallen 4 2. Verspreiding 8 3. Reproductie 12 4. Kuikenoverleving 18 5. Beheer 22 6. Financiën 28 7. Onderzoek 30 Colofon
Nadere informatieGEBIEDSBEHEERPLAN SNL ZUID-WEST RIJNLAND
GEBIEDSBEHEERPLAN SNL ZUID-WEST RIJNLAND Gebiedscoördinator SNL: ANV Haarlem/Spaarnwoude Contactpersoon: Mark Kuiper Adres: Oostermeerkade 6, 1184 TV Amstelveen Tel./email: 020 47 20 777; mark@natuurbeleven.nl
Nadere informatieCollectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21
Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21 Dit document is een uitgave van Dienst Landelijk Gebied en Dienst Regelingen. De beschrijving heeft een informatieve functie en er kunnen
Nadere informatieRivierenland werkt voortvarend verder JAARBERICHT 2017
Rivierenland werkt voortvarend verder JAARBERICHT 2017 1 INHOUD WIE IS COLLECTIEF RIVIERENLAND? PAGINA 3 CIJFERS EN ACTIVITEITEN PAGINA 4 AGRARISCH NATUUR- EN LANDSCHAPSBEHEER PAGINA 6 VOORUITBLIK NAAR
Nadere informatieBLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster
BLk format Bedrijfsnatuurplan BLk melkkoe 1 ster Adviseur: Bedrijfsnaam: UBN: Datum: BLk Format Bedrijfsnatuurplan versie 1.0, dd. 10.04.2019 Pagina 1 van 7 1. Meting ALGEMENE INFORMATIE Bedrijf gelegen
Nadere informatieTerugkijken op De wondere wereld van de weidevogels!
Programma: 09.30 uur Inloop 10.00 uur Opening door Arjan Vriend, directeur Stichting Landschapsbeheer Gelderland 10.10 uur Resultaten en ontwikkelingen in de vrijwillige boerenlandvogelbescherming in Gelderland
Nadere informatieWeide vogel balans 2010
Weide vogel balans 2010 B Weide vogel balans 2010 Inhoud Inleiding 3 1. Broedpaaraantallen 4 2. Reproductie 10 3. Beheer 22 4. Financiën 26 5. Onderzoek 28 6. Verloop seizoenen 30 Colofon 32 Inleiding
Nadere informatieakkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze
Samenvatting Intensivering van de landbouw heeft ertoe geleid dat populaties van boerenlandvogels sterk zijn afgenomen sinds de jaren 60. Ooit veelvoorkomende soorten als patrijs (Perdix perdix) veldleeuwerik
Nadere informatieGaat het goed komen met het AGRARISCH NATUURBEHEER?
20 LANDWERK #5 / 2015 Gaat het goed komen met het AGRARISCH NATUURBEHEER? Rondje langs de velden stemt nog niet op alle fronten direct gerust Door Rob Janmaat Over enkele maanden treedt het nieuwe stelsel
Nadere informatieBeheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2)
COLLECTIEF SÚ DWESTKÚST Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2018 (2) Cumulatie en Terrein Cumulatie is het stapelen van pakketten. In de meeste gevallen is dit
Nadere informatie... BELANGRIJK FLEXIBELBEHEER. Purmerend, 16 augustus 2014
.... BELANGRIJK FLEXIBELBEHEER Purmerend, 16 augustus 2014 Kenmerk: 14096/1060/MB/sl Behandeld door: Martine Bijman Betreft: flexibel beheer en aanpassen oppervlakten Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer
Nadere informatieToekomst agrarisch natuurbeheer in West-Friesland in 2016. Boeren en weidevogels: vrienden voor het leven.
Toekomst agrarisch natuurbeheer in West-Friesland in 2016 Boeren en weidevogels: vrienden voor het leven. 1 2 Toekomst agrarisch natuurbeheer in West-Friesland in 2016 Boeren en weidevogels: vrienden voor
Nadere informatieKnop om voor weidevogels
Achtergrond 7 mei 2019 Knop om voor weidevogels Gerwout Netjes heeft voor 22% van zijn areaal zwaar natuurbeheer ingepast in zijn bedrijfsvoering. Het doel is het aantal weidevogels in stand te houden
Nadere informatieWelkom. Voorlichting mogelijkheden beheer 2017 en verder
Welkom Voorlichting mogelijkheden beheer 2017 en verder Agenda Doel en opzet van de voorlichting Nieuw stelsel voor agrarisch natuurbeheer Wie is Collectief Midden Groningen en wat doet we? Natuurbeheerplan
Nadere informatieWEIDEVOGELS RESULTATEN 2011 TOTAAL
WEIDEVOGELS RESULTATEN 211 TOTAAL A. Weidevogelmeetnet Overijssel van 1994 tot en met 211 Het gaat nog steeds niet goed met de weidevogels. De al jarenlang neerwaartse trend blijft doorgaan. Positief is
Nadere informatieNieuwsbrief algemeen
Nieuwsbrief algemeen 207. Terugblik 20 Leden In 20 telde de vereniging 2 leden, waaronder vrijwilligers en praktiserende veehouders. De weidevogelpas: Om zich te kunnen legitimeren als door de Vereniging
Nadere informatieU bent deelnemer in het Subsidiestelsel voor Natuur- en Landschapsbeheer onderdeel agrarisch, SNL A.
.Aan alle relaties die in de SNL regeling blijven ná 1 januari 2016... BELANGRIJK FLEXIBELBEHEER Purmerend, 6 augustus 2015 Kenmerk: 15093/1060/MB/sl Betreft: flexibel beheer en aanpassen oppervlakten
Nadere informatieBeheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2019
COLLECTIEF SÚ DWESTKÚST Beheerpakketten Agrarisch Natuur- & Landschapsbeheer Open Grasland, beheerjaar 2019 Cumulatie en Terrein Cumulatie is het stapelen van pakketten. In de meeste gevallen is dit niet
Nadere informatienestbescherming, Inleiding Bescherming weidevogellegsels in Noord-Holland
14 Bescherming weidevogellegsels in Noord-Holland Frans Parmentier * Inleiding Sedert begin jaren tachtig houden ook in Noord-Holland vrijwilligers zich bezig met nestbescherming, de laatste jaren in toenemende
Nadere informatieKansen voor de kievit?
Kansen voor de kievit? Maatregelen voor de kievit op bouwlandpercelen Weidevogelwerkgroep VANL TCW ca. 100 vrijwilligers Ca. 110 bedrijven Geldermalsen: 67 ha gras, 30 ha bouwland Buren-Culemborg: 661
Nadere informatieweidevogelbeheer 2013 in ha
Weidevogelbalans Hierbij de Weidevogelbalans met een overzicht van zoveel mogelijk basisgetallen over de weidevogels en het weidevogelbeheer binnen onze ANV De Súdwesthoeke. Deze verkorte versie laat de
Nadere informatieONDERZOEK WEIDEVOGELBEHEER IN HET RESERVAATSGEBIED GIETHOORN-WANNEPERVEEN XXI I (2010) O.H. Brandsma
ONDERZOEK WEIDEVOGELBEHEER IN HET RESERVAATSGEBIED GIETHOORN-WANNEPERVEEN XXI I (21) O.H. Brandsma 1 2 ONDERZOEK WEIDEVOGELBEHEER IN HET RESERVAATSGEBIED GIETHOORN-WANNEPERVEEN XXII (21) Drs. O.H. Brandsma
Nadere informatieWeidevogelbescherming Spaarndam/Haarlemmerliede. Spaarndam/Haarlemmerliede in het voorjaar van 2010
Weidevogelbescherming 2010 Spaarndam/Haarlemmerliede Martin Ikelaar In dit artikel gaan we in op de activiteiten van de vrijwilligers weidevogelbescherming Spaarndam/Haarlemmerliede in het voorjaar van
Nadere informatieWeidevogels Lopikerwaard
Weidevogels Lopikerwaard Leo Kramer en Arjan van Duijvenboden Weidevogelbescherming is moeilijk. Weidevogels zijn divers, slecht te sturen, niet op te sluiten in reservaten en ze broeden ook nog eens in
Nadere informatieVoorlichtingsavonden SNL Fryslan Vragen en antwoorden
Voorlichtingsavonden SNL Fryslan Vragen en antwoorden 1. Ik heb in 2007 subsidie aangevraagd, moet ik nu opnieuw aanvragen? Antwoord: U kan overstappen per 1 januari, maar dat hoeft niet. 2. Mijn contracten
Nadere informatieWELKOM! Eerste studieavond kennisverbreding Akkernatuur 30 januari 2017 Obdam
WELKOM! Eerste studieavond kennisverbreding Akkernatuur 30 januari 2017 Obdam Programma 20.00 uur Opening door Johan van Nieuwenhuyzen, bestuurslid 20.10 uur Toelichting op ANV Hollands Noorden door Ellen
Nadere informatieU ontvangt op dit moment subsidie voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer van de Provincie Zeeland.
bericht op brief van: - Zie adreslijst uw kenmerk: - ons kenmerk: afdeling: Water, Bodem en Natuur bijlage(n): behandeld door: W. Maljaars doorkiesnummer: 17 26 onderwerp: Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer
Nadere informatieDatum 18 december 2014 Betreft Aansluiting vergroening GLB en agrarisch natuur- en landschapsbeheer
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Economische Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den
Nadere informatieEen kijkje in de SNL-keuken
Een kijkje in de SNL-keuken Unit Natuurinformatie en Natuurbeheer BIJ12 Herman Cohen Stuart en Karin Cox 1 Twitter met ons mee! #Hogeschool_VHL #BIJ12 #SNL #ANLb2016 Over BIJ12 3 Even een testje! Voordat
Nadere informatiePaarden in bloemenweiden. Filippien Koornneef
Paarden in bloemenweiden Filippien Koornneef Subsidie voor natuurbeheer Twee verschillende regelingen Agrarisch natuurbeheer Particulier natuurbeheer Waarvoor subsidie ANLb? Pakketten: Kruidenrijk grasland
Nadere informatie1. Grasland met rustperiode
1. Grasland met rustperiode Er wordt een rustperiode in acht genomen van datum x tot datum y (zie beschreven onder pakketten) In de rustperiode vinden in de beheereenheid geen bewerkingen plaats Pakket
Nadere informatieLerend beheer met Beheer-op-Maat (BoM)
Lerend beheer met Beheer-op-Maat (BoM) afleidingsmanoeuvre of brug beheer-wetenschap-beleid? 8 maart 2018; Dick Melman 1 1 mmv Tim Visser 1 Weidevogels: icoon van Nederlandse natuur Yellow wagtail redshank
Nadere informatieWeidevogels toen en nu. Nieuwsbrief Nr. 29 november 2013. Door de voorzitter: Klaas Wim Jonker
Nieuwsbrief Nr. 29 november 2013 Geslaagde huifkartocht - Cursus - Resultaten 2013 - Streekfonds - Contributie - Plas-dras - Vrijwilligers gezocht - Weidevogelvriendelijkste boer 2013 - Grondbank? - Nieuwe
Nadere informatieNotitie Weidevogels Noord-Holland, 20 mei 2010
Notitie Weidevogels Noord-Holland, 20 mei 2010 Kees (C.) J.G. Scharringa, 19 mei 2010 Inleiding De notitie geeft beknopte informatie over de verspreiding, aantallen en trends van weidevogels in Noord-Holland
Nadere informatie