Controlelijst. Bedrijfshulpverlening

Transcriptie

1 Controlelijst Bedrijfshlpverlening

2 Controlelijst Bedrijfshlpverlening Controlelijst Bedrijfshlpverlening Deze controlelijst is ontwikkeld door TNO B&O in opdracht van de Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs. Uitgave: Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs Postbs JM Heerlen agsts 2006 Alle rechten voorbehoden. Niets it deze controlelijst mag worden vermenigvldigd en/of openbaar gemaakt door middel van drk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Samenstellers en itgever zijn zich volledig bewst van hn taak een zo betrowbaar mogelijk itgave te bezorgen. Niettemin knnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventele in deze itgave voorkomende onjistheden.

3 Inleiding Werken aan gezonde arbeidsomstandigheden betekent systematisch aandacht hebben voor eventele knelpnten op de gebieden veiligheid, gezondheid en welzijn. Deze contine systematische aandacht bent als werkgever ook vanit de Arbowet 1998 verplicht. Om alle arbeidsrisico s in beeld te krijgen, dienen scholen een risico inventarisatie en evalatie (RI&E*) it te voeren. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen knnen zich toch noodsitaties* voordoen, bijvoorbeeld ernstig persoonlijk letsel of brand. De Arbowet 1998 (artikel 15) en het Beslit Bedrijfshlpverlening (BHV) leggen de school verplichtingen op om de gevolgen van een noodsitatie voor alle in een school aanwezige mensen (leerlingen of stdenten, personeel en anderen) zoveel mogelijk te beperken. De werkgever moet zich daarvoor laten bijstaan door een of meerdere werknemers. Hlpmiddelen BHV Het Vervangingsfonds onderstent scholen bij het itvoeren van hn taken op het terrein van de Arbowet. Hiervoor is een aantal prodcten ontwikkeld. Met de Arbomeester (voor het primair onderwijs) of de Arboleider (voor het voortgezet onderwijs) knnen scholen zelf de knelpnten in het kader van de RI&E opsporen en oplossen. Voor het itvoeren van de BHV-taken biedt het Vervangingsfonds deze controlelijst Bedrijfshlpverlening aan. De controlelijst geeft scholen hovast bij het organiseren en evaleren van de eigen bedrijfshlpverleningstaken. Belangrijk itgangspnt hierbij is dat de bedrijfshlpverlening en de opleiding voor de BHV-taken worden afgestemd op de eigen sitatie ( zorg op maat ). Voorbereid zijn op en hlpverlening knnen bieden in herkenbare ongevalsitaties, vormen de basis voor een efficiënte BHV. Verder geeft het Vervangingsfonds de dvd Ontrimen van een basisschool it. Deze dvd kan gebrikt worden als voorbereiding op een ontrimingsoefening en bestaat it een gedeelte voor leerlingen en een gedeelte voor het personeel. Strctr controlelijst De strctr van deze controlelijst is opgezet op basis van de resltaten van een inventarisatie van risico s die potentiële noodsitaties op scholen in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, het middelbaar beroeps- en volwassenenedcatie tot gevolg knnen hebben. Voor deze scholen zijn een aantal controlepnten vastgesteld, waarmee de risico s op noodsitaties knnen worden geïnventariseerd. Hierit worden de BHV-taken, de benodigde opleiding(en) en de BHV-organisatie afgeleid. In hoofdstk 1 van deze controlelijst wordt de BHV voor de ideale school beschreven. In deze ideale school zijn de risico s op een noodsitatie minimaal. Om deze reden is het aantal en de inhod van de BHV-taken beperkt tot de basisbenodigdheden, bestaat de BHV-organisatie it slechts één hiërarchische laag en is de BHV-opleiding zeer beperkt. Vrijwel alle scholen zllen op een of meerdere onderdelen afwijken van deze ideale school. De mate van afwijking is afhankelijk van de vastgelegde controlepnten. Deze controlepnten zijn als volgt ingedeeld: het schoolgebow (hoofdstk 2); de inrichting van het gebow en schoolplein (hoofdstk 3); de omvang en de organisatie van de school (hoofdstk 4); de omgeving van de school (hoofdstk 5); de bedrijfsvoering op de school (hoofdstk 6). Vervolgens komt in deze controlelijst het concept van de veiligheidsketen aan de orde, dat wil zeggen de stappen die nodig zijn om tot een doelmatige aanpak van de bestrijding van ongevallen en calamiteiten te komen. In de veiligheidsketen worden de voorwaarden om een goed fnctionerende bedrijfshlpverlening te realiseren en te behoden onderverdeeld in een strend nivea (hoofdstk 7), een onderstenend nivea (hoofdstk 8) en een itvoerend nivea (hoofdstk 9). Elk hoofdstk bestaat it meerdere controlepnten. Achter elk controlepnt wordt met een blokje () aangegeven welke BHV-taak extra aandacht behoeft voor het geval de school op dit controlepnt afwijkt van de 'ideale school'.

4 Controlelijst Bedrijfshlpverlening Werkwijze Achter in deze controlelijst zit een werkblad met alle controlepnten en de kerntaken van de BHV-organisatie. Indien de school (of locatie) ten aanzien van een controlepnt afwijkt van de ideale school, kan het daarbij behorende aandachtspnt op dit werkblad worden aangevinkt. Het werkblad verschaft zo een overzicht van de voor de school (of locatie) geldende aandachtspnten. Voor wat betreft de hoofdstkken 6 t/m 9 zijn de aandachtspnten opgenomen in een aparte tabel: Verbeterpnten veiligheidsmanagement. Het betreft hier zaken die veelal de voorwaarden scheppen voor het goed fnctioneren van de BHV of die gericht zijn op het voorkomen van sitaties waarin de BHV moet optreden. In de tabel wordt een onderscheid gemaakt tssen het docmenteren en het organiseren. Afspraken, richtlijnen e.d. dienen formeel vastgelegd te worden in docmenten. Echter vastleggen alleen is voor een adeqaat veiligheidsmanagement niet genoeg. Ook het conseqent itvoeren (m.a.w. het organiseren) is hiervoor van belang. Daarom vindt per onderwerp verificatie op beide aspecten plaats. Op basis van de antwoorden van de controlepnten in hoofdstk 2 t/m 5 worden in hoofdstk 10 de aspecten met betrekking tot de BHV-organisatie vastgelegd: de BHV-taken, de bijbehorende opleidingseisen en de benodigde hlpmiddelen voor de BHV-ers. De leidraad bij de invlling van dit hoofdstk is zorg op maat. Dat betekent dat de BHV-taken afgestemd zijn op de potentiële noodsitaties en dat de opleiding afgestemd is op deze taken. We adviseren nadrkkelijk om w medewerkers geen standaard BHV-opleiding te laten volgen, maar afhankelijk van de itkomsten van deze controlelijst in samenspraak met het opleidingsinstitt de BHV-opleiding in te vllen. Uit oogpnt van veiligheid van de medewerkers en de leerlingen van de school zal in veel gevallen de prioriteit liggen bij het ontrimen van de school en niet bij het blssen van branden. Dit wordt veelal overgelaten aan de brandweer. Wel zal elke leerkracht of een begeleider, die een groep leerlingen onder zich heeft, een korte crss Ontrimen moeten volgen (zie ook hoofdstk 1 en hoofdstk 10.2). Informatie over opleiding specifiek met betrekking tot: Ontriming / Inriming zie: Hoofdstk 10.2 en 10.3 LEH zie: Hoofdstk 10.4 Brandbestrijding zie: Hoofdstk 10.5 Coördinatie zie: Hoofdstk 10.6 De BHV-taken van de aangewezen werknemers bestaan ten minste it: 1. het verlenen van eerste hlp bij ongevallen; 2. het beperken en bestrijden van een (kleine) beginnende brand en het beperken en voorkomen van ongevallen; 3. het in noodsitaties alarmeren en evaceren van alle leerlingen, medewerkers en andere personen in de school en 4. het alarmeren van en het samenwerken met andere hlpverleningsorganisaties. Deze taken staan in de Arbo-wet benoemd. In Bijlage 2 treft een overzicht van de belangrijkste teksten met betrekking tot de wet- en regelgeving op het terrein van bedrijfshlpverlening aan. Op basis van het zorg op maat principe kan en mag volgens de Arbeidsinspectie en de Brandweer hiervan worden afgeweken. Zo mag een school een BHV-er opleiden voor de taken 1, 3 en 4 en taak 2 laten vervallen. Verder zal elke leerkracht of een begeleider die een groep leerlingen onder zich heeft, opgeleid moeten worden voor taak 3. Deze taken worden gedoceerd in de korte opleiding Ontrimen, die gebaseerd is op de dvd Ontrimen van een basisschool (zie ook hoofdstk 1 en hoofdstk 10.2). Actaliteit Bij het ter perse gaan van deze controlelijst werd door het ministerie van VROM bekend gemaakt dat vanaf 1 janari 2007 regelgeving met betrekking tot de gebriksvergnning wordt vervangen door het Beslit Gebrik Bowwerken. In deze controlelijst wordt op diverse plaatsen naar de gebriksvergnning verwezen. Welke gevolgen deze wijziging voor w BHV-leden heeft, is nog niet bekend. Daarnaast zal met ingang van 1 janari 2007 de arbowetgeving wijzigen. Mogelijk hebben deze wijzigingen gevolgen voor de it te voeren BHV-taken en de BHV-organisatie. Wij adviseren daarom om de website te raadplegen voordat met deze controlelijst aan de slag gaat. Hier vindt de meest recente informatie over de wijzigingen in de regelgeving. De met gemarkeerde opmerkingen beslaan tips, adviezen of aandachtspnten die voor het betreffende controlepnt relevant zijn. * de met * gemarkeerde termen in deze controlelijst zijn opgenomen in de verklarende woordenlijst met gebrikte afkortingen, definities en symbolen (Bijlage 1).

5 Inhodsopgave Inleiding Bedrijfshlpverlening op de ideale school Het schoolgebow De inrichting van het schoolgebow De omvang en organisatie van de school De omgeving van het schoolgebow Bedrijfsvoering Strend nivea Onderstenend nivea Uitvoerend nivea De BHV-organisatie Bijlage 1: Gebrikte afkortingen, definities en symbolen Bijlage 2: Arbo wet- en regelgeving Bedrijfshlpverlening Bijlage 3: Stoelenplan Bijlage 4: Inhod van een verbandtrommel (voorbeeld) Bijlage 5: Overzicht van relevante normen Bijlage 6: Het schoolnoodplan Bijlage 7: Voorbeeld van een werkvergnning... 60

6 Controlelijst Bedrijfshlpverlening 1. Bedrijfshlpverlening op de ideale school De BHV in de ideale school kan worden gezien als de basisvoorziening die op elke school minimaal aanwezig dient te zijn. In dit hoofdstk wordt de bedrijfshlpverlening (BHV) op de ideale school beschreven. Het woord ideaal heeft betrekking op de risico s, die knnen leiden tot een noodsitatie* (brand of persoonlijk letsel). Mede bepalend bij het inschatten van risico s is de snelheid waarmee zich een brand kan ontwikkelen. In de ideale school zijn al deze risico s minimaal. Voor de BHV op een ideale school geldt het volgende: de BHV-organisatie bestaat it één hiërarchische laag; de formele verantwoordelijkheid (hoofd BHV) ligt bij de directie. De invlling van de fnctie is te beschowen als onderdeel van de dagelijkse managementfnctie; het gaat hierbij met name om het organiseren van de BHV, inclsief de benodigde opleidingen en trainingen en het waarborgen van continïteit; er is steeds toezicht op de leerlingen vanaf het moment dat leerlingen op school aankomen tot aan het moment dat zij de school verlaten; elke medewerker is in staat om een noodsitatie te melden en om externe hlpverleningsorganisaties adeqaat te alarmeren; de BHV-taak van het onderwijzend personeel is beperkt tot ontrimen; de BHV-taak van minimaal twee medewerkers bestaat it het verrichten van LEH*. Er dient minimaal één BHV-er aanwezig te zijn die LEH kan verrichten. Daar deze persoon door bijvoorbeeld ziekte of verplichtingen biten de school ook wel eens afwezig kan zijn, dienen er minimaal twee BHV-ers te worden opgeleid voor de hier genoemde taak; de BHV-taak van minimaal twee medewerkers is optioneel it te breiden met het knnen beheersen van een kleine, beginnende brand. Opleidingsprogramma Het opleidingsprogramma voor de ideale school ziet er als volgt it: Alle onderwijsgevenden krijgen een opleiding die gericht is op ontrimen, melden en alarmeren. Deze opleiding kan in circa twee r worden gegeven; Twee medewerkers die belast zijn met een omvangrijkere BHV-taak krijgen een opleiding die gericht is op LEH. Deze opleiding kan in circa 8 r worden gegeven; Daarnaast is het optioneel mogelijk om de medewerkers die belast zijn met een aanvllende BHV-taak een opleiding te laten volgen die gericht is op het beheersen van een kleine, beginnende brand. Deze opleiding kan in circa een r worden gegeven.

7 2. Het schoolgebow Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 2.1 Is de school gehisvest op één locatie en in één gebow? NEE, dit heeft gevolgen voor De BHV dient per locatie te worden ingevld. Het verdient echter aanbeveling om een eendidig beleid te voeren voor de gehele school. Het ontwikkelen en implementeren van het beleid kan vanit een centraal pnt plaatsvinden. Voorbeelden zijn een standaard opzet voor instrcties, ontrimingsplan e.d., gezamenlijke crss en training. De BHV dient per locatie of gebow ingevld te worden. Staan er meerdere gebowen van de school op één locatie, dan dient de BHV per gebow operationeel te zijn, waarbij het itgangspnt is dat groepen leerlingen altijd worden begeleid. De BHV-ers zijn verdeeld over de gebowen, de aanstring kan vanit het hoofdgebow plaatsvinden. De BHV-ers van de verschillende gebowen knnen in voorkomende gevallen wel over en weer onderstening bieden. 2.2 Is het schoolgebow na 1992 gebowd en heeft het een gebriksvergnning? NEE, dit heeft gevolgen voor In een gebow dat is gebowd volgens recente richtlijnen en normen zal een brand minder snel ontstaan en vooral zich minder snel ontwikkelen. Dit betekent een belangrijke risico-redctie. Als grens voor de leeftijd van het gebow wordt aangehoden: bowjaar Met het Bowbeslit van 1992 is voor niewbow de ongelijkheid in gemeentelijke bowvoorschriften weggenomen. Het nivea van eisen op het gebied van veiligheid (o.a. vlchtwegen), gezondheid, brikbaarheid, energiezinigheid en milie is hoger vergeleken met de ode voorschriften. In het Bowbeslit van 2003 zijn de voorschriften in materieel opzicht grotendeels gelijk gebleven, daarom wordt gerefereerd aan het bowbeslit van De BHV-ers dienen meer kennis te hebben van de wijze waarop een brand zich ontwikkelt en rook zich verspreidt. Dit redceert de kans op het nemen van verkeerde beslissingen tijdens een ontriming, zoals het gebrik maken van een onveilige vlchtweg.

8 Controlelijst Bedrijfshlpverlening Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 2.3 Bestaat het schoolgebow it één bowlaag? NEE, dit heeft gevolgen voor Indien het gebow bestaat it meerdere bowlagen, is er meer tijd en een goede coördinatie nodig om alle aanwezige personen te evaceren. Bestaat het schoolgebow it meerdere bowlagen, dan dienen de BHVers te worden opgeleid en getraind om een klas, gehisvest in een van de hogere bowlagen, veilig biten het schoolgebow te brengen. De ontriming van het gehele gebow dient te worden gecoördineerd door een medewerker die (op dat moment) geen leerlingen onder zijn/haar hoede heeft. De betreffende persoon dient hiervoor opgeleid te zijn. Bij afwezigheid van de betreffende medewerker dient een ander de coördinatietaak over te nemen. Ook deze persoon dient daartoe opgeleid te zijn. 2.4 Is de strctr van het schoolgebow eenvodig en overzichtelijk? NEE, dit heeft gevolgen voor Dit controlepnt is moeilijk objectief te beantwoorden, maar heeft een grote invloed op de effectiviteit van een ontriming. Indien in het gebow meerdere ithoeken of andere minder overzichtelijke plaatsen aanwezig zijn, is er meer tijd en een goede coördinatie nodig om alle aanwezige personen te evaceren. In een gebow met een groot aantal rimten is veel tijd nodig om te controleren of iedereen het gebow verlaten heeft tijdens een ontriming. Ho bij het beantwoorden van deze vraag ook rekening met het aantal toiletrimten! De BHV-ers dienen extra getraind te zijn in het controleren van alle rimten tijdens een ontriming. De itvoering van deze taak vraagt om voldoende stressbestendigheid.

9 Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 2.5 Is de afstand tssen de twee verst it elkaar gelegen lokalen minder dan circa 100 meter? NEE, dit heeft gevolgen voor (Levensreddende) eerste hlp (LEH*) dient binnen 3 minten te worden geboden. In dit tijdsbestek dient een BHV-er te worden gealarmeerd en dient de afstand tssen de verblijfplaats van de betreffende BHV-er en het slachtoffer te worden overbrgd. Als er geen commnicatiemiddelen (omroepinstallatie of oproepsysteem) aanwezig zijn om een noodsitatie* te melden en om een BHV-er te alarmeren, zal alarmering plaatsvinden door het stren van een (voldoende geïnstreerde) leerling naar de betreffende BHV-er. De genoemde afstand dient dan twee keer te worden overbrgd. Uitgaande van een snelheid van 6 km/r (stevig doorlopen) kan circa 100 meter in 1 mint worden overbrgd. Indien de BHV-er voor de klas staat, dient hij/zij instrcties te geven aan de leerlingen in verband met zijn/haar tijdelijke afwezigheid. Inclsief het tijdsverlies voor het instreren van de betreffende leerlingen, kan bij afstanden tot circa 100 meter (levensreddende) eerste hlp binnen 3 minten worden geboden. Zorg ervoor dat er zoveel BHV-ers met LEH-diploma zijn dat er minimaal op afstanden van circa 100 meter één BHV-er aanwezig is. Deze afstand kan 200 meter zijn als de BHV-ers om of op te roepen zijn. Voor scholen waar de BHV-ers geen vaste werkplek hebben, is een omroepinstallatie of een oproepsysteem voor het alarmeren van BHV-ers noodzakelijk. 2.6 Is het schoolgebow opgedeeld in (brand)compartimenten* van ten hoogste 1000 m 2? (Bowbeslit 1992) NEE, dit heeft gevolgen voor Indien het schoolgebow groter is dan 1000 m 2, dient (brand)compartimentering plaats te vinden. Bij onvoldoende compartimentering zal een brand zich sneller door het gebow verspreiden, waardoor het eerder noodzakelijk is om de volledige school te ontrimen. Een brandcompartiment wordt opgedeeld in rookcompartimenten* indien de werkelijke vlchtrote (loopafstand) langer is dan 30 meter. Het is mogelijk dat ter compensatie van onvoldoende compartimentering preventieve maatregelen zijn of knnen worden getroffen, bijvoorbeeld sprinklers. Overleg hierover met de lokale brandweer. De BHV-ers dienen meer kennis te hebben van de wijze waarop brand zich ontwikkelt en rook zich verspreidt. Dit redceert de kans op het nemen van verkeerde beslissingen tijdens een ontriming, zoals het gebrik maken van een bedreigde of onveilige vlchtweg. Daar het in de betreffende gevallen gaat om grote schoolgebowen, is coördinatie van de ontriming een aparte taak. Dit dient itgevoerd te worden door een persoon die geen (operationele) ontrimingstaak heeft.

10 Controlelijst Bedrijfshlpverlening Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 2.7 Zijn er voldoende, goed toegankelijke, veilige rookvrije vlchtrotes met voldoende capaciteit om het schoolgebow tijdens een noodsitatie te verlaten? NEE, dit heeft gevolgen voor Dit controlepnt heeft met name betrekking op gangen en trappenhizen. Elk gebow dient, conform de bowvergnning, te beschikken over een rookvrije vlchtrote. Omdat een brand een vlchtweg kan blokkeren is in sommige gevallen een tweede vlchtweg vereist: als er een (of meer) lokalen zijn op school met 50 of meer leerlingen; als er minder valide gebrikers of kleters aanwezig zijn; als er praktijklokalen op school zijn waar gelast en gebrand wordt. Bij voorker bevinden dergelijke lokalen zich op de begane grond. In de gebriksvergnning wordt aangegeven hoeveel vlchtrotes er in een specifieke sitatie vereist zijn. Controleer dagelijks voor schooltijd of de vlchtwegen vrij zijn van obstakels en dat de vlchtderen niet zijn geblokkeerd. Denk hierbij ook aan drempels of kopieerapparatr en printers. Zorg ervoor dat vlchtrotes (gangen en trappen) vrij zijn van brandbare en rook prodcerende materialen. Bij vlchttrappen biten is met name de begaanbaarheid onder winterse omstandigheden (sneew, ijzel) een belangrijke voorwaarde. Zorg ervoor dat de BHV-ers kennis hebben van de wijze waarop brand zich ontwikkelt en rook zich verspreidt. Dit redceert de kans op het nemen van verkeerde beslissingen tijdens een ontriming, zoals het gebrik maken van een bedreigde of onveilige vlchtweg. De BHV-ers dienen bekend te zijn met alternatieve vlchtwegen en dienen goed getraind te zijn in het ontrimen via deze alternatieve vlchtwegen. Een goede coördinatie van de ontriming is nodig: eerst ontrimen van klassen om of nabij de brand. Het ontrimen tijdens bijeenkomsten van grote groepen mensen wordt toegelicht in onderdeel 3.1.

11 10 Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 2.8 Zijn de toegepaste bowmaterialen voor de constrctie van het schoolgebow niet (of slecht) brandbaar? NEE, dit heeft gevolgen voor Bowmaterialen zoals steen zijn zeer slecht brandbaar. Een schoolgebow dat bestaat it niet of slecht brandbare wanden en vloeren, zal tijdens brand niet snel instorten. Vanit dit aspect is er ds rim voldoende tijd om te ontrimen. Afhankelijk van de omvang van de brand, kan zelfs worden besloten om in eerste instantie slechts een gedeelte van het gebow te ontrimen. Een brandcompartiment van 1000 m 2 (of kleiner) moet binnen 3 minten na het ontrimingssignaal ontrimd zijn. N.B.: In de bowverordening is opgenomen dat een rookcompartiment (dat altijd kleiner is dan het brandcompartiment) binnen 1 mint na het ontrimingssignaal dient te zijn ontrimd. Laat onderhod aan het schoolgebow waarbij open vr of hoge temperatren worden toegepast (bijvoorbeeld het repareren of vervangen van bitmineze dakbedekking of het afbranden van verflagen) biten de schooltijden itvoeren. Er is dan een verhoogd risico op brand. In paragraaf 6.5 vindt meer informatie over Vergnning Brandgevaarlijke Werkzaamheden. De BHV-ers dienen aanvllende kennis te hebben van de wijze waarop brand zich ontwikkelt en rook zich verspreidt. Dit redceert de kans op het nemen van verkeerde beslissingen tijdens een ontriming, zoals het gebrik maken van een bedreigde of onveilige vlchtweg. Een goede coördinatie van de ontriming is nodig.

12 Controlelijst Bedrijfshlpverlening De inrichting van het schoolgebow Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 3.1 Is er een ala of andere grote rimte in de school die regelmatig wordt gebrikt voor besloten bijeenkomsten van grote groepen mensen? NEE ideale school JA, dit heeft gevolgen voor Een noodsitatie* die ontstaat tijdens een bijeenkomst in de ala of andere grote rimte, vraagt om specifieke maatregelen. Een eventele ontriming dient goed te worden gecoördineerd, waarbij de controle van aanwezigen elders in het schoolgebow niet vergeten dient te worden. Persoonlijk letsel dient didelijk gemeld te worden zodat een BHV-er weet dat (levensreddende) eerste hlp geboden is. De gebriksvergnning dient bepalingen te bevatten met betrekking tot: het maximaal aantal aanwezigen per rimte; de opstelling van het mebilair (stoelenplan) (zie ook Bijlage 3); de versiering; de itgangen en vlchtwegen; de aanwezigheid van blsmiddelen; het ontrimingsplan. Er dienen instrcties te zijn met betrekking tot: het evaceren van een grote groep mensen it de ala of andere grote rimte; het evaceren van mensen bij bijeenkomsten na schooltijd zoals oderavonden, optredens of feesten. De taken van de BHV-ers dienen tijdens deze ontriming bekend te zijn. De invlling van de coördinatietaak vraagt om voldoende stressbestendigheid en om voldoende overwicht en gezag. Overleg met de brandweer ter plaatse wordt aanbevolen. 3.2 Is er een keken in de school, al dan niet in combinatie met een kantine? NEE ideale school JA, dit heeft gevolgen voor In de meeste kekens bevinden zich apparaten die het risico op brand verhogen (zoals bijvoorbeeld apparaten op gas of een fritrpan). Op tijdstippen dat de keken in gebrik is, dient er toezicht te zijn zodat bij het ontstaan van een noodsitatie een BHV-er snel gealarmeerd kan worden. Dergelijk toezicht is niet nodig als er een gecombineerde CO/temperatr/ rookmelder in de keken aanwezig is, die tevens op de brandmeldinstallatie is aangesloten. Als leerlingen zelfstandig de keken gebriken, dienen zij te weten hoe zij een noodsitatie moeten melden. In de keken dienen een blsdeken en een klein blsmiddel aanwezig te zijn.

13 12 Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 3.3 Is er een lokaal voor algemene techniek of natrknde in de school? NEE ideale school JA, dit heeft gevolgen voor In een lokaal waar algemene techniek en/of natrknde onderwezen wordt, zijn apparaten, machines en/of (elektrisch) handgereedschap aanwezig die het risico voor persoonlijk letsel verhogen. In sommige van deze lokalen is tevens sprake van een verhoogd brandgevaar, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van (aard)gas voor het gebrik van bnsenbranders. De betreffende lokalen dienen te beschikken over een centrale hoofdschakelaar voor de elektriciteitsvoorziening van de apparaten en/of machines en, in voorkomende gevallen, over een hoofdafsliter voor de gasvoorziening. De betreffende leerkracht en/of de amanensis dient om te knnen gaan met kleine brandblsmiddelen. Het is aan te bevelen dat deze persoon beschikt over een LEH*-diploma. In het lokaal dienen een blsdeken en een klein blsmiddel aanwezig te zijn. 3.4 Is er een scheikndelokaal in de school? NEE ideale school JA, dit heeft gevolgen voor In een scheikndelokaal worden, zij het meestal in kleine hoeveelheden, gevaarlijke stoffen gebrikt die het risico op persoonlijk letsel verhogen. Bij ongevallen met giftige stoffen, bijtende stoffen of irriterende stoffen dient snel en adeqaat te worden ingegrepen om ernstig(er) letsel te voorkomen. In deze lokalen is doorgaans tevens sprake van een verhoogd brandgevaar, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van aardgas voor bnsenbranders of het gebrik van brandbare stoffen of explosieve stoffen. In de lijst met gebrikte afkortingen, definities en symbolen (zie Bijlage 1) zijn de pictogrammen waarmee bovenstaande stoffen worden aangegeven, opgenomen. De betreffende lokalen dienen te beschikken over een hoofdafsliter voor de gasvoorziening. De betreffende leerkracht en/of de technisch onderwijs assistent (toa) dient te beschikken over minimaal een LEH*-diploma en om te knnen gaan met kleine brandblsmiddelen. Tevens dient deze persoon te weten wanneer en hoe hij/zij andere repressieve voorzieningen zoals een nooddoche of oogdoche dient toe te passen. In het lokaal dienen een blsdeken en een klein blsmiddel aanwezig te zijn. Het lokaal dient te beschikken over twee (nood)itgangen, bij voorker op zo groot mogelijke afstand.

14 Controlelijst Bedrijfshlpverlening 13 Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 3.5 Worden op de school praktijklessen gegeven waaraan specifieke risico s zijn verbonden (zoals kooktechniek, lassen, elektrotechniek, atotechniek, bosbow)? NEE ideale school JA, dit heeft gevolgen voor Praktijklessen brengen specifieke risico s met zich mee. In een aantal praktijkopleidingen, bijvoorbeeld bosbow, worden deze lessen ook op plekken biten het schoolgebow verzorgd. zie ook controlepnten 3.3 en 3.4 Scholen in het voortgezet onderwijs: zie ook de Arboleider. Hierin komen de betreffende veiligheidsrisico s rimschoots aan bod. Zorg ervoor dat de betreffende docent en/of het onderstenend personeel een BHV-taak heeft die is afgestemd op de risico s die samenhangen met de praktijklessen en de rimte waarin die lessen worden verzorgd. Voor activiteiten met open vr (bijvoorbeeld lassen) is controle na afloop van de lessen op een smelbrand een belangrijk aandachtspnt. Het lokaal waar gelast of gebrand wordt, dient te beschikken over twee (nood)itgangen, bij voorker op zo groot mogelijke afstand. Wordt er gekookt op aardgas, dan dient er in het praktijklokaal een hoofdafsliter voor de gasvoorziening aanwezig te zijn. Voor lessen, gegeven op enige afstand biten het schoolgebow dient de betreffende leerkracht tevens te beschikken over c.q. toegang hebben tot een (mobiele) telefoon. In voorkomende gevallen kan externe hlp dan snel worden ingeschakeld. 3.6 Indien er (brand)gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, worden deze in een aparte rimte biten de school opgeslagen? NEE, dit heeft gevolgen voor Als (brand)gevaarlijke stoffen worden opgeslagen in een aparte rimte biten het schoolgebow dan is het eenvodiger om het risico te beheersen, in het geval dat brandgevaarlijke stoffen vrijkomen of brand ontstaat. Bovendien zllen de gevolgen van een noodsitatie* ontstaan in de aparte (opslag)rimte geen noemenswaardige conseqenties hebben voor de ontrimingstaak. Er is dan nawelijks sprake van gevaar voor de personen aanwezig in het schoolgebow. De schade zal waarschijnlijk beperkt blijven tot de betreffende opslagrimte en het verlies van de opgeslagen stoffen. Denk er aan dat ook los papier (bijvoorbeeld od papier of grote hoeveelheden papier) brandgevaarlijk is en dient te worden opgeslagen in een brandvrij hok. Zie voor meer informatie de Arboleider.

15 14 Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie Zorg ervoor dat er speciale voorzieningen worden getroffen in het lokaal waar de (brand)gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen (een PGS-kast*). De opgeslagen hoeveelheid van de diverse stoffen bepalen de mate van voorzieningen. Door de aanwezigheid van een PGS-voorziening in het lokaal is de kans op incidenten waarbij de stoffen in de kast betrokken zijn, groter. Voor dit lokaal gelden dezelfde voorzieningen als in een scheiknde lokaal. De betreffende leerkracht en/of de amanensis dient te beschikken over minimaal een LEH*-diploma. Deze persoon dient tevens om te knnen gaan met kleine brandblsmiddelen. In voorkomende gevallen dient deze persoon te weten wanneer en hoe hij/zij andere repressieve voorzieningen zoals een nooddoche of oogdoche dient toe te passen. In het lokaal dienen een blsdeken en een klein blsmiddel aanwezig te zijn. Het lokaal dient te beschikken over twee (nood)itgangen bij voorker op zo groot mogelijke afstand. 3.7 Worden de gym- en sportlessen itslitend gegeven in een gymzaal/ speelzaal/sportzaal in het schoolgebow? NEE, dit heeft gevolgen voor Een groot aantal scholen verzorgt de gym- of sportlessen in een apart gebow. Dit betekent dat de betreffende leerkracht in staat dient te zijn om eventeel voorkomend persoonlijk letsel te beheersen. Voor (levensreddende) eerste hlp bij ongevallen die in het zwembad plaatsvinden, is het personeel van een zwembad verantwoordelijk. Tijdens de gym- of sportlessen die op enige afstand van het schoolgebow plaatsvinden, bijvoorbeeld bitensporten, dient een leerkracht aanwezig te zijn die beschikt over minimaal een LEH*-diploma. Om extra hlp te knnen inschakelen, dient deze persoon directe toegang te hebben tot een (mobiele) telefoon. 3.8 Zijn de toegepaste materialen voor de afwerking en inrichting van het schoolgebow onbrandbaar (of slecht brandbaar)? NEE, dit heeft gevolgen voor De materiaalkeze voor gordijnen, wanddecoratie en (in beperkte mate) vloerbedekking zijn tijdens brand van invloed op de brandvoortplantingssnelheid en rookprodctie en daardoor mede bepalend voor de beschikbare tijd om het schoolgebow te ontrimen. Ook een garderobe is een plaats met verhoogd brandgevaar (denk bijvoorbeeld aan meegenomen vrwerk in de maand december). Stoffering en versiering aangebracht in de vlchtrotes en rimtes waar meer dan 50 personen te gelijktijdig aanwezig zllen zijn (bijvoorbeeld de kantine) dienen brandvertragend te zijn itgevoerd en mogen weinig rook afgeven. (Zie de gebriksvergnning.)

16 Controlelijst Bedrijfshlpverlening 15 Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie De BHV-ers dienen kennis te hebben van de wijze waarop brand zich ontwikkelt en rook zich verspreidt zodat zij de jiste beslissingen knnen nemen tijdens een ontriming en weten wat ze moeten doen bij het al dan niet gebriken van een bedreigde of onveilige vlchtweg. Er dient een installatie aanwezig te zijn waarmee ontrimingssignalen knnen worden gegeven ten behoeve van een snelle ontriming. Het bezit van brandmeldinstallatie (met directe doorkoppeling biten schooltijd naar de brandweeralarmcentrale) wordt sterk aanbevolen. 3.9 Gebrikt de school een veilige energiebron zoals stadsverwarming of zonne-energie voor de verwarming van het schoolgebow? NEE, dit heeft gevolgen voor De verwarming van rimten geschiedt in Nederland voornamelijk door aardgas en in een relatief gering aantal gevallen door aardolie, stadsverwarming of andere bronnen zoals zonne-energie. De aanwezigheid van aardgas- of aardoliegestookte verwarmingsinstallatie geeft een extra risico ten opzichte van verwarming door stadsverwarming of zonne-energie. Het betreft met name het risico voor brand en in mindere mate voor explosie. Het onderhod aan de verwarmingsinstallatie dient zoveel mogelijk biten de schooltijd plaats te vinden. De hoofdafsliter dient zich te bevinden op een bereikbare en herkenbare plaats biten de rimte waarin de verwarmingsinstallatie is geplaatst. Bij brand in deze rimte dient de hoofdafsliter te worden afgesloten en dient het schoolgebow te worden ontrimd. Aanbevolen wordt om deze rimte te voorzien van een atomatische brandmeldinstallatie en van een gasdetectie die de gasafsliter bij gasontsnapping dicht strt Zijn in de school brandveilige prllenbakken geplaatst? Brandveilige (zelfdovende of vlamdovende) prllenbakken zorgen voor een zo brandveilig mogelijke inventaris en werken preventief. Indien geen zelfdovende prllenbakken aanwezig zijn, dan heeft dit gevolgen voor de branditbreiding c.q. brandbestrijding. Het is een randvoorwaarde voor de BHV dat de school beschikt over brandveilige prllenbakken. Vervang daarom de bestaande prllenbakken door brandveilige prllenbakken. Zijn de prllenbakken in de school niet brandveilig, dan heeft dit gevolgen voor branditbreiding en bestrijding.

17 16 Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 3.11 Staan de (biten geplaatste) afvalcontainers op minimaal 5-10 meter afstand van de gebowen en zijn deze verankerd met een ketting met hangslot? Zijn de (binnen geplaatste) containers van staal en zijn ze afslitbaar met een brandwerendheid van 60 minten? Afvalcontainers zijn potentiële brandhaarden. Het gevaar voor brandstichting bij niet afgesloten containers is aanzienlijk. Het is een randvoorwaarde voor de BHV dat deze vraag met JA wordt beantwoord. Zorg er daarom voor dat: de (biten geplaatste) afvalcontainers op minimaal 5-10 meter afstand van de gebowen staan en dat deze verankerd zijn met een ketting met hangslot. de (binnen geplaatste) containers van staal zijn en dat ze afslitbaar zijn met een brandwerendheid van 60 minten. Zolang dit niet is gerealiseerd, heeft dit gevolgen voor de coördinatie (brandmelding) en bestrijding Heeft de school een ontrimingsalarminstallatie? NEE, dit heeft gevolgen voor Binnen een ideale school moet het mogelijk zijn om alle aanwezige personen binnen twee minten na ontdekking van een brand te alarmeren. Een ontrimingsalarminstallatie is daarom verplicht vanaf een oppervlakte groter dan 1000 m 2 (volgens de bowverordening). Indien een brandmeldinstallatie is vereist, dan dient ook een ontrimingsalarminstallatie aanwezig te zijn. In het beslit van de gemeente op basis van de bowverordening zal zijn opgenomen met welke freqentie de werking van de ontrimingsalarminstallatie dient te worden gecontroleerd. Het verdient aanbeveling om iemand op te leiden voor de controle van de ontrimingsalarminstallatie. Deze opleiding is onderdeel van de crss Ontrimen. Is er geen ontrimingsalarminstallatie aanwezig, dan dient extra aandacht te worden besteed aan de instrcties om alle aanwezigen in het schoolgebow te alarmeren alsmede aan een goede coördinatie van de ontriming.

18 Controlelijst Bedrijfshlpverlening 17 Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 3.13 Beschikt de school over een brandmeldinstallatie in overeenstemming met de bowverordening? NEE, dit heeft gevolgen voor Een ideale school beschikt over een (gecertificeerde) brandmeldinstallatie, zodat (ook) biten schoolren een brand snel wordt gedetecteerd. Door middel van een atomatische doormelding naar de brandweeralarmcentrale of particliere alarmcentrale kan een grote schade worden voorkomen. Een brandmeldinstallatie bestaat minimaal it een brandmeldcentrale, handbrandmelders en de energievoorziening. Als er niet contin iemand in de rimte waar de brandmeldinstallatie staat opgesteld aanwezig kan zijn, dan dient de brandmeldinstallatie itgerst te worden met een akoestisch brandalarmeringssignaal of een oproeppieper. Aanbevolen wordt bij een brandmelding middels een brandmeldinstallatie de aanwezige ontrimingsinstallatie handmatig te activeren. Voor veel gebowen wordt de omvang van de brandmeldinstallatie bepaald door de bevoegde atoriteit (gemeentelijke bowverordening) of andere (wettelijke) regeling van de gemeente of door de verzekeraars. Zodra een brand ontdekt is, dan is de volgorde van handelen voor iedereen: eerst melden, zonodig intern alarmeren, dan ontrimen. Het is aan de school zelf om te bepalen of de BHV vervolgens itbreiding van de brand probeert te voorkomen c.q. een blsactie itvoert. Een brandmeldinstallatie is verplicht vanaf een bepaalde oppervlakte en de gebriksfnctie (zie onderdeel 3.12). In die gevallen is het ds een randvoorwaarde voor de BHV. Als er geen brandmeldinstallatie aanwezig is, dan heeft dit gevolgen voor de ontriming en de coördinatie. De ontdekking van een brand kan dan pas later plaatsvinden, waardoor de ontriming in een kortere tijd moet worden gerealiseerd. Dit betekent dat er meer coördinatie is vereist bij de ontriming.

19 18 4. De omvang en organisatie van de school Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 4.1 Hoeveel personen zijn er doorgaans in het schoolgebow aanwezig? Zijn dit minder dan circa 150 personen, verdeeld over circa 8 klassen of lokalen? NEE, dit heeft gevolgen voor Een ontriming kan zonder algehele coördinatie worden itgevoerd als er niet meer dan circa 150 personen aanwezig zijn, verdeeld over circa 8 klassen of lokalen. Bij grotere aantallen wordt tijdens een noodsitatie* het ontrimen onoverzichtelijk. Zorg dat er altijd een verzamelplaats is aangewezen en maak didelijk in welke gevallen de leerlingen naar een opvanglocatie worden begeleid. Speciale aandacht is nodig voor momenten waarop personen aanwezig zijn in een niet-dagelijkse sitatie, bijvoorbeeld oderavonden, schooloptredens en feesten. Overleg met de lokale brandweer is wenselijk. Naarmate er een groter aantal personen aanwezig is, verdeeld over een groter aantal klassen of lokalen, is er in toenemende mate coördinatie nodig tijdens een noodsitatie. 4.2 Er zijn doorgaans minder dan een á twee niet-zelfredzame personen* per klas aanwezig? NEE, dit heeft gevolgen voor Bij een gering aantal niet-zelfredzame personen (bijvoorbeeld kleters) zllen en knnen anderen deze personen helpen bij een ontriming. Indien dit aantal hoger is dan circa een á twee personen per klas, is speciale aandacht van de BHV waarschijnlijk nodig. In de opleiding van de BHV-er dient aandacht te zijn voor het in veiligheid brengen van niet-zelfredzame personen. Bij relatief grote aantallen niet-zelfredzame personen dient er een evenredig groot aantal BHV-ers te zijn.

20 Controlelijst Bedrijfshlpverlening 19 Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 4.3 Is er voldoende toezicht en overzicht over de aanwezigen op momenten dat de school open is? NEE, dit heeft gevolgen voor Er zijn een aantal sitaties waarbij (groepen van) leerlingen zonder (direct) toezicht op school aanwezig zijn, zoals tijdens leswisselingen, tssenren en werken in leshizen of bibliotheek/mediatheek. Een noodsitatie dient te worden gemeld op een centrale plaats, die contin bezet is. Vanit deze plaats worden de aanwezige BHV-ers naar de plaats van de noodsitatie gestrd. Deze BHV-ers bepalen ter plaatse welke verdere acties genomen dienen te worden. In geval van ontriming wordt een BHV-er naar de locatie(s) waar leerlingen zonder toezicht verblijven gestrd. Voor grote scholen (meer dan circa 500 leerlingen in een gebow) is het gebrik van een personenoproepinstallatie voor deze BHV-ers noodzakelijk.

21 20 5. De omgeving van het schoolgebow Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 5.1 Is er open water in de directe omgeving (binnen een straal van 100 meter) van het schoolgebow of het schoolplein? NEE ideale school JA, dit heeft gevolgen voor De aanwezigheid van open water, grenzend aan of in de directe omgeving van het schoolgebow of het schoolplein, betekent dat er gevaar bestaat voor verdrinking. In de opleiding van de betreffende BHV-ers dient invlling te worden gegeven aan het redden en behandelen van drenkelingen. Tevens dient de school te beschikken over reddingsmateriaal zoals een reddingsboei en/of reddingshaak. 5.2 Bevindt zich in de nabijheid van de school een installatie, fabriek, tankstation of andere plaats waar giftige of brandgevaarlijke en/of explosieve stoffen worden aangevoerd, geprodceerd, gebrikt, opgeslagen of afgevoerd? NEE ideale school JA, dit heeft gevolgen voor Bij het vrijkomen van giftige stoffen door een ongeval op een nabijgelegen fabrieksterrein, kan het vanit gezondheidsredenen noodzakelijk zijn om leerlingen en personeel binnen te hoden. Bij een LPG-brand nabij/op een tankstation kan het jist noodzakelijk zijn de school te ontrimen en de leerlingen te evaceren. Dit hangt af van de sitatie en de betrokken gevaarlijke stof. Op last van de brandweer of politie zal de school moeten inrimen* of ontrimen* en zo mogelijk evaceren. De BHV moet zowel knnen inrimen als ontrimen en zo nodig evaceren. De BHV-ers dienen hiervoor te worden opgeleid. Er moet een coördinator zijn die contact onderhodt met de brandweer en de beslissing van de brandweer inzake inrimen of ontrimen en zo nodig evaceren van de school in gang zet. De BHV dient van tevoren na te gaan waar de leerlingen naar toe geëvaceerd knnen worden. Het opstellen van ontrimingsplan, inrimingsplan en evacatieplan en het oefenen hiervan, wordt sterk aanbevolen.

22 Controlelijst Bedrijfshlpverlening 21 Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 5.3 Knnen externe hlpverleningsorganisaties na alarmering binnen 15 minten aanwezig zijn? NEE, dit heeft gevolgen voor De afstand van brandweerkazerne, amblance-post e.d. tot de betreffende school is van invloed op de tijdsdr, waarbinnen daadwerkelijk hlp geboden kan worden door externe hlpverleningsorganisaties. Voor de brandweer geldt als gemiddelde norm 6 á 8 minten opkomsttijd, voor de amblancedienst is maximaal 15 minten de norm. De zogenaamde voorpostfnctie van de BHV dient meer inhod te krijgen zodat een noodsitatie* beter kan worden beheerst. Dit geldt met name voor het verzorgen van slachtoffers. Om een noodsitatie met persoonlijk letsel (ook mentaal) beter aan te knnen is de aanwezigheid van minimaal twee BHV-ers met LEH*-diploma gewenst. Wat betreft het risico van brand zijn er twee kezes: meer aandacht en opleiding van BHV-ers op het gebied van brandbestrijding of het accepteren van meer materiële schade. 5.4 Ligt het schoolgebow aan een weg met doorgaand verkeer? NEE ideale school JA, dit heeft gevolgen voor Voor een school die aan een weg met doorgaand verkeer ligt, vormt het verkeer een bron van gevaar voor overstekende kinderen bij het in- en itgaan van de school. Een veilige schoolomgeving is afhankelijk van de plaatselijke mogelijkheden om de infrastrctr nabij de school te optimaliseren en de wil van alle betrokkenen (leerkrachten, leerlingen, oders, bewoners in de omgeving, politie, gemeente) om gevaarlijke verkeerssitaties te voorkomen. Hierop kan worden geanticipeerd door toezicht van leerkrachten bij de itgang(en) van de school en klaarovers op drkke krispnten. Zorg ervoor dat een kwartier vóór aanvang van de lessen en een kwartier ná afloop van de lessen: een ongeval direct gemeld moet knnen worden; (minimaal) één BHV-er beschikbaar is die LEH* kan geven.

23 22 Omschrijving LEH Ontriming Brandbestrijding Coördinatie 5.5 Ligt de school in de invloedssfeer van een transportrote voor gevaarlijke stoffen? NEE ideale school JA, dit heeft gevolgen voor Een school die in de invloedssfeer van een transportrote voor gevaarlijke stoffen (bijvoorbeeld een ato(snel)weg, aanrijrote naar tankstation) ligt, kan als gevolg van een ongeval waarbij brandbare of giftige stoffen vrijkomen van de brandweer de opdracht tot ontrimen* of jist inrimen* krijgen. Dit hangt af van de gevaarssitatie en de betrokken gevaarlijke stof. Wanneer als gevolg van brand (van bijvoorbeeld een tankato) de school zelf geen veilige plek zo vormen, zal het ontrimen gevolgd worden door een snelle evacatie naar een veilige plek. De BHV moet zowel knnen inrimen als ontrimen en zo nodig evaceren. De BHV-ers dienen hiervoor te worden opgeleid. Er moet een coördinator zijn die contact onderhodt met de brandweer en de beslissing van de brandweer inzake inrimen of ontrimen van de school in gang zet. De BHV dient van te voren na te gaan waar de leerlingen naar toe geëvaceerd knnen worden. Het opstellen van ontrimingsplan, inrimingsplan en evacatieplan en het oefenen hiervan, wordt sterk aanbevolen.

24 Controlelijst Bedrijfshlpverlening Bedrijfsvoering Omschrijving Docmenteren Organiseren 6.1 Wordt er toezicht gehoden op het naleven van de afspraken en hisregels in het kader van veiligheid? De ingangen, doorgangen, itgangen en nooditgangen dienen vrij te zijn en ogenblikkelijk over de minimaal vereiste breedte (zonder gebrikmaking van een sletel of een ander los voorwerp) te openen zijn. Hier dient doorlopend toezicht op te zijn. Verder dient er toezicht te zijn op: het gesloten zijn van deren en/of liken met een brandwerende en/of rookwerende fnctie als er geen verkeer is van personen; de naleving van het niet-roken gebod. Maandelijks dient er een controle te zijn van: het fnctioneren van de ontrimingsinstallatie (indien aanwezig); het fnctioneren van de noodverlichting. Het is een randvoorwaarde voor de BHV dat de school toezicht hodt op het naleven van de afspraken en hisregels in het kader van veiligheid. Gebert dat niet, dan heeft dat repercssies voor de taakitoefening van de BHV op het gebied van ontrimen, brandbestrijding en coördinatie. Zorg er daarom voor dat de BHV volgens plan kan fnctioneren. 6.2 Worden iedere schooldag na schooltijd de prllenbakken geleegd? Worden orde en netheid in het gebow gehandhaafd? Orde en netheid verkleinen de kans op (itbreiding van) brand. Is er geen orde en netheid, dan heeft dit gevolgen voor de coördinatie (brandmelding) en ontriming (ingeval van branditbreiding) en brandbestrijding. Het is een randvoorwaarde en noodzakelijk voor een goed fnctioneren van de BHV dat orde en netheid in de school worden gehandhaafd.

25 24 Omschrijving Docmenteren Organiseren 6.3 Zijn de technische rimten altijd op slot en niet toegankelijk voor onbevoegden? Is er geen opslag in technische rimten? Het gaat hierbij bijvoorbeeld om opslag in een CV rimte of in een rimte waar de hoofdafsliter van het gas is geplaatst (zie ook 3.9). Het risico op brand wordt vergroot bij opslag in een technische rimte en de brand kan zich eveneens sneller itbreiden. Zorg ervoor dat de sletel van de technische rimten op een voor de BHV ers bekende plaats is opgeborgen. Het is een randvoorwaarde voor de BHV dat de technische rimten niet toegangelijk zijn voor onbevoegden. Wordt hier niet aan voldaan, dan heeft dit gevolgen voor coördinatie (brandmelding) en ontriming (bij branditbreiding). 6.4 Wordt er een openings- en slitingsronde itgevoerd? De openings- en slitingsrondes hebben als doel te controleren of er wijzigingen zijn opgetreden en of het schoolgebow veilig is afgesloten. Het is een randvoorwaarde voor de BHV dat dagelijks een openings- en slitingsronde wordt itgevoerd. 6.5 Indien derden binnen het schoolgebow brandgevaarlijke werkzaamheden itvoeren, wordt dan voor de aanvang van de werkzaamheden een Vergnning Brandgevaarlijke Werkzaamheden (zie Bijlage 7) ingevld en ondertekend? Veel branden ontstaan door brandgevaarlijke werkzaamheden zoals lassen, slijpen, solderen, verf afbranden, dakdekkerwerkzaamheden enz. Bij het itvoeren van brandgevaarlijke werkzaamheden is het noodzakelijk een aantal preventieve maatregelen te nemen, zoals: brandbare materialen binnen een afstand van 10 meter dienen te worden verwijderd of afgedekt; de jiste brandblsmiddelen dienen voor direct gebrik gereed te staan; bij de werkzaamheden dient een medewerker aanwezig te zijn, die ervaring heeft met het blssen van een brand; een r na beëindiging van de werkzaamheden dient de plaats, waar de werkzaamheden hebben plaatsgevonden, nogmaals gecontroleerd te worden. Bij de opdracht aan het bedrijf knt vermelden dat bovengenoemde vergnning hanteert. Zorg er voor dat didelijk wordt afgesproken wie wat doet. Het is een randvoorwaarde voor de BHV dat voor aanvang van de werkzaamheden een Vergnning Brandgevaarlijke Werkzaamheden wordt ingevld en ondertekend. Gebert dit niet, dan is er bij de genoemde werkzaamheden een verhoogde kans op het ontstaan van brand, die kan leiden tot de inzet van de BHV. Het is met name de ontriming en de coördinatie daarvan, die dan de inzet van de BHV vragen.

26 Controlelijst Bedrijfshlpverlening 25 Omschrijving Docmenteren Organiseren 6.6 Worden technische installaties en brandveiligheidsvoorzieningen door een deskndig (opgeleid) persoon: gecontroleerd op hn goede werking/ beschikbaarheid? onderhoden volgens een onderhodsplan? Er dient een onderhodsplan te zijn voor: de verwarmingsinstallatie en warmwatervoorziening; het rookkanaal; de elektrische installatie waarbij steekproefsgewijs wordt vastgesteld of de installatie voldoet aan NEN 1010 (zie Bijlage 5). Elektrische snoeren, stekkers en toestellen die niet in goede staat verkeren, worden niet gebrikt. Zij worden gerepareerd, dan wel vervangen. De onderhodstermijn voor de elektrische installatie is bepaald volgens NEN 3140 (zie Bijlage 5). De inschatting van de verschillende factoren leidt tot de conclsie dat eens per jaar een vijfde deel van de elektrische installaties wordt gecontroleerd. Het verdient aanbeveling de controle it te laten voeren tijdens regliere onderhodswerkzaamheden. Zorg er voor dat het detectie- en alarmeringssysteem (ook wel ontrimingsalarminstallatie genoemd), de noodverlichting en de vlchtwegaandidingen eenmaal per maand op de jiste werking worden gecontroleerd; Zorg er voor dat er een jaarlijkse controle plaatsvindt van de brandveiligheidsvoorzieningen (brandmeldinstallatie, ontrimingsinstallatie, blsapparaten, slanghaspels, branddeken); Gebreken aan brandveiligheidsvoorzieningen en het detectie- en alarmeringssysteem dienen direct te worden hersteld (Bowverordening). Het is een randvoorwaarde voor de BHV dat controle en onderhod op technische installaties en brandveiligheidsvoorzieningen door een deskndig opgeleid persoon worden itgevoerd. 6.7 Worden de speeltoestellen en materialen alsmede gymtoestellen regelmatig gecontroleerd op gebreken? Het is een randvoorwaarde voor de BHV dat de speeltoestellen en -materialen, alsmede gymtoestellen regelmatig worden gecontroleerd en gebreken direct worden hersteld.