Opleiding van de nieuwe RMO-chauffeurs. Cours de formation des nouveaux chauffeurs de camion-citerne

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opleiding van de nieuwe RMO-chauffeurs. Cours de formation des nouveaux chauffeurs de camion-citerne"

Transcriptie

1 Opleiding van de nieuwe RMO-chauffeurs Cours de formation des nouveaux chauffeurs de camion-citerne 2007 Georganiseerd door : Organisé par : Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie Melkcontrolecentrum-Vlaanderen Comité du Lait Confédération Belge De l'industrie Laitière Comité du Lait Melkcontrolecentrum-Vlaanderen

2 Voorwoord In vergelijking met andere (voedings)producten wordt de rauwe melk zeer vaak als voorbeeld gesteld m.b.t. integrale ketenbewaking. Niemand kan inderdaad ontkennen dat de natuurlijke grondstof melk met uitermate veel zorg gewonnen en aangeboden wordt aan de zuivelfabriek. Deze situatie is uiteraard niet zomaar ontstaan. De voorbije veertig jaar is er doorlopend door verschillende partijen, en niet in het minst door de sector zelf, naar een optimale situatie toegewerkt. Elke liter melk die geleverd wordt, wordt bemonsterd en komt in aanmerking om op één of andere kwaliteitsparameter onderzocht te worden. Deze massale controles gebeuren in de zogenaamde interprofessionele organismen voor de melkkwaliteit : Melkcontrolecentrum-Vlaanderen (Lier) en Comité du Lait (Battice). Alle onderzoeken in het kader van de controle van de kwaliteit en de samenstelling, uitgevoerd in de beide organisaties, zijn geborgd door de Beltest-accreditatie volgens de norm ISO Dit is een garantie voor de betrokken melkveehouders en zuivelfabrieken dat de bekomen resultaten betrouwbaar zijn. Een belangrijk onderdeel van de controle van de kwaliteit speelt zich echter af buiten de gebouwen van de interprofessionele organismen, nl. de bemonstering van de melk op het melkveebedrijf en het transport van de melkmonsters naar de zuivelfabriek. Bij dit onderdeel vervult de RMO-chauffeur (d.i. de chauffeur van de rijdende melkontvangst) een cruciale rol. In het kader van de wettelijke reglementering m.b.t. de opleiding en de begeleiding van de RMO-chauffeurs wordt jaarlijks de cursus Opleiding van de nieuwe RMO-chauffeurs georganiseerd. Het volgen van deze cursus is verplicht om een vergunning te bekomen voor het ophalen van melk. Wij hopen met deze cursus de nieuwe RMO-chauffeurs niet enkel in te lichten over een aantal aandachtspunten bij de melkophaling en de melkkwaliteit, maar hen ook ervan te overtuigen dat zij in belangrijke mate kunnen bijdragen tot het vertrouwen tussen melkveehouder, zuivelfabriek en controlerende instanties. Daarnaast vormen zij uiteraard een onderdeel van het zo belangrijke imago van de melk en de zuivelproducten. Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie Melkcontrolecentrum-Vlaanderen Comité du Lait P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 1

3 1 WETGEVING M.B.T. DE MELKOPHALING Kwaliteitsbepaling Het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen. Het ministerieel besluit van 1 februari 2007 houdende goedkeuring van het document opgesteld door de erkende interprofessionele organismen betreffende de modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk. De modaliteiten van de controle van de kwaliteit van de rauwe koemelk zoals beschreven in het document in bijlage en vastgesteld door de erkende interprofessionele organismen «Melkcontrolecentrum - Vlaanderen, Hagenbroeksesteenweg 169, 2500 Lier» en «Le Comité du Lait, route de Herve 104, 4651 Battice», worden goedgekeurd. De belangrijkste punten voor de RMO-chauffeur in deze wetgeving zijn: Melkophaling - Tijdens het vervoer mag de temperatuur van de melk niet hoger zijn dan 10 C, tenzij er melk is opgehaald binnen de twee uur na het einde van het melken. - De tijdspanne tussen twee melkophalingen mag niet meer dan 72 uur bedragen. Overschrijding met maximum 3 uur is toegelaten voor zover de gemiddelde termijn voor de melkophalingen berekend per maand de 72 uur niet overschrijdt Bemonstering van de melk - De melk mag slechts opgehaald en bemonsterd worden door een persoon (RMO-chauffeur) die houder is van een vergunning afgegeven door de IO. De vergunning wordt enkel toegekend aan natuurlijke personen die het vormingsprogramma, jaarlijks georganiseerd door de IO in samenwerking met de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ), hebben gevolgd. De IO controleren steekproefsgewijs (bv. tijdens de controle van de bemonsteringsapparatuur) of de RMO-chauffeur in het bezit is van een geldige vergunning; bij die gelegenheid gebeurt eveneens een controle op de werking van de RMO-chauffeur. - Op het ogenblik van de melkophaling wordt voor ieder type melklevering een representatief monster genomen in een type monsterflesje goedgekeurd door de IO, tenzij deze melkophaling gebeurt onder de voorwaarden vermeld in artikel 3, 3 van het koninklijk besluit van 21 december 2006 betreffende de controle van de kwaliteit van de rauwe melk en de erkenning van de interprofessionele organismen. Het monster is eigendom van de IO. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 2

4 - De bemonstering gebeurt mechanisch met behulp van een bemonsteringsapparaat op de RMO. Het type bemonsteringssysteem moet goedgekeurd worden door de IO. Elk individueel bemonsteringsapparaat moet erkend en geïdentificeerd worden door de IO. De goede werking van het bemonsteringsapparaat wordt minstens om de zes maanden nagekeken door de IO. Een document dat de controle bewijst, moet zich bij het apparaat bevinden. - Het monster mag enkel manueel genomen worden indien het bemonsteringsapparaat defect is en/of indien een te geringe hoeveelheid melk een representatieve mechanische bemonstering onmogelijk maakt. - Het monster moet onmiddellijk worden voorzien van een identificatiecode opdat het op elk ogenblik en in alle omstandigheden identificeerbaar zou zijn. - De monsters moeten tussen 0 en 4 C worden vervoerd en bewaard. De koper bewaart de monters in een koelruimte, waarin enkel te ontleden monsters worden bewaard. De bemonsteringsdatum wordt, als onderdeel van de identificatie, vermeld op het krat. - De kopers maken per koelruimte een lijst op van de personen die er toegang tot hebben en bezorgen die aan de IO. - De tijd tussen de bemonstering en de analyse moet zo kort mogelijk zijn en mag niet meer bedragen dan 36 uur in geval van microbiologisch onderzoek en 84 uur voor alle andere analysen. - Een koper die melk ophaalt bij een beperkt aantal producenten kan een derogatie aanvragen bij de IO, zodat de melk niet dient opgehaald te worden met een RMO uitgerust met een erkend mechanisch bemonsteringsapparaat en door een RMO-chauffeur die houder is van een vergunning. Voor een dergelijke «speciale» koper legt de IO de procedure vast voor het nemen, het bewaren en het vervoeren van de melkmonsters. 1.2 SAMENSTELLING EN VRIESPUNT Koninklijk besluit van 17 maart 1994 betreffende de productie van melk en tot instelling van een officiële controle van melk geleverd aan kopers. Ministerieel besluit van 17 maart 1994 betreffende de officiële bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van melk geleverd aan kopers. Het criterium voor de officiële bepaling van de kwaliteit van de melk is: - het vriespunt. De criteria voor de officiële bepaling van de samenstelling van melk zijn : - het vetgehalte; - het eiwitgehalte. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 3

5 De samenstelling van de melk moet ten minste zesmaal per maand worden bepaald. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 4

6 1.3 BEOORDELING VAN DE RESULTATEN Kwaliteit Parameter Frequentie Maandresultaat en beoordeling Strafpunten Kiemgetal Celgetal 2 maal per maand 4 maal per maand Voor de periode van een maand is het in aanmerking te nemen resultaat: het geometrische gemiddelde van alle effectieve resultaten (t.t.z. de resultaten van alle analysen) geconstateerd over een periode van twee maanden. = kiemen/milliliter 0 1 keer > kiemen/milliliter 2 opeenvolgende keren > kiemen/milliliter 3 opeenvolgende keren > kiemen/milliliter 4 opeenvolgende keren > kiemen/milliliter >4 opeenvolgende keren > kiemen/milliliter Voor de periode van een maand is het in aanmerking te nemen resultaat: het geometrische gemiddelde van alle effectieve resultaten (t.t.z. de resultaten van alle analysen) geconstateerd over een periode van drie maanden. = cellen/milliliter 0 1 keer > cellen/milliliter 2 opeenvolgende keren > cellen/milliliter 3 opeenvolgende keren > cellen/milliliter 4 opeenvolgende keren > cellen/milliliter > 4 opeenvolgende keren > cellen/milliliter P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 5

7 Parameter Frequentie Maandresultaat en beoordeling Strafpunten Remstoffen Zichtbare zuiverheid Vriespunt Elke levering 1 maal per maand 1 maal per maand Het in aanmerking genomen resultaat is het effectieve resultaat dat wordt behaald voor elke levering van elk type melk. Negatief Positief Voor de periode van een maand is het in aanmerking te nemen resultaat het effectieve resultaat van het onderzoek in de betrokken maand Voldoende 0 Onvoldoende 2 Voor de periode van een maand is het in aanmerking te nemen resultaat het effectieve resultaat van het onderzoek in de betrokken maand. = -510 m C 0 > -510 m C 1 Geen afhouding Een afhouding van 0,2975 EUR/l wordt toegepast Samenstelling Parameter Frequentie Maandresultaat en beoordeling Vet- en eiwitgehalte Elke levering Per producent wordt het rekenkundig maandgemiddelde berekend van alle effectieve resultaten in de betreffende periode. Het gemiddelde resultaat wordt uitgedrukt in gram per liter en afgerond op 0,1 g/l. Tot 0,04 g/l wordt naar beneden afgerond; vanaf 0,06 g/l wordt naar boven afgerond; 0,05 g/l wordt afgerond zodat het voorgaande cijfer even wordt. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 6

8 2 SAMENSTELLING, EIGENSCHAPPEN EN KWALITEIT VAN RAUWE MELK Melk is van oorsprong het voedingsmiddel voor de pasgeborenen. Melk bevat alle noodzakelijke voedingsbestanddelen om een snelle groei van het jonge dier te waarborgen. In de natuur wordt melk direct door het jong geconsumeerd, zonder enige kans op besmetting van buiten af. Door de evenwichtige samenstelling en de aanwezigheid van een aantal uiterst belangrijke elementen zijn melk en de daaruit bereide melkproducten ook voor de mens onmisbaar in een goed uitgebalanceerd voedingspatroon. 2.1 SAMENSTELLING De melk bestaat voor ca. 87% uit water en voor ca. 13% uit droge stof. De belangrijkste bestanddelen van deze droge stof zijn: lactose (4,7%), vet (4,2%), eiwit (3,4%), mineralen en zouten (0,7%). In mindere mate komen er ook vitaminen en enzymen voor Lactose Lactose of melksuiker geeft de licht zoete smaak aan de melk. Het lactosegehalte is vrij stabiel tijdens de lactatie. Onder gunstige omstandigheden (bv. voldoende hoge temperatuur) kunnen bacteriën melksuiker omzetten tot melkzuur. Van deze eigenschap maakt men bij de melkverwerking gebruik om een verscheidenheid aan zuivelproducten te produceren (bv. yoghurt) Melkvet Melkvet komt voor onder de vorm van vetbolletjes met een diameter van 0,01 tot 10µm. Hieromheen bevindt zich een beschermend membraan. Het vetgehalte is variabel en is afhankelijk van het melkveeras, het lactatiestadium, het seizoen, de voeding en de P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 7

9 ouderdom van de koe. Melkvet is de basis voor vetrijke zuivelproducten zoals slagroom en boter Melkeiwit Het melkeiwit is, net als het vet, in variabele hoeveelheden aanwezig in de melk. Door het eten van jong gras zal de koe melk met een hoger eiwitgehalte produceren. Melkeiwit is de basis voor eiwitrijke zuivelproducten zoals kaas. Het eiwit bevat 80 % caseïne Mineralen en zouten Naast kleine hoeveelheden van verschillende zouten en mineralen (natrium, kalium, chloor ) bevat melk uitzonderlijk veel calcium en fosfor. Dit is heel belangrijk voor een evenwichtige voeding Enzymen Enzymen bevorderen de vertering van de melk. Zo is lipase in staat het melkvet te splitsen. Er zijn enzymen die van nature in de melk voorkomen, maar er zijn er ook die door bacteriën geproduceerd worden Vitaminen Vitaminen spelen een belangrijke rol bij stofwisselingsprocessen in het lichaam. Een tekort aan vitaminen kan leiden tot lichamelijke klachten (bv. broze beenderen, verminderd zicht). Zowel de in vet oplosbare vitaminen A en D, als de in water oplosbare vitaminen B en C komen in melk voor. 2.2 FYSISCHE EIGENSCHAPPEN Kleur en geur Als gevolg van de verstrooiing van het licht door de eiwitdeeltjes en de vetbolletjes, heeft melk een geelachtige witte kleur. De geur is niet sterk uitgesproken. Bij mengen (luchtinslag) treedt er overvloedig schuimvorming op en neemt de melk gemakkelijk geuren op vanuit de omgeving Structuur Melk gedraagt zich als een emulsie van vet in een waterige oplossing. Deze waterige oplossing bevat talrijke elementen waarvan de ene opgelost zijn (lactose en minerale P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 8

10 zouten) en de andere in colloïdale oplossing (caseïne verbonden met fosfor en calcium). Melk is twee maal zo viskeus als water. Het vet komt voor onder de vorm van microscopisch kleine vetbolletjes in emulsie in de melk, met andere woorden, de vetbolletjes zijn evenwichtig verdeeld in de melk. De vetbolletjes hebben de neiging om van nature samen te klitten. Daar de densiteit van het vet lager is dan deze van melk (0,92 kg/l tegenover 1,030 kg/l) gaan de samengeklitte vetbolletjes boven drijven om zo een roomlaag op de melk te vormen,zodra de melk zich in rust bevindt. Dit proces gaat nog sneller indien de vetbolletjes de kans krijgen om samen te klitten. Men zegt dat de melk niet meer homogeen is Dichtheid of densiteit De dichtheid (soortelijk gewicht, volumieke massa) van een vloeistof geeft aan hoeveel kg één liter van die vloeistof weegt. 1 liter water weegt 1 kg terwijl 1 liter melk 1,028 tot 1,030 kg weegt, m.a.w. melk is zwaarder dan water. Melk heeft dus een hogere dichtheid. Een lading van liters weegt ongeveer 16,5 ton Zuurtegraad De zuurtegraad van een vloeistof wordt meestal aangegeven door de ph-waarde (in een schaal van 0 tot 14). Water is neutraal (ph = 7). Zure vloeistoffen hebben een lagere phwaarde (dichter bij 0) en basische of alkalische vloeistoffen hebben een hogere phwaarde (dichter bij 14). Melk is licht zuur of dicht bij neutraal met een ph-waarde tussen 6,7 en 6,8. Onder invloed van bacteriën, die lactose kunnen omzetten tot melkzuur, kan de melk zuurder worden. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 9

11 De zuurtegraad kan gemeten worden met behulp van indicatoren (verandering van kleur). De Dornic methode is hierop gebaseerd (decigrammen melkzuur per liter). Normale melk heeft een Dornic van graden, terwijl verzuurde melk 18 of meer graden heeft Vriespunt Zuiver water bevriest precies bij 0 C. De melksuiker en de aanwezige zouten en mineralen in de melk doen het vriespunt verlagen. Melk bevriest dus bij een temperatuur die iets lager is dan 0 C, namelijk bij ca. 0,525 C (vriespunt van 525). 2.3 KWALITEIT Hoewel de kwaliteit van de zuivelproducten zeer sterk wordt beïnvloed door de zorgen besteed bij en na de verwerking, is de kwaliteit van de grondstof melk toch een bepalende factor voor de kwaliteit van het afgewerkte product Bacteriologische kwaliteit Onhygiënische melkwinning of onaangepaste bewaar- en transportomstandigheden kunnen zeer nadelige gevolgen hebben. Zowel het aantal als het soort bacteriën kan zo ongunstig evolueren, dat er problemen ontstaan voor de smaak, de geur, de consistentie, de houdbaarheid of een stijging van de fabricatiekosten van zuivelproducten. In uitzonderlijke gevallen kan het gebruik van melk die onhygiënisch werd gewonnen of afkomstig was van ongezonde dieren zelfs schadelijk zijn voor de gezondheid Bacteriologische begrippen De bepaling van de bacteriologische kwaliteit steunt voornamelijk op de bepaling van het totale aantal kiemen (kiemgetal). Bacteriën worden ook microben of kiemen genoemd. Het zijn microscopisch kleine eencellige organismen (bestaande uit één cel) die overal in grote aantallen voorkomen. Het zijn levende organismen die zich voeden, zich vermenigvuldigen en stoffen afscheiden (soms giftig) in de omgeving waarin ze zich bevinden. Melk is een volwaardige voedingsbron voor zoogdieren maar ook voor de bacteriën want melk bevat water en voedingsstoffen noodzakelijk voor hun ontwikkeling. Bacteriën hebben de mogelijkheid om zich door deling zeer snel te vermenigvuldigen (exponentiële groei) in functie van de temperatuur van de omgeving waarin ze zich bevinden (melk). De temperatuur heeft een zeer grote invloed op de vermenigvuldiging van bacteriën. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 10

12 De temperatuur nodig voor een snelle vermenigvuldiging is sterk verschillend en specifiek voor elk type bacterie. Bij bepaalde bacteriën kan, bij een optimale temperatuur om de 20 minuten een verdubbeling van het aantal bacteriën plaats vinden. Na 7 uur kan dan 1 bacterie uitgroeien tot meer dan bacteriën. Het koelen van de melk tot een voldoende lage temperatuur (lager dan 4 C) vertraagt de vermenigvuldiging van de bacteriën (zonder ze te vernietigen). In de melk kunnen ook pathogene bacteriën voorkomen die ziektes zoals listeriose, salmonelose, tuberculose, brucellose, kunnen veroorzaken. Andere bacteriën kunnen problemen opleveren bij de fabricatie van zuivelproducten (boterzuurbacteriën). Bacteriën veroorzaken meestal ongewenste besmettingen die de kwaliteit van de melk op de hoeve, tijdens de ophaling, bij de bemonstering en het transport nadelig beïnvloeden. Toch kunnen sommige bacteriën (melkzuurbacteriën) erg nuttig zijn bij onder andere de bereiding van zuivelproducten Bacteriële besmettingsbronnen Op de hoeve Er bevinden zich weinig bacteriën in verse melk, vooral als de melk afkomstig is van gezonde koeien en onder strenge hygiënische voorwaarden is gewonnen. Deze bacteriën vormen zelden een gevaar voor de gezondheid of voor de transformatie. De eerste besmetting van melk bij gezonde dieren gebeurt in het onderste gedeelte van het tepelkanaal. Hygiënisch gewonnen melk bevat hoogstens enkele honderdtallen bacteriën per ml. Het uitwendige van de uier vormt een tweede besmettingsbron. Tepels en uier kunnen tussen twee melkbeurten bevuild worden met mest, grond, stro, enz Bij een onvoldoende reiniging vóór het melken komt het vuil, samen met de bacteriën die er in voorkomen, terecht in de melk. Hierdoor kunnen ziekteverwekkende (pathogene) bacteriën (bv. Salmonella, Listeria, ) of andere bacteriën die problemen kunnen opleveren bij de latere verwerking van melk (bv. boterzuurbacteriën) in de melk terecht komen. Gebruik van besmet water bij de melkwinning kan oorzaak zijn dat ongewenste bacteriën (bv. coliformen) in de melk terecht komen. De melkwinningsapparatuur en de koeltank vormen de belangrijkste besmettingsbronnen voor de rauwe melk. Hoge kiemgetallen in rauwe melk worden bijna steeds veroorzaakt door slecht gereinigde oppervlakken van het melkmateriaal. Er kunnen op die wijze bacteriën in de melk voorkomen die zich nog ontwikkelen bij een temperatuur van 7 C of lager. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 11

13 Tijdens de bewaring van de melk op de hoeve moet ervoor gezorgd worden dat de aanwezige bacteriën zich niet buitenmatig kunnen ontwikkelen. Drie aspecten zijn hiervoor van belang. Eerst en vooral mag het oorspronkelijke kiemgetal niet te hoog zijn. Daarnaast spelen de bewaartemperatuur en de bewaarduur een belangrijke rol. De temperatuur van de bewaarde melk zal uiteindelijk zowel het niveau als de aard van de aanwezige bacteriën bepalen. Melk met een voldoende laag oorspronkelijk kiemgetal (bv. lager dan per ml) die gedurende maximum drie dagen bewaard wordt bij hoogstens 4 C zal van goede bacteriologische kwaliteit zijn. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 12

14 Transport naar de zuivelfabriek Nadat de melk 2 tot 3 dagen bewaard werd op de hoeve, wordt ze opgehaald door de RMO (rijdende melkontvangst) van de zuivelfabriek. Een eventuele verslechtering van de bacteriologische kwaliteit tijdens dit transport kan twee oorzaken hebben: besmetting door onvoldoende gereinigde en ontsmette oppervlakken (aanzuigslang, koppelstuk, leidingen, tank), en verdere ontwikkeling van de reeds aanwezige bacteriën gedurende het transport. Reiniging en ontsmetting van de RMO zijn van primordiaal belang om een goede bacteriologische kwaliteit te handhaven. De temperatuur van de melk in de RMO wordt enerzijds bepaald door de temperatuur van de opgehaalde melk en anderzijds door de buitentemperatuur. Hoe beter de RMO-tanks geïsoleerd zijn, hoe kleiner uiteraard de invloed van de buitentemperatuur. Tijdens het vervoer mag de temperatuur van de melk niet hoger zijn dan 10 C, tenzij er melk is opgehaald binnen de twee uur na het einde van het melken Chemische kwaliteit De bepaling van de chemische kwaliteit bestaat uit het opzoeken van stoffen die schadelijk en toxisch zijn voor de mens. Steeds meer wordt aandacht besteed aan de chemische kwaliteit van melk en zuivelproducten. De verbruiker wil een product dat volledig vrij is van chemische contaminanten (besmettingen) Remstoffen De term remstoffen wordt gebruikt omdat deze stoffen de groei van bacteriën beletten. Het betreft in hoofdzaak geneesmiddelen zoals antibiotica (bv. penicilline, tetracycline) of sulfonamiden. Deze producten zijn bijzonder nuttig in de dierengeneeskunde, zoals bij de behandeling van uierontsteking of bij een keizersnede, maar zijn uit den boze in voedingsproducten bestemd voor de mens. Sommige mensen zijn namelijk overgevoelig voor bepaalde antibiotica en worden erdoor ziek (allergische reacties, verstoring van de darmflora, ). Sommige pathogene bacteriën worden resistent tegen antibiotica. Voor de zuivelindustrie zijn deze antibiotica bijzonder gevaarlijk omdat ze het gewenste microbiële fermentatieproces bij de productie van tal van zuivelproducten verhinderen. Het is wettelijk verboden om melk met antibioticaresten te koop aan te bieden, te transporteren of te verhandelen. De aanwezigheid van antibiotica in melk is hoofdzakelijk het gevolg van een behandeling van het melkvee en het niet respecteren van de wachttijd die de koe nodig heeft om het antibioticum te elimineren uit het lichaam. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 13

15 Andere De aanwezigheid van andere substanties in melk is hoofdzakelijk verbonden met de kwaliteit van het voeder en als gevolg van dierengeneeskundige behandelingen van het melkvee. - Pesticiden: insecticiden (tegen huidparasieten, ), herbiciden (voeding). - Zware metalen: lood, kwik, cadmium - Aflatoxinen: schadelijke stoffen, gevormd door bepaalde schimmelsoorten, aanwezig in het dierenvoeder. - PCB s en dioxines Sanitaire kwaliteit Met sanitaire kwaliteit wordt hier bedoeld in welke mate de gezondheid van het melkvee weerspiegeld wordt in de melk. De bepaling van de sanitaire kwaliteit steunt vooral op de bepaling van het somatische celgetal (kortweg cellen). Bacteriën die binnendringen via het tepelkanaal kunnen pathogeen zijn en een uierontsteking (mastitis) veroorzaken. Deze ontsteking kan acuut zijn of chronisch. De somatische cellen zijn witte bloedlichaampjes uitgescheiden door het dier. Zij zorgen in de uier voor afweer tegen de infectie. Het aantal cellen in de melk is dus een goede indicator voor de uiergezondheid. Het aantal cellen is sterk afhankelijk van verschillende aspecten zoals: hygiëne bij het melken, het melkgerief, de omgeving, het lactatiestadium, de genetica van het dier, de ouderdom van het dier, het klimaat, de voeding,. Het aantal cellen wordt bijgevolg in grote mate bepaald door de stielkennis van de melkveehouder. Het aantal uitgescheiden cellen in de melk wordt niet gewijzigd door externe factoren (de bewaartemperatuur bv. beïnvloedt het aantal cellen niet). Bepaalde kiemen die aanwezig zijn bij zieke dieren (bv. tuberculose, brucellose, ) worden uitgescheiden in de melk. Vandaar dat iedere producent een attest moet hebben waaruit blijkt dat zijn bedrijf vrij is van deze ziekten. 2.4 DE CONTROLE VAN DE KWALITEIT EN DE SAMENSTELLING VAN RAUWE KOEMELK GELEVERD AAN KOPERS Bepalingssysteem In België wordt de controle van de kwaliteit en de samenstelling van melk uitgevoerd door twee interprofessionele organismen (MCC-Vlaanderen in Vlaanderen en het Comité du Lait in Wallonië). Deze bepaling wordt uitgevoerd op monsters genomen door de RMO-chauffeur op het ogenblik van de melkophaling bij de producenten. Deze twee interprofessionele organismen zijn erkend door de bevoegde overheid. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 14

16 Elk interprofessioneel organisme werkt overeenkomstig de wettelijke bepalingen, en deelt de analyseresultaten en de maandbeoordelingen mee aan de producenten, de koper die de melk uitbetaalt, de regionale overheid en het FAVV Bemonstering Iedere melklevering wordt bemonsterd met behulp van een mechanisch bemonsteringsapparaat dat op de RMO gemonteerd is. De monsters worden tot bij de analyse bewaard tussen 0 en 4 C. Twee keer per jaar worden vergelijkende bemonsteringen uitgevoerd om de goede werking van de bemonsteringsapparatuur te controleren. Gelijktijdig wordt het werk van de RMO-chauffeur geëvalueerd. Regelmatig wordt het restmelkpercentage bepaald (norm: =0,1%) hetzij door de koper hetzij door het IO Bepaling van de kwaliteit Er zijn 5 criteria waarop penalisaties kunnen worden toegekend aan de producent indien deze criteria niet voldoen aan de wettelijk opgelegde normen. Kiemgetalbepaling Bepaling van het aantal kiemen of bacteriën. - Frequentie: tweemaal per maand op basis van een planning opgemaakt in het begin van de maand. - Uitdrukking van het resultaat: aantal bacteriën per milliliter. - Beoordeling: op basis van het geometrisch (meetkundig) gemiddelde van alle resultaten van de laatste twee maanden. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 15

17 Celgetalbepaling Bepaling van het aantal somatische cellen. - Frequentie: viermaal per maand op basis van een planning opgemaakt in het begin van de maand. - Uitdrukking van het resultaat: aantal cellen per milliliter. - Beoordeling: op basis van het geometrisch (meetkundig) gemiddelde van alle resultaten van de laatste drie maanden. Remstoffenproef Aantonen van de aanwezigheid van remstoffen. - Frequentie: op elke levering. - Uitdrukking van het resultaat: Voldoende (-) of Onvoldoende (+). - Beoordeling: op basis van het bekomen resultaat. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 16

18 Filtratieproef Bepaling van de zichtbare zuiverheid van de melk. - Frequentie: eenmaal per maand op basis van een planning opgemaakt in het begin van de maand. - Uitdrukking van het resultaat: Voldoende (-) of Onvoldoende (+). - Beoordeling: op basis van het bekomen resultaat. Vriespuntbepaling Bepaling van het vriespunt. - Frequentie: eenmaal per maand op basis van een planning opgemaakt in het begin van de maand. - Uitdrukking van het resultaat: milligraden Celsius. - Beoordeling: op basis van het bekomen resultaat. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 17

19 Bepaling van de samenstelling Voor de uitbetaling van melk wordt enkel rekening gehouden met het vet- en eiwitgehalte van de geleverde melk. Deze bepaling gebeurt per type melk (volle, afgeroomde). - Frequentie: op elke levering. - Uitdrukking van het resultaat: gram per liter. - Beoordeling: het gemiddelde van alle resultaten bekomen tijdens de maand Andere kwaliteitsparameters Buiten de eerder besproken kwaliteitsparameters zijn er nog tal van andere parameters die in meerdere of mindere mate invloed kunnen hebben op bepaalde kwaliteitsaspecten van zuivelproducten. We bespreken hier alleen die parameters die in België, buiten het officiële kwaliteitsonderzoek, op redelijke schaal gecontroleerd worden. Sommige van deze parameters geven aanleiding tot het betalen van kwaliteitspremies Coligetalbepaling Coli-achtige bacteriën zijn een speciale groep bacteriën (entero-bacteriën). De besmetting van melk kan van verschillende oorsprong zijn zoals: - Fecale oorsprong: besmetting van de melk door een onvoldoende hygiëne op het niveau van de spenen en de uier. - Aanwezigheid van melk- of organische resten in de melkinstallatie ten gevolge van een slechte reiniging en desinfectie (onvoldoende hoge temperatuur) of als gevolg van de slechte staat van de rubberen onderdelen (ruw of gebarsten). - Ophoping van verzuurde melk op moeilijk te reinigen plaatsen. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 18

20 - Slechte kwaliteit van het water (niet drinkbaar) gebruikt bij de naspoeling van de melkinstallatie. De vermenigvuldiging van de coliformen is het grootst bij een temperatuur tussen 20 en 30 C. Dit criterium is een goede maatstaf voor de hygiëne. Daarom is het belangrijk om dit criterium in rekening te brengen bij de beoordeling van melk voor menselijke consumptie (controle op een adequate thermische behandeling). - Frequentie: in het algemeen tweemaal per maand op basis van een planning opgemaakt in het begin van de maand waarin de bepaling zal uitgevoerd worden. - Uitdrukking van het resultaat: aantal per milliliter. - Beoordeling: algemeen wordt een coligetal lager dan 50 coli per milliliter als een goed resultaat beschouwd Bepaling van het aantal boterzuurbacteriën Het zijn bacteriën die sporen vormen: bacteriën in inactiviteit gedurende een lange tijd. Deze bacteriën zijn afkomstig uit de bodem en komen bij het oogsten in het voeder terecht. De sporen kunnen zich sterk gaan ontwikkelen in slecht geconserveerd kuilvoeder. Na inname van het kuilvoeder door de koe komen deze bacteriën geconcentreerd voor in de mest. De besmetting van de melk gebeurt op het ogenblik van het melken indien de melk in contact komt met mestdeeltjes. Bacteriën onder de vorm van sporen zijn zeer moeilijk te vernietigen want ze weerstaan aan slechte omstandigheden (zoals warmte). Een te hoog aantal boterzuurbacteriën kan een nefaste invloed hebben op de bereiding van bepaalde kaassoorten. - Frequentie: op vraag van sommige kopers. - Uitdrukking van het resultaat: aantal sporen per liter. - Beoordeling: algemeen wordt aangenomen dat een resultaat lager dan sporen per liter als goed wordt beschouwd. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 19

21 Bepaling van het lipolysecijfer Letterlijk vertaald betekent deze term vetsplitsing. Lipolyse wordt veroorzaakt door twee verschijnselen: - Een beschadiging van het membraan dat de vetbolletjes omgeeft, ten gevolge van de verplaatsing van melk in de melkleidingen, de pompen, enz (schuimvorming ten gevolge van luchtinslag, drukverschillen, turbulenties, botsingen met wanden) en tijdens de bewaring (sterke temperatuurschommelingen, bevriezen van melk). - De werking van het enzyme lipase. Dit enzyme, van nature in min of meerdere mate aanwezig in melk, veroorzaakt een splitsing van het melkvet. Het enzyme heeft toegang tot het vet door het beschadigen van het membraam dat het vetbolletje omgeeft. De hoeveelheid lipase kan toenemen als gevolg van de ontwikkeling van sommige bacteriën (psychrotrofe). Deze ontwikkeling wordt nog versterkt door een te trage en onvoldoende koeling van de melk. Een doorgedreven vetsplitsing kan leiden tot smaakafwijkingen, zoals ranzig heid van zuivelproducten (boter, melkpoeder). - Frequentie: op vraag van sommige kopers. - Uitdrukking van het resultaat: milli-equivalent per 100 gram vet. - Beoordeling: algemeen wordt aangenomen dat een lipolysecijfer kleiner dan 0,8 milli-equivalent per 100 gram vet als een goed resultaat kan worden beschouwd Ureumbepaling Het ureumgehalte van de melk heeft op generlei wijze invloed op de officiële kwaliteitsbeoordeling van die melk. Het ureumgehalte geeft wel een idee over de energie/eiwit verhouding van de voedermiddelen waaruit de koeien die melk geproduceerd hebben. Een optimaal ureumgehalte van de melk geeft aan dat de verhouding energie/eiwit in evenwicht was. Hogere ureumgehalten wijzen op een overmaat aan eiwit in de voedermiddelen en duiden eveneens op een hogere stikstofuitstoot in het milieu door de koeien. Het ureumgehalte van de melk geeft dus een idee hoe economisch en ecologisch de melkproductie verlopen is. Het kennen van het ureumgehalte is voor de producenten dus erg interessant. - Frequentie: op elke levering. - Uitdrukking van het resultaat: milligram per liter. - Beoordeling: tussen de 200 en 300 mg/l is optimaal Ingangscontrole op de zuivelfabriek Het spreekt voor zich dat de melk bij aankomst op de zuivelfabriek aan een ingangscontrole onderworpen wordt. Hoe intensief of hoe uitgebreid deze ingangscontrole zal zijn, is functie van welke zuivelproducten men wenst te maken en van het kwaliteitsbewustzijn van de zuivelfabriek zelf. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 20

22 De meest courante ingangscontroles hebben betrekking op remstoffen, de zuurtegraad, de dichtheid en het vet- en eiwitgehalte. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 21

23 3 M ELKOPHALING 3.1 DE BEMONSTERING VOOR DE BEPALING VAN DE KWALITEIT EN SAMENSTELLING Om een oordeel te kunnen vellen over kwaliteit en samenstelling van de melk is het nodig dat het Interprofessioneel Organisme (MCC-Vlaanderen of Comité du Lait) beschikt over een representatief monster. Dit wil zeggen dat het monster dezelfde kenmerken moet hebben als de opgehaalde melk. Bovendien moet het monster zodanig bewaard worden dat geen van de kenmerken (kwaliteit, samenstelling) wijzigen in de loop van de bewaring tijdens het transport naar MCC. De monsters zijn eigendom van het Interprofessioneel Organisme. Dit betekent dat enkel het Interprofessioneel Organisme en de Bevoegde Overheid de monsters mogen behandelen (openen van het potje, uitnemen van een deel van de melk, ) Principes voor een goede bemonstering De monsterflesjes moeten droog en zuiver bewaard worden om beïnvloeding van het monster te voorkomen. De chauffeur moet voldoende hygiënisch werken om het monster niet nadelig te beïnvloeden. Beschadigde monsterflesjes of slecht sluitende monsterflesjes mogen niet gebruikt worden. Bij aankomst op het melkveebedrijf wordt het roerwerk van de koeltank ingeschakeld en wordt een monsterflesje, voorzien van een leveraarsetiket, in het bemonsteringsapparaat geplaatst. De te bemonsteren melk moet goed homogeen zijn en de totale hoeveelheid moet bemonsterd worden. Het homogeen houden van de melk in de melkkoeltank tot op het ogenblik van de ophaling is de verantwoordelijkheid van de producent. Van ieder type levering (volle melk, afgeroomde melk of room) wordt een representatief monster genomen. Er mag niet begonnen worden met het opzuigen van de melk zolang er nog gemolken wordt. Van elke koeltank wordt één monster genomen. De monstername geschiedt ononderbroken tot op het einde van de levering. Leveringen uit andere recipiënten dan de koeltank, worden best geledigd in de koeltank tijdens het opzuigen. Indien dit niet mogelijk is worden deze leveringen als één geheel beschouwd. Dit betekent dat de verschillende recipiënten in een willekeurige volgorde worden leeggezogen en dat van het geheel één monster wordt genomen. De monsterflesjes moeten minstens voor de helft en liefst voor vier vijfde gevuld zijn. Te weinig melk geeft problemen omdat niet alle onderzoeken kunnen worden uitgevoerd, terwijl een overvol monsterflesje problemen geeft bij het homogeen maken van de inhoud in het laboratorium. Na de bemonstering wordt het monster onmiddellijk in een geïsoleerde kist (koelbox) op de RMO geplaatst. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 22

24 Indien een producent weigert een monster te laten nemen, dan mag de melk niet meegenomen worden Manuele bemonstering In volgende gevallen dient de RMO-chauffeur manueel een monster te nemen: - bij defect of onregelmatig werkend bemonsteringsapparaat; - indien de te geringe hoeveelheid melk een representatieve mechanische bemonstering onmogelijk maakt; Voor de manuele bemonstering gelden dezelfde regels als voor de mechanische bemonstering (roeren, etiket op monsterflesje, ). Het monster wordt genomen met behulp van een monsterlepel. Een monsterlepel, geschikt voor een manuele bemonstering, dient aanwezig te zijn in elke RMO. Vóór en na de bemonstering wordt de monsterlepel gereinigd in drinkbaar water bij de producent. Vóór het monster genomen wordt, wordt de monsterlepel gespoeld met de te bemonsteren melk. Deze lepel wordt tussen twee bemonsteringen op een droge en zuivere wijze bewaard. Men mag ook gebruik maken van een steriel verpakte wegwerp monsterlepel. Op het ritverslag wordt het leveraarsnummer genoteerd van de betrokken producent. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 23

25 3.1.3 Identificatie en bewaring van de monsters Identificatie van de monsters De monsters moeten op elk ogenblik en in alle omstandigheden identificeerbaar zijn. De wijze van identificatie wordt door het Interprofessioneel Organisme bepaald. De identificatie gebeurt met etiketten waarop de naam (of een deel ervan) en het identificatienummer van de producent zijn aangebracht. Binnen het Interprofessioneel Organisme is dit identificatienummer uniek. De identificatie wordt op het flesje aangebracht en niet op het deksel. De fles jes moeten droog en zuiver zijn om een goede hechting van het etiket te waarborgen. Voor verschillende types melk van eenzelfde producent worden verschillende leveraarsnummers gebruikt. De RMO-chauffeur vraagt tijdig (bv. als er nog 10 etiketten zijn) nieuwe etiketten aan door een etiket te kleven op het ritverslag. Als dit niet mogelijk is, wordt het volledige leveraarsnummer genoteerd in de daartoe voorziene rubriek. Het Interprofessioneel Organisme staat in voor de aanmaak van de etiketten en de chauffeur bezorgt deze etiketten op zijn beurt aan de betrokken producent. De chauffeur plaatst de rol etiketten in de daartoe voorziene etiketdispenser in het tanklokaal. Hij zal er zich van vergewissen dat hij wel degelijk de juiste etiketten plaatst. Behalve op de dag dat er etiketten moeten afgeleverd worden op een melkveebedrijf, zijn er in de RMO geen etiketten aanwezig. Indien door omstandigheden geen etiketten meer voorradig zijn, zal het volledige leveraarsnummer aangebracht worden op het flesje zodat het monster op elk ogenblik identificeerbaar blijft Identificatie van de kratten Direct na de bemonstering worden de monsters in een krat geplaatst in volgorde van ophaling. De kratten worden geïdentificeerd met het correcte ritnummer en met de datum of datums van de bemonstering. Deze identificatie wordt aangebracht hetzij op het deksel van het eerste monsterflesje (Comité du Lait), hetzij d.m.v. een ritetiket op het krat (MCC- Vlaanderen). Indien s nachts, vóór en na middernacht melk wordt opgehaald, worden de monsters hetzij in afzonderlijke kratten geplaatst (Comité du Lait), hetzij dat er een rood monsterflesje (zonder identificatie) geplaatst wordt tussen het laatste monster van de ene dag en het eerste monster van de volgende dag (MCC-Vlaanderen). De identificatie van het krat dient identiek te zijn aan de vermelding op het bijhorende ritverslag Bewaring van de monsters Het krat wordt bewaard in een geïsoleerde kist. In deze kist bevindt zich smeltend ijs, zodat de melk zich in ijswater bevindt. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 24

26 Enkel de kratten ter beschikking gesteld of goedgekeurd door het Interprofessioneel Organisme mogen daartoe gebruikt worden. De monsters worden onmiddellijk na de bemonstering in de kratten geplaatst. Er wordt voor gezorgd dat de flesjes op hun plaats blijven in het krat. Bij aankomst bij de koper moet er nog steeds voldoende ijs aanwezig zijn in de geïsoleerde kist. Deze maatregelen zijn noodzakelijk om te garanderen dat de bewaartemperatuur van de monsters tussen 0 en 4 C blijft. Elke afwijking i.v.m. de koeling wordt genoteerd op het ritverslag. Bij aankomst bij de koper wordt het krat met monsters in de koelruimte van de koper geplaatst Administratieve aangelegenheden Ritverslag Bij elke ophaalrit en per chauffeur wordt steeds een ritverslag opgemaakt. Het ritverslag moet aanwezig zijn in de RMO en bij aanvang van de rit. Het ritverslag dient steeds aangevuld te worden op het ogenblik dat afwijkingen worden vastgesteld. Het ritverslag moet steeds ter beschikking zijn op het ogenblik dat de bijhorende monsters opgehaald worden door het Interprofessioneel Organisme. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 25

27 Op het ritverslag worden steeds volgende rubrieken ingevuld: datum(s) bemonstering; zuivelfabriek; losplaats monsters; ritnummer; naam en voornaam van de RMO-chauffeur; nummerplaat van het chassis waarop het bemonsteringsapparaat gemonteerd is; handtekening van de RMO-chauffeur. Voor alle ontbrekende of afwijkende monsters wordt de reden vermeld. De aanvraag van etiketten wordt volledig en leesbaar vermeld op het ritverslag. Bijkomende nuttige informatie voor het Interprofessioneel Organisme wordt ook op het ritverslag genoteerd. Elk ingevuld ritverslag wordt gelegd op de plaats en op de wijze afgesproken met het Interprofessioneel Organisme Andere documenten De RMO-chauffeur heeft steeds een geldige vergunning tijdens de melkophaling en hij draagt er zorg voor dat zijn vergunning tijdig verlengd wordt. De erkenning van de RMO en van het bemonsteringsapparaat moet steeds in de betrokken RMO aanwezig zijn Controle door het Interprofessioneel Organisme Regelmatig worden door het Interprofessioneel Organisme een aantal controles en evaluaties uitgevoerd op de werking van de chauffeur, de RMO en de omgevingsfactoren die van belang zijn in het kader van de controle van de kwaliteit en de samenstelling van melk Dossier per RMO-chauffeur Voor elke RMO-chauffeur wordt een dossier aangelegd waarin een aantal zaken worden samengebracht: administratieve gegevens, eventuele opmerkingen (ritverslag, bemonstering ), de evaluatierapporten betreffende de bemonstering en de werking van de RMO-chauffeur. Ook positieve evaluatiepunten worden hierin opgenomen Bijscholing van de RMO-chauffeur Minstens eenmaal per jaar organiseert elke zuivelfabriek die rauwe melk ophaalt één of meerdere vergaderingen voor RMO-chauffeurs. Het Interprofessioneel Organisme is verantwoordelijk voor het programma van deze bijscholing, dat in overleg met de P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 26

28 betrokken zuivelfabriek wordt samengesteld (de onderwerpen kunnen worden gekozen in functie van de zuivelfabriek en van de betrokken RMO-chauffeurs). De RMO-chauffeur is verplicht om deel te nemen aan deze jaarlijkse bijscholing daar dit een voorwaarde is voor het behoud van de vergunning Begeleiding RMO-chauffeur Ter gelegenheid van de controle op de goede werking van de RMO en het bemonsteringsapparaat, wordt ook de werking van de chauffeur geëvalueerd aan de hand van een document Begeleiding RMO-chauffeur Controle op de losplaats Door een verantwoordelijke van het Interprofessioneel Organisme worden jaarlijks onaangekondigde controles uitgevoerd op de losplaats van de koper. Tijdens deze controles worden verschillende elementen die van belang zijn voor een goede monstername en een correcte bewaring gecontroleerd Controle van de bemonsteringsapparatuur Iedere bemonsteringsapparaat dat regelmatig gebruikt wordt voor het nemen van monsters in het kader van de controle van de kwaliteit en de samenstelling van de rauwe koemelk, wordt twee keer per jaar onderworpen aan een controlebemonstering. Bij de controlebemonstering wordt een vergelijking gemaakt van kiemgetal, vet en eiwit van de mechanisch genomen monsters met de resultaten bekomen op de manueel genomen monsters. Er is slechts een kleine afwijking toegestaan op de gemiddelde resultaten. Minstens eenmaal per jaar wordt de invloed nagegaan van de vorige levering op het monster van de huidige levering d.m.v. de bepaling van het restmelkpercentage, m.a.w. werkt het vertragingsmechanisme op het bemonsteringsapparaat zoals het hoort. Hiertoe wordt na een ophaalrit een hoeveelheid water opgezogen en bemonsterd. In het watermonster mag niet meer dan 0,1% melk aanwezig zijn. Deze bepaling wordt door het IO uitgevoerd of door de koper. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 27

29 Ernstige tekortkomingen Indien er ernstige tekortkomingen vastgesteld worden bij de werkwijze van de RMO-chauffeur of aan de werking van de RMO of op de losplaats bij de koper, dan wordt de verantwoordelijke van de koper hiervan in kennis gesteld. Volgende tekortkomingen worden als ernstig beschouwd: - Bewaartemperatuur van de monsters is hoger dan 4 C. - De monsters worden niet onmiddellijk in de koelbox geplaatst. - Niet alle melk is bemonsterd. - Het krat is niet geïdentificeerd. - De chauffeur heeft geen vergunning. - Er is geen erkenning van de RMO aanwezig. - Het bemonsteringsapparaat is niet geïdentificeerd. - Monsters nemen met een defect bemonsteringsapparaat. - De restmelkbepaling is onuitvoerbaar. - Het restmelkpercentage is groter dan 0,1%. - De vergelijkende controle voor kiemgetal voldoet niet. - De vergelijkende controle voor de samenstelling voldoet niet. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 28

30 3.1.6 Diversen Monsters genomen door de producenten (andere monsters) De producenten kunnen in het Interprofessioneel Organisme, waarin ook hun officiële monsters worden geanalyseerd, terecht voor analyse van monsters die zij zelf genomen hebben (bv. celgetalbepaling of remstoffenonderzoek van bepaalde koeien). De monsters moeten steeds vergezeld zijn van een ingevuld formulier, ter beschikking gesteld door het Interprofessioneel Organisme en waarop alle noodzakelijk informatie is vermeld. Dit formulier blijft steeds bij de bijhorende monsters. Indien de producent andere monsters meegeeft aan de chauffeur, zorgt de chauffeur er voor dat er geen verwarring mogelijk is met de officiële monsters Monsters van de RMO Ingeval er monsters van de RMO mee moeten naar het Interprofessioneel Organisme, mogen die RMO-monsters (in flesje met een rood deksel) in het krat met de officiële monsters, maar zij moeten wel apart staan van de andere monsters en duidelijk geïdentificeerd zijn Bijlagen - Ritverslag - Begeleiding RMO-chauffeur - Controle op de losplaats - Andere monsters P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 29

31 3.2 DE RMO EN DE RMO-CHAUFFEUR De melkophaling in Belgie Enkele kerncijfers - Aantal melkveehouders: ca waarvan 40 % in Wallonië en 60 % in Vlaanderen. - Gemiddeld aantal melkkoeien per bedrijf: Aantal opgehaalde liters: ca liter. - Gemiddeld aantal liters per leveraar: ca liter Enkele vergelijkingen - Gemiddeld vet: ca 42 g/l - Gemiddeld eiwit: ca 34 g/l - De melkrijkste provincies zijn achtereenvolgens West-Vlaanderen, Luik, Antwerpen en Oost-Vlaanderen. Samen beschikken deze vier provincies over 2/3 van het nationaal beschikbaar quotum. - Het aantal leveraars met een quotum van meer dan liter is de laatste jaren het sterkst gestegen. Deze groep maakt 10 % uit van het totale bedrijvenaantal en ze beschikken samen over maar liefst 25 % van het nationaal quotum IKM-transport De ophaling van rauwe melk moet, als onderdeel in een proces, aan een aantal kwaliteitseisen voldoen, samengevat in de autocontrole-verplichting. Daarom werd met alle betrokken partijen een gids voor autocontrole voor de ophaling en het transport van rauwe melk samengesteld, met de naam IKM-transport (IKM = Integrale Kwaliteitszorg Melk). De gids is een instrument om de voedselveiligheid te waarborgen. Er staat nauwkeurig in beschreven hoe men te werk moet gaan, aan welke criteria men moet voldoen en hoe men dit kan verifiëren, indien nodig worden er correctieve acties aan gekoppeld. Hij bestaat uit drie voornaamste luiken: - Goede Transport Praktijken (GTP): dit deel gids omvat verschillende modules waarin beschreven wordt aan welke eisen en goede praktijken het ophalen en transport moeten voldoen : o Module A, eisen gesteld aan de melkophaling. o Module B, eisen gesteld aan het transport. o Module C, eisen gesteld aan de melkontvangst. o Module D, eisen gesteld aan het reinigingsstation. o Module E, controle op de reiniging van de tanks en het rollend materieel - HACCP-studie: in twaalf stappen wordt heel het proces geanalyseerd en waar nodig worden er richtlijnen gegeven voor een gepaste invulling op bedrijfsniveau. HACCP bestaat erin dat de bedrijfsleider controles uitvoert tijdens het proces op een aantal kritische punten. Op die manier kunnen mogelijke calamiteiten eerder worden opgespoord en in de toekomst vermeden worden. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 30

32 - De werkinstructies: voor elke module in de gids wordt precies omschreven hoe men te werk moet gaan en worden de methoden voor verifiëring vastgelegd. IKM-transport geeft ook een garantie aan de boer dat de inspanningen dat hij heeft gedaan met de toepassing van IKM-productie autocontrolegids gerespecteerd zullen worden Andere Naast IKM-transport autocontrolegids bestaan nog andere kwaliteitssystemen (bv. ISO, BRC, ) die al eerder door een aantal zuivelfabrieken worden toegepast op vraag van hun klanten. Deze systemen bieden bijkomende garanties i.v.m. de kwaliteit van het eindproduct die belangrijk zijn voor deze klanten De RMO-chauffeur Doel van de functie - Ophalen van melk binnen een bepaalde tijd en volgens een opgelegde route bij de melkveebedrijven. - Een correcte bemonstering uitvoeren teneinde een juiste uitbetaling aan de melkveehouder te kunnen garanderen. - Ophalen en transport van rauwe melk onder de hoogst mogelijke hygiënische omstandigheden naar een zuivelfabriek. - Lossen van rauwe melk volgens de van kracht zijnde procedures Gedrag en verantwoordelijkheden - De RMO-chauffeur is de meest directe schakel tussen de melkveehouder en de zuivelfabriek. - Hij is verantwoordelijk voor het ophalen van de melk, het correct bemonsteren van alle opgezogen melk, de juiste identificatie van de monsters, een hygiënisch transport en het correct invullen van de benodigde documenten. - Geef alleen juiste informatie door aan de melkveehouder, dit kan ook een verwijzing inhouden naar de fieldman/regioverantwoordelijke. - Wees kordaat maar vriendelijk en volg steeds de opgestelde procedures. - Respecteer de volgorde van de melkophaling, afwijkingen zijn alleen mogelijk na communicatie met de verantwoordelijke van de zuivelfabriek. - Verlaat de boerderij zoals u ze heeft aangetroffen (lichten, deuren, poorten, e.d.) - Een positieve ingesteldheid t.o.v. melkveehouder, zuivelfabriek en collega s draagt bij tot een aangenaam werkklimaat. P:\RMO-chauffeurs \Cursus2007\Cursus_NieuweRMOchauffeur_2007_PGH.doc 31

PROTOCOL BETREFFENDE DE OPHALING EN DE CONTROLE VAN DE KWALITEIT EN

PROTOCOL BETREFFENDE DE OPHALING EN DE CONTROLE VAN DE KWALITEIT EN Protocol PAGINA 1 VAN 10 Goedgekeurd door Directeur Kwaliteitsverantwoordelijke Naam L. DE MEULEMEESTER A. ANTONISSEN MELKCONTROLECENTRUM VLAANDEREN VZW Hagenbroeksesteenweg 167 2500 LIER PROTOCOL BETREFFENDE

Nadere informatie

AUTOMATEN 1 voor de distributie van rauwe, onverpakte melk: hygiënevereisten

AUTOMATEN 1 voor de distributie van rauwe, onverpakte melk: hygiënevereisten AUTOMATEN 1 voor de distributie van rauwe, onverpakte melk: hygiënevereisten Deze bijlage geeft een opsomming van de voornaamste goede hygiënepraktijken, die als basis dienen voor het autocontrolesysteem

Nadere informatie

Procedure PAGINA 1 VAN 16. Maatregelen bij ongunstige kwaliteitsresultaten

Procedure PAGINA 1 VAN 16. Maatregelen bij ongunstige kwaliteitsresultaten Procedure PAGINA 1 VAN 16 Goedgekeurd door Naam Datum en goedkeuring Eindverantwoordelijke J. Van Crombrugge 10/02/2017 Kwaliteitsverantwoordelijke A. ANTONISSEN 10/02/2017 1 INHOUDSOPGAVE 1 INHOUDSOPGAVE...

Nadere informatie

controles door monsteromwisselingen controles op de protocollen

controles door monsteromwisselingen controles op de protocollen Jaarverslag 2006 Controle door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen op de bepaling van de samenstelling en de kwaliteit van melk uitgevoerd door de Belgische interprofessionele

Nadere informatie

Procedure PAGINA 1 VAN 6. Controle van de kwaliteit en de samenstelling

Procedure PAGINA 1 VAN 6. Controle van de kwaliteit en de samenstelling Procedure PAGINA 1 VAN 6 Goedgekeurd door Directeur Kwaliteitsverantwoordelijke Naam L. DE MEULEMEESTER A. ANTONISSEN 1 INHOUDSOPGAVE 1 INHOUDSOPGAVE... 1 2 DOEL... 1 3 TOEPASSINGSGEBIED... 1 4 BEGRIPPEN

Nadere informatie

Een verhoogd coligetal: Klebsiella-mastitis als mogelijke oorzaak?

Een verhoogd coligetal: Klebsiella-mastitis als mogelijke oorzaak? Een verhoogd coligetal: Klebsiella-mastitis als mogelijke oorzaak? Volgens de laatste schattingen van MCC-Vlaanderen kan een gemiddeld melkveebedrijf in Vlaanderen tussen 400 en 1000 euro per maand meer

Nadere informatie

Tekst Inhoudstafel Begin

Tekst Inhoudstafel Begin 27 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de wijze van het nemen van monsters voor de officiële controle op de maximum-gehalten aan mycotoxines in bepaalde voedingsmiddelen. (NOTA : Raadpleging

Nadere informatie

De Kimpe-Cool N.V. Productspecificatie wortelen. 6 Productspecificaties

De Kimpe-Cool N.V. Productspecificatie wortelen. 6 Productspecificaties 1. Naam eindproduct / groep eindproducten Wortelen 2. Gebruikte grond- en hulpstoffen Wortelen, Belgische en Hollandse (ook Spaanse en Franse) Primair verpakkingsmateriaal (zie Procedure 10 en 11) Onze

Nadere informatie

Les 3: Vervolg Melksamenstelling. (Onderdeel van IBS Het melken van koeien)

Les 3: Vervolg Melksamenstelling. (Onderdeel van IBS Het melken van koeien) Les 3: Vervolg Melksamenstelling (Onderdeel van IBS Het melken van koeien) Simpel Rekenvoorbeeld melkopbrengsten per jaar Bedrijf A: 45 koeien / 29 kg per dag / 305 dgn 400.000 kg per jaar Vet gehalte

Nadere informatie

juli 2014 Veterinair gezondheidscertificaat voor uitvoer van melk en melkproducten, met inbegrip van kindermelk, vanuit België naar Algerije

juli 2014 Veterinair gezondheidscertificaat voor uitvoer van melk en melkproducten, met inbegrip van kindermelk, vanuit België naar Algerije I. Toepassingsgebied Productomschrijving GN-Code Land melk en melkproducten, met inbegrip van kindermelk 0401 0402 0403 0404 0405 0406 0410 1901 II. Bilateraal certificaat Code FAVV EX.VTP.DZ.02.03 Titel

Nadere informatie

Advies : Wetenschappelijke evaluatie van de Gids voor autocontrole voor ophaling en transport van rauwe melk (dossier Sci Com 2005/01)

Advies : Wetenschappelijke evaluatie van de Gids voor autocontrole voor ophaling en transport van rauwe melk (dossier Sci Com 2005/01) Advies 10-2005 : Wetenschappelijke evaluatie van de Gids voor autocontrole voor ophaling en transport van rauwe melk (dossier Sci Com 2005/01) Het Wetenschappelijk Comité van het Federaal Agentschap voor

Nadere informatie

AUTOMATEN 1 voor de distributie van RAUWE MELK: hygiëne-eisen

AUTOMATEN 1 voor de distributie van RAUWE MELK: hygiëne-eisen AUTOMATEN 1 voor de distributie van RAUWE MELK: hygiëne-eisen Dit document geeft uitleg over de hygiëne-eisen die van toepassing zijn op automaten voor de distributie van rauwe melk. Wat u moet weten over

Nadere informatie

Gearchiveerd op 01/03/2013

Gearchiveerd op 01/03/2013 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator : Adres :............ N uniek TRA 2258 Zuivel - Verpakking en etikettering (inclusief handelsnormen) [2258] v C : conform

Nadere informatie

Productinformatie: Melk en melkproducten. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Wat is melk?

Productinformatie: Melk en melkproducten. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Wat is melk? Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over de eigenschappen van melk. We vertellen je waarvoor je melk en melkproducten kunt gebruiken. Ook kom je meer te weten over de verschillende soorten melk

Nadere informatie

Bijlage 1: Resultaten van controles in de korte keten en vergelijking met conventionele keten (Bron: FAVV)

Bijlage 1: Resultaten van controles in de korte keten en vergelijking met conventionele keten (Bron: FAVV) Bijlage 1: Resultaten van controles in de korte keten en vergelijking met conventionele keten (Bron: FAVV) NC = niet-conform C = conform NS = niet significant * = significant indien p < 0,05 ** = significant

Nadere informatie

TOELICHTING HYGIËNEPAKKET MELKVEEHOUDERIJ EN BOERDERIJMELK doc. AM\2006\dkwebsitemvh

TOELICHTING HYGIËNEPAKKET MELKVEEHOUDERIJ EN BOERDERIJMELK doc. AM\2006\dkwebsitemvh TOELICHTING HYGIËNEPAKKET MELKVEEHOUDERIJ EN BOERDERIJMELK doc. AM\2006\dkwebsitemvh 1 Algemeen 1.1 De EG-hygiëneverordeningen zijn per 1 januari 2006 van toepassing 1.2 Het melkveehouderijbedrijf laat

Nadere informatie

Metrologische Reglementering

Metrologische Reglementering K_880506.doc - 2000-01-25 MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN Bestuur Kwaliteit en Veiligheid Afdeling Metrologie Metrologische Dienst Metrologische Reglementering Koninklijk besluit van 6 mei 1988 betreffende

Nadere informatie

Zuivel: een werelds product. Prof.dr. Tiny van Boekel Hoogleraar Levensmiddelentechnologie Wageningen University & Research

Zuivel: een werelds product. Prof.dr. Tiny van Boekel Hoogleraar Levensmiddelentechnologie Wageningen University & Research Zuivel: een werelds product Prof.dr. Tiny van Boekel Hoogleraar Levensmiddelentechnologie Wageningen University & Research Wat is melk? Afscheidingsproduct van de melkklier van een zoogdier Zuivelproducten

Nadere informatie

Melkcontrolecentrum-Vlaanderen vzw Hagenbroeksesteenweg 167 geldig vanaf 1/02/ LIER Tel : 078/ Fax : 078/

Melkcontrolecentrum-Vlaanderen vzw Hagenbroeksesteenweg 167 geldig vanaf 1/02/ LIER Tel : 078/ Fax : 078/ Melkcontrolecentrum-Vlaanderen vzw FO_509G Hagenbroeksesteenweg 167 geldig vanaf 1/02/2015 2500 LIER Tel : 078/15 47 10 Fax : 078/15 48 10 Procedure betreffende de toestemming tot het hernemen van de melklevering

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

PRI 3045 Dierlijke producten (rauwe melk) - geneesmiddelen en bedrijfsbegeleiding [3045] v1

PRI 3045 Dierlijke producten (rauwe melk) - geneesmiddelen en bedrijfsbegeleiding [3045] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : PRI 045 Dierlijke producten (rauwe melk) - geneesmiddelen en bedrijfsbegeleiding [045] v C: conform NC:

Nadere informatie

Metrologische Reglementering

Metrologische Reglementering K_800318.doc - 1999-10-29 MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN Bestuur Kwaliteit en Veiligheid Afdeling Metrologie Metrologische Dienst Metrologische Reglementering Koninklijk besluit van 18 maart 1980 betreffende

Nadere informatie

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven Samenvattend rapport 1 ENQUÊTE 1.1 Opstellen van de enquête In kader van het demo-project verantwoord gebruik van antibiotica in de

Nadere informatie

Belang van goed water

Belang van goed water Belang van goed water Dr Guillaume Counotte Wat is goed water? Smakelijk Beschikbaar Niet schadelijk voor dieren Niet schadelijk voor producten (ei, vlees) 1 Waterbehoefte Normale omstandigheden: 1,6-2

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de microbiologische analyses van gehakt vlees en vleesbereidingen in de detailhandel

Omzendbrief met betrekking tot de microbiologische analyses van gehakt vlees en vleesbereidingen in de detailhandel Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de microbiologische analyses van gehakt vlees en in de detailhandel Referentie PCCB/S3/VCT/1424950 Datum 29/03/2018

Nadere informatie

Module Melkkeukens 1

Module Melkkeukens 1 Module Melkkeukens 1 Inhoudstafel 1. Inleiding 5 1.1 Toepassingsgebied 5 1.2 Hoe deze module toepassen? 5 2. Goede hygiënepraktijken 6 3. Processtroomdiagrammen 8 4. Kritische controlepunten (CCP s) en

Nadere informatie

Gearchiveerd op 05/01/2015

Gearchiveerd op 05/01/2015 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... 2419 Voorverpakte voedingsmiddelen - Verpakking en etikettering (inclusief handelsnormen)

Nadere informatie

Doelstellingen. De leerlingen weten hoe kaas wordt gemaakt.

Doelstellingen. De leerlingen weten hoe kaas wordt gemaakt. Infofiche 1 Doelstellingen De leerlingen weten hoe kaas wordt gemaakt. De leerlingen leren enkele typische woorden uit de kaasmakerij aan de hand van een memoriespel. Kaas is een melkproduct van aangezuurde

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie PB 07 FAQ (G-002) REV 2 2012-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie Van toepassing vanaf: 09-09-2013 Opgesteld door: DG Controlebeleid

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

MARKT-IVT-MMP CIR-INT-MMP

MARKT-IVT-MMP CIR-INT-MMP CERTIFICERING VAN MAGEREMELKPOEDER VERVAARDIGD IN VLAANDEREN WIJZIGING VAN DE MEDEDELING CIR-INT-MMP-2017-02 CERTIFICERING VAN MAGERE MELKPOEDER VERVAARDIGD IN VAN 02.01.2017 VLAANDEREN MARKT-IVT-MMP-2018-03

Nadere informatie

N o t i t i e. Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): -

N o t i t i e. Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): - Auteur: Horneman Betreft: Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): - N o t i t i e Sinds begin 2006 worden resultaten van lactosebepalingen

Nadere informatie

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR.   PaccoParameters PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal

Nadere informatie

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING VERWERKING AGRARISCHE PRODUCTEN CSE KB

LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING VERWERKING AGRARISCHE PRODUCTEN CSE KB Examen VMBO-KB 2005 tijdvak 1 maandag 23 mei 9.00-11.00 uur LANDBOUW EN NATUURLIJKE OMGEVING VERWERKING AGRARISCHE PRODUCTEN CSE KB Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSE KB bestaat uit twee deelexamens

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/EME/1136184

Nadere informatie

FEITEN OVER BIOLOGISCHE GEITEN

FEITEN OVER BIOLOGISCHE GEITEN FEITEN OVER BIOLOGISCHE GEITEN Info over de geitenmelksector Alles over productie, verwerking en afzet De melkgeit is terug Kenmerken van de melkgeit De melkgeit in Nederland is terug van weggeweest. In

Nadere informatie

5 REDENEN OM UW KALVEREN KOEMELK TE VOEREN

5 REDENEN OM UW KALVEREN KOEMELK TE VOEREN 5 REDENEN OM UW KALVEREN KOEMELK TE VOEREN 5 REDENEN OM KOEMELK* TE VOEREN AAN KALVEREN: A B C D E Ik geloof dat koemelk het beste is voor de kalveren Het is de beste manier om van restmelk af te komen

Nadere informatie

Colofon. Copyrights Foto cover VLAM. Foto s blz. 37, 38, 44, 48 Foto Conseur. Alle andere foto s FAVV Tekstovername toegestaan mits bronvermelding

Colofon. Copyrights Foto cover VLAM. Foto s blz. 37, 38, 44, 48 Foto Conseur. Alle andere foto s FAVV Tekstovername toegestaan mits bronvermelding 42 melk vragen over Colofon Eindredactie: Ivan Ryckaert Opmaak : Jan Germonpré Druk: Drukkerij IPM nv, Brussel Verantwoordelijke uitgever: Piet Vanthemsche Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de

Nadere informatie

PRI 3050 Konijnenbedrijven - geneesmiddelen en bedrijfsbegeleiding [3050] v1

PRI 3050 Konijnenbedrijven - geneesmiddelen en bedrijfsbegeleiding [3050] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : PRI 050 Konijnenbedrijven - geneesmiddelen en bedrijfsbegeleiding [050] v C: conform NC: Niet-conform NA:

Nadere informatie

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen

Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de toelating en erkenning voor hoevezuivelproducenten en het gebruik van de autocontrolegidsen Referentie PCCB/S3/NDZ/1136184

Nadere informatie

TRA 3347 Zuivelproducten en levensmiddelen op basis van rauwe melk - VERPAKKING EN ETIKETTERING (inclusief handelsnormen) [3347] v1

TRA 3347 Zuivelproducten en levensmiddelen op basis van rauwe melk - VERPAKKING EN ETIKETTERING (inclusief handelsnormen) [3347] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : TRA 47 Zuivelproducten en levensmiddelen op basis van rauwe melk - VERPAKKING EN ETIKETTERING (inclusief

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie PB 07 FAQ (G-005) REV 1 2010-1/6 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie Van toepassing vanaf: 18-03-2010 Opgesteld door: DG Controlebeleid

Nadere informatie

Micro-organismen. Waar gaat deze kaart over? De soorten micro-organismen. Wat wordt er van je verwacht? Wat zijn micro-organismen?

Micro-organismen. Waar gaat deze kaart over? De soorten micro-organismen. Wat wordt er van je verwacht? Wat zijn micro-organismen? Waar gaat deze kaart over? De soorten micro-organismen Deze kaart gaat over micro-organismen. Microorganismen zitten in voedsel. Als je voedsel bereidt is het belangrijk om te weten wat micro-organismen

Nadere informatie

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : PRI 48 Vervaardiging voor directe verkoop van zuivelproducten en bereidingen op basis van (rauwe) melk -

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie PB 07 FAQ (G-026 B2B) REV0 2014-1/8 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

Nadere informatie

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Enquêteresultaten

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Enquêteresultaten Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven Enquêteresultaten 1 ENQUÊTE RESULTATEN Gemiddeld aantal dieren >150 6,9% Aantal dieren 100-150 50-100 14,0% 50,2% 0-50 28,9% 0 50 100

Nadere informatie

Gearchiveerd op 01/07/2012

Gearchiveerd op 01/07/2012 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... IEC 2473 CHECKLIST VOOR OPERATOREN DIE PRODUCTEN VOOR HUMANE CONSUMPTIE ONDERWORPEN AAN

Nadere informatie

1. Melksamenstelling. taak. Taak 1. Melksamenstelling: plan, do, check & act. plan

1. Melksamenstelling. taak. Taak 1. Melksamenstelling: plan, do, check & act. plan taak 1. Melksamenstelling Taak 1. Melksamenstelling: plan, do, check & act plan resultaat Je kan de verschillende onderdelen van de samenstelling van melk bij naam benoemen. Je kan benoemen in welke verhouding

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen PB 07 FAQ (G-023) REV 0 2007-2/9 I. DOELSTELLINGEN EN TOEPASSINGSGEBIED De bedoeling van dit document is de vaak gestelde vragen, afkomstig van operatoren, auditoren,... aangaande de gids voor de invoering

Nadere informatie

Advies Wetenschappelijke evaluatie van de gids Autocontrolesysteem (ACS) Zuivel. (dossier Sci Com 2004/46)

Advies Wetenschappelijke evaluatie van de gids Autocontrolesysteem (ACS) Zuivel. (dossier Sci Com 2004/46) Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen 1 / 5 Advies 35-2004 - Wetenschappelijke evaluatie van de gids Autocontrolesysteem (ACS) Zuivel. (dossier Sci Com 2004/46) Het Wetenschappelijk

Nadere informatie

PROCEDURE VOOR HET BEKOMEN VAN EEN AFWIJKING TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK VAN WATER IN DE VOEDSELKETEN

PROCEDURE VOOR HET BEKOMEN VAN EEN AFWIJKING TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK VAN WATER IN DE VOEDSELKETEN PB 00 P 11 REV 0 2005 1/6 PROCEDURE VOOR HET BEKOMEN VAN EEN AFWIJKING TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK VAN WATER IN DE VOEDSELKETEN Van toepassing vanaf : 1-01-06 Opgesteld door : DG Controlebeleid Ir. A.

Nadere informatie

Het aantal melkveehouders daalde tussen 2008 en 2009 met 5,1 %. De daling is van dezelfde grootorde in Vlaanderen en in Wallonië.

Het aantal melkveehouders daalde tussen 2008 en 2009 met 5,1 %. De daling is van dezelfde grootorde in Vlaanderen en in Wallonië. 2.3. BELGIË 2.3.1. Minder melkveehouders, meer koeien Het aantal melkveehouders daalde tussen 2008 en 2009 met 5,1 %. De daling is van dezelfde grootorde in Vlaanderen en in Wallonië. Voor het eerst in

Nadere informatie

Historie. Feiten Nederlandse zuivelsector

Historie. Feiten Nederlandse zuivelsector Nederland Zuivelland Feiten Nederlandse zuivelsector 17.500 melkveebedrijven 1,7 miljoen koeien 1,2 miljoen hectare grasland en snijmaisteelt: dat is 28% van Nederland 13 miljard liter jaarlijkse melkproductie

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4. Gezonde voeding GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 4 Gezonde voeding 1 INLEIDING Thema 3 hoofdstuk Gezonde voeding blz. 149 Onderwerpen: -Persoonlijke verschillen -Voeding en levensfasen -Voedingsmiddelen en voedingsstoffen -Richtlijnen

Nadere informatie

AT-10. Beheersing Salmonella. Ver BT-12 v0.12

AT-10. Beheersing Salmonella. Ver BT-12 v0.12 AT-10 Ver 1.2 Beheersing Salmonella 1 BT-12 v0.12 HISTORIEK VAN HET DOCUMENT Versie en datum van goedkeuring Reden van revisie Draagwijdte van de revisie Uiterste datum van toepassing 0.0 03/07/2008 Vereenvoudiging

Nadere informatie

Metrologische Reglementering

Metrologische Reglementering K_20040611_6.doc - 2004-07-23 Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid Afdeling Metrologie Metrologische Reglementering Koninklijk besluit van 11 juni 2004 betreffende consumptie-ijs (BS 2004 07 23) Pag.

Nadere informatie

Resultaten van een veldproef met betrekking tot neonatale kalverdiarree

Resultaten van een veldproef met betrekking tot neonatale kalverdiarree Auteur: Vanessa Meganck Inleiding Resultaten van een veldproef met betrekking tot neonatale kalverdiarree Voor het vermijden van diarree bij de jongste kalfjes dient er een evenwicht gevonden te worden

Nadere informatie

MELK BESTAAT UIT: De melk die van de koe komt wordt ook wel de rauwe melk genoemd. Dit is een plaatje van wat er in de melk van de koe zit.

MELK BESTAAT UIT: De melk die van de koe komt wordt ook wel de rauwe melk genoemd. Dit is een plaatje van wat er in de melk van de koe zit. INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Melk bestaat uit 3 Campina 4 Geschiedenis over schoolmelk 5 Van koe tot melk 6\7 Fabriek 8\9 Wat kun je van melk maken? 10 Tot slot + Bronvermelding 11 1 INLEIDING

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot de bemonsteringsfrequentie voor gehakt vlees en vleesbereidingen en de versoepeling ervan in het kader van verordening

Nadere informatie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Omzendbrief met betrekking tot erkenning-/registratievoorwaarden van opslagbedrijven van dierlijke bijproducten en afgeleide producten die niet

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie PB 07 FAQ (G-026 B2B) REV0 2014-1/7 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de brood- en banketbakkerij in de sector transformatie

Nadere informatie

Europa 14 juni 1993: hygiënerichtlijn 93/94/EEG. België 7 februari 1997: KB inzake de algemene voedingsmiddelenhygiëne

Europa 14 juni 1993: hygiënerichtlijn 93/94/EEG. België 7 februari 1997: KB inzake de algemene voedingsmiddelenhygiëne WAAROM? Voor VEILIGHEID van de consument Jaarlijks 1.5 miljoen vergiftigingen in Nederland 1993 Duitsland: > 1000 mensen ziek na eten van chips (salmonella) 1996 15- jarige jongen sterft door botulisme

Nadere informatie

INFO OVER DE GEITENMELKSECTOR. Alles over productie, verwerking en afzet

INFO OVER DE GEITENMELKSECTOR. Alles over productie, verwerking en afzet INFO OVER DE GEITENMELKSECTOR Alles over productie, verwerking en afzet De melkgeit in Nederland is terug van weggeweest. In de eerste helft van de vorige eeuw hielden gezinnen vaak geiten om zelf de melk

Nadere informatie

Historie. Feiten Nederlandse zuivelsector

Historie. Feiten Nederlandse zuivelsector Nederland Zuivelland Feiten Nederlandse zuivelsector 18 duizend melkveebedrijven 1,5 miljoen melk- en kalfkoeien 30% van het Nederlandse landoppervlak, ofwel 1,2 miljoen hectare in beheer voor grasland

Nadere informatie

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens

FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens PB 07 FAQ (G-025) REV 0 2010-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids voor de invoering van een autocontrolesysteem voor de sector van grootkeukens Van toepassing vanaf:

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING. VOORLADINGSPRODUCT VOOR GESLOTEN WC s (TGV EN GELIJKGESTELDE)

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING. VOORLADINGSPRODUCT VOOR GESLOTEN WC s (TGV EN GELIJKGESTELDE) NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN TECHNISCHE BEPALING L -88 VOORLADINGSPRODUCT VOOR GESLOTEN WC s (TGV EN GELIJKGESTELDE) UITGAVE : 02/2007 Index 1. Voorwerp en toepassingsgebied... 3 2.

Nadere informatie

FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie

FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie PB 07 FAQ (G-002) REV 3 2014-1/9 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie Van toepassing vanaf : 22/10/2014 Opgesteld door: DG Controlebeleid

Nadere informatie

Rouveen Kaasspecialiteiten. Productspecificatie

Rouveen Kaasspecialiteiten. Productspecificatie Coöperative Zuivelfabriek "Rouveen" u.a. Oude Rijksweg 395 7954 GH Rouveen Tel: 0522-298 222 Fax: 0522-298 220 Rouveen Kaasspecialiteiten Productspecificatie Pagina's : 5 * incl. voorblad Copyright CZ

Nadere informatie

Module. Productie van belegde broodjes

Module. Productie van belegde broodjes Module Productie van belegde broodjes 1 Inhoudstafel 1. Inleiding 5 1.1 Toepassingsgebied 5 1.2 Hoe deze module toepassen? 5 2. Goede hygiënepraktijken 6 3. Processtroomdiagrammen 7 4. Kritische controlepunten

Nadere informatie

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. 20.10.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 274/19 VERORDENING (EG) Nr. 977/2009 VAN DE COMMISSIE van 19 oktober 2009 tot goedkeuring van minimale wijzigingen van het productdossier voor een naam

Nadere informatie

3328 PRI-TRA-DIS Food - VERVOER [3328] v1

3328 PRI-TRA-DIS Food - VERVOER [3328] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : 28 PRI-TRA-DIS Food - VERVOER [28] v1 C: conform NC: Niet-conform NA: niet van toepassing H: hoofdstuk B:

Nadere informatie

TOP 10 GEZONDE GEFERMENTEERDE GROENTE

TOP 10 GEZONDE GEFERMENTEERDE GROENTE TOP 10 GEZONDE GEFERMENTEERDE GROENTE Hoewel u gefermenteerde levensmiddelen in de supermarkt kunt kopen, zijn deze meestal gepasteuriseerd op hoge temperatuur waardoor de nodige vriendelijke bacteriën

Nadere informatie

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB. minitoets bij opdracht 1

X C D X C D. landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB. minitoets bij opdracht 1 landbouw en natuurlijke omgeving 2009 dierhouderij en -verzorging gezelschapsdieren CSPE KB minitoets bij opdracht 1 variant c Naam kandidaat Kandidaatnummer Meerkeuzevragen - Omcirkel het goede antwoord

Nadere informatie

Handboek Voedselveiligheid. Vereniging van Nederlandse Voedselbanken. Bijlage B KOELKETEN BEWAKING

Handboek Voedselveiligheid. Vereniging van Nederlandse Voedselbanken. Bijlage B KOELKETEN BEWAKING Handboek Voedselveiligheid Vereniging van Nederlandse Voedselbanken Bijlage B KOELKETEN BEWAKING Juni 2014 Versie 1 Voor voedselveiligheid is de borging van de koelketen een belangrijk onderwerp. De temperatuur

Nadere informatie

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal Bijlage III.7.1. bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006 tot vaststelling van de nadere regels

Nadere informatie

Rouveen Kaasspecialiteiten. Productspecificatie

Rouveen Kaasspecialiteiten. Productspecificatie Coöperative Zuivelfabriek "Rouveen" u.a. Oude Rijksweg 395 7954 GH Rouveen Tel: 0522-298 222 Fax: 0522-298 220 Rouveen Kaasspecialiteiten Productspecificatie Pagina's : 5 * incl. voorblad Copyright CZ

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE 10.1.2004 L 6/29 II (Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing) COMMISSIE AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 19 december 2003 betreffende een gecoördineerd programma voor 2004

Nadere informatie

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN 1 WETENSCHAPPELIJK COMITE VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN ADVIES 13-2007 Betreft : Ontwerp van koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen en het gebruik

Nadere informatie

Waarom? Vertering bij de koe. Missie 8/03/2012. Belangrijkste economische parameters. Efficiënt en effectief gebruik van MPR. via rantsoenwijzigingen

Waarom? Vertering bij de koe. Missie 8/03/2012. Belangrijkste economische parameters. Efficiënt en effectief gebruik van MPR. via rantsoenwijzigingen Efficiënt en effectief gebruik van MPR Missie Objectieve data verzamelen Analyse Lokeren, 7 maart 2012 Concreet en bedrijfsspecifiek advies Opvolging Opleiding Er is geen universele waarheid Ieder bedrijf

Nadere informatie

Water op het pluimveebedrijf

Water op het pluimveebedrijf Water op het pluimveebedrijf Water is zeer belangrijk voor het pluimveebedrijf. In de eerste plaats als drinkwater voor de kippen, maar ook om de stallen te reinigen en eventueel af te koelen. Water heeft

Nadere informatie

Wereldoriëntatie - Natuur Wereldoriëntatie - Techniek Geschatte lesduur Hoofdstuk 1.2. Nuttige microben benadrukt dat niet alle

Wereldoriëntatie - Natuur Wereldoriëntatie - Techniek Geschatte lesduur Hoofdstuk 1.2. Nuttige microben benadrukt dat niet alle Wereldoriëntatie - Natuur Algemene vaardigheden: 1.1 & 1.2 Levende en niet-levende natuur: 1.3 & 1.5 Wereldoriëntatie - Techniek 2.16* Geschatte lesduur 50 minuten Hoofdstuk 1.2. Nuttige microben benadrukt

Nadere informatie

TOELATINGSAKTE. Gelet op de aanvraag ingediend op: 18/05/1998. Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad:

TOELATINGSAKTE. Gelet op de aanvraag ingediend op: 18/05/1998. Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad: MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID, EN LEEFMILIEU DIENST VOOR HET LEEFMILIEU Dienst Risicobeheersing. TOELATINGSAKTE Gelet op de aanvraag ingediend op: 18/05/1998 Gelet op het advies van de

Nadere informatie

Gearchiveerd op 05/01/2015

Gearchiveerd op 05/01/2015 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... TRA 2258 Zuivelproducten en levensmiddelen op basis van rauwe melk - Verpakking en etikettering

Nadere informatie

Goede Hygiëne Praktijken ( GHP ) De opmaak van een GHP-plan

Goede Hygiëne Praktijken ( GHP ) De opmaak van een GHP-plan Goede Hygiëne Praktijken ( GHP ) De opmaak van een GHP-plan Wetgeving KB 14-11-2003 Koninklijk besluit betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen KB 27-04-2007 Koninklijk

Nadere informatie

5 redenen om uw kalveren koemelk te voeren

5 redenen om uw kalveren koemelk te voeren 5 redenen om uw kalveren koemelk te voeren 5 redenen om koemelk* te voeren aan kalveren: A Ik geloof dat koemelk het beste is voor de kalveren B Het is de beste manier om van restmelk af te komen C Het

Nadere informatie

februari 2017 Veterinair gezondheidscertificaat voor uitvoer van melk en melkproducten, met inbegrip van kindermelk, vanuit België naar Algerije

februari 2017 Veterinair gezondheidscertificaat voor uitvoer van melk en melkproducten, met inbegrip van kindermelk, vanuit België naar Algerije I. TOEPASSINGSGEBIED Productomschrijving GN-Code Land melk en melkproducten, met inbegrip van kindermelk 0401 0402 0403 0404 0405 0406 0410 1901 II. BILATERAAL CERTIFICAAT Code FAVV EX.VTP.DZ.02.03 Titel

Nadere informatie

Gearchiveerd op 23/11/2010

Gearchiveerd op 23/11/2010 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator : Adres :............ TRA 258 Niet EG meststoffen: Verpakking en etiket [258] v2 C : conform NC : niet-conform NA :

Nadere informatie

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking?

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking? FAQ 1. Waaruit bestaat de Europese Verordening 183/2005? Deze nieuwe Verordening bepaalt de voorschriften voor diervoederhygiëne. Alle verschillende activiteiten in de diervoederketen worden onderverdeeld

Nadere informatie

# Sweetpeppers gevuld met roomkaas 125(Oliva) Auteur informatie. Telefoon Versie , 16:06:11

# Sweetpeppers gevuld met roomkaas 125(Oliva) Auteur informatie. Telefoon Versie , 16:06:11 # Sweetpeppers gevuld met roomkaas 125(Oliva) Auteur informatie Auteur Joyce Quist Email Joyce@oliva.nl Telefoon 048 143 26 79 Versie 14042017, 16:06:11 Relevante wetgeving Specificatie Algemeen Productnaam

Nadere informatie

Een portie chemie in je voedsel?

Een portie chemie in je voedsel? Een portie chemie in je voedsel? Je bent je er misschien niet echt van bewust dat voedsel heel wat met chemie te maken heeft, maar toch is het zo. Voedsel is immers opgebouwd uit vele verschillende soorten

Nadere informatie

GIDS VOOR AUTOCONTROLE VAN DE OPHALING EN HET TRANSPORT VAN RAUWE MELK

GIDS VOOR AUTOCONTROLE VAN DE OPHALING EN HET TRANSPORT VAN RAUWE MELK GIDS VOOR AUTOCONTROLE VAN DE OPHALING EN HET TRANSPORT VAN RAUWE MELK Revisie 0 dd. 16.12.05 Gids autocontrole voor de ophaling en het transport van rauwe melk 16.12.05 revisie 0 1/100 Inhoudstabel 1

Nadere informatie

Richtlijnen wateronderzoek

Richtlijnen wateronderzoek april 2014 - Pagina 1 van 8 Richtlijnen wateronderzoek Algemene richtlijnen volgens KB 14/01/2002 betreffende kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water dat in voedingsmiddeleninrichtingen

Nadere informatie

Samen werken aan diergezondheid, in het belang van dier, dierhouder en samenleving

Samen werken aan diergezondheid, in het belang van dier, dierhouder en samenleving Samen werken aan diergezondheid, in het belang van dier, dierhouder en samenleving Fipronil in eieren Ruth Bouwstra DVM PhD en vele anderen 24 augustus 2017 Poultry Expertise Centre Wat is Fipronil? Log

Nadere informatie

Rouveen Kaasspecialiteiten. Productspecificatie

Rouveen Kaasspecialiteiten. Productspecificatie Coöperative Zuivelfabriek "Rouveen" u.a. Oude Rijksweg 395 7954 GH Rouveen Tel: 0522-298 222 Fax: 0522-298 220 Rouveen Kaasspecialiteiten Productspecificatie Pagina's : 5 * incl. voorblad Copyright CZ

Nadere informatie

KOPERS VAN MELK AFKOMSTIG VAN MELKGEVENDE DIEREN ANDERE DAN KOEIEN

KOPERS VAN MELK AFKOMSTIG VAN MELKGEVENDE DIEREN ANDERE DAN KOEIEN KOPERS VAN MELK AFKOMSTIG VAN MELKGEVENDE DIEREN ANDERE DAN KOEIEN 1 Uitrustingsvoorwaarden 2 1.1 Verordening (EG) nr. 852/2004 2 1.1.1 Voorschriften inzake de uitrusting 2 2 Exploitatievoorwaarden 4 2.1

Nadere informatie

Meting ter plaatse van temperatuur, ph, elektrische geleidbaarheid, opgeloste zuurstof, vrije chloor en gebonden chloor

Meting ter plaatse van temperatuur, ph, elektrische geleidbaarheid, opgeloste zuurstof, vrije chloor en gebonden chloor Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Meting ter plaatse van temperatuur, ph, elektrische geleidbaarheid, opgeloste zuurstof, vrije chloor en gebonden chloor Versie november 2013

Nadere informatie

PRI 3238 Fabrieksvaartuig (garnalenkotters) - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [3238] v1

PRI 3238 Fabrieksvaartuig (garnalenkotters) - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [3238] v1 Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres : PRI 28 Fabrieksvaartuig (garnalenkotters) - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [28] v1 C: conform NC:

Nadere informatie

Bijlage 1 - PARAMETERS EN PARAMETERWAARDEN. Het betreft de te analyseren parameters en hun parameterwaarden.

Bijlage 1 - PARAMETERS EN PARAMETERWAARDEN. Het betreft de te analyseren parameters en hun parameterwaarden. Bijlage 1 - PARAMETERS EN PARAMETERWAARDEN Het betreft de te analyseren parameters en hun parameterwaarden. PARAMETERS GROEP A 1. Microbiologische minimumvereisten Escherichia coli (E. Coli) 0 Aantal /100

Nadere informatie

Bevindingen inspecties in centrale keukens en afdelingskeukens in ziekenhuizen 2007-2008

Bevindingen inspecties in centrale keukens en afdelingskeukens in ziekenhuizen 2007-2008 Bevindingen inspecties in centrale keukens en afdelingskeukens in ziekenhuizen 2007-2008 Factsheet Domein Ziekenhuizen Voedsel en Waren Autoriteit Juni 2008 (Deel)projectnummer: Thema: ZD07C270 Veilig

Nadere informatie

De noodzaak van de focus op Melkkwaliteit bij ontwikkelingen in de primaire sector ir Margreet Hovenkamp

De noodzaak van de focus op Melkkwaliteit bij ontwikkelingen in de primaire sector ir Margreet Hovenkamp De noodzaak van de focus op Melkkwaliteit bij ontwikkelingen in de primaire sector ir Margreet Hovenkamp 10 maart 2015, NVTL-studiedag Inhoud Nederlandse Zuivelindustrie Duurzame zuivelketen Uitgangspunten

Nadere informatie