Wat werkt bij opzettelijke zelfbeschadiging?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wat werkt bij opzettelijke zelfbeschadiging?"

Transcriptie

1 Wat werkt bij opzettelijke zelfbeschadiging? Deniz Ince Nederlands Jeugdinstituut Mariska Zoon Infolijn t (030) Januari 2013 e infojeugd@nji.nl i Opzettelijke zelfbeschadiging kan onderverdeeld worden in grofweg twee vormen, namelijk nonsuïcidaal zelfbeschadigend gedrag en suïcidaal gedrag waarbij het gedrag als doel heeft een einde aan het leven te maken. Non-suïcidaal zelfbeschadigend gedrag betreft veelal het snijden of krassen in de huid, meestal in de armen, benen of buik. Naar interventies gericht op jeugdigen die zichzelf opzettelijk beschadigen is weinig onderzoek gedaan. Onderzoek wat er is, laat wisselende resultaten zien. Desondanks kan er met voorzichtigheid geconcludeerd worden dat een cognitief gedragstherapeutische interventie een veelbelovende benadering in de aanpak van opzettelijke zelfbeschadiging is. Zo laat onderzoek naar verschillende vormen van cognitieve gedragstherapie positieve resultaten zien bij patiënten die zichzelf opzettelijk verwonden, zoals een verminderde kans op herhaling van zelfbeschadigend gedrag en een vermindering van depressieve gevoelens. Ook lijkt het betrekken van het gezin werkzaam te zijn in de behandeling van zelfbeschadigend gedrag. Dit document geeft een overzicht van hetgeen er bekend is over werkzame werkwijzen voor de behandeling van opzettelijke zelfbeschadiging door jeugdigen. Voor de totstandkoming van dit document is gebruik gemaakt van meta-analyses, reviews en primaire studies. Deze zijn door middel van een uitgebreide literatuursearch in onder meer PsycINFO, Cochrane Library en Google Scholar verkregen. Er is met zoektermen als (deliberate) selfharm, self injury, self- of automutilation gecombineerd met treatment of interventions en effect gezocht. Dit document geeft allereerst een korte uiteenzetting van de definitie en kenmerken van zelfbeschadiging en bespreekt vervolgens de risicofactoren die mogelijk bijdragen aan opzettelijke zelfbeschadiging. Hierna volgt een beschrijving van interventies gericht op de behandeling van zelfbeschadiging, waarna ingegaan wordt op werkzame factoren. Het document sluit af met een conclusie. 1. Definitie en kenmerken van opzettelijke zelfbeschadiging In de meest brede definitie houdt zelfbeschadigend gedrag in: alle gedragingen waarbij opzettelijk fysiek of psychisch letsel wordt toegebracht aan het eigen lichaam (Nock, 2010). Dit wordt opzettelijke zelfbeschadiging, ook wel deliberate selfharm (DSH), genoemd. Opzettelijke zelfbeschadiging wordt in de DSM-IV-TR (American Psychiatric Association, 2000) niet als stoornis gedefinieerd, maar gezien als symptoom van een (borderline) persoonlijkheidsstoornis of een posttraumatische stressstoornis. In dit document beschouwen we zelfbeschadigend gedrag echter niet zozeer als een specifiek onderdeel van een gediagnosticeerde psychische stoornis. Opzettelijke 1

2 zelfbeschadiging kan onderscheiden worden in suïcidaal en non-suïcidaal zelfbeschadigend gedrag (NSSI). Bij een suïcidepoging heeft het gedrag als doel om een einde aan het leven te maken terwijl bij NSSI de handeling het doel op zich is en er geen intentie is om te overlijden (Nock, 2010). De meest voorkomende vorm van NSSI is het snijden of krassen in de huid, voornamelijk in de armen, benen en buik. Maar ook het branden van de huid en hoofdbonken zijn veelvoorkomende vormen van NSSI. Veelal wordt door een persoon meerdere vormen van zelfbeschadiging gebruikt (Klonsky & Muehlenkamp, 2007; Nock, 2010). De focus ligt in dit document voornamelijk op NSSI, terwijl in de literatuur veelal de bredere definitie van opzettelijke zelfbeschadiging wordt gebruikt, waaronder ook suïcidaal gedrag. Volgens De Wilde, Spierings en Nijon (2012) kan worden aangenomen dat er een sterke relatie is tussen NSSI en suïcide(pogingen) vanwege gelijke risicofactoren. Voor het leesgemak zal in dit document dan ook gesproken worden over zelfbeschadigend gedrag. 2. Risicofactoren De adolescentie is een periode waarin het risico op zelfbeschadigend gedrag het hoogst is, gedurende deze periode worden de hoogste prevalentiecijfers gevonden. Zelfbeschadiging begint vaak tussen het 12 e en 14 e levensjaar (Nock, 2010). De gedachte aan zelfbeschadiging treedt veelal op wanneer iemand alleen is en negatieve gedachten of gevoelens ervaart, zoals het terugdenken aan een nare herinnering of zich angstig of boos voelen (Nock, 2010). Uit onderzoek blijkt dat mensen die zichzelf beschadigen vaak beperkte probleemoplossende vaardigheden en een rigide manier van denken hebben (Muehlenkamp, 2006; Nock, 2010). Alhoewel een oorzakelijke relatie niet bekend is, noemen verschillende studies een aantal risicofactoren waarvoor een verband is gevonden met zelfbeschadigend gedrag (Klonsky & Muehlenkamp, 2007; Ougrin, Tranah, Leigh, Taylor & Asarnow, 2012; De Wilde et al., 2012): Algemene psychologische factoren - negatief temperament; - verstoorde regulatie van emoties; - gebrek aan zelfwaardering; - gebrek aan zelfvertrouwen; - perfectionisme; - impulsiviteit. Psychiatrische problematiek - (borderline) persoonlijkheidsstoornis; - angst of depressie; - eetstoornissen; - middelengebruik of -verslaving. Sociale factoren - seksueel misbruik als kind; - ervaringen van zelfbeschadigend gedrag in het gezin; - andere stressvolle ervaringen als echtscheiding van ouders, gepest worden, sterfgeval. 2

3 3. Effectiviteit van interventies bij opzettelijke zelfbeschadiging Onderzoek naar de effecten van psychosociale interventies voor zelfbeschadiging is voornamelijk gericht op het voorkomen van herhaling van zelfbeschadigend gedrag of op het voorkomen van suïcide. Behalve het beperkte aantal studies specifiek gericht op jeugdigen en de diversiteit in uitkomstmaten, heeft veel onderzoek ook belangrijke methodologische tekortkomingen. Zo is er vaak sprake van kleine steekproeven, een gebrek aan een controle groep en gebrek aan replicatie van studies. Daarnaast worden in de meeste studies de onderzochte interventies slechts in algemene termen beschreven, bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie of reguliere hulp, waardoor niet altijd duidelijk is wat de inhoud van de behandeling is. Hierdoor is het niet mogelijk harde uitspraken te doen over de effectiviteit van verschillende interventies op zelfbeschadiging en de werkzame factoren van interventies (Brent, McMakin, Kennard, Goldstein, Mayes & Douaihy, 2013; Crawford, Thomas, Khan & Kulnskya, 2007; Hawton et al., 1998; Hawton et al., 2009). Tot op heden zijn er geen evidence-based interventies gericht op het voorkomen van (herhaling van) zelfbeschadiging (Brent et al., 2013; Klonsky & Muehlenkamp, 2007; Nock, 2010; Ougrin et al., 2012). Hoewel verschillende interventies een kleinere kans op herhaling van zelfbeschadiging laten zien, zijn de effecten in de meeste gevallen niet statistisch significant (Nock, 2010). Desondanks wordt er in diverse studies met voorzichtigheid een aantal conclusies getrokken over wat werkt bij zelfbeschadiging. Benadrukt wordt dat onderzoek met grotere steekproeven en replicatiestudies van belang is (o.a. Crawford et al., 2007; Hawton et al., 1998; Hawton et al. 2009; Muehlenkamp, 2006). Brent en collega s (2013) geven daarnaast aan dat studies de algemeen geaccepteerde definitie van opzettelijke zelfbeschadiging meer consistent dienen te gebruiken en resultaten met betrekking tot NSSI en suicide apart zouden moeten benoemen. Verschillende studies noemen cognitief gedragstherapeutische interventies als een veelbelovende benadering in de hulp aan patiënten met zelfbeschadigend gedrag (o.a. Comtois & Linehan, 2006; Hawton et al., 1998; Hawton et al., 2009; Klonsky & Muehlenkamp, 2007; Lilley & Owens, 2009; Ougrin et al., 2012). Ook komt gezinstherapie in de literatuur veel naar voren en lijkt het betrekken van het gezin een succesfactor te zijn in de behandeling van jongeren (Brent et al., 2013). In de volgende paragraaf worden de uitkomsten van onderzoek naar deze en andere interventies uitgebreid besproken. Omdat er weinig onderzoek bestaat naar de effectiviteit van interventies bij jeugdigen bespreken we hier, wanneer nodig, ook onderzoek dat gericht is op volwassenen die zichzelf opzettelijk verwonden. 3.1 Cognitieve gedragstherapie Uitgangspunt van de cognitieve gedragstherapie is dat kwetsbaarheid voor zelfbeschadiging veranderd kan worden door suïcidale en negatieve gedachtes te beïnvloeden en tekorten in probleemoplossingsvaardigheden aan te pakken. In een cognitief gedragstherapeutische training worden irrationele cognities uitgedaagd door tegenover negatieve gedachten situaties te plaatsen waaruit het tegenovergestelde blijkt. Jeugdigen leren dat ze ook vanuit een ander perspectief naar dezelfde situatie kunnen kijken en dat ze daar op een andere wijze op kunnen reageren. Zij leren vaardigheden om zelfcontrole en emotieregulatie te verbeteren en leren sociale- en probleemoplossende vaardigheden (een klacht uiten, hulp vragen, onderhandelen). Bij patiënten die zichzelf verwonden wordt op systematische wijze getracht negatieve gedachten over henzelf en over de toekomst te veranderen om zodoende het gevoel van hopeloosheid positief te beïnvloeden om zodoende de kans op herhaling van het gedrag te verminderen. Er zijn een klein aantal uitwerkingen van CGT, specifiek ontwikkeld voor zelfbeschadiging, onderzocht. 3

4 Zo heeft Berk (2004, in Slee, 2008) een kortdurende cognitieve behandeling van tien sessies voor patiënten met zelfbeschadigend gedrag ontwikkeld. De behandeling bestaat uit onder andere een crisisstappenplan en een gedetailleerde conceptualisering van irrationele negatieve gedachte en overtuigingen die verband houden met het zelfbeschadigend gedrag. Een studie van Brown, Ten Have, Henriques, Xie, Hollander en Beck (2005, in Slee, 2008) onder 120 volwassenen naar deze behandeling laat een vermindering van de kans op herhaling van het zelfbeschadigend gedrag zien. In een follow up na 1,5 jaar heeft de CGT groep, vergeleken met de controle groep, 50 procent minder kans op herhaling van zelfverwonding. Bovendien scoorde de CGT groep significant lager op depressieve stemming en hopeloosheid. Hoewel dit de enige studie is naar de effectiviteit van deze kortdurende behandeling lijkt het een veelbelovende behandelvorm voor met name patiënten die de motivatie niet hebben om aan langdurige therapieën deel te nemen. Slee (2008) heeft een geprotocolliseerde kortdurende cognitieve gedragstherapeutische behandeling specifiek voor adolescenten en jong volwassenen die zichzelf verwonden ontwikkeld en onderzocht. In een randomized controlled trial (RCT) studie met een experimentele groep van 40 adolescenten en volwassenen (leeftijd jaar) en een controle groep van 42 personen zijn de effecten van deze behandeling onderzocht. Hieruit blijkt dat CGT, als aanvulling op reguliere hulp (farmaceutische behandeling, psychotherapie, opname in een psychiatrisch ziekenhuis), leidt tot minder zelfbeschadiging en minder depressieve klachten, angstklachten en suïcidale gedachten Dialectische gedragstherapie Dialectische gedragstherapie (DGT) is een vorm van cognitieve gedragstherapie, die oorspronkelijk is ontwikkeld voor volwassenen met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis (BPS). DGT bestaat uit individuele therapie en een vaardigheidstraining in een groep, waarbij ook de familie wordt betrokken. Daarnaast wordt telefonische consultatie geboden en is er een consultatieteam beschikbaar voor de hulpverleners. DGT richt zich op mindfulness, interpersoonlijke vaardigheden, emotieregulatie en crisisbeheersing (Choate, 2012). Uit diverse studies is DGT effectief gebleken bij de behandeling van zelfbeschadigend gedrag bij volwassenen met BPS (o.a. Backer, Miller & Van den Bosch, 2009; Choate, 2012). Sinds een aantal jaar wordt DGT ook toegepast bij adolescenten die zichzelf opzettelijk verwonden, al dan niet met de diagnose BPS. Voor de behandeling van adolescenten is het oorspronkelijke handboek aangepast; zo is de therapie ingekort en is er een oudermodule toegevoegd (Backer et al., 2009). In Nederland is de interventie Dialectische Gedragstherapie voor Jongeren (DGT-J) door de Erkenningscommissie Interventies erkend. Backer en collega s (2009) concluderen in hun review dat DGT mogelijk effectief is bij adolescenten met zelfbeschadigend en suïcidaal gedrag met of zonder kenmerken van BPS. In totaal zijn zeven effectonderzoeken in de review meegenomen, waarvan het in twee studies geen zelfbeschadigend gedrag betreft. De doelgroep en problematiek van de overige vijf studies verschillen van elkaar. Waar in één studie geen sprake is van een psychische stoornis, is er in drie studies sprake van BPS en in één studie betreft het alleen meisjes in een gesloten justitiële instelling met psychische - en/of gedragsproblemen. In alle studies wordt een significante vermindering van depressieve symptomen gevonden. De resultaten met betrekking tot zelfbeschadiging verschillen. In vier studies wordt een significante daling gevonden van suïcidale gedachten. In drie studies neemt het zelfverwonden significant af, terwijl in twee andere studies wordt beschreven dat zelfbeschadigend gedrag wel sterk af neemt, maar niet significant (Backer et al., 2009). 4

5 James, Taylor, Winmill en Alfoadari (2008) hebben onderzoek gedaan naar de effectiviteit van DGT onder 16 adolescente meisjes (15-18 jaar oud) waarbij sprake was van ernstige opzettelijke zelfbeschadiging over een periode van ten minste zes maanden. De meisjes hebben geen diagnose van een psychische stoornis als BPS of autisme. Het onderzoek betreft een voor- en nameting alsmede een follow-up na acht maanden zonder controlegroep. James en collega s (2008) rapporteren na follow-up een significante vermindering van depressie, gevoelens van hopeloosheid en episodes van zelfbeschadiging, gerapporteerd door de adolescenten. Ook wordt een significante verbetering in het algemeen functioneren gerapporteerd door de adolescenten. Al met al lijkt DGT een veelbelovende interventie om opzettelijk zelfbeschadigend gedrag te verminderen (Backer et al., 2009; James et al., 2008; Muehlenkamp, 2006). Backer en collega s (2009) geven echter ook aan dat RCT s waarin DGT met andere geprotocolleerde behandelingen wordt vergeleken, nodig zijn om de effectiviteit bij adolescenten vast te stellen. Naast de methodologische tekortkomingen die eerder beschreven zijn, moet er hier ook rekening worden gehouden met verschillen in het gebruikte protocol; zo liep de frequentie van zowel de individuele - als de groepstherapie sterk uiteen. Choate (2012) concludeert in haar overzichtsartikel over de mogelijkheden van DGT bij adolescenten die zichzelf verwonden dat de manier waarop DGT aangeboden wordt van belang is voor de effectiviteit ervan. Zo lijkt de volledige benadering het meest effectief, maar tegelijk wordt aangegeven dat deze vaak niet mogelijk is. Zo is het in sommige behandelsettings niet mogelijk om de groepstrainingen met familie erbij te organiseren en is ook het opzetten van een consultatieteam voor kleine praktijken lastig (Choate, 2012). Choate (2012) beschrijft dat diverse onderzoeken hebben aangetoond dat de vaardigheidstraining essentieel is voor de effectiviteit van DGT, ongeacht of deze individueel of in groepsverband gegeven wordt Probleemoplossende therapie Probleemoplossende therapie (PST) is een kortdurende psychologische behandeling gericht op vermindering van psychische klachten die samenhangen met onopgeloste problemen in het dagelijkse leven. Doel van de therapie is om de patiënt te helpen problemen te identificeren, te accepteren en te formuleren wat hij/zij hier aan wil veranderen. Vervolgens leert de behandelaar de patiënt een systematische aanpak om actuele en toekomstige problemen effectiever te kunnen oplossen (Van Weel-Baumgarten, 2012). Het aanleren van verschillende stappen om problemen op te lossen wordt als belangrijk element gezien om zelfbeschadiging te verminderen. Onderzoek naar de effectiviteit van PST op het verminderen van zelfbeschadigend gedrag laat wisselende resultaten zien. Het beperkt aantal studies maakt het moeilijk met zekerheid vast te stellen of PST een significante bijdrage levert aan het verminderen van zelfbeschadiging (Lilley & Owens, 2009). Hawton en collega s (1998; 2009) onderzoeken in hun meta-analyse de effectiviteit van PST op herhaling van zelfbeschadiging. In de studie van 2009 zijn de resultaten van 23 RCT s naar psychosociale- en farmacologische interventies, waarbij herhaling van zelfbeschadiging als uitkomstmaat is geformuleerd, meegenomen. Van de 23 studies zijn vijf studies gericht op de effectiviteit van PST. Uit alle studies blijkt dat PST betere resultaten laat zien op het verminderen van de kans op herhaling van zelfbeschadigend gedrag dan de controle behandeling. Het verschil is echter niet significant. De onderzoekers concluderen dat PST een veelbelovende behandeling is maar dat verder onderzoek met grotere steekproef nodig is om de uitkomsten te bevestigen. 5

6 Townsend en collega s (2001) onderzochten de effecten van PST op uitkomstmaten die verband houden met zelfbeschadiging, namelijk hopeloosheid, depressie en vermindering van problemen. In deze meta-analyse zijn zes RCT s meegenomen waarbij PST vergeleken werd met controle behandelingen voor patiënten die zichzelf verwonden. Hieruit blijkt PST voor deze patiënten betere resultaten te bewerkstelligen op hopeloosheid, depressie en vermindering van hun problemen dan de controle behandelingen (waaronder regulier hulp, individuele therapie, ondersteuning door huisarts). Herhaling van dit onderzoek op een grotere schaal is nodig om deze resultaten te bevestigen Groepstherapie bij adolescenten Er is een RCT-studie die significante effecten aantoont van groepstherapie op de vermindering van herhaling van zelfbeschadiging bij adolescenten (Wood, Trainor, Rothwell, Moore & Harrington, 2001). In dit onderzoek gaat het om een vergelijking van developmental group therapy (DGP) met reguliere hulp na zelfbeschadiging. DGP maakt gebruik van de cognitieve gedragstherapie en probleemoplossingstherapie. De groepstherapie is specifiek ontwikkeld voor adolescent die zichzelf opzettelijk beschadigen en bestaat uit minimaal zes sessies. Na zes sessies kunnen deelnemers zelf kiezen of ze langer willen deelnemen. Er zijn positieve effecten gevonden op de kans op herhaling van zelfbeschadiging, naar school gaan en gedragsproblemen. Onduidelijk is of meer dan zes sessies leidt tot betere resultaten. Deelnemers aan DGP hebben 20 procent minder kans op herhaling van zelfbeschadiging dan adolescenten die gebruik maken van reguliere hulp. Er zijn geen effecten gevonden op depressie of suïcidale gedachten. DGP wordt door de National Institute for Clinical Excellence (NICE) (2004) aanbevolen als eerste keus behandeling bij adolescenten die herhaaldelijk aan zelfbeschadiging doen. Deze resultaten worden echter niet gevonden in twee meer recente, soortgelijke studies (in Ougrin et al., 2012). Prymachuk en Trainor (2010) concluderen dat de effecten van groepstherapie dat plaatsvindt buiten de setting waarin het programma ontwikkeld is, niet bewezen zijn. 3.2 Gezinstherapie In een review van Brent en collega s (2013) naar interventies gericht op zelfbeschadiging onder jongeren komen zeven studies naar gezinstherapie of het betrekken van ouders bij reguliere hulp naar voren. De auteurs geven aan geen goede vergelijking van de studies te kunnen maken door methodologische tekortkomingen in de studies. Wanneer de studies apart bekeken worden, kan wel gezegd worden dat resultaten uiteen lopen. In drie van de zeven studies wordt na afloop van de interventie geen verschil in resultaten gevonden tussen de interventie- en de controlegroep. In de andere vier studies blijkt de interventiegroep na afloop minder zelfbeschadigend gedrag te laten zien dan de controlegroep waarbij de familie niet betrokken is geweest (in Brent et al., 2013). Twee studies uit de review geven aan dat de vermindering van zelfbeschadigend gedrag (deels) verklaard wordt door een verbetering in het functioneren van het gezin (in Brent et al., 2013). Ougrin en collega s (2012) beschrijven een onderzoek naar multisysteem therapie (MST). MST is een intensieve gezinsinterventie met huisbezoeken waarbij het hele systeem rondom de adolescent wordt betrokken. De doelgroep van het onderzoek was adolescenten die op de eerste hulp in het ziekenhuis terecht waren gekomen (n=156), de helft hiervan was suïcidaal. De doelgroep kreeg ofwel MST ofwel ziekenhuisopname toegewezen. Bij follow-up, een jaar na de interventie, bleek MST effectiever te zijn dan ziekenhuisopname met betrekking tot het aantal suïcidepogingen. Er was geen 6

7 verschil tussen beide interventies aan te merken op depressie, hopeloosheid of idealisatie van suïcide (Ougrin et al., 2012). 3.3 Overige interventies Behalve de eerder beschreven cognitief gedragstherapeutische - en gezinsinterventies komen in de literatuur ook andere interventies naar voren. Het gaat daarbij om (preventieve) programma s op school, farmaceutische behandeling en zogenaamde social and service-level interventies. Naar de effecten van deze interventies is zeer beperkt onderzoek aanwezig onder adolescenten en daar waar wel onderzoek is zijn er geen of beperkt effecten gevonden op het voorkomen van (een herhaling van) zelfbeschadigend gedrag (Hawton et al., 2009; NICE, 2004; Ougrin et al., 2012) Interventies op school Robinson en collega s (2013) hebben een review uitgevoerd naar programma s gericht op suicide die onder jongeren op scholen worden uitgevoerd. Zij beschrijven vijftien studies naar universele preventie op school, 23 studies naar selectieve preventie, drie studies gaan over geindiceerde hulp en twee studies betreft nazorg voor klasgenoten wanneer een suicidepoging is gedaan. Universele programma s die op scholen zijn geïmplementeerd bevatten vaak psycho-educatie middels filmpjes of groepsgesprekken. Algemeen kan worden gezegd dat kennis over het onderwerp wordt vergroot en dat attitudes positiever worden (Robinson et al., 2013). Gemengde resultaten worden gevonden op het hulpzoekgedrag van jongeren (Klimes-Dougan, Klingbeil & Meller, 2013; Robinson et al., 2013). Het is echter niet bekend wat de negatieve effecten zijn van universele preventie; of het bespreken van het onderwerp kwetsbare jongeren kwaad kan doen. Selectieve preventie betreft trainingen voor gatekeepers, personen die contact hebben met jongeren en hen wanneer nodig door kunnen verwijzen, en methoden voor screening. Het effect hiervan op de jongeren zelf is niet bekend. Er worden drie studies beschreven die een interventie voor risicojongeren op school onderzoeken. De interventies varieren van twaalf tot 180 sessies en betreffen motivationele gespreksvoering, psycho-educatie en vaardigheidstraining in kleine groepjes. Onderzoek laat voor alle drie de interventies een vermindering van zelfbeschadigend gedrag zien, echter wordt er bij slechts één studie een verschil gemeten tussen de interventie- en controlegroep. Het is zodoende moeilijk te zeggen of de resultaten ook daadwerkelijk aan de interventies toe te schrijven zijn. De twee studies naar nazorg laten geen verschillen zien tussen groepen die wel en geen nazorg kregen (in Robinson et al., 2013) Farmaceutische behandeling Tot op heden zijn er nog geen studies die de effectiviteit van farmaceutische behandeling op het voorkomen of verminderen van zelfbeschadiging aantonen (NICE, 2004). Er zijn echter wel studies die de bruikbaarheid van diverse medicijnen aantonen in het reduceren van symptomen, zoals zelfbeschadiging, horend bij een psychische stoornis als depressie, angststoornis of borderline persoonlijkheidsstoornis (Klonsky & Muehlenkamp, 2007; Ougrin et al., 2012). Zo vormen selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI s) de eerste keuze wanneer er tevens sprake is van heftige impulsiviteit of depressiviteit en kan als tweede keuze een lage dosering antipsychotica worden gegeven (Eussen & Franzen, 2007) Social and service-level interventies Social and service-level interventies bestaan onder meer uit interventies waarbij patiënten direct toegang hebben tot een therapeut en waarbij de therapeut contact zoekt als de patiënt niet op een 7

8 afspraak verschijnt; een nood-kaart met contactgegevens van een psychiater en de mogelijkheid zich direct op te laten nemen in een ziekenhuis; een uitnodigingsbrief voor een consult van de huisarts; case management door een verpleegkundige en opname in een ziekenhuis. Het voornaamste doel van dit type interventies is om het contact met de patiënt te behouden en ervoor te zorgen dat zij gebruik blijven maken van voorzieningen die hen de nodige hulp en ondersteuning kunnen bieden. Door het NICE (2004) wordt een overzicht gegeven van onderzoek naar dit type interventies, waarbij in alle gevallen dit type interventies vergeleken worden met reguliere hulp. Het onderzoek is niet specifiek verricht onder adolescenten. Voor geen van deze interventies zijn klinisch significante effecten gevonden op het verminderen van de kans op herhaling van zelfbeschadiging (NICE, 2004). 4. Werkzame factoren Systematische reviews en meta-analyses naar de effectiviteit van interventies gericht op zelfbeschadiging geven slechts in algemene zin zicht op wat werkt. Zoals eerder vermeld is de cognitieve gedragstherapie met zijn verschillende vormen (dialectische gedragstherapie en probleemoplossingstherapie) alsmede gezinstherapie veelbelovend in de aanpak van zelfbeschadiging. Geen van de studies toont echter aan welke inhoudelijke componenten precies verantwoordelijk zijn voor de effecten, de zogenaamde werkzame factoren. Hoewel niet met zekerheid vast te stellen, is er een aantal elementen te benoemen die belangrijk zijn in het werken met patiënten die zichzelf opzettelijk verwonden. Muehlenkamp (2006) biedt in haar review een beschrijving van deze factoren. Slee (2008) heeft daarnaast aan de hand van drie cognitieve therapeutische theorieën een analyse uitgevoerd van mechanismes die verantwoordelijk zijn voor de positieve effecten van CGT op het voorkomen van herhaling van zelfbeschadiging. Om de precieze invulling van de therapie te bepalen is volgens Muehlenkamp (2006) een functionele analyse van de zelfbeschadiging van belang. Dit biedt inzicht in de onderliggende problematiek en biedt de mogelijkheid om op te sporen welke vaardigheidstekorten er zijn. Verder zijn van belang: 1. Een veilige en sterke vertrouwensrelatie tussen patiënt en therapeut die steun biedt in tijden van crisis. 2. Specifieke aandacht voor het vergroten van emotieregulatie vaardigheden, gericht op vermindering van vermijdingsgedrag en het ontwikkelen van een mindful attitude. 3. Het vergroten van functionele cognities door het identificeren en herstructureren van irrationele gedachten, vooral in verband met hopeloosheid en het verminderen van denkfouten. 4. Training van gedragsmatige vaardigheden waaronder probleemoplossingsvaardigheden (met name het bedenken van alternatieve oplossingen voor een probleem), leren accepteren van tegenslagen en het bevorderen van coping- en communicatievaardigheden (Muehlenkamp, 2006; Slee, 2008). Tot slot geven Brent en collega s (2013) aan dat betrokkenheid van familie of sociaal netwerk van belang is in de behandeling van zelfbeschadiging bij jongeren. Ook geven zij aan dat een kortdurende interventie geschikt is als nazorg, maar dat een langer durende interventie meer effect heeft op het verminderen van het zelfbeschadigend gedrag van jongeren. 8

9 Tot slot Ondanks de toenemende belangstelling voor het onderwerp is er nog steeds weinig bekend over zelfbeschadiging, met name over werkzame factoren en interventies voor jeugdigen die zichzelf verwonden. De onderzoeken naar de effectiviteit van interventies die er zijn, hebben veelal methodische beperkingen, zoals een kleine steekproef, een gebrek aan een controle groep of er is een gebrek aan replicatie van studies. Hierdoor kunnen er geen onomstotelijke conclusies worden getrokken over het effect van de interventie. Toch wordt een aantal interventies als veelbelovend aangewezen. Resultaten naar deze interventies zijn niet altijd significant, maar wijzen vaak wel in een positieve richting. Zo zijn er aanwijzingen dat cognitieve gedragstherapie, en dan met name de dialectische gedragstherapie en probleemoplossende therapie, kan bijdragen aan het verminderen of voorkomen van zelfbeschadigend gedrag. Ook lijkt het betrekken van het gezin werkzaam te zijn. Meer en gedegen onderzoek, met name RCT s, zijn nodig om deze resultaten te bevestigen. Comtois en Linehan (2006) wijzen erop dat implementatie van effectieve interventies, die gericht zijn op het voorkomen van een herhaling van zelfbeschadiging, bemoeilijkt wordt door het gebrek aan handleidingen en training specifiek gericht op deze doelgroep. Er zijn wel algemene beschrijvingen van interventies zoals de probleemoplossingstherapie, maar handleidingen waarbij specifiek de toepassing van deze therapieën bij mensen met zelfbeschadigend gedrag uiteen wordt gezet, ontbreekt. DGT is de enige vorm van behandeling waarbij er gerichte handleidingen en training beschikbaar is (Comtois & Linehan, 2006). Sinds het verschijnen van het artikel van Comtois en Linehan is door Slee (2008) de eerder beschreven kortdurende CGT in een protocol vastgelegd. Daarnaast is de (geestelijke) gezondheidszorg inmiddels begonnen met het opstellen van richtlijnen voor professionals, zodat zelfbeschadiging sneller en beter herkenbaar wordt en hulpverleners beter weten hoe zij effectief kunnen handelen (De Wilde et al., 2012). Referenties APA (2000). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fourth Edition, Text Revision (DSM-IV-TR). Arlington: American Psychiatric Association. Backer, H. S., Miller, A. L., & Bosch, L. M. C. van den (2009). Dialectische gedragstherapie bij adolescenten. Een literatuuronderzoek. Tijdschrift voor Psychiatrie, 51(1), Brent, D. A., McMakin, D. L., Kennard, B. D., Goldstein, T. R., Mayes, T. L., & Douaihy, A. B. (2013). Protecting Adolescents From Self-Harm: A Critical Review of Intervention Studies. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 52(12), Choate, L. H. (2012). Counseling adolescents who engage in nonsuicidal self-injury: A dialectical behavior therapy approach. Journal of Mental Health Counseling, 34(1), Comtois, K., & Linehan, M. (2006). Psychosocial treatments for suicidal behaviors: A practicefriendly review. Journal of clinical psychology, 62(2), Crawford, M., Thomas, O., Khan, N., & Kulnskaya, E. (2007). Psychosocial interventions following self-harm: Systematic review of their efficacy in preventing suicide. The British Journal of Psychiatry, 190, Eussen, M., & Franzen, T. (2007). Automutilatie bij jongeren. Kind en Adolescent Praktijk, 6, Hawton, K., Arensman, E., Townsend, E., Bremner, S., Feldman, E., Goldney, R., Gunnell, D. e.a. (1998). Deliberate self harm: Systematic review of efficacy of psychosocial and pharmacological treatments in preventing repetition. British Medical Journal, 317, Hawton, K., Townsend, E., Arensman, E., Gunnell, D., Hazell, P., House, A., & Heeringen, K. van 9

10 (2009). Psychosocial and pharmacological treatments for deliberate self-harm. Cochrane Database of Systematic reviews. James, A. C., Taylor, A., Winmill, L., & Alfoadari, K. (2008). A preliminary community study of dialectical behaviour therapy (BDT) with adolescent females demonstrating persistent, deliberate self-harm (DSH). Child and Adolescent Mental Health, 13(3), Klimes-Dougan, B., Klingbeil, D. A., & Meller, S. J. (2013). The impact of universal suicide -prevention programs on the help-seeking attitudes and behaviors of youths. Crisis: The Journal of Crisis Intervention and Suicide Prevention, 34(2), Klonsky, E. D., & Muehlenkamp, J. J. (2007). Self-injury: A research review for the practitioner. Journal of Clinical Psychology, 63(11), Lilley, R., & Owens, D. (2009). Services for assessment, aftercare, and psychological treatment following self-harm. Psychiatry, 8(7), Muehlenkamp, J. J. (2006). Empirically supported treatments and general therapy guidelines for non-suicidal self-injury. Journal of Mental Health Counseling, 28(2), National Institute for Clinical Excellence (2004). Clinical guideline 16: The short-term physical and psychological management and secondary prevention of self-harm in primary and secondary care. London: National Institute for Clinical Excellence. Nock, M. K. (2010). Self-Injury. Annual Review of Clinical Psychology, 6, Ougrin, D., Tranah, T., Leigh, E., Taylor, L., & Asarnow, J. R. (2012). Selfharm in adolescents. In M. E. Garralda & J. P. Raynaud (Ed.), Brain, mind, and developmental psychopathology in childhood (pp ). Lanham: Jason Aronson. Prymachuk, S., & Trainor, G. (2010). Helping young people who self-harm: Perspectives from England. Journal of Child and Adolescent Psychiatric Nursing, 23(2), Robinson, J., Cox, G., Malone, A., Williamson, M., Baldwin, G., Fletcher, K., & O'Brien, M. (2013). A systematic review of school-based interventions aimed at preventing, treating, and responding to suicide-related behavior in young people. Crisis: The Journal of Crisis Intervention and Suicide Prevention, 34(3), Slee, N. (2008). Cognitive-behavioral therapy for deliberate self-harm. Leiden: Universiteit Leiden. Townsend, E., Hawton, K., Altman, D., Arensman, E., Gunnell, D., Hazell, P., House, A., & Heeringen, K. van (2001). The efficacy of problem-solving treatments after deliberate selfharm: Meta-analysis of randomized controlled trials with respect to depression, hopelessness and improvement in problems. Psychological Medicine, 31, Weel-Baumgarten, E. M. van (2012). Problem-solving treatment: Een korte samenvatting van de behandeling. Gedownload op van Wilde, E. J. de, Spierings, F., & Nijon, S. (2012). Opzettelijke zelfbeschadiging. In T. Notten & F. Spierings (Ed.), Zorgen om de jeugd. Tussen paniek en passende voorzieningen (pp ). Den Haag: Boom Lemma. Wood, A., Trainor, G., Rothwell, J., Moore, A., & Harrington, R. (2001). Randomized trial of group therapy for repeated deliberate self-harm in adolescents. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 40(11),

Wat werkt bij opzettelijke zelfbeschadiging?

Wat werkt bij opzettelijke zelfbeschadiging? Wat werkt bij opzettelijke zelfbeschadiging? Deniz Ince Mariska Zoon Nederlands Jeugdinstituut www.nji.nl December 2012 Opzettelijke zelfbeschadiging kan onderverdeeld worden in grofweg twee vormen, namelijk

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING Hoofdstuk 1 is de algemene introductie over de inhoud van dit proefschrift. Depressie en angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen en brengen een grote

Nadere informatie

Ketenzorg voor suïcidaliteit

Ketenzorg voor suïcidaliteit Ketenzorg voor suïcidaliteit Marie Van Broeckhoven Suïcidepreventiewerking DAGG Lommel marie.vanbroeckhoven@dagg-cgg.be Meer onderzoek nodig Sterke evidentie Acties gezondheidszorg Beperking toegang tot

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Behandeling informatie.

Behandeling informatie. Behandeling informatie. Bij een wachttijd langer dan een maand wordt de mogelijkheid geboden om door te verwijzen naar een andere GBGGZ- aanbieder. Psychologenpraktijk NK heeft nauwe contacten met een

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis: schematherapie en dialectische gedragstherapie

Cognitieve gedragstherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis: schematherapie en dialectische gedragstherapie Cognitieve gedragstherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis: schematherapie en dialectische gedragstherapie Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 Cognitieve gedragstherapie:

Nadere informatie

Ontwikkelingen. DGT bij ASS. Michelle Teluij. Eindreferaat 22-04-2014

Ontwikkelingen. DGT bij ASS. Michelle Teluij. Eindreferaat 22-04-2014 Ontwikkelingen DGT bij ASS Michelle Teluij Eindreferaat 22-04-2014 Inhoud Achtergrond Vraagstelling Resultaten Literatuur Interviews therapeuten Database DGT Zetten Conclusie Aanbevelingen Achtergrond

Nadere informatie

M. Helleman Rn MScN T. van Achterberg Rn PhD P.J.J. Goossens Rn PhD APRN A. Kaasenbrood, MD, PhD

M. Helleman Rn MScN T. van Achterberg Rn PhD P.J.J. Goossens Rn PhD APRN A. Kaasenbrood, MD, PhD De interventie Bed op Recept voor patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis laat patiënten groeien in autonomie, zelfmanagement en vaardigheden M. Helleman Rn MScN T. van Achterberg Rn PhD

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod U bent niet de enige Een op de tien Nederlanders heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis of heeft trekken hiervan. De Riagg Maastricht is gespecialiseerd

Nadere informatie

Interventies voor jji en jeugdzorgplus. Leonieke Boendermaker

Interventies voor jji en jeugdzorgplus. Leonieke Boendermaker Interventies voor jji en jeugdzorgplus Leonieke Boendermaker 20 mei 2009 Evident? 1. Problemen doelgroep 2. Interventies die leiden tot vermindering problemen 3. Noodzaak goede implementatie 2 Om wat voor

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

DE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE EN OFFLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE VOOR SUÏCIDE PREVENTIE

DE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE EN OFFLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE VOOR SUÏCIDE PREVENTIE DE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE EN OFFLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE VOOR SUÏCIDE PREVENTIE SPREKER: JASPER WIEBENGA FUNCTIE: PROMOVENDUS & PSYCHOLOOG, AFDELING PSYCHIATRIE, GGZ INGEEST & VUMC VAN BLENDED

Nadere informatie

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys

Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies Walter Matthys Preventie en behandeling Wezenlijk verschillend? Voorbeeld: Coping Power (Minder boos en opstandig) bij

Nadere informatie

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp Ons Team Ons team is zeer divers. We bestaan uit het secretariaat, psychologen, maatschappelijk werkers, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen, cognitief gedragstherapeutisch werkers, ervaringsdeskundigen,

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Dialectische Gedrags Therapie Bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperkingen

Dialectische Gedrags Therapie Bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperkingen Dialectische Gedrags Therapie Bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperkingen Dialectische Gedrags Therapie 2 1. Voor wie? Deze brochure geeft informatie over Dialectische Gedragstherapie (DGT).

Nadere informatie

Zorgprogramma Angststoornissen

Zorgprogramma Angststoornissen Zorgprogramma Angststoornissen Doelgroep Het Zorgprogramma Angststoornissen is bedoeld voor volwassenen die een angststoornis hebben. Mensen met een angststoornis hebben last van angsten zonder dat daar

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Risicotaxatie Suïcidaliteit. Suïcide en suïcidepogingen. Aantallen. 345 suïcidepogingen. Middel. Dr. Bert van Hemert, psychiater

Risicotaxatie Suïcidaliteit. Suïcide en suïcidepogingen. Aantallen. 345 suïcidepogingen. Middel. Dr. Bert van Hemert, psychiater Risicotaxatie Suïcidaliteit Dr. Bert van Hemert, psychiater Zorgservice Bureau 24 uurszorg Opleiding Sociale Psychiatrie 1/30 2/30 Aantallen Suïcide en suïcidepogingen Suïcidegedachten Suïcidepoging bevolking

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie

Mindfulness binnen de (psycho) oncologie. Else Bisseling, 16 mei 2014

Mindfulness binnen de (psycho) oncologie. Else Bisseling, 16 mei 2014 Mindfulness binnen de (psycho) oncologie Else Bisseling, 16 mei 2014 (Online) Mindfulness-Based Cognitieve Therapie voor kankerpatiënten. (Cost)effectiveness of Mindfulness-Based Cognitive Therapy (MBCT)

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen

Wetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen 9 Wetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen Samenvatting Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het wetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen. De

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Inhoud. Nieuw in de NHG Standaard Angst. Vraag 2. Vraag 1. Vraag 3. Nieuw in de NHG standaard in beleid. Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie

Inhoud. Nieuw in de NHG Standaard Angst. Vraag 2. Vraag 1. Vraag 3. Nieuw in de NHG standaard in beleid. Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie Inhoud Nieuw in de NHG Standaard Angst Christine van Boeijen PAO H 2012 Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie En verder Wat hebt u geleerd? Vraag 1 Waarmee presenteert een patient met een angststoornis

Nadere informatie

Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1

Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Behandelmogelijkheden bij kinderen met ADHD in de basisschoolleeftijd

Nadere informatie

DE STAND VAN DE WETENSCHAP: BEWEZEN EFFECTIEF

DE STAND VAN DE WETENSCHAP: BEWEZEN EFFECTIEF 'KLEUR JE LEVEN' DE STAND VAN DE WETENSCHAP: BEWEZEN EFFECTIEF Contactgegevens Mentalshare Telefoon: +31 (0)302971198 E-mail: kleurjeleven@mentalshare.nl Website: www.mentalshare.nl In samenwerking met:

Nadere informatie

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht

Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Flip Kolthoff, psychiater Radboud Universitair Centrum voor Mindfulness, GGZ Noord-Holland-Noord Flip Kolthoff, VUmc, 20-01-2012 1 Inleiding Flip Kolthoff,

Nadere informatie

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015 G. Portzky 1. INLEIDING 1. Definiëring Suïcide Suïcidepoging: Moet er suïcidale intentie aanwezig zijn om van poging

Nadere informatie

Suïcide en suïcidepreventie

Suïcide en suïcidepreventie Suïcide en suïcidepreventie D. Linszen, psychiater Suïcide(preventie), de rol van verpleegkundigen en verzorgenden Reehorst, Ede 2017 Amsterdam First Episode Study: Critical Period RCT (1998-2007): relapse

Nadere informatie

Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen. Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema

Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen. Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema Ernstige Psychische Aandoeningen (EPA) Definitie consensus groep EPA¹ - Sprake van psychische stoornis

Nadere informatie

Huisarts of hometrainer?

Huisarts of hometrainer? Huisarts of hometrainer? In het literatuuroverzicht werden zes studies opgenomen. Vier studies onderzochten het effect van training op ziekteverzuim, drie daarvan bestudeerden tevens de effecten op klachten

Nadere informatie

100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD

100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD 100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD ONLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE 2 100% Online CGT E-BOOMING? 3 100% Online CGT MIND THE GAP! 4 100% Online CGT EFFECTEN ONLINE

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Parnassia Groep Remco de Winter & Karin Slotema

Parnassia Groep Remco de Winter & Karin Slotema Parnassia Groep 30-11- 2017 Remco de Winter & Karin Slotema Kennismaken + epidemiologie Principes voor de omgang met suïcidaal gedrag pauze Systematisch onderzoek van suïcidaal gedrag pauze Beschrijvende

Nadere informatie

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden

Psychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Psychologische behandeling van bipolaire patiënten Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Omgaan met stessoren (1) Stressgevoeligheid Stress Generation theory The

Nadere informatie

Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker

Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker 1-2 - 3 Het Zorgprogramma Persoonlijkheid Behandelmodel: Dialectische Gedragstherapie (DGT ) (1993, M. Linehan): verandering

Nadere informatie

Organisaties. Onderzoeksvraag Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden

Organisaties. Onderzoeksvraag Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden Organisaties Symposiumleider: Carlo Schuengel Focus op Onderzoek 2 december 2011 Marja Hodes, Marieke Meppelder, Jos de Kimpe, Carlijn Nieuwenhuis, Sabina Kef, Cees Janssen, Lieneke Claassens, Elleke Lemmers,

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Samenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3 Vallen komt in alle leeftijdsgroepen voor, maar vormt vooral bij ouderen een groot gezondheidsprobleem. Onder een val wordt verstaan een gebeurtenis waarbij de betrokkene onbedoeld op de grond of een lager

Nadere informatie

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift

SAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift 153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met

Nadere informatie

Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker

Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker 1-2 - 3 Het Zorgprogramma Persoonlijkheid Behandelmodel: Dialectische Gedragstherapie (DGT ) (1993, M. Linehan): verandering

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Veerkracht en PTSS-behandeling

Veerkracht en PTSS-behandeling Veerkracht en PTSS-behandeling Prof. Dr. Agnes van Minnen Angstpoli GGz Nijmegen Radboud Universiteit Nijmegen 29 mei 2008 COGIS-Symposium Trauma en Veerkracht Behandeling PTSS Wat is effectief? Meest

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie

Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 3 Cognitieve gedragstherapie Een effectieve psychotherapie In deze brochure kunt u lezen

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

Automutilatie Wat moet ik hiermee? Joost Verhelst, Arts-Onderzoeker afd. Heelkunde Erasmus MC

Automutilatie Wat moet ik hiermee? Joost Verhelst, Arts-Onderzoeker afd. Heelkunde Erasmus MC Automutilatie Wat moet ik hiermee? Joost Verhelst, Arts-Onderzoeker afd. Heelkunde Erasmus MC Casus Man 35 jr Vg) depressie (2x mislukte relaties), groot gezin Last van stemmen in zijn hoofd Met een scheermes

Nadere informatie

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy Samenvatting 194 Dit proefschrift start met een algemene inleiding in hoofdstuk 1 om een kader te scheppen voor de besproken artikelen. Migratie is een historisch fenomeen die vaak resulteert in verbeterde

Nadere informatie

Zelfbeschadiging. Nienke Kool. Verpleegkundige en sr. onderzoeker CIB en CDP, Palier Leerstoel / Lectoraat GGZ-Verpleegkunde

Zelfbeschadiging. Nienke Kool. Verpleegkundige en sr. onderzoeker CIB en CDP, Palier Leerstoel / Lectoraat GGZ-Verpleegkunde Zelfbeschadiging Nienke Kool Verpleegkundige en sr. onderzoeker CIB en CDP, n.kool@palier.nl Leerstoel / Lectoraat GGZ-Verpleegkunde Definitie Zelfbeschadigend gedrag: het doelbewust toebrengen van directe

Nadere informatie

Behandeling & Diagnostiek

Behandeling & Diagnostiek Behandeling & Diagnostiek Inhoud Voorwoord Wat doet de GGZ Groep? Werkwijze Wanneer kan de GGZ Groep u helpen? Wanneer kan de GGZ Groep u niet helpen? Diagnostiek Werkwijze Kwaliteit Vergoeding Tot slot

Nadere informatie

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial

Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari

Nadere informatie

SAMENVATTING Veel voorkomende psychiatrische stoornissen zoals depressieve- en angststoornissen, ook wel common mental disorders genoemd (CMDs), hebben een hoge prevalentie en dragen substantieel bij aan

Nadere informatie

Profiel van de jonge suïcidepoger

Profiel van de jonge suïcidepoger Profiel van de jonge suïcidepoger Eva De Jaegere Eenheid voor Zelfmoordonderzoek Univeristeit Gent Prof. Dr. C. van Heeringen Studiedag Schemerjongeren: schaduw én licht 1. Definitie suïcidepoging 2. Suïcidecijfers

Nadere informatie

Dialectische Gedragstherapie De stand van zaken VGCt november 2015. Wies van den Bosch Pro Persona Arnhem, Scelta Nijmegen, Dialexis Deventer

Dialectische Gedragstherapie De stand van zaken VGCt november 2015. Wies van den Bosch Pro Persona Arnhem, Scelta Nijmegen, Dialexis Deventer Dialectische Gedragstherapie De stand van zaken VGCt november 2015 Wies van den Bosch Pro Persona Arnhem, Scelta Nijmegen, Dialexis Deventer Inhoud presentatie 2 DGT in Nederland Wetenschappelijke evidentie

Nadere informatie

Omgaan met zelfbeschadigend gedrag

Omgaan met zelfbeschadigend gedrag Omgaan met zelfbeschadigend gedrag Nienke Kool Verpleegkundige en sr. onderzoeker CIB en CDP, n.kool@palier.nl Lid kenniskring lectoraat GGZ-Verpleegkunde Inholland Definitie Zelfbeschadigend gedrag: het

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie. Afdeling Psychiatrie

Cognitieve gedragstherapie. Afdeling Psychiatrie Cognitieve gedragstherapie Afdeling Psychiatrie Cognitieve gedragstherapie Wat is cognitieve gedragstherapie? Cognitieve gedragstherapie bestaat uit twee onderdelen; cognitieve therapie en gedragstherapie.

Nadere informatie

Routine Outcome Monitoring & Motiverende Gespreksvoering. Maarten Merkx

Routine Outcome Monitoring & Motiverende Gespreksvoering. Maarten Merkx Routine Outcome Monitoring & Motiverende Gespreksvoering Maarten Merkx Programma Routine Outcome Monitoring. Motiverende Gespreksvoering Terugkoppelen resultaten. ROM Routine Outcome Monitoring Terugkoppeling

Nadere informatie

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN BIJ ADOLESCENTEN

PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN BIJ ADOLESCENTEN amenvatting Dit proefschrift gaat over het diagnosticeren van persoonlijkheidsstoornissen (P) in adolescenten, de ziektelast die adolescenten en volwassenen met een (borderline) persoonlijkheidsstoornis

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met

Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie

Cognitieve gedragstherapie Cognitieve gedragstherapie Een succesvolle psychotherapie voor diverse emotionele stoornissen en problemen Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie Wat is Cognitieve Gedragstherapie? Cognitieve gedragstherapie

Nadere informatie

Richtlijn Depressie (2016)

Richtlijn Depressie (2016) Richtlijn Depressie (2016) Verantwoording Thema: Wat is een depressie? Voor de beschrijving is gebruikgemaakt van het Handbook of Developmental Psychopathology (Garber & Rao, 2014), Kinder- en jeugdpsychiatrie

Nadere informatie

Kliniek Ouder & Kind

Kliniek Ouder & Kind Kliniek Ouder & Kind Voor wie? Heb je last van heftige emoties zoals verdriet, somberheid, wanhoop, angst, boosheid of een wisseling van heftige emoties (dan weer blij, dan weer boos, dan weer verdrietig)

Nadere informatie

Voor het leven getekend?

Voor het leven getekend? Voor het leven getekend? Bejegening en behandeling van patiënten die zichzelf beschadigen Medilex, donderdag 10 december 2009 Programma Automutilatie in MDR (9) In MDR Persoonlijkheidsstoornissen Kennis

Nadere informatie

EFFECTIEF OMGAAN MET SUÏCIDALITEIT BIJ PATIËNTEN MET SCHIZOFRENIE OF EEN AANVERWANTE PSYCHOTISCHE STOORNIS

EFFECTIEF OMGAAN MET SUÏCIDALITEIT BIJ PATIËNTEN MET SCHIZOFRENIE OF EEN AANVERWANTE PSYCHOTISCHE STOORNIS EFFECTIEF OMGAAN MET SUÏCIDALITEIT BIJ PATIËNTEN MET SCHIZOFRENIE OF EEN AANVERWANTE PSYCHOTISCHE STOORNIS Dr. Berno van Meijel Lector GGZ-verpleegkunde Hogeschool INHOLLAND Congres Zorg voor mensen met

Nadere informatie

Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1

Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1 Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1 Effecten en verklarende mechanismen Juliane Menting Nivel, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NKCV, Nederlands

Nadere informatie

GGZ aanpak huiselijk geweld

GGZ aanpak huiselijk geweld GGZ aanpak huiselijk geweld Wat is er nodig en wat helpt Jeannette van Borren Mei 2011 Film moeder en zoon van Putten Voorkomen van problemen is beter en goedkoper dan genezen Preventieve GGZ interventies

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct

Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct Kate Sitnikova 8 november 2018 Amsterdam UMC Locatie VUmc Afdeling Huisartsgeneeskunde & Ouderengeneeskunde Sheet

Nadere informatie

Interventies die werken

Interventies die werken Interventies die werken Leonieke Boendermaker 20 januari 2009 themadossiers 2 1 Inhoud 1. Wat werkt? wat werkt bij gedragsstoornissen/delicten Wat werkt niet 2. Erkenningen Cie. Min.Justitie Jeugdinterventies

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Depressieve stoornissen zijn wijdverspreid, hebben nadelige gevolgen voor de kwaliteit van leven van patiënten en hun familieleden. Deze stoornissen worden geassocieerd

Nadere informatie

ICHOM en het belang voor de patiënt

ICHOM en het belang voor de patiënt DE PATIENT CENTRAAL Maarten de Wit Lent 12 oktober 2017 ICHOM en het belang voor de patiënt T2T Overarching principle B. The primary goal of treating patients with rheumatoid arthritis is to maximize long-term

Nadere informatie

Wat werkt voor kinderen van ouders met psychische problemen?

Wat werkt voor kinderen van ouders met psychische problemen? Wat werkt voor kinderen van ouders met psychische problemen? Mariska Zoon Nederlands Jeugdinstituut Tijne Berg - le Clercq Infolijn t (030) 230 65 64 e infojeugd@nji.nl Mei 2014 i www.nji.nl Kinderen van

Nadere informatie

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o.

Mindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o. Mindfulness bij somatoforme stoornissen Hiske van Ravesteijn psychiater i.o. Mindfulness-based cognitieve therapie (MBCT) bij somatoforme stoornissen Onverklaarde lichamelijke klachten 20% Persisterende

Nadere informatie

Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? Hulpaanbod

Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? Hulpaanbod Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? - Normaal begaafde kinderen van 4 tot 13 jaar, woonachtig in de regio Gelderland-Zuid, die in hun gedrag signalen afgeven die mogelijk duiden op een problematische

Nadere informatie

transistiepsychiatrie Dr. R. Klaassen Kinder- en jeugdpsychiater Bascule Projectleider headspace

transistiepsychiatrie Dr. R. Klaassen Kinder- en jeugdpsychiater Bascule Projectleider headspace transistiepsychiatrie Dr. R. Klaassen Kinder- en jeugdpsychiater Bascule r.klaassen@debascule.com Projectleider headspace transitiepsychiatrie -> psychiatrie Transitional Psychiatry Child & Adolescent

Nadere informatie

Patient met angststoornis(sen) Video - casus

Patient met angststoornis(sen) Video - casus Behandeling van angststoornissen in de eerstelijnszorg; effectiviteit en toepasbaarheid van Begeleide Zelfhulp Christine van Boeijen Symposium Geen paniek 2010 Voorstellen Christine van Boeijen, psychiater

Nadere informatie

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Van DSM IV naar DSM 5 DSM IV - somatisatie stoornis, - somatoforme

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Nederlandse samenvatting (Dutch summary) 125 Angststoornissen zijn veel voorkomende psychiatrische aandoeningen (ongeveer 1 op de 5 Nederlanders heeft, op enig moment in het leven een angststoornis). Onder

Nadere informatie

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 Kortdurende motiverende interventie en cognitieve gedragstherapie Een effectieve behandeling

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende

Nadere informatie

E-health depressiepreventie Lekker in je Vel. Maria Naus & Lieke-Peters-Greijn Indigo Brabant

E-health depressiepreventie Lekker in je Vel. Maria Naus & Lieke-Peters-Greijn Indigo Brabant E-health depressiepreventie Lekker in je Vel Maria Naus & Lieke-Peters-Greijn Indigo Brabant STUDIEDAG DEPRESSIEPREVENTIE BIJ ADOLESCENTEN / 27-11-2015 Programma in hoofdlijnen Welkom Doel van de workshop

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) SAMENVATTING Jaarlijks wordt 8% van alle kinderen in Nederland prematuur geboren. Ernstige prematuriteit heeft consequenties voor zowel het kind als de ouder. Premature

Nadere informatie

MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE

MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MINDFULNESS EN ACT INTERVENTIES ALS E-HEALTH: EEN META-ANALYSE MARION SPIJKERMAN VGCT CONGRES, 13 NOVEMBER 2015 OVERZICHT Introductie Methode Resultaten Discussie Mindfulness en ACT interventies als ehealth:

Nadere informatie

Psychologische zorg voor kinderen en jongeren. De Golfbreker Preventie en psychologische zorg voor kinderen en jongeren. Samen werken aan jezelf

Psychologische zorg voor kinderen en jongeren. De Golfbreker Preventie en psychologische zorg voor kinderen en jongeren. Samen werken aan jezelf Psychologische zorg voor kinderen en jongeren De Golfbreker Preventie en psychologische zorg voor kinderen en jongeren Samen werken aan jezelf Inhoud Belang psychologische zorg voor jeugd Psychologische

Nadere informatie

Kijkopdracht communicatie tussen jongere en therapeut

Kijkopdracht communicatie tussen jongere en therapeut Kijkopdracht communicatie tussen jongere en therapeut Inleidende context: het onderstaande gesprek vindt plaats in een therapiesessie in het kader van Dialectische Gedragstherapie (DGT, zie bijlage voor

Nadere informatie

Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan, maarwelgraageerstevenoverleggen. Alerechtenvandeartikelenliggenbij destichtingcognitieenpsychose.

Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan, maarwelgraageerstevenoverleggen. Alerechtenvandeartikelenliggenbij destichtingcognitieenpsychose. Ukunternatuurlijkuitciteren,graagzelfs,maardanwel metbronvermelding.u magditartikelookruimhartig verspreidenmitshetnietvoorcommerciëledoeleindenis. Indiegevalen pasnaonzeschriftelijketoestemming. Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan,

Nadere informatie

Agressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie

Agressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie Agressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen GGzE centrum kinder- en jeugd psychiatrie Universiteit van Tilburg, Tranzo http://www.youtube.com/watch?list=pl9efc

Nadere informatie

Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe?

Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe? Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe? Effecten en Werkingsmechanismes van Cognitieve Therapie en Interpersoonlijke Therapie voor Depressie Dr. Lotte Lemmens Maastricht University Psychotherapie

Nadere informatie

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven

Executieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Executieve functies en emotieregulatie Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Inhoud 1. Executieve functies en emotieregulatie 2. Rol van opvoeding

Nadere informatie

Sociale angst. Faalangst. Project Pasta. Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten. Risicofactoren. Interventies. Sociale Angst bij Jongeren

Sociale angst. Faalangst. Project Pasta. Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten. Risicofactoren. Interventies. Sociale Angst bij Jongeren Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten Sociale angst Risicofactoren Interventies Angst voor het oordeel van anderen Voor gek staan Uitgelachen te worden In verlegenheid gebracht te worden In de belangstelling

Nadere informatie

Kan protocollair behandelen suïcide voorkomen?

Kan protocollair behandelen suïcide voorkomen? Inhoud Kan protocollair behandelen suïcide voorkomen? 1. Inleiding 2. Protocollen en richtlijnen 3. Bespreking en implicaties Kees van Heeringen Protocol versus richtlijn De vrijheid van handelen is bij

Nadere informatie

De overgang van stepped care naar personalized care bij de combinatie van lichamelijke en psychische klachten

De overgang van stepped care naar personalized care bij de combinatie van lichamelijke en psychische klachten De overgang van stepped care naar personalized care bij de combinatie van lichamelijke en psychische klachten Dr. Jonna van Eck van der Sluijs Psychiater en senior onderzoeker Symposium Personalized medicine:

Nadere informatie

VERANDERING DOOR ACCEPTATIE

VERANDERING DOOR ACCEPTATIE VERANDERING DOOR ACCEPTATIE Achtdaagse DGT-basistraining behandeling en coaching van mensen met borderline- en emotieregulatie problematiek op basis van de Dialectische Gedragstherapie van Marsha Linehan

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 11. Inleiding 13 Wat vindt u in dit boek? 14 Voor wie is dit boek bedoeld? 15

Inhoud. Voorwoord 11. Inleiding 13 Wat vindt u in dit boek? 14 Voor wie is dit boek bedoeld? 15 Inhoud Voorwoord 11 Inleiding 13 Wat vindt u in dit boek? 14 Voor wie is dit boek bedoeld? 15 1 Kenmerken van eetstoornissen 17 1 Inleiding 17 2 Criteria voor anorexia nervosa 17 Wat zijn de criteria voor

Nadere informatie

De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer

De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer Psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Senior onderzoeker VIP (Vroege Interventie Psychose) Tilburg GGz Breburg Pijn! pijn is een stressvolle ervaring

Nadere informatie