Wat werkt bij opzettelijke zelfbeschadiging?
|
|
- Heidi van de Veen
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Wat werkt bij opzettelijke zelfbeschadiging? Deniz Ince Mariska Zoon Nederlands Jeugdinstituut December 2012 Opzettelijke zelfbeschadiging kan onderverdeeld worden in grofweg twee vormen, namelijk nonsuïcidaal zelfbeschadigend gedrag en suïcidaal gedrag waarbij het gedrag als doel heeft een einde aan het leven te maken. Non-suïcidaal zelfbeschadigend gedrag betreft veelal het snijden of krassen in de huid, meestal in de armen, benen of buik. Naar interventies gericht op jeugdigen die zichzelf beschadigen is weinig onderzoek gedaan. Onderzoek wat er is, laat wisselende resultaten zien. Desondanks kan er met voorzichtigheid geconcludeerd worden dat een cognitief gedragstherapeutische interventie een veelbelovende benadering in de aanpak van opzettelijke zelfbeschadiging is. Zo laat onderzoek naar verschillende vormen van cognitieve gedragstherapie positieve resultaten zien bij patiënten die zichzelf opzettelijk verwonden, zoals een verminderde kans op herhaling van zelfbeschadigend gedrag en een vermindering van depressieve gevoelens. Dit document geeft een overzicht van hetgeen er bekend is over werkzame werkwijzen voor de behandeling van opzettelijke zelfbeschadiging door jeugdigen. Voor de totstandkoming van dit document is gebruik gemaakt van meta-analyses, reviews en primaire studies. Deze zijn door middel van een uitgebreide literatuursearch in onder meer PsycINFO, Cochrane Library en Google Scholar verkregen. Er is met zoektermen als (deliberate) selfharm, self injury, self- of automutilation gecombineerd met treatment of interventions en effect gezocht. Dit document geeft allereerst een korte uiteenzetting van de definitie en kenmerken van zelfbeschadiging en bespreekt vervolgens de risicofactoren die mogelijk bijdragen aan opzettelijke zelfbeschadiging. Hierna volgt een beschrijving van interventies gericht op de behandeling van zelfbeschadiging, waarna ingegaan wordt op werkzame factoren. Het document sluit af met een conclusie. 1. Definitie en kenmerken van opzettelijke zelfbeschadiging In de meest brede definitie houdt zelfbeschadigend gedrag in: alle gedragingen waarbij opzettelijk fysiek of psychisch letsel wordt toegebracht aan het eigen lichaam (Nock, 2010). Dit wordt opzettelijke zelfbeschadiging, ook wel deliberate selfharm (DSH), genoemd. Opzettelijke zelfbeschadiging wordt in de DSM-IV-TR (American Psychiatric Association, 2000) niet als stoornis gedefinieerd, maar gezien als symptoom van een (borderline) persoonlijkheidsstoornis of een posttraumatische stressstoornis. In dit document beschouwen we zelfbeschadigend gedrag echter niet zozeer als een specifiek onderdeel van een gediagnosticeerde psychische stoornis. Opzettelijke zelfbeschadiging kan onderscheiden worden in suïcidaal en non-suïcidaal zelfbeschadigend gedrag 1
2 (NSSI). Bij een suïcidepoging heeft het gedrag als doel om een einde aan het leven te maken terwijl bij NSSI de handeling het doel op zich is en er geen intentie is om te overlijden (Nock, 2010). De meest voorkomende vorm van NSSI is het snijden of krassen in de huid, voornamelijk in de armen, benen en buik. Maar ook het branden van de huid en hoofdbonken zijn veelvoorkomende vormen van NSSI. Veelal worden door een persoon meerdere vormen van zelfbeschadiging gebruikt (Klonsky & Muehlenkamp, 2007; Nock, 2010). De focus ligt in dit document voornamelijk op NSSI, terwijl in de literatuur veelal de bredere definitie van opzettelijke zelfbeschadiging wordt gebruikt, waaronder ook suïcidaal gedrag. Volgens De Wilde, Spierings en Nijon (2012) kan worden aangenomen dat er een sterke relatie is tussen NSSI en suïcide(pogingen) vanwege gelijke risicofactoren. Voor het leesgemak zal in dit document dan ook gesproken worden over zelfbeschadigend gedrag. 2. Risicofactoren De adolescentie is een periode waarin het risico op zelfbeschadigend gedrag het hoogst is, gedurende deze periode worden de hoogste prevalentiecijfers gevonden. Zelfbeschadiging begint vaak tussen het 12 e en 14 e levensjaar (Nock, 2010). De gedachte aan zelfbeschadiging treedt veelal op wanneer iemand alleen is en negatieve gedachten of gevoelens ervaart, zoals het terugdenken aan een nare herinnering of zich angstig of boos voelen (Nock, 2010). Uit onderzoek blijkt dat mensen die zichzelf beschadigen vaak beperkte probleemoplossende vaardigheden en een rigide manier van denken hebben (Muehlenkamp, 2006; Nock, 2010). Alhoewel een oorzakelijke relatie niet bekend is, noemen verschillende studies een aantal risicofactoren waarvoor een verband is gevonden met zelfbeschadigend gedrag (Klonsky & Muehlenkamp, 2007; Ougrin, Tranah, Leigh, Taylor & Asarnow, 2012; De Wilde et al., 2012): Algemene psychologische factoren - negatief temperament; - verstoorde regulatie van emoties; - gebrek aan zelfwaardering; - gebrek aan zelfvertrouwen; - perfectionisme; - impulsiviteit. Psychiatrische problematiek - (borderline) persoonlijkheidsstoornis; - angst of depressie; - eetstoornissen; - middelengebruik of -verslaving. Sociale factoren - seksueel misbruik als kind; - ervaringen van zelfbeschadigend gedrag in het gezin; - andere stressvolle ervaringen als echtscheiding van ouders, gepest worden, sterfgeval. 2
3 3. Effectiviteit van interventies bij opzettelijke zelfbeschadiging Onderzoek naar de effecten van psychosociale interventies voor zelfbeschadiging is voornamelijk gericht op het voorkomen van herhaling van zelfbeschadigend gedrag of op het voorkomen van suïcide. Behalve het beperkte aantal studies specifiek gericht op jeugdigen en de diversiteit in uitkomstmaten, heeft veel onderzoek ook belangrijke methodologische tekortkomingen. Zo is er vaak sprake van kleine steekproeven, soms een gebrek aan een controle groep en is er een gebrek aan replicatie van studies. Daarnaast worden in de meeste studies de onderzochte interventies slechts in algemene termen beschreven, bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie of reguliere hulp, waardoor niet altijd duidelijk is wat de inhoud van de behandeling is. Hierdoor is het niet mogelijk harde uitspraken te doen over de effectiviteit van verschillende interventies op zelfbeschadiging en de werkzame factoren van interventies (Crawford, Thomas, Khan & Kulnskya, 2007; Hawton et al., 1998; Hawton et al. 2009). Tot op heden zijn er geen evidence-based interventies gericht op het voorkomen van (herhaling van) zelfbeschadiging (Klonsky & Muehlenkamp, 2007; Nock, 2010; Ougrin et al., 2012). Hoewel verschillende interventies een kleinere kans op herhaling van zelfbeschadiging laten zien, zijn de effecten in de meeste gevallen niet statistisch significant (Nock, 2010). Desondanks wordt er in diverse studies met voorzichtigheid een aantal conclusies getrokken over wat werkt bij zelfbeschadiging. Benadrukt wordt dat onderzoek met grotere steekproeven en replicatiestudies van belang is (o.a. Crawford et al., 2007; Hawton et al., 1998; Hawton et al. 2009; Muehlenkamp, 2006). Verschillende studies noemen cognitief gedragstherapeutische interventies als een veelbelovende benadering in de hulp aan patiënten met zelfbeschadigend gedrag (o.a. Comtois & Linehan, 2006; Hawton et al., 1998; Hawton et al., 2009; Klonsky & Muehlenkamp, 2007; Lilley & Owens, 2009; Ougrin et al., 2012). Zo laat onderzoek naar verschillende vormen van cognitieve gedragstherapie positieve resultaten zien bij patiënten die zichzelf verwonden, bijvoorbeeld een verminderde kans op herhaling van zelfbeschadiging (o.a. Klonsky & Muehlenkamp, 2007). Deze vormen zijn cognitieve gedragstherapie (CGT) in het algemeen waarbij niet specifiek is uitgewerkt om welke type het gaat of waarbij componenten van verschillende vormen van CGT zijn verwerkt, dialectische gedragstherapie en probleemoplossingstherapie. In de volgende paragraaf worden de uitkomsten van onderzoek naar deze en andere interventies uitgebreid besproken. Omdat er weinig onderzoek bestaat naar de effectiviteit van interventies bij jeugdigen bespreken we hier, wanneer nodig, ook onderzoek dat gericht is op volwassenen die zichzelf opzettelijk verwonden. 3.1 Cognitieve gedragstherapie Uitgangspunt van de cognitieve gedragstherapie is dat kwetsbaarheid voor zelfbeschadiging veranderd kan worden door suïcidale en negatieve gedachtes te beïnvloeden en tekorten in probleemoplossingsvaardigheden aan te pakken. In een cognitief gedragstherapeutische training worden irrationele cognities uitgedaagd door daar tegenover negatieve gedachten situaties te plaatsen waaruit het tegenovergestelde blijkt. Jeugdigen leren dat ze ook vanuit een ander perspectief naar dezelfde situatie kunnen kijken en dat ze daar op een andere wijze op kunnen reageren. Zij leren vaardigheden om zelfcontrole en emotieregulatie te verbeteren en leren socialeen probleemoplossende vaardigheden (een klacht uiten, hulp vragen, onderhandelen). Bij patiënten die zichzelf verwonden wordt op systematische wijze getracht negatieve gedachten over henzelf en over de toekomst te veranderen om zodoende het gevoel van hopeloosheid positief te beïnvloeden 3
4 om zodoende de kans op herhaling van het gedrag te verminderen. Er zijn een klein aantal uitwerkingen van CGT, specifiek ontwikkeld voor zelfbeschadiging, onderzocht. Zo heeft Berk (2004, in Slee, 2008) een kortdurende cognitieve behandeling van tien sessies voor patiënten met zelfbeschadigend gedrag ontwikkeld. De behandeling bestaat uit onder andere een crisisstappenplan en een gedetailleerde conceptualisering van irrationele negatieve gedachte en overtuigingen die verband houden met het zelfbeschadigend gedrag. Een studie van Brown, Ten Have, Henriques, Xie, Hollander en Beck (2005, in Slee, 2008) onder 120 volwassenen naar deze behandeling liet een vermindering van de kans op herhaling van het zelfbeschadigend gedrag zien. In een follow up na 1,5 jaar heeft de CGT groep, vergeleken met de controle groep, 50% minder kans op herhaling van zelfverwonding. Bovendien scoorde de CGT groep significant lager op depressieve stemming en hopeloosheid. Hoewel dit de enige studie is naar de effectiviteit van deze kortdurende behandeling lijkt het een veelbelovende behandelvorm voor met name patiënten die de motivatie niet hebben om aan langdurige therapieën deel te nemen. Slee (2008) heeft een geprotocolliseerde kortdurende cognitieve gedragstherapeutische behandeling specifiek voor adolescenten en jong volwassenen die zichzelf verwonden ontwikkeld en onderzocht. In een randomized controlled trial (RCT) studie met een experimentele groep van 40 adolescenten en volwassenen (leeftijd jaar) en een controle groep van 42 personen zijn de effecten van deze behandeling onderzocht. Hieruit blijkt dat CGT, als aanvulling op reguliere hulp (farmaceutische behandeling, psychotherapie, opname in een psychiatrisch ziekenhuis), leidt tot minder zelfbeschadiging en minder depressieve klachten, angstklachten en suïcidale gedachten Dialectische gedragstherapie Dialectische gedragstherapie (DGT) is een vorm van cognitieve gedragstherapie, die oorspronkelijk is ontwikkeld voor volwassenen met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis (BPS). DGT bestaat uit individuele therapie en een vaardigheidstraining in een groep, waarbij ook de familie wordt betrokken. Daarnaast wordt telefonische consultatie geboden en is er een consultatieteam beschikbaar voor de hulpverleners. DGT richt zich op mindfulness, interpersoonlijke vaardigheden, emotieregulatie en crisisbeheersing (Choate, 2012). Uit diverse studies is DGT effectief gebleken bij de behandeling van zelfbeschadigend gedrag bij volwassenen met BPS (o.a. Backer, Miller & Van den Bosch, 2009; Choate, 2012). Sinds een aantal jaar wordt DGT ook toegepast bij adolescenten die zichzelf opzettelijk verwonden, al dan niet met de diagnose BPS. Voor de behandeling van adolescenten is het oorspronkelijke handboek aangepast; zo is de therapie ingekort van 12 maanden naar 16 weken en is er een oudermodule toegevoegd (Backer et al., 2009). Backer en collega s (2009) concluderen in hun review dat DGT mogelijk effectief is bij adolescenten met zelfbeschadigend en suïcidaal gedrag met of zonder kenmerken van BPS. In totaal zijn zeven effectonderzoeken in de review meegenomen, waarvan het in twee studies geen zelfbeschadigend gedrag betrof. De doelgroep en problematiek van de overige vijf studies verschilden van elkaar. Waar in één studie geen sprake was van een psychische stoornis, was er in drie studies sprake van BPS en in één studie betrof het alleen meisjes in een gesloten justitiële instelling met psychische - en/of gedragsproblemen. In alle studies trad een significante vermindering op depressieve symptomen. De resultaten met betrekking tot zelfbeschadiging verschilden. In vier studies werd een significante daling gevonden van suïcidale gedachten. In drie studies nam het zelf verwonden significant af, 4
5 terwijl in twee andere studies wordt beschreven dat zelfbeschadigend gedrag sterk af nam, maar niet significant (Backer et al., 2009). James, Taylor, Winmill en Alfoadari (2008) hebben onderzoek gedaan naar de effectiviteit van DGT onder 16 adolescente meisjes (15-18 jaar oud) waarbij sprake was van ernstige opzettelijke zelfbeschadiging over een periode van ten minste zes maanden. De meisjes hadden geen diagnose van een psychische stoornis als BPS of autisme. Het onderzoek betrof een voor- en nameting alsmede een follow-up na acht maanden, er was geen controlegroep. James en collega s (2008) rapporteren na follow-up een significante vermindering van depressie, gevoelens van hopeloosheid en episodes van zelfbeschadiging, gerapporteerd door de adolescenten. Ook werd een significant verbetering in het algemeen functioneren gerapporteerd door de adolescenten. Al met al lijkt DGT een veelbelovende interventie om opzettelijk zelfbeschadigend gedrag te verminderen (Backer et al., 2009; James et al., 2008; Muehlenkamp, 2006). Backer en collega s (2009) geven echter ook aan dat RCT s waarin DGT met andere geprotocolleerde behandelingen wordt vergeleken nodig zijn om de effectiviteit bij adolescenten vast te stellen. Naast de methodologische tekortkomingen die eerder beschreven zijn, moet er hier ook rekening worden gehouden met verschillen in het gebruikte protocol; zo liep de frequentie van zowel de individuele - als de groepstherapie sterk uiteen. Choate (2012) concludeert in haar overzichtsartikel over de mogelijkheden van DGT bij adolescenten die zichzelf verwonden dat de manier waarop DGT aangeboden wordt van belang is voor de effectiviteit ervan. Zo lijkt de volledige benadering het meest effectief, maar tegelijk wordt aangegeven dat deze vaak niet mogelijk is. Zo is het in sommige behandelsettings niet mogelijk om de groepstrainingen met familie erbij te organiseren en is ook het opzetten van een consultatieteam voor kleine praktijken lastig (Choate, 2012). Choate (2012) beschrijft dat diverse onderzoeken hebben aangetoond dat de vaardigheidstraining essentieel is voor de effectiviteit van DGT, ongeacht of deze individueel of in groepsverband gegeven wordt Probleemoplossende therapie Probleemoplossende therapie (PST) is een kortdurende psychologische behandeling gericht op vermindering van psychische klachten die samenhangen met onopgeloste problemen in het dagelijkse leven. Doel van de therapie is om de patiënt te helpen problemen te identificeren, te accepteren en te formuleren wat hij/zij hieraan wil veranderen. Vervolgens leert de behandelaar de patiënt een systematische aanpak om actuele en toekomstige problemen effectiever te kunnen oplossen (Van Weel-Baumgarten, 2012). Het aanleren van verschillende stappen om problemen op te lossen wordt als belangrijk element gezien om zelfbeschadiging te verminderen. Onderzoek naar de effectiviteit van PST op het verminderen van zelfbeschadigend gedrag laat wisselende resultaten zien. Het beperkt aantal studies maakt het moeilijk met zekerheid vast te stellen of PST een significante bijdrage levert aan het verminderen van zelfbeschadiging (Lilley & Owens, 2009). In de meta-analyses van Hawton en collega s (1998; 2009) is de effectiviteit van PST op herhaling van zelfbeschadiging bestudeerd. In de studie van 2009 zijn de resultaten van 23 RCT s naar psychosociale- en farmacologische interventies, waarbij herhaling van zelfbeschadiging als uitkomstmaat is geformuleerd, meegenomen. Van de 23 studies waren vijf studies gericht op de effectiviteit van PST. Uit alle studies bleek dat PST betere resultaten liet zien dan de controle behandeling op het verminderen van de kans op herhaling van zelfbeschadigend gedrag. Het verschil 5
6 was echter niet significant. De onderzoekers concluderen dat PST een veelbelovende behandeling is maar dat verder onderzoek met grotere steekproef nodig is om de uitkomsten te bevestigen. Townsend en collega s (2001) onderzochten de effecten van PST op uitkomstmaten die verband houden met zelfbeschadiging, namelijk hopeloosheid, depressie en vermindering van problemen. In deze meta-analyse zijn zes RCT s meegenomen waarbij PST vergeleken werd met controle behandelingen voor patiënten die zichzelf verwonden. Hieruit bleek PST voor deze patiënten betere resultaten te bewerkstelligen op hopeloosheid, depressie en vermindering van hun problemen dan de controle behandelingen (waaronder regulier hulp, individuele therapie, ondersteuning door huisarts). Herhaling van dit onderzoek op een grotere schaal is nodig om deze resultaten te bevestigen Groepstherapie bij adolescenten Er is een RCT-studie die significante effecten aantoont van groepstherapie op de vermindering van herhaling van zelfbeschadiging bij adolescenten (Wood, Trainor, Rothwell, Moore & Harrington, 2001). In dit onderzoek ging het om een vergelijking van developmental group therapy (DGP) met reguliere hulp na zelfbeschadiging. DGP maakt gebruik van de cognitieve gedragstherapie en probleemoplossingstherapie. De groepstherapie is specifiek ontwikkeld voor adolescent die zichzelf opzettelijk beschadigen en bestaat uit minimaal zes sessies. Na zes sessies kunnen deelnemers zelf kiezen of ze langer willen deelnemen. Er zijn positieve effecten gevonden op de kans op herhaling van zelfbeschadiging, naar school gaan en gedragsproblemen. Onduidelijk is of meer dan zes sessies leidt tot betere resultaten. Deelnemers aan DGP hadden 20% minder kans op herhaling van zelfbeschadiging dan adolescenten die gebruik maakte van reguliere hulp. Er zijn geen effecten gevonden op depressie of suïcidale gedachten. DGP wordt door de National Institute for Clinical Excellence (NICE) (2004) aanbevolen als eerste keus behandeling bij adolescenten die herhaaldelijk aan zelfbeschadiging doen. Deze resultaten worden echter niet gevonden in twee meer recente, soortgelijke studies (Green et al., 2011, in Ougrin et al., 2012; Hazell, Martin, McGill, Kay, Wood, Trainor & Harrington, 2009, in Ougrin et al., 2012). Prymachuk en Trainor (2010) concluderen dat de effecten van groepstherapie dat plaatsvindt buiten de setting waarin het programma ontwikkeld is, niet bewezen zijn. 3.2 Overige interventies Behalve de eerder beschreven cognitief gedragstherapeutische interventies worden voor de behandeling van zelfbeschadiging ook andere interventies toegepast. Het gaat daarbij om gezinstherapie, farmaceutische behandeling en zogenaamde social and service-level interventies. Naar de effecten van deze interventies is zeer beperkt onderzoek aanwezig onder adolescenten en daar waar wel onderzoek is zijn er geen of beperkt effecten gevonden op het voorkomen van (een herhaling van) zelfbeschadigend gedrag (Hawton et al., 2009; NICE, 2004; Ougrin et al., 2012) Gezinstherapie Naar de effecten van gezinstherapie bij adolescenten jonger dan zestien jaar is door Harrington (1998, in NICE, 2004; Hawton et al., 2009) onderzoek verricht. Gezinstherapie met huisbezoeken werd vergeleken met standaard nazorg zonder huisbezoeken. Er is onvoldoende bewijs gevonden dat gezinstherapie met huisbezoeken klinische significante effecten heeft op het voorkomen van een herhaling van zelfbeschadiging. Ougrin et al. (2012) beschrijven een onderzoek naar multisysteem 6
7 therapie (MST). MST is een intensieve gezinsinterventie met huisbezoeken waarbij het hele systeem rondom de adolescent wordt betrokken. De doelgroep van het onderzoek waren adolescenten die op de eerste hulp in het ziekenhuis terecht waren gekomen (n=156), de helft hiervan was suïcidaal. De doelgroep kreeg ofwel MST ofwel ziekenhuisopname toegewezen. Bij follow-up, een jaar na de interventie, bleek MST effectiever dan ziekenhuisopname met betrekking tot het aantal suïcidepogingen. Er was geen verschil tussen beide interventies aan te merken op depressie, hopeloosheid of idealisatie van suïcide (Ougrin et al., 2012) Farmaceutische behandeling Tot op heden zijn er nog geen studies die de effectiviteit van farmaceutische behandeling op het voorkomen of verminderen van zelfbeschadiging aantonen (NICE, 2004). Er zijn echter wel studies die de bruikbaarheid van diverse medicijnen aantonen in het reduceren van symptomen, zoals zelfbeschadiging, horend bij een psychische stoornis als depressie, angststoornis of borderline persoonlijkheidsstoornis (Klonsky & Muehlenkamp, 2007; Ougrin et al., 2012). Zo vormen selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI s) de eerste keuze wanneer er tevens sprake is van heftige impulsiviteit of depressiviteit en kan als tweede keuze een lage dosering antipsychotica worden gegeven (Eussen & Franzen, 2007) Social and service-level interventies Social and service-level interventies bestaan onder meer uit interventies waarbij patiënten direct toegang hebben tot een therapeut en waarbij de therapeut contact zoekt als de patiënt niet op een afspraak verschijnt; een nood-kaart met contactgegevens van een psychiater en de mogelijkheid zich direct op te laten nemen in een ziekenhuis; een uitnodigingsbrief voor een consult van de huisarts; case management door een verpleegkundige en opname in een ziekenhuis. Het voornaamste doel van deze typen interventies is om het contact met de patiënt te behouden en ervoor te zorgen dat zij gebruik blijven maken van voorzieningen die hen de nodige hulp en ondersteuning kunnen bieden. In alle gevallen werden in onderzoek deze typen interventies vergeleken met reguliere hulp. Het onderzoek is niet specifiek verricht onder adolescenten. Voor geen van deze interventies zijn klinisch significante effecten gevonden op het verminderen van de kans op herhaling van zelfbeschadiging (NICE, 2004). 4. Werkzame factoren Systematische reviews en meta-analyses naar de effectiviteit van interventies gericht op zelfbeschadiging geven slechts in algemene zin zicht op wat werkt. Onderzoek specifiek gericht op adolescenten is daarbij zeer beperkt. Zoals eerder vermeld is de cognitieve gedragstherapie met zijn verschillende vormen (dialectische gedragstherapie en probleemoplossingstherapie) veelbelovend in de aanpak van zelfbeschadiging. Geen van de studies toont echter aan welke inhoudelijke componenten precies verantwoordelijk zijn voor de effecten, de zogenaamde werkzame factoren. Hoewel niet met zekerheid vast te stellen, is er een aantal elementen te benoemen die belangrijk zijn in het werken met patiënten die zichzelf opzettelijk verwonden. Muehlenkamp (2006) biedt in haar review een beschrijving van deze factoren. Slee (2008) heeft daarnaast aan de hand van een analyse van drie cognitieve therapeutische theorieën een analyse uitgevoerd van mechanismes die verantwoordelijk zijn voor de positieve effecten van CGT op het voorkomen van herhaling van zelfbeschadiging. 7
8 Om de precieze invulling van de therapie te bepalen is volgens Muehlenkamp (2006) een functionele analyse van de zelfbeschadiging van belang. Dit biedt inzicht in de onderliggende problematiek en biedt de mogelijkheid om op te sporen welke vaardigheidstekorten er zijn. Verder zijn van belang: 1. Een veilige en sterke vertrouwensrelatie tussen patiënt en therapeut die steun biedt in tijden van crisis. 2. Specifieke aandacht voor het vergroten van emotieregulatie vaardigheden, gericht op vermindering van vermijdingsgedrag en het ontwikkelen van een mindful attitude. 3. Het vergroten van functionele cognities door het identificeren en herstructureren van irrationele gedachten, vooral in verband met hopeloosheid en het verminderen van denkfouten. 4. Training van gedragsmatige vaardigheden waaronder probleemoplossingsvaardigheden( met name het bedenken van alternatieve oplossingen voor een probleem), leren accepteren van tegenslagen en het bevorderen van coping- en communicatievaardigheden (Muehlenkamp, 2006; Slee, 2008). Tot slot Ondanks de toenemende belangstelling voor het onderwerp is er nog steeds weinig bekend over zelfbeschadiging, met name over werkzame factoren en interventies voor jeugdigen die zichzelf verwonden. De onderzoeken naar de effectiviteit van interventies die er zijn, hebben veelal methodische beperkingen, zoals een kleine steekproef, een gebrek aan een controle groep of er is een gebrek aan replicatie van studies. Hierdoor kunnen er geen onomstotelijke conclusies worden getrokken over het effect van de interventie. Toch wordt een aantal interventies als veelbelovend aangewezen. Resultaten naar deze interventies zijn niet altijd significant, maar wijzen vaak wel in een positieve richting. Zo zijn er aanwijzingen dat cognitieve gedragstherapie, en dan met name de dialectische gedragstherapie en probleemoplossende therapie, kan bijdragen aan het verminderen of voorkomen van zelfbeschadigend gedrag. Meer en gedegen onderzoek, met name RCT s, zijn nodig om deze resultaten te bevestigen. Comtois en Linehan (2006) wijzen erop dat implementatie van effectieve interventies, die gericht zijn op het voorkomen van een herhaling van zelfbeschadiging, bemoeilijkt wordt door het gebrek aan handleidingen en training specifiek gericht op deze doelgroep. Er zijn wel algemene beschrijvingen van interventies zoals de probleemoplossingstherapie, maar handleidingen waarbij specifiek de toepassing van deze therapieën bij mensen met zelfbeschadigend gedrag uiteen wordt gezet, ontbreekt. DGT is de enige vorm van behandeling waarbij er gerichte handleidingen en training beschikbaar is (Comtois en Linehan 2006). Sinds het verschijnen van het artikel van Comtois en Linehan is door Slee (2008) de eerder beschreven kortdurende CGT in een protocol vastgelegd. Daarnaast is de (geestelijke) gezondheidszorg inmiddels begonnen met het opstellen van richtlijnen voor professionals, zodat zelfbeschadiging sneller en beter herkenbaar wordt en hulpverleners beter weten hoe zij effectief kunnen handelen (De Wilde et al., 2012). 8
9 Referenties APA (2000). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fourth Edition, Text Revision (DSM-IV-TR). Arlington: American Psychiatric Association. Backer, H. S., Miller, A. L., & Bosch, L. M. C. van den (2009). Dialectische gedragstherapie bij adolescenten. Een literatuuronderzoek. Tijdschrift voor Psychiatrie, 51(1), Choate, L. H. (2012). Counseling adolescents who engage in nonsuicidal self-injury: A dialectical behavior therapy approach. Journal of Mental Health Counseling, 34(1), Comtois, K., & Linehan, M. (2006). Psychosocial treatments for suicidal behaviors: A practicefriendly review. Journal of clinical psychology, 62(2), Crawford, M., Thomas, O., Khan, N., & Kulnskaya, E. (2007). Psychosocial interventions following self-harm: Systematic review of their efficacy in preventing suicide. The British Journal of Psychiatry, 190, Eussen, M., & Franzen, T. (2007). Automutilatie bij jongeren. Kind en Adolescent Praktijk, 6, Hawton, K., Arensman, E., Townsend, E., Bremner, S., Feldman, E., Goldney, R., Gunnell, D. e.a. (1998). Deliberate self harm: Systematic review of efficacy of psychosocial and pharmacological treatments in preventing repetition. British Medical Journal, 317, Hawton, K., Townsend, E., Arensman, E., Gunnell, D., Hazell, P., House, A., & Heeringen, K. van (2009). Psychosocial and pharmacological treatments for deliberate self-harm. Cochrane Database of Systematic reviews. James, A. C., Taylor, A., Winmill, L., & Alfoadari, K. (2008). A preliminary community study of dialectical behaviour therapy (BDT) with adolescent females demonstrating persistent, deliberate self-harm (DSH). Child and Adolescent Mental Health, 13(3), Klonsky, E. D., & Muehlenkamp, J. J. (2007). Self-injury: A research review for the practitioner. Journal of Clinical Psychology, 63(11), Lilley, R., & Owens, D. (2009). Services for assessment, aftercare, and psychological treatment following self-harm. Psychiatry, 8(7), Muehlenkamp, J. J. (2006). Empirically supported treatments and general therapy guidelines for non-suicidal self-injury. Journal of Mental Health Counseling, 28(2), National Institute for Clinical Excellence (2004). Clinical guideline 16: The short-term physical and psychological management and secondary prevention of self-harm in primary and secondary care. London: National Institute for Clinical Excellence. Nock, M. K. (2010). Self-Injury. Annual Review of Clinical Psychology, 6, Ougrin, D., Tranah, T., Leigh, E., Taylor, L., & Asarnow, J. R. (2012). Selfharm in adolescents. In M. E. Garralda & J. P. Raynaud (Ed.), Brain, mind, and developmental psychopathology in childhood (pp ). Lanham: Jason Aronson. Prymachuk, S., & Trainor, G. (2010). Helping young people who self-harm: Perspectives from England. Journal of Child and Adolescent Psychiatric Nursing, 23(2), Slee, N. (2008). Cognitive-behavioral therapy for deliberate self-harm. Leiden: Universiteit Leiden. Townsend, E., Hawton, K., Altman, D., Arensman, E., Gunnell, D., Hazell, P., House, A., & Heeringen, K. van (2001). The efficacy of problem-solving treatments after deliberate selfharm: Meta-analysis of randomized controlled trials with respect to depression, hopelessness and improvement in problems. Psychological Medicine, 31, Weel-Baumgarten, E. M. van (2012). Problem-solving treatment: Een korte samenvatting van de behandeling. Gedownload op van Wilde, E. J. de, Spierings, F., & Nijon, S. (2012). Opzettelijke zelfbeschadiging. In T. Notten & F. 9
10 Spierings (Ed.), Zorgen om de jeugd. Tussen paniek en passende voorzieningen (pp ). Den Haag: Boom Lemma. Wood, A., Trainor, G., Rothwell, J., Moore, A., & Harrington, R. (2001). Randomized trial of group therapy for repeated deliberate self-harm in adolescents. Journal of the American Academy of Child and Adolescent Psychiatry, 40(11),
Wat werkt bij opzettelijke zelfbeschadiging?
Wat werkt bij opzettelijke zelfbeschadiging? Deniz Ince Nederlands Jeugdinstituut Mariska Zoon Infolijn t (030) 630 65 64 Januari 2013 e infojeugd@nji.nl i www.nji.nl Opzettelijke zelfbeschadiging kan
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieSamenvatting SAMENVATTING Hoofdstuk 1 is de algemene introductie over de inhoud van dit proefschrift. Depressie en angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen en brengen een grote
Nadere informatieBehandeling informatie.
Behandeling informatie. Bij een wachttijd langer dan een maand wordt de mogelijkheid geboden om door te verwijzen naar een andere GBGGZ- aanbieder. Psychologenpraktijk NK heeft nauwe contacten met een
Nadere informatieScreening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg
Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis: schematherapie en dialectische gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis: schematherapie en dialectische gedragstherapie Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 Cognitieve gedragstherapie:
Nadere informatieKetenzorg voor suïcidaliteit
Ketenzorg voor suïcidaliteit Marie Van Broeckhoven Suïcidepreventiewerking DAGG Lommel marie.vanbroeckhoven@dagg-cgg.be Meer onderzoek nodig Sterke evidentie Acties gezondheidszorg Beperking toegang tot
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod
Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod U bent niet de enige Een op de tien Nederlanders heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis of heeft trekken hiervan. De Riagg Maastricht is gespecialiseerd
Nadere informatieVroeginterventie via het internet voor depressie en angst
Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent
Nadere informatieOntwikkelingen. DGT bij ASS. Michelle Teluij. Eindreferaat 22-04-2014
Ontwikkelingen DGT bij ASS Michelle Teluij Eindreferaat 22-04-2014 Inhoud Achtergrond Vraagstelling Resultaten Literatuur Interviews therapeuten Database DGT Zetten Conclusie Aanbevelingen Achtergrond
Nadere informatieM. Helleman Rn MScN T. van Achterberg Rn PhD P.J.J. Goossens Rn PhD APRN A. Kaasenbrood, MD, PhD
De interventie Bed op Recept voor patiënten met een borderline persoonlijkheidsstoornis laat patiënten groeien in autonomie, zelfmanagement en vaardigheden M. Helleman Rn MScN T. van Achterberg Rn PhD
Nadere informatieSamenvatting Samenvatting
Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal
Nadere informatieDE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE EN OFFLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE VOOR SUÏCIDE PREVENTIE
DE EFFECTIVITEIT VAN ONLINE EN OFFLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE VOOR SUÏCIDE PREVENTIE SPREKER: JASPER WIEBENGA FUNCTIE: PROMOVENDUS & PSYCHOLOOG, AFDELING PSYCHIATRIE, GGZ INGEEST & VUMC VAN BLENDED
Nadere informatieBrijder Verslavingszorg Hoofddorp
Ons Team Ons team is zeer divers. We bestaan uit het secretariaat, psychologen, maatschappelijk werkers, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen, cognitief gedragstherapeutisch werkers, ervaringsdeskundigen,
Nadere informatieRisicotaxatie Suïcidaliteit. Suïcide en suïcidepogingen. Aantallen. 345 suïcidepogingen. Middel. Dr. Bert van Hemert, psychiater
Risicotaxatie Suïcidaliteit Dr. Bert van Hemert, psychiater Zorgservice Bureau 24 uurszorg Opleiding Sociale Psychiatrie 1/30 2/30 Aantallen Suïcide en suïcidepogingen Suïcidegedachten Suïcidepoging bevolking
Nadere informatieInhoud. Nieuw in de NHG Standaard Angst. Vraag 2. Vraag 1. Vraag 3. Nieuw in de NHG standaard in beleid. Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie
Inhoud Nieuw in de NHG Standaard Angst Christine van Boeijen PAO H 2012 Nieuw?! Diagnose en beleid RCT Implementatie En verder Wat hebt u geleerd? Vraag 1 Waarmee presenteert een patient met een angststoornis
Nadere informatieDialectische Gedrags Therapie Bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperkingen
Dialectische Gedrags Therapie Bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperkingen Dialectische Gedrags Therapie 2 1. Voor wie? Deze brochure geeft informatie over Dialectische Gedragstherapie (DGT).
Nadere informatieHoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het
Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve
Nadere informatieSaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)
Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en
Nadere informatieMindfulness binnen de (psycho) oncologie. Else Bisseling, 16 mei 2014
Mindfulness binnen de (psycho) oncologie Else Bisseling, 16 mei 2014 (Online) Mindfulness-Based Cognitieve Therapie voor kankerpatiënten. (Cost)effectiveness of Mindfulness-Based Cognitive Therapy (MBCT)
Nadere informatieWetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen
9 Wetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen Samenvatting Dit hoofdstuk geeft een overzicht van het wetenschappelijk onderzoek naar somatisatie en somatoforme stoornissen. De
Nadere informatieBijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel
Nadere informatieZorgprogramma Angststoornissen
Zorgprogramma Angststoornissen Doelgroep Het Zorgprogramma Angststoornissen is bedoeld voor volwassenen die een angststoornis hebben. Mensen met een angststoornis hebben last van angsten zonder dat daar
Nadere informatieDit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.
Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met
Nadere informatieDE STAND VAN DE WETENSCHAP: BEWEZEN EFFECTIEF
'KLEUR JE LEVEN' DE STAND VAN DE WETENSCHAP: BEWEZEN EFFECTIEF Contactgegevens Mentalshare Telefoon: +31 (0)302971198 E-mail: kleurjeleven@mentalshare.nl Website: www.mentalshare.nl In samenwerking met:
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.
Nadere informatieSamenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy
Samenvatting 194 Dit proefschrift start met een algemene inleiding in hoofdstuk 1 om een kader te scheppen voor de besproken artikelen. Migratie is een historisch fenomeen die vaak resulteert in verbeterde
Nadere informatieKennissynthese arbeid en psychische aandoeningen. Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema
Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema Ernstige Psychische Aandoeningen (EPA) Definitie consensus groep EPA¹ - Sprake van psychische stoornis
Nadere informatieInterventies voor jji en jeugdzorgplus. Leonieke Boendermaker
Interventies voor jji en jeugdzorgplus Leonieke Boendermaker 20 mei 2009 Evident? 1. Problemen doelgroep 2. Interventies die leiden tot vermindering problemen 3. Noodzaak goede implementatie 2 Om wat voor
Nadere informatieHOOFDSTUK 1: INLEIDING
168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet
Nadere informatieSAMENVATTING Veel voorkomende psychiatrische stoornissen zoals depressieve- en angststoornissen, ook wel common mental disorders genoemd (CMDs), hebben een hoge prevalentie en dragen substantieel bij aan
Nadere informatieMindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht
Mindfulness - de 8-weekse training in vogelvlucht Flip Kolthoff, psychiater Radboud Universitair Centrum voor Mindfulness, GGZ Noord-Holland-Noord Flip Kolthoff, VUmc, 20-01-2012 1 Inleiding Flip Kolthoff,
Nadere informatieSAMENVATTING. Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift
153 SAMENVATTING Achtergrond en doelstellingen van dit proefschrift Angst en depressie zijn de meest voorkomende psychische stoornissen, de ziektelast is hoog en deze aandoeningen brengen hoge kosten met
Nadere informatieInfo-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker
Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker 1-2 - 3 Het Zorgprogramma Persoonlijkheid Behandelmodel: Dialectische Gedragstherapie (DGT ) (1993, M. Linehan): verandering
Nadere informatieAutomutilatie Wat moet ik hiermee? Joost Verhelst, Arts-Onderzoeker afd. Heelkunde Erasmus MC
Automutilatie Wat moet ik hiermee? Joost Verhelst, Arts-Onderzoeker afd. Heelkunde Erasmus MC Casus Man 35 jr Vg) depressie (2x mislukte relaties), groot gezin Last van stemmen in zijn hoofd Met een scheermes
Nadere informatie100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD
100% ONLINE CGT GOOI HET KIND NIET MET HET BADWATER WEG! DR. JEROEN RUWAARD ONLINE COGNITIEVE GEDRAGSTHERAPIE 2 100% Online CGT E-BOOMING? 3 100% Online CGT MIND THE GAP! 4 100% Online CGT EFFECTEN ONLINE
Nadere informatieDr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1
Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Behandelmogelijkheden bij kinderen met ADHD in de basisschoolleeftijd
Nadere informatieInfo-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker
Info-avond Zorgprogramma Persoonlijkheid Dialectische Gedragstherapie De Spinnaker 1-2 - 3 Het Zorgprogramma Persoonlijkheid Behandelmodel: Dialectische Gedragstherapie (DGT ) (1993, M. Linehan): verandering
Nadere informatieKliniek Ouder & Kind
Kliniek Ouder & Kind Voor wie? Heb je last van heftige emoties zoals verdriet, somberheid, wanhoop, angst, boosheid of een wisseling van heftige emoties (dan weer blij, dan weer boos, dan weer verdrietig)
Nadere informatiePsychologische behandeling van bipolaire patiënten. Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden
Psychologische behandeling van bipolaire patiënten Dinsdag 17 januari 2017 Dr. Manja Koenders PsyQ Rotterdam/Universiteit Leiden Omgaan met stessoren (1) Stressgevoeligheid Stress Generation theory The
Nadere informatiePERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN BIJ ADOLESCENTEN
amenvatting Dit proefschrift gaat over het diagnosticeren van persoonlijkheidsstoornissen (P) in adolescenten, de ziektelast die adolescenten en volwassenen met een (borderline) persoonlijkheidsstoornis
Nadere informatieHuisarts of hometrainer?
Huisarts of hometrainer? In het literatuuroverzicht werden zes studies opgenomen. Vier studies onderzochten het effect van training op ziekteverzuim, drie daarvan bestudeerden tevens de effecten op klachten
Nadere informatiewaardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.
amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum
Nadere informatieDialectische Gedragstherapie De stand van zaken VGCt november 2015. Wies van den Bosch Pro Persona Arnhem, Scelta Nijmegen, Dialexis Deventer
Dialectische Gedragstherapie De stand van zaken VGCt november 2015 Wies van den Bosch Pro Persona Arnhem, Scelta Nijmegen, Dialexis Deventer Inhoud presentatie 2 DGT in Nederland Wetenschappelijke evidentie
Nadere informatiePsychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct
Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct Kate Sitnikova 8 november 2018 Amsterdam UMC Locatie VUmc Afdeling Huisartsgeneeskunde & Ouderengeneeskunde Sheet
Nadere informatiehet laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en
Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie
Cognitieve gedragstherapie een effectieve psychotherapie Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 3 Cognitieve gedragstherapie Een effectieve psychotherapie In deze brochure kunt u lezen
Nadere informatierapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.
Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst
Nadere informatieRoutine Outcome Monitoring & Motiverende Gespreksvoering. Maarten Merkx
Routine Outcome Monitoring & Motiverende Gespreksvoering Maarten Merkx Programma Routine Outcome Monitoring. Motiverende Gespreksvoering Terugkoppelen resultaten. ROM Routine Outcome Monitoring Terugkoppeling
Nadere informatieSamenvatting Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 hoofdstuk 3
Vallen komt in alle leeftijdsgroepen voor, maar vormt vooral bij ouderen een groot gezondheidsprobleem. Onder een val wordt verstaan een gebeurtenis waarbij de betrokkene onbedoeld op de grond of een lager
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie. Afdeling Psychiatrie
Cognitieve gedragstherapie Afdeling Psychiatrie Cognitieve gedragstherapie Wat is cognitieve gedragstherapie? Cognitieve gedragstherapie bestaat uit twee onderdelen; cognitieve therapie en gedragstherapie.
Nadere informatieThe Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression.
The Systematic Activation Method: a Nursing Intervention study for patients with Late Life Depression. Samenvatting De prevalentie van een ernstige depressie op latere leeftijd varieert tussen de 1 en
Nadere informatieOrganisaties. Onderzoeksvraag Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden. Wat werkt? 3 aandachtsgebieden
Organisaties Symposiumleider: Carlo Schuengel Focus op Onderzoek 2 december 2011 Marja Hodes, Marieke Meppelder, Jos de Kimpe, Carlijn Nieuwenhuis, Sabina Kef, Cees Janssen, Lieneke Claassens, Elleke Lemmers,
Nadere informatieProfiel van de jonge suïcidepoger
Profiel van de jonge suïcidepoger Eva De Jaegere Eenheid voor Zelfmoordonderzoek Univeristeit Gent Prof. Dr. C. van Heeringen Studiedag Schemerjongeren: schaduw én licht 1. Definitie suïcidepoging 2. Suïcidecijfers
Nadere informatieVoor het leven getekend?
Voor het leven getekend? Bejegening en behandeling van patiënten die zichzelf beschadigen Medilex, donderdag 10 december 2009 Programma Automutilatie in MDR (9) In MDR Persoonlijkheidsstoornissen Kennis
Nadere informatieDia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1
Dia-Fit: blended-care CGT voor chronische vermoeidheid bij diabetes type 1 Effecten en verklarende mechanismen Juliane Menting Nivel, Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NKCV, Nederlands
Nadere informatieScreening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies. Walter Matthys
Screening van gedragsproblemen en consequenties hiervan op effect van interventies Walter Matthys Preventie en behandeling Wezenlijk verschillend? Voorbeeld: Coping Power (Minder boos en opstandig) bij
Nadere informatieZelfbeschadiging. Nienke Kool. Verpleegkundige en sr. onderzoeker CIB en CDP, Palier Leerstoel / Lectoraat GGZ-Verpleegkunde
Zelfbeschadiging Nienke Kool Verpleegkundige en sr. onderzoeker CIB en CDP, n.kool@palier.nl Leerstoel / Lectoraat GGZ-Verpleegkunde Definitie Zelfbeschadigend gedrag: het doelbewust toebrengen van directe
Nadere informatieCognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met
Cognitieve Gedragstherapie en Mindfulness Based Stress Reduction Therapie voor Angst en Depressie klachten bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen: ADASS Achtergrond ADASS Veelvuldig voorkomen van
Nadere informatieParnassia Groep Remco de Winter & Karin Slotema
Parnassia Groep 30-11- 2017 Remco de Winter & Karin Slotema Kennismaken + epidemiologie Principes voor de omgang met suïcidaal gedrag pauze Systematisch onderzoek van suïcidaal gedrag pauze Beschrijvende
Nadere informatieVeerkracht en PTSS-behandeling
Veerkracht en PTSS-behandeling Prof. Dr. Agnes van Minnen Angstpoli GGz Nijmegen Radboud Universiteit Nijmegen 29 mei 2008 COGIS-Symposium Trauma en Veerkracht Behandeling PTSS Wat is effectief? Meest
Nadere informatieDepressie bij ouderen Herstel als voorwaarde voor rehabilitatie?
Depressie bij ouderen Herstel als voorwaarde voor rehabilitatie? Rob Kok, psychiater, epidemioloog Parnassia Bavo Groep Den Haag Waarom rehabilitatie? Eerherstel van wie? Over welke ouderen hebben we het
Nadere informatieAgressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie
Agressiebehandeling in de forensische kinder- en jeugdpsychiatrie Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen GGzE centrum kinder- en jeugd psychiatrie Universiteit van Tilburg, Tranzo http://www.youtube.com/watch?list=pl9efc
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Dutch summary)
Nederlandse samenvatting (Dutch summary) 125 Angststoornissen zijn veel voorkomende psychiatrische aandoeningen (ongeveer 1 op de 5 Nederlanders heeft, op enig moment in het leven een angststoornis). Onder
Nadere informatieSuïcide en suïcidepreventie
Suïcide en suïcidepreventie D. Linszen, psychiater Suïcide(preventie), de rol van verpleegkundigen en verzorgenden Reehorst, Ede 2017 Amsterdam First Episode Study: Critical Period RCT (1998-2007): relapse
Nadere informatieOmgaan met zelfbeschadigend gedrag
Omgaan met zelfbeschadigend gedrag Nienke Kool Verpleegkundige en sr. onderzoeker CIB en CDP, n.kool@palier.nl Lid kenniskring lectoraat GGZ-Verpleegkunde Inholland Definitie Zelfbeschadigend gedrag: het
Nadere informatieOmgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest
Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Van DSM IV naar DSM 5 DSM IV - somatisatie stoornis, - somatoforme
Nadere informatieMindfulness bij somatoforme stoornissen. Hiske van Ravesteijn psychiater i.o.
Mindfulness bij somatoforme stoornissen Hiske van Ravesteijn psychiater i.o. Mindfulness-based cognitieve therapie (MBCT) bij somatoforme stoornissen Onverklaarde lichamelijke klachten 20% Persisterende
Nadere informatieVERANDERING DOOR ACCEPTATIE
VERANDERING DOOR ACCEPTATIE Achtdaagse DGT-basistraining behandeling en coaching van mensen met borderline- en emotieregulatie problematiek op basis van de Dialectische Gedragstherapie van Marsha Linehan
Nadere informatieSamenvatting (summary in Dutch)
Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornis Cluster C
Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende
Nadere informatietransistiepsychiatrie Dr. R. Klaassen Kinder- en jeugdpsychiater Bascule Projectleider headspace
transistiepsychiatrie Dr. R. Klaassen Kinder- en jeugdpsychiater Bascule r.klaassen@debascule.com Projectleider headspace transitiepsychiatrie -> psychiatrie Transitional Psychiatry Child & Adolescent
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie Een succesvolle psychotherapie voor diverse emotionele stoornissen en problemen Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie Wat is Cognitieve Gedragstherapie? Cognitieve gedragstherapie
Nadere informatieKijkopdracht communicatie tussen jongere en therapeut
Kijkopdracht communicatie tussen jongere en therapeut Inleidende context: het onderstaande gesprek vindt plaats in een therapiesessie in het kader van Dialectische Gedragstherapie (DGT, zie bijlage voor
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatiePatient met angststoornis(sen) Video - casus
Behandeling van angststoornissen in de eerstelijnszorg; effectiviteit en toepasbaarheid van Begeleide Zelfhulp Christine van Boeijen Symposium Geen paniek 2010 Voorstellen Christine van Boeijen, psychiater
Nadere informatieKan protocollair behandelen suïcide voorkomen?
Inhoud Kan protocollair behandelen suïcide voorkomen? 1. Inleiding 2. Protocollen en richtlijnen 3. Bespreking en implicaties Kees van Heeringen Protocol versus richtlijn De vrijheid van handelen is bij
Nadere informatieBehandeling & Diagnostiek
Behandeling & Diagnostiek Inhoud Voorwoord Wat doet de GGZ Groep? Werkwijze Wanneer kan de GGZ Groep u helpen? Wanneer kan de GGZ Groep u niet helpen? Diagnostiek Werkwijze Kwaliteit Vergoeding Tot slot
Nadere informatieOpnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan, maarwelgraageerstevenoverleggen. Alerechtenvandeartikelenliggenbij destichtingcognitieenpsychose.
Ukunternatuurlijkuitciteren,graagzelfs,maardanwel metbronvermelding.u magditartikelookruimhartig verspreidenmitshetnietvoorcommerciëledoeleindenis. Indiegevalen pasnaonzeschriftelijketoestemming. Opnameinbloemlezingenenreadersmoedigenwijaan,
Nadere informatieZorgpad Persoonlijkheidsproblematiek
Zorgpad Persoonlijkheidsproblematiek Iedereen heeft zo zijn eigenaardigheden. Echter, soms heeft iemand extreme persoonlijke eigenschappen en vertoont hij hinderlijk gedrag. Dit kan zo ernstig zijn dat
Nadere informatieCognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial
Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari
Nadere informatiePsychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe?
Psychotherapie voor Depressie werkt! Maar hoe? Effecten en Werkingsmechanismes van Cognitieve Therapie en Interpersoonlijke Therapie voor Depressie Dr. Lotte Lemmens Maastricht University Psychotherapie
Nadere informatieSuïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky
Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015 G. Portzky 1. INLEIDING 1. Definiëring Suïcide Suïcidepoging: Moet er suïcidale intentie aanwezig zijn om van poging
Nadere informatieTraumagerichte CGt versus EMDR na stabilisatie voor de behandeling van PTSS na misbruik in de jeugd: pilot data. Paul Emmelkamp
Traumagerichte CGt versus EMDR na stabilisatie voor de behandeling van PTSS na misbruik in de jeugd: pilot data Ingrid Wigard Thomas Ehring Paul Emmelkamp Achtergrond Samenwerking PsyQ met Universiteit
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 134 Nederlandse samenvatting De inleiding van dit proefschrift beschrijft de noodzaak onderzoek te verrichten naar interpersoonlijk trauma en de gevolgen daarvan bij jongeren in
Nadere informatieExecutieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven
Executieve functies en emotieregulatie Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Inhoud 1. Executieve functies en emotieregulatie 2. Rol van opvoeding
Nadere informatieEFFECTIEF OMGAAN MET SUÏCIDALITEIT BIJ PATIËNTEN MET SCHIZOFRENIE OF EEN AANVERWANTE PSYCHOTISCHE STOORNIS
EFFECTIEF OMGAAN MET SUÏCIDALITEIT BIJ PATIËNTEN MET SCHIZOFRENIE OF EEN AANVERWANTE PSYCHOTISCHE STOORNIS Dr. Berno van Meijel Lector GGZ-verpleegkunde Hogeschool INHOLLAND Congres Zorg voor mensen met
Nadere informatieDe overgang van stepped care naar personalized care bij de combinatie van lichamelijke en psychische klachten
De overgang van stepped care naar personalized care bij de combinatie van lichamelijke en psychische klachten Dr. Jonna van Eck van der Sluijs Psychiater en senior onderzoeker Symposium Personalized medicine:
Nadere informatieE-health depressiepreventie Lekker in je Vel. Maria Naus & Lieke-Peters-Greijn Indigo Brabant
E-health depressiepreventie Lekker in je Vel Maria Naus & Lieke-Peters-Greijn Indigo Brabant STUDIEDAG DEPRESSIEPREVENTIE BIJ ADOLESCENTEN / 27-11-2015 Programma in hoofdlijnen Welkom Doel van de workshop
Nadere informatieInhoud. Voorwoord 11. Inleiding 13 Wat vindt u in dit boek? 14 Voor wie is dit boek bedoeld? 15
Inhoud Voorwoord 11 Inleiding 13 Wat vindt u in dit boek? 14 Voor wie is dit boek bedoeld? 15 1 Kenmerken van eetstoornissen 17 1 Inleiding 17 2 Criteria voor anorexia nervosa 17 Wat zijn de criteria voor
Nadere informatieVerslaving en comorbiditeit
Verslaving en comorbiditeit Wat is de evidentie? Dr. E. Vedel, Jellinek, Arkin 18 november 2014 Comobiditeitis hot 1 Jellinek onderzoek comorbiditeit Verslaving & persoonlijkheid, 1997 Verslaving & ADHD,
Nadere informatieGezondheid en arbeidsparticipatie: determinanten, gevolgen en bouwstenen voor reïntegratie
Gezondheid en arbeidsparticipatie: determinanten, gevolgen en bouwstenen voor reïntegratie Prof Dr Lex Burdorf Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg Erasmus MC, Rotterdam Gezondheid van uitkeringsgerechtigden
Nadere informatieDe psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer
De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer Psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Senior onderzoeker VIP (Vroege Interventie Psychose) Tilburg GGz Breburg Pijn! pijn is een stressvolle ervaring
Nadere informatieInterventies die werken
Interventies die werken Leonieke Boendermaker 20 januari 2009 themadossiers 2 1 Inhoud 1. Wat werkt? wat werkt bij gedragsstoornissen/delicten Wat werkt niet 2. Erkenningen Cie. Min.Justitie Jeugdinterventies
Nadere informatieEmotieregulatieproblemen bij jongeren. 13 februari 2018
Emotieregulatieproblemen bij jongeren 13 februari 2018 Inhoud presentatie 1. De doelgroep / uitleg borderline persoonlijkheidsstoornis 2. BPS bij jongeren/ feiten en cijfers 3. Ontstaan van BPS / insteek
Nadere informatieVoor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? Hulpaanbod
Voor wie zijn de kind-jongere trainingen bedoeld? - Normaal begaafde kinderen van 4 tot 13 jaar, woonachtig in de regio Gelderland-Zuid, die in hun gedrag signalen afgeven die mogelijk duiden op een problematische
Nadere informatieWie ben ik? MIJN LEVENSVERHAAL Een ontdekkingsreis naar mezelf. Janny Beernink, GZ-Psycholoog VGGNet In samenwerking met Universiteit Twente
Wie ben ik? MIJN LEVENSVERHAAL Een ontdekkingsreis naar mezelf Janny Beernink, GZ-Psycholoog VGGNet In samenwerking met Universiteit Twente Aanleiding Behoefte aan effectieve behandelprogramma s Reguliere
Nadere informatieEFFECTIVITEIT VAN METHODIEKEN VOOR SLACHTOFFERS
EFFECTIVITEIT VAN METHODIEKEN VOOR SLACHTOFFERS WAT WETEN WEOVER DE EFFECTIVITEIT VAN METHODIEKEN IN DE VERSCHILLENDE FASEN VAN HET VERWERKINGSPROCES? Fasen in het verwerkingsproces Verschillende auteurs
Nadere informatieDe psychopathologische gevolgen van pijnklachten. Eric de Heer
De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer Psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Senior onderzoeker VIP (Vroege Interventie Psychose) Tilburg GGz Breburg Pijn! pijn is een stressvolle ervaring
Nadere informatieFarmacotherapie bij ontwikkelingsstoornissen ADHD medicatie: te snel en te lang?
Farmacotherapie bij ontwikkelingsstoornissen ADHD medicatie: te snel en te lang? Pieter Hoekstra Kinder- en jeugdpsychiatrie Accare, Universitair Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie Groningen Relaties
Nadere informatie