Documentatie van GM 2011 Deel D1. Inleiding. Datum 15 maart 2012
|
|
- Lennert Sasbrink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Documentatie van GM 2011 Deel D1 Inleiding Datum 15 maart 2012
2 Pagina 2 van 25
3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 7 2 Gebruik en overzicht van de documentatie 9 3 Systeemnaam 11 4 Doel van het systeem 13 5 Beschrijving van het modelsysteem Essentie van het Groeimodel Modellen in het Groeimodel Keuzemodellen Begrippen Reizen Dimensies Zonering Het toepassen van het Groeimodel 19 6 Hard- en softwareomgeving Toepassingsomgeving GM Aanbevelingen systeem 21 7 Installatie van het systeem 23 8 Referenties 25 Pagina 3 van 25
4 Pagina 4 van 25
5 Voorwoord Deze GM 2011 documentatie volgt de OGM 4 documentatie op en vervangt deze. De veranderingen zijn aanzienlijk omdat het hier niet om de documentatie gaat van een nieuwe versie maar een algehele actualisatie en verbetering van het onderliggende modelsysteem. Alleen de voor het begrip relevante veranderingen zullen worden gemeld. Een belangrijke verandering voor het GM als geheel is dat de structuur aanzienlijk is versimpeld. Anderzijds is het GM qua realiteitsgehalte verbeterd door een flinke toename in het detail op het meest geaggregeerde niveau. Pagina 5 van 25
6
7 1 Inleiding Dit document Deel D1 is een inleiding op de opbouw en het gebruik van de documentatie van het GroeiModel (GM). Deze inleiding maakt deel uit van een grote collectie documenten die samen het GM beschrijven. De documentatie wordt uitgevoerd in opdracht van Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS), tevens eigenaar van het GM. Pagina 7 van 25
8
9 2 Gebruik en overzicht van de documentatie Het hoofddoel van de technische documentatie van het GM, waar deze inleiding deel van uitmaakt, is om volledige achtergrondinformatie te verschaffen aan gebruikers bij de ingebruikneming van het GM. De technische documentatie van het GM is dus primair bedoeld voor de gebruikers van dit modelsysteem. De documentatie van het GM 2011 bestaat uit 12 delen, te weten: Deel D1: Inleiding Deel D2: Systeemstructuur Deel D3: Bestandsstructuren Deel D4: De Bevolkingsmodule Deel D5: De Bereikbaarheidsmodule Deel D6: De Buitenlandverkeermodule Deel D7: De Groeifactormodule Deel D8: De Vermenigvuldigingsmodule Deel D9: KBA-toedelingsmodule Deel D10: Testdata Deel D11: De GM-schil Deel D12: Begrippen en definities De delen D1 en D2 geven een inleiding op en een overzicht van het GM. Deel D3 geeft een specificatie van de binnen het GM gebruikte bestandsstructuren. De delen D4 t/m D9 geven een beschrijving van de GM-modules en -programma's. Deel D10 geeft een beschrijving van de testdata waarmee het GM kan worden verkend. De dataset is klein genoeg om met een beperkte wachttijd de programma s in het GM te doorlopen. Deel D11 beschrijft de GM-schil; dit is de softwareschil waarbinnen de programma s worden uitgevoerd. Deel D12, tenslotte, betreft een lijst met begrippen en definities. Voor het opzoeken van informatie over bestandsstructuren of begrippen kunnen, respectievelijk, Deel D3 en Deel D12 geraadpleegd worden. Indien informatie over één van de modellen uit het GM wordt gezocht dient men de relevante module- of programmabeschrijving te raadplegen. Om te bepalen in welk deel van de documentatie de gezochte informatie is te vinden, kan gebruik worden gemaakt van Deel D2 waarin de structuur van het GM wordt beschreven. Pagina 9 van 25
10
11 3 Systeemnaam Systeemnaam: GM 2011 Versie: Release: 1 maart 2012 Betekenis: GM staat voor GroeiModel Toelichting: De systeemnaam GM 2011 is een afkorting voor GroeiModel De versie nummering bestaat uit drie cijfers. Het laatste cijfer geeft nieuwe versies aan die het model qua uitkomsten niet veranderd. Het tweede cijfer geeft versie aan die inhoudelijk veranderen. De term Groeimodel heeft betrekking op de positie van het modelsysteem binnen het Nederlands Regionaal Model (NRM). Het NRM beschikt over het volgende instrumentarium: Procedures en software voor het opstellen van basismatrices van verplaatsingen per motief, vervoerwijze en dagdeel (BasMat); Het Regionaal goederenmodel voor het opstellen van prognosematrices voor vrachtverkeer (RGM). Het Groeimodel voor het opstellen van prognosematrices per vervoerwijze, motief en dagdeel. Pagina 11 van 25
12
13 4 Doel van het systeem Het algemene doel van het Groeimodel is het opstellen van landelijke en regionale mobiliteitsprognoses op de middellange en lange termijn, Ter ondersteuning van beleidsvoorbereiding en besluitvorming op het gebied van verkeer, ruimtelijke ordening en milieu, en; Ten behoeve van de planning, ontwerp en evaluatie van verkeer- en vervoerprojecten. Bij het samenstellen van mobiliteitsprognoses gaat het meer specifiek om de raming van het aantal verplaatsingen per vervoerwijze, motief en dagdeel in een toekomstjaar, uitgaande van een bepaald scenario. Het Groeimodel geeft deze ramingen weer in herkomst-bestemmingsmatrices (HB-matrices) per vervoerwijze, motief en dagdeel. Daarnaast levert het Groeimodel allerlei indicatoren op, zoals wegbelastingen, kilometerheffingen, reistijden, voertuigverliesuren, etcetera. Pagina 13 van 25
14
15 5 Beschrijving van het modelsysteem 5.1 Essentie van het Groeimodel Om te komen tot prognoses maakt het Groeimodel gebruik van de 'pivot point'- methode. Deze methode houdt in dat een toekomstige situatie wordt afgeleid uit de relatieve veranderingen ten opzichte van een bekende, gegeven basissituatie (marginaal model). Belangrijk voor deze aanpak is een zo goed mogelijke beschrijving van de basissituatie. De 'pivot point'-methode is vooral nuttig als er verschillende databestanden worden gebruikt, met ieder een eigen betrouwbaarheids- en detailniveau. De essentie van het Groeimodel is dus om de relatieve veranderingen, ofwel de groeifactoren vast te stellen. Het Groeimodel berekent groeifactoren per herkomst-bestemmingsrelatie (HBrelatie) per vervoerwijze, motief en dagdeel. Zo n groeifactor geeft aan wat de relatieve verandering is van het aantal verplaatsingen tussen het basis- en het prognosejaar. Voor elke HB-relatie, dus voor elke cel in een basismatrix, berekent het Groeimodel een groeifactor. De prognosematrices per motief, vervoerwijze en dagdeel ontstaan door vermenigvuldiging van de cellen van de basismatrices met de bijbehorende groeifactoren. De berekende groeifactor heeft niet altijd een zinnige waarde. Door omstandigheden kan deze namelijk een extreme waarde krijgen die niet reëel is. Het komt zelfs voor dat de groeifactor rekenkundig niet te bepalen is (deling door 0). In deze gevallen wordt een alternatieve rekenwijze gevolgd (zie Deel D7.5) Voor het berekenen van de groeifactoren maakt het Groeimodel gebruik van datasets zoals sociaal-economische gegevens [1], netwerken per vervoerwijze en beleidsindices (bijvoorbeeld voor brandstofprijzen, tarieven voor het openbaar vervoer enz). Omdat het bij de pivot point -methode gaat om relatieve veranderingen, zijn van elk type data twee sets nodig. Eén voor het basisjaar en één voor het toekomstjaar. Op basis van de invoerdata bepaalt het Groeimodel de groeifactoren. 5.2 Modellen in het Groeimodel Keuzemodellen De meeste submodellen van het Groeimodel zijn keuzemodellen [2]. Het gaat hierbij om modellen die de keuze van een beslissingseenheid (bijvoorbeeld een persoon) uit een aantal alternatieven (bijvoorbeeld auto of openbaar vervoer) beschrijven. Uitgangspunt is dat de keuze plaatsvindt op basis van nutvergelijking en dat gekozen wordt voor het alternatief dat het hoogste nut heeft voor de besliseenheid. Het nut dat de besliseenheid ontleent aan een alternatief hangt af van kenmerken van dit alternatief en van kenmerken van de beslissingseenheid. Dit wordt weergegeven in de nutfunctie voor het alternatief. Bijvoorbeeld, in het geval van de keuze door een willekeurige persoon tussen de vervoermiddelen auto en openbaar vervoer (voor een bepaalde reis) zouden de nutfuncties kunnen zijn (dit is een eenvoudig hypothetisch voorbeeld, het zijn geen functies uit het Groeimodel): NUT auto = ß 0 + ß 1 (reiskosten auto ) + ß 2 (reistijd auto ) + ß 3 (leeftijd) + e auto (1) NUT OV = ß 4 (reiskosten OV ) + ß5(reistijd OV ) + e OV (2) Pagina 15 van 25
16 De ß's in deze functies zijn parameters, waarvan de waarde middels schatting verkregen moet worden (uit bijvoorbeeld het Onderzoek VerplaatsingsGedrag van het CBS). De laatste term (e) van iedere vergelijking is de zgn. storingsterm. Hierin zitten alle kenmerken die wel het nut beïnvloeden, maar die de onderzoeker niet waarneemt, zoals bijvoorbeeld de situatie dat de ene beslisser dol is op treinen en de andere niet. Het nut van een alternatief kan door de onderzoeker dan ook niet exact bepaald worden. Wel kan de onderzoeker een veronderstelling maken over de kansverdeling van de storingsterm. Op basis van de nutsfuncties kan de onderzoeker zeggen hoe groot de kans is dat het nut van het alternatief auto voor een beslisser groter is dan het nut van het alternatief openbaar vervoer. Bij nutmaximalisatie is dit gelijk aan de kans dat deze beslisser de auto kiest. De kansen op het kiezen van alternatieven zijn dan de uitvoer van de keuzemodellen. In het Groeimodel worden de volgende keuzemodellen onderscheiden: Schipholmodel; Buitenlandmodel; Reisfrequentiemodel; Vervoerwijze-dagdeel-bestemmingskeuzemodel; Niet-woninggebonden bestemmingskeuzemodel; Naast de genoemde keuzemodellen maken ook het toedelingsmodel, het autobezitsmodel, het populatiemodel en de groeifactorprocedure deel uit van het GroeiModel. In dit model wordt het autoverkeer verdeeld over het autowegennet op basis van gegeneraliseerde kosten tussen iedere herkomst en bestemming. Bij het bepalen van de paden wordt rekening gehouden met reistijdvertraging tengevolge van congestie en met eventuele prijsbeleid maatregelen, zoals tolheffing. 5.3 Begrippen In deze paragraaf worden enkele belangrijke begrippen m.b.t. het GM behandeld Reizen Het Groeimodel werkt met het begrip reis (of 'tour'), en niet met verplaatsingen (of 'trips'). Een reis is gedefinieerd als: Een keten van verplaatsingen die thuis begint en daar ook weer eindigt 1 Een belangrijk voordeel van het modelleren van reizen in plaats van verplaatsingen is dat het nauwer aansluit bij het theoretisch uitgangspunt dat verkeer het gevolg is van deelname van personen aan activiteiten (die op een andere locatie plaatsvinden). Een activiteit (door de motieven van het Groeimodel gerepresenteerd) genereert de verplaatsing naar de locatie waar de activiteit uitgeoefend wordt, en eveneens een verplaatsing terug naar huis. Het modelleren van reizen maakt het mogelijk om het onderweg bezoeken van andere (secundaire) 1 Als uitzondering hierop zouden de zogenaamde werkgebonden reizen kunnen worden gezien. Dit zijn namelijk op zichzelf reizen die op het werk beginnen en eindigen. Deze zijn echter ook onderdeel van de keten van verplaatsingen die thuis beginnen en eindigen. Pagina 16 van 25
17 bestemmingen te modelleren. Dit leidt tot verplaatsingen voor een tweetal nietwoninggebonden motieven; zakelijk en overig. Voor deze twee motieven wordt met verplaatsingen gewerkt. Naast woning-gebonden reizen worden ook werk-gebonden reizen gemodelleerd, eveneens voor de motieven zakelijk en overig. Uit het begrip reis vloeit voort dat er sprake is van een hoofdmotief en een hoofdvervoerwijze. Het hoofdmotief geeft aan wat het hoofddoel van de reis is, bijvoorbeeld een woon-werk-reis. Tijdens een woon-werk-reis is het mogelijk om secundaire bestemmingen aan te doen, bijv. een winkel bezoeken. De hoofdvervoerwijze geeft aan welk vervoermiddel tijdens de reis het meest belangrijk is. Een reis waarbij de trein het meest belangrijke vervoermiddel is kan bijvoorbeeld fiets als voortransport hebben en lopen als natransport. Het hoofdmotief en de hoofdvervoerwijze geven dus aan welk motief en welk vervoermiddel centraal staat tijdens een reis. Motieven en vervoerwijzen hebben een vaste prioriteitsvolgorde (zie hoofdmotief en hoofdvervoerwijze in Deel D12 Begrippen en definities). Verder maakt het concept van een reis het mogelijk om enkele gegevenheden uit de werkelijkheid in te brengen, die in verplaatsingsmodellen achterwege zouden blijven. Zo zal een reiziger die op de heenweg met de auto gaat, op de terugweg meestal ook de auto gebruiken. Tevens moet de verplaatsing terug plaatsvinden na de verplaatsing heen. Dergelijke zaken zijn in een model op basis van verplaatsingen niet of nauwelijks in te brengen. Het Groeimodel zet de reizen overigens wel om in verplaatsingen. Enerzijds is dat nodig voor overeenstemming tussen de prognosematrices en de basismatrices. Anderzijds is het omzetten van reizen in verplaatsingen nodig om te kunnen toedelen. Pagina 17 van 25
18 5.3.2 Dimensies De dimensies die intern door het GroeiModel worden gebruikt zijn weergegeven in Tabel 5.1 In Tabel 5.2 worden de dimensies van de uitvoer weergegeven.. Tabel 5.1. Interne dimensies van het Groeimodel en hun indeling Vervoerwijze Motief 2 Dagdeel 3 Autobestuurder Woon-Werk Restdag (0:00 05:59) Autopassagier Woon-Zakelijk Schouder ochtendspits (6:00-6:59) Trein Woon-Educatie Ochtendspits (07:00 08:59 uur) Bus/Tram/Metro Woon-Winkel Schouder ochtendspits (09:00 9:59) Fietsen Woon-Overig Restdag (10:00 14:59) Lopen Werk-Zakelijk Schouder avondspits (15:00 15:59) Werk-Overig Avondspits (16:00-17:59 uur) Woon-Educatie voor kinderen Schouder avondspits (18:00 18:59) Woon-Winkel voor kinderen Restdag (19:00 23:59) Woon-Overig voor kinderen Niet-woninggebonden Zakelijk Niet-woninggebonden Overig Tabel 5.2. Dimensies van de uitvoer het Groeimodel en hun indeling Vervoerwijze Gebruikersgroepen 4 Dagdeel 5 Autobestuurder 6 Werk Ochtendspits (07:00 08:59 uur Autopassagier 6 Zakelijk Restdag Trein 6 Overig Avondspits (16:00-17:59 uur) Bus/Tram/Metro 7 Vracht Fietsen 7 Lopen Zonering Het Groeimodel maakt voor de zonering een onderscheid in NRM-gebied en Buitengebied (of Extern gebied). Het NRM-gebied wordt gevormd door: 1. Het studiegebied Dit is het gebied waarvoor wordt onderzocht hoe de (regionale) beleids- en omgevingsscenario s uitwerken. Het studiegebied van een NRM-toepassing omvat minimaal een provincie van Nederland. Het studiegebied van het LMS is Nederland. 2 Dit zijn reismotieven. Alleen de motieven niet-woninggebonden zakelijk en niet-woninggebonden overig zijn verplaatsingsmotieven. 3 Alleen voor de vervoerwijze Autobestuurder worden 9 dagdelen gemodelleerd, voor Autopassagier wordt verkeer voor 5 dagdelen gemodelleerd, voor Trein en BTM worden deze samengevoegd tot 3 dagdelen (ochtendspits, restdag en avondspits) en voor fietsen en lopen wordt op etmaalniveau gemodelleerd. 4 Zie Deel D11 voor de koppeling van de motieven uit Tabel 5.1 en de gebruikersgroepen uit Tabel Alleen voor de vervoerwijze Autobestuurder bestaat de uitvoer uit 3 dagdelen, voor de overige vervoerwijzen bestaat de uitvoer uit etmaalmatrices. 6 De uitvoer voor deze vervoerwijze betreft een prognosematrix 7 De uitvoer voor deze vervoerwijze betreft een synthetische matrix Pagina 18 van 25
19 De omvang van de zones komt normaal gesproken overeen met het niveau van 4- cijferige postcodegebieden. 2. Het invloedsgebied Dit is het gebied dat invloed ondervindt van de uitwerking van het regionaal beleid in het studiegebied. Door het invloedsgebied te definiëren worden effecten meegenomen van verkeersstromen die het studiegebied in- en uitgaan. Hierbij gaat het uiteraard om de belangrijke relaties met het studiegebied. Het invloedsgebied vormt als het ware een schil rondom het studiegebied (hoewel dat niet persé hoeft). De data voor dit gebied moeten door de gebruiker worden verzameld. De omvang van de zones in het invloedsgebied komt tenminste overeen met de LMS-zones of is kleiner. Het LMS zelf kent overigens geen invloedgebied. Het Buitengebied wordt gevormd door: 3. De rest van Nederland Dit gebied is het overige Nederlandse deel, dat grenst aan het NRM-gebied. De zonering wordt overgenomen uit het LMS. Dit gebied is met name van belang voor het lange afstandsverkeer met een relatie in het studiegebied en het doorgaand verkeer. 4. Het buitenland Dit gebied omvat het buitenland. Voor het gebied in het buitenland kent het Groeimodel aparte procedures om prognoses samen te stellen (Zie Deel D6 Buitenlandverkeermodule voor een beschrijving van de methodiek). De omvang van de zones in het buitenland komt meestal overeen met de aldaar gebruikelijke administratieve indelingen. Tevens speelt in dergelijke gevallen de data beschikbaarheid een belangrijke rol. 5.4 Het toepassen van het Groeimodel Het toepassen van het Groeimodel bestaat uit twee losse projectruns; één run voor het basisjaar, en één run voor het prognosejaar. Achtereenvolgens bestaat het uitvoeren van een toepassing uit de volgende 10 stappen: 1. Voorbereiden van de invoer (gebruiker); 2. Bepaling van belangrijke bevolkingsgegevens (Bevolkingsmodule); 3. Bepaling van de bereikbaarheidskwaliteit voor het basisjaar (Bereikbaarheidsmodule); 4. Bepaling van buitenlandverkeer voor het basisjaar (Buitenlandverkeermodule); 5. Bepaling van de synthetische basismatrices voor het basisjaar (Groeifactormodule); 6. Bepaling van belangrijke bevolkingsgegevens voor prognosejaar (Bevolkingsmodule); 7. Bepaling van de bereikbaarheidskwaliteit voor het prognosejaar (Bereikbaarheidsmodule); 8. Bepaling van buitenlandverkeer voor het prognosejaar (Buitenlandverkeermodule); Pagina 19 van 25
20 9. Bepaling van de synthetische prognosematrices en de groeifactoren waarmee prognosematrices voor auto worden bepaald en toegedeeld (Groeifactormodule); 10. Bepaling van de prognosematrices voor treinreizigers met behulp van groeifactoren (Vermenigvuldigingsmodule). In de Groeifactormodule worden drie belangrijke modellen toegepast: het reisfrequentiemodel, het vervoerswijze-, bestemmingskeuze-, dagdeelkeuzemodel en het toedelingsmodel. Stappen 2-5 worden binnen een basisjaarproject uitgevoerd. Stappen 6-10 worden binnen een prognosejaarproject uitgevoerd. Zie ook [3] voor een uitgebreide beschrijving van de 10 stappen. Pagina 20 van 25
21 6 Hard- en softwareomgeving In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de hard- en softwareomgeving waarin het GM is ontwikkeld en kan worden toegepast. 6.1 Toepassingsomgeving GM Het GM 2011 is een 64-bits Windows-toepassing (Windows Xp of nieuwer). De eisen die gesteld dienen te worden aan de hardwareomgeving zijn sterk afhankelijk van de zonering van het modelsysteem. Naarmate het aantal zones toeneemt zal meer geheugen (RAM) en meer opslagruimte op de harddisk nodig zijn. Tabel 6.1 geeft de schijfruimte die per standaard run nodig is voor de verschillende modellen. Paragraaf 6.2 geeft een overzicht van de minimum eisen waaraan een computer moet voldoen om een GM-toepassing te kunnen draaien. Tabel 6.1. Benodigde schijfruimte per standaard run in GByte Model Basisjaar-run Prognose-run LMS 2 4 NRM-Noord 5 14 NRM-Oost 5 13 NRM-Zuid 6 18 NRM-West 7 21 Aangezien er gebruikelijkerwijs meerdere runs worden uitgevoerd is het raadzaam om een veelvoud van deze ruimte vrij te houden. 6.2 Aanbevelingen systeem Minimaal: Intern Geheugen (RAM): Processor: Harde Schijf: Aanbevolen: Intern Geheugen (RAM): Processor: Harde Schijf: 4 GByte RAM DUAL-Core processor 500 GByte GByte RAM QUAD-Core processor (8-threads) of 6-Core processor (12 threads) 1 TByte Pagina 21 van 25
22 Pagina 22 van 25
23 7 Installatie van het systeem Installatie van het programma Voor het GM is een installatieprogramma beschikbaar. Dit programma zorgt er voor dat de juiste directory-structuur wordt aangemaakt en dat alle bestanden die tot het GM behoren naar de juiste plaats binnen deze directory-structuur worden gekopieerd. Ook zorgt het installatieprogramma er voor dat het GM in het Windows- Startmenu wordt opgenomen. In de handleiding bij het GM [3] is te lezen hoe het installatieprogramma moet worden toegepast. Als (toekomstige) gebruiker heeft men dus niets te maken met de details van het installatieproces zoals dat hierna wordt beschreven. Het is voor de installatie van het GM niet nodig veranderingen aan te brengen aan de Windows Registry. Pas nadat het GM eenmaal op een computer heeft gedraaid zal er in de Registry informatie van het GM te vinden zijn. De informatie die door het GM-installatieprogramma in de Registry wordt weggeschreven is alleen voor het installatieprogramma zelf van belang. Voor het installeren van het GM kan dus worden volstaan met het aanmaken van de juiste directory-structuur en het kopiëren van de gebruikersinvoer. Zie voor een beschrijving van de structuur van de GM-programmadirectory Deel D3. Het GM gebruikt een punt als decimaal scheidingsteken voor reële getallen. Het is van belang dat dit in Windows juist is ingesteld. Dit kan door de Landinstellingen op Engels (Groot-Brittannië of Verenigde Staten) te zetten (Instellingen/Configuratiescherm/Landinstellingen) of in de Nederlandse settings (tabblad Getal) het Decimaal symbool in een punt en het Cijfergroeperingssymbool in een komma te veranderen. Pagina 23 van 25
24
25 8 Referenties [1] WLO studie: [2] Ben-Akiva & Lerman (1985), Discrete Choice Analysis: Theory and Application to Travel Demand, (5th ed. 1993), Cambridge Massachusetts): The MIT Press [3] Significance (juni 2011), Handleiding GM 2011 een rapport voor Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart Pagina 25 van 25
N33 Assen - Zuidbroek
N33 Assen - Zuidbroek Bijlage 5 Uitgangspunten bij de verkeersberekeningen Dit is een uitgave van Rijkswaterstaat Kijk voor meer informatie op www.rijkswaterstaat.nl of bel 0800-8002 (ma t/m zo 06.00-22.30
Nadere informatieBijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2
Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum mei 2013 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het Nederlands
Nadere informatieFast Strategic Model 14 maart 2012. Rik van Grol
Fast Strategic Model 14 maart 2012 Rik van Grol Fast Strategic Model Wat is dat? Een Fast Strategic Model is een model waarmee je snel een beleidsoptie voor een scenario kunt doorrekenen Beleidsopties
Nadere informatieBijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2
Bijlage B: bij Toelichting Tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum Augustus 2014 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het
Nadere informatieUitgangspunten Verkeersmodel N34
N34 provinciale weg gedeelte Witte Paal grens Drenthe Uitgangspunten Verkeersmodel N34 Planstudie ombouw provinciale weg N34 deelplan B wegvak J.C. Kellerlaan Krimweg (N377) naar een veilige regionale
Nadere informatieHet Nederlands Regionaal Model 2011, een excellent model voor de toekomst
Het Nederlands Regionaal Model 2011, een excellent model voor de toekomst Remko Smit Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer en Scheepvaart Remko.smit@rws.nl Dusica Krstic-Joksimovic Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer
Nadere informatieVoorstel 1. Het MRDH-verkeer- en vervoermodel 2.0. vast te stellen en het model vrij te geven voor gebruik aan de MRDH-gemeenten.
21 november 2018 agendapunt 4.4. Onderwerp: Vaststelling Verkeersmodel MRDH 2.0. Portefeuille: Datum: Integraliteit van beleid 25 september 2018 Contactpersoon: Arjan Veurink Telefoonnummer: 088 5445 233
Nadere informatieNRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES Deel 3: Waar komt de groei vandaan?
NRM LIMBURG 2.1 REFERENTIEMATRICES 2020 Deel 3: Waar komt de groei vandaan? Uitgebracht aan: Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, Directie Limburg Uitgevoerd door: NEA Transportonderzoek
Nadere informatieOpenbaar Vervoer Matrices in VENOM
Openbaar Vervoer Matrices in Suzanne Kieft Stadsregio Amsterdam s.kieft@stadsregioamsterdam.nl Jelmer Herder Goudappel Coffeng jherder@goudappel.nl Marits Pieters Significance pieters@significance.nl Bijdrage
Nadere informatie1 Inleiding. Verkeersmodel metropoolregio (V-MRDH) 1.0. Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Handleiding toepassing modelsysteem
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieVoorstel 1. Het MRDH-verkeer- en vervoermodel vast te stellen en het model voor gebruik beschikbaar stellen aan de MRDH-gemeenten.
20 december 2017 agendapunt 10 Onderwerp: Vaststelling MRDH-verkeer- en vervoermodel 1.0 Portefeuille: Datum: Strategie en beleid 7 december 2017 Contactpersoon: Arjan Veurink Telefoonnummer: 088 5445
Nadere informatieOMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie. 2 Uitgangspunten verkeersmodel Lelystad
Oranjewoud Ruimte en Mobiliteit OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie Uitgangspuntennotitie Datum 23 november 2009 OJW100/Gsa/0674 Kenmerk Eerste versie 1 Inleiding Oranjewoud Ruimte & Mobiliteit
Nadere informatieVerkeersmodel Amsterdam: ontwikkeling van een nieuw stedelijk model
Verkeersmodel Amsterdam: ontwikkeling van een nieuw stedelijk model Marits Pieters Significance pieters@significance.nl Jos van den Elshout Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Gemeente Amsterdam J.van.den.Elshout@amsterdam.nl
Nadere informatieBijlage E: Uitgangspunten van de verkeersberekeningen
Rijkswaterstaat Noord-Holland Bijlage E: Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum 20 mei 2011 RW1664-142-10/dijw/027 Definitief Kenmerk Eerste versie Inleiding De prognoses voor het project OTB
Nadere informatieProvinciebrede Modelaanpak Utrecht
Provinciebrede Modelaanpak Utrecht Jan Kiel NEA jki@nea.nl Rik van Grol Significance vangrol@significance.nl Eric van Dijk Provincie Utrecht eric.van.dijk@provincie-utrecht.nl Bijdrage aan het Colloquium
Nadere informatieTechnische rapportage verkeersonderzoek SLP met statisch verkeersmodel
Technische rapportage verkeersonderzoek SLP met statisch verkeersmodel Door: Rik Froma, onderzoeker verkeer en vervoer bij cluster ruimtelijke ontwikkeling Datum: 29 april 2014 0 Inhoudsopgave GEBRUIKT
Nadere informatieIs dit de grenswaarde?
Is dit de grenswaarde? Marits Pieters Significance pieters@signifance.nl Gerard de Jong Significance dejong@significance.nl Toon van der Hoorn Dienst Verkeer & Scheepvaart toon.vander.hoorn@rws.nl Bijdrage
Nadere informatieHet ritdistributiemodel
Het ritdistributiemodel H01I6A Verkeerskunde basis Ben Immers Traffic and Infrastructure Department of Civil Engineering Faculty of Engineering Katholieke Universiteit Leuven Het klassieke verkeersprognosemodel
Nadere informatieLMS 7.0: Modelbeschrijving Algemene beschrijving
Algemene beschrijving 0036/2 Algemene beschrijving een rapport voor Adviesdienst Verkeer en Vervoer door Hague Consulting Group Den Haag, november 2000 RAPPORT 0036/2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 Figurenlijst...
Nadere informatieBereikbaarheidsindicator en modellen
Bereikbaarheidsindicator en modellen 31 januari 2014 Foto: Marcel Hoogeveen Nieuwe beleidsnota Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) opgesteld (januarijuni 2011) en definitief vastgesteld in maart
Nadere informatieOplegnotitie RVMK Holland Rijnland 3.0. Ter voorbereiding van het Ambtelijk Overleg 17 december 2013
Oplegnotitie RVMK Holland Rijnland 3.0 Ter voorbereiding van het Ambtelijk Overleg 17 december 2013 In deze notitie wordt verder in gegaan op de stand van zaken van de harmonisatie en actualisatie van
Nadere informatieInstallatie Handleiding Alimentatie Rekendisk. 2011 Sdu Uitgeverij / A. Koppenaal
Installatie Handleiding Alimentatie Rekendisk / A. Koppenaal I Installatie Handleiding Alimentatie Rekendisk Inhoudsopgave A Inleiding 1 B Installatie 2 C Troubleshoot 4 1 Melding:... Kan database niet
Nadere informatieOntwerp-Tracébesluit A27/A1
Bijlage 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum Status Definitief Deze bijlage maakt geen deel uit van Ontwerp-Tracébesluit. Bijlage 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum Status
Nadere informatieAntonin- een model voor de regio Parijs 5 maart 2014
Antonin- een model voor de regio Parijs 5 maart 2014 Platos Colloquium - Jan Gerrit Tuinenga Antonin ANTONIN = ANalyse des Transports et de l Organisation des Nouvelles INfrastructures Multimodaal verkeersmodel
Nadere informatieHeeft u uw keuze al gemaakt? Ontwikkelingen in keuzemodellen. Gerard de Jong Significance, ITS Leeds en NEA
Heeft u uw keuze al gemaakt? Ontwikkelingen in keuzemodellen Gerard de Jong Significance, ITS Leeds en NEA Inhoud 1. Keuzemodellen in soorten en maten 2. RUM (random utility model) 3. GEV (generalised
Nadere informatieRoutekeuze modellen voor fietsers. Danique Ton Oded Cats Dorine Duives Serge Hoogendoorn 30 November 2017
Routekeuze modellen voor fietsers Danique Ton Oded Cats Dorine Duives Serge Hoogendoorn 30 November 2017 Waarom routekeuze modellen voor fietsers? Om het gedrag beter te begrijpen Welke factoren beïnvloeden
Nadere informatie15 jaar Nieuw Regionaal Model. Tijd voor een nieuw handboek. Jan Kiel NEA Remko Smit AVV
15 jaar Nieuw Regionaal Model Tijd voor een nieuw handboek Jan Kiel NEA (jki@nea.nl) Remko Smit AVV (r.j.smit@avv.rws.minvenw.nl) Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2004, 25 en
Nadere informatieInhoud presentatie. Netwerkanalyse Ring Utrecht Wat levert het op? 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht. 1. Achtergronden Netwerkanalyse Utrecht
Netwerkanalyse Ring Wat levert het op?, 14 maart 2007 PLATOS-colloquium Inhoud presentatie 1. Achtergronden Netwerkanalyse 4. Resultaten en gevoeligheidsanalyses 5. Tot slot Niels Hoefsloot 1. Achtergronden
Nadere informatieDe latente vraag in het wegverkeer
De latente vraag in het wegverkeer Han van der Loop, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid KiM, kennislijn 1 en 2, 5 juni 2014 Vraagstuk * Veel gehoord bij wegverbreding of nieuwe wegen: Roept extra autogebruik
Nadere informatieOverzicht presentatie. bereikbaarheid: Aanleiding: Duurzaamheidsverkenningen-2. Indicatorenset voor duurzaam ruimtegebruik
Overzicht presentatie 1. Duurzaamheidsverkenning Nederland Later Rekenen aan duurzame 2. Rekenenmethodiek duurzame bereikbaarheid bereikbaarheid: 3. Case Toepassen van TIGRIS XL in Nederland Later 4. Resultaten
Nadere informatie'foto bereikbaarheid 2016' hoe, wat en waarom
Foto bereikbaarheid 2016 hoe, wat en waarom pagina 1 Foto Bereikbaarheid 2016 Algemeen over aanleiding en aanpak Bronnen Resultaat verder ingezoomd Voorbeelden Hoe verder pagina 2 Algemeen In BB1 stond
Nadere informatieAuto inruilen voor e-bike in Vlaanderen: modelresultaten in beeld
Auto inruilen voor e-bike in Vlaanderen: modelresultaten in beeld E.A. Helder Significance helder@significance.nl K. Verlinden Significance verlinden@significance.nl Y. Vanderhoydonc Vlaamse overheid,
Nadere informatieBijlage 11 Algemene beschrijving verkeersmodel
Bijlage 11 Algemene beschrijving verkeersmodel Wat is een verkeersmodel? Een verkeersmodel is een model dat inzicht geeft in huidige en/of toekomstige verkeersen vervoerstromen. Een verkeersmodel wordt
Nadere informatieStap 1: de computer voorbereiden.
In dit stappenplan wordt beschreven hoe het Detacom systeem op een computer kan worden geïnstalleerd. Wij gaan er hierbij vanuit dat de computer voldoet aan de vereisten, en dus geschikt is. Wanneer er
Nadere informatie4jYJ 6L6 3. WPJ40 va 000E - E0L SflTSOd. UIUfl)10G nuging. JOMA ua J)lA 1SUPS!APV SJMS)[Ij 9 TM
- 4jYJ 6L6 3 WPJ40 va 000E - E0L SflTSOd UIUfl)10G nuging JOMA ua J)lA 1SUPS!APV SJMS)[Ij 9 TM Onderzoek, analyse en advies t.a.v. Regionale Kalibratie OGM 4.0 voor NRM Limburg 2.1 een rapport voor Rijkswaterstaat
Nadere informatieAUDIT VERKEERSMODEL RVMK HOLLAND RIJNLAND audit RVMK Holland Rijnland
AUDIT VERKEERSMODEL RVMK HOLLAND RIJNLAND 1 INHOUD Aanleiding Stap 1 input Check zonedata op gemeenteniveau Check netwerken (oude en nieuwe model) Check wegvakken telgegevens Opdrachtgever Holland Rijnland
Nadere informatieLCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY GEBRUIKSAANWIJZING
LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY DOWNLOADER Versie 1.1 GEBRUIKSAANWIJZING Inleiding Deze software Kan controleren of er nieuwe versies zijn van de gebruikte software. Indien er een nieuwe versie is,
Nadere informatieBig Data en mobiliteitsbeleid
Big Data en mobiliteitsbeleid Van data naar betekenis Gestart in oktober Van betekenis naar deals de eerste schreden. pagina 2 Gestart in oktober pagina 3 HERE: vertraging in ochtend- en avondspits data
Nadere informatie3. De bereikbaarheidsindicator
3. De bereikbaarheidsindicator Achtergrond Het begrip bereikbaarheid leidt nogal eens tot verwarring. Dit komt doordat onderzoekers, beleidsambtenaren en politici het begrip vanuit verschillende invalshoeken
Nadere informatie25/02/2016. STAP 2 Distributie. STAP 1 Ritgeneratie (en tijdstipkeuze) STAP 3 Vervoerwijzekeuze. STAP 4 Toedeling. Resultaten.
STAP 1 (en tijdstip) Hoeveel mensen zullen er vertrekken en aankomen in een bepaalde periode (spitsuur) Aantal vertrekken (productie) = aantal aankomsten (attractie) per motief STAP 2 Bepalen van aantal
Nadere informatieVoorbeeld Tentamenvragen Verkeer & Vervoer (Deel Thomas) Ontleend aan deeltoets 1 uit 2014.
Voorbeeld Tentamenvragen Verkeer & Vervoer (Deel Thomas) Ontleend aan deeltoets 1 uit 2014. 1. In welk(e) model(len) geclassificeerd naar functie ontbreekt de inductie stap? a. Fundamentele theorie van
Nadere informatieOnderbouwing gegevens verkeersmodel en wegeigenschappen door Provincie Zuid-Holland t.b.v. de Monitoringstool NSL 2015
Onderbouwing gegevens verkeersmodel en wegeigenschappen door Provincie Zuid-Holland t.b.v. de Monitoringstool NSL 2015 De Provincie heeft haar eigen verkeersmodel waarmee de aantallen voertuigen worden
Nadere informatieRegionale afstemming en verkeersmodellen
Regionale afstemming en verkeersmodellen Robert Cellissen Rijkswaterstaat Noord-Brabant robert.cellissen@rws.nl Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 25 en 26 november 2010, Roermond
Nadere informatie: Mobiliteit, coördinatie MIRT / gebiedsontwikkeling Midden en Oost, Gulbergen (P.J.M.G. Blanksma) : Actualisatie SRE verkeersmodel
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Vergadering Dagelijks Bestuur d.d. 3 december 2012 Agendapunt : Portefeuille Onderwerp Probleemstelling : Mobiliteit, coördinatie MIRT / gebiedsontwikkeling Midden
Nadere informatieVerkeersmodel Oldebroek. Aanvullend onderzoek verleggen aansluiting 17 Wezep A28
Verkeersmodel Oldebroek Aanvullend onderzoek verleggen aansluiting 17 Wezep A28 juni 2018 Documentbeschrijving Titel Verkeersmodel Oldebroek Ondertitel Aanvullend onderzoek verleggen aansluiting 17 Wezep
Nadere informatieExtra oefenopgaven Deel 1
1 BEREIKBAARHEID EN RUIMTELIJKE INTERACTIE Bereikbaarheid 1.1 De ooit geplande Rijksweg A3 Onderstaand schema geeft de Randstad weer met enkele kernen. In het originele Rijkswegenplan uit 1927 was ook
Nadere informatieExamen H111 Verkeerskunde Basis
pagina 1 van 5 Examen H111 Verkeerskunde Basis Katholieke Universiteit Leuven Departement Burgerlijke Bouwkunde Datum: donderdag 30 augustus 2001 Tijd: 8u30 11u30 Instructies: Er zijn 5 vragen; start de
Nadere informatieDe latente vraag in het wegverkeer
De latente vraag in het wegverkeer Han van der Loop, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Jan van der Waard, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Contactpersoon DGB: Henk van Mourik Afdelingsoverleg
Nadere informatieZELFRIJDENDE AUTO'S IN HET LMS. Maaike Snelder Bart van Arem, Remko Smit, Martijn de Kievit
ZELFRIJDENDE AUTO'S IN HET LMS Maaike Snelder Bart van Arem, Remko Smit, Martijn de Kievit ACHTERGROND Automatische voertuigen zijn er al! Automatische voertuigen komen er aan! Automatische voertuigen
Nadere informatieITS en de mobiliteitsscan
ITS en de mobiliteitsscan pagina 2 18-1-2015 Mobiliteitsscan als bron voor informatie tbv ITS Databronnen en tool Databronnen: NRM of andere bronnen voor (vracht)auto en OV-verplaatsingen Autosnelheden:
Nadere informatie3 Gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag (gaakpppd)
3 Gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag (gaakpppd) 3.1 Algemeen Het gemiddeld aantal afgelegde kilometer per persoon per dag bedraagt anno 2008 41,6 km 1. Ook voor deze indicator beschikken
Nadere informatieInformatieavond Verkeer 20 september 2012 De planstudie Ring Utrecht bevindt zich in de tweede fase van het onderzoeksproces. In de tweede fase wordt
Informatieavond Verkeer 20 september 2012 De planstudie Ring Utrecht bevindt zich in de tweede fase van het onderzoeksproces. In de tweede fase wordt het Voorkeursalternatief uit fase 1 uitgewerkt tot
Nadere informatieOV-knooppunt met P+R bij De Punt. Analyse van nut en noodzaak
OV-knooppunt met P+R bij De Punt Analyse van nut en noodzaak Inhoud Aanleiding & doel van het onderzoek Probleemanalyse Oplossingsrichtingen Advies Aanleiding & doel van dit onderzoek Omgevingsvisie Drenthe:
Nadere informatieVisie op Big data voor Strategische Verkeers- en vervoermodellen van IenW
Visie op Big data voor Strategische Verkeers- en vervoermodellen van IenW NRM North LMS NRM West NRM East Dusica Krstic-Joksimovic, Frank Hofman, NRM South Water, Verkeer en Leefomgeving-WVL, afdeling
Nadere informatieCAROLA. Computerapplicatie voor Risicoberekeningen aan Ondergrondse Leidingen met Aardgas. Installatiehandleiding. Versie: 1.2 Datum: 1 juni 2013
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl T 030 274 91 11 F 030 274 29 71 info@rivm.nl CAROLA Computerapplicatie voor Risicoberekeningen aan Ondergrondse Leidingen
Nadere informatieTB A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen
TB A1 Apeldoorn-Zuid - Beekbergen Uitgangspuntendocument voor berekeningen met het NRM Oost Definitief Inhoudelijk ongewijzigd vastgesteld t.o.v. het OTB In opdracht van: Rijkswaterstaat Oost-Nederland
Nadere informatieRWS BEDRIJFSINFORMATIE. NMCA Wegen. Achtergrondrapport. Datum 6 april 2017 Status Definitief
RWS BEDRIJFSINFORMATIE NMCA Wegen Achtergrondrapport Datum 6 april 2017 Status Definitief RWS Bedrijfsinformatie Pagina 2 van 46 Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat Informatie Robert Cellissen Telefoon
Nadere informatieHandleiding installatie Rental Dynamics
Handleiding installatie Rental Dynamics Versie: 1.1 Datum: 9 januari 2015 1. Inleiding Deze handleiding beschrijft de procedure voor de installatie van Rental Dynamics en de benodigde software. In hoofdstuk
Nadere informatieBijlage 1: Verkeersmodel Haaglanden
Bijlage 1: Verkeersmodel Haaglanden Het gebruik van verkeersmodellen voor het Verkeersrapport Rotterdamsebaan Deze bijlage handelt over het verkeersmodel Haaglanden dat is gebruikt bij deze studie. Daarnaast
Nadere informatieoktober 2009 Eindrapport corridor Den Haag Rotterdam Ruimtelijk economische effecten Programma Hoogfrequent Spoorvervoer
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer Ruimtelijk economische effecten corridor Den Haag Rotterdam Eindrapport oktober 2009 Titel Datum Versie Kenmerk Opdrachtgever Uitvoering Colofon Programma Hoogfrequent
Nadere informatieCT2710 Transport & Planning Keuzen en keuzemodellering
CT2710 Transport & Planning Keuzen en keuzemodellering Rob van Nes, Transport & Planning 9-5-2012 Delft University of Technology Challenge the future 1. Modellering transportsysteem 2 Beschrijvend model:
Nadere informatieTOUCH DISPLAY DOWNLOADER GEBRUIKSAANWIJZING
LCD MONITOR TOUCH DISPLAY DOWNLOADER GEBRUIKSAANWIJZING Versie 1.0 Modellen waarop dit van toepassing is (sinds januari 2016) PN-60TW3/PN-70TW3/PN-80TC3/PN-L603W/PN-L703W/PN-L803C (De verkrijgbaarheid
Nadere informatieEffecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland
Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Indicatie van het potentieel van Mobility Mixx wanneer toegepast op het gehele Nederlandse bedrijfsleven Notitie Delft, november 2010 Opgesteld door: A.
Nadere informatie1 Inleiding. 2 Werkwijze modelsysteem. Technisch document projectmodel N279 Herijking Veghel. Provincie Noord-Brabant. Technische rapportage
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2511 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatieModellen van vroeger. Toon van der Hoorn Rijkswaterstaat, DVS Gerard de Jong Significance
Modellen van vroeger Toon van der Hoorn, DVS Gerard de Jong Significance Achtergrond in de jaren 50-60 Snelle massamotorisering Geloof in technologie Rationele planning in een democratische maatschappij
Nadere informatieDit document beschrijft de hardware eisen voor het gebruik van WBI software.
gebruikers van het WBI instrumentarium Hardware eisen WBI2017 Zuiderwagenplein 2 8224 AD LELYSTAD Postbus 2232 3500 GE UTRECHT T 0320 298411 F 0320 249218 www.rijkswaterstaat.nl Contactpersoon Robert Slomp
Nadere informatieWat zijn de verschillen tussen SPSS 9 en SPSS 10?
Wat zijn de verschillen tussen SPSS 9 en SPSS 10? 1.1 De data-editor / het definiëren van variabelen 1.2 Het openen van bestanden 1.3 Output lezen 1.4 Mogelijke problemen 1.1.1 De data-editor Het grootste
Nadere informatieDeel 3 - Handboek voor beheerders
1 Inhoud Deel 3 - Handboek voor beheerders... 3 Configuratie van Kleos-accounts en -profielen... 4 Configuratie van extra velden... 6 Configuratie van e-mail... 8 Configuratie van de sjablonen/modellen...
Nadere informatieZakelijk Veiligheidspakket van InterNLnet Handleiding voor de installatie van Windows besturingssystemen.
Zakelijk Veiligheidspakket van InterNLnet Handleiding voor de installatie van Windows besturingssystemen. 1 INHOUD: Inleiding blz 3 a) Installatie van het Zakelijk Veiligheidspakket voor de eerste keer.
Nadere informatieGoed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel.
Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel. Henk Tromp Hans Voerknecht Dirk Bussche (Henk Tromp en Dirk Bussche zijn werkzaam bij Goudappel Coffeng,
Nadere informatieHet installeren van Microsoft Office 2012-09-12 Versie: 2.1
Het installeren van Microsoft Office 2012-09-12 Versie: 2.1 INHOUDSOPGAVE Het installeren van Microsoft Office... 2 Informatie voor de installatie... 2 Het installeren van Microsoft Office... 3 Hoe te
Nadere informatieIntroduktie: Wireless Knowhow (Zie voor daadwerkelijke Wireless Sophisti netwerk koppeling de laatste 2 pagina s)
Introduktie: Wireless Knowhow (Zie voor daadwerkelijke Wireless Sophisti netwerk koppeling de laatste 2 pagina s) Om een apparaat als Sophisti op een beveiligd draadloos netwerk te kunnen gebruiken, moet
Nadere informatie// Mamut Business Software
// Mamut Business Software Eenvoudige installatiehandleiding Inhoud Voor de installatie 3 Over het programma 3 Over de installatie 4 Tijdens de installatie 5 Voorwaarden voor installatie 5 Zo installeert
Nadere informatieVerkeerseffect aanpassing bestemmingsplan 'De Driehoek', vier scenario s
Notitie / Memo Aan: Gemeente Ermelo Van: Peter Nijhout, Marek Vesely & Jelmer Droogsma Datum: 12 oktober 2017 Kopie: Ons kenmerk: BE3581-105 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V.
Nadere informatieSTAQ in HAAGLANDEN. PLATOS 11 maart 2015. Beeld plaatsen ter grootte van dit kader. Bastiaan Possel
STAQ in HAAGLANDEN Beeld plaatsen ter grootte van dit kader PLATOS 11 maart 2015 Bastiaan Possel 2 Introductie Bastiaan Possel Adviseur Verkeersprognoses bij het team Verkeersprognoses (20 medewerkers)
Nadere informatieT-MOBILE CLOUD Windows Installatiehandleiding. Private Planet, Ltd.
T-MOBILE CLOUD Windows Installatiehandleiding Private Planet, Ltd. Copyright 2013 Private Planet Ltd. Sommige applicaties zijn niet beschikbaar in alle gebieden. De beschikbaarheid van de applicatie varieert.
Nadere informatieVraagspecificatie LMS als integraal model
RWS BEDRIJFSINFORMATIE Vraagspecificatie LMS als integraal model Datum 12 mei 2015 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat, Water Verkeer en Leefomgeving Informatie C. Hage Telefoon 088-7982618
Nadere informatieVerkeersmodel Regio Kempen 2013
Verkeersmodel Regio Kempen 2013 Technische rapportage Kempen- en A2-gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel, Valkenswaard en Waalre oktober 2013 Definitief Verkeersmodel Regio Kempen 2013 Technische rapportage
Nadere informatieZelfrijdende auto s in Vlaanderen: een vooruitblik
Zelfrijdende auto s in Vlaanderen: een vooruitblik E.A. Helder Significance helder@significance.nl K. Verlinden Significance verlinden@significance.nl Y. Vanderhoydonc Vlaamse overheid, Departement Mobiliteit
Nadere informatieHANDLEIDING VAN DATARECORDER SOFTWARE (FOR WS-9010)
HANDLEIDING VAN DATARECORDER SOFTWARE (FOR WS-9010) Inleiding Dit Temperatuurstation en de bijbehorende software van de datarecorder vormen een kwalitatief hoogstaand dataverwerkingsysteem. Nadat u de
Nadere informatieMOBILITEIT IN DEN HAAG,
Onderzoeksrapport DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek MOBILITEIT IN DEN HAAG, 2011-2014 Gemeente Den Haag 1 Gemeente Den Haag 2 Onderzoeksrapport DSO/Programmamanagement, Strategie en Onderzoek
Nadere informatieDE VLAAMSE MODELSYSTEMATIEK. OmniTRANS Information Day november 2010
DE VLAAMSE MODELSYSTEMATIEK OmniTRANS Information Day 2010 11 november 2010 MINT NV JANUARI 2011 De Vlaamse modelsystematiek Algemeen modelkader in Vlaanderen Afgeleide mesomodellen in OmniTRANS Specifieke
Nadere informatieVerkeersgegevens Recreatieverdeelweg 3e fase: technische specificatie
Memo Aan: C.H. Steur (Provincie Zeeland) Van: William van Genugten Datum: 20 februari 2017 Kopie: L.C. van Sluijs (Provincie Zeeland) Ons kenmerk: N003_T&P_BE5806-103-100 Classificatie: Vertrouwelijk HaskoningDHV
Nadere informatieJe bent jong en je wilt wat... minder auto?
- Je bent jong en je wilt wat... minder auto? Kim Ruijs Significance ruijs@significance.nl Marco Kouwenhoven Significance kouwenhoven@significance.nl Eric Kroes Significance kroes@significance.nl Bijdrage
Nadere informatieINSTALLATIE NIS UPDATE Q2-2014-02 Q2-2014-02
INSTALLATIE NIS UPDATE Q2-2014-02 Q2-2014-02 2014 Van Brug Software B.V. Hoewel deze handleiding met zeer veel zorg is samengesteld, aanvaardt Van Brug Software B.V. geen aansprakelijkheid voor enige schade
Nadere informatieModelleren van onzekerheid, met zekerheid!
Modelleren van onzekerheid, met zekerheid! Vergroting van betrouwbaarheid in verkeersmodellen in een onbetrouwbaar systeem Introductie Verkeersmodellen maar waarom? Niet alles in de werkelijkheid testen!
Nadere informatieVVP 2005 VVP 2005 VVP 2005. De kaders voor het Verkeers- en Vervoerbeleid 2005-2015 van de gemeente Amersfoort
4 4 De kaders voor het Verkeers- en Vervoerbeleid 2005-2015 van de gemeente Amersfoort Bereikbaar en bewegen Voorwoord van H. Brink, Wethouder verkeer gemeente Amersfoort Hoe houden we Amersfoort bereikbaar
Nadere informatieBijlage 1: Achtergrond, verantwoording en rekenresultaten
Pagina 2 limieten zijn er immers niet voor niets. Zo blijft van de ruim 9.000 km autosnelweg en autoweg, ruim 4.000 km over waar een snelheidsverhoging is toegepast. Dit zijn vooral autosnelwegen buiten
Nadere informatieCTB1420 Transport & Planning Verkeers- en vervoermodellen
CTB1420 Transport & Planning Verkeers- en vervoermodellen Rob van Nes, Transport & Planning 18-06-18 Delft University of Technology Challenge the future Agenda presentatie Het hoe en wat van V&V modellen
Nadere informatieOpgesteld in samenwerking met de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat
CPB Notitie Opgesteld in samenwerking met de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat Datum : 29 september 6 Aan : Ministerie van Verkeer en Waterstaat (DGP) WLO mobiliteitscenario s met prijsbeleid
Nadere informatieCT2710 Transport & Planning Verplaatsingspatronen
CT2710 Transport & Planning Verplaatsingspatronen Rob van Nes, Transport & Planning 9-5-2012 Delft University of Technology Challenge the future 1. Terugblik 2 TRAIL-lagenmodel: alleen voor transport?
Nadere informatie(Bijdragenr. 82) Dynamisch voetgangersmodel
(Bijdragenr. 82) Dynamisch voetgangersmodel Willem J. Mak Teun Immerman (Vialis bv) 1. Waarom voetgangersmodellen Door de komst van de microsimulatiemodellen is het al een aantal jaren mogelijk om complexe
Nadere informatieWinkind DVO - De standaardsoftware voor de dienst onthaalouders
1/14 Winkind DVO - De standaardsoftware voor de dienst onthaalouders Inleiding Marius Software Ontwikkeling bvba is gespecialiseerd in software voor kinderopvang. Het programma Winkind is ontwikkeld in
Nadere informatieSysteemeisen Exact Compact product update 406
1 van 6 08-10-2013 12:07 Exact Compact Systeemeisen Exact Compact product update 406 Een pressionele administratie moet bedrijfszeker zijn. U moet er in het dagelijks gebruik snel en zonder onderbrekingen
Nadere informatieBijlage. 3 Verkeer. Verkeersmodel
Bijlage 3 Verkeer Verkeersmodel Inleiding Teneinde de effecten (van de varianten) van de parallelstructuur is gebruik gemaakt van een verkeersmodel. Het verkeersmodel dat voor deze studie is gebruikt
Nadere informatieINSTALLATIE NIS UPDATE 2014-Q4-01 2014-Q4-01
INSTALLATIE NIS UPDATE 2014-Q4-01 2014-Q4-01 2014 Van Brug Software B.V. Hoewel deze handleiding met zeer veel zorg is samengesteld, aanvaardt Van Brug Software B.V. geen aansprakelijkheid voor enige schade
Nadere informatieHET BESTURINGSSYSTEEM
HET BESTURINGSSYSTEEM Een besturingssysteem (ook wel: bedrijfssysteem, in het Engels operating system of afgekort OS) is een programma (meestal een geheel van samenwerkende programma's) dat na het opstarten
Nadere informatieRekenen aan wortels Werkblad =
Rekenen aan wortels Werkblad 546121 = Vooraf De vragen en opdrachten in dit werkblad die vooraf gegaan worden door, moeten schriftelijk worden beantwoord. Daarbij moet altijd duidelijk zijn hoe de antwoorden
Nadere informatie