Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2015"

Transcriptie

1 CVDR Officiële uitgave van Bunnik. Nr. CVDR362493_1 3 juni 2016 Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2015 INHOUD 1. ALGEMEEN DEFINITIES EN BEGRIPPEN POSITIONERING BELEIDSREGELS EVALUATIE 4 2. INLEIDING WAT VERANDERT ER? WAT BETEKENT DIT? MAATWERKVOORZIENINGEN INDELING BELEIDSREGELS 5 3. IN GESPREK MET DE CLIËNT INTEGRALE ONDERSTEUNING VIA HET CENTRUM VOOR ELKAAR DE MELDING PERSOONLIJK PLAN CLIËNTONDERSTEUNING HET SOCIAAL TEAM REGIONALE EXPERTGROEP MEDISCHE ADVISERING VOORBEREIDING OP HET GESPREK HET GESPREK 7 4. ALGEMENE ZAKEN RONDOM WMO-VOORZIENINGEN WOONACHTIG EN HOOFDVERBLIJF VÓÓR DE AANVRAAG AANGESCHAFT OP HET INDIVIDU GERICHT AANVRAAG VOOR EEN AL VERSTREKTE VOORZIENING HET VOEREN VAN EEN HUISHOUDEN WAT VERSTAAN WE HIERONDER? AFWEGINGSKADER MAATWERKVOORZIENINGEN HUISHOUDELIJKE HULP TOESLAG PERSOONLIJKE VERZORGING AFBAKENING ZORGVERZEKERINGSWET EN WMO MISVERSTANDEN CRITERIA BEGELEIDING WAT VERSTAAN WE HIERONDER? AFWEGINGSKADER WMO-VOORZIENINGEN BEGELEIDING BESCHERMD WONEN AFSPRAKEN MET LANDELIJKE AANBIEDERS VOOR SPECIFIEKE GROEPEN HULP OP AFSTAND/24-UURS TELEFONISCHE HULPDIENST VERVOER MANTELZORG KORTDUREND VERBLIJF WAT VERSTAAN WE HIERONDER? AFWEGINGSKADER MAATWERKVOORZIENINGEN MANTELZORG WONEN IN EEN GESCHIKT HUIS WAT VERSTAAN WE HIERONDER? AFWEGINGSKADER WMO-VOORZIENINGEN MANTELZORG VERPLAATSEN IN EN OM DE WONING WAT VERSTAAN WE HIERONDER? AFWEGINGSKADER WMO-VOORZIENINGEN MANTELZORG 39 1

2 11. VERVOER EN HET AANGAAN EN ONDERHOUDEN VAN SOCIALE CONTACTEN WAT VERSTAAN WE HIERONDER? AFWEGINGSKADER WMO-VOORZIENINGEN WIJZE VAN VERSTREKKEN INLEIDING KEUZEMOGELIJKHEID IN NATURA PERSOONSGEBONDEN BUDGET EIGEN BIJDRAGE WAARVOOR GELDT DE EIGEN BIJDRAGE? TARIEF EN KOSTPRIJS MAXIMALE EIGEN BIJDRAGE DUUR EN HOOGTE EIGEN BIJDRAGE REGIOTAXI OVERIGE ONDERWERPEN KWALITEIT VAN VOORZIENINGEN KLANTTEVREDENHEID CALAMITEITEN PRIVACY KLACHTEN 49 BIJLAGE 1 DEFINITIES EN BEGRIPPEN 51 BIJLAGE 2 WETTELIJK KADER PGB 55 BIJLAGE 3 WERKPROCES VOOR HULPVRAGEN 57 BIJLAGE 4 MANDAAT- EN MACHTIGINGSBESLUIT ALGEMEEN 1.1 Definities en begrippen Alle definities die in deze beleidsregels worden gebruikt, hebben dezelfde betekenis als in de wet, de verordening en het besluit. Als bijlage is een verklarende woordenlijst bijgevoegd. 1.2 Positionering beleidsregels Beleidsregels zijn regels waarin wordt vastgelegd hoe het college van burgemeester en wethouders omgaat met haar bevoegdheden in de uitvoering van de Wmo De gemeente gaat handelen volgens deze beleidsregels, behalve in bijzondere omstandigheden. Maatwerk is hierbij het sleutelwoord. Beleidsregels zijn immers geen algemeen verbindende voorschriften (harde regels). De hulpvraag en de hierbij bevonden passende hulp voor de specifieke situatie zijn richtinggevend. Aangezien het veel nieuwe taken betreft, en de uitvoering nog in ontwikkeling is, kan het nodig zijn dat de beleidsregels op basis van opgedane ervaring moeten worden aangepast. Om uitvoering te geven aan de taken op het gebied van maatschappelijke ondersteuning heeft de gemeenteraad hiervoor een verordening vastgesteld en burgemeester en wethouders hebben nadere regels vastgesteld in een besluit. De beleidsregels in dit document vormen een uitwerking van de verordening en het besluit en zijn een toelichting op deze regels. 1.3 Evaluatie De door het college vastgestelde beleidsregels 2015 zullen voor het eerst in de tweede helft van 2015 worden geëvalueerd. Aan de hand van de ervaringen die zijn opgedaan in de uitvoering wordt bekeken of en zo ja op welke punten de beleidsregels moeten worden aangepast. 2. INLEIDING Per 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (kortweg Wmo 2015) van kracht. Deze vervangt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Wmo 2015 bouwt voort op de ervaringen die zijn opgedaan met de Wmo sinds 2007 en breidt de verantwoordelijkheid van gemeenten voor maatschappelijke ondersteuning uit. Gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen. Die ondersteuning moet erop gericht zijn dat mensen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven. Voor mensen met psychische of psychosociale problemen of voor mensen die, al dan niet in verband met risico s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, de thuissituatie hebben verlaten, voorzien gemeenten in de behoefte aan beschermd wonen en opvang. 2.1 Wat verandert er? Maatwerkvoorziening In de Wmo 2015 is de term maatwerkvoorziening geïntroduceerd. Maatwerk is ruimer dan de compensatieplicht zoals die tot 2015 in de Wmo stond. De maatwerkvoorziening is aanvullend op wat iemand zelf kan bijdragen en vormt samen met de inzet van eigen kracht of, indien van toepassing, gebruikelijke hulp of mantelzorg een samenhangend ondersteuningsaanbod, ofwel maatwerk. Ook het gebruik van 2

3 een algemene voorziening kan, afhankelijk van de omstandigheden van de betreffende cliënt, tot het vereiste maatwerk leiden. Gemeenten hebben in de Wmo 2015 nog steeds een resultaatverplichting. Het uitgangspunt is dat zelfredzaamheid en meedoen de verantwoordelijkheid zijn van mensen zelf. Maar gemeenten zijn gehouden om beleid te maken ter ondersteuning van mensen die niet volledig zelf kunnen voorzien in hun zelfredzaamheid en participatie, of behoefte hebben aan beschermd wonen of opvang Nieuwe taken Vanuit de AWBZ is een aantal taken overgeheveld naar de gemeenten. Het betreft: begeleiding; kortdurend verblijf; beschermd wonen; doventolk (voor het leven van alledag). 2.2 Wat betekent dit? Degenen die een beroep willen doen op ondersteuning of zorg worden aangesproken op wat zij samen met hun sociale netwerk kunnen doen. Gemeenten moeten nog meer dan voorheen naast de burger gaan staan. Zorgaanbieders moeten meer mens- en buurtgericht gaan werken. Van zorgverzekeraars en zorgkantoren wordt verwacht dat zij samenwerken met gemeenten en meer verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van de zorg in instellingen. En van de samenleving als geheel vraagt deze hervorming meer betrokkenheid en zorg voor elkaar. 2.3 Maatwerkvoorzieningen Via de Wmo 2015 worden er door de gemeente algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen verzorgd. De nu voorliggende beleidsregels gaan over de op het individu gerichte maatwerk-voorzieningen aan cliënten. Echter, algemene voorzieningen kunnen uiteindelijk wel deel uitmaken van het arrangement voor de cliënt in kwestie. 2.4 Indeling beleidsregels Bij de indeling van deze nota is uitgegaan van de uitvoering in de praktijk en de verschillende terreinen waarvoor hulpvragen worden ontvangen. Per onderwerp worden die punten benoemd die bij de beoordeling van de hulpvraag aan de orde zijn. 3. IN GESPREK MET DE CLIËNT De cliënt staat centraal. Bij het Centrum voor Elkaar kunnen inwoners binnenlopen zonder afspraak. Onderdeel van het Centrum voor Elkaar is het Sociaal Team. 3.1 Integrale ondersteuning via het Centrum voor Elkaar Als een inwoner zich bij het Centrum voor Elkaar meldt, is het de bedoeling dat hij en de medewerker van het Centrum voor Elkaar samen op zoek gaan naar een geschikte oplossing voor de vraag die de inwoner voorlegt. Inwoners en professionals kunnen tevens bij het Centrum voor Elkaar terecht om een signaal af te geven, bijvoorbeeld dat ze zich zorgen maken over iemand Informatie en advies De medewerkers van het centrum zullen zoveel mogelijk proberen de vraag van de inwoner af te handelen. Pas als blijkt dat dit niet mogelijk is wordt de procedure van een melding gestart. 3.2 De melding Als de cliënt een melding doet en er een gesprek wordt ingepland, wordt een aantal persoonsgegevens opgenomen. De medewerker van het Centrum voor Elkaar mag de cliënt om een legitimatie vragen als dat gewenst is. Tegelijkertijd wordt de cliënt gewezen op de mogelijkheid om onafhankelijke cliëntondersteuning in te schakelen en zij krijgen algemene informatie over het persoonlijk plan. De melding hoeft overigens niet van de cliënt zelf te komen. Een familielid of vriend kan bijvoorbeeld ook een melding doen als hij een probleem waarneemt. 3.3 Persoonlijk plan Cliënten kunnen voorafgaand aan het gesprek een persoonlijk plan indienen. Hierover wordt de cliënt geïnformeerd naar aanleiding van de melding. Vervolgens heeft de cliënt zeven dagen om het plan in te dienen. Er zijn geen vormvereisten aan dit plan. Het plan kan bijvoorbeeld de volgende gegevens bevatten: diagnoses die bij de cliënt gesteld zijn; stoornissen en beperkingen die de cliënt hierdoor ervaart; gestelde prognoses; informatie over mogelijke hulp van naasten; mogelijke oplossingen volgens de cliënt. 3.4 Cliëntondersteuning Cliënten kunnen gebruik maken van kosteloze en onafhankelijke cliëntondersteuning. Bij het maken van de afspraak voor het gesprek wordt de cliënt op deze mogelijkheid gewezen. Cliëntondersteuning is onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning, vanuit het belang van de cliënt. Het draagt bij aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie van de cliënt en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, zorg en preventieve zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen. In 2015 gebeurt deze ondersteuning door MEE. 3

4 3.5 Het Sociaal Team Het Sociaal Team maakt onderdeel uit van het Centrum voor Elkaar en bestaat uit medewerkers van diverse organisatie met ieder een eigen deskundigheid. De gemeente voert de regierol. 3.6 Regionale expertgroep Het Centrum voor Elkaar kan een expertgroep inschakelen om op diverse terreinen advies te geven. De expertises die zijn vertegenwoordigd in deze expertgroep zijn: medische advisering; GGZ-advisering; ergotherapeutische advisering. Daarnaast zijn er nog andere expertises vertegenwoordigd. Ook kunnen er, naar behoefte van de Sociale Teams van de gemeente De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist, expertises worden toegevoegd. Als er sprake is van een maatwerk aanvraag, dan is het altijd de gemeente die uiteindelijk beslist. Uiteraard worden de ingewonnen adviezen daarbij zeer zwaarwegend meegewogen. 3.7 Medische advisering Als de medische beperkingen van een cliënt niet duidelijk zijn, dan wordt er een advies opgevraagd bij een externe medisch deskundige. 3.8 Voorbereiding op het gesprek Voorafgaand aan het gesprek verzamelt de professional die het gesprek met de cliënt gaat voeren, alle beschikbare en van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de cliënt en zijn situatie, zodat hij een zo goed mogelijk beeld heeft van diens situatie. Aan de cliënt kan gevraagd worden om ter voorbereiding van het gesprek gegevens te verschaffen die voor het gesprek en het totale onderzoek nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen. 3.9 Het gesprek Cliënten die een melding doen en een gesprek gaan voeren, kunnen iemand ter ondersteuning meenemen naar het gesprek. Als er sprake is van mantelzorg wordt de cliënt gevraagd om degene die de mantelzorg verleent, uit te nodigen voor het gesprek. Tijdens het gesprek zal aan de cliënt toestemming worden gevraagd voor het vormen van een (digitaal) persoonsdossier. Niet altijd zal in een eerste gesprek duidelijk kunnen worden wat de oplossingen zijn voor de hulpvraag. Het totaal van de in te zetten activiteiten zal met de cliënt moeten worden besproken. In die gevallen zal er een eindgesprek plaatsvinden Uitgangspunten Het gesprek kan zowel bij de cliënt thuis als bij het Centrum voor Elkaar plaatsvinden en wordt gevoerd aan de hand van de volgende uitgangspunten: geloven in de eigen kracht van mensen en hun omgeving; regie bij mensen zelf laten; mensen zoveel mogelijk deel laten nemen aan het maatschappelijk leven; zorg en ondersteuning dicht bij de cliënt en laagdrempelig (laten) organiseren; benutten van de eigen mogelijkheden van de cliënt, sociaal netwerk en omgeving; goede informatievoorziening over mogelijkheden om zelf zorg te organiseren; algemene voorzieningen als eerste stap; integrale benadering van specifieke situaties: 1 gezin, 1 plan en waar nodig 1 regisseur; privacybescherming en informatie; (brand)veiligheid Oplossingen en afspraken met de cliënt Samen met de cliënt en de eventuele andere gesprekspartner(s), wordt er bekeken welke oplossingen er voor het probleem of de problemen mogelijk zijn. Op basis van deze oplossingen worden er afspraken gemaakt. Hierbij wordt allereerst ingezoomd op eigen kracht, het eigen netwerk. Dan de algemene voorzieningen en pas als laatste de maatwerkvoorzieningen. Deze oplossingen kunnen op verschillende gebieden liggen Andere gewoontes, andere taakverdeling of andere indeling van de woning Veel mensen zijn gewend om het huishouden op een vaste dag te doen. Als dat door ouderdom, te zwaar wordt, dan kan het een oplossing zijn om de taken in een aangepast tempo meer te spreiden over de week. In het geval dat iemand problemen heeft met het zich verplaatsen met de rollator in het huis, dan kan een andere indeling van de meubels misschien helpen om meer ruimte te creëren voor een betere verplaatsing Hulp van huisgenoten Van (gezonde) huisgenoten mag verwacht worden dat zij de taken overnemen van degene die hierin beperkt is. Ook kunnen de huisgenoten ondersteunen door de persoon met beperkingen te helpen met hun taak. Dit is niet vrijblijvend, maar heeft een verplichtend karakter vanuit de gedachte dat huisgenoten elkaar de gebruikelijke zorg bieden die voortvloeit uit het samenleven Hulp van familie, buren, vrienden of andere mantelzorgers Misschien zijn er familieleden, buren, vrienden of andere mensen die structureel of op verzoek willen helpen of hun hulp willen uitbreiden. Eventueel kan degene die hulp ontvangt ook weer iets, binnen het eigen vermogen, terug doen voor dezelfde persoon of voor iemand anders (wederkerigheid). 4

5 Mantelzorg is zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie. Mantelzorgers zijn dus mensen die langdurig en onbetaald zorgen voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende persoon uit hun omgeving. Dit kan een partner, ouder of kind zijn, maar ook een ander familielid, vriend of kennis. Zij doen dit meer dan acht uur per week en/of langer dan drie maanden. Mantelzorg en vrijwilligerszorg worden vaak door elkaar gehaald. Toch zijn het verschillende dingen: Mantelzorg overkomt je Mantelzorgers kiezen er niet voor om te gaan zorgen, het overkomt hen, omdat ze een emotionele band hebben met degene die zorg nodig heeft. Mantelzorgers zorgen soms 24 uur per dag, kunnen hier niet zomaar mee stoppen en verrichten soms verpleegkundige handelingen. Voor vrijwilligerszorg kies je Vrijwilligers kiezen ervoor om te zorgen. Als zij met het vrijwilligerswerk starten, is er (nog) geen emotionele band. Zij verlenen hun zorg voor een beperkt aantal uren en kunnen hier op eigen initiatief mee stoppen. Zorgvrijwilligers werken in georganiseerd verband en verrichten nooit verpleegkundige handelingen Hulp van vrijwilligers Ook vrijwilligers kunnen eventueel helpen. Er zijn in de gemeente Bunnik organisaties die vrijwilligers inzetten voor sociaal-maatschappelijke doelen. Ook is er de mogelijkheid om via Stichting Krachtig Krommerijn een vrijwilliger te zoeken Commerciële diensten Commerciële diensten kunnen ook een uitkomst zijn om problemen op te lossen. Denk hierbij aan de werkster, de tuinman, de glazenwasser en de kinderopvang Medische behandeling/therapie Mogelijk is er meer zelfstandigheid te behalen door medische behandeling of therapie. Behandeling is voorliggend aan het structureel verstrekken van maatwerkvoorzieningen Hulpmiddelen Hulpmiddelen kunnen ook nodig zijn om problemen op te lossen of te verminderen. Deze kunnen, in het kader van de Wmo 2015, door de gemeente verstrekt worden, maar er zijn ook veel hulpmiddelen die particulier aangeschaft kunnen worden Het ondersteuningsplan Aan het eind van het onderzoek wordt een ondersteuningsplan opgesteld. Hierin is een weergave van het/de gesprek/ken met de cliënt opgenomen. Dit ondersteuningsplan wordt binnen 5 werkdagen naar de cliënt gestuurd. In het plan wordt het volgende aangegeven: persoonlijke gegevens, waaronder eventueel een persoonlijk plan; informatie over het gesprek (wanneer); beschrijving van - de situatie van cliënt; - de besproken problemen van cliënt; - de te bereiken resultaten; - de eigen kracht van cliënt en zijn omgeving; - de oplossingen en de toegang daartoe; - het eventuele pgb-plan; eventuele noodzakelijke ondersteuning voor de mantelzorger; de afspraken die zijn gemaakt. Als de voorliggende voorzieningen niet tot een adequate oplossing leiden komt men in aanmerking voor een maatwerkvoorziening. Het door de cliënt ondertekende ondersteuningsplan kan dan worden gebruikt als aanvraag voor maatwerkvoorzieningen bij de gemeente. Nagekomen opmerkingen van of namens de cliënt worden als bijlage bij het plan gevoegd. Het plan met eventuele bijlagen wordt door de medewerker die het onderzoek heeft uitgevoerd, in het digitale cliëntdossier opgeslagen Plan bij een persoonsgebonden budget Als cliënt voor het oplossen van zijn hulpvraag een persoonsgebonden budget (pgb) wil ontvangen moet hij hiervoor een plan opstellen. Dit plan wordt bij het onderzoek betrokken Termijn afhandelen melding Het onderzoek naar aanleiding van de melding moet binnen zes weken afgerond zijn De aanvraag Hoe aanvragen Een aanvraag kan pas worden ingediend nadat het onderzoek (inclusief het gesprek) is afgerond. Als na het gesprek blijkt dat de cliënt een maatwerkvoorziening nodig heeft, kan een aanvraag worden ingediend. Dit kan door het insturen van het door de cliënt getekende ondersteuningsplan of een ingevuld aanvraagformulier Doorzendplicht 5

6 Als de aanvraag niet onder de Wmo 2015, maar onder een andere wettelijke regeling (zoals de Wet langdurige zorg of de Zorgverzekeringswet) valt, dan stuurt het Centrum voor Elkaar de aanvraag door naar de juiste instantie. Als de aanvraag naar de verkeerde gemeente is gestuurd, dan wordt deze ook doorgezonden. Aanvragen die betrekking hebben op beschermd wonen worden doorgezonden aan het college van burgemeester en wethouders van centrumgemeente Utrecht waar deze regeling wordt uitgevoerd. Dit gebeurt nadat er een gesprek met de professional van het Sociaal Team en een expert van de regionale expertgroep heeft plaatsgevonden. Op beschermd wonen is de Verordening maatschappelijke ondersteuning Utrecht 2015 van toepassing Termijn afhandelen aanvraag Het nemen van beslissingen is gemandateerd aan de consulenten van het Centrum voor Elkaar. Voor het afhandelen van een aanvraag geldt een termijn van twee weken. De beschikking wordt door de gemeente binnen twee weken na ontvangst van de aanvraag verzonden aan de cliënt Beschikking Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening in natura wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd: welke de te verstrekken voorziening is en wat het beoogde resultaat daarvan is; wat de ingangsdatum en duur van de verstrekking is; hoe de voorziening wordt verstrekt, en indien van toepassing; welke andere voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn. Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening in de vorm van een pgb wordt in de beschikking in ieder geval vastgelegd: voor welk resultaat het pgb kan worden aangewend; welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb; wat de hoogte van het pgb is en hoe hiertoe is gekomen; wat de duur is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld; de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb. Aan de cliënt wordt gemeld of er een eigen bijdrage verschuldigd is Bezwaar Als een cliënt het niet eens met een beslissing kan hij bewaar maken. De gemeente adviseert de cliënt om eerst contact op te nemen met de gemeente om een toelichting op het besluit te kunnen geven. Wil men dan alsnog bewaar maken dan kan dit door een brief te sturen aan het college van burgemeester en wethouders. Dit moet gebeuren binnen zes weken na de dag waarop de beschikking is verzonden. In het bezwaarschrift moeten de volgende gegevens staan: naam, adres, burgerservicenummer; datum en handtekening; tegen welke beschikking bewaar wordt gemaakt; de reden van bezwaar. Het bezwaarschrift kan ook met het webformulier ( bezwaarschriftformulier ) worden ingediend via de website Hiervoor heeft men een elektronische handtekening (DigiD) nodig. Voorlopige voorziening. Een besluit geldt ook tijdens de bezwaarprocedure. Als men dit niet wil kan men een voorlopige voorziening vragen bij de rechtbank. Dit kan alleen als er al een bezwaarschrift is ingediend. Een voorlopige voorziening vraagt men aan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland. Het postadres is: Rechtbank Midden-Nederland, afdeling Bestuursrecht, voorlopige voorzieningen Postbus DA Utrecht. Voor een voorlopige voorziening betaalt men griffierecht. 4. ALGEMENE ZAKEN RONDOM WMO-VOORZIENINGEN Voordat er dieper ingegaan wordt op de problematiek en de eventueel in te zetten maatwerk-voorzieningen, wordt er eerst een aantal algemene zaken beoordeeld: is de cliënt woonachtig in de gemeente Bunnik?; is de gevraagde voorziening al aangeschaft?; is de gevraagde voorziening langdurig noodzakelijk?; is de gevraagde voorziening gericht op het individu?; betreft het een voorziening ter vervanging van een eerder toegekende voorziening? 4.1 Woonachtig en hoofdverblijf Woonachtig Het kan voorkomen dat er twijfel is over waar de aanvrager woonachtig is. Voor het begrip woonachtig, zijn er de volgende criteria: het adres waar betrokkene woont volgens de gemeentelijke basisadministratie (GBA) en; het adres waar betrokkene voor meer dan de helft van het jaar feitelijk woont. Alleen ingeschreven zijn in het GBA is dus niet voldoende Hoofdverblijf 6

7 De gemeente Bunnik neemt alleen aanvragen in behandeling van inwoners van de gemeente Bunnik. Dat betekent dat de aanvrager zijn hoofdverblijf in de gemeente Bunnik moet hebben en dat hij dus meer dan de helft van het jaar in Bunnik verblijft. Het hoofdverblijf is een verblijfplaats die voor permanente bewoning geschikt is en die fungeert als het centrum van de sociale en maatschappelijke activiteiten van betrokkene. Een voor permanente bewoning geschikte verblijfplaats bevat in ieder geval een keuken, een wasgelegenheid en een slaapgelegenheid. Het verschil tussen de begrippen woonachtig en hoofdverblijf is alleen relevant wanneer iemand twee adressen heeft binnen de gemeente Bunnik. Anders is het hoofdverblijf leidend. 4.2 Vóór de aanvraag aangeschaft Als iemand een voorziening aanschaft voordat hij een aanvraag doet bij de gemeente, dan stelt hij de gemeente voor een voldongen feit. De gemeente kan dan meestal de situatie voorafgaand aan de aanpassing niet goed meer beoordelen en heeft ze geen invloed meer op de aanschaf van de voorziening. Als achteraf niet meer is vast te stellen of de voorziening noodzakelijk was, dan wordt de aanvraag afgewezen. De bewijslast ligt hierbij vooral bij de aanvrager. Alleen als achteraf objectiveerbaar is vast te stellen dat de voorziening noodzakelijk is, dan kan de aanvraag mogelijk worden toegekend. De hoogte van de vergoeding wordt echter gebaseerd op de goedkoopst adequate voorziening, ook wanneer de cliënt een duurdere voorziening heeft aangeschaft. 4.3 Op het individu gericht Het verstrekken van een voorziening heeft het doel om de belemmeringen die de cliënt ondervindt op te heffen of te verminderen. In principe wordt er geen rekening gehouden met de belemmeringen die door mensen uit de omgeving van cliënt worden ondervonden. Het gaat om de vraag of de te verstrekken voorziening voor de cliënt zelf een adequate voorziening is. Deze bepaling houdt echter niet in dat er geen rekening wordt gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de cliënt en de afstemming met andere algemene en voorliggende voorzieningen. Het gaat hierbij puur om het feit dat iemand geen gemeenschappelijke voorziening kan aanvragen. 4.4 Aanvraag voor een al verstrekte voorziening Hier gaat het om een voorziening die eerder door de gemeente is verstrekt en waarvan de afschrijvingstermijn nog niet voorbij is. In dat geval wordt er geen nieuwe voorziening verstrekt. Behalve wanneer de voorziening waar het om gaat, buiten de schuld van de aanvrager, niet meer functioneert (lees: niet meer adequaat te gebruiken is) Afschrijvingstermijnen De gemeente houdt de volgende afschrijvingstermijnen aan voor de verstrekte voorzieningen: sportrolstoelen: 3 jaar; rolstoelen, vervoermiddelen en roerende woonvoorzieningen: 7 jaar; niet-roerende woningvoorzieningen: 10 jaar. De afschrijvingstermijnen worden zowel bij voorzieningen in natura als bij voorzieningen die in de vorm van een pgb zijn verstrekt, toegepast. Dat betekent dat van cliënten die een pgb krijgen om een voorziening aan te schaffen, verwacht wordt dat ze een voorziening kopen die in ieder geval de voor de categorie gestelde afschrijvingsperiode mee gaat. Voorzieningen waarvan de afschrijvingstermijn is verstreken, maar die nog goed functioneren, worden niet vervangen Onzorgvuldig gebruik Soms blijken reparaties nodig aan voorzieningen die door onzorgvuldig gebruik of zelfs misbruik kapot zijn gegaan. Als dit zich vaker voordoet bij dezelfde persoon, dan wordt er een aangetekende waarschuwing gestuurd waarin staat dat de voorziening wordt ingenomen als het weer gebeurt. Bij grove nalatigheid geldt hetzelfde. Zolang de afschrijvingstermijn niet is verlopen, hoeft de gemeente geen nieuwe voorziening te verstrekken. Ook als iemand een pgb heeft, kan de gemeente op deze manier ingrijpen. De kosten die nodig zijn voor het repareren van de voorziening door onzorgvuldig gebruik worden door de gemeente verhaald op de gebruiker van de voorziening Buitenland Voor het meenemen van voorzieningen naar het buitenland dient de gebruiker toestemming te vragen aan de gemeente. Als de gemeente toestemming verleent om de voorziening mee te nemen naar het buitenland is de gebruiker zelf verantwoordelijk voor de eventueel te maken kosten voor reparatie in het buitenland. Raakt de voorziening onbruikbaar of zoek door het vervoer naar het buitenland of het gebruik in het buitenland dan is de gebruiker verantwoordelijk voor het vergoeden van de kosten voor de aanschaf van een gelijkwaardige voorziening. Het afsluiten van een reisverzekering wordt sterk aangeraden. 5. HET VOEREN VAN EEN HUISHOUDEN 5.1 Wat verstaan we hieronder? Onder het voeren van een huishouden verstaan we: de regie kunnen voeren over een zelfstandig huishouden; het schoonmaken van het huis, zodat het schoon en leefbaar is; het doen van de was, zodat er schone, draagbare en doelmatige kleding voorhanden is. Ook het verzorgen van eventuele (jonge) kinderen hoort bij het huishouden Regie voeren over een zelfstandig huishouden 7

8 Onder regie voeren over een zelfstandig huishouden wordt verstaan dat iemand in staat is zelf inzicht te hebben in de noodzakelijke uitvoering van de werkzaamheden die nodig zijn om te komen tot een schoon en leefbaar huis Schoonmaken van het huis Tot het schoonmaken van het huis behoort het zware en lichte huishoudelijk werk. Het gaat daarbij concreet om het stofzuigen van de woning, het soppen van badkamer, keuken, toilet, het dweilen van vloeren en het verder schoon en opgeruimd houden van de ruimten die bewoond worden. Het gaat om alle activiteiten om het huis, exclusief de tuin en het lappen van de ramen aan de buitenkant, maar inclusief balkon en berging, om het huis schoon en leefbaar te houden. Deze ruimten zijn die ruimten die (op het niveau van sociale woningbouw) voor dagelijks gebruik noodzakelijk zijn. Het niveau van sociale woningbouw betekent dat dit niveau als uitgangspunt wordt genomen. Daarbij kunnen persoonskenmerken en behoeften het noodzakelijk maken hiervan af te wijken Maaltijden bereiden Voor het bereiden van maaltijden geldt dat er adequate voorliggende mogelijkheden zijn, zoals maaltijdservices, open eettafels en kant-en-klaarmaaltijden. Als in een persoonlijke situatie blijkt dat het niet mogelijk is om van deze voorzieningen gebruik te maken dan kan gekeken worden of het toekennen van uren hulp bij het huishouden een maatwerkoplossing kunnen bieden De was doen De dagelijkse kleding moet met enige regelmaat gereinigd worden. Dit betekent het wassen, drogen, eventueel strijken en opvouwen van kleding en linnengoed. En soms moet er klein verstelwerk worden gedaan, zoals het repareren van een los naadje of het vastzetten van een knoop. We spreken hierbij uitsluitend over normale kleding voor alledag. Daarbij is het uitgangspunt dat zo min mogelijk kleding gestreken hoeft te worden. Met het kopen van kleding kan hier rekening mee worden gehouden. Bij het wassen en drogen van kleding is het normaal gebruik te maken van de beschikbare (algemeen gebruikelijke) moderne hulpmiddelen, zoals een wasmachine en een droger. 5.2 Afwegingskader Voorliggende en algemeen gebruikelijke voorzieningen Beoordeeld wordt of er voorliggende en/of algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn waar de cliënt gebruik van kan maken en ook in staat wordt geacht om zelfstandig de voorziening in te zetten. Voorbeelden hiervan zijn: een algemene voorziening voor het verkrijgen van hulp bij het huishouden voor licht en zware schoonmaakactiviteiten; een glazenwasser voor het reinigen van de ramen aan de buitenkant; een boodschappenservice zoals het via internet bestellen van boodschappen; een vrijwilliger die meegaat om boodschappen te doen; maaltijdvoorziening of kant en klare maaltijden; aanschaf van een droogtrommel; een tuinman; een hondenuitlaat-service. Deze lijst is niet limitatief. In de loop der tijd zullen voorzieningen die nu nog weinig voorkomen en/of duur zijn, steeds meer ingeburgerd raken en dan als voorliggend kunnen worden aangemerkt. Bij het beoordelen van de vraag of een voorziening als voorliggend beschouwd kan worden, moet onderzocht worden of de voorziening voor de persoon in kwestie beschikbaar is en past binnen zijn situatie Andere eigen mogelijkheden Ook wordt beoordeeld of er andere eigen mogelijkheden zijn. Hierbij kan gedacht worden aan de situatie waarin men al jaren op eigen kosten iemand voor deze werkzaamheden inhuurt. Als tegelijk met het optreden van de beperking geen inkomenswijziging heeft plaatsgevonden en er geen aantoonbare meerkosten zijn in relatie tot de beperking, is het oordeel in zijn algemeenheid dat er geen maatwerk nodig is, omdat het probleem al opgelost was. Dit is uiteraard anders als aangetoond kan worden dat er zodanige wijzigingen zijn dat het niet meer mogelijk is deze hulp zelf te betalen Gebruikelijke zorg Gebruikelijke zorg, die huisgenoten geacht worden aan elkaar te verlenen, wordt ook als een voorliggende voorziening beschouwd. Het principe gebruikelijke zorg is gebaseerd op de gedachte dat een leefeenheid samen verantwoordelijk is voor het huishoudelijke werk. Er mag daarbij echter geen sprake zijn van (dreigende) overbelasting van de huisgeno(o)t(en). In het gesprek is hier aandacht voor Huisgenoot Onder huisgenoot wordt verstaan: een persoon die, ofwel op basis van een familieband, ofwel op basis van een bewuste keuze, één huishouden vormt met de persoon die beperkingen ondervindt. Een huisgenoot is bijvoorbeeld een inwonend kind, maar kunnen ook inwonende ouders zijn. Of er sprake is van inwonend, wordt beoordeeld op basis van de concrete feitelijke situatie Wie valt buiten de leefeenheid? Personen die een (pension)kamer huren, niet in enige familiebetrekking staan tot de aanvrager en een huurcontract hebben, worden niet gezien als onderdeel van de leefeenheid. Andere zaken waaruit blijkt dat er gescheiden huishoudens zijn, zijn bijvoorbeeld verschillende huisnummers, splitsing van de kosten voor nutsvoorzieningen en aparte voordeuren. 8

9 Rekening houden met de leeftijd van de huisgenoten Bij gebruikelijke zorg wordt er rekening gehouden met de leeftijd van de huisgenoot. Tot 18 jaar wordt er van huisgenoten verwacht dat zij (afhankelijk van hun leeftijd en mogelijkheden) hun bijdrage leveren bijvoorbeeld door hun eigen kamer schoon te houden en door hand- en spandiensten te verrichten, zoals het doen van (kleine) boodschappen, het helpen bij de afwas, et cetera. Van jonge kinderen wordt uiteraard niets of zeer weinig verwacht, terwijl kinderen van 16 en 17 jaar geacht worden om een substantiële bijdrage te leveren. Van (gezonde) jongvolwassenen van 18 tot 23 jaar wordt verwacht dat ze een eenpersoonshuishouden kunnen voeren. Van (gezonde) volwassenen vanaf 23 jaar wordt verwacht dat ze een volledig huishouden kunnen voeren Huishouden naast een baan Bij gebruikelijke zorg wordt uitgegaan van de mogelijkheid om naast een baan een huishouden te kunnen runnen. Iedereen die werkt moet naast zijn werk het huishouden doen of hier eigen oplossingen voor zoeken, zoals het inhuren van particuliere hulp. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor tweeverdieners Ver en lang van huis Alleen bij daadwerkelijke afwezigheid van de huisgenoot gedurende een aantal dagen en nachten, zullen de niet-uitstelbare taken overgenomen kunnen worden. Bij het zwaar en licht huishoudelijk werk gaat het veelal om uitstelbare taken. Alleen als schoonmaken niet kan blijven liggen (regelmatig geknoeide vloeistoffen en eten) zal dat direct moeten gebeuren. Hier zal dan ondanks de gedeeltelijk gebruikelijke zorg wel voor geïndiceerd worden. In alle situaties waarbij er sprake is van een eigen keuze, wordt hier geen rekening mee gehouden. De afwezigheid moet dus een verplichtend karakter hebben. Voorbeelden hiervan zijn: chauffeurs die op het buitenland reizen; medewerkers in de offshore; marinemensen en militairen die maanden achtereen van huis zijn. Het gaat te ver om deze mensen te dwingen om ander werk te zoeken. Vakantie heeft geen verplichtend karakter en wordt dus als eigen keuze gezien Niet willen of niet gewend Bij de indicatie wordt geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat huisgenoten aangeven dat ze het huishoudelijke werk niet willen doen of niet gewend zijn om te doen. In situaties dat personen uit de leefeenheid nog nooit huishoudelijk werk hebben gedaan en dit niet kunnen, kan via een tijdelijke indicatie hulp worden geboden bij het aanleren van huishoudelijke taken. De taak wordt dan niet overgenomen maar via instructies aangeleerd Ouderen Ouderen die in staat zijn tot het verrichten van huishoudelijk werk vallen ook onder de gebruikelijke zorg. Een (zeer) hoge leeftijd kan in omstandigheden aanleiding zijn om niet te vragen het huishoudelijke werk aan te leren. Vanaf 80 jaar wordt van een huisgenoot niet meer verwacht dat hij het huishoudelijke werk gaat aanleren Mantelzorg In de overweging wordt ook meegenomen of er sprake is van mantelzorg. Mantelzorg is niet afdwingbaar, maar als er taken zijn die door een mantelzorger worden overgenomen, dan hoeven die natuurlijk niet door een hulp worden overgenomen. Als er sprake is van een latrelatie, dan zal de gemeente nagaan of en in hoeverre de partner bij kan dragen aan het huishouden. 5.3 Maatwerkvoorzieningen Als al het voorafgaande niet geleid heeft tot een oplossing van het probleem, zal de gemeente een maatwerk voorziening inzetten. Over het algemeen bestaat deze voorziening uit hulp bij het huishouden Bepalen omvang Bij het verstrekken van hulp bij het huishouden worden voor het bepalen van de omvang van de noodzakelijk uit te voeren taken geen vaste normtijden aangehouden. Uitgangspunt is dat men kan participeren op het voor de cliënt gebruikelijk geachte niveau. In overleg met de cliënt moet bepaald worden hoe lang het duurt om bepaalde huishoudelijke taken uit te voeren en hoeveel ondersteuning eventueel nodig is. 5.4 Huishoudelijke hulp toeslag Om de vermindering van werkgelegenheid voor schoonmaakmedewerkers tegen te gaan heeft het ministerie van VWS een tijdelijke regeling in het leven geroepen. Het gaat daarbij om hulp bij het huishouden dat niet onder de Wmo 2015 valt. De gemeente heeft voor de jaren 2015 en 2016 middelen ontvangen en gaat deze onder andere inzetten voor mantelzorgers die (nog) niet overbelast zijn, maar wel ondersteuning in het huishouden willen ontvangen. Een geregistreerde mantelzorger kan hulp ontvangen van een van de zorgaanbieders waarmee de gemeente een contract heeft. De kosten bedragen 20,-- per uur, waarvan de gemeente 12,50 voor haar rekening neemt. Ook kunnen de middelen worden ingezet op het moment dat de maatwerkvoorziening HH1 wordt omgezet naar een algemene voorziening. 6. PERSOONLIJKE VERZORGING 6.1 Afbakening Zorgverzekeringswet en Wmo

10 Per 1 januari 2015 is de zorg van 95% van de mensen aan wie persoonlijke verzorging op grond van de AWBZ werd verleend overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). De persoonlijke verzorging aan de overige 5% van de mensen is samen met begeleiding onder de verantwoordelijkheid van gemeenten gebracht. Voor een goed begrip van het verschil tussen wijkverpleging (Zvw) en verzorging op grond van de Wmo 2015 is het belangrijk om onderscheid te maken tussen cliënten die in 2014 al persoonlijke verzorging kregen op basis van de AWBZ en nieuwe cliënten die vanaf 1 januari 2015 voor het eerst of opnieuw een beroep doen op zorg of ondersteuning Overgangsrecht bestaande AWBZ-cliënten met persoonlijke verzorging Naar zorgverzekeraar AWBZ-cliënten met persoonlijke verzorging met een indicatie op basis van de grondslagen: psychogeriatrisch; lichamelijke beperking of; somatische aandoening; kunnen gebruik maken van het overgangsregime voor wijkverpleging. De AWBZ-indicatie is de geldige verwijzing voor het verkrijgen van wijkverpleging. Zij krijgen per 1 januari 2015 de zorg van hun zorgverzekeraar Naar gemeente AWBZ-cliënten met persoonlijke verzorging met een indicatie op basis van de grondslagen: psychiatrische aandoening of beperking; verstandelijke of zintuiglijke handicap; kunnen gebruik maken van het overgangsrecht in de Wmo De gemeente verleent aan deze cliënten de persoonlijke verzorging uit de indicatie tot uiterlijk 31 december 2015, of zoveel eerder als de indicatie eindigt Dubbele grondslag Voor AWBZ-cliënten met een dubbele grondslag geldt dat de dominante grondslag leidend is voor de overgang-situatie. Voorbeelden: Een cliënt met een verstandelijke handicap en een somatische aandoening, waarbij de verstandelijke handicap dominant is, heeft overgangsrecht op grond van de Wmo De gemeente is verantwoordelijk voor de zorg vanaf 1 januari Voor een cliënt met een verstandelijke handicap en een somatische aandoening, waarbij de somatische aandoening dominant is, geldt het overgangsregime van de Zvw. De zorgverzekeraar is verantwoordelijk voor de zorg vanaf 1 januari Als een cliënt van mening is dat de zorg of ondersteuning die wordt verleend niet langer passend is voor zijn zorgvraag of ondersteuningsbehoefte, kan hij zich melden bij de gemeente of de wijkverpleegkundige voor het opnieuw laten vaststellen van de benodigde zorg of ondersteuning Nieuwe cliënten per 1 januari 2015 Wanneer mensen behoefte hebben aan zorg of ondersteuning kunnen zij zich vanaf 1 januari 2015 melden bij de gemeente voor ondersteuning en bij de wijkverpleegkundige voor wijkverpleging Zorgverzekeringswet In de Zvw is bepaald dat mensen aanspraak hebben op verpleging en verzorging zoals verpleegkundigen die plegen te bieden wanneer zij behoefte hebben aan geneeskundige zorg, of een hoog risico daarop. Deze zorg maakt onderdeel uit van het basispakket van verzekerden. De (wijk)verpleegkundige bepaalt de behoefte aan verpleging en verzorging van de verzekerde naar aard, inhoud en omvang. De toevoeging of een hoog risico daarop is de basis voor inzet van enkel persoonlijke verzorging, zoals hulp bij het opstaan of het wassen. Bijvoorbeeld bij mensen op een hoge leeftijd die nog niet direct behoefte hebben aan geneeskundige zorg, maar wel een hoog risico hebben hieraan behoefte te krijgen. De (wijk)verpleegkundige heeft nadrukkelijk de ruimte om, op basis van de professionele afweging, persoonlijke verzorging te bieden in een situatie waar nog geen sprake is van dominante medische problematiek. Voorbeelden: het bieden van zorg aan ouderen, mensen met een lichamelijke handicap of mensen met een chronische ziekte zoals diabetes en multiple sclerose Wmo 2015 De behoefte aan verzorging zoals die ten laste van de AWBZ werd verleend, kan ook samenhang hebben met de behoefte aan begeleiding. Deze verzorging houdt dan geen verband met de behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop. Deze verzorging in de vorm van ondersteuning wordt niet naar het basispakket overgeheveld, maar wordt net als de AWBZ functie begeleiding gepositioneerd onder de Wmo De Wmo 2015 regelt de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het ondersteunen van mensen die er niet op eigen kracht of met hulp van hun sociale netwerk in slagen zelfredzaam te zijn of te participeren in de samenleving. De omschrijving van zelfredzaamheid bevat twee elementen: het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen het voeren van een gestructureerd huishouden 10

11 Algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) zijn de handelingen die mensen dagelijks in het gewone leven verrichten. Het begrip ADL wordt gebruikt om te bepalen in hoeverre iemand zelfredzaam is. De persoonlijke verzorging van mensen valt binnen deze begripsbepaling. Iemand die als gevolg van beperkingen ADL-verrichtingen niet zelf kan doen, zal hulp nodig hebben en, indien hij zoveel hulp nodig heeft dat het niet verantwoord is dat hij zonder enige vorm van (vrijwel) continu toezicht en hulp leeft, misschien zelfs niet langer thuis kan blijven wonen. Voor de zelfredzaamheid van mensen zijn de volgende algemene dagelijkse levensverrichtingen van belang: in en uit bed komen, aan- en uitkleden, bewegen, lopen, gaan zitten en weer opstaan, lichamelijke hygiëne, toiletbezoek, eten/drinken, medicijnen innemen, ontspanning, sociaal contact. Voorbeelden: het bieden van ondersteuning bij de persoonlijke verzorging van iemand met een verstandelijke handicap of psychiatrische aandoening AWBZ-grondslagen niet voor nieuwe cliënten De AWBZ-grondslagen psychogeriatrisch, lichamelijke beperking of somatische aandoening, psychiatrische aandoening of beperking, verstandelijke of zintuiglijke handicap komen niet terug in de Zvw en de Wmo De grondslagen worden alleen gebruikt voor het bepalen van de overgangssituatie voor oud AWBZcliënten aan wie persoonlijke verzorging wordt verleend. Voor nieuwe cliënten geldt dat gemeenten op basis van het zorgvuldig onderzoek zoals die zijn opgenomen in de Wmo 2015 gehouden zijn passende ondersteuning te verlenen aan mensen die behoefte hebben aan ondersteuning bij hun zelfredzaamheid en participatie. De (wijk)verpleegkundige bepaalt op basis van het criterium van behoefte aan geneeskundige zorg, of een hoog risico daarop, de aard, inhoud en omvang van de zorg zoals verpleegkundigen die plegen te bieden. De zorg maakt onderdeel uit van het basispakket van alle verzekerden. 6.2 Misverstanden Gemeenten verlenen alleen handen-op-de-rug-zorg Het zogenaamde criterium van handen-op-de-rug-zorg is geen onderscheidend criterium voor het bepalen van de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de zorgverzekeraar en de gemeente voor het verlenen van zorg en ondersteuning aan mensen die daarop zijn aangewezen. Niet voor huidige cliënten en niet voor nieuwe cliënten! De overgangsbepalingen voor huidige cliënten en toegangscriteria voor nieuwe cliënten zoals opgenomen in de Wmo 2015 en Zvw zijn in alle gevallen leidend. Gemeenten verlenen geen lijfsgebonden zorg De ondersteuning bij algemeen dagelijkse levensverrichtingen op basis van de Wmo 2015 kan ook lijfsgebonden zijn. Het zogenaamde criterium lijfsgebonden zorg is geen onderscheidend criterium voor het bepalen van de verantwoordelijkheidsverdeling tussen de zorgverzekeraar en de gemeente voor het verlenen van zorg en ondersteuning aan mensen die daarop zijn aangewezen. Niet voor huidige cliënten en niet voor nieuwe cliënten! 6.3 Criteria Voor de Zvw geldt het criterium van de behoefte aan geneeskundige zorg, of een hoog risico daarop. Voor de Wmo 2015 geldt het criterium voor de behoefte aan ondersteuning voor zelfredzaamheid, vastgesteld volgens de vereisten van het zorgvuldig onderzoek. 7. BEGELEIDING 7.1 Wat verstaan we hieronder? Begeleiding is gericht op het bevorderen en/of het behoud van zelfredzaamheid en het participeren in de maatschappij van de cliënt. Begeleiding is bedoeld voor mensen die zonder deze begeleiding zouden moeten verblijven in een instelling of zouden verwaarlozen. Begeleiding kan individueel of in groepsverband worden ingezet. Bij zelfredzaamheid gaat het hier om de lichamelijke, cognitieve en psychische mogelijkheden die de cliënt in staat stellen om binnen de persoonlijke levenssfeer te functioneren. In de eerste plaats kan het gaan om het actief herstellen van het beperkte of afwezige regelvermogen van de cliënt, waardoor hij onvoldoende of geen regie over het eigen leven kan voeren. Het gaat dan om zaken als het helpen plannen van activiteiten, regelen van dagelijkse zaken, het nemen van besluiten en het structureren van de dag. De grens tussen de persoonsgebonden sociale omgeving en participatie is niet altijd scherp te trekken. Daarom is er voor inwoners met matige en zware beperkingen binnen de begeleiding ook ondersteuning mogelijk in de vorm van het stimuleren tot en het voorbereiden van gesprekken met instanties op het terrein van wonen, school, werk, enzovoort. In de tweede plaats kan de begeleiding de vorm aannemen van praktische hulp en ondersteuning bij het uitvoeren of het eventueel ondersteunen bij het oefenen van handelingen/vaardigheden die zelfredzaamheid tot doel hebben. 7.2 Afwegingskader Waarom begeleiding Begeleiding kan nodig zijn voor cliënten met lichte, matige en zware beperkingen op één of meer van de volgende zes terreinen: ondersteunen bij en opbouwen van sociaal netwerk cliënt; ondersteunen van de thuisadministratie; ondersteuning bij arbeidsparticipatie/dagbesteding; 11

12 ondersteuning bij zelfzorg; persoonlijk functioneren; mantelzorgondersteuning. Het onderscheid tussen lichte, matige of zware beperkingen wordt op elk van de zes terreinen onderzocht aan de hand van een aantal aspecten Ondersteunen bij en het opbouwen van sociaal netwerk Hierbij gaat het om de volgende aspecten: inwoner heeft gezond sociaal netwerk en vervult daarbinnen een passende sociale rol; inwoner is in staat een beroep te doen op personen in zijn/haar sociaal netwerk; inwoner kan eigen problematiek in relatie tot sociale netwerk hanteren; bij bemoeizorg: Inwoner staat open voor opbouw sociaal netwerk; bij bemoeizorg en geïsoleerde Inwoners zonder een sociaal netwerk is het resultaat Inwoner heeft een gezond sociaal netwerk een brug te ver. Het gaat hier om het opbouwen van een sociaal netwerk met als achterliggende doelstelling mensen uit isolement of uit verkeerde/foute sociale omgeving te halen. Bij bemoeizorg is op die wijze afname van overlast en aanleren van hanteerbaar gedrag beoogd. het Sociale netwerk van de Inwoner levert een positieve bijdrage aan zelfredzaamheid en participatie van de inwoner Ondersteunen van de thuisadministratie Hierbij gaat het om de volgende aspecten: overzicht over de administratie / administratie op orde; tijdige betaling van rekeningen; inkomsten en uitgaven in balans; indien aanwezig beheersbaar maken van de schulden problematiek (en indien mogelijk in relatie tot de inkomsten: vermindering van de schuldenlast) Ondersteuning bij arbeidsparticipatie/dagbesteding Hierbij gaat het om de volgende aspecten: inwoner heeft een zinvolle (verplichte) dagbesteding; inwoner heeft onbetaald werk met ondersteuning; inwoner heeft onbetaald werk zonder ondersteuning; inwoner heeft betaald werk met ondersteuning; inwoner heeft betaald werk zonder ondersteuning; mantelzorger is ontlast Ondersteuning bij zelfzorg Hierbij gaat het om de volgende aspecten: inwoner is in staat zich zelf te verzorgen; inwoner draagt schone kleding; inwoner ziet er verzorgd uit; inwoner komt afspraken met zorgprofessionals (zoals huisarts, tandarts, medisch specialist) na Persoonlijk functioneren Hierbij gaat het om de volgende aspecten: inwoner brengt structuur aan en voert regie over de dagelijkse bezigheden, regelt zelf en neemt besluiten, plant en voert taken uit; inwoner accepteert zijn beperkingen en kan hiermee omgaan; inwoner maakt gebruik van het eigen probleemoplossend vermogen; inwoner heeft een gezond voedingspatroon en voldoende dagelijkse beweging; inwoner gaat op een verantwoorde manier om met alcohol, drugs en gamen; bij bemoeizorg: inwoner accepteert contact met hulpverlener, staat open voor reguliere behandeling/ondersteuning en is trouw aan behandeling Mantelzorgondersteuning Hierbij gaat het om de volgende aspecten: mantelzorger is niet overbelast; mantelzorger kan omgaan met de gevolgen van aandoening, stoornis of beperking van de inwoner; mantelzorger kent eigen competenties en mogelijkheden en de grenzen daaraan Voorliggende voorzieningen Jeugdwet Kinderen en jongeren tot 18 jaar vallen onder de Jeugdwet Behandeling Onder behandeling vallen activiteiten die gericht zijn op het verbeteren (tegengaan van verslechtering) van de aandoening, stoornis of beperking. Daarbij hoort het verbeteren van algemene competenties en vaardigheden (zoals beheersen van gedrag, verbeteren van fysieke vaardigheden als conditie, bewegingsvermogen, en/of mentale vaardigheden als oriëntatievermogen, concentratievermogen, enzovoort). Het gaat om gerichte professionele interventies, waarvoor expertise op het niveau van een specifiek medicus (specialist ouderengeneeskunde, arts verstandelijk gehandicapten, enzovoort), specifiek paramedicus (bijvoorbeeld ergotherapeut), vaktherapeut (bijvoorbeeld drama-/speltherapeut) of gedragswetenschapper (bijvoorbeeld orthopedagoog, gz-psycholoog) noodzakelijk is. 12

13 Behandeling valt onder de Zorgverzekeringswet (Zvw) of onder de Wet langdurige zorg (Wlz) en is voorliggend op begeleiding, mits de behandeling beschikbaar is voor de cliënt. Het is ook mogelijk om tijdens de periode van behandeling begeleiding te indiceren, aanvullend op de behandeling en deze terwijl de behandeling vordert, af te bouwen. Aanleren en oefenen met een behandelaar Tot behandeling in de Wlz wordt ook de behandeling gerekend die gericht is op het aanleren van nieuwe vaardigheden of gedrag (tot 2009 was dit tot de functie Activerende Begeleiding), als dit ten minste een specifieke en programmatische aanpak vereist waarvoor een Wlz-behandelaar nodig is. Het betreft een complex probleem dat een specifieke benadering vraagt om bepaalde, niet op zichzelf staande vaardigheden te kunnen aanleren. Naast de training behoort ook de herhaling tijdens de behandelperiode tot het aanleren. Het door oefenen recent aangeleerde vaardigheden inslijten of bestaande vaardigheden in een andere situatie kunnen gebruiken, wordt niet gerekend tot behandeling, maar tot begeleiding. In geval van begeleiding heeft de behandelaar zich kunnen terugtrekken en kan de zorg na enige instructie worden overgenomen door een begeleider, niet zijnde een behandelaar. Oefenen in de zin van begeleiding kan ook aan de orde zijn wanneer de beperkingen als een gegeven worden beschouwd en er op basis van deze beperkingen op zichzelf staande praktische vaardigheden en gedrag wordt aangeleerd die de zelfredzaamheid ten doel hebben. Denk hierbij aan het leren lopen met een taststok aan een visueel gehandicapte en/of het zich binnen en rondom de woning kunnen orienteren. De directe omgeving krijgt adviezen over de inrichting van de woonomgeving en de achtergrond hiervan. Ook kan worden gedacht aan het leren koken, wassen van kleding en dergelijke aan een verstandelijk gehandicapte, bijvoorbeeld bij het zelfstandig gaan wonen Hulp bij het huishouden In sommige gevallen kan hulp bij het huishouden, een andere en meestal goedkopere maatwerk voorziening voorliggend zijn op begeleiding. Dit als het gaat om het overnemen en eventueel aanleren van huishoudelijke taken al dan niet in combinatie met het overnemen van de organisatie van deze taken Bemoeizorg en (Openbare)Geestelijke Gezondheid Zorg (OGGZ) Zorgmijding betekent dat de zorg die nodig is om verwaarlozing te voorkomen niet gezocht of geaccepteerd wordt. Bemoeizorg is een onderdeel van de (O)GGZ in het kader van de Wmo/GGZ. Het bestaat onder meer uit het bereiken van zorgmijders, het contact leggen met deze doelgroep, zorgcoördinatie en praktische ondersteuning. Op het moment dat er bereidheid is om zorg te accepteren bijvoorbeeld in de thuissituatie of in een voorziening van Maatschappelijke Opvang, is er geen sprake meer van zorgmijding. De inwoner kan dan aanspraak maken op begeleiding als hij hierop is aangewezen op basis van een (vermoeden van) matige tot zware beperkingen op de vijf terreinen die toegang geven tot begeleiding Zorgverzekeringswet Zorg die medisch specialisten bieden behoort tot de geneeskundige zorg die in het kader van de Zvw is verzekerd (Artikel 2.4 Besluit zorgverzekering). De zorg is gericht op behandeling van een stoornis en heeft als doel herstel of voorkomen van verergering van deze stoornis. De behandeling is niet beperkt tot de medische interventies, maar omvat, afhankelijk van de aard van de ingreep, tot de Zvw ook de nodige begeleiding. Het kan hier gaan om individuele begeleiding, maar ook om dagbesteding vanwege de psychiatrische behandeling. Deze begeleidingsactiviteiten zijn een onlosmakelijk onderdeel van de behandeling en hebben een geneeskundig doel. Als er sprake is van ambulante Zvw-behandeling dan is het van belang om te onderzoeken of deze behandeling de totale zorgbehoefte van de inwoner op het gebied van de zelfredzaamheid compenseert. Als dat niet het geval is, kan er aanspraak zijn op aanvullende begeleiding. De aanvullende zorgverzekering valt niet onder de Zvw en is hiermee ook geen wettelijk voorliggende voorziening. Het staat mensen vrij zich aanvullend te verzekeren of niet. De inhoud van deze verzekering en het gebruik hiervan door de cliënt kan van invloed zijn op de soort en omvang van de indicatie. Bij het beoordelen van de eigen mogelijkheden van de cliënt kan het afsluiten van een aanvullende zorgverzekering als mogelijke oplossing voor (een deel van) de hulpvraag naar voren komen Werk en school Als een cliënt niet in staat is (aangepast) te werken of naar school te gaan, kan er aanspraak zijn op begeleiding groep ter vervanging van arbeid of school als de cliënt hierop is aangewezen. Dit betekent echter niet dat als de cliënt wel naar school kan gaan of kan werken, er geen aanspraak kan zijn op begeleiding groep anders dan ter vervanging van arbeid of school. Dit moet afzonderlijk worden afgewogen Mantelzorg Mantelzorg is langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, door personen uit zijn omgeving waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg overstijgt. Het gaat bij mantelzorg om niet-verplichte zorg. Als de mantelzorger aangeeft de boven-gebruikelijke zorg niet (meer) vrijwillig te willen/kunnen leveren, bestaat er mogelijk aanspraak op bijvoorbeeld begeleiding. Bij mantelzorg staat het de cliënt vrij om de mantelzorg wel of niet te accepteren. Als een hulpbehoevende niet geholpen wil worden door een mantelzorger die dit aanbiedt, kan er aanspraak op professionele zorg bestaan. Mogelijke voorliggende voorzieningen via de Wojang, WAO/WIA en Wsw zijn: 13

14 werken met ondersteuning van bijvoorbeeld een jobcoach; naar school gaan of studeren met ondersteuning; re-integreren met een re-integratieplan; werken in een beschermde omgeving (sociale werkvoorziening) Overige voorliggende voorzieningen Niet bij wet gecreëerde voorzieningen kunnen het probleem ook oplossen en zijn in dat geval voorliggend. Voorbeelden hiervan zijn: alarmering; kinderopvang (anders dan bedoeld in de Wet Kinderopvang); vrijwilligers; Rode Kruis. Van cliënten die daartoe in staat zijn, wordt actie en initiatief verwacht om hun netwerk in te schakelen en zo te voorzien in hun vraag naar zorg en dienstverlening. 7.3 Wmo-voorzieningen begeleiding Vooralsnog wordt de begeleiding geïndiceerd per uur en als zodanig ook ingekocht. Het streven is te komen tot een financiering gebaseerd op het te behalen resultaat Individuele begeleiding en/of groepsbegeleiding Met betrekking tot de begeleiding wordt er onderscheid gemaakt tussen begeleiding individueel, begeleiding groep of een combinatie van beide. Of de cliënt is aangewezen op begeleiding individueel of begeleiding in groepsverband, wordt bepaald door de afweging wat zorginhoudelijk het meest doelmatig is. Begeleiding in groepsverband is voorliggend op begeleiding individueel als hetzelfde doel wordt beoogd. Wanneer de begeleiding gericht is op het daadwerkelijk bieden van dagstructuur is begeleiding groep de aangewezen vorm van begeleiding. Echter, wanneer de zorgbehoefte gelegen is in het bijvoorbeeld een of meerdere keren per week bieden van hulp bij het doornemen van de dag- of weekstructuur en de zorgbehoefte is niet gelegen in het daadwerkelijk bieden van die dagstructuur, dan is begeleiding individueel de aangewezen vorm om de zorgbehoefte van de verzekerde in te vullen Groepsbegeleiding Groepsbegeleiding kan de volgende doelen hebben: het bieden van een dagprogramma met als doel al dan niet aangepaste vormen van arbeid (ook vrijwilligerswerk) of school te vervangen. het bieden van activiteiten met als doel een andersoortige vorm van dag-structurering dan arbeid of school (denk aan 65-plussers) en tevens zelfredzaamheid, cognitieve capaciteiten en vaardigheden zoveel mogelijk te handhaven en/of gedragsproblematiek te reguleren. De gemeente onderscheidt 2 vormen van groepsbegeleiding: reguliere dagbesteding; gespecialiseerde dagbesteding Reguliere dagbesteding Onder reguliere dagbesteding vallen alle dagbestedingsvormen met de (vroegere) NZA-codes: H531: Dagactiviteit basis H811: Dagactiviteit VG (verstandelijk gehandicapten) licht H831: Dagactiviteit LG (lichamelijk gehandicapten) licht F125: Dagactiviteit GGZ-LZA (geestelijke gezondheidszorg, langdurig zorgafhankelijk) Gespecialiseerde dagbesteding Onder gespecialiseerde dagbesteding vallen alle dagbestedingsvormen met de (vroegere) NZA-codes: H800: Module cliëntkenmerk (somatisch-ondersteunend) H533: Module cliëntkenmerk (psychogeriatrisch) H812: Dagactiviteit VG (verstandelijk gehandicapten) midden H813: Dagactiviteit VG (verstandelijk gehandicapten) zwaar H832: Dagactiviteit LG (lichamelijk gehandicapten) midden H833: Dagactiviteit LG (lichamelijk gehandicapten) zwaar Individuele begeleiding Individuele begeleiding heeft als doel het bevorderen en het behoud van zelfredzaamheid van de cliënt in kwestie, zodat hij zelfstandig kan blijven wonen. Individuele begeleiding is maatwerk en kan bestaan uit het helpen plannen van activiteiten, regelen van dagelijkse zaken, het nemen van besluiten en het structureren van de dag. De gemeente onderscheidt twee vormen van individuele begeleiding: reguliere begeleiding; gespecialiseerde begeleiding Reguliere begeleiding Onder reguliere dagbesteding vallen alle dagbestedingsvormen met de (vroegere) NZA-codes: H300: Begeleiding H150: Begeleiding extra H305: Begeleiding zorg op afstand aanvullend Gespecialiseerde begeleiding Onder gespecialiseerde begeleiding vallen alle dagbestedingsvormen met de (vroegere) NZA-codes: 14

15 H152: Begeleiding speciaal (niet-aangeboren hersenletsel) H153: Gespecialiseerde begeleiding (psychisch) 7.4 Beschermd wonen Wat is beschermd wonen? Een beschermende woonvorm biedt mensen met langdurige psychiatrische of verslavingsproblemen een combinatie van begeleiding en wonen. Personen die vanwege psychische problematiek er niet in slagen zelfstandig te wonen zonder de directe nabijheid van 24 uur per dag toezicht en ondersteuning komen in aanmerking voor beschermd wonen. Het verblijf in de beschermde woonvorm kan een opstap zijn naar (begeleid) zelfstandig wonen. In de Wmo 2015 is beschermd wonen altijd een maatwerkvoorziening Centrumgemeente verantwoordelijk Vanaf 2015 zijn de centrumgemeenten verantwoordelijk voor beschermd wonen. Utrecht is centrumgemeente voor alle gemeenten in de Wmo-regio's Utrecht-west, Lekstroom, Utrecht-zuidoost en Utrechtstad. In totaal maken 16 gemeenten onderdeel van dit centrum Toegang De toegang tot beschermd wonen start bij het Centrum voor Elkaar. Als tijdens het gesprek wordt geconcludeerd dat de cliënt beschermd wonen nodig heeft, dan wordt de aanvraag voor het beschermd wonen niet bij de gemeente Bunnik, maar bij de centrumgemeente Utrecht gedaan. Beschermd wonen is landelijk toegankelijk. Dat betekent dat burgers zich in principe tot iedere gemeente kunnen wenden voor opvang en beschermd wonen Beschermd wonen thuis Het is voor cliënten ook mogelijk om het beschermd wonen thuis in te vullen. Dat gaat via een pgb of via een Volledig Pakket Thuis (VPT). Bij de indicatie zal sterk geleund worden op de advisering van de Expertgroep en de Veldtafel van de gemeente Utrecht. Het gaat hierbij om bijzondere situaties. 7.5 Afspraken met landelijke aanbieders voor specifieke groepen Voor sommige vormen van gespecialiseerde dagbesteding en begeleiding geldt dat deze landelijk worden ingekocht. Het betreft dagbesteding en begeleiding voor mensen met een zintuigelijke beperking (visueel en/of auditief). De toegang tot deze begeleiding gaat hetzelfde als die tot alle andere vormen van begeleiding, dus via het Centrum voor Elkaar en de gemeente. De gemeente kan cliënten via een Wmo-aanvraag doorgeleiden naar één van de landelijke aanbieders met verwijzing naar de landelijke inkoopafspraken specialistische begeleiding ZG Zintuigelijke beperking Ook voor mensen met een zintuigelijke beperking gaat de Wmo 2015 uit van eigen kracht en daarom is het benutten van het eigen sociaal netwerk voorliggend aan de Wmo-verstrekking. Dat geldt zowel voor algemene regelzaken als voor meer structurele vragen zoals regie en essentiële ondersteuning Specifieke groep Voor een specifieke groep is specialistische begeleiding nodig. Het gaat met name om: de functie specialistische begeleiding visueel; de functie specialistische begeleiding doofblinde volwassen cliënten; de functie specialistische begeleiding vroegdove volwassen cliënten. Voor deze groep kost het participeren in de samenleving veel inspanning en energie. Bij deze groep is er behoefte aan hulp bij het aanbrengen van structuur en regie, en het omgaan met stress. Er wordt bijvoorbeeld hulp geboden bij het plannen van activiteiten, het regelen van dagelijkse zaken, het nemen van besluiten en het structureren van de dag; waar mogelijk wordt ondersteuning geboden bij het opbouwen, onderhouden en uitbreiden van het sociaal netwerk Landelijke afspraken Voor deze groep heeft de VNG landelijke afspraken gemaakt met een aantal instellingen die deze specialistische ondersteuning kunnen bieden. De toegang tot de specialistische ondersteuning valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Een cliënt kan door de gemeente worden doorverwezen naar een van de aanbieders. Zodra de cliënt start met de specialistische ondersteuning wordt door de aanbieder en de gemeente vastgelegd dat er zorglevering gaat plaatsvinden. Tijdens of na afloop van de zorglevering stuurt de aanbieder een factuur aan de gemeente voor de geleverde zorg op grond van de in de landelijke overeenkomst vastgelegde tarieven Doventolk in de leefsituatie Wat is de doventolk in de leefsituatie? De regeling Doventolk in de leefsituatie (dus niet voor werk of school) is onderdeel geworden van de Wmo De doventolk in de leefsituatie is een voorziening waarbij doven en zeer slechthorenden een aantal uren per jaar hulp van een doventolk kunnen krijgen, bijvoorbeeld voor gesprekken met instanties en huisartsbezoek. De opdracht voor de voorziening doventolk leefdomein is gegund aan Menzis. Tolknet is de partij die de bemiddeling uitvoert tussen tolk en tolkbehoevende Een aanvraag doen De aanvraag voor een doventolk kan worden ingediend bij Menzis. Zij beoordelen de aanvraag en melden de cliënt aan bij Tolknet. Overigens is het zo dat een indicatie voor hulp bij Tolknet levenslang 15

16 geldig is. Herindicatie is dus niet nodig. Er zullen daarom jaarlijks zeer weinig cliënts komen met een verzoek om in aanmerking te komen voor een doventolk. 7.6 Hulp op afstand/24-uurs telefonische hulpdienst Gehoord worden is een basisbehoefte van ieder mens. Het is nodig om inzicht te krijgen in gevoelens, problemen en het geeft steun bij verdriet. Eenzaamheid is een vaak besproken onderwerp bij de hulplijn. Gemeenten zijn in het kader van de Wmo 2015 verplicht om anonieme hulp op afstand aan te bieden aan haar inwoners. De VNG heeft namens de meeste gemeenten deze opdracht toegewezen aan Sensoor. De vrijwillige medewerkers van Sensoor bieden een luisterend oor en een goed gesprek waarbij het verhaal van de ander centraal staat. De anonimiteit en het feit dat de dienst ook buiten kantoortijden bereikbaar is, maakt de hulp zeer laagdrempelig. De contacten verlopen via telefoon, chat en Vervoer Cliënten met een indicatie voor groepsbegeleiding kunnen, als zij dat nodig hebben, in aanmerking komen voor vervoer naar en van de begeleidingslocatie. Vervoer wordt alleen toegekend als: er groepsbegeleiding is geïndiceerd; de cliënt in kwestie niet in staat is om de locatie waar de begeleiding plaatsvindt zelfstandig te bereiken; er geen voorliggende oplossingen zijn, zoals een geschikte locatie dichter bij huis of vervoer door een vrijwilliger en/of mantelzorger (bijvoorbeeld de partner). Een cliënt kan ook tijdelijk een indicatie voor vervoer krijgen, bijvoorbeeld omdat hij de af te leggen route nog onder begeleiding moet oefenen. De gemeente Bunnik onderscheidt de volgende vormen van vervoer: vervoer dagbesteding gehandicaptenzorg; vervoer dagbesteding gehandicaptenzorg rolstoel; vervoer dagbesteding geestelijke gezondheidszorg. Er kan vanuit de Wmo 2015 geen toezicht tijdens het vervoer worden geïndiceerd. Ook niet naar begeleiding in groepsverband. Er mag namelijk worden aangenomen dat het niveau van het vervoer (inclusief het toezicht) naar deze zorg is aangepast aan de cliënten die worden vervoerd. Het betreft hier geen vervoer met de Regiotaxi maar vervoer geregeld door de zorgaanbieder. 7.8 Mantelzorg Respijtzorg doet zich voor in situaties waarin mantelzorger (de huisgenoot, partner of ouder die feitelijk gebruikelijke zorg op zich moet nemen) daartoe niet in staat is wegens (dreigende) overbelasting, die niet anders door hem is op te lossen. Alleen dan kan er via de Wmo 2015 aanspraak zijn op begeleiding. Het gaat dan om indiceerbare zorg alsof de cliënt zonder gebruikelijke zorger woont. 8. KORTDUREND VERBLIJF 8.1 Wat verstaan we hieronder? Kortdurend Verblijf omvat het logeren in een instelling gedurende maximaal drie etmalen per week, waarbij de cliënt persoonlijke verzorging, verpleging of begeleiding krijgt of kan krijgen. Het gaat hierbij om cliënten met somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoeningen of beperkingen, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, die permanent toezicht nodig hebben. Het zwaartepunt van de zorg ligt bij Kortdurend Verblijf vooral op logeren met als doel het overnemen van het permanente toezicht op de cliënt ter ontlasting van de gebruikelijke zorger of mantelzorger (respijtzorg). Het verblijf is hier dus te karakteriseren als logeren ter aanvulling op het wonen in de thuissituatie en niet als wonen in een instelling voor het grootste deel van de week. Tijdens het Kortdurend Verblijf is er geen sprake zijn van behandeling. 8.2 Afwegingskader Om in aanmerking te komen voor de functie Kortdurend Verblijf moet worden voldaan aan alle hieronder genoemde voorwaarden: dat de cliënt een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap heeft; dat de cliënt gezien de zorgbehoefte is aangewezen op zorg gepaard gaand met permanent toezicht; dat de cliënt hierop gedurende maximaal drie etmalen is aangewezen; en dat ontlasting van de persoon die gebruikelijke zorg of mantelzorg aan de cliënt levert, noodzakelijk is Permanent toezicht Permanent toezicht is: toezicht op regelmatige en onregelmatige momenten, zodat de zorgverlening goed kan inspelen op de (frequent voorkomende) al dan niet geëxpliciteerde zorgvraag; die geboden wordt op basis van actieve observatie, die als doel heeft dreigende ontsporing in het gedrag of de gezondheidssituatie vroegtijdig te signaleren, waardoor tijdig ingegrepen kan worden en escalatie van onveilige/gevaarlijke/ (levens)bedreigende gezondheids- en/of gedragssituaties voor de cliënt kan worden voorkomen. 16

17 Permanent toezicht omvat altijd boven-gebruikelijk toezicht. Permanent toezicht kan verschillende aangrijpingspunten hebben en verschillen in intensiteit Het bieden van fysieke zorg Het gaat hier vooral om cliënten met een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of een lichamelijke handicap. Actieve observatie van de hulpverlener is noodzakelijk om tijdig zorg te kunnen bieden. Als er zorg geboden moet worden, moet dat ook direct gebeuren Het verlenen van zorg op ongeregelde en/of frequente tijden Het gaat hier bijvoorbeeld om cliënten met regieverlies die niet zelf om hulp of zorg vragen. Er is continu zorg nodig waarbij de hulpverlener actief moet observeren. Voorbeelden: continu sturing en structuur bieden om dagelijks voorkomende en door cliënt niet goed begrepen situaties uit te leggen/te verduidelijken zodat cliënt hiermee kan omgaan, of continu sturing en structuur bieden om problemen op te lossen Het preventief ingrijpen bij gedragsproblemen Het gaat hier om cliënten met gedragsproblemen, waarbij het ook kan gaan om zogenaamd internaliserend probleemgedrag. Dit kan voortkomen uit een psychiatrische of psychogeriatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, waarbij actieve observatie noodzakelijk is om tijdig te kunnen ingrijpen. Een ander voorbeeld: een cliënt die zich onvoldoende kan uiten/verstaanbaar maken (communicatienood) en daardoor probleemgedrag zal gaan vertonen (woede-uitbarstingen, frustratie) als er niet steeds hulp bij de communicatie geboden wordt Voorliggende voorzieningen Op de functie Kortdurend Verblijf zijn geen wettelijk voorliggende voorzieningen van toepassing. Wel is er een aantal niet-wettelijke voorliggende voorzieningen denkbaar Aanvullende verzekering op de Zorgverzekeringswet De aanvullende verzekering valt niet onder de Zvw en is hiermee ook geen wettelijk voorliggende voorziening. Het staat mensen vrij zich aanvullend te verzekeren of niet. Als mensen deze verzekering hebben dan heeft dit een algemeen gebruikelijk karakter. De inhoud van deze verzekering en het gebruik hiervan door een cliënt, kan van invloed zijn op de soort en omvang van de indicatie. Een voorbeeld van een aanvullende verzekering is mantelzorgvervanging Overige voorliggende voorzieningen Niet bij wet gecreëerde voorzieningen om in de zorgbehoefte te voorzien buiten de Wmo 2015 om, zijn voor Kortdurend Verblijf bijvoorbeeld: alarmering; vrijwilligers; aanvullende verzekering op de Zvw; mantelzorgondersteuning (bijvoorbeeld vanuit de gemeente). Deze voorzieningen gaan voor op Wmo-zorg als ze beschikbaar zijn en in redelijkheid een oplossing bieden voor de zorgbehoefte van een cliënt. Van cliënten die daartoe in staat zijn, wordt ook actie en initiatief verwacht om hun netwerk in te schakelen en zo te voorzien in hun vraag naar zorg en dienstverlening Mantelzorg Mantelzorg is langdurige zorg, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, door personen uit diens omgeving waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg overstijgt. Het gaat bij mantelzorg om niet-verplichte zorg. Als de mantelzorger aangeeft de boven-gebruikelijke zorg niet (meer) vrijwillig te willen leveren, bestaat aanspraak op professionele zorg. Wanneer voor de zorgvrager mantelzorg vrijwillig beschikbaar is, wordt voor dat deel van de zorgaanspraak niet geïndiceerd. Professionele zorg vanuit de Wmo 2015 is dan niet noodzakelijk of er is minder professionele zorg nodig. Bij mantelzorg is cliëntsoevereiniteit van toepassing. Het staat de cliënt vrij mantelzorg wel of niet te accepteren. Als een cliënt niet geholpen wil worden door een mantelzorger die dit aanbiedt, kan de cliënt dat weigeren. Er is dan aanspraak op professionele zorg. Een cliënt die is aangewezen op zorg met het leefklimaat permanent toezicht, komt in aanmerking voor een indicatie voor Verblijf. Als het de wens is van partner/ouders, in- of uitwonende kinderen, huisgenoten of andere mantelzorgers om dit permanente toezicht vrijwillig op zich te nemen in de thuissituatie, wordt geen indicatie voor Verblijf als bedoeld in de Wlz afgegeven als de cliënt hiermee instemt. Om de mantelzorger te kunnen ondersteunen (ontlasten) bij dit vrijwillig op zich genomen permanent toezicht, kan voor maximaal drie dagen per week Kortdurend Verblijf geïndiceerd worden. 8.3 Maatwerkvoorzieningen Eén functie Kortdurend Verblijf De gemeente Bunnik kent één functie Kortdurend verblijf. Hierin kunnen alle doelgroepen bediend worden die eerst onder de volgende NZA-codes vielen: Z992: ZZP geestelijke gezondheidszorg verblijfscomponent Z993: ZZP verstandelijk gehandicapten en lichamelijk gehandicapten verblijfscomponent Z994: ZZP zintuigelijk gehandicapten verblijfscomponent Z996: ZZP verblijf met behandeling (V&V) verblijfscomponent Kortdurend Verblijf is geen integraal pakket. De Persoonlijke Verzorging, Verpleging en/of Begeleiding die noodzakelijk is tijdens het Kortdurend Verblijf wordt geïndiceerd. Dit met uitzondering van het toe- 17

18 zicht. Tijdens het Kortdurend Verblijf kan er geen sprake zijn van Behandeling. Wel kan er tijdens Kortdurend Verblijf een aanspraak zijn op Begeleiding groep wanneer de cliënt niet zelfredzaam is bij het invullen van zijn dagstructuur. 8.4 Mantelzorg Kortdurend verblijf wordt gezien als een vorm van respijtzorg. Het doel van respijtzorg is de ontlasting van mantelzorgers. Als de persoon die zorg nodig heeft een indicatie voor kortdurend verblijf heeft, kan de mantelzorger af en toe vrijaf hebben en een adempauze kunnen nemen. 9. WONEN IN EEN GESCHIKT HUIS 9.1 Wat verstaan we hieronder? Dit hoofdstuk is geheel gewijd aan het wonen in een geschikt huis. Met betrekking tot het wonen is er een grote diversiteit aan oplossingen. Van goedkoop tot duur, van eenvoudig tot complex, materieel en immaterieel. Voor een maatwerkvoorziening van de gemeente is er een belangrijke voorwaarde: er moet een woning zijn. Als er geen woning is, is het niet de taak van de gemeente om voor een woning te zorgen. 9.2 Afwegingskader Hoofdverblijf De gemeente onderzoekt of de woning waar de cliënt de beperkingen ervaart, zijn hoofdverblijf is. Het hoofdverblijf is de plaats waar iemand gewoonlijk verblijft en waar het centrum van zijn dagelijkse sociale en economische activiteiten ligt. In een enkel geval is er sprake van twee hoofdverblijven. Dat kan bijvoorbeeld wanneer het om een gehandicapt kind van gescheiden ouders gaat, dat in co-ouderschap wordt opgevoed Bijzondere woonvormen Een eigen woning kan zowel een gekochte woning zijn als een huurwoning. Ook bij afwijkende situaties, zoals een (woon)boot of een woonwagen met vaste standplaats wordt in principe gesproken van woning. Bijzondere woonvormen waarvoor er via de Wmo 2015 geen compensatieplicht geldt, zijn: hotels; pensions; trekkerswoonwagens; kloosters; tweede woningen; vakantiewoningen; recreatiewoningen; kamerverhuur. Deze uitsluitingen betreffen woonvormen die niet als hoofdwoning dienst doen en die niet permanent bewoond worden. Natuurlijk kunnen bewoners van dergelijke woningen wel bij de gemeente terecht voor advies en informatie Op gehandicapten of ouderen gerichte woongebouwen Voor specifiek op gehandicapten en/of ouderen gerichte woongebouwen ligt er geen verantwoordelijkheid voor aanpassingen bij de gemeente. Van de eigenaar van het gebouw mag immers verwacht worden dat als hij een gebouw aanduidt als geschikt voor gehandicapten of ouderen, hij daar ook de voorzieningen voor heeft getroffen. Voorzieningen en aanpassingen in deze woningen kunnen worden gezien als algemeen gebruikelijk en standaard aanwezig. Reguliere woningen die via de Wmo zijn aangepast, worden niet gezien als op gehandicapten en/of ouderen gericht. De woningen zijn immers in eerste instantie niet als zodanig gebouwd. Voor wooncomplexen die niet specifiek op ouderen zijn gericht, geldt niet dat de eigenaar (of de vereniging van eigenaren) per definitie verantwoordelijk is voor algemene voorzieningen en aanpassingen in de gemeenschappelijke ruimtes van het gebouw. Wel mag van de eigenaar verwacht worden dat hij bij verbouwing en renovatie rekening houdt met de bewoners en hun behoeften. In bijzondere situaties is het mogelijk om als gemeente nadere afspraken met de woningbouwcorporaties te maken. Personen met beperkingen die verhuizen van of naar een zorgwoning waarbij de functie verblijf van toepassing is, of die verhuizen van of naar een andere niet-zelfstandige woning, hebben geen recht op woningaanpassingen. Bij beschermd wonen is er geen sprake van een zelfstandige woning, bij begeleid wonen vaak wel Oorzaak van het probleem De gemeente onderzoekt hoe het probleem is ontstaan De in de woning gebruikte materialen De eigenaar van de woning is verantwoordelijk voor de in de woning gebruikte materialen. Als de problemen voortkomen uit de gebruikte materialen, dan dient de cliënt zich te wenden tot de woningeigenaar Verhuizing naar een ongeschikte woning Er zijn situaties waarbij de cliënt verhuist van een aangepaste en/of geschikte woning naar een woning die minder of helemaal niet is aangepast/geschikt. Dit is een verhuizing van een geschikte naar een niet geschikte woning. De gemeente heeft alleen een verantwoordelijkheid voor het aanpassen van de woning als er voor deze verhuizing een belangrijke reden bestaat en van de cliënt niet verwacht mag worden dat hij zelfredzaam is in het oplossen van het probleem. 18

19 Ook als iemand met (dreigende) beperkingen verhuist vanuit een voor hem ongeschikt huis, dan verwacht de gemeente dat hij deze gelegenheid aangrijpt om naar een geschikte woning te verhuizen. Hierbij wordt ook van de cliënt verwacht dat hij rekening houdt met de toekomst. Natuurlijk staat het iedereen vrij om zijn eigen nieuwe woning uit te kiezen. De gemeente zal bij de aanvraag van woonvoorzieningen via de Wmo 2015 echter altijd overwegen in hoeverre de aanvrager met de ontstane problemen rekening had kunnen houden op het moment dat hij naar de huidige woning is verhuisd. Dus in welke mate waren de nu ontstane problemen toen voorzienbaar. Had de aanvrager op dat moment bijvoorbeeld al kunnen weten dat de trap over enkele jaren een onneembaar obstakel zou zijn? Dan is er geen verantwoordelijkheid vanuit de Wmo De aanvrager heeft zelf immers het risico genomen dat zijn woning (in de toekomst) niet geschikt zou zijn Eigen oplossingen Onderzocht wordt in hoeverre eigen oplossingen kunnen leiden tot een oplossing voor het probleem. Hierbij wordt ook overwogen of er volstaan kan worden met voorzieningen die relatief goedkoop en/of algemeen gebruikelijk zijn. Dit zijn bijvoorbeeld: Algemeen gebruikelijk: het aanbrengen van beugels en handgrepen; het laten aanleggen van een verhoogd toilet. het aanschaffen van een toiletverhoger; het aanschaffen van een toiletstoel; het aanschaffen van een eenvoudige niet kantelbare douchestoel; het laten aanleggen van eenvoudige drempelhulpen Verhuizen Ook wordt afgewogen in hoeverre verhuizen een oplossing biedt. Hierbij zullen alle aspecten worden meegewogen: financiële consequenties van de verhuizing; de termijn waarop een geschikte woning kan worden gevonden (in verband met de medische verantwoorde termijn); de argumenten pro en contra verhuizing ten aanzien van de betrokkene; argumenten op basis van eventueel aanwezige mantelzorg Rekening houden met afschrijving Er wordt rekening gehouden met de algemeen gebruikelijke levensduur van een voorziening. Daarbij moet echter ook gekeken worden naar de aard van de voorziening en de situatie van de cliënt. 9.3 Wmo-voorzieningen Roerende woonvoorzieningen De meest gebruikte roerende woonvoorzieningen zijn over het algemeen tegen redelijke prijzen verkrijgbaar bij thuiszorgwinkels en via internet. Om die reden is het voor de cliënt niet altijd gunstiger om deze voorzieningen via de Wmo 2015 geleverd te krijgen in verband met de eigen bijdrage voor Wmo-voorzieningen. Vooraf kan berekend worden hoe hoog de eigen bijdrage voor de voorziening zal zijn. Als de inwoner de voorziening via de eigen bijdrage uiteindelijk helemaal zelf betaalt, dan is hij misschien sneller en/of goedkoper geholpen met een zelf aangeschafte voorziening. De keus is aan de aanvrager Complexere onroerende woonvoorzieningen Als blijkt dat het aanpassen van de woning of woonruimte de goedkoopst adequate oplossing is, moet worden aangegeven hoe hieraan invulling wordt gegeven. In deze paragraaf wordt een aantal voorbeelden van bouwkundige aanpassingen genoemd. Een bouwkundige aanpassing of woon-technische ingreep aan een woonruimte wordt op grond van de Wmo 2015 toegekend aan de cliënt. De gemeente kan, in het geval er sprake is van een huurwoning, er voor kiezen om de kosten voor de voorziening direct aan de eigenaar uit te betalen. De beschikking wordt verstuurd aan de aanvrager/belanghebbende met een afschrift aan de woningeigenaar Programma van eisen Bij grotere bouwkundige aanpassingen aan de woning wordt altijd een programma van eisen opgesteld. Zo nodig worden meerdere offertes opgevraagd In de keuken Aanpassingen in de keuken zijn mogelijk als sprake is van beperkingen bij het uitvoeren van keukenactiviteiten waarvoor belanghebbende grotendeels verantwoordelijk is Aan de trap Als iemand vraagt om zijn beperkingen in het traplopen op te lossen, dan wordt gekeken naar de mate van normaal gebruik van de woning, zoals in deze beleidsregels is opgenomen. In eerste instantie wordt er gekeken of er, door het anders gebruiken van gebruiksruimten, mogelijkheden zijn om op de begane grond te gaan slapen en/of gebruik te kunnen maken van een natte cel. Is deze mogelijkheid er niet dan zal aanpassingen aan de trap in de regel bestaan uit het aanbrengen van een tweede trapleuning of een traplift. Tweede leuningen worden gezien als algemeen gebruikelijk en niet via de Wmo 2015 vergoed. Voor de aanschaf van een traplift wordt een pgb verstrekt. De cliënt moet een drietal offertes overleggen om de hoogte van het pgb te kunnen vaststellen. In 2015 wordt door de gemeente onderzocht of trapliften in het vervolg in bruikleen kunnen worden verstrekt. 19

20 Van het toilet Het aanpassen van het toilet bestaat voornamelijk uit het opheffen van beperkingen in gebruik en toegankelijkheid van het toilet. Algemeen gebruikelijk (en dus niet vergoed) zijn wandbeugels en een verhoogd toilet. Een zogenaamde spoel/föhn installatie, bedoeld voor mensen die niet in staat zijn zichzelf te reinigen na de toiletgang, kan worden verstrekt. Een tweede toilet, bijvoorbeeld op de bovenverdieping, wordt in principe niet verstrekt. Er is een uitzondering hierop mogelijk in het geval dat: een losse toiletstoel of chemisch toilet niet geleegd en/of schoongemaakt kan worden door de cliënt, een huisgenoot, vrijwilliger of hulpverlener en de gang naar beneden, voornamelijk in de nacht, niet of niet op tijd mogelijk is Aan de natte cel Met de natte cel wordt bedoeld de ruimte in de woning waar iemand zich wast, doucht en eventueel naar het toilet kan: de badkamer. Ook hier worden aanpassingen aangebracht om eventuele beperkingen in het gebruik en de toegankelijkheid mogelijk te maken Bereikbaarheid/toegankelijkheid woning Mogelijke aanpassingen zijn: verbreden van toegangsdeuren en -paden; aanbrengen van automatische deuropeners; aanbrengen van drempelhulpen; verwijderen van drempels; bereikbaar maken van tuin of balkon Aanbouw Als voor het bereiken van het resultaat noodzakelijk is dat er een aanbouw geplaatst wordt besluit het college vanwege financieel-economische argumenten alleen tot een aanbouw als tevoren vast staat dat de aanbouw hergebruikt kan worden, zoals bij huurwoningen van woningcorporaties. Als het gaat om een aanbouw bij een eigen woning, zal de gemeente allereerst beoordelen wat iemands eigen mogelijkheden zijn. Ook zal er gekeken worden of het verhuizen naar een geschikte woning een oplossing kan bieden Tuin en terras Als de aanleg van een verhard terras, direct aansluitend aan de woonruimte, of de aanpassing van een bestaand terras noodzakelijk is, dan moet de grootte in overleg met de cliënt bepaald worden Mogelijk te vergoeden kosten De kosten voor woningaanpassingen die meewegen bij de vaststelling van de financiële tegemoetkoming en getoetst worden op goedkoopst compenserend, zijn: de aanneemsom; de risicoverrekening van loon- en materiaalkosten; het architectenhonorarium.; de kosten voor het toezicht op de uitvoering; de leges; de verschuldigde en niet verrekenbare of terugvorderbare omzetbelasting; renteverlies de prijs van bouwrijpe grond; de door de gemeente (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet waren te voorzien; de kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen de kosten van heraansluiting op de openbare nutsvoorziening; de administratiekosten die de verhuurder maakt Hoger uitrustingsniveau dan sociale woningbouw Bij de toekenning van voorzieningen wordt uitgegaan van het niveau van sociale woningbouw. Het hiervoor geldende niveau is vastgelegd in het Bouwbesluit Vergoeding woonwagens Als de technische levensduur van een woonwagen minder dan vijf jaar is, of de standplaats van de woonwagen binnen vijf jaar voor opheffing in aanmerking komt, moet in overleg met de cliënt bepaald worden hoeveel de vergoeding voor bouwkundige en niet-bouwkundige woonvoorzieningen en verwijdering van in bruikleen verstrekte voorzieningen bedraagt Opstalverzekering De gemeente eist dat de eigenaar van de woning bij het vergroten van de woning zelf zorgt voor de aanpassing van de opstalverzekering Gereedmelding woningaanpassing Een woningaanpassing, niet zijnde het aanbrengen van een traplift, moet binnen een redelijke termijn (vaak drie maanden) na het verlenen van de voorziening gereed zijn. Als niet aan de termijn wordt voldaan, kan het college besluiten om de eerder verleende voorziening in te trekken. Als de voorziening gereed is, moet er door de cliënt aan de gemeente een schriftelijke gereedmelding worden overgelegd Vervangen vloerbedekking in verband met longklachten Persoonsgebonden budget voor vervanging vloerbedekking 20

Informatie kaart. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Informatie kaart. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Informatie kaart Afbakening Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en wijkverpleging Zorg verzekerings wet Deze informatiekaart gaat in op de verantwoordelijkheidsverdeling tussen zorgverzekeraars en

Nadere informatie

Productbeschrijving Wmo contract 2016

Productbeschrijving Wmo contract 2016 Productbeschrijving Wmo contract 2016 In dit document worden de ingekochte producten beschreven. Het is bedoeld als handreiking bij de beoordeling van de in te zetten ondersteuning. Geen vaste criteria

Nadere informatie

De nadere regels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015

De nadere regels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015 Blz. 1 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ARNHEM gelet op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015, b e s l u i t vast te stellen: De nadere

Nadere informatie

Versie: 1 juli BIJLAGE 4: Resultaatsgebieden en activiteiten

Versie: 1 juli BIJLAGE 4: Resultaatsgebieden en activiteiten BIJLAGE 4: Resultaatsgebieden en activiteiten Beschrijving van de doelgroep De doelgroep, die in aanmerking komt voor een Maatwerkvoorziening(en), kan als volgt gekenmerkt worden: De inwoner is 18 jaar

Nadere informatie

Meest gestelde vragen en antwoorden Van AWBZ naar WMO

Meest gestelde vragen en antwoorden Van AWBZ naar WMO Meest gestelde vragen en antwoorden Van AWBZ naar WMO In 2015 gaat er veel veranderen in de zorg. De gemeente krijgt er nieuwe taken bij. Wat betekenen deze veranderingen voor u? 1. Wat gaat er veranderen

Nadere informatie

Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere

Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Middelburg, Vlissingen & Veere VERSIE: Concept inspraakprocedure 2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en algemene bepalingen...4 Artikel 1 Begripsbepalingen...

Nadere informatie

Bijlage Overzicht wijzigingen nadere regels

Bijlage Overzicht wijzigingen nadere regels De vetgedrukte cursieve teksten in onderstaand stuk geeft aan waar een wijziging is aangebracht in de huidige teksten in de nadere regels. Daarnaast wordt uiteraard verwezen naar de nieuwe verordening,

Nadere informatie

Toelichting bij Verordening maatschappelijke ondersteuning Utrecht 2015

Toelichting bij Verordening maatschappelijke ondersteuning Utrecht 2015 Toelichting bij Verordening maatschappelijke ondersteuning Utrecht 2015 Inleiding De wet bepaald dat de gemeente een verordening dient vast te stellen ten behoeve van de uitvoering van het door de gemeenteraad

Nadere informatie

(HH-algemeen) In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend.

(HH-algemeen) In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend. Gemeente Hof van Twente De Höfte 7 Postbus 54, 7470 AB Goor Tel. 0547 85 85 85 Fax 0547 85 85 86 E-mail info@hofvantwente.nl Website: www.hofvantwente.nl (HH-algemeen) In de Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Registratie code : 14B *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere

Registratie code : 14B *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere Registratie code : 14B.02305 *14B.02305* Verordening Wmo & Jeugdhulp Gemeente Veere Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en algemene bepalingen... 4 Artikel 1 Begripsbepalingen... 4 Artikel 2 Vormen

Nadere informatie

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom? Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom? Het ministerie van VWS heeft wee websites in het leven geroepen die hierover uitgebreid informatie geven www.dezorgverandertmee.nl en www.hoeverandertmijnzorg.nl

Nadere informatie

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP Vanaf 2015 krijgt de gemeente er zorgtaken bij. Een deel van de zorg die nu via het zorgkantoor vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) loopt, gaat

Nadere informatie

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015

vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal 2015 De raad van de gemeente Roosendaal, gelezen het voorstel van het college van 24 maart 2015, gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4, eerste, tweede, derde en zevende lid, 2.1.5, eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6,

Nadere informatie

Gelet op de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente 2015,

Gelet op de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente 2015, Gemeenteblad nr. 321, 4 augustus 2016 Het college van burgemeester en wethouders van Deurne, Gelet op artikel 1.2.1. van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, Gelet op de Verordening Maatschappelijke

Nadere informatie

Dit stukje gaat alleen over de WMO met waar nodig de relatie naar de twee andere wetten.

Dit stukje gaat alleen over de WMO met waar nodig de relatie naar de twee andere wetten. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning- Samenvatting en aandachtspunten uit de bespreking in de Tweede Kamer gericht op de gevolgen voor mensen met chronische beademing door Elske ter Veld, voorzitter VSCA

Nadere informatie

In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend.

In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend. Gemeente Hof van Twente De Höfte 7 Postbus 54, 7470 AB Goor Tel. 0547 85 85 85 Fax 0547 85 85 86 E-mail info@hofvantwente.nl Website: www.hofvantwente.nl In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Nadere informatie

Versie 17 juni 2015. Nadere regeling waardering mantelzorgers 2015

Versie 17 juni 2015. Nadere regeling waardering mantelzorgers 2015 Versie 17 juni 2015 Nadere regeling waardering mantelzorgers 2015 Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum op 30-06-2015 Burgemeester en wethouders

Nadere informatie

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUNNIK 2015

BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUNNIK 2015 BELEIDSREGELS MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUNNIK 2015 Inhoud BELEIDSREGELS...1 MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING...1 GEMEENTE BUNNIK 2015...1 1. ALGEMEEN...5 1.1 Definities en begrippen...5 1.2

Nadere informatie

Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz

Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz BEREIKBAARHEID EN INFORMATIE Hoe word ik als cliënt geïnformeerd over de veranderingen? Met een brief van de gemeente Met een persoonlijk gesprek in 2015

Nadere informatie

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 1 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 Dit hoofdstuk presenteert in vogelvlucht de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De bedoeling van dit hoofdstuk is een beeld te geven van hoe de wet in elkaar

Nadere informatie

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 12 Datum: 23-3-2017 nr. 2017-1 Nadere regeling waardering mantelzorgers HBEL-gemeenten 2017-2018 Het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Onderdeel Inspraakreactie Reactie Dienst Sozawe

Onderdeel Inspraakreactie Reactie Dienst Sozawe Bijlage 1: Inspraakreacties Verordening Wmo 2015 Organisatie en datum Onderdeel Inspraakreactie Reactie Dienst Sozawe Voorinspraak augustus/ september 2014 1 Koepel Wmo 13 augustus 2014 1.1 Art. 1, lid

Nadere informatie

Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede. Inhoud Inhoud 1. Hoofdstuk 1 - Inleiding 2. Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2. Artikel 1.

Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede. Inhoud Inhoud 1. Hoofdstuk 1 - Inleiding 2. Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2. Artikel 1. IS Nadere regel Wmo 2015 Gemeente Ede Inhoud Inhoud 1 Hoofdstuk 1 - Inleiding 2 Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (pgb) 2 Artikel 1. Tarief pgb 2 Artikel 2. Hoogte pgb 2 Hoofdstuk 3 - Eigen bijdrage

Nadere informatie

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo):

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo): Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo): Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ): Collectieve Volksverzekering voor ziektekostenrisico s, waarvoor je je niet individueel kunt

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN HOOFDSTUK 2 BASISPAKKET. Het College van Burgemeester en Wethouders,

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN HOOFDSTUK 2 BASISPAKKET. Het College van Burgemeester en Wethouders, Het College van Burgemeester en Wethouders, gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 1.2.1, 2.3.2 en 2.3.5 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en de artikelen 5.1,

Nadere informatie

CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013

CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 CONCEPT (model) VERORDENING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 2 Artikel 1. Begripsbepalingen 2 Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie... 4 Artikel

Nadere informatie

Toelichting bij de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht 2019

Toelichting bij de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht 2019 Toelichting bij de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrecht 2019 Inleiding In de wet is vastgelegd dat de gemeente een verordening dient vast te stellen met daarin de kaders voor de

Nadere informatie

Bijlage 3 indicatie-advisering Huishoudelijke ondersteuning (HO)

Bijlage 3 indicatie-advisering Huishoudelijke ondersteuning (HO) Bijlage 3 indicatie-advisering Huishoudelijke ondersteuning (HO) Inhoudsopgave 1 Huishoudelijke ondersteuning... 3 1.1 Beperkingen in het uitvoeren van huishoudelijke taken... 3 1.2 Ondersteuning en resultaat...

Nadere informatie

Onderdeel Inspraakreactie Reactie Dienst Sozawe

Onderdeel Inspraakreactie Reactie Dienst Sozawe Bijlage 1: Inspraakreacties Verordening Wmo 2015 Organisatie en datum Onderdeel Inspraakreactie Reactie Dienst Sozawe Voorinspraak augustus/ september 2014 1 Koepel Wmo 13 augustus 2014 1.1 Art. 1, lid

Nadere informatie

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke Nummer: 106-10 Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van wijzigen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2007 De raad van de gemeente Waterland,

Nadere informatie

Inhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 De huisarts en de WLZ... 6

Inhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 De huisarts en de WLZ... 6 Inhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 Wat is de Wet langdurige zorg (Wlz)?... 2 Vanuit de Wlz worden de volgende zorg- en hulpvormen geregeld:... 2 Wlz aanvragen... 2 1. Aanvraag bij het CIZ... 4 2. CIZ

Nadere informatie

Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 (hierna: verordening)

Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 (hierna: verordening) Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2015 (hierna: verordening) 1. Algemene toelichting 1.1 Inleiding Deze verordening geeft uitvoering aan de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Nadere regels Financiële compensatieregeling Algemene voorziening hulp bij het huishouden 2015 en Huishoudelijke hulp toelage

Nadere regels Financiële compensatieregeling Algemene voorziening hulp bij het huishouden 2015 en Huishoudelijke hulp toelage GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Lisse. Nr. 48118 3 juni 2015 Nadere regels Financiële compensatieregeling Algemene voorziening hulp bij het huishouden 2015 en Huishoudelijke hulp toelage Artikel

Nadere informatie

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen Burgemeester en wethouders van de gemeente Marum; gelet op de Jeugdwet 2015 en de artikelen 4 tot en met 13 van de Verordening Jeugdhulp Gemeente Marum 2015; besluiten vast te stellen de volgende NADERE

Nadere informatie

Bijlage 1. Criteria ondersteuning, dagactiviteiten, kortdurend verblijf

Bijlage 1. Criteria ondersteuning, dagactiviteiten, kortdurend verblijf Bijlage 1. Criteria ondersteuning, dagactiviteiten, kortdurend verblijf Als bedoeld in hoofdstuk 6, paragraaf 2. 1. Ondersteuning Ondersteuning thuis zijn activiteiten gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid

Nadere informatie

Nadere regel Wmo Gemeente Ede

Nadere regel Wmo Gemeente Ede Nadere regel Wmo Gemeente Ede Inhoud Inhoud 2 Hoofdstuk 1 - Inleiding 3 Hoofdstuk 2 - Persoonsgebonden budget (PGB) 3 Artikel 1. Tarief PGB Artikel 2. Hoogte PGB Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout!

Nadere informatie

Bijlage 2 Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo. Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo

Bijlage 2 Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo. Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo Bijlage 2 Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo Producten Maatwerkvoorziening begeleiding Wmo Versie: 1.0 Datum: 21 november 2017 Product begeleiding Het Product begeleiding kan bestaan uit de

Nadere informatie

Presentatie SBOG. Marijke Hempenius. 16 maart 2015

Presentatie SBOG. Marijke Hempenius. 16 maart 2015 Presentatie SBOG Marijke Hempenius 16 maart 2015 Even voorstellen: Zorg Verandert 4 jarig Programma over veranderingen in de zorg Dialoog-bijeenkomsten Bieden van tools en voorbeelden Monitor WWW.ZORGVERANDERT.NL

Nadere informatie

Nieuwe afbakening verzorging kinderen

Nieuwe afbakening verzorging kinderen Factsheet Nieuwe afbakening verzorging kinderen Per 1 januari 2018 verandert de manier waarop verzorging aan kinderen wordt bekostigd en georganiseerd. In deze factsheet wordt uitgelegd wat er gaat veranderen

Nadere informatie

TOELICHTING op de Verordening voor het wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Urk 2015

TOELICHTING op de Verordening voor het wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Urk 2015 TOELICHTING op de Verordening voor het wijzigen van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Urk 2015 Algemene toelichting Hieronder worden gewijzigde artikelen van de Verordening genoemd.

Nadere informatie

U heeft zorg nodig. Hoe regelt u dat?

U heeft zorg nodig. Hoe regelt u dat? U heeft zorg nodig. Hoe regelt u dat? U wilt zorg die betaald wordt uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). U kunt daar altijd een aanvraag voor doen. Het CIZ (Centrum indicatiestelling zorg)

Nadere informatie

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning; Oude en nieuwe Wmo De Tweede Kamer is akkoord met het Voorstel van wet Wmo 2015. Na behandeling in de Eerste Kamer zal dit voorstel eind 2014 de huidige Wmo gaan vervangen. Tussen de huidige Wmo en het

Nadere informatie

Verordening tot wijziging van diverse artikelen Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Noordwijk 2017

Verordening tot wijziging van diverse artikelen Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Noordwijk 2017 CVDR Officiële uitgave van Noordwijk. Nr. CVDR604512_1 31 januari 2019 Verordening tot wijziging van diverse artikelen Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Noordwijk 2017 Besluit van de raad van

Nadere informatie

Zorg en ondersteuning

Zorg en ondersteuning Zorg en ondersteuning Veranderingen in 2015 in Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond, Laarbeek en Someren Zorg in Nederland verandert in 2015 Gemeenten betalen en regelen jeugdhulp en vrijwel alle ondersteuning

Nadere informatie

Wmo 2015 op hoofdlijnen. Michiel Geschiere (VWS)

Wmo 2015 op hoofdlijnen. Michiel Geschiere (VWS) Wmo 2015 op hoofdlijnen Michiel Geschiere (VWS) Doelstelling hervorming langdurige zorg Verbeteren kwaliteit Versterken zelf- en samenredzaamheid Vergroten financiële houdbaarheid 2 Wettelijke opdracht

Nadere informatie

U heeft zorg nodig. Hoe regelt u dat?

U heeft zorg nodig. Hoe regelt u dat? U heeft zorg nodig. Hoe regelt u dat? U wilt zorg die betaald wordt uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). U kunt daar altijd een aanvraag voor doen. Het CIZ (Centrum indicatiestelling zorg)

Nadere informatie

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015

BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015 1 BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING MAASSLUIS VLAARDINGEN SCHIEDAM 2015 - De colleges van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Gouda

Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Gouda Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Gouda De raad van de gemeente Gouda, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders met voorstelnummer.. van.; gelet op de artikelen

Nadere informatie

Zorg voor kinderen met een intensieve zorgvraag

Zorg voor kinderen met een intensieve zorgvraag Factsheet Zorg voor kinderen met een intensieve zorgvraag Nieuwe afbakening verzorging Jeugdwet - Zorgverzekeringswet Deze factsheet maakt onderdeel uit van een aantal factsheets dat betrekking heeft op

Nadere informatie

Wmo begeleiding WF6 2017

Wmo begeleiding WF6 2017 Wmo begeleiding WF6 2017 Perceelbeschrijving Dagbesteding - Arbeidsmatig & Belevingsgericht Drechterland, Enkhuizen, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Stede Broec. Perceelbeschrijving dagbesteding arbeidsmatig

Nadere informatie

Wmo-voorzieningen 1. Algemene voorzieningen 1.1 Hulp bij het huishouden namens zo-net 1.2 Taxivervoer 1.3 Scootmobiel- en/of rolstoelpool

Wmo-voorzieningen 1. Algemene voorzieningen 1.1 Hulp bij het huishouden namens zo-net 1.2 Taxivervoer 1.3 Scootmobiel- en/of rolstoelpool Wmo-voorzieningen 1. Algemene voorzieningen Dit zijn voorzieningen die in principe voor iedereen beschikbaar zijn die daar behoefte aan heeft, zonder ingewikkelde aanvraagprocedures. Het betreft huishoudelijke

Nadere informatie

Bijlage 1: Richtlijn gebruikelijke hulp. Richtlijn gebruikelijke hulp

Bijlage 1: Richtlijn gebruikelijke hulp. Richtlijn gebruikelijke hulp Richtlijn gebruikelijke hulp Dit hoofdstuk geeft nadere invulling aan het begrip redelijkerwijs in artikel 3.2.1 lid 1 Wlz, en de memorie van toelichting bij de Wlz, hoofdstuk 2.2.1. Het gaat daarbij om

Nadere informatie

Complexiteit Intensiteit Bandbreedte Licht Midden Zwaar Intensiteit I 0-1,5 uur

Complexiteit Intensiteit Bandbreedte Licht Midden Zwaar Intensiteit I 0-1,5 uur Arrangementen zelfstandig en veilig wonen Nadat uit het gesprek naar voren is gekomen dat de cliënt beperkingen ondervindt op een (of meerdere) domein(en) van het resultaatgebied zelfstandig en veilig

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen D E RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 mei 2012; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, stb. 2006, nr. 351; gelet op artikel 149

Nadere informatie

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 41 Datum: nr. 6

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 41 Datum: nr. 6 Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 41 Datum: 6-10-2015 nr. 6 Burgemeester en wethouders van Huizen maken bekend dat zij op 29 september 2015 hebben vastgesteld de Nadere regeling

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland) Het college van burgemeester en wethouders van Almere, BESLUIT: Vast te stellen navolgende Nadere regels tot wijziging (tweede wijziging) van de Nadere regels verordeningen Jeugdwet en Wmo Artikel I: De

Nadere informatie

Kaart 1: Wmo = meedoen Achtergrondinformatie voor patiënten

Kaart 1: Wmo = meedoen Achtergrondinformatie voor patiënten Kaart 1: Wmo = meedoen Achtergrondinformatie voor patiënten De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) betekent voor gemeenten een andere manier van denken en doen. De Nederlandse gemeenten werken gezamenlijk

Nadere informatie

Van AWBZ naar gemeente Wat kunnen wij daarmee in onze eigen (burgerlijke) gemeente?

Van AWBZ naar gemeente Wat kunnen wij daarmee in onze eigen (burgerlijke) gemeente? Van AWBZ naar gemeente Wat kunnen wij daarmee in onze eigen (burgerlijke) gemeente? 3 oktober 2014 Hans van der Knijff Waar gaan we het over hebben? Overgang naar Wmo en Jeugdwet Het proces van aanvraag

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen De raad van de gemeente Grootegast; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2012; gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning en artikel 149

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015

Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015 Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Wierden 2015 HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 2 artikel 1. Begripsbepalingen 2 HOOFDSTUK 2. VORM MAATWERKVOORZIENING 2 artikel 2. Vorm 2 HOOFDSTUK 3. NATURAVERSTREKKING

Nadere informatie

Nee Ja, hoeveel? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u een datum wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren.

Nee Ja, hoeveel? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u een datum wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren. Algemene Gegevens Gegevens klant Naam Geboortedatum BSN Klantnummer Zijn er kinderen aanwezig? Gegevens aanbieder Nee Ja, hoeveel? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Naam ondersteuner Contactgegevens

Nadere informatie

BEREIKBAARHEID EN INFORMATIE

BEREIKBAARHEID EN INFORMATIE Vragen en antwoorden Klankbordgroep In het najaar van 2014 hebben een aantal cliënten en mantelzorgers uit de zes Dongemondgemeenten (Aalburg, Drimmelen, Geertruidenberg, Oosterhout, Werkendam en Woudrichem)

Nadere informatie

gelezen het advies van de Participatieraad d.d. 16 december 2015,

gelezen het advies van de Participatieraad d.d. 16 december 2015, No.: 4 Onderwerp: Vaststelling Verordening Wmo gemeente Hattem 2016 De raad van de gemeente Hattem; gelezen het voorstel van het College, no. 201600022, d.d. 05-01-2016; gelet op de artikelen 2.1.3, 2.1.4

Nadere informatie

Voorstel productdefinities ZiN voor 2016 in het Westerkwartier

Voorstel productdefinities ZiN voor 2016 in het Westerkwartier Voorstel productdefinities ZiN voor 2016 in het Westerkwartier Bij het continuïteitsarrangement 2015 - waarmee de inkoop van nieuwe producten in de Wmo 2015 is vormgegeven- is uitgegaan van de prestaties/productomschrijvingen

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Definitieve versie 30-10-2014 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Montferland; Gelezen het

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012

VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012 VERORDENING VOORZIENINGEN WMO GEMEENTE HEERENVEEN 2012 officiële titel citeertitel wettelijke grondslag Verordening Voorzieningen Wmo Gemeente Heerenveen Verordening Voorzieningen Wmo Artikel 5 Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heeze-Leende 2016

Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heeze-Leende 2016 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Heeze-Leende 2016 HOOFDSTUK 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN 2 artikel 1.1 Begripsomschrijvingen 2 HOOFDSTUK 2 PROCEDUREREGELS 2 artikel 2.1 Rechten en plichten 2

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2015:4317

ECLI:NL:CRVB:2015:4317 ECLI:NL:CRVB:2015:4317 Instantie Datum uitspraak 25-11-2015 Datum publicatie 08-12-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 14/4567 WMO Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend.

In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend. Gemeente Hof van Twente De Höfte 7 Postbus 54, 7470 AB Goor Tel. 0547 85 85 85 Fax 0547 85 85 86 E-mail info@hofvantwente.nl Website: www.hofvantwente.nl In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Nadere informatie

In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend.

In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Aan deze folder kunnen geen rechten worden ontleend. Gemeente Hof van Twente De Höfte 7 Postbus 54, 7470 AB Goor Tel. 0547 85 85 85 Fax 0547 85 85 86 E-mail info@hofvantwente.nl Website: www.hofvantwente.nl In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Nadere informatie

Van landelijk naar lokaal

Van landelijk naar lokaal Van landelijk naar lokaal Decentraliseren en particperen Wat kunnen wij daarmee in onze eigen (burgerlijke) gemeente? 7 februari 2015 Hans van der Knijff Waar gaan we het over hebben? Overgang naar Wmo

Nadere informatie

besluit van het college

besluit van het college besluit van het college dossiernummer 1231 onderwerp Wijziging Regeling maatschappelijke ondersteuning Gouda 2017 Het college van burgemeester en wethouders van Gouda; gelezen het voorstel van 13 juni

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013 CVDR Officiële uitgave van Woensdrecht. Nr. CVDR84884_2 22 mei 2018 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Woensdrecht 2013 De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering

Nadere informatie

B&W Vergadering. Voorgesteld besluit Het college heeft kennisgenomen van de evaluatie herindicaties nieuwe taken Wmo 2015.

B&W Vergadering. Voorgesteld besluit Het college heeft kennisgenomen van de evaluatie herindicaties nieuwe taken Wmo 2015. 2.2.3 Evaluatie herindicaties nieuwe taken Wmo 2015 1 Dossier 530 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 530 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 19 juli 2016 Agendapunt 2.2.3 Omschrijving Evaluatie herindicaties

Nadere informatie

MANDAAT BESCHERMD WONEN

MANDAAT BESCHERMD WONEN MANDAAT BESCHERMD WONEN Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalwijk overwegende: dat op 1 januari 2015 de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: de Wet) in werking

Nadere informatie

Zorgloket Bladel. De wegwijzer op het gebied van welzijn & zorg!

Zorgloket Bladel. De wegwijzer op het gebied van welzijn & zorg! Zorgloket Bladel > De wegwijzer op het gebied van welzijn & zorg! 2 Zorgloket Bladel De Wet maatschappelijke ondersteuning zorgt ervoor dat iedereen kan meedoen in de maatschappij en zo lang mogelijk zelfstandig

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst CVDR Officiële uitgave van Staphorst. Nr. CVDR259012_1 28 februari 2017 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Staphorst De raad van de gemeente Staphorst; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Werkproces onderzoek opzet. 1. Algemeen kader

Werkproces onderzoek opzet. 1. Algemeen kader Werkproces onderzoek opzet 1. Algemeen kader Dit werkproces start op het moment dat de consulent Wmo de melding heeft aangenomen, of op het moment dat het KCC de melding van een ondersteuningsvraag doorgeeft

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 3. Gebruikelijke zorg

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 3. Gebruikelijke zorg 2011 Inhoudsopgave 1 Algemeen 3 2 Toepassing op de functies Persoonlijke Verzorging, Verpleging en Begeleiding 4 2.1 Gebruikelijke Persoonlijke Verzorging 4 2.2 Gebruikelijke Verpleging 5 2.3 Gebruikelijke

Nadere informatie

Persoonlijke verzorging in de Wmo

Persoonlijke verzorging in de Wmo Persoonlijke verzorging in de Wmo Notitie d.d. 18 maart 2015 1. Inleiding In 2014 is er lange tijd onzekerheid geweest voor welke taken op het gebied van persoonlijke verzorging gemeenten verantwoordelijk

Nadere informatie

Tweede wijziging nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Asten 2015

Tweede wijziging nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Asten 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Asten. Nr. 77290 25 augustus 2015 Tweede wijziging nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Asten 2015 Het college van burgemeester en wethouders,

Nadere informatie

Wijzigingen tekst verordening WMO 2018 t.o.v. verordening WMO 2015

Wijzigingen tekst verordening WMO 2018 t.o.v. verordening WMO 2015 Wijzigingen tekst verordening WMO 2018 t.o.v. verordening WMO 2015 Artikel Verordening Wmo 2015 Verordening Wmo 2018 Toelichting art 1 Begripsbepalingen Een aantal begripsbepalingen toegevoegd. Er ontbraken

Nadere informatie

Beleidsregels betreffende. tegemoetkoming kosten kinderopvang. op grond van sociaal medische indicatie.

Beleidsregels betreffende. tegemoetkoming kosten kinderopvang. op grond van sociaal medische indicatie. Het college van Burgemeester en Wethouders van Brielle, gelet op artikel 4:21 van de Algemene wet bestuursrecht, besluit vast te stellen de Beleidsregels betreffende tegemoetkoming kosten kinderopvang

Nadere informatie

Aanpassingen Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 november 2014

Aanpassingen Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 november 2014 Aanpassingen Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Katwijk 2015 november 2014 Wijziging I Artikel 5. Gesprek Deze bepaling is opgenomen om een zorgvuldige

Nadere informatie

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 24 januari 2015

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 24 januari 2015 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 24 januari 2015 Inhoud Waarom moest het veranderen? Wat is veranderd? Wat heeft de gemeente gedaan? Wat betekent dat voor jullie? Wat voor ondersteuning? Waar zijn

Nadere informatie

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Lingewaard 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2 De te bereiken resultaten...

Nadere informatie

Persoonsgebonden budget (pgb) Informatiebijeenkomst Gemeente Houten

Persoonsgebonden budget (pgb) Informatiebijeenkomst Gemeente Houten Persoonsgebonden budget (pgb) Informatiebijeenkomst Gemeente Houten Welkomstwoord door Michiel van Liere, wethouder Jeugd Toelichting op het persoonsgebonden budget (pgb) Jeugd door Aagje Meijer, projectleider

Nadere informatie

Het indicatiebesluit

Het indicatiebesluit Het indicatiebesluit Deze folder hoort bij het indicatiebesluit. Dat is de brief waarin staat dat u aanspraak kunt maken op zorg. We leggen hier uit wat de verschillende onderdelen van het indicatiebesluit

Nadere informatie

Inspraak regionale Verordening Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015

Inspraak regionale Verordening Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 Inspraak regionale Verordening Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 Reactie/advies: WMO-raad Uden Om alle reacties uit 12 gemeenten samen te kunnen brengen, wordt u verzocht om gebruik te maken van

Nadere informatie

Concept: 4.3 ( ) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013

Concept: 4.3 ( ) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013 Concept: 4.3 (16-10-12) Verordening Wmo Individuele Voorzieningen De Friese Meren 2013 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 3 Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 HOOFDSTUK 2 RESULTAATGERICHTE

Nadere informatie

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ 2011. Bijlage 7. Behandeling 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Doelstelling functie 4 2.1 Algemeen 4 2.2 Continue, systematische, langdurige en multidisciplinaire zorg (CSLM) 5 2.3 gericht op herstel en/of het aanleren van vaardigheden

Nadere informatie

Context. Artikel 1. Aanmelding, onderzoek en aanvraag. Artikel 2. Afweging

Context. Artikel 1. Aanmelding, onderzoek en aanvraag. Artikel 2. Afweging Beleidsregel Wmo-arrangement GGZ Valleiregie De raad van de gemeente Ede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, zaaknummer ; gelet op artikel. van de.. [naam regelgeving]; besluit vast te

Nadere informatie

WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Wat is de Wmo? De Wmo staat voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Uw gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo. Het doel van de Wmo is dat

Nadere informatie

Informatie 2017 over de Wmo. Wet maatschappelijke ondersteuning

Informatie 2017 over de Wmo. Wet maatschappelijke ondersteuning Informatie 2017 over de Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning 1 WMO, WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Het uitgangspunt van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is dat u zo lang mogelijk zelfstandig

Nadere informatie

2. Hoeveel van hen krijgen hulp via een algemene voorziening en hoeveel via een maatwerkvoorziening?

2. Hoeveel van hen krijgen hulp via een algemene voorziening en hoeveel via een maatwerkvoorziening? Enquête onder de vijftien gemeenten in de Leidse regio. Vragen: 1. Hoeveel inwoners krijgen dit jaar huishoudelijke hulp via de gemeente? Cijfers derde kwartaal 2016: 1675 2. Hoeveel van hen krijgen hulp

Nadere informatie

wmo wijzer hulp en ondersteuning thuis

wmo wijzer hulp en ondersteuning thuis wmo wijzer hulp en ondersteuning thuis 1 Inleiding Hulp en ondersteuning thuis Hulp en ondersteuning thuis valt deels onder de Wmo (gemeente) maar soms ook onder de AWBZ of uw zorg verzekering. Dit maakt

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren, Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Wijdemeren 2018 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren, overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor de uitvoering

Nadere informatie

Zorg, begeleiding, werk en inkomen. Hulp bij het Huishouden

Zorg, begeleiding, werk en inkomen. Hulp bij het Huishouden Zorg, begeleiding, werk en inkomen Hulp bij het Huishouden Wmo, Hulp bij het Huishouden Toch hulp nodig via de gemeente? Heeft u geprobeerd om zelf hulp te regelen maar lukt het niet om uw probleem zelf

Nadere informatie

Hoe tevreden bent u over de volgende onderdelen van het Wmo-loket?

Hoe tevreden bent u over de volgende onderdelen van het Wmo-loket? Vragenlijst Hulp bij het huishouden 1. Algemene gegevens 1a) Uw geboortejaar :.. 1b) Postcode :... (alleen de cijfers) 1c) Bent u een man of een vrouw? Man Vrouw 2. Wmo-loket Voor de uitvoering van de

Nadere informatie

Informatiekaart beleidsregels Wmo en Jeugd

Informatiekaart beleidsregels Wmo en Jeugd Informatiekaart beleidsregels Wmo en Jeugd Deze informatiekaart gaat in op het opstellen en gebruiken van beleidsregels in het kader van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. In het eerste deel leggen we uit hoe

Nadere informatie