Planners leerjaar 2 Periode 3

Transcriptie

1 Planners leerjaar 2 Periode 3 1

2 Inhoudsopgave Frans 3 Engels 6 LBS 9 Mens en maatschappij 11 BVG 13 Mens en Natuur 15 2

3 Frans Periode 3 Chapitre 4: Sable et santé Chapitre 5: Marseille? C est la fête Leerdoelen (chapitres 4 et 5) JE KENT/WEET: 1. Meer onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord 2. De vormen van de gebiedende wijs 3. de vervoeging van het ww pouvoir 4. de namen van lichaamsdelen 5. De vormen van het aanwijzend voornaamwoord 6. De vervoeging van de regelmatige werkwoorden op-ir 7. De passé composé van hulpwerkwoorden avoir en être 8. De woorden die te maken hebben met gezondheid 9. De vormen van het aanwijzend voornaamwoord 10. De vervoeging van de regelmatige werkwoorden op-ir JE KUNT: 11. Je kunt een gesprek voeren in het Frans 12. Je kunt naar een telefoongesprek luisteren 13. Je kunt een tijdschriftartikel lezen 14. Je kunt iets bestellen in een restaurant 15. Je kunt iemand beschrijven 16. Je kunt iemand uitnodigen 17. Een afspraak maken 18. Vertellen wat je hebt gedaan 19. Vragen hoe iemand zich voelt 20. Vertellen hoe je jezelf voelt 21. Een advie/opdrachten geven 3

4 WEEK VOOR DE LES IN DE LES 5 MONDELING VOORBEREIDEN EEN ONDERWERP kiezen en beginnen met schrijven Presentatie voorbereiden Presentatie voorbereiden 6 Powerpoint maken Nakijken en uitspraak oefenen Presentatie 7 Chapitre 4 Leren voca 4.1 Sable et Santé Leren voca 4.2 Herhalen voca 4.1 Leren Grammaire D 8 Leren Phrases-clés E Leren voca 4.3 en 4.4 Herhalen voca 4.1 en 4.2 Leren Grammaire J Herhalen Grammaire D Leren Phrases-clés K Tâche maken en inleveren Inleiding: 1 en 2 bron A: 3 ( ), 4 ( ),bron B: 5, 6 ( ),bron C: 7, 8, 9 Nakijken 1 t/m 9 bron D: 10, 11 ( ), 12, 13 bron E: 14 ( ), 15, 16,bron F: 17, 18 ( ) Nakijken 10 t/m 18 bron G: 19 ( ),bron H: 20, 21,bron I: 22 ( ) bron J: 23, 24 ( ), 25, 26 SO 4 bron K: 27 ( ), 28, 29 Froncolfolie + Lecture Nakijken: 19 t/m 35 D-toets maken en bespreken 9 Voorjaarsvakantie 10 Leren voor E-toets 4 E-Toets 4 Leren voca 5.1 Inleiding: 1 en 2, bron A: 3 ( ), 4 bron B: 5 ( ), 6 ( ), bron C: 7, 8, 9 Nakijken 1 t/m 9 11 Leren voca 5.2 Herhalen voca 5.1 Leren Grammaire D Leren Phrases-clés E bron D: 10, 11, 12, bron E: 13 ( ), 14, 15 bron F: 16, 17 ( ) Nakijken 11 t/m 17 bron G: 18 ( ),bron H: 19, 20 Leren voca 5.3 en 5.4 4

5 Herhalen voca 5.1 en 5.2 Leren Grammaire J (D herhalen) bron J: 22, 23, 24, 25 SO 5 Tâche maken en inleveren 12 Leren voor de D-toets D-toets maken + bespreken (Grammaire, Phrases-clés, Vocabulaire, Les verbes) Leren voor de E-toets (Grammaire, Phrases-clés, Vocabulaire, Les verbes) 13 Alles herhalen voor de periodetoets (H. 4 en 5) E-toets maken + bespreken Grammaticaopdrachten maken + bespreken ter voorbereiding voor de periodetoets 14 Alles herhalen voor de periodetoets (H. 4 en 5) Lees en-schrijfopdrachten maken + bespreken ter voorbereiding voor de periodetoets 15 Toetsweek Periodetoets bespreken TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER Mondeling Week 5/6 2 SO chapitre 4 Week 8 1 E-toets chapitre 4 Week o v g o v G SO chapitre 5 Week 11 1 E-toets chapitre 5 Week 12 2 Toets (toetsweek) (4/5) Week

6 Year 2 English Periode 3 Chapter 5 Chapter 6 Hit the road Sounds cool! Leerdoelen JE KENT/WEET: 1. woorden die je kunt gebruiken als je reist. 2. woorden die met vervoersmiddelen te maken hebben. 3. wanneer de s in het Engels als z uitgesproken wordt. 4. waarom de Britten links rijden. 5. wanneer je de present simple voor de toekomst gebruikt. 6. wanneer je welke voorzetsels van tijd en plaats gebruikt. 7. hoe je de present perfect moet gebruiken. 8. woorden die je nodig hebt wanneer je dingen of mensen omschrijft. 9. woorden die je nodig hebt om over muziek of instrumenten te praten. 10. wanneer de letter c wordt uitgesproken als s en wanneer als k. 11. welke beroemde artiesten ook beroemde weldoeners zijn. 12. wat het verschil is tussen bijvoeglijk naamwoorden en bijwoorden. 13. hoe je voegwoorden moet gebruiken. 14. hoe je korte ja-/nee- antwoorden moet geven. JE KUNT: 15. om tickets en reisinformatie vragen. 16. reisinformatie geven. 17. praten over hoe lang iets al zo is. 18. vertellen hoe iets is gebeurd. 19. iets of iemand beschrijven. 20. vragen of iemand er net zo over denkt als jij. 21. vragen naar iemands muzieksmaak. 22. iets of iemand aanbevelen. WEEK LES VOOR DE LES IN DE LES 5 1 Start chapter 5 Listening A Pronunciation & Spelling B 2 Reading C Speaking and writing D Stone 17 en Reading Countries & Culture Listening E 4 Reading F Grammar : Pres.simple for future Introducatie / toets per.2 bespreken Opdracht A + B Ex. 1 t/m 6 Leren: Voca A Opdracht C Ex. 7 t/m 10 ex. 11 t/m 14 Leren: Voca C / D en stones 17/18 leren Exercise Ex. 17/18/19 Leren: Voca C&C en E TB p Ex 24 t/m 28 TB p.94 Ex p.26 WB 6

7 Voorzetsels van plaats en tijd Irregular Verbs-list (zie Peppels) 7 5 Reading F *-taak Speaking Writing G Stones Grammar Present Perfect 6 Listening E wk 8 7 SO Voca A t/m G en Stones ch. 5 Watching Alles af chapter /2-4/ Start chapter 6 Listening Pronunciation & Spelling A + B Reading C VOORJAARSVAKANTIE Speaking and writing D Stone 21/22 Reading Countries & Culture 10 Oefen SO irregular verbs Listening E Reading F Listening E Grammar : Bijvoeglijke naamwoorden 11 en bijwoorden Leren: Voca A t/m F en stones 17/18 Leren: irregular verbs 1 t/m 12 TB p. 86/87 Ex. 29 t/m 31 Ex. 32 t/m 36 Leren: Voca G en stones 19/20 Grammar TB p ex 3A/3B/4 TB p. 83 ex. 20 t/m 23 Alle voca en stones leren Maken Test yourself p.28 WB Leren: woorden en stones chapter 5 Handout met opdracht p.89 TB Nakijken Ch.5 Leren irregular verbs 12 t/m 24 Opdracht A B Ex. 1 t/m 6 Ex. 7 t/m 9 Leren: Voca A C en irr.verbs 1-24 ex. 10 t/m 13B Ex. 14/15 Leren: Voca A,C,D /stones / irr. verbs Ex. 16/17/18 Ex. 22 t/m 24 p.47/48 Ex. 19, 20, 21 Ex. 1A/1B p.54/55 TB 114 Leren: Voca ACD C&C / stones 21/ Grammar: voegwoorden korte ja/nee antwoorden Reading F *-taak writing G Stone 23 en SO Voca A t/m G en Stones ch. 6 Start reading Book for booktest in term 4 14 Easter celebration (donderdag) Good Friday (vrijdag vrij) 15 Easter (2e Paasdag vrij) 16 SO irregular verbs Reading book 17 Practise Ch. 5 en 6 Alles af chapter 6 Reading book Ex 2 t/m 5 p.55/56 TB p. 106/107 Ex. 25, 26, 27 Ex. 28A t/m 29 Maken Test yourself p.57 WB Leren stones en voca A t/m G Leren woordjes en stones chapter 6 Lezen Leren alle voca en stones / irr. verbs Lezen Nakijken Ch. 6 Test yourself ch p. 29/30 en 58 t/m Start toetsweek woensdag 6/4 Proeftoets / lezen 7

8 15 19 Toetsweek Leren: voca en stones ch. 5 en 6 20 Project TOETS OF OPDRACHT WEEK WEGING M-CIJFER H-CIJFER SO Voca A t/m G en Stones ch SO Voca A t/m G en Stones ch SO irregular verbs 13 1 Periodetoets: Chapter /15 4 8

9 Leerjaar 2 Periode 3 Levensbeschouwing Materiaal: werkboek en tekstboek wijs worden Schrift / map Stencils die uitgereikt zijn tijdens de les bewaar je Leerdoelen JE KENT/WEET: Hoofdstuk 2 Seksualiteit 1. Je kent de begrippen op blz. 40 uit je tekstboek 2. Je weet wat normen en waarden zijn en kunt hier voorbeelden van geven 3. Je weet dat normen en waarden kunnen verschillen per tijd, plaats en persoon/groep 4. Je weet waarom mensen verschillende antwoorden geven op wat seksualiteit is 5. Je kent de geschiedenis van seksualiteit Je weet wat de normen en waarden op seksueel gebied waren.. - Van de oude Grieken - In de middeleeuwen - In de achttiende eeuw tot twintigste eeuw - Van Nu (versekste samenleving?) 6. Je kent de viereenheid (LHSV) en de mogelijke combinaties 7. Je weet op welke manier verlangen met seksualiteit te maken heeft 8. Je kent de twee verschillen tussen menselijke en dierlijke seksualiteit 9. Je weet hoe op seksueel gebied invulling word gegeven aan de (hoofd)waarden vrijheid en gelijkwaardigheid 10. Je weet wat een dubbele moraal is 11. Je weet wat autonomie en heteronomie is en kunt dit uitleggen. 12. Je weet hoe orthodoxe leiders tegen (de autonomie van) seksualiteit aankijken JE KUNT: 13. Je kunt uitleggen wat voor jou belangrijk is en waarom 14. Je kunt jouw mening geven over seksualiteit en beargumenteren 15. Je kunt luisteren en begrip opbrengen voor iemand anders zijn/haar mening De opdrachten die je niet in de les af krijgt is huiswerk Bij afwezigheid werk je door volgens de planner Ben je eerder klaar in de les, dan maak je de extra opdrachten op internet 9

10 WEEK VAKINHOUD IN DE LES 5 Inleiding Vragen maken 6 2 Vragen maken 7 3 Sunny side of seks Vragen maken Docu. kijken 8 4 Vragen maken 9 Voorjaarsvakantie 10 5 Vragen maken (of gastles?) 11 5 Vragen maken (of gastles) 12 6 Vragen maken 13 SO H2 14 Paasvakantie 15 Vanaf woensdag Toetsweek Geen toets voor LBS 16 Toetsweek en Project 10

11 Leerjaar 2 Periode 3 (week 5 15) Mens en Maatschappij. Altijd nodig : Terra tekstboek, schrift, atlas. Leerdoelen Hoofdstuk 1 Arm en Rijk JE KENT/WEET: Je kent de begrippen bij Hoofdstuk 1 op blz. 163 en 164 Wat het bruto nationaal product is Hoe de wereld is ingedeeld in arm en rijk. Hoe je de welvaart van een land vaststelt. Wat het demografisch overgangsmodel is. Waarom het sterftecijfer op de wereld daalt. Hoe je de welvaart van een land vaststelt. Welke kenmerken de beroepsbevolking in de rijke en in de arme landen hebben. Welke rol de arme en de riojke landen in de wereldhandel spelen. Wat de millenniumdoelen zijn en wat het doel er van is. Wat de verslechtering van de ruilvoet betekend en wat de gevolgen daarvan zijn. Plaatsen opzoeken met behulp van het landenregister. In welke fase van ontwikkeling landen zich bevinden aan de hand van kenmerken. Welke mogelijke oplossing er voor het verschil tussen arm en rijk zijn. Leerdoelen Hoofdstuk 2 Het weer JE KENT/WEET: Je kent de begrippen bij Hoofdstuk 2 op blz. 164 en 165 Wat weer en wat een klimaat is. Wat luchtdruk is. Hoe verschillen in luchtdruk ontstaan. Hoe het klimaatsysteem in elkaar zit. Wat de wet van Buys Ballot inhoud. Wat de verschillen zijn tussen depressies, orkanen en windhozen. Hoe kenmerken van klimaat en weer op kaart worden weergegeven. Leerdoelen Hoofdstuk 3 Conflicten JE KENT/WEET: Je kent de begrippen bij Hoofdstuk 3 op blz. 165 en 166 Welke soorten grenzen er zijn. Het verschil tussen een oorlog en burgeroorlog en hoe deze ontstaan Uitleggen waarom volk, natie en staat niet altijd samengaan Invloed van de koloniale tijd op grenzen Uitleggen waarom nationalisme kan leiden tot separatisme Uitleggen welke verschillende soorten conflicten er zijn en hoe deze ontstaan De mogelijkheden van de VN uitleggen om in te grijpen Voorbeelden van samenwerking noemen Verschillende soorten vluchtelingen 11

12 Week Vakinhoud In de les 5 1.1, februari: verkort lesrooster 6 1.3, februari: verkort lesrooster 7 Proefwerk hoofdstuk 1 paragraaf 1 t/m 4 Praktische opdracht Opdrachten maken Opdrachten maken Proefwerk en praktische opdracht 8 Praktische opdracht 9 Voorjaarsvakantie ,2.2 Opdrachten maken , 2.4 Opdrachten maken , maart: goede vrijdag , en 29 maart: pasen Opdrachten maken Opdrachten maken 14/ 15 Toetsweek, Periodetoets hoofdstuk 2 paragraaf 1 t/m 4 en hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 4!!!!BIJ AFWEZIGHEID VAN DE DOCENT OF ALS JIJZELF AFWEZIG BENT GEWEEST WERK JE DOOR VOLGENS DE PLANNER!!!! TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER Proefwerk hoofdstuk 1 Week 7 2 Praktische opdracht Week 7/8 2 Periodetoets hoofdstuk 2 en 3 Week 14/

13 Kunst BVG (Praktijk) leerjaar 2 Periode 3 Kunst & Cultuur Leerdoelen JE KENT/WEET: 23. Wat Aboriginals zijn 24. Je kunt kenmerken van Aboriginal Art noemen en toepassen 25. Wie Picasso is en dat hij zich liet inspireren door o.a. Afrikaanse kunst 26. Hoe je met gaas kunt werken 27. Hoe je vormen kunt verdikken op het gaas 28. Hoe je papier-maché netjes glad kunt afwerken 29. Hoe je met plakkaatverf dekkend en strak kunt schilderen 30. Wat een Afrikaans patroon is (geen Indianenstrepen!) JE KUNT: 37. Een eigen tekening maken met de symbolen van Australische Aboriginals 38. Het hele blad netjes vullen verschillende afbeeldingen van maskers (met verschillende uitdrukkingen) vinden en uitprinten 40. Zelfstandig de huiswerkopdracht Picasso (in eigen woorden!) maken 41. Inspiratie opdoen van Aboriginal art en dit vertalen naar een eigen werkstuk 42. Een originele vorm masker maken van gaas (knippen en buigen van gaas) 43. Je kunt de gezichtsuitdrukking versterken door delen te verdikken met krant / tape 44. Goed werken met papier-maché, glad aanbrengen 45. Vormen benadrukken met kleur schilderen en kleuren mengen met plakkaatverf 46. Een patroon schilderen 47. Je huiswerk bijhouden (alle huiswerkopdrachten en afbeeldingen op tijd inleveren) 48. Zelfstandig een huiswerkopdracht uitvoeren 49. Er voor zorgen dat je werk kunt uitprinten

14 LES WEEK VAKINHOUD IN DE LES 1 5 Australische Aboriginal Kunst, uitleg startopdracht Startopdracht Kunst en Cultuur 2 6 Uitleg huiswerkopdrachten Eventueel afmaken van de startopdracht. Klaar? Dan heb je tijd voor de huiswerkopdrachten. 3 7 Uitleg opdracht Afrikaans masker. Inleveren huiswerkopdracht 1. Start opdracht Afrikaans masker. Maken van schetsen. 4 8 Uitleg werken met kippengaas en aanbrengen van verdikkingen. Inleveren huiswerkopdracht 2. Werken aan de opdracht Afrikaans masker met kippengaas, verdikken van delen van het masker Uitleg werken met papier-maché Masker bedekken met papier-maché Verder werken aan masker Uitleg dekkend schilderen met plakkaatverf Als je les hebt: Werken aan de opdracht. Beschilderen in Afrikaanse tinten/patronen Als je les hebt: Afwerken van de opdracht 9 14 Vanaf woensdag toetsweek Uitlooples, laatste les van periode 3 Laatste les voor masker toetsweek en projectweek TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER Startopdracht kunst en cultuur 1 Opdracht masker 2 Huiswerkopdracht Cultuur 1 Eventueel plusopdracht 1 14

15 Mens & Natuur 2 e klas Periode 3 Module Scheidingsmethoden Leerdoelen KENNISDOELEN: 1. Je kunt uitleggen welke faseovergangen er zijn. 2. Je weet welke scheidingsmethoden er zijn en wanneer ze gebruikt worden. 3. Je kunt uitleggen wat bezinken is. 4. Je kunt uitleggen wat filtreren is. 5. Je kunt uitleggen wat extraheren is. 6. Je kunt uitleggen wat destilleren is. 7. Je kunt uitleggen wat een suspensie is. 8. Je kunt uitleggen wat een oplossing is. 9. Je kunt uitleggen wat een zuivere stof is. 10. Je kunt uitleggen wat een mengsel is. 11. Je kunt uitleggen wat een residu is. 12. Je kunt uitleggen wat een filtraat is. 13. Je kunt uitleggen wat adsorptie is. 14. Je weet wat de samenhang is tussen massa, gewicht en volume 15. Je kunt een volume uitrekenen van een kubus en een cilinder 16. Je kan een dichtheid berekenen van verschillende materialen bestaande uit een kubus en cilinder 17. Je kunt plan bedenken hoe je een dichtheid van verschillende materialen met een andere vorm (onderdompel methode) 18. Je weet verschil tussen kook en smeltpunt van verschillend stoffen 19. Je kan een grafiek maken van een smeltpunt en stolpunt van een stof 20. Je kunt uitleggen welke faseovergangen er zijn van water 21. Je kan uitleggen hoe je een thermometer ijkt VAARDIGHEIDSDOELEN: A. Je kunt de stappen van onderzoek doen goed doorlopen en bijvoorbeeld een goed onderzoeksvraag formuleren aan de hand van een gegeven probleem. B. Je kunt opgedane kennis toepassen op situaties in je dagelijks leven C. Je kunt een werkplan maken x x LES WEEK VAN VAKINHOUD 1 5 Introductie NaSk2(Scheikunde) Fasen en faseovergangen IN DE LES/ THUIS(HUISWERK) Woordweb laten maken??? Vragen maken?? 2 5 Scheidingsmethoden van context naar concept: Experiment met houtsnippers, zand, zout en ijzer(blz 5) Lln maken een werkplan en voeren het experiment uit. 3 5 Experiment 1: Filtreren Vraag 1 t/m 12 maken Nakijken vragen Eerst een werkplan maken en tabel invullen op blz 6. Daarna het proefje uitvoeren. Pas als je werkplan is goedgekeurd door de docent mag je aan de slag met het experiment. 15

16 LES WEEK VAN VAKINHOUD IN DE LES/ THUIS(HUISWERK) 4 6 Experiment 2: Zand en zout Vraag 13 t/m 25 maken Nakijken vragen 5 6 Experiment 3: Spiritus en actieve kool 6 6 Experiment 4: Adsorptie en Chromatografie Vraag 26 t/m 35 maken Nakijken vragen Vraag 36 maken Nakijken vragen 7 Experiment 5: Indampen Vraag 37 t/m 39 maken Nakijken vragen 7 7 Experiment 6: Rode wijn Vraag 40 t/m 51 maken Nakijken vragen 8 7 Eindopgaven maken Vraag 52 t/m 63 maken Nakijken vragen 9 8 Verslag maken over experiment 1 t/m Verslag maken 11 8 Kennisdoelen bespreken en Vragendeeltoets 9 Voorjaarsvakantie Massa en volume Vraag 22 t/m 32 maken Deeltoets over boekje scheidingsmethode Dichtheid Vraag 36 t/m 43 maken Practicum onderdompel methode Nabespreken deeltoets IJs, water waterdamp Vraag 1 t/m 11 maken Temperatuur Vraag 13 t/m 20 maken Fase overgangen van water Vraag 25 t/m 30 maken Kookpunt en smeltpunt Vraag 35 t/m 41 maken Practicum thermometer ijken Uitloop Uitloop Verslag Inleveren Vragen stellen en leerdoelen 14 Start toetsweek: woensdag 6 april 15 Woe t/m vr Project driedaagse TOETSEN DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER Deeltoets 2 Nakijkboekje +verslag 1 Periodetoets 4 OPDRACHTEN IN PORTFOLIO DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER Verslag beoordelen thermometer ijken 0 O/V/G O/V/G 16

17 17