Poort, school voor Havo en Mavo

Transcriptie

1 Poort, school voor Havo en Mavo Studeerplanners leerjaar 2 Periode 1 Schooljaar

2 Inhoudsopgave BVG... 3 English... 5 Frans... 7 K&C Levensbeschouwing M&N Nederlands Wiskunde Studeerplanner

3 BVG leerjaar 2 Periode 1 Kunst en Natuur Leerdoelen JE KENT/WEET: 1. Wat een contourlijn is 2. Het begrip textuur 3. De begrippen: perspectief, plans, verdwijnpunt, vluchtlijn 4. Wat de kunststroming Realisme inhoudt (wanneer, kenmerken van de stroming) 5. De kunstenaars: Courbet, Millet, Constable, Friedrich, Mesdag 6. Wat de techniek gewassen inkt is 7. Wat figuurzagen inhoudt 8. Hoe je verschillende tinten plakkaatverf kunt mengen JE KUNT: 9. Textuur natekenen 10. Een schelp natuurgetrouw weergeven 11. Werken met aquarelpotloden 12. Diepte dmv plans / hoger plaatsing / verkleining weergeven in een landschap 13. Werken met gewassen inkt 14. Figuurzagen, figuurzaagje verwisselen 15. Eventueel gat boren met handboor 16. Gezaagd werk netjes afwerken met vijltjes en schuurpapier 17. Met plakkaatverf dekkend schilderen 18. Mengen met plakkaatverf (natuurlijke tinten) 19. Havo: heel gedetailleerd en sfeervol schilderen, textuur precies schilderen 20. Zelfstandig een huiswerkopdracht uitvoeren en op tijd inleveren Studeerplanner

4 LES WEEK VAKINHOUD IN DE LES 1 34/35 Toelichting periode 1 Uitleg startopdracht schelp: vorm, textuur, schaduw, passende ondergrond 2 35/36 Uitleg huiswerk afbeeldingen landschap. Belangrijkste punten startopdr. schelp herhalen, uitleg techniek aquarelpotloden (in klas 1 al mee gewerkt) Startopdracht schelp natekenen (schetsen) Afmaken startopdracht Wie klaar is kan de afb. zoeken voor de hwopdr. 3 36/37 Uitleg opdracht 1: landschap afmaken. Uitleg perspectief (plans, verdwijnpunt, vluchtlijn, hoger plaatsing, verkleining) Controle huiswerk: afbeeldingen landschap mee. Start met opdracht 1: landschap afmaken 4 37/38 Uitleg huiswerkopdracht Mesdag Opdracht 1 aftekenen Herhalen belangrijkste punten perspectief landschap 5 38/39 Uitleg gewassen inkt Opdr 1 afmaken, met inkt schilderen 6 39/40 Uitleg opdracht 2: landschap figuurzagen Uitleg schets overbrengen op hout. Wie klaar is kan opdr 2 doorlezen en alvast afbeeldingen gaan zoeken of de huiswerkopdr Mesdag afmaken Inleveren huiswerkopdracht Mesdag Opdr 2: schetsen, op hout overbrengen 7 40/41 Uitleg figuurzagen, schuren Figuurzagen / schuren 8 41/42 Uitleg schilderen plakkaatverf, mengen Uitlooples figuurzagen Schilderen mdf landschap 43 herfstvak Laatste les opdr /45 Vanaf woe 28 okt toetsweek t/m di 3 nov Uitlooples / plusopdr / evt. al start nieuw thema TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER Startopdracht Schelp 1 Opdracht 1: landschap afmaken (gewassen inkt) 2 Opdracht 2: landschap figuurzagen 3 Huiswerkopdracht: Afbeeldingen landschappen O/V/G Huiswerkopdracht Mesdag 1 Plusopdracht (1) Deze planner is een leidraad. Van je docent hoor je de exacte inleverdata voor de huiswerkopdrachten en wanneer praktijkopdrachten af moeten zijn. Studeerplanner

5 English Year 2 Periode 1 Classroom English The First Lesson Chapter 1 Looking back Chapter 2 What s up? Leerdoelen JE KENT/WEET: 1. Je kent woorden die je kunt gebruiken als je het over vakantie hebt 2. Je kent woorden die je kunt gebruiken als je het over het verleden hebt 3. Je weet twee manieren om ed achteraan een woord uit te spreken 4. Je weet wat vragende voornaamwoorden zijn 5. Je weet hoe je vragen maakt met vragende voornaamwoorden 6. Je weet wanneer je de Past Simple moet gebruiken 7. Je weet hoe je de Past Simple in vragen moet gebruiken 8. Je weet hoe je de Past Simple in ontkenningen moet gebruiken 9. Je kent het verschil tussen de datum in het Engels en in het Nederlands 10. Je kent woorden die te maken hebben met je lichaam en gezondheid 11. Je kent woorden die te maken hebben met ongelukken en ongevallen 12. Je weet het verschil tussen de Schotse en de Engelse r 13. Je weet wanneer je de Past Continuous gebruikt en wanneer de Past Simple 14. Je weet wanneer je should, must en have to gebruikt JE KUNT: 15. Je kunt de datum in het Engels zeggen 16. Je kunt de datum in het Engels schrijven 17. Je kunt vertellen wat je tijdens de vakantie hebt gedaan 18. Je kunt praten over bijzonderheden in het verleden 19. Je kunt praten over wat er op een bepaald moment gebeurd is 20. Je kunt praten over wat er aan de hand is 21. Je kunt praten over wat iemand aan het doen was 22. Je kunt zeggen dat iemand iets wel of niet kan of kon 23. Je kunt advies geven Studeerplanner

6 WEEK VOOR DE LES IN DE LES/HUISWERK 34 The First lesson Uitleg basisgrammatica + opdrachten Maken: opdrachten grammatica hand out Uitleg basisgrammatica + opdrachten Leren: Classroom English en grammatica 35 Maken: opdrachten grammatica hand out Leren: Classroom English en grammatica Uitleg basis grammatical + opdrachten The First Lesson Start Chapter 1, listening A and pronunciation and spelling 36 Leren: Classroom English en grammatica SO: basis grammatica Reading C and stone 1 and grammar 1 Leren: Vocabulary A+C, grammar & stones 1 Maken: grammar 1, C7-9, D10-15 Exercise D13&14, Stone 2 and grammar 2, Countries and Cultures 37 Leren: Vocabulary D+E+F, grammar & stones 2 G34, Listening E, Reading F Maken: grammar 2A+B, G30-33 Leren: vocabulary A-F stones 1 and 2 Maken: F24-27, grammar 3 Finish Chapter 1 Watching H (kijkopdracht) 38 Leren: vocabulary A-F and Sayings, stones 1 and 2 Maken: test yourself SO Woorden + zinnen Chapter 1 Start Chapter 2,Listening A, Leren: vocabulary A+C, 1&2 Pronunciation B, grammar 1, stone 5 Maken: B7-8, reading C Leren: vocabulary D-E, grammar 1 & stone 5 Grammar 2, Stone 6, Listening E Maken: grammar 1A+B Leren: vocabulary F-G, grammar 2 & stone 6 Maken: D12-14, grammar 2A+B Countries & Cultures, Stone 7&8 and grammar 3&4, Listening STAR, 40 Leren: vocabulary A-G, sayings, Stone 7 and Reading F, speaking and writing grammar 3. Maken: grammar 3,4,5 Leren: Vocabulary A-F, stones 3 and 4 Maken: test yourself SO Woorden + zinnen Chapter 2 Test yourself 41 Speaking & writing Finish Chapter 2, watching H Speaking & writing Leestoets Speaking and writing 42 Herhaling chapter 1 en 2 Nakijken chapter 1 en 2 Oefentoets chapter 1 en 2 Nakijken chapter 1 en 2 43 Herfstvakantie TOETSWEEK start 28/10-3/11/154 44/45 TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER SO basisgrammatica Week 36 1 SO woorden, zinnen en stones Chapter 1 Week 38 1 SO Woorden, Zinnen en Stones Chapter 2 Week 40 1 Leestoets Week 41 2 Toetsweek toets 1 Week 44/45 4 Studeerplanner

7 Frans Periode 1 Chapitre 1: Fini, les vacances... Chapitre 2: Bon appétit! Leerdoelen (chapitre 1 et 2) JE KENT/WEET: 1. De passé composé met de hulpwerkwoorden avoir (hebben) en être (zijn) 2. De vervoeging van het werkwoord venir (komen) in de présent en de passé composé 3. De voorzetsel bij landennamen en steden 4. Namen van landen 5. Namen van schoolspullen 6. De vormen van het delend lidwoord 7. De vervoeging van het werkwoord prendre (nemen) in de présent en de passé composé 8. De vormen van het persoonlijk voornaamwoord met nadruk 9. Woorden die met eten en drinken te maken hebben 10. Woorden waarmee je je mening kunt geven over eten JE KUNT: 11. Je kunt naar een frans gesprek luisteren 12. Je kunt naar het weerbericht luisteren 13. Je kunt een weblog, folder, visitekaartjes en een recept lezen 14. Je kunt vertellen wat je in de vakantie hebt gedaan 15. Je kunt over het weer praten 16. Je kunt over landen praten 17. Je kunt iets bestellen in het restaurant 18. Je kunt vertellen wat je wel en niet lekker vindt 19. Je kunt vragen naar de rekening Studeerplanner

8 LES DATUM VOOR DE LES IN DE LES 1 35 Introductie Inleiding: 1, 2 2 Leren voca 1.1 Starten hoofdstuk 1: Fini, les vacances Leren Grammaire D Herhalen werkwoord avoir 3 36 Leren voca 1.2 Herhalen voca 1.1 Leren Phrases-clés E Leren Grammaire J 4 Leren voca 1.3 Herhalen voca 1.1 en 1.2 Tâche: stap 1 t/m Leren voc 1.4 Herhalen voca 1.1, 1.2 en 1.3 Leren voor de SO 6 Herhalen grammatica, vocabulaire Herhalen Phrases-clés Leren voor de E-toets bron A: 3 ( ), 4 ( ),bron B: 5, 6 ( ),7( ),bron C: 8, 9 Nakijken 1 t/m 9 bron D: 10,11, 12, 13, bron E: 14, 15, 16 bron F: 17, 18 Nakijken 10 t/m 18 bron G: 19 bron H: 20, 21, bron J: 23, 24, 25 La chanson: 32, 33 bron K: 26, 27, 28 Nakijken 18 t/m 28 D-toets maken SO1 (voc en phrases clé ) maken Froncofolies 31, 32 Lecture 33 Eindtoets 1 Starten hoofdstuk 2: Inleiding: 1, 2,bron A: 3, 4 bron B: 5, 6 ( ) 7 38 Hw: bron C: 8, 9 Leren Grammaire D Herhalen bepaald lidwoord Leren voca 2.1 Leren voca Leren Phrases-clés E Leren voca 2.3 en 2.4 Herhalen voca 2.1 en Leren Grammaire J Leren Phrases-clés Leren voca 2.1 t/m 2.4 Nakijken 1 t/m 9 bron D: 10, 11, 12,13 bron E: 14 ( ), 15, 16 bron F: 17, 18 ( ) Nakijken 10 t/m 18 bron G: 19 ( ) bron H: 20, 21 bron J: 23, 24 ( ), 25 bron K: 26 ( ), 27, 28 Nakijken: 19 t/m 28 SO 2 (vocabulaire + phrases clés) D-toets maken Studeerplanner

9 10 Froncofolies: 31, 32 Lecture 33 maken D-toets bespreken Alles nakijken Tâche: stap 1 t/m Activiteit Kijk-luisteropdracht Maken en nakijken 12 Spreekvaardigheid oefenen Spreekopdracht (presentatie) Spreekopdracht voorbereiden presentatie Leren voor de E-toets E-toets 2 maken Vocabulaire, grammaire, phrases clé Herfstvakantie Week E-toets bespreken 16 Oefenopdrachten maken ter Alles herhalen voorbereiding voor de periodetoets Toetsweek/SE-week Week 44 en Werkwoorden doornemen Werkwoorden stencil uitdelen Laten invullen 18 Bespreken periodetoets TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER SO chapitre 1 Week 38 1 E-toets chapitre 1 Week 38 2 presentatie o v g o v g SO chapitre 2 Week 40 1 E-toets Chapitre 2 Week 42 2 Toets (toetsweek) Week 45 4 Studeerplanner

10 K&C leerjaar 2 Periode 1 Kunstgeschiedenis deel 1: Les 1: Prehistorie & Egypte Les 2: Klassieke oudheid Griekse beschaving Les 3: Klassieke oudheid De Romeinen Les 4: Middeleeuwen Leerdoelen JE KENT/WEET: 1. De namen, jaartallen en volgorde van de verschillende kunststromingen. 2. Dat de eerste kunstuitingen al in de prehistorie werden gemaakt, hoe de grottekeningen werden gemaakt. 3. Welke rol beeldende kunst in de tijd van de Egyptenaren speelt. 4. De kenmerken van de Egyptische kunst, je herkent de kenmerken in afbeeldingen en je kunt de Egyptische kunst vergelijken met de andere kunststromingen. 5. De kenmerken van de Griekse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst, je herkent de kenmerken van de Griekse kunst in afbeeldingen en je kunt de Griekse kunst vergelijken met andere kunststromingen. 6. Je kent de verschillen in de beeldende kunst en architectuur uit de verschillende periodes van de Grieken 7. De kenmerken van de Romeinse bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst, je herkent de kenmerken van de Romeinse kunst in afbeeldingen en je kunt de Romeinse kunst vergelijken met andere kunststromingen. 8. Je weet een klein beetje achtergrond informatie over de Romeinse beschaving. 9. Dat de middeleeuwen twee verschillende kunststromingen kent, nl de Romaanse en de Gotiek 10. De kenmerken van de Romaanse en Gotische bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst, je herkent de kenmerken van de Romaanse en Gotische kunst in afbeeldingen en je kunt de Romaanse en Gotische kunst vergelijken met andere kunststromingen. 11. Je weet een klein beetje achtergrond informatie over de middeleeuwen. JE KUNT: 12. De verschillende kunststromingen / stijlen herkennen in afbeeldingen 13. Kenmerken van de verschillende stromingen benoemen 14. De verschillende stromingen met elkaar vergelijken, zowel 2d als 3d kunstwerken 15. Een infoblad maken van een Griekse god of godin 16. Een Romeins bouwwerk in een groepje namaken in papier 17. Zelfstandig informatie opzoeken over een kunststroming, over de kunstenaar en bijpassende kunstwerken uit die stroming 18. Zelfstandig een huiswerkopdracht uitvoeren 19. Er voor zorgen dat je je werk kunt uitprinten 20. De lesstof inhalen als je zelf een les afwezig bent geweest. 21. Op tijd alle huiswerkopdrachten laten beoordelen door de docent Studeerplanner

11 LES WEEK VAKINHOUD IN DE LES 1 34/35 Uitleg tijdlijn Uitleg les 1 Prehistorie Maken tijdlijn Maken opdracht 1, 2A en 2B van les 1 (blz. 4) 2 35/36 Uitleg les 1 Egypte Evt. afmaken opdracht 2B Maken opdracht 3 van les 1 (blz. 6) 3 36/37 Uitleg les 2 Grieken Maken opdracht 1en 2 in de les Maken opdracht 3 (blz. 12) 4 37/38 So Griekse oudheid Uitleg les 3 Romeinen 5 38/39 Uitleg les 4 Middeleeuwen: Romaanse kunst Uitleg mindmap So blz. 8 t/m 11 en blz. 13 Maken opdracht 1 (blz. 15,16) Evt. maken opdracht 2 van les 3 Maken (in de les) opdracht 1 (blz.19) en als er nog tijd is maken opdracht 2 van les 4 (blz. 20) 6 39/40 Uitleg les 4 Gotiek Maken opdracht 3 en 4 van les 4 tijdens uitleg. Afmaken opdracht 1 en 2 van les /41 Uitlooples Maken opdracht 5 van les 4 (blz. 22) Evt. afmaken tijdlijn Evt. afmaken of verbeteren overige opdrachten 8 41/42 Toetsvoorbereiding Maken oefentoets Maken opdracht toetsvragen 43 Herfstvakantie 9 44/45 Toetsweek van woensdag 28 okt t/m di 3 nov Toets nabespreken Start deel 2 TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER De huiswerkopdrachten laat je elke les of wanneer de docent dat aangeeft beoordelen. Alle beoordelingen samen vormen een cijfer. Deadline is de les in week 40 Toets Les 1 t/m les 4 Toetsweek 4 Meenemen elke les: opgeladen laptop, lesstencils en een mapje met alle opdrachten die je maakt. Iets niet mee? Dan krijg je in de les een vervangende opdracht en moet je een uur nakomen om alsnog de opdrachten van die les te maken. Huiswerk: Maak thuis de opdrachten af die je in de les niet hebt afgekregen, tenzij de opdracht later nogmaals in de planner staat. Leer elke week de nieuwe begrippen en herhaal de begrippen van de vorige les. Elke week 3 Studeerplanner

12 De begrippen vind je steeds aan het einde van een hoofdstuk Deze planner is een leidraad. Van je docent hoor je de exacte inleverdata voor de lesopdrachten en wanneer de deadline is van alle gemaakte lesopdrachten. Studeerplanner

13 Levensbeschouwing Leerjaar 2 Periode 1 Materiaal: werkboek en tekstboek wijs worden powerpoint Leerdoelen JE KENT/WEET: Hoofdstuk 3 Humanisme 1. Je weet wat humanisme betekend 2. Je weet wat een humanist bedoelt met menselijke waardigheid 3. Je weet wat een humanist bedoelt met de mens is een open wezen 4. Je weet hoe een humanist over vrijheid en verantwoordelijkheid denkt 5. Je kent de 5 punten hoe een mens volgens het humanisme is en hoe de mens zich hoort te gedragen 6. Je weet welke waarden belangrijk zijn in het humanisme 7. Je kent drie groepen humanisten 8. Je weet wanneer en waarom het humanisme ontstond (1 ste humanisme) 9. Je weet wanneer en waarom het moderne humanisme ontstond (2 de humanisme) 10. Je kent de kritiek van het moderne humanisme op godsdiensten (God als concurrent) 11. Je weet wat er bedoelt wordt met de mens is de maat der dingen 12. Je kent drie soorten opvattingen van humanisten over religie 13. Je kent de grondregel voor menselijk samenleven van humanisten en kunt deze met verschillen voorbeelden uitleggen 14. Je kent de begrippen: tolerantie intolerantie berusten en kunt die uitleggen 15. Je weet wat zelfbeschikking betekend voor humanisten en welke invulling zij daaraan geven 15. Je weet wat Euthanasie is en hun humanisten hierover denken 16. Je kent verschillende instellingen en verenigingen van humanisten Week Vak inhoud In de les / huiswerk 35 Introductie H3 1 Vraag 1, 4, 5, 6 36 H3 2 Aantekeningen Vraag 7 t/m 12 Verdieping 1 en 2 Studeerplanner

14 37 H3 3 en 4 aantekeningen Vraag 13 t/m Praktische opdracht 39 Praktische opdracht inleveren H3 5 Vraag 20 t/m 24 Verdieping 5 en 6 40 H3 6 Vraag 26 t/m 29 Verdieping 9 en H3 7 Vraag 30 en SO H3 Voorbereiden op SO 43 Herfstvakantie 44 toetsweek Geen toets voor lbs Studeerplanner

15 M&N Module 7 Een comfortabel huis Leerdoelen Module 7 KENNISDOELEN 1. Je weet wat een constructie is 2. Je weet wat het verschil is tussen functie en vorm van een constructie 3. Je kent het verschil tussen druk- en trekkrachten 4. Je weet wat de samenhang is tussen massa, gewicht en druk 5. Je kent verschillende manieren om een constructie stevig te maken 6. Je weet welke materialen duw-, trek- en/of drukkrachten op kunnen vangen 7. Je weet wat stofeigenschappen zijn en kunt er een aantal benoemen 8. Je kent verschillende soorten hout en hun eigenschappen 9. Je kent drie soorten kunststof (thermoplast, thermoharder, elastomeer) en hun eigenschappen 10. Je weet wat een legering is 11. Je weet hoe beton gemaakt wordt 12. Je weet wat een bouwtekening is en wat een bestek is 13. Je kent de symbolen die gebruikt worden bij de maatvoering in een technische bouwtekening 14. Je kent het verschil tussen een isometrische tekening en een technische tekening 15. Je weet wat een plattegrond is en wat een doorsnede tekening is 16. Je kent verschillende manieren waarop warmte getransporteerd wordt in een woning 17. Je weet diverse manieren om een woning te isoleren 18. Je weet hoe een airco werkt 19. Je weet wat een stroomkring is en kan een schakelschema tekenen 20. Je kent de grootheden Stroomsterkte, spanning, weerstand en vermogen met bijbehorende eenheden en afkortingen 21. Je weet wat het verschil is tussen een geleider en isolator 22. Je weet wat overbelasting en kortsluiting is 23. Je weet het gevaar van elektrische stroom; de functie van randaarde 24. Je kent de termen demonteren, monteren, handleiding,exploded view 25. Je weet waar verschillende soorten gereedschap voor gebruikt wordt Studeerplanner

16 VAARDIGHEIDSDOELEN A. Je kunt de dichtheid berekenen als je de massa en het volume weet B. Je kunt eigenschappen noemen van diverse materialen C. Je kunt een bouwtekening lezen D. Je kunt rekenen met de schaal in een technische tekening E. Je kunt de onderdelen van een meterkast beschrijven en weet hoe deze werkt F. Je kunt rekenen met de formule P=U I G. Je kunt berekenen of er overbelasting komt H. Je kunt drie verschillende soorten verbinding noemen I. Je kunt aangeven welke rechten consument hebben bij een aankoop en waar dit in geregeld is TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER Toets 7.1 en Toets 7.5 en Periodetoets module 7 ( 7.1 t/m 7.8) 4 Opdrachten in Periodemap Datum Weging M-cijfer H-cijfer Meterkastopdracht - V/NV V/NV Eindopdracht 3 Periodemap Periode 1 - o/v/g o/v/g - opdrachten die in de les zijn gemaakt laten zien aan de docent - uitgewerkte leerdoelen op papier - meterkastopdracht Studeerplanner

17 LES WEEK THEORIE OPDRACHTEN IN DE LES HUISWERK 1 34 Introductie M&N Hoe werk je bij M&N? in leerjaar 2 Uitleg periodemap Een stevig huis Maken opdracht 1 t/m 18 * Uitwerken LD: 1 t/m 6 Afmaken opdracht 1 t/m Materialen en stoffen Uitleg dichtheid Materialen en stoffen 7.1 Practicum 1: Driehoek en vierhoek (Demo) Maken opdracht 1 t/m 25 Afmaken opdracht 1 t/m Practicum 1: Welk materiaal is het? * Uitwerken LD: A en B * Uitwerken LD: 7 t/m Tekeningen lezen Maken opdracht 1 t/m 16 Afmaken opdracht 1 t/m Een warm of koel huis netjes werken met potlood en geo-driehoek * Uitwerken LD: 12 t/m 15 * Uitwerken LD: C en D Maken opdracht 1 t/m Practicum 2 +3 Stroming/geleiding (Demo) * Uitwerken LD: 16 t/m 18 Afmaken opdracht 1 t/m Test Jezelf 1 Maken opdracht 1 t/m 11 Afmaken opdracht 1 t/m Elektriciteit in huis Uitleg meterkastopdracht * Uitwerken LD: 19 t/m 21 9 Deeltoets 7.1 t/m Elektriciteit in huis Meterkastopdrachten Vermogen en veiligheid Maken opdracht 1 t/m 23 Uitwerken LD: E Foto of tekening meterkast mee * Animatie meterkast wet_van_ohm/formule.jpg Maken opdracht 1 t/m 22 * Uitwerken LD: 22 t/m 23 + F en G Afmaken opdracht 1 t/m 23 Afmaken opdracht 1 t/m 22 Studeerplanner

18 LES WEEK THEORIE OPDRACHTEN IN DE LES HUISWERK Vermogen en 7.6 Practicum?? veiligheid Monteren en demonteren Niet goed, geld terug? 7.8 Test Jezelf Deeltoets 7.5 t/m 7.8 Maken opdracht 1 t/m 24 * Uitwerken LD: 24 en H Maken opdracht 1 t/m 17 Maken opdracht 1 t/m 13 * Uitwerken LD: 25 en G Afmaken opdracht 1 t/m 24 Afmaken opdracht 1 t/m Eindopdracht 17 Eindopdracht Eindopdracht 19 Eindopdracht 20 Eindopdracht Eindopdracht 22 Eindopdracht Uitloop 42 Herfstvakantie 43 Toetsweek Alles afronden + Voorbereiding toetsweek 44 Toetsweek Studeerplanner

19 Nederlands HOOFDSTUK 1: Idolen & HOOFDSTUK 2 Leef! Schooljaar: Periode: 1 Klas: 2 Docent: RSC Les Activiteiten Afronding 34 1 Hfst. 1 Lezen Onderwerp, hoofdgedachte en deelonderwerp : opdr.1 t/m 4 Hfst. 1Taak Lezen: Waar gaat het eigenlijk over?! 2 Hfst. 2 Lezen Feiten, meningen en argumenten : opdr. 1 t/m 5 Hfst.2 Taak Lezen: Smaken verschillen 35 3 Hfst.1 & 2 Deeltoets Lezen TOETS Hfst.1 Kijkfragment Hfst.1 Spreken/ Kijken/ Luisteren Overleggen : opdr. 1 t/m 4 Hfst.1 Taak S/ K/ L: Een dagje weg met de klas 4 Hfst.2 Spreken/ Kijken/ Luisteren Luistermanieren : opdr. 1 t/m 4 Hfst.2 Kijkfragment Studeerplanner

20 Hfst.2 Taak S/ K/ L: Dit doe ik graag! 36 5 Hfst.1 Schrijven Stap voor stap schrijven & Synoniemen : opdr.1 t/m 5 (Let op: opdr. 4 moet je inleveren!) Hfst.1 Taak Schrijven: Een brief schrijven aan je idool 6 Hfst.2 Schrijven Je mening geven & Signaalwoorden : opdr. 1 t/m 5 (Let op: opdr. 4 moet je inleveren!) Hfst.2 Taak Schrijven: Ik hou van Holland 37 7 Hfst.1 Studievaardigheid Samenwerken en plannen : opdr. 1 t/m 4 (Let op: opdr. 4 moet je inleveren!) Hfst.2 Studievaardigheid Woordenboek : opdr. 1 t/m 3 8 Hfst.1 Taal en woordenschat Woordveld : opdr. 1 t/m 6 Hfst.2 Taal en woordenschat Kapstok : opdr. 1 t/m Hfst.1 Grammatica Vragende en aanwijzende vnw : 1 t/m 6 10 Hfst.2 Grammatica Persoonlijk en bezittelijk vnw : 1 t/m Hfst.1 Spelling Persoonsvorm : opdracht 1 t/m 7 Opdrachten verder afmaken Hfst.2 Spelling Infinitief, volt. en onv.dw. : opdr. 1 t/m 7 Studeerplanner

21 13 Hfst.1/2 Deeltoets T&W, Grammatica en Spelling TOETS Hfst.1 Fictie Spanning : opdracht 1 t/m 4 Let op: opdr. 4 moet je inleveren! 15 Hfst.2 Fictie Andere culturen : opdr. 1 t/m 4 Let op: opdr. 4 moet je inleveren! Hfst.1 & 2 Test: test maken en nakijken. Inleveren fictiedossier. Fictie Controleer je portfolio!!!! 43 herfstvakantie Toets hoofdstuk 1 & 2 Eindtoets Inleveren: - fictiedossier - portfolio Opm.: week 43 = herfstvakantie Let op: Iedere les start met 15 minuten zelfstandig lezen. Zorg dus dat je altijd een leesboek bij je hebt. Tijd over? Ga dan verder met de huiswerk-/lesopdrachten, lezen/je fictiedossier + andere extra oefeningen. Nederlands klas 2 Periode 1 H1 Idolen & H2 Leef! Studeerplanner

22 Leerdoelen JE KENT/WEET: 22. Lezen onderwerp; hoofdgedachte; deelonderwerpen (H1); feiten, meningen en argumenten (H2) 23. Spreken/Kijken/Luisteren overleggen (H1); luistermanieren (H2) 24. Schrijven schrijfplan (titel; inleiding; kern; slot) (H1); je mening geven (H2) 25. Studievaardigheid samenwerken en plannen (actiepunten; tijd; taakverdeling)(h1); woordenboek (H2) 26. Taal en woordenschat woordveld (H1) kapstok (H2) 27. Grammatica vragende en aanwijzende voornaamwoorden (H1) persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord (H2) 28. Spelling persoonsvorm: sterke en zwakke ww; gebiedende wijs (H1) infinitief, voltooid en onvoltooid deelwoord (H2) 29. Fictie spanning (thriller; detective) (H1) andere culturen; betekenis decor (H2) JE KUNT: 30. Lezen onderwerp, hoofdgedachte en deelonderwerpen vinden (H1) Je kent het verschil tussen een feit, mening en argument en kunt deze in een tekst terugvinden (H2) 31. Spreken/Kijken/Luisteren overleggen (gebruikt op een goede manier het doel, de Argumenten, komt tot oplossing of sluit een compromis) (H1) Je kent en gebruikt globaal -, zoekend en precies luisteren (H2) 32. Schrijven schrijfplan maken (woordweb; plan; taal-/spellingscontrole) (H1); Je weet hoe je een mening geeft (inleiding, kern, slot, argumenten gebruiken) (H2) 33. Studievaardigheid een samenwerkingsplan maken (overleg; actielijst; taakverdeling; tijdsplanning; planformulier invullen ) (H1) ; Studeerplanner

23 Je kunt trefwoorden herkennen in een woordenboek (H2) 34. Taal en woordenschat een woordveld maken (H1); Je kunt een kapstok rond een woord vormen (een overeenkomst kiezen: dezelfde klank; begin-/slotletters; gelijke betekenis) (H2) 35. Grammatica een vragend vnw: wie, wat, welk(e), wat voor (een) aanwijzend vnw: deze, die, dit, dat, zo n, zulke (H1); Je kunt verschillende woordsoorten herkennen (H2) 36. Spelling de tegenwoordige (stam of stam+t of hele ww) en verleden tijd van sterke en zwakke (stam+de/te) werkwoorden vormen (H1); Je kunt de tt en vt toepassen (H2) 37. Fictie een thriller/detective herkennen (H1); Je herkent verhalen en de culturele verschillen (H2) TOETS OF OPDRACHT NEDERLANDS KLAS 2 DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER Deeltoets Lezen H1/2 Wk Taak Lezen, SKL en Schrijven H1/2 Wk. 37 OVG Deeltoets T&W, Grammatica en Spelling H1/2 Wk Fictiedossier Wk. 42 OVG Portfolio Wk. 44 OVG Hoofdstuktoets 1&2 (toetsweek) Wk Studeerplanner

24 Wiskunde Baken Poort klas2 Periode 1 H1 Getallen H2 Formules H3 Oppervlakte Rekenen LES DATUM VAKINHOUD IN DE LES 4 H1 3 en 4 Opdracht 20 t/m 28, Opdracht 29 t/m 38 5 H1 5 en 6 Opdracht 39 t/m 58 6 H1 7 Havo H1 Machten van variabelen 7 Havo H1 wortels optellen en vermenigvuldigen, vereenvoudigen Opdracht 59 t/m 67 Opdracht H1 t/m H10 (blz 34) Opdracht H11 t/m H29 (blz 36) 8 Voorbereiden toets Gemengde opdrachten 9 TOETS Hoofdstuk 1 + havostof 10 H2Voorkennis en 1 Opdracht V1 t/m V6 Opdracht 1 t/m 6 11 H2 2 en 3 Opdracht 7 t/m en 5 Opdracht 18 t/m H2 Havo enkele haakjes wegwerken, dubbele haakjes wegwerken Opdracht H1 t/m H14 14 H3 Voorkennis en 1 Opdracht V1 t/m V7, Opdracht 1 t/m 6 Studeerplanner

25 15 H3 2 en 3 Opdracht 7 t/m H3 4 en 5 Opdracht 22 t/m H3 Havo andere basis en hoogte Voorbereiden toets H2 en H3 18 Toets Hoofdstuk 2 en 3 Opdracht H1 t/m 5 Gemengde opgaven H2 G1t/m G5 (blz 62) H3 G1 t/m G7 (blz 90) 19 rekenen 20 rekenen 21 rekenen 22 Rekentoets 23 Voorbereiden Periode toets 24 Voorbereiden Periode toets TOETS OF OPDRACHT DATUM WEGING M-CIJFER H-CIJFER Toets H1 2 Toets H2 & H3 2 Rekentoets 2 Periodetoets H1, H2, H3 4 Studeerplanner