Lastenverlichting en consumptiegroei in Nederland: is er een puzzel in 2001?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Lastenverlichting en consumptiegroei in Nederland: is er een puzzel in 2001?"

Transcriptie

1 Lastenverlichting en consumptiegroei in Nederland: is er een puzzel in 2001? Ron J. Berndsen en Teunis Brosens * Februari 2002 Samenvatting In dit artikel wordt de lastenverlichting voortvloeiend uit de belastingherziening 2001 besproken. De bij de aanzienlijke koopkrachtstijging achterblijvende consumptiegroei wordt als consumptiepuzzel gepresenteerd: de lage consumptiegroei in 2001 wordt in het perspectief van de relatief hoge consumptiegroei in de voorgaande jaren geplaatst. Als voornaamste verklaringen voor de van de koopkrachtontwikkeling afwijkende consumptiegroei worden vermogens- en verzadigingseffecten aangevoerd. * De auteurs zijn werkzaam bij de afdeling Monetair en Economisch Beleid van de Nederlandsche Bank. r.j.berndsen@dnb.nl en t.brosens@dnb.nl. Zij schreven dit artikel op persoonlijke titel.

2 2 1 Introductie Het nieuwe millennium 1 is tumultueus begonnen; niet in het minst door de schok van de terreuraanslagen in de VS en de daarmee gepaard gaande toename van de onzekerheid. In Nederland was sprake van het op één na slechtste beursjaar sinds WO II: alleen tijdens de oliecrisis in 1974 daalden de aandelenkoersen sterker. De olieprijs kwam in 2001 gemiddeld uit op een hoog niveau van $24,40 per vat, aanzienlijk hoger dan het gemiddelde ($19,80) van de vijf jaren daarvoor. Daarbij is ook de volatiliteit van de olieprijs toegenomen (afgemeten aan de vijfjaars standaarddeviatie) tot het niveau van de roerige jaren zeventig. De volumeconjunctuur liet wereldwijd een duidelijke afzwakking zien. Zo kwam aan het begin van 2001 in de Verenigde Staten (VS) een eind aan de langste periode van onafgebroken economische groei (120 maanden) sinds Voor ons land ziet het economische beeld voor 2001 er achteraf gezien heel anders uit dan vooraf werd gedacht. Na een gemiddelde groei van het volume van het bruto binnenlands product (bbp) met 3,7% in de periode , zakte de groei in 2001 terug tot 0,8%. 2 Dit is drie procentpunten lager dan een jaar eerder nog werd verwacht (DNB 2000). Wel verwacht, maar niettemin afwijkend van het niveau in eerdere jaren, was de hoge inflatie (4,5%) in ons land, het hoogste niveau sinds Hiermee bezette Nederland de eerste plaats van de inflatieranglijst in het eurogebied. In reactie op de sterk gewijzigde omstandigheden en vooruitzichten is ook het macro-economische beleid wereldwijd fors bijgesteld. Bijna alle centrale banken in de landen van de OESO hebben de beleidsrente verlaagd: de Fed met een cumulatieve renteverlaging van 475 basispunten naar 1,75% en de ECB met 150 basispunten naar 3,25%. Daarnaast is het budgettaire beleid versoepeld. In de VS is een pakket maatregelen in juni 2001 van kracht geworden in de sfeer van de inkomstenbelasting (lagere marginale tarieven) waarvan een deel al in het derde kwartaal van 2001 ter beschikking van gezinnen kwam (in de vorm van een cheque van $300 per belastingplichtige). Ook in Europa is sprake van lastenverlichting (ruwweg 0,75% bbp in 2001). Deze lastenverlichtingen in combinatie met hogere uitgaven zorgden ervoor dat in 2001 de begrotingssaldi - gecorrigeerd voor de conjunctuur en de rentelasten - in Europa en de VS verslechterden met 0,4 respectievelijk 0,9 procentpunt. Ook in Nederland was sprake van een aanzienlijke lastenverlichting ( 3,5 mrd oftewel 0,8% bbp) grotendeels het gevolg van de belastingherziening Samenhangend met deze budgettaire impuls kende ons land in 2001 de grootste koopkrachtstijging van de afgelopen dertig jaar (hierbij is rekening gehouden met de hogere inflatie als gevolg van de BTW-tariefsverhoging die ook onderdeel uitmaakte van de belastingherziening). Normaliter mag van een dergelijke koopkrachtstijging een substantieel effect op de consumptie verwacht worden. Uit de literatuur (Steindel 2001) blijkt dat zo'n effect zich 1 Uitgaande van de conventie dat het nieuwe millennium op 1 januari 2001 in plaats van 1 januari 2000 is begonnen. 2 De voor 2001 gepresenteerde cijfers in dit artikel zijn gebaseerd op de eind december beschikbare voorlopige realisaties van het CBS of op ramingen gebaseerd op DNB (2001c) of CPB (2001b).

3 3 met name zou moeten voordoen ingeval de lastenverlichting permanent is en van te voren is aangekondigd. De Nederlandse lastenverlichting van 2001 voldoet aan deze voorwaarden. Niettemin liet de particuliere consumptiegroei een forse vertraging zien, van 3,5% in 2000 naar gemiddeld 1,3% in Het ontbreken van een positieve relatie tussen lastenverlichting en consumptiegroei in Nederland is opvallend. Ook in de VS bestaan twijfels over de stimulerende werking van het lastenverlichtingspakket in juni Deze ervaringen relativeren de recent opgekomen pleidooien voor verder stimulerend begrotingsbeleid in Europa en de VS. In dit artikel wordt de belastingherziening hoewel de opzet versterking van de structuur was - gezien als een voorbeeld van stimulerend conjunctuurbeleid dat echter niet als zodanig uitwerkt. Conjunctureel gezien blijkt de reeds bij Regeerakkoord 1998 aangekondigde lastenverlichting ex post in 2001 uitstekend getimed te zijn, niettemin is de lastenverlichting in 2001 grotendeels door gezinnen gespaard in plaats van gespendeerd. Hier is op het eerste gezicht sprake van een puzzel. Dit artikel gaat in op mogelijke verklaringen van deze puzzel. In paragraaf 2 wordt kort ingegaan op de doelstellingen en effecten van de belastingherziening 2001 en wordt het Nederlandse belastingpakket in internationaal perspectief geplaatst. In paragraaf 3 wordt bezien in hoeverre er sprake is van een consumptiepuzzel. Het zal blijken dat de consumptiegroei niet pas in 2001, maar al eerder uit de pas is gaan lopen met de ontwikkeling van de koopkracht. Paragraaf 4 bespreekt mogelijke verklaringen voor de waargenomen puzzel en specifieke omstandigheden die in 2001 mogelijk een rol hebben gespeeld. De conclusies zijn opgenomen in de laatste paragraaf. 2 De belastingherziening Omvang en effect op de armoedeval De belastingherziening 2001 is te kenschetsen als het grootste pakket aan belastingmaatregelen van het afgelopen decennium. Dit komt duidelijk tot uitdrukking in de microlastendrukontwikkeling, die een goede indicator is voor de mate van discretionair beleid aan de inkomstenkant. Dit begrip meet alleen de effecten op de collectieve lasten van veranderingen in de belastingstructuur (ten opzichte van het voorgaande jaar), zoals het aanpassen van tarieven of schijflengten (voorzover afwijkend van de inflatiecorrectie). Het vertekenende effect van veranderingen in de grondslagen, die als gevolg van de hoge economische groei en de toegenomen arbeidsparticipatie in de afgelopen jaren juist substantieel zijn geweest, blijft zo buiten beschouwing. 3 In de afgelopen jaren heeft het kabinet een beleid van lastenverlichting gevoerd met gemiddeld 1 mrd lastenverlichting per jaar. Het jaar 2001 springt eruit met een microlastenverlichting van 3,5 mrd. Van dit bedrag is 2,9 mrd toe te rekenen aan de belastingherziening (zie tabel 1). In termen van het bbp is de recente belastingherziening vergelijkbaar

4 4 met die van de Oort-operatie in Achter de daling van de microlasten gaat echter een nog veel grotere belastingverschuiving schuil. Het totale belastingpakket gaat gepaard met een verschuiving van 12,1 mrd (zie tabel 1) en is daarmee wel groter dan de Oort-operatie. TABEL 1 Budgettaire omvang belastingherziening 2001 Belangrijkste maatregelen in miljarden euro IB 2001 (+/- = lastenverzwarend/lastenverlichtend) Aanpassing tariefstructuur (incl. verlaging marginale tarieven IB) -6,9 Introductie heffingskortingen -4,6 Overig -0,6 Totaal bruto -12,1 Beperking aftrekposten (incl. afschaffen forfaits) +5,4 Verhoging BTW-tarief en accijnzen +2,3 Overig +1,5 Totaal netto (= beschikbaar voor lastenverlichting) -2,9 Bron: Miljoenennota Toelichting: Onder IB 2001 is tevens meegenomen het zogenaamde Pakket Arbeidsmarkt en armoedeval (per saldo een additionele lastenverlichting van 0,1 mrd). De recente herziening was, bezien vanuit macro-economisch standpunt, in belangrijke mate gericht op structuurversterking met betrekking tot de arbeidsmarkt. 4 Zo zijn de marginale tarieven van alle belastingschijven van de loon- en inkomstenbelasting verlaagd en is de eerste schijf verlengd. In het bijzonder als gevolg van de verlenging van de eerste schijf, is voor de belastbare inkomens tussen ruwweg en euro het marginale belasting- en premietarief fors verlaagd (van 50% in 2000 naar 37,6% in 2001). Laatstgenoemde schijfgrens ligt iets hoger dan het modale inkomen van een werknemer in de marktsector in Een tweede belangrijk element van de belastingherziening is enerzijds het afschaffen van de belastingvrije som en anderzijds de introductie van enkele heffingskortingen. Deze aanpassingen grijpen vooral aan bij de lagere inkomens, hetgeen impliceert dat de armoedeval aan de onderkant van de arbeidsmarkt is verminderd. Een deel van de opgetreden vergroting van de armoedeval sinds 1995 is daarmee in 2001 weer ongedaan gemaakt. 5 Niettemin is nog steeds sprake van een substantiële armoedeval (zie figuur 1). Hiervoor zijn met name de inkomensafhankelijke regelingen (die door de lagere overheid worden uitgevoerd) verantwoordelijk. In de tweede helft van de jaren 90 zijn deze omvangrijker geworden. Zo treedt bij het vervallen van de huursubsidie als gevolg van een inkomensstijging een marginale drukstijging van tussen de 40 en 50 procentpunt op. Ook het vervallen van de kwijtscheldingsregeling en de bijzondere bijstand (na een inkomensstijging) zorgen voor een aanzienlijke verhoging van de marginale druk. Om toetreding tot 3 De totale collectieve lasten zijn namelijk (gemeten in miljarden euro) toegenomen. De collectieve lastendruk (in %bbp) is daarentegen afgenomen als gevolg van een fors noemereffect. 4 Een tweede doel was grondslagverbreding, teneinde de in de loop der tijd opgetreden erosie van de grondslag te compenseren. De invoering van het boxenstelsel alsmede de vermogensrendementsheffing zijn voor het doel van dit artikel minder relevant en blijven buiten beschouwing. 5 Zie Sociale Nota 2002, p.98

5 5 en doorstroming in de onderkant van de arbeidsmarkt te bevorderen is een verdere verkleining van de armoedeval noodzakelijk. Hoewel de inkomensafhankelijke regelingen op zich een legitiem doel dienen, is een integrale aanpak van de armoedeval gewenst. Daartoe is op zijn minst een betere afstemming nodig tussen het beleid van de centrale overheid en de lagere overheden. FIGUUR 1 Inkomensverandering in euro's bij overgang bijstand naar werk Alleenstaande ¹ Paar ² ¹ 100% van het minimumloon. ² 130% van het minimumloon. Bron: Ministerie van Financiën (2001) 2.2 Effect op de koopkracht De invloed van de belastingherziening op de koopkracht in 2001 verloopt langs twee kanalen. Het eerste kanaal is de verlaging van de belastingen en premies, die een omvangrijke positieve impuls voor de koopkracht vormde. Hoewel de grootte van deze impuls afhankelijk is van inkomen en gezinssituatie, zijn alle categorieën erop vooruitgegaan 6. In tabel 2 komt de vermindering van de armoedeval tot uitdrukking in de forse koopkrachtverbetering van de categorie minimum plus (9¼%), die relatief veel profijt heeft van de introductie van de arbeidskorting. De koopkrachtverbetering van uitkeringsgerechtigden blijft achter, eveneens om het (opnieuw) betreden van de arbeidsmarkt aantrekkelijker te maken. Het tweede kanaal waarlangs de koopkracht beïnvloed wordt is het prijsopdrijvende effect van de verhoging van het BTW-tarief en de ecotax per 1 januari Deze negatieve impuls tast de koopkracht van alle Nederlanders in dezelfde mate aan. De bijdrage van beide verhogingen aan de inflatie in 2001 bedroeg ongeveer 1 procentpunt. Naast de belastingherziening waren ook de bruto loonstijging en de inflatie (los van het directe effect van de belastingherziening), de andere twee determinanten van de koopkrachtontwikkeling, in 2001 ongewoon groot. In tabel 2 is de opbouw van de koopkrachtontwikkeling van de modale werknemer opgenomen. De stijging van het brutoloon en de lastenverlichting resulteren in de grootste stijging van het nominaal beschikbaar inkomen in 25 jaar. De vrij aanzienlijke inflatie (naast de BTW-tarief- en ecotaxverhoging veroorzaakt door doorberekening van gestegen loonkosten, import- en energieprijzen 6 Uitgaande van de standaard koopkracht-overzichten.

6 6 en gestegen voedselprijzen) tempert de koopkrachtverbetering, maar deze is met 6½% nog steeds de hoogste in 25 jaar. Het geïsoleerde effect van de belastingherziening op de koopkracht van de modale werknemer, bestaand uit het positieve effect van de lastenverlichting verminderd met het (directe) negatieve inflatie-effect, bedraagt ruim 4%. TABEL 2 Koopkrachtontwikkeling en componenten Procentuele mutaties per jaar b Brutoloon modaal 2,8 2,6 6¼ Effect lasten a 0,2 0,1 5¼ Nominaal beschikbaar inkomen 3,1 2,7 11¼ Inflatie 2,7 2,2 4½ Koopkracht modaal 0,3 0,5 6½ Koopkracht andere categorieën Minimum plus 0,5 1,0 9¼ c Minimumuitkeringsgerechtigde -0,5 0,7 4½ c Idem, zonder kinderen -0,6 0,6 3¼ c Bron: CPB. a) Omvat de effecten van sociale lasten, loonheffing, overheveling en kinderbijslag b) Schatting Report c) Schatting MEV Lastenverlichting 2001: waar staat Nederland internationaal? 2001 kan niet alleen in Nederland als het jaar van de lastenverlichting worden aangemerkt. Ook in diverse andere Europese landen en de VS zijn pakketten aan lastenverlichtende maatregelen geïntroduceerd. Het is interessant te bezien waar de Nederlandse prestatie op dit terrein kan worden gerangschikt. In tabel 3 zijn de maatregelen op het terrein van de inkomstenbelasting weergegeven die in - of met ingang van zijn getroffen. TABEL 3 Lastenverlichting in 2001 a) Land Jaar Omvang pakket (% bbp) Verlaging IB-tarief toptarief van (%) naar (%) Nederland , Duitsland , Frankrijk b) 1,4 Italië b) 2,3 middenschijven België b) 1, Ierland , Griekenland b) 0, Verenigde Staten b) 1,5 39,6 35 Bron: DNB (2001a), Joint Committee on taxation a) In hoofdzaak betrekking hebbend op de loon- en inkomstenbelasting. b) Verlaging uitgespreid over meerdere jaren. Een tweetal overeenkomsten tussen de lastenverlichting in Nederland en die in de overige landen is zichtbaar. Ten eerste speelt in alle belastinghervormingen de verlaging van marginale IB-tarieven een belangrijke rol. In de meeste landen, evenals in Nederland werd het toptarief verlaagd. Ten tweede is de met de tariefsverlaging gepaard gaande budgettaire derving in veel landen beperkt door het

7 7 verbreden van de grondslag, bijvoorbeeld in de vorm van het schrappen van aftrekposten. Het positieve saldo van deze lastenverlichtende en lastenverzwarende maatregelen, de uiteindelijke derving van inkomsten in 2001 en waar relevant in de jaren daarna, is in tabel 3 weergegeven (kolom 'omvang pakket'). Daaruit blijkt dat de maatvoering van het Nederlandse pakket - 2,9 mrd, oftewel 0,7% bbp - maar ook de vormgeving, past in de internationale trend. 2.4 De feitelijke conjuncturele invloed van de overheidsfinanciën in 2001 Voor een volledige kijk op de invloed van de overheidsfinanciën op de conjunctuur in 2001 is het nodig ook de uitgavenkant in de beschouwing te betrekken. Ook van de uitgavenkant van de begroting ging in 2001 een stimulerende invloed uit op de economie. Ter illustratie, in het Regeerakkoord was een nominale uitgavenstijging ingeboekt (in 2001 ten opzichte van 2000) van 4,4 mrd. Hierbij dient te worden bedacht dat deze uitgavenstijging was gebaseerd op het behoedzame scenario. Per saldo kwam in 2001 echter nominaal 10 mrd beschikbaar (ten opzichte van 2000), terwijl toch aan de reële netto uitgavennorm kon worden voldaan. Dit was mogelijk omdat in 2001 naast reële meevallers bij de rente en de sociale zekerheid (door de hogere feitelijke economische groei) ook sprake was van een forse ruilvoetwinst (ten opzichte van 2000 zo'n 2,5 mrd) als gevolg van de inflatiesprong in De 'extra' uitgaven waartoe het kabinet heeft besloten werden grotendeels aangewend voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden bij de overheid en voor het verminderen van arbeidsmarktknelpunten bij de politie, de zorg en het onderwijs. Al met al leverde de collectieve sector als gevolg van de intensiveringen een forse bijdrage aan de bbp-groei in 2001 van naar schatting 0,75%-punt. Hieruit blijkt dat de positieve impuls vanuit de inkomstenkant van de begroting op de conjunctuur in ieder geval niet is gecompenseerd met een negatieve impuls aan de uitgavenkant. Integraal bezien was in 2001 dus sprake van een ruim budgettair beleid in Nederland. 3 De ingezakte consumptiegroei in 2001: is er een puzzel? De mede door de belastingherziening veroorzaakte aanzienlijke koopkrachtverbetering heeft in 2001 niet geleid tot een hoge groei van de particuliere consumptie. Integendeel, in 2001 is de groei van de consumptie, na enkele jaren waarin groeipercentages van 3% en ruim daarboven konden worden geschreven, fors teruggevallen tot 1,3%. Dit terwijl de vooruitzichten voor 2001 van te voren zo gunstig waren. 7 De hier relevante ruilvoetmutatie is de prijsstijging van de overheidsuitgaven ten opzichte van de stijging van de bbp-deflator.

8 8 TABEL 4 Raming reëel beschikbaar gezinsinkomen en consumptie in 2001 Procentuele mutaties per jaar MEV 2001 CEP 2002 MEV 2002 (september 00) (maart 01) (september 01) Reëel beschikbaar gezinsinkomen 5½ 5¼ 5½ 6¼ Particuliere consumptie 4½ 4½ 2¼ 1¼ Waarvan duurzame goederen Bron: CPB In tabel 4 zijn enkele schattingen van het reëel beschikbaar gezinsinkomen en de particuliere consumptie op een rij gezet. De toename van het reëel beschikbaar gezinsinkomen 8 Report 2001/4 (december 01) was in de meest recente raming maar liefst 6¼%, een stijging die in dertig jaar niet is voorgekomen. De groei van de particuliere consumptie blijft niet alleen achter bij de stijging van het reëel beschikbaar inkomen, maar moest bovendien in de loop van 2001 herhaaldelijk naar beneden worden bijgesteld (met in totaal meer dan 3 procentpunten). De groei van de particuliere consumptie van duurzame goederen smolt zelfs volledig weg. Nu is het natuurlijk zo dat vele economische factoren in de tussentijd veranderd zijn en de ramingen beïnvloed hebben. Relevant is echter dat de stijging van de koopkracht van gezinnen in 2001 groot was, en in de loop van 2001 alleen maar hoger werd ingeschat. Ondanks dat consumenten in reële termen in 2001 veel meer te besteden hadden, hebben zij deze koopkrachtstijging dus nauwelijks omgezet in consumptie. De herhaaldelijke neerwaartse bijstelling van de geschatte consumptiegroei geeft aan dat dit consumentengedrag niet conform de verwachtingen was. Plaatsen we het reëel beschikbaar inkomen en de consumptie in historisch perspectief, dan wordt de puzzel alleen maar groter. Tot een paar jaar geleden heeft de groei van de particuliere consumptie de ontwikkeling van het reëel beschikbaar inkomen redelijk gevolgd. De duurzame consumptiegroei kent een veranderlijker karakter, maar volgt eveneens vrij nauwkeurig de koopkrachtstijging. Van 1998 tot 2000 wordt de groei van het reëel beschikbaar inkomen echter ruim overtroffen door de groei van de totale (en duurzame) particuliere consumptie. In 2001 slaat het beeld abrupt om (zie de in figuur 2 en 3 afgebeelde consumptiegaps ). Terwijl de koopkracht omhoog schiet, zakt de groei van zowel duurzame als totale consumptie weg. Zoals figuur 4 laat zien, blijft tot 1998 de correlatie (gemeten over perioden van tien jaar) redelijk, maar in de jaren daarna verdwijnt de correlatie geheel. De laatste tienjaarsperiode (inclusief 2001) laat zelfs een negatieve correlatie noteren. De consumptiepuzzel is dus niet zozeer de in 2001 bij het reëel beschikbaar inkomen achterblijvende consumptie, als wel het sinds enige jaren niet meer aantoonbaar zijn van het verband tussen deze twee grootheden. De oplossing voor deze puzzel zal zowel de consumptieboom van 1998 tot en met 2000 moeten verklaren, als het wegsmelten van de consumptiegroei in Het gaat hier om het reëel beschikbaar inkomen van alle gezinnen in Nederland. Het begrip koopkracht, zoals bijvoorbeeld gehanteerd in tabel 2, duidt op het reëel beschikbaar inkomen per gezin.

9 9 FIGUUR 2 Reëel beschikbaar inkomen en totale consumptie Jaarlijkse procentuele mutaties ten opzichte van voorgaande jaar Bron: CPB 'Consumptiegap' Reëel beschikbaar inkomen Particuliere consumptie FIGUUR 3 Reëel beschikbaar inkomen en duurzame consumptie Jaarlijkse procentuele mutaties ten opzichte van voorgaande jaar 'Duurzame-consumptiegap' Reëel beschikbaar inkomen Duurzame particuliere consumptie Bron: CPB

10 10 FIGUUR 4 Correlatie reëel beschikbaar inkomen en consumptie Berekend over voortschrijdende perioden van 10 jaar op basis van jaarmutaties 1 0,8 0,6 0,4 0,2 0-0,2-0, Reëel beschikbaar inkomen en totale consumptie Reëel beschikbaar inkomen en duurzame consumptie 4 Verklaringen voor de consumptiepuzzel In deze paragraaf wordt gekeken naar mogelijke verklaringen voor de puzzel. Hierbij zal worden ingegaan op vermogenseffecten en verzadigingseffecten, alsmede op enkele incidentele ontwikkelingen die specifiek voor 2001 relevant zijn. 4.1 Vermogen en balans De feitelijk aangewende financieringsbronnen voor de relatief hoge consumptie in de tweede helft van de jaren 90 vormen een eerste aanwijzing voor een oplossing van de puzzel. Het gaat om ontsparingen, opname van consumptief krediet en positieve vermogenseffecten gelieerd aan de gunstige ontwikkelingen op de huizenmarkt en de beurs. De individuele gezinsbesparingen namen in de laatste jaren van de vorige eeuw scherp af en waren in 2000 voor het eerst sinds lange tijd negatief (figuur 5). In 2001 herstelden de besparingen zich weer. Parallel aan deze ontwikkeling nam de kredietverlening aan consumenten in de tweede helft van de jaren 90 aanzienlijk toe (figuur 6). Midden 2000 bereikte de groei van het consumptief krediet een hoogtepunt, waarna een vrij snelle afname werd ingezet. FIGUUR 5 Individuele besparingen gezinnen Percentage van het beschikbaar inkomen Bron: CPB

11 11 FIGUUR 6 Consumptief krediet en spaargelden Procentuele mutaties ten opzichte van vorige overeenkomstige periode Consumptief krediet Spaargelden Procentuele mutaties zijn berekend over debiteurensaldo (consumptief krediet) en tegoeden op deposito's (spaargelden) per ultimo periode. Bron: CBS Dat de consument na 1996 zo diep in de buidel tastte kan deels worden verklaard door positieve vermogenseffecten. De krappe huizenmarkt en de lage hypotheekrente zorgden voor een overwaarde op het eigen huis die door het gunstige fiscale regime ook nog eens zeer voordelig te gelde te maken was. Vooral na 1996 is het aantal oversluitingen van bestaande hypotheken en afsluitingen van tweede hypotheken gestegen (figuur 7). FIGUUR 7 Aantal oversluitingen/2e hypotheken Duizenden per half jaar Bron: CBS Het vermogen van consumenten heeft behalve van oversluitingen en tweede hypotheken in de tweede helft van de jaren 90 ook geprofiteerd van de hausse op de beurs. Maar in 2000 hebben de beursindices een daling ingezet die in 2001 onverminderd is voortgezet, waardoor het via beleggingen opgebouwde vermogen deels is verdampt. Dit negatieve vermogenseffect, dat reeds in 2000 ontstond, werkt met enige vertraging door in Daarnaast begon in 2000 het aantal oversluitingen en tweede hypotheken weer af te nemen. In de eerste helft van 2001 was het aantal oversluitingen en tweede

12 12 hypotheken gedaald tot een niveau vergelijkbaar met het niveau in Veel huiseigenaren die de overwaarde van hun huis te gelde wilden maken, hadden dat reeds gedaan. Daarnaast werden de omstandigheden minder gunstig. De hypotheekrente lag in 2000 en 2001 hoger dan in 1999, en het in 2001 ingegane nieuwe belastingstelsel verbindt strengere voorwaarden aan de hypotheekrenteaftrek. Na hypotheek- en beurshausse stond de consument in 2001 dus weer met beide benen op de grond en kwam aan de bestedingsimpuls een einde. Het werd hoog tijd de balans te redresseren: de groei van het consumptief krediet nam af en de spaarrekeningen werden weer volgestort. De laatste ontwikkeling reflecteert deels een bezuiniging op consumptie, maar ook een substitutie binnen het gezinsvermogen. Gedaalde beurskoersen en toegenomen onzekerheid dreven mensen uit relatief riskante beleggingsfondsen naar de relatief veilige spaardeposito s en obligatiefondsen. Het nieuwe belastingstelsel leidde eveneens tot een substitutiebeweging. Recentelijk heeft de Bank een inventarisatie gemaakt van de redenen voor oversluitingen en tweede hypotheken (DNB 2000), die het voorgaande ondersteunt. Voor 40% van de geënquêteerden was verlaging van de maandlasten het motief. Hierbij wordt de hypotheekschuld niet noodzakelijkerwijs verhoogd. Hoewel het zeer goed mogelijk is dat de aldus maandelijks vrijkomende gelden worden aangewend voor bestedingen, is dat niet zeker. Consumenten kunnen er immers ook voor kiezen het geld te sparen of te beleggen. In ruim 1/3 van de gevallen werd de financiering van een verbouwing als reden aangevoerd, en in nog eens 1/3 van de gevallen was verzilveren van de overwaarde de reden. 9 Uit de enquête bleek voorts dat het verzilveren van de overwaarde voornamelijk leidt tot een bestedingsimpuls en in veel mindere mate tot extra beleggingen. De bijdrage van deze bestedingsimpuls aan de jaarlijkse bbp-groei bedroeg in de periode ,3 tot 0,5 procentpunt, waarvan vermoedelijk een substantieel deel betrekking heeft gehad op de consumptiegroei. 4.2 De genadeklap in 2001: verzadiging Een tweede mogelijke verklaring voor het einde van de consumptieboom is het verzadigingseffect. Dit effect doet zich voornamelijk voor bij de duurzame consumptie, die goed is voor ruim 22% van de totale consumptie en waaronder zaken als vervoermiddelen, kleding, meubels en huishoudelijke apparaten vallen. De in 2000 nog verwachte groei van de duurzame consumptie voor 2001 was gebaseerd op de in het algemeen hoge inkomenselasticiteit van de duurzame consumptie (zie figuur 3). De reden ligt voor de hand: Als men bij inkomstentegenvallers de buikriem moet aanhalen zal men nauwelijks bezuinigen op eerste levensbehoeften, maar veeleer nog eens goed nadenken of die nieuwe auto niet een jaartje later kan. En andersom zal meer bestedingsruimte niet zozeer worden aangewend om meer aardappelen te kopen, maar eerder om de oude TV eindelijk eens te vervangen. Na enkele vette jaren waarin het bezit van duurzame consumptiegoederen en masse is uitgebreid, is na 2000 een periode aangebroken waarin deze goederen gebruikt worden en aan vervanging nog geen behoefte is. 9 Geënquêteerden konden meerdere redenen opgeven, waardoor de som van de percentages boven de 100 uitkomt.

13 13 Een specifiek voorbeeld van verzadiging laten de autoverkopen zien. In het normale seizoenspatroon zijn de autoverkopen aan het einde van het jaar laag, omdat consumenten hun auto liever aan het begin van het jaar op kenteken laten zetten. In het laatste kwartaal van 2000 lagen de bestedingen aan auto s echter 12% hoger dan in het laatste kwartaal van Eind 2000 hebben veel mensen, anticiperend op de BTW-tariefsverhoging met 1,5 procentpunt per 1 januari 2001, de aanschaf van een auto vervroegd. Deze piek werd gevolgd door een flinke terugval in Pas veel later in het jaar herstelden de autoverkopen zich enigszins. 4.3 Andere oorzaken van de achterblijvende consumptiegroei in 2001 Tenslotte hebben in 2001 het consumentenvertrouwen (dat is opgebouwd uit de deelindicatoren economisch klimaat en koopbereidheid) en de perceptie van de koopkrachtstijging mogelijk een rol gespeeld bij het temperen van de consumptiegroei. Het consumentenvertrouwen lag in de tweede helft van de jaren 90 op een hoog niveau. In januari 2001 begon de consument in rap tempo pessimistischer te worden over de economie, hetgeen zich voornamelijk uitte in een daling van de deelindicator economisch klimaat. De andere deelindicator, de koopbereidheid, begon eveneens af te nemen, maar veel minder geprononceerd. De koopbereidheid bevindt zich in historisch perspectief ondanks de daling nog steeds op een redelijk hoog niveau. Aangezien het consumentenvertrouwen doorgaans een goede indicatie geeft van de ontwikkeling van de consumptie, zal het afkalvende consumentenvertrouwen in 2001 de consumptieve bestedingen negatief beïnvloed hebben. Toch moet aan het belang van het consumentenvertrouwen in 2001 niet teveel waarde worden toegekend. De aanslagen in de VS op 11 september en de nasleep daarvan kunnen moeilijk worden aangevoerd als specifieke oorzaak voor tegenvallende consumptiegroei, daar de consumptieontwikkeling over het gehele jaar tegenvalt en niet pas na 11 september. Daarnaast blijkt het consumentenvertrouwen in tijden van rampspoed geen betrouwbare indicator voor de consumptie (zie Nahuis 2001). Na de aanslagen nam vooral het pessimisme over het economische klimaat toe. In de resterende maanden van het jaar hervond de consument zijn vertrouwen enigszins. Over het gehele jaar genomen bevond het vertrouwen van de consument zich op het laagste niveau sinds 1994.

14 14 FIGUUR 8 Consumentenvertrouwen en deelindicatoren Saldo positieve en negatieve antwoorden; seizoenvrij Consumentenvertrouwen Economisch klimaat Koopbereidheid Driemaandsvoortschrijdende gemiddelden. Bron: CBS Een laatste verklaring voor de in 2001 achterblijvende consumptiegroei is dat consumenten misschien de omvangrijke koopkrachtstijging van het afgelopen jaar niet als zodanig hebben ervaren, doordat zij zich niet bewust waren van de omvang van de stijging van hun nominaal beschikbaar inkomen. Hierbij kan een rol spelen dat de lastenverlichting voortvloeiend uit het nieuwe belastingstelsel pas een jaar na dato ten volle duidelijk wordt, aangezien de belastingaanslag over 2001 pas in de eerste helft van 2002 wordt afgewikkeld. Tot die tijd zouden consumenten een afwachtende houding aan kunnen nemen, en percipiëren zij de nominale inkomensstijging lager dan die in werkelijkheid is. Ondertussen heeft de hoge inflatie in 2001 veel aandacht gekregen, mede vanwege de introductie van de chartale euro. Het is mogelijk dat de consument zich het afgelopen jaar veel bewuster dan voorheen met prijsstijgingen heeft beziggehouden en zijn aankoopbeleid scherper heeft aangepast. De perceptie van de stijging van het reëel beschikbaar inkomen is dus langs twee wegen mogelijk vertroebeld. Overigens blijkt uit onderzoek van DNB (2001b) dat angst voor additionele prijsverhogingen door de euro niet gegrond is. Het door de detailhandel afronden naar boven om op psychologisch aantrekkelijke europrijzen uit te komen zou op jaarbasis resulteren in maximaal 0,7 procentpunt extra inflatie. Het doorberekenen van de kosten van de euroconversie heeft in 2001 maximaal 0,3 procentpunt aan de inflatie bijgedragen. Op langere termijn ligt een verlaging van de prijzen voor de hand, doordat invoering van de euro leidt tot een Europabrede prijstransparantie en sterkere prijsconcurrentie.

15 15 5 Conclusies Van te voren werd de belastingherziening 2001 getypeerd als conjunctureel ongelukkig getimed. De ermee gepaard gaande lastenverlichting zou vanwege het gunstige effect op de koopkracht de consumptiegroei verder aanwakkeren en aldus resulteren in oververhitting van de toch al op volle toeren draaiende Nederlandse economie. Het pakte echter anders uit. Niet alleen blijkt het stimulerend budgettair beleid achteraf bezien anticyclisch te zijn geweest, ook werd de deels daardoor veroorzaakte ongekende koopkrachtstijging door de consumenten niet besteed. Deze consumptiepuzzel staat echter niet op zich, maar volgt op enkele jaren waarin de consumptiegroei duidelijk hoger uitviel dan op grond van de koopkrachtontwikkeling mocht worden verwacht. In dit perspectief is de in 2001 achterblijvende consumptiegroei minder raadselachtig. De extra consumptiegroei in de voorgaande jaren is gefinancierd uit ontsparingen en deels met consumptief en hypothecair krediet. De omstandigheden voor kredietfinanciering waren gunstig gezien de grote baanzekerheid als gevolg van de krappe arbeidsmarkt, de lage (hypotheek)rente, de hausse op de beurs (tot en met begin 2000) en de woningmarkt. De consumptieboom' raakte aan zijn einde door vermoedelijk twee factoren: verzadiging (getuige het beloop van de duurzame consumptie) en balansredressering (om de vermogenspositie te herstellen). Het effect van deze factoren werd in 2001 mogelijk versterkt door de toegenomen onzekerheid en een onvolledige perceptie van de koopkrachtontwikkeling. Als gevolg hiervan heeft de consument vooralsnog besloten de lastenverlichting die hij als belastingplichtige heeft ontvangen, nog niet uit te geven. Voor 2002 is de verwachting dat een deel daarvan alsnog tot besteding zal gaan komen. De vraag komt op of het verband tussen koopkracht en consumptie de afgelopen jaren tijdelijk afwezig was, of dat er sprake is van een meer structurele verandering. Waarschijnlijk hebben vermogenseffecten aan kracht gewonnen doordat het vermogen van huishoudens de laatste jaren omvangrijker is geworden. Ook valt te verwachten dat, ondanks de terugkeer naar veilige spaardeposito's de afgelopen tijd, beleggen niet geheel uit de gratie zal raken en het vermogen van huishoudens derhalve ook in de toekomst gevoeliger zal blijven voor ontwikkelingen op de beurzen dan voor de voorbije beurshausse het geval was. Deze grotere gevoeligheid kan ook in de toekomst blijven doorwerken in de ontwikkeling van de (duurzame) consumptiegroei. Deze zal zich in dat geval blijvend minder aantrekken van de koopkrachtontwikkeling dan tot halverwege jaren 90 nog het geval was.

16 16 Literatuur Centraal Planbureau, diverse jaargangen, Macro economische verkenning, Sdu Uitgevers, Den Haag. Centraal Planbureau, 2001a, Centraal economisch plan, Sdu Uitgevers, Den Haag. Centraal Planbureau, 2001b, CPB Report 2001/4, Sdu Uitgevers, Den Haag. De Nederlandsche Bank, 2000, Het Nederlandse publiek gepolst over gebruik hypothecair krediet, Kwartaalbericht Juni 2000, Amsterdam, De Nederlandsche Bank, 2001a, Jaarverslag 2000, Amsterdam. De Nederlandsche Bank, 2001b, Risico aanzienlijke prijsstijgingen door euroconversie lijkt beperkt, Kwartaalbericht Juni 2001, Amsterdam, De Nederlandsche Bank, 2001c, De Nederlandse economie in : een voorspelling met MORKMON, Kwartaalbericht December 2001, Amsterdam, Ministerie van Financiën, 2001, Belastingen en premies: Een verkenning naar nieuwe mogelijkheden vanuit het belastingstelsel 2001, Den Haag Nahuis, N.J., 2001, Rampen, vertrouwen en de Nederlandse conjunctuur, Economisch Statistische Berichten 19 oktober, Steindel, C., 2001, The effect of tax changes on consumer spending, Current Issues in Economics and Finance 7, nr. 11

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum : 26 augustus 2003 Onderwerp : Bijzondere aanpassing WML periode 1999 t/m 2002 Aanleiding Elke vier jaar moet de vraag worden beantwoord of er omstandigheden

Nadere informatie

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning CPB Notitie Datum : 27 augustus 2004 Aan : de SP, de heer E. Irrgang SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning 1 Inleiding De SP-fractie heeft het CPB gevraagd de budgettaire en koopkrachteffecten te

Nadere informatie

Centraal Economisch Plan 2019

Centraal Economisch Plan 2019 Economische groei terug naar normaal Internationale risico s raken de Nederlandse economie Centraal Economisch Plan bbp-groei, in % 2,9 1,5 2,5 2,2 2016 2017 2018 1,5 1,5 Krappe arbeidsmarkt met hogere

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 400 Nota over de toestand van s Rijks Financiën Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 8 Overall conclusie De kredietcrisis zorgt voor een terugval van de economische bedrijvigheid in Nederland die sinds het begin van de jaren tachtig niet is voorgekomen.

Nadere informatie

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug Het Nederlandse bedrijfsleven is in sterke mate afhankelijk van bancaire kredietverlening. De groei van de zakelijke kredietverlening is in de tweede helft van 28 vertraagd. Dit hangt grotendeels samen

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003

CPB Notitie. Bijstelling meerjarencijfers Inleiding. Datum : 3 juli 2003 CPB Notitie Datum : 3 juli 2003 Bijstelling meerjarencijfers 2004-2007 1 Inleiding De analyse van het Hoofdlijnenakkoord in mei 2003 in CPB Notitie 2003/49 is gebaseerd op het voorzichtige scenario van

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

special MILJOENENNOTA 2014 uitgaven 267,0 miljard inkomsten 249,1 miljard De miljoenennota en uw portemonnee.

special MILJOENENNOTA 2014 uitgaven 267,0 miljard inkomsten 249,1 miljard De miljoenennota en uw portemonnee. MILJOENENNOTA 2014 special De miljoenennota en uw portemonnee. inkomsten 249,1 miljard uitgaven 267,0 miljard Het kabinet heeft op Prinsjesdag bekend gemaakt hoe de begroting, met daarin het bezuinigingspakket

Nadere informatie

Grafiek 1 Verslechtering concurrentiepositie Nederlandse industrie in termen van loonkosten per eenheid produkt (procentuele mutaties)

Grafiek 1 Verslechtering concurrentiepositie Nederlandse industrie in termen van loonkosten per eenheid produkt (procentuele mutaties) Feiten sociaal-economische situatie I Concurrentiepositie ten opzichte van eurogebied Sinds 997 is sprake van een gestage verslechtering van de Nederlandse concurrentiepositie, die in de ramingen van het

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers

Koopkracht van 65-plussers Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009 In opdracht van de ouderenbonden UnieKBO en PCOB Nibud, september 2009 Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009

Nadere informatie

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

CPB Notitie. Economierapportage maart De wereldeconomie. Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : 27 maart 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage maart 2003 1 De Nederlandse economie blijft ondermaats presteren. Dit geldt zelfs indien door een voorspoedig

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Onderdeel Economische groei Inflatie Producentenvertrouwen Consumptie Omzet detailhandel Consumentenvertrouwen Hypotheken Hypotheek- en kapitaalmarktrente

Nadere informatie

CPB Achtergronddocument

CPB Achtergronddocument CPB Achtergronddocument Tekortreductie in internationaal perspectief Erik Floor 3 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Tekortreducerende maatregelen 5 3 Tekortreducering 7 3.1 Overheidsuitgaven 8 3.2 Overheidsinkomsten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09

jul/09 mei/09 jun/09 sep/09 sep/08 jan/09 feb/09 mrt/09 jun/09 aug/09 sep/09 aug/09 HAAGSE MONITOR ECONOMISCHE RECESSIE 7 Deze monitor geeft zowel prognoses als gerealiseerde cijfers weer. Het vaststellen van gerealiseerde cijfers kost tijd, maar worden, zodra deze bekend zijn, in de

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 BIJLAGE II Overall conclusie De Nederlandse economie groeit in 1 naar verwachting met 1¼%. Voor komend jaar wordt een groei van 1¾% voorzien. De toename van

Nadere informatie

CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen

CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen Persbericht PB14 037 02 06 2014 16.00 uur CBS: Koopkracht van werknemers in de zorg gestegen Koopkracht van werknemers in gezondheids- en welzijnszorg steeg in 2008-2012 elk jaar Zelfstandigen en pensioenontvangers

Nadere informatie

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip CPB Notitie 1 juni 13 Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. CPB Notitie Aan: Ministerie

Nadere informatie

Datum : 3 juli 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken

Datum : 3 juli 2003 Aan : De Minister van Economische Zaken CPB Notitie Datum : juli Aan : De Minister van Economische Zaken Economierapportage juli De Nederlandse economie blijft ondermaats presteren. Na de oorlog in Irak zijn de internationale spanningen afgenomen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 002 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015) Nr. 77 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 18 november

Nadere informatie

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip

Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Opdrachtgever SZW Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Opdrachtnemer CPB / D. van Vuuren, M. Gielen Onderzoek Inkomenseffecten Wet Uniformering Loonbegrip Categorie Wets- en beleidsevaluatie Conclusie

Nadere informatie

Doorrekening varianten aanpassing aflossingseis Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën

Doorrekening varianten aanpassing aflossingseis Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën CPB Notitie 9 mei 2018 Doorrekening varianten aanpassing aflossingseis Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Financiën CPB Notitie Aan: Ministerie van Financiën Datum: 9 mei 2018 Betreft: Doorrekening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 26 727 Wet inkomstenbelasting 2001 (Belastingherziening 2001) Nr. 130 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een

Nadere informatie

Research NL. Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland

Research NL. Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland Research NL Economic outlook 3e kwartaal 2010 Nederland Herstel economie zet aarzelend door Economische situatie Huishoudens zijn nog steeds terughoudend met hun consumptie en bedrijven zijn terughoudend

Nadere informatie

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008

Koopkracht in perspectief. In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden, ANBO, PCOB, Unie KBO Nibud, 2008 Koopkrachtberekeningen 2007-2008/ 2 Koopkracht in perspectief In opdracht van de gezamenlijke ouderenbonden,

Nadere informatie

Hoofdstuk 14 Conjunctuur

Hoofdstuk 14 Conjunctuur Hoofdstuk 14 Conjunctuur Open vragen 14.1 CPB: groei Nederlandse economie valt terug naar 1% in 2005 In 2005 zal de economische groei in Nederland licht terugvallen naar 1% ten opzichte van een groei van

Nadere informatie

Gezinnen. Overheid. Bedrijven. Buitenland

Gezinnen. Overheid. Bedrijven. Buitenland Hoofdstuk 2 Basisinzichten Opgave 1 NBP fk 990 S = 120 Gezinnen Bg = 50 C = 820 Overheid NBPov = 90 Indir. Bel. = 70 Cov = 50 Iov = 10 NBPb = 900 Bedrijven I = 110 X = 910 M = 930 Buitenland B NBPfk Bg

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015-2016 34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016) T BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

2) Wanneer gaan de verschillende maatregelen in? Per 1 januari 2013

2) Wanneer gaan de verschillende maatregelen in? Per 1 januari 2013 Oktober 2012 Nieuws hypotheekrenteaftrek Zoals het er nu voorstaat zal er vanaf 2013 alleen aftrek worden genoten voor hypotheekrente bij minimaal een annuïtaire aflossing. Op dit moment mag je nog de

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2006-II 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Tekortreducerende maatregelen

Tekortreducerende maatregelen Tekortreducerende maatregelen 2011-2017 MEV2014-versie CPB Achtergronddocument Wim Suyker 17 september 2013 1 1 Inleiding Vanaf 2011 zijn netto tekortreducerende maatregelen genomen door de achtereenvolgende

Nadere informatie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie

Perscommuniqué. Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de Belgische economie Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Perscommuniqué Brussel, 15 september 2000 Het Federaal Planbureau evalueert de gevolgen van de duurdere dollar en de hogere olieprijzen voor de

Nadere informatie

SCHATTING BBO OPBRENGSTEN

SCHATTING BBO OPBRENGSTEN SCHATTING BBO OPBRENGSTEN 1. Opbrengsten BBO aan overheidsinkomsten Voordat wordt ingegaan op de opbrengsten die de BBO aan Lands kas zal bijdragen, wordt stilgestaan bij het gegeven dat het BBO-stelsel

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 32 847 Integrale visie op de woningmarkt Nr. 437 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo II

Eindexamen economie 1-2 vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

1 Economie in Nederland: omslag of afkoeling? Intelligence Group, 7 november 2018 Auteur: Arjan Ruis

1 Economie in Nederland: omslag of afkoeling? Intelligence Group, 7 november 2018 Auteur: Arjan Ruis Intelligence Group, 7 november 8 Auteur: Arjan Ruis Economie in Nederland: omslag of afkoeling? Het gaat economisch gezien erg goed in Nederland. Sinds halverwege 3 is er onafgebroken sprake van economische

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 140 Herziening Belastingstelsel Nr. 27 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%

Nadere informatie

Analyse economische effecten Begrotingsafspraken. Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Analyse economische effecten Begrotingsafspraken. Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal CPB Notitie 17 oktober 2013 Analyse economische effecten Begrotingsafspraken 2014 Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. CPB Notitie Aan: Voorzitter

Nadere informatie

Miljoenennota door René Boon

Miljoenennota door René Boon Miljoenennota door René Boon .. .. .. .. .. ... .. Conclusies: Herstel Nederlandse economie, maar wel kwetsbaar In 2015 komen overheidsfinanciën in rustiger vaarwater terecht Toch nog groot tekort, circa

Nadere informatie

UIT groei en conjunctuur

UIT groei en conjunctuur Economische groei. Economische groei drukken we uit in de procentuele groei van het BBP op jaarbasis. De groei van het BBP heeft twee oorzaken. Het BBP kan groeien omdat de prijzen van producten stijgen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 oktober 2018 Nationale Hypotheek Garantie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 oktober 2018 Nationale Hypotheek Garantie > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 360 Wijziging van het Belastingplan 2016 D NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG Ontvangen 21 december 2015 Inhoudsopgave 1. Algemeen 1 2. Inkomensbeleid

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Kwalitatieve gevolgen voor de werkgelegenheid op korte termijn van de tegenbegrotingen

Kwalitatieve gevolgen voor de werkgelegenheid op korte termijn van de tegenbegrotingen CPB Notitie Datum : 28 september 2009 Aan : Tweede Kamer Kwalitatieve gevolgen voor de werkgelegenheid op korte termijn van de tegenbegrotingen 1 Inleiding Tijdens de afgelopen Algemene Politieke Beschouwingen

Nadere informatie

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE 3 E KWARTAAL 211 Gemaakt voor NVM Wonen Gemaakt door NVM Data & Research Inhoudsopgave 1 Introductie enquête... 3 1.1 Periode... 3 1.2 Respons... 3 2 Staat van de woningmarkt...

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 15 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar

Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar Maart 215 stijgt naar 91 punten Steeds meer vijftigers financieel kwetsbaar De is in het eerste kwartaal van 215 gestegen van 88 naar 91 punten. Veel huishoudens kijken positiever vooruit en verwachten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

Kwartaalinzicht. Editie 6 Q2 2018

Kwartaalinzicht. Editie 6 Q2 2018 Kwartaalinzicht Editie 6 Q2 218 VFN Cijfers In 217 is het nieuw verstrekte consumptieve krediet toegenomen met 14%. Zowel het nieuw verstrekte krediet in de vorm van autofinancieringen (+15%) als de overige

Nadere informatie

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo II

Eindexamen economie vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2012 Nr. 64 BRIEF VAN

Nadere informatie

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen

Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen Voorbeeldcasussen workshop DELFI-tool t.b.v. de LWEO Conferentie 2016. Auteurs: Íde Kearney en Robert Vermeulen De voorbeelden in de casussen zijn verzonnen door de auteurs en komen niet noodzakelijkerwijs

Nadere informatie

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q4

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q4 NVM-Betaalbaarheidsanalyse 2000-Q1 tot en met 2014-Q4 NVM Data & Research 15 januari 2015 1 Samenvatting De (theoretische) betaalbaarheidsindex maakt in het vierde kwartaal van 2014 nog steeds een opwaartse

Nadere informatie

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016

CPB Notitie. 1 Inleiding. Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume in MEV 2016 CPB Notitie Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383 380 I www.cpb.nl Contactpersoon Krista Hoekstra Datum: 15 september 2015 Betreft: Raming van het bijstandsvolume

Nadere informatie

Inkomenseffecten van de belastingherziening 2001

Inkomenseffecten van de belastingherziening 2001 Inkomenseffecten van de belastingherziening 2001 Hans de Kleijn De belastingherziening van 2001 heeft een koopkrachtverbetering van 3,6 procent opgeleverd. Vooral de laagste en de hoogste inkomens hebben

Nadere informatie

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015

Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015 Sector in beeld: kostenontwikkelingen 2016 juli 2015 Op basis van cijfers rondom de cao kinderopvang en cijfers van het Centraal Planbureau (CPB), volgt in dit document een overzicht van kostenontwikkelingen

Nadere informatie

Ex ante budgettaire effecten VVD tegenbegroting 2008

Ex ante budgettaire effecten VVD tegenbegroting 2008 CPB Notitie Datum : 18 september 2007 Aan : Tweede Kamerfractie VVD Ex ante budgettaire effecten VVD tegenbegroting 2008 1 Inleiding Het CPB heeft op verzoek van de VVD de ex ante budgettaire effecten

Nadere informatie

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten)

Tabel 1 Statische Koopkrachtontwikkeling 2002 (in procenten) Bijlage 5 In het overleg over het begrotingsonderzoek SZW van 22 november 2001 heb ik toegezegd u voor de begrotingsbehandeling nadere informatie te doen toekomen met betrekking tot de inkomensmaatregelen

Nadere informatie

Conjunctuurbericht. Mei Centraal Bureau voor de Statistiek

Conjunctuurbericht. Mei Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Conjunctuurbericht PB01-117 31 mei 2001 10.30 uur Mei 2001 Algemeen: minder gunstige ontwikkelingen Een aantal belangrijke in dit Conjunctuurbericht opgenomen indicatoren

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken Een van de informatiebronnen voor de ecb bij het voeren van het monetaire beleid is de Bank Lending Survey, een kwalitatieve kwartaalenquête naar

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen 3e kwartaal 8 Overall conclusie De kredietcrisis en de in het spoor daarvan vertragende wereldconjunctuur leiden ertoe dat de economische groei scherp terugvalt, tot ¼%

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen e kwartaal 1 Bijlage II Overall conclusie De Nederlandse economie groeit naar verwachting met 1¾% in 1 en met 1½% in 11. De toename van het bbp komt bijna volledig voor

Nadere informatie

Kwartaalinzicht. Editie 10 Q2 2019

Kwartaalinzicht. Editie 10 Q2 2019 Kwartaalinzicht Editie 1 Q2 219 VFN Cijfers Tijdens de Algemene Ledenvergadering op 18 april is het jaarverslag vastgesteld. Het jaarverslag biedt inzicht in de ontwikkeling van het nieuw verstrekte krediet

Nadere informatie

Overheid en economie

Overheid en economie Overheid en economie Overheid en economie Het aandeel van de overheid in de economie, de overheid als actor en de overheid op regionaal niveau, een verkenning Inleiding Het begrip economische groei komt

Nadere informatie

Budgettaire, koopkracht- en arbeidsmarkteffecten van herziening belastingstelsel Op verzoek van de JOVD

Budgettaire, koopkracht- en arbeidsmarkteffecten van herziening belastingstelsel Op verzoek van de JOVD CPB Notitie 3 mei 2011 Budgettaire, koopkracht- en arbeidsmarkteffecten van herziening belastingstelsel Op verzoek van de JOVD. CPB Notitie Aan: JOVD Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-009 15 februari 2012 9.30 uur Economie 0,7 procent gekrompen In vierde kwartaal 0,7 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Consumptie 1,8 procent lager

Nadere informatie

Kentering op de Europese woningmarkten

Kentering op de Europese woningmarkten Na een hausse die twaalf jaar duurde, is nu in de meeste Europese landen waaronder Nederland een afvlakking van de huizenprijsstijging te zien. In enkele landen dalen de prijzen zelfs. Een belangrijke

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2016 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2016-1 oktober 2016 t/m 31 december 2016 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 98,8% naar 105,7%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-074 13 juli 2006 9.30 uur Uitgaven huishoudens hoger dan inkomsten De Nederlandse economie is in 2005 met 1,5 procent gegroeid. Het voor inflatie gecorrigeerde

Nadere informatie

Persconferentie: De Nederlandse conjunctuur in 2008, d.d. 13 februari 2009.

Persconferentie: De Nederlandse conjunctuur in 2008, d.d. 13 februari 2009. Persconferentie: De Nederlandse conjunctuur in 2008, d.d. 13 februari 2009. Sheet 1: Opening Het CBS publiceert vandaag het eerste cijfer van de economische groei over het vierde kwartaal en de voorlopige

Nadere informatie

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2012-Q1

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2012-Q1 NVM-Betaalbaarheidsanalyse 2000-Q1 tot en met 2012-Q1 NVM Data & Research 2 april 2012 Inhoudsopgave 1 Samenvatting... 3 2 Inleiding: beschrijving van de gebruikte betaalbaarheidsindicatoren en grafieken...

Nadere informatie

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM

Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

CPB Notitie 16 augustus Houdbaarheidsberekeningen. Uitgevoerd op verzoek van Flip de Kam

CPB Notitie 16 augustus Houdbaarheidsberekeningen. Uitgevoerd op verzoek van Flip de Kam CPB Notitie 16 augustus 2013 Houdbaarheidsberekeningen Uitgevoerd op verzoek van Flip de Kam. CPB Notitie Aan: Flip de Kam Centraal Planbureau Van Stolkweg 14 Postbus 80510 2508 GM Den Haag T (070)3383

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 april 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 april 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar Het CPB heeft haar vooruitzichten voor de Nederlandse economie sterk neerwaarts aangepast. Het bbp daalt volgens het CPB dit jaar met 3,5 procent en

Nadere informatie

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q3

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q3 NVM-Betaalbaarheidsanalyse 2000-Q1 tot en met 2014-Q3 NVM Data & Research 9 oktober 2014 1 Samenvatting De (theoretische) betaalbaarheidsindex maakt in het derde kwartaal van 2014 een zeer sterke opwaartse

Nadere informatie

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting:

Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2015 t/m 31 december Samenvatting: Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2015-1 oktober 2015 t/m 31 december 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 103,7% naar 106,3%; De beleidsdekkingsgraad

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 682 Evaluatie Wet uniformering loonbegrip Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

1 Overzicht

1 Overzicht 1 Overzicht 2011-2017 Op basis van de huidige beleidsvoornemens bedragen in de jaren 2011 tot en met 2017 de tekortreducerende maatregelen gemiddeld 7 mld euro per jaar (circa 1% bbp per jaar). Cumulatief

Nadere informatie

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de NVOG Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de

Nadere informatie

PRINSJESDAG 2014 Beknopt overzicht aangekondigde maatregelen Prinsjesdag 2014

PRINSJESDAG 2014 Beknopt overzicht aangekondigde maatregelen Prinsjesdag 2014 PRINSJESDAG 2014 Beknopt overzicht aangekondigde maatregelen Prinsjesdag 2014 Inhoud 1 Veranderingen belastingtarieven en kortingen inkomstenbelasting... 3 a Belastingtarief eerste schijf verhoogd... 3

Nadere informatie

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016

Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 In opdracht

Nadere informatie

Macro-economische Ontwikkelingen

Macro-economische Ontwikkelingen Macro-economische Ontwikkelingen 1e kwartaal 9 Overall conclusie In de tweede helft van 8 sloeg de kredietcrisis ook in Nederland over naar de rest van de economie. De vooruitzichten voor 9 en 1 zijn in

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 002 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015) Nr. 78 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 18 november

Nadere informatie

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van (datum invullen), (nummer invullen);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van (datum invullen), (nummer invullen); Besluit van houdende wijziging van de percentages van het drempel- en het toetsingsinkomen voor de berekening van de zorgtoeslag (Besluit percentages drempel- en toetsingsinkomen zorgtoeslag) Op de voordracht

Nadere informatie

Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen

Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen Nationale rekeningen voldoen aan nieuwe internationale richtlijnen De Nederlandse nationale rekeningen voldoen vanaf vandaag als één van de eerste lidstaten van de Europese Unie aan de nieuwe internationale

Nadere informatie