EUROPEES PARLEMENT. Commissie begrotingscontrole

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT 1999 Commissie begrotingscontrole juni 2001 PE /6-20 AMENDEMENTEN 6-20 ONTWERPADVIES - Theato aan de Commissie constitutionele zaken (PE ) ALGEMENE HERZIENING VAN HET REGLEMENT (2001/2040(REG)) Bestaande tekst Voorgestelde nieuwe tekst Amendement 6, ingediend door Herbert Bösch Artikel 9 bis Interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) De in het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) vervatte gemeenschappelijke regeling houdende maatregelen ter bevordering van een goed verloop van de onderzoeken van het Bureau is binnen het Parlement van toepassing, overeenkomstig het besluit van het Parlement, dat als bijlage in het Reglement is opgenomen. Interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) 1. De leden werken ten volle samen met het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) voorzover zij hun onafhankelijkheid bij de uitoefening van hun mandaat door deze samenwerking niet bedreigd achten. 2. De leden die kennis krijgen van feiten welke het bestaan doen vermoeden van mogelijke gevallen van fraude, corruptie of van enige andere onwettige activiteit waardoor de belangen van de Gemeenschappen worden geschaad, of van ernstige feiten in verband met de uitoefening van beroepsactiviteiten, die kunnen worden aangemerkt als een nietnakoming van verplichtingen, die AM\ doc PE /6-20

2 aanleiding tot tuchtrechtelijke en, eventueel, strafrechtelijke vervolging kan geven, stellen de Voorzitter of, indien zij zulks nuttig achten, het Bureau daarvan rechtstreeks in kennis. Een dergelijke mededeling vindt niet plaats wanneer daardoor de onafhankelijkheid bij de uitoefening van het mandaat en met name het recht om te weigeren te getuigen worden aangetast. De in wettelijke voorschriften en het Reglement van het Parlement vervatte bepalingen inzake vertrouwelijkheid blijven onverlet. 3. Wanneer de mogelijkheid van persoonlijke betrokkenheid van een lid is gebleken, moet de betrokkene spoedig worden ingelicht. De Voorzitter stelt de betrokkenen onverwijld in kennis van de maatregelen die het Bureau met betrekking tot hen beoogt te nemen. 4. Personeelsleden van het Bureau hebben slechts met toestemming van de leden toegang tot de bureaus van de leden. 5. In geen geval kunnen na afloop van het onderzoek conclusies worden getrokken waarin een lid met name wordt genoemd zonder dat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld zich over alle hem betreffende feiten uit te spreken. Indien na afloop van een onderzoek het betrokken lid geen enkel element ten laste kan worden gelegd, wordt het hem betreffende interne onderzoek geseponeerd op grond van een besluit van de directeur van het Bureau, die de betrokkene daarvan schriftelijk in kennis stelt. 6. Van verzoeken tot opheffing van de immuniteit van een lid wordt het Bureau in kennis gesteld. Bij de voorgestelde wijziging is volledig rekening gehouden met het besluit van de president van het Gerecht van eerste aanleg van 2 mei 2000, waarbij in het belang van een voorlopige rechtsbescherming bepaalde voorwaarden voor de onderzoeken van het Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) binnen het Parlement zijn geformuleerd. Overigens is de voorgestelde tekst strikt gebaseerd op het in het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 (PB L 136 van , blz. 15) vervatte modelbesluit. De voorgestelde wijziging van het Reglement biedt de PE /6-20 2/8 AM\ doc

3 mogelijkheid de momenteel aanhangige zaak voor het Gerecht van eerste aanleg in der minne te schikken. Amendement 7, ingediend door Diemut R. Theato Artikel 35, lid 1 1. De voor benoeming tot lid van de Rekenkamer voorgedragen kandidaten worden verzocht een verklaring af te leggen voor de bevoegde commissie en vragen van de leden te beantwoorden. 1. De voor benoeming tot lid van de Rekenkamer voorgedragen kandidaten worden verzocht een verklaring af te leggen voor de bevoegde commissie en vragen van de leden te beantwoorden. De commissie stemt in geheime stemming over elke voordracht apart. Het amendement geeft de belangrijkste punten weer van de resoluties van 17 november 1992 (verslag-lamassoure) en 19 januari 1995 (verslag-bourlanges) en brengt het Reglement in overeenstemming met de procedures die momenteel worden toegepast in de commissies en in de plenaire vergadering. Amendement 8, ingediend door Diemut R. Theato Artikel 35, lid 2 2. De bevoegde commissie doet het Parlement een aanbeveling inzake de benoeming van de voorgedragen kandidaten. 2. De bevoegde commissie doet het Parlement een aanbeveling inzake de benoeming van de voorgedragen kandidaten in de vorm van een verslag dat voor elke voordracht een aparte ontwerpresolutie bevat. Zie motivering bij het amendement op artikel 35, lid 1. Amendement 9, ingediend door Diemut R. Theato Artikel 35, lid 3 3. De stemming vindt plaats binnen twee maanden na ontvangst van de voordracht, tenzij het Parlement op verzoek van de bevoegde commissie, een fractie of ten minste tweeëndertig leden anders besluit. 3. De stemming ter plenaire vergadering vindt plaats binnen twee maanden na ontvangst van de voordracht, tenzij het Parlement op verzoek van de bevoegde commissie, een fractie of ten minste tweeëndertig leden anders besluit. Het Parlement stemt bij geheime stemming en besluit bij gewone meerderheid. AM\ doc 3/8 PE /6-20

4 Zie motivering bij het amendement op artikel 35, lid 1. Amendement 10, ingediend door Diemut R. Theato Artikel 35, lid 4 4. Indien het Parlement een negatief advies uitbrengt, verzoekt de Voorzitter de Raad de voordracht in te trekken en het Parlement een nieuwe voordracht voor te leggen. 4. Indien het Parlement een negatief advies uitbrengt over een voordracht, verzoekt de Voorzitter de Raad de voordracht in te trekken en het Parlement een nieuwe voordracht voor te leggen. Zie motivering bij het amendement op artikel 35, lid 1. Amendement 11, ingediend door Gabriele Stauner Artikel 44, lid 1 bis (nieuw) 1 bis. Voor de inhoud van vragen is uitsluitend de steller ervan verantwoordelijk. Vragen worden derhalve niet op ontvankelijkheid beoordeeld. Overeenkomstig artikel 197 van het EG-Verdrag heeft elk Parlementslid het recht vragen te stellen. Met het amendement wordt duidelijk gemaakt dat de gestelde vragen niet vooraf aan controle mogen worden onderworpen en dat uitsluitend de steller ervan voor de vraag verantwoordelijk is. Bovendien moet gepreciseerd worden wanneer de termijnen ingaan, dit om voortaan te voorkomen dat het tot vertragingen bij de beantwoording van vragen komt. Amendement 12, ingediend door Gabriele Stauner Artikel 44, lid 2 2. De vragen worden schriftelijk ingediend bij de Voorzitter, die ze aan de betrokken instelling doet toekomen. 2. De vragen worden schriftelijk ingediend bij de Voorzitter, die ze onverwijld aan de betrokken instelling doet toekomen. Zie de motivering bij het amendement op artikel 44, lid 1 bis (nieuw). PE /6-20 4/8 AM\ doc

5 Amendement 13, ingediend door Gabriele Stauner Artikel 44, lid 5 5. Vragen die een onmiddellijke beantwoording maar geen grondig onderzoek vergen (vragen met voorrang), worden binnen drie weken beantwoord. Ieder lid kan één keer per maand een dergelijke vraag met voorrang stellen. Vragen die een onmiddellijke beantwoording maar geen grondig onderzoek vergen (vragen met voorrang), worden binnen drie weken na indiening ervan beantwoord. Ieder lid kan één keer per maand een dergelijke vraag met voorrang stellen. Zie de motivering bij het amendement op artikel 44, lid 1 bis (nieuw). Amendement 14, ingediend door Gabriele Stauner Artikel 44, lid 6 6. De overige vragen (vragen zonder voorrang) worden binnen zes weken beantwoord. 6. De overige vragen (vragen zonder voorrang) worden binnen zes weken na indiening ervan beantwoord. Zie de motivering bij het amendement op artikel 44, lid 1 bis (nieuw) Amendement 15, ingediend door Gianfranco Dell'Alba Artikel 54 Het Parlement kan in toepassing van de Verdragen of ter verbetering en verduidelijking van procedures met andere instellingen akkoorden sluiten. Deze akkoorden kunnen worden gesloten in de vorm van gemeenschappelijke verklaringen, briefwisselingen, gedragscodes of andere passende instrumenten. Zij worden na goedkeuring door het Parlement ondertekend door de Voorzitter. Zij kunnen ter informatie worden opgenomen als bijlage bij het Reglement. 1. Het Parlement kan in toepassing van de Verdragen of ter verbetering en verduidelijking van procedures met andere instellingen akkoorden sluiten. Deze akkoorden kunnen worden gesloten in de vorm van gemeenschappelijke verklaringen, briefwisselingen, gedragscodes of andere passende instrumenten. Zij worden na goedkeuring door het Parlement ondertekend door de Voorzitter. Zij kunnen ter informatie worden opgenomen als bijlage bij het Reglement. 2. Leiden deze akkoorden tot wijziging van de in het Reglement vastgelegde rechten en verplichtingen van de leden of organen van het Parlement, dan wel tot nieuwe vereisten en verplichtingen of tot andere wijzigingen of interpretaties van het Reglement, wordt AM\ doc 5/8 PE /6-20

6 de kwestie vóór de ondertekening van het akkoord ter behandeling voorgelegd aan de bevoegde commissie. Met dit amendement wordt het mogelijk om, wanneer het sluiten van een interinstitutioneel akkoord een wijziging of een interpretatie van het Reglement van het Parlement tot gevolg heeft, de ontwerpen van interinstitutionele akkoorden te onderzoeken voordat ze door het Parlement worden goedgekeurd en aan het Reglement worden toegevoegd. Or. fr Amendement 16, ingediend door Paulo Casaca Artikel 131, lid 1 1. Wanneer de in stemming te brengen tekst verschillende bepalingen bevat, betrekking heeft op verschillende onderwerpen of te splitsen is in verschillende delen die elk een logische betekenis en regelende waarde hebben, kan door een fractie of ten minste tweeëndertig leden verzocht worden om stemming in onderdelen. Schrappen De stemming in onderdelen heeft tot doel een deel van een resolutie te amenderen door een bepaald deel ervan te schrappen. Het is dan ook onnodig speciale procedures te hebben voor stemmingen in onderdelen, wanneer we eenvoudigweg de bestaande procedures voor amendementen kunnen toepassen. Dit amendement heeft dus tot doel te snoeien in de overtollige regelgeving van ons Parlement. Amendement 17, ingediend door Paulo Casaca Artikel 137, lid 1, alinea 1 1. Wanneer de algemene beraadslaging is gesloten, kan ieder lid bij de eindstemming een mondelinge verklaring van ten hoogste één minuut afleggen ofwel een schriftelijke verklaring van maximaal 200 woorden die in het volledig verslag van de vergadering wordt opgenomen. 1. Wanneer de algemene beraadslaging is gesloten, kan ieder lid bij de eindstemming een schriftelijke verklaring van maximaal 200 woorden indienen, die in het volledig verslag van de vergadering wordt opgenomen. Dit amendement dient om tijd te sparen en minder geld van de belastingbetaler te verspillen. PE /6-20 6/8 AM\ doc

7 Amendement 18, ingediend door Emmanouil Mastorakis Artikel 137, lid 1, alinea 1 1. Wanneer de algemene beraadslaging is gesloten, kan ieder lid bij de eindstemming een mondelinge verklaring van ten hoogste één minuut afleggen ofwel een schriftelijke verklaring van maximaal 200 woorden die in het volledig verslag van de vergadering wordt opgenomen. 1. Wanneer de algemene beraadslaging is gesloten, kan ieder lid bij de eindstemming een mondelinge verklaring van ten hoogste één minuut afleggen ofwel een schriftelijke verklaring van maximaal 200 woorden die in het volledig verslag van de vergadering wordt opgenomen. In de agenda kan worden vastgelegd dat mondelinge verklaringen van de leden worden afgelegd aan het einde van de vergadering van de dag waarop de desbetreffende stemmingen plaatshebben. Met dit amendement willen we vermijden dat de andere leden van het Parlement nutteloos tijd verliezen. De mondelinge verklaring wordt immers niet door een debat wordt gevolgd en kan ook een schriftelijke vorm aannemen. Or. el Amendement 19, ingediend door Paulo Casaca Artikel 139, lid 1 1. Ieder lid kan amendementen indienen ter behandeling in een commissie. De ten principale bevoegde commissie, een fractie of ten minste tweeëndertig leden kunnen amendementen indienen ter behandeling ter plenaire vergadering. Amendementen moeten schriftelijk worden ingediend en door de indieners zijn ondertekend. 1. Ieder lid kan amendementen indienen ter behandeling in een commissie. De ten principale bevoegde commissie, een fractie of ten minste tweeëndertig leden kunnen amendementen indienen ter behandeling ter plenaire vergadering. Elke fractie of elk lid mag echter slechts één amendement op elk verslag indienen. Elk amendement kan strekken tot het amenderen van meer dan één van de artikelen of paragrafen van de tekst waarop het betrekking heeft. De rapporteur voor advies kan in aanvulling daarop compromisamendementen indienen. Amendementen moeten schriftelijk worden ingediend en door de indieners zijn ondertekend. We kunnen wel begrijpen dat de tekst van een resolutie binnen een parlementaire commissie misschien paragraaf per paragraaf soms zelfs woord voor woord - wordt opgesteld, maar de AM\ doc 7/8 PE /6-20

8 bestaande praktijk om een resolutie ter plenaire vergadering te redigeren lijkt ons onredelijk, kost veel tijd en geld en is niet efficiënt. Dit amendement dient, samen met het amendement op artikel 140, lid 1, letter c), om de praktijk van het opstellen van teksten ter plenaire vergadering te beperken, waarbij de auteurs van de verschillende voorstellen verplicht worden algemene en coherente alternatieven naar voren te brengen in de plenaire vergadering. Dit amendement is een alternatief voor een aantal amendementen van de rapporteur voor advies voor dit verslag, waarin serieus het mes wordt gezet in de bestaande rechten voor het indienen van amendementen door kleine fracties en individuele leden. Objectief onderzoek toont aan dat deze aanpak, in tegenstelling tot die welke wij hier voorstellen, een zeer sterke beperking inhoudt van de mogelijkheden voor kleine fracties en individuele leden om een bijdrage te leveren en helemaal niet efficiënt is om tijd te sparen in de plenaire vergadering. Als vrijwaringsclausule wordt voorgesteld dat de rapporteur voor advies ruime voorrechten behoudt voor het voorstellen van compromisamendementen. Dit moet zijn recht garanderen om technische verbeteringen aan te brengen en om amendementen voor te stellen die nuttig kunnen zijn om tot een positief resultaat te komen. Amendement 20, ingediend door Paulo Casaca Artikel 140, lid 1, letter c) c) het meer beoogt te wijzigen dan een van de artikelen of leden van de tekst waarop het betrekking heeft; deze bepaling is niet van toepassing op compromisamendementen noch op amendementen die identieke wijzigingen beogen aan te brengen in een bepaalde formulering in de gehele tekst; Schrappen Zie motivering bij het amendement op artikel 139, lid 1. PE /6-20 8/8 AM\ doc