SECUNDAIR ONDERWIJS BASISVORMING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SECUNDAIR ONDERWIJS BASISVORMING"

Transcriptie

1 SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: ASO Graad: tweede graad Jaar: eerste en tweede leerjaar BASISVORMING Vak(ken): AV Biologie 1 lt/w Vakkencode: WW-l Leerplannummer: 2002/002 (vervangt D/1990/4244/17) Nummer Inspectie: 2002/173//1/I/BV/1/II/ /V/04

2 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 1 INHOUD inhoud...1 visie...2 beginsituatie...3 algemene doelstellingen...4 algemene pedagogisch-didactische wenken...6 leerplandoelstellingen en leerinhouden...12 specifieke pedagogisch-didactische wenken en timing...22 minimale materiële vereisten...39 Vaklokaal...39 evaluatie...42 bibliografie...45 bijlage 1 vakgebonden eindtermen biologie...50 bijlage 2: gemeenschappelijke eindtermen wetenschappen...52 bijlage 3: vakoverschrijdende eindtermen...52 bijlage 4 nuttige adressen...53

3 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 2 VISIE Biologie als kennisdomein Het vakdomein van de biologie richt zich tot de vraagstelling betreffende het leven. Zoals in andere natuurwetenschappen wordt een beroep gedaan op wetenschappelijke methoden: observeren, beschrijven en experimenteren hetgeen toelaat hypothesen, modellen en wetten te formuleren en te verifiëren. De kennis die op deze wijze tot stand komt leidt tot het op een adequate wijze zoeken naar antwoorden op fundamentele vragen. De vooruitgang in deze wetenschap gedurende de laatste decennia heeft geleid tot revolutionaire inzichten over het leven en tot een exponentiële groei van toepassingsgebieden zoals de biotechnologie en biomedische wetenschappen. Deze inzichten en toepassingsgebieden hebben onvermijdelijk een invloed op ons dagelijks leven en zullen in de toekomst ongetwijfeld nog in belang toenemen. Binnen de natuurwetenschappen neemt biologie een unieke plaats in. Ze verschaft inzicht in de complexiteit van de levende natuur. Ze stelt de mens in staat zich een beeld te vormen van zijn betekenis als individu enerzijds, als onderdeel binnen een groter geheel anderzijds. Op deze wijze laat de biologie toe om een meer rationele en kritische visie te verkrijgen op tal van hedendaagse maatschappelijke problemen zoals milieuverstoring en -verontreiniging, racisme, overbevolking, bio-ethiek en gezondheid. Een goed gefundeerde basiskennis betreffende biologie kan leiden tot correcties van onze conventionele visie op mens en natuur vanuit economische theorieën en van een eenzijdige interpretatie van vooruitgang. De biologie als wetenschap: - ontwerpt specifieke methoden om levende organismen te bestuderen en past deze toe; - bevordert het verwerven van attituden tegenover de levende natuur; - beschrijft levende wezens (cytologie, histologie, morfologie, fysiologie, voortplanting); - ontrafelt ultrastructuur en basisfuncties van leven (moleculaire biologie); - beschrijft interacties tussen levende organismen onderling en interacties met hun omgeving; - formuleert verklaringen voor het ontstaan en de ontwikkeling van levensvormen (genetica en evolutie); - ordent levende wezens op basis van gelijkenissen en verschillen (systematiek). Biologie als onderwijsvak De inhouden van het biologieonderwijs worden mee bepaald door maatschappelijke ontwikkelingen (politieke, sociale en economische). De tendens van een biowetenschappelijk naar een meer biomaatschappelijk onderwijs is een tegemoetkoming aan de huidige maatschappelijke noden. Het wordt steeds duidelijker dat 'wetenschappelijke en technologische vooruitgang' geen voldoende voorwaarde is voor een 'gezonde' samenleving. Een correct en voorzichtig gebruik van recente wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen en een wijziging van het hedendaagse referentiekader voor 'vooruitgang' zijn cruciaal voor het tot stand komen en behouden van een gezonde samenleving. Hiervoor echter is de medewerking en vooral een mentaliteitsverandering van de gehele bevolking vereist. Die mentaliteitsverandering kan mee bewerkstelligd worden door een biologieonderwijs dat de verwezenlijking hiervan als een belangrijke opdracht beschouwt. Hierdoor biedt het biologieonderwijs een waardekader aan voor het verder leven. Een biomaatschappelijk onderwijs vormt zowel didactisch als natuurwetenschappelijk een verantwoord uitgangspunt voor het aanleren van essentiële biologische begrippen en concepten. Het verhoogt tevens de intrinsieke motivatie en de interesse van de leerlingen. In het biologisch onderzoek wordt gebruik gemaakt van verschillende werkwijzen waarbij zowel objectief als intuïtief te werk wordt gegaan. Beide aspecten zouden hun plaats moeten krijgen in het biologieonderwijs. Wat echter het vertrekpunt ook is, steeds wordt gestreefd naar rationele antwoorden op een gesteld probleem. Meestal gebeurt dit via de wetenschappelijke methode. Hierin staat het opstellen van hypothesen centraal. De waarde ervan wordt onderzocht door het verzamelen van bewijsmateriaal. Dit bewijsmateriaal wordt geleverd door waarnemingen of experimenten, door logisch redeneren en door het toetsen van voorspellingen en reële feiten die uit de hypothese kunnen worden afgeleid. Het bijbrengen van een onderzoeksattitude en het ontdekkend leren staan bijgevolg centraal in het biologieonderwijs. Dit heeft tot gevolg dat er voldoende tijd wordt voorzien voor zelfactiviteit en (inter)actieve kennisopbouw door de leerlingen.

4 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 3 BEGINSITUATIE Bepaling van de leerlingengroep Dit leerplan is bestemd voor de opties met één lestijd biologie per week (= minor) in de tweede graad algemeen secundair onderwijs: Economie, Grieks, Grieks-Latijn, Humane wetenschappen, Latijn. Als leerlingen uit deze studierichtingen in het Complementaire gedeelte een extra lestijd AV Biologie kiezen, volgen zij het majorleerplan voor twee lestijden per week, optie Wetenschappen Gezien de specifieke benaderingswijze en de accenten die worden gelegd, is een samenzetting met leerlingen die de cursus Biologie van twee lestijden per week volgen, niet toegelaten Om de veiligheid bij het uitvoeren van leerlingenproeven niet in het gedrang te brengen is het aangewezen dat het aantal leerlingen niet meer dan 25 bedraagt. De leraar oordeelt of hij, rekening houdend met het aantal leerlingen, met de uitrusting van zijn laboratorium en de aard van de te gebruiken toestellen en producten, de door het leerplan voorgeschreven demonstratie- en leerlingenproeven zonder gevaar kan uitvoeren of laten uitvoeren. Indien hij oordeelt dat de voorhanden zijnde uitrusting gevaar voor hemzelf of voor de leerlingen oplevert, verwittigt hij onmiddellijk het instellingshoofd, dat de nodige maatregelen treft om de activiteiten in normale omstandigheden te laten doorgaan. Beginsituatie Als beginsituatie wordt uitgegaan van het feit dat de leerlingen die de tweede graad aanvatten de minimumdoelstellingen van de eerste graad (A-stroom) hebben bereikt. In de eerste graad is een belangrijke plaats voorbehouden aan het zich ontwikkelende eigen lichaam en aan een gezonde levenswijze. Daarnaast gaat ruime aandacht naar het ontwikkelen van een begrippenkader om biologische levensgemeenschappen te kunnen beschrijven en analyseren. In de tweede graad wordt de fysiologie van de mens verfijnd en uitgebreid met de studie van het zenuwstelsel en het hormonaal stelsel. De bestudering van de biologische levensgemeenschappen, die al in het basisonderwijs op een eerder intuïtief niveau was gestart en in de eerste graad verder werd ontwikkeld, wordt nu in ecologie meer systematisch behandeld. Voorbeelden De leerlingen kunnen belangrijke organen die betrokken zijn bij de levensprocessen bij de mens (geboorte, groei, voeding, ademhaling en transport van stoffen) lokaliseren, benoemen en hun functie op eenvoudige wijze verwoorden. (Lager onderwijs: wereldoriëntatie, eindterm 1.6.) De leerlingen kunnen de bouw en de werking van het spijsverteringsstelsel, het ademhalingsstelsel, het bloed, de bloedsomloop en het uitscheidingsstelsel bij de mens toelichten en hun onderlinge samenhang bespreken. (Eerste graad SO: biologie, eindterm 9.)

5 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 4 ALGEMENE DOELSTELLINGEN Deze algemene doelstellingen stemmen overeen met de eindtermen voor het geheel van de wetenschappen in de tweede graad ASO. Ze worden op een voor de tweede graad aangepast beheersingsniveau aangeboden. Ze worden, iedere keer waar mogelijk, in concrete lesdoelstellingen omgezet. 1 Onderzoekend leren / leren onderzoeken Met betrekking tot een concreet wetenschappelijk of toegepast wetenschappelijk probleem, vraagstelling of fenomeen kunnen de leerlingen 1 relevante parameters of gegevens aangeven, hierover informatie opzoeken en deze oordeelkundig aanwenden; 2 een eigen hypothese (bewering, verwachting) formuleren en aangeven hoe deze kan worden onderzocht; 3 voorwaarden en omstandigheden die een hypothese (bewering, verwachting) weerleggen of ondersteunen, herkennen of aangeven; 4 ideeën en informatie verzamelen om een hypothese (bewering, verwachting) te testen en te illustreren; 5 omstandigheden die een waargenomen effect kunnen beïnvloeden, inschatten; 6 aangeven welke factoren een rol kunnen spelen en hoe ze kunnen worden onderzocht; 7 resultaten van experimenten en waarnemingen afwegen tegenover de verwachte, rekening houdende met de omstandigheden die de resultaten kunnen beïnvloeden; 8 resultaten van experimenten en waarnemingen verantwoord en bij wijze van hypothese, veralgemenen; 9 experimenten of waarnemingen in klassituaties met situaties uit de leefwereld verbinden; 10 doelgericht, vanuit een hypothese of verwachting, waarnemen; 11 waarnemings- en andere gegevens mondeling en schriftelijk verwoorden en weergeven in tabellen, grafieken, schema's of formules; 12 alleen of in groep, een opdracht uitvoeren en er een verslag over uitbrengen. 2 Wetenschap en samenleving De leerlingen kunnen met betrekking tot vakinhouden van de vakspecifieke eindtermen 13 voorbeelden geven van mijlpalen in de historische en conceptuele ontwikkeling van de natuurwetenschappen en ze in een tijdskader plaatsen; 14 met een voorbeeld verduidelijken hoe de genese en de acceptatie van nieuwe begrippen en theorieën verlopen; 15 de wisselwerking tussen de natuurwetenschappen, de technologische ontwikkeling en de leefomstandigheden van de mens met een voorbeeld illustreren; 16 een voorbeeld geven van positieve en nadelige (neven)effecten van natuurwetenschappelijke toepassingen; 17 met een voorbeeld sociale en ecologische gevolgen van natuurwetenschappelijke toepassingen illustreren; 18 met een voorbeeld illustreren dat economische en ecologische belangen de ontwikkeling van de natuurwetenschappen kunnen richten, bevorderen of vertragen; 19 met een voorbeeld de wisselwerking tussen natuurwetenschappelijke en filosofische opvattingen over de werkelijkheid illustreren;

6 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 5 20 met een voorbeeld verduidelijken dat natuurwetenschappen behoren tot cultuur, nl. verworven opvattingen die door meerdere personen worden gedeeld en die aan anderen overdraagbaar zijn; 21 met een voorbeeld de ethische dimensie van natuurwetenschappen illustreren. 3 Attitudes De leerlingen 22* zijn gemotiveerd om een eigen mening te verwoorden; 23* houden rekening met de mening van anderen; 24* zijn bereid om resultaten van zelfstandige opdrachten objectief voor te stellen; 25* zijn bereid om samen te werken; 26* onderscheiden feiten van meningen of vermoedens; 27* beoordelen eigen werk en werk van anderen kritisch en objectief; 28* trekken conclusies die ze kunnen verantwoorden; 29* hebben aandacht voor het correct en nauwkeurig gebruik van wetenschappelijke terminologie, symbolen, eenheden en data; 30* zijn ingesteld op het veilig en milieubewust uitvoeren van een experiment; 31* houden zich aan de instructies en voorschriften bij het uitvoeren van opdrachten. Met het oog op de controle door de inspectie werden de attitudes met een * aangeduid.

7 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 6 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Leerplandoelstellingen zijn niet tot op het concrete lesniveau uitgewerkt. Het uitwerken van deze doelstellingen tot concrete doelstellingen of lesdoelstellingen gebeurt door de leerkracht in zijn of haar documenten ter voorbereiding van de lessen. Het is o.a. het opzet van dit curriculum om leerlingen de samenhang tussen verschillende vakgebieden en domeinen te laten ervaren en inzien. Dit kan dit gebeuren door: - de verschillende sub-domeinen van de biologie als een samenhangend geheel aan te bieden; - transfer tussen de verschillende natuurwetenschappen actief na te streven; - de wisselwerking tussen mens en maatschappij wetenschappelijk te belichten. De onderstaande funderende doelstellingen zijn gericht naar vakspecifieke aspecten, die voor de betrokken studierichtingen in de pedagogisch-didactische wenken nader worden toegelicht, en naar vakoverschrijdende aspecten. Ze beogen de ontwikkeling van de eigen persoon en het ontwikkelen van een maatschappelijk engagement. Door biologieonderwijs leren de leerlingen: 1. biologische begrippen en methoden waarmee ze biologische verbanden in de natuur en verbanden tussen bouw en werking van het eigen lichaam beter begrijpen; 2. biologische onderwerpen vanuit historisch-evolutief en structureel-functioneel standpunt benaderen; 3. vanuit biologische inzichten hun probleemoplossend denken en handelen ontwikkelen; 4. biologische kennis koppelen aan persoonlijke ervaringen en aan toepassingen in het dagelijks leven zoals landbouw, geneeskunde, bio-industrie, ruimtelijke ordening, vrije tijd en voeding; 5. de natuurwetenschappelijke aanpak hanteren waarbij cognitieve en socio-affectieve aspecten samen worden behandeld; 6. waarden verhelderen, kritisch denken en een gemotiveerd biomaatschappelijk standpunt innemen ten aanzien van gezondheid, natuur, milieu en biosociale problemen; 7. verantwoordelijkheidszin ontwikkelen tegenover levende wezens, het leefmilieu, de eigen gezondheid en die van anderen, bij het beïnvloeden van biologische systemen en bij het gebruiken van de natuur; 8. een esthetisch gevoel door waarneming en beleving ontwikkelen. Organisatorische uitgangspunten 1 Coördinatie Bij de uitwerking van leerplandoelstellingen zijn zowel de verticale als de horizontale samenhang zeer belangrijk. De verticale samenhang legt immers het verband met de eindtermen van de eerste graad en kijkt vooruit naar de derde graad van het secundair onderwijs. De horizontale samenhang legt het verband met andere vakken of vakoverschrijdende gebieden van de tweede graad secundair onderwijs. Een horizontale samenhang komt in de biologie o.a. tot stand iedere keer gebruik wordt gemaakt van begrippen, relaties, structuren of methodes, aangeleerd in andere vakken van dezelfde graad, of telkens leerinhouden uit de biologie in andere vakken worden aangewend. Er zijn drie aangrijpingspunten om door middel van biologieonderwijs de samenhang binnen het curriculum te beklemtonen.

8 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 7 1. Biologie heeft talrijke gemeenschappelijke elementen of raakpunten met de andere natuurwetenschappen. Deze betreffen de attitudes, procesvaardigheden en maatschappelijkculturele elementen die in de gemeenschappelijke eindtermen werden geformuleerd. Het is zeer belangrijk dat biologie, chemie en fysica vanuit een dergelijke gemeenschappelijke visie op wetenschap worden benaderd en dat door de leerinhouden biologie aspecten van deze visie worden geconcretiseerd. 2. Biologie maakt vaak gebruik van kennisinhouden die ook tot het domein van andere vakken zoals fysica, chemie en aardrijkskunde behoren. Transfer en beklijvend leren worden bevorderd als ook deze inhoudelijke dwarsverbindingen voor de leerlingen worden geëxpliciteerd. 3. Biologie levert het fundament voor het begrijpen van en het verantwoord leren omgaan met het eigen lichaam. Op deze wijze heeft biologie nauwe banden met gezondheidseducatie. Door de studie van ecosystemen en van de interacties tussen mens en milieu verschaft de biologie een (deel van de) cognitieve basis die noodzakelijk is voor de gedragsverandering die door milieueducatie wordt beoogd. Het is evenwel zo dat milieu- en gezondheidseducatie voor de gehele school aandachtspunten zijn die niet aan één enkel vakgebied, hoe ruim opgevat ook, kunnen worden overgelaten. 2 Vakoverschrijdend leren De doelstellingen in dit leerplan sluiten nauw aan bij de vakgebonden eindtermen van de tweede graad ASO, die in de eerste kolom worden aangeduid met het decretale nummer. Daarnaast levert de leraar biologie ook zijn bijdrage tot de realisatie van de vakoverschrijdende eindtermen. Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelen die niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar onder meer door middel van meerdere vakken of onderwijsprojecten kunnen worden gerealiseerd. Ze zijn in eerste instantie een opdracht voor het hele schoolteam. Om uit te maken hoe alle vakoverschrijdende eindtermen op schoolniveau kunnen gerealiseerd worden, zijn afspraken tussen de collega s van alle vakken nodig. Het is aangewezen om deze afspraken formeel vast te leggen in het schoolwerkplan. In sommige vakken kunnen bepaalde VOET uitdrukkelijker aan de orde komen dan in andere. Leerplannen kunnen dan ook verwijzingen naar VOET bevatten als de binding tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET evident is. Indien de vakgroep nog andere VOET realiseerbaar acht binnen een vak, wordt dit vastgelegd in een verslag waarin zowel de visie en de planning zijn opgenomen. Heel wat VOET die behoren tot de domeinen Leren leren en Sociale vaardigheden zitten reeds verweven in de uitwerking van verschillende vakgebonden doelstellingen in dit leerplan. Door een doordachte keuze van thema s, teksten en lesonderwerpen kunnen andere VOET (Opvoeden tot burgerzin, Gezondheidseducatie, Milieueducatie, Muzisch-creatieve vorming en Technisch-technologische vorming) ook in de lessen biologie aan bod komen. Bij de aanvang van het schooljaar maakt de leraar een oordeelkundige keuze van de leerinhouden waarmee hij de vakgebonden en vakoverschrijdende doelstellingen wil realiseren (bij voorkeur na overleg met de vakgroep) en stelt een jaar(vorderings)plan op waarin hij de leerstof op een evenwichtige wijze verdeelt over het beschikbare aantal lestijden. 3 Gebruik van handboeken en cursussen Om de efficiëntie van het onderwijs- en leerproces te optimaliseren zal men er over waken dat naast de eindtermen ook de andere na te streven leerplandoelstellingen en uitbreidingsdoelstellingen aan bod komen. De wijze waarop dit in de aangeboden handboeken wordt gerealiseerd, zal in belangrijke mate de keuze van de gebruikte boeken en/of de aangewende werkstructuren bepalen.

9 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 8 Als wordt geopteerd voor het maken van een eigen cursus, zal men er in elk geval nauwgezet op toezien de leerinhouden op een zo bevattelijk mogelijke wijze aan te bieden. Men besteedt daartoe voldoende aandacht aan de lay-out en aan de figuren. Teksten worden zoveel mogelijk met voorbeelden geïllustreerd. Met het oog op evaluaties worden in de cursus, waar mogelijk, ook oefeningen ingelast. Oefeningen voor zelfevaluatie kunnen leerlingen toelaten eigen tekorten op te sporen en zullen eventueel de aanzet vormen voor het bijsturen van het leerproces. 4 Gebruik van ICT ICT is een middel zowel voor de leerkracht als voor de leerling om snel adequate informatie te zoeken, te bewerken en te gebruiken. Educatie wordt meer en meer e-ducatie (elektronische educatie). Bij minstens 15% van de leerinhouden zal ICT aan bod komen. Naast het gebruik van de computer door de leraar, bv. voor real-time metingen, het tonen van gevaarlijke of moeilijk uitvoerbare experimenten, zal de leerling het middel gebruiken om bv. extra oefeningen te maken, leerachterstanden op te halen, vragen door te spelen. Om scholen verder te ondersteunen bij de invoering en het gebruik van ICT publiceerde het departement Onderwijs de brochure ICT.onderwijs@vlaanderen. Informatie is te vinden op de ICT-website Met behulp van real-time metingen kunnen demonstraties snel en effectief verlopen, o.a. demonstreren van de hartslagfrequentie, verbruik van zuurstofgas tijdens de ademhaling, metingen van de zuurtegraad (bv. van bloed, urine, ). 5 Aan te bevelen tijdsgebruik - Jaarplanning Voor de realisatie van het leerplan worden zowel in het eerste als in het tweede leerjaar 25 lestijden voorzien. Het aanbevolen tijdsgebruik voor elk hoofdstuk is aangegeven bij de pedagogisch-didactische wenken. Deze aanpak laat aan de leerkracht nog voldoende ruimte voor een eigen inbreng. Bij het opstellen van een jaarvorderingsplan, dat voor elke leerkracht verplicht is, zal rekening worden gehouden met het aantal lestijden hieronder aangegeven; dit aantal is evenwel niet bindend maar indicatief. De leerkracht is vrij zelf de volgorde van de lesonderwerpen vast te leggen.

10 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 9 OVERZICHT VAN DE LEERINHOUDEN VOOR HET EERSTE LEERJAAR MENS EN MILIEU (ca. 12 lestijden) 1 Ecologie 1.1 Ecologisch onderzoek van een zoetwaterbiotoop of van een bodem 1.2 Autotrofe en heterotrofe voeding 1.3 Symbiose en concurrentie 1.4 Aantallen-, biomassa- en energiepiramide 1.5 Wisselwerking tussen koolstof- en zuurstofcyclus 1.6 Ecosysteem 2 Milieu 2.1 Milieuverontreiniging 2.2 Verontreiniging van water en/of bodem 2.3 Alternatieven, verbeteringen en mogelijke oplossingen tot een duurzame ontwikkeling MENS EN GEZONDHEID (ca. 13 lestijden) 3 Bacteriën 3.1 Bouw en vorm 3.2 Levensvoorwaarden en vermenigvuldiging 3.3 Voedselbederf voorkomen door een gezonde levenswijze 3.4 Functies in de natuur 3.5 Beïnvloeden de menselijke gezondheid (infectie, bestrijding en hygiëne) 4 Virussen 4.1 Bouw 4.2 Vorming van nieuwe virussen 4.3 Virale infecties 4.4 Beïnvloeden de menselijke gezondheid: aids 5 Erfelijkheid 5.1 Algemene begrippen 5.2 Overervingsmechanismen 5.3 Overerving van het geslacht 5.4 Erfelijke afwijkingen 5.5 Gezondheidszorg

11 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 10 OVERZICHT VAN DE LEERINHOUDEN VOOR HET TWEEDE LEERJAAR STOFWISSELING (ca. 8 lestijden) 1 Betekenis van de stofwisseling Functionele samenhang tussen stelsels van het menselijk lichaam 2 Celstofwisseling 2.1 Samenstelling van levende wezens 2.2 Opbouw- en afbraakprocessen 2.3 Celtransportprocessen 2.4 Enzymen 3 Opneming van nutriënten en zuurstofgas 3.1 Vertering 3.2 Opneming van nutriënten 3.3 Opneming van zuurstofgas 4 Transport van stoffen 4.1 Samenstelling en functie van het bloed 4.2 Functionele betekenis van de bloedsomloop 4.3 Samenstelling en functie van lymfe 4.4 Functionele betekenis van het lymfevatensysteem 5 Uitscheiding 5.1 Functie van een nier 5.2 Functie van een zweetklier 5.3 Bouw en uitscheidingsfunctie van de lever 5.4 Uitscheidingsfunctie van een long REGELING EN PRIKKELBAARHEID (ca. 14 lestijden) 6 Regeling 6.1 Vitaminen 6.2 Endocriene klieren en hun hormonen 7 Prikkelbaarheid 7.1 Soorten prikkels en de zintuigen die ze opvangen 7.2 Bouw en werking van het oog of het oor 7.3 Bouw en functies van het zenuwstelsel 7.4 Willekeurige bewegingen en reflexen 7.5 Weg van een impuls bij willekeurige bewegingen en bij reflexen 7.6 Relaties tussen zenuwstelsel en hormonaal stelsel 7.7 Gezondheidszorg voor zenuwstelsel en zintuigen

12 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 11 GEDRAG (ca. 3 lestijden) Aangeboren gedrag Aangeleerd of verworven gedrag 8.2 Inzichthandelingen 8.3 Menselijk gedrag: belang van normen en waarden Omwille van de leesbaarheid worden de leerplandoelstellingen en de leerinhouden in afzonderlijke cellen geplaatst per hoofdstuk. Wegens de uitgebreidheid worden specifieke pedagogisch-didactische wenken en voorstellen van timing in een aparte rubriek opgenomen. De vakgebonden eindtermen voor biologie (zie bijlage 1) worden in de eerste kolom, voorafgegaan door een B, aangegeven. De eindtermen B1-B8 zijn algemene eindtermen, die niet aan een welbepaalde vakinhoud gebonden zijn. Ze worden zowel in het eerste als in het tweede leerjaar, op een voor de leerlingen van de tweede graad ASO aangepast niveau, in concrete lesdoelstellingen omgezet. De niet-verplichte uitbreidingsdoelstellingen zijn met de letter U aangeduid.

13 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 12 AV Biologie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de jaar: 1 lestijd/week) LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN 1ste leerjaar ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN De leerlingen kunnen: B7 0 studie- en beroepsmogelijkheden i.v.m. biologie opnoemen en er enkele algemene kenmerken van aangeven; 0 Studie- en beroepsmogelijkheden i.v.m. biologie MENS EN MILIEU 1 Ecologie B4, B5, B18 B4, B20 B5, B19 B5, B18, B op het terrein organismen gericht waarnemen en hun habitat beschrijven; relaties leggen tussen aanwezige organismen en abiotische factoren van de onderzochte biotoop; bij waargenomen organismen overeenkomsten en verschillen beschrijven en deze organismen in een eenvoudige classificatie plaatsen; aan de hand van voedselrelaties tussen waargenomen organismen, eenvoudige voedselketens en een voedselweb opstellen; 1.1 Ecologisch onderzoek van een zoetwaterbiotoop of van een bodem B20, B de begrippen autotrofe en heterotrofe voeding verwoorden; 1.2 Autotrofe en heterotrofe voeding B de begrippen symbiose (parasitisme, mutualisme, commensalisme) en concurrentie uitleggen aan de hand van voorbeelden; 1.3 Symbiose en concurrentie

14 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 13 AV Biologie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de jaar: 1 lestijd/week) ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN B22, B24 B de rol van producenten, consumenten en reducenten in een ecosysteem uitleggen; de energiedoorstroming in een ecosysteem beschrijven en schematisch weergeven; 1.4 Aantallen-, biomassa- en energiepiramide B een materiekringloop in een ecosysteem beschrijven en schematisch weergeven; 1.5 Wisselwerking tussen koolstof- en zuurstofcyclus B het begrip ecosysteem op een wetenschappelijk verantwoorde wijze omschrijven en met voorbeelden illustreren; 1.6 Ecosysteem 2 Milieu B2, B3, B de relatie leggen tussen de aanwezigheid van verontreinigende factoren en mogelijke invloeden ervan op de biotoop water of bodem; 2.1 Milieuverontreiniging B2, B3, B aan de hand van voorbeelden de wisselwerking tussen mens en milieu aantonen en verklaren; 2.2 Verontreiniging van water en/of bodem B2, B3, B7, B het belang van duurzame ontwikkeling aantonen en verbeteringen en mogelijke oplossingen formuleren; 2.3 Alternatieven, verbeteringen en mogelijke oplossingen voor een duurzame ontwikkeling

15 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 14 AV Biologie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de jaar: 1 lestijd/week) ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN MENS EN GEZONDHEID 3 Bacteriën de bouw van bacteriën beschrijven; 3.1 Bouw en vorm B de relatie leggen tussen de vorm en de indeling van bacteriën; B het verband aantonen tussen de levensvoorwaarden en de vermenigvuldiging van bacteriën; 3.2 Levensvoorwaarden en vermenigvuldiging B22 B1, B de relatie leggen tussen voedselbederf en bacteriënontwikkeling; aantonen dat het toepassen van bewaartechnieken behoort tot een gezonde levenswijze; 3.3 Voedselbederf voorkomen door een gezonde levenswijze B20, B22, B de functie van de bacteriën in de natuur verklaren: als reducent, saprofyt of parasiet; 3.4 Functies in de natuur B27 B27, B het verband uitleggen tussen de antigeenaanwezigheid en de antilichaamproductie; met voorbeelden uitleggen dat bacteriën de menselijke gezondheid beïnvloeden en hun bestrijding en hygiëne aangeven; 3.6 Beïnvloeden de menselijke gezondheid :infectie, bestrijding en hygiëne

16 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 15 AV Biologie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de jaar: 1 lestijd/week) ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 4 Virussen 4.1 de bouw van virussen beschrijven; 4.1 Bouw 4.2 de manier waarop nieuwe virussen ontstaan uitleggen; 4.2 Vorming van nieuwe virussen B de relatie verklaren tussen virussen en infectieziekten; 4.3 Virale infecties B 27 B1, B7, B het verband uitleggen tussen de besmetting, het aantasten van het immuunsysteem en het ziektebeeld van aids; de maatregelen om aids-besmetting te voorkomen toelichten; 4.4 Beïnvloeden de menselijke gezondheid: aids 5 Erfelijkheid met voorbeelden het begrip erfelijkheid illustreren; het verband aangeven tussen chromosomen, celdeling en karyotype; 5.1 Algemene begrippen de relatie leggen tussen de noodzaak van de halveringsdeling en de vorming van geslachtscellen; de begrippen i.v.m. dominantie afleiden aan de hand van voorbeelden; 5.2 Overervingsmechanismen 5.3 de overerving van het geslacht uitleggen; 5.3 Overerving van het geslacht

17 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 16 AV Biologie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de jaar: 1 lestijd/week) ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 5.4 een verband leggen tussen mutaties, mogelijke oorzaken ervan en erfelijke afwijkingen; 5.4 Erfelijke afwijkingen 5.5 gezondheidszorg i.v.m. erfelijkheid toelichten. 5.5 Gezondheidszorg

18 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 17 AV Biologie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de jaar: 1 lestijd/week) 2de leerjaar ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN De leerlingen kunnen STOFWISSELING 1.1 relaties afleiden tussen verschillende fysiologische toestanden van het lichaam en zijn stelsels; 1 Betekenis van de stofwisseling 1.2 vaststellen dat er een regulering noodzakelijk is van fysiologische processen door het zenuw- en het hormonaal stelsel; 2 Celstofwisseling 2.1 samenstellende stoffen van levende wezens benoemen en hun functie beschrijven; 2.1 Samenstelling van levende wezens voorbeelden van opbouwprocessen (anabolisme) van lichaamseigen stoffen geven; 2.2 Opbouw- en afbraakprocessen de celademhaling beschrijven als een afbraakproces (katabolisme), onmisbaar voor de energielevering in de cel; osmose en diffusie beschrijven als vormen van passief transport; 2.3 Celtransportprocessen het begrip actief transport definiëren; 2.4 de werking van een enzym op een eenvoudige wijze weergeven; 2.4 Enzymen

19 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 18 AV Biologie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de jaar: 1 lestijd/week) ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 3 Opneming van nutriënten en zuurstofgas U U vertering beschrijven als het noodzakelijke proces waarbij macromoleculen uit de voeding afgebroken worden tot nutriënten; verschillende stappen van een enzymatische afbraak tijdens het verteringsproces onderscheiden; 3.1 Vertering U 3.2 absorptie van nutriënten uitleggen; 3.2 Opneming van nutriënten U 3.3 gaswisseling ter hoogte van longblaasjes en weefsels verklaren; 3.3 Opneming van zuurstofgas 4 Transport van stoffen U 4.1 relaties leggen tussen samenstellende componenten van het bloed en hun functie; 4.1 Samenstelling en functie van het bloed U 4.2 de functionele betekenis van de bloedsomloop verwoorden; 4.2 Functionele betekenis van de bloedsomloop U 4.3 relaties leggen tussen de samenstellende componenten van de lymfe en hun functie; 4.3 Samenstelling en functie van lymfe U 4.4 de functionele betekenis van het lymfevatenstelsel verwoorden; 4.4 Functionele betekenis van het lymfevatensysteem

20 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 19 AV Biologie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de jaar: 1 lestijd/week) ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 5 Uitscheiding U 5.1 relaties aantonen tussen de bouw en de uitscheidingsfunctie van de nieren; 5.1 Functie van een nier U 5.2 relaties aantonen tussen de bouw en de uitscheidingsfunctie van een zweetklier; 5.2 Functie van een zweetklier U 5.3 het belang van de lever als uitscheidingsorgaan aangeven; 5.3 Bouw en uitscheidingsfunctie van de lever U 5.4 de uitscheidingsfunctie van longen verwoorden; 5.4 Uitscheidingsfunctie van een long REGELING EN PRIKKELBAARHEID 6 Regeling enkele vitaminen in een eenvoudige indeling klasseren; 6.1 Vitaminen het belang van enkele vitaminen aantonen; B15 B10 B hormonale klieren situeren en de functie van hun hormonen beschrijven; met voorbeelden verduidelijken dat kliersecreties reacties zijn op prikkels; voorbeelden van hormonale stoornissen toelichten en aangeven hoe ze eventueel kunnen worden vermeden; 6.2 Endocriene klieren en hun hormonen

21 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 20 AV Biologie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de jaar: 1 lestijd/week) ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 7. Prikkelbaarheid B de relatie leggen tussen de soorten prikkels en de zintuigen die ze opvangen; 7.1 Soorten prikkels en de zintuigen die ze opvangen B 6, B de bouw en werking van het oog of het oor bespreken; 7.2 Bouw en werking van het oog of het oor B6, B9, B10, B14 B6, B9, B10, B bouw en werking van een zenuwcel, van een zenuw en van een synaps beschrijven en de aard van een impuls toelichten; bouw en functies van het zenuwstelsel toelichten; 7.3 Bouw en functies van het zenuwstelsel B met voorbeelden verduidelijken dat spierbewegingen reacties zijn op prikkels; 7.4 Willekeurige bewegingen en reflexen B de gevolgde weg van een zenuwimpuls via de hersenen en via een reflexboog beschrijven; 7.5 Weg van een impuls bij willekeurige bewegingen en bij reflexen B5, B9, B met een voorbeeld illustreren dat het zenuwstelsel en hormonaal stelsel samen instaan voor de coördinatie van reacties op prikkels; 7.6 Relaties tussen zenuwstelsel en hormonaal stelsel B 7, B voorbeelden van zintuiglijke en neurale stoornissen toelichten en aangeven hoe ze eventueel kunnen worden vermeden; 7.7 Gezondheidszorg voor zenuwstelsel en zintuigen

22 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 21 AV Biologie, minor (1ste leerjaar: 1 lestijd/week, 2de jaar: 1 lestijd/week) ET LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN GEDRAG B met voorbeelden verschillen tussen aangeboren en aangeleerd gedrag illustreren; Aangeboren gedrag Aangeleerd gedrag U 8.2 met voorbeelden illustreren wat inzichtshandelingen zijn; 8.2 Inzichthandelingen U 8.3 toelichten dat bij menselijk gedrag ook normen en waarden een rol spelen. 8.3 Menselijk gedrag: belang van normen en waarden

23 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 22 SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING 0 Studie- en beroepsmogelijkheden biologie Bij de uitwerking van voorliggend leerplan zullen zich, zowel in het eerste als in het tweede leerjaar, ongetwijfeld heel wat mogelijkheden voordoen om de relevantie van de biologie in de samenleving te beklemtonen en het verband te leggen met beroepen die bij de behandelde leerinhouden aanleunen. Waar de gelegenheid zich voordoet kan de leerkracht de aandacht vestigen op het belang van het vak voor een latere studie- of beroepskeuze. Informatie daaromtrent kan o.a. ingewonnen worden op de website van de Vereniging voor het Onderwijs in de Biologie, de milieuleer en de gezondheidseducatie (VOB), in de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB s) en bij onderwijsinstellingen die verantwoordelijk zijn voor de curricula van de aangeboden opleidingen. EERSTE LEERJAAR MENS EN MILIEU 1 Ecologie: ca.8 lestijden 1.1 Ecologisch onderzoek van een zoetwaterbiotoop of van een bodem Kies de biotoop zo dat de doelstellingen kunnen gerealiseerd worden. Hij wordt op de topografische kaart gesitueerd. Het onderzoek gebeurt bij voorkeur in september en is uitstekend geschikt voor groepswerk. Een goede organisatie met een duidelijk omlijnde taakverdeling zal de motivering zeker verhogen. ZOETWATER Macro-invertebraten kunnen uit het water verzameld worden met een keukenzeef. Je treft ze ook aan op waterplanten, op of onder stenen en op hout. Een modderstaal kan eveneens worden onderzocht; spoel eventueel het bodemslijk af van de wortelkluit. De leerlingen onderzoeken het ingezamelde materiaal in een witte teil: ze zonderen de dieren af, tellen ze en determineren ze (het is niet nodig dit iedere keer tot op de soort te doen). In elk geval waakt de leraar erover dat de verzamelde organismen, na onderzoek, teruggeplaatst worden in de biotoop en dat de vegetatie zo weinig mogelijk beschadigd wordt. Bij het ontwerpen van het opnameblad zal de leerkracht ervoor zorgen dat ook de plaats waar een plantensoort voorkomt (op de oever, in het water bij de oever, in open water) genoteerd wordt of aangekruist wordt op een tabel. Om een zo volledig mogelijk voedselweb te kunnen opstellen gaan de leerlingen na welke organismen in een planktonmonster voorkomen en noteren zij de dieren die ze waarnemen aan het wateroppervlak (bv. libellen, schaatsenrijders, vlinders, watervogels) of in het water (amfibieën, vissen). Diersporen worden eveneens genoteerd. BODEM Bodemstalen worden bij voorkeur door leerlingen op het terrein genomen en verpakt in gemerkte plasticzakken voor verder onderzoek in de klas. Eventueel kan men ook bodemvallen plaatsen. Door strooisel in een witte teil te onderzoeken, kunnen de leerlingen de organismen gemakkelijk sorteren en tellen. Kleine dieren kunnen opgevangen worden met de Berlese-techniek. Het is niet noodzakelijk de waargenomen organismen iedere keer tot op de soort te determineren.

24 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 23 Afhankelijk van het milieu bepaalt de leerkracht welke abiotische factoren onderzocht zullen worden. Het werk gebeurt zoveel mogelijk op het terrein. Het meten van fysische en chemische eigenschappen mag geen doel op zich zijn maar zal leiden tot het leggen van relaties tussen deze factoren en de aangetroffen organismen. De leerlingen gebruiken hiervoor eenvoudige technieken: teststrookjes, testkits. De leerlingen voeren bij voorkeur de metingen zelf uit: dit stimuleert de belangstelling, vergroot de betrokkenheid en zet aan tot nauwkeurig werken. Opdat het onderzoek voor leerlingen een relevante betekenis zou krijgen, worden per factor de meetresultaten vergeleken met de grenswaarden waartussen bepaalde organismen zich in stand kunnen houden (tolerantiegrenzen). Van zoetwater kunnen de volgende fysische factoren gemeten worden: - de temperatuur wordt in de schaduw bepaald op 15 cm diepte, afgelezen na 1 min en vergeleken met de luchttemperatuur; - de doorzichtigheid van voldoende diep water wordt gemeten met de schijf van Secchi; - de stroomsnelheid meet men met de vlotmethode. Chemische factoren die kunnen onderzocht worden zijn het zuurstofgehalte, de ph, de hardheid, nitriet-, nitraat-, en ammoniumgehalte, het fosfaatgehalte. Van de bodem kunnen de volgende fysische factoren gemeten worden: - de temperatuur wordt gemeten op 10 cm diepte (putje maken met een pvc-buis, thermometer aflezen zodra de waarde constant blijft) en vergeleken met de luchttemperatuur; - het invallend licht kan op plaatsen met een verschillende belichtingsintensiteit worden gemeten en vergeleken. Sluit daarvoor de lichtgevoelige cel van de lichtmeter af met het matte plaatje. Werk je met een lichtmeter waarbij dat niet kan, meet dan, op 25 cm afstand, het door een wit oppervlak teruggekaatst licht; - de doorlatendheid wordt gemeten door het volume water te bepalen dat per minuut door een bodemstaal loopt; - het actueel luchtgehalte wordt bepaald door na te gaan hoeveel water er nodig is om de lucht, aanwezig in een bodemstaal met gekend volume, te verdringen. Om vergelijkingen met andere bodemmonsters te mogelijk te maken rekent men de gevonden waarden om in %; - het actueel watergehalte wordt bepaald door het berekenen van het massaverschil tussen een vers en het volledig droog bodemstaal. Om vergelijking met andere bodemmonsters mogelijk te maken rekent men de gevonden waarden om in %; - het hangwater of waterhoudend vermogen (in %) kan men bepalen door in een trechter op 100 ml luchtdroge, gezeefde bodem 100 ml water te gieten, het volume vloeistof te meten dat erdoor loopt en daaruit te berekenen hoeveel ml water in het staal is achtergebleven. Chemische factoren die kunnen onderzocht worden zijn: - de ph-waarde, te bepalen met de Hellige bodem-ph-meter; - het gehalte aan organisch materiaal, na te gaan door een gekende massa bodem uit te gloeien in een vuurvast kroesje, het massaverlies te bepalen en daaruit het humusgehalte te berekenen in % Aansluitend bij het determineerwerk of los daarvan, wordt van geïnventariseerde organismen de plaats in de systematiek bepaald. Aan de hand van literatuurgegevens kan men het trofisch niveau van de geïnventariseerde organismen bepalen. Organismen die behoren tot hetzelfde trofisch niveau (herbivoren, carnivoren van de eerste orde) krijgen een zelfde codering (H, C 1 ) om achteraf het opstellen van een voedselpiramide te vergemakkelijken. De verzamelde gegevens worden in voedselketens en in een voedselweb verwerkt.

25 ASO 2de graad opties met 1 lestijd Autotrofe en heterotrofe voeding De fotosynthese met de vorming van zetmeel en van zuurstofgas (behandeld in de eerste graad) wordt kort herhaald. Eventueel kunnen, aan de hand van demonstratieproeven, enkele abiotische parameters die de fotosynthese beïnvloeden (bladgroen, koolstofdioxidegehalte, temperatuur en/of de hoeveelheid licht) worden onderzocht. De begrippen auto- en heterotrofe voeding worden aangebracht. Het belang van zonlicht en van groene planten op aarde wordt nogmaals benadrukt. 1.3 Symbiose en concurrentie Waarnemingen tijdens het ecologisch onderzoek kunnen gebruikt worden om de begrippen symbiose (parasitisme, mutualisme, commensalisme) en concurrentie te illustreren. Ook dia s, film en cd-rom zijn geschikt aanschouwelijk materiaal. Symbiose is een innige samenleving tussen organismen van verschillende soort. Men onderscheidt parasitisme waneer de een voordeel heeft ten koste van de andere, mutualisme wanneer beide partners voordeel hebben en commensalisme wanneer de ene partner voordeel heeft zonder de andere te schaden. 1.4 Aantallen-, biomassa- en energiepiramide De resultaten van het terreinwerk kunnen gebruikt worden om een aantallenpiramide op te stellen. Literatuurgegevens laten uitbreiding naar een biomassapiramide toe. De vorm van de bekomen piramides worden vergeleken met aantallen- en biomassapiramides uit de literatuur. De leerlingen kunnen mogelijke verklaringen voor afwijkingen (gebreken in de vangsttechnieken, determineer- en telfouten, eenmalig onderzoek) formuleren. Het verband tussen de vorm en het al of niet voorkomen van biologisch evenwicht in de biotoop wordt besproken. Ook het begrip energiepiramide wordt besproken De leraar wijst op het dalend aantal organismen en op het biomassa- en energieverlies naarmate in de piramides een hoger trofisch niveau bereikt wordt. 1.5 Wisselwerking tussen koolstof- en zuurstofcyclus Aan de hand van het fotosynthese- en ademhalingsproces wordt een schema opgebouwd waarin de wisselwerking tussen beide wordt aangetoond. 1.6 Ecosysteem Als synthese van het hoofdstuk ecologie wordt in een leergesprek waarbij men teruggrijpt naar de voorbeelden uit de voorbije lessen het begrip ecosysteem verduidelijkt. Een ecosysteem is een ruimtelijke eenheid in de natuur, samengesteld uit biotische en abiotische componenten. Deze vormen door onderlinge wisselwerking een systeem dat streeft naar inwendige stabiliteit. De energie van het systeem komt van buitenuit en wordt door fotosynthese vastgelegd en door ademhaling geheel of gedeeltelijk vrijgegeven. Het stoffentransport in het systeem verloopt volgens kringlopen. 2. Milieu: ca. 4 lestijden De lessen hebben in de eerste plaats als doel de leerlingen erop te wijzen dat ze zich steeds op een verantwoorde wijze moeten gedragen om het milieu niet onnodig te belasten. De verontreinigende factoren die behandeld worden sluiten bij voorkeur aan bij de waarnemingen gedaan tijdens de biotoopstudie en bij de ervaringen van de leerlingen. Vanzelfsprekend zullen deze waarnemingen en ervaringen uitgebreid worden om te komen tot een samenhangend en didactisch verantwoord geheel. Ook actuele gebeurtenissen die met het milieu verband houden en waaraan in de media aandacht wordt besteed, kunnen een aanknopingspunt vormen. Diverse media kunnen informatie verstrekken die anders moeilijk toegankelijk is.

26 ASO 2de graad opties met 1 lestijd Milieuverontreiniging Oorzaken en gevolgen van milieuverstoring i.v.m. water Huishoudelijk en industrieel afval, afval afkomstig uit de landbouw, biociden, stookolie, koelwater en radioactieve stoffen kunnen als belangrijke oorzaken voor waterverontreiniging worden besproken. Iedere keer worden ook de gevolgen nader toegelicht. De leraar wijst in elk geval op de relaties tussen een sterke (organische) vervuiling, de verhoogde bacteriële afbraak, de daling van het zuurstofgasgehalte, de ontwikkeling van rottingsbacteriën en de aantasting van het zelfreinigend vermogen. Oorzaken en gevolgen van eutrofiering worden besproken. De biologische kwaliteit van het water kan worden nagegaan door het bepalen van de biotische index. De gevonden waarde kan worden vergeleken met de gegevens op de kaart van de biologische kwaliteit van de waterlopen. Oorzaken en gevolgen van milieuverstoring i.v.m. de bodem Het gebruik van meststoffen, van biociden, (sluik)storting van huishoudelijk en/of (bio)industrieel afval kunnen als belangrijke oorzaken van bodemverontreiniging worden besproken. Iedere keer worden ook de gevolgen nader toegelicht. De leraar wijst op de problemen van o.a. zware metalen, biociden die zich opstapelen in de voedselketen, reukhinder, ruimtegebrek voor het storten van afval. De relatie tussen de toenemende bevolkingsdichtheid, industriële ontwikkeling, woning- en wegenbouw, lintbebouwing, verkaveling en de beschikbare landbouwgrond kunnen eveneens aan bod komen. 2.2 Verontreiniging van water en/of bodem De noodzaak van een voorafgaande zuivering van het oppervlaktewater voor de drinkwatervoorziening kan worden aangetoond door het bepalen van de biotische index, door het bespreken van cijfergegevens i.v.m. waterverbruik en vervuiling, door te wijzen op de gevolgen van aanwezige schadelijke stoffen voor de gezondheid. De verschillende stappen van het zuiveringsproces kunnen best worden geïllustreerd door een bezoek aan een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Men vestigt er de aandacht op dat het oppompen van grondwater, dat gewoonlijk minder vervuild is dan oppervlaktewater en dat nagenoeg tweederde van de drinkwatervoorziening vormt, een bedreiging kan vormen voor bepaalde natuurgebieden doordat de grondwatertafel daalt. 2.3 Alternatieven, verbeteringen en mogelijke oplossingen tot een duurzame ontwikkeling Tijdens de bespreking van alternatieven, verbeteringen en mogelijke oplossingen voor de behandelde milieuproblemen moeten de leerlingen in de eerste plaats zelf de problemen leren onderkennen en mogelijke oplossingen formuleren. Men beklemtoont dat het voorkómen van de problemen de beste methode is en legt de nadruk op maatregelen die individueel kunnen genomen worden. Met de leerlingen kan aan een milieuzorgsysteem gewerkt worden, waarbij ecologische denkwijzen in de dagelijkse schoolpraktijk concreet gestalte krijgen. Bij de behandeling van het onderwerp duurzame ontwikkeling, d.w.z. een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee voor de toekomstige generaties de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien, kan men wijzen op het belang van natuurbehoud en natuurontwikkelingsstrategieën. Dit onderwerp is uitermate geschikt om vakoverschrijdend te behandelen met o.a. lessen aardrijkskunde, economie, geschiedenis.

27 ASO 2de graad opties met 1 lestijd 26 MENS EN GEZONDHEID 3 Bacteriën: ca. 4 lestijden 3.1 Bouw en vorm Door bespreking en analyse van afbeeldingen kan men afleiden dat bacteriën eencellige organismen zijn, waarvan het kernmateriaal niet wordt samengehouden door een membraan (moneren). Men wijst erop dat de celwand van moneren uit andere stoffen is opgebouwd dan deze van planten en zwammen Uit de waarnemingen van de verschillende vormen volgen de benamingen kokken, bacillen, vibrionen en spirillen. Vroeger lagen deze vier vormen aan de basis van de indeling van de bacteriën; de moderne systematiek van deze groep berust tegenwoordig op fysiologische kenmerken. 3.2 Levensvoorwaarden en vermenigvuldiging Alleen de vermenigvuldiging door deling wordt aangehaald. Kweken van bacteriën kan gegevens opleveren over het voorkomen en de levensvoorwaarden (water, temperatuur, voedingsmilieu, lucht, e.a.). Men kan hierbij een abiotische factor bespreken in functie van de fysiologische activiteit om de begrippen limiterende factor, minimumactiviteit, optimum en maxima af te leiden. Pathogene micro-organismen mogen in schoollaboratoria niet gekweekt worden. In culturen kunnen ze echter wel ongewild ontwikkelen. De leerlingen zullen daarom, bij het werken met micro-organismen, nauwkeurig de verstrekte voorschriften volgen. Zo mag het gebruikte glaswerk noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks in aanraking komen met de mond en moeten de tafels voor en na het practicum gereinigd worden met gedenatureerde ethylalcohol. Gebruikte en overbodig geworden culturen worden zo spoedig mogelijk vernietigd in de autoclaaf of langs chemische weg. Petrischalen in plastic worden slechts éénmaal gebruikt en men vernietigt ze nadien bv. door verbranding. Al het gebruikte glaswerk wordt eerst chemisch ontsmet en dan behandeld in de autoclaaf. Petrischalen met bacteriënculturen mogen niet geopend worden: ze kunnen met doorzichtige kleefband dichtgeplakt worden. Het doorgeven van hand tot hand wordt bij voorkeur vermeden. Raadpleeg bij de directie ook de geldende omzendbrief i.v.m. veiligheid en hygiëne in de schoollaboratoria. 3.3 Voedselbederf voorkomen door een gezonde levenswijze Bacteriën zijn vaak oorzaak van bederf. Dit kan aangetoond worden door te benadrukken dat ze, net als andere heterotrofen, organische stoffen nodig hebben als energiebron. Hierbij kan men wijzen op het feit dat ze verteringsenzymen afgeven, die buiten de cel de organische stoffen afbreken tot opneembare bestanddelen Het aangehaalde proces van vertering bij bacteriën kan als vertrekpunt dienen om te vermelden dat ook bacteriën een metabolisme hebben. Tijdens het metabolisme worden giftige stoffen, toxinen, gevormd. Maak duidelijk dat het deze toxinen in het bedorven voedsel zijn, die ons ziek maken. Bewaartechnieken van voedsel (steriliseren, pasteuriseren, koelen, diepvriezen, UHT-methode, UV-straling, konfijten, pekelen, drogen, bewaren in bepaalde vloeistoffen, e.a.) kunnen afgeleid worden uit de levensvoorwaarden van bacteriën. Het nut van deze technieken kan duidelijk gemaakt worden aan de hand van voorbeelden van voedselinfectie.

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke

Nadere informatie

SECUNDAIR ONDERWIJS ASO. tweede graad. eerste en tweede leerjaar BASISVORMING. WW-l. (vervangt 2002/002) (Vervangt 2002/173//1/I/BV/1/II/ /V/04)

SECUNDAIR ONDERWIJS ASO. tweede graad. eerste en tweede leerjaar BASISVORMING. WW-l. (vervangt 2002/002) (Vervangt 2002/173//1/I/BV/1/II/ /V/04) SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: ASO Graad: tweede graad Jaar: eerste en tweede leerjaar BASISVORMING Vak(ken): AV Biologie 1/1 lt/w Vakkencode: WW-l Leerplannummer: 2004/006 (vervangt 2002/002) Nummer

Nadere informatie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling. De leerlingen: 1. participeren aan milieubeleid en -zorg op school; 2. herkennen

Nadere informatie

Eerste graad A-stroom

Eerste graad A-stroom EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van

Nadere informatie

AV Biologie ASO. Sport. tweede graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. 2/2 lt/w. Sport. eerste en tweede leerjaar. (vervangt 2006/006)

AV Biologie ASO. Sport. tweede graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. 2/2 lt/w. Sport. eerste en tweede leerjaar. (vervangt 2006/006) LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: AV Biologie Basisvorming 2/2 lt/w Studierichting: Studiegebied: Onderwijsvorm: Graad: Leerjaar: Sport Sport ASO tweede graad eerste en tweede leerjaar Leerplannummer:

Nadere informatie

SECUNDAIR ONDERWIJS. eerste en tweede leerjaar. Basisvorming en specifiek gedeelte. Wetenschappen Wetenschappen-topsport. (vervangt 2002/034)

SECUNDAIR ONDERWIJS. eerste en tweede leerjaar. Basisvorming en specifiek gedeelte. Wetenschappen Wetenschappen-topsport. (vervangt 2002/034) SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: ASO Graad: tweede graad Jaar: eerste en tweede leerjaar Basisvorming en specifiek gedeelte Wetenschappen Wetenschappen-topsport Vak(ken): AV Biologie 2/2 lt/w Leerplannummer:

Nadere informatie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden

Nadere informatie

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE

SECUNDAIR ONDERWIJS FUNDAMENTEEL GEDEELTE SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: ASO Graad: tweede graad Jaar: eerste en tweede leerjaar Studiegebied: algemeen secundair onderwijs FUNDAMENTEEL GEDEELTE Optie(s): Wetenschappen Vak(ken): AV Biologie

Nadere informatie

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO Federatie Steinerscholen Vlaanderen v.z.w. Gitschotellei 188 2140 Borgerhout Februari 2013 Gelijkwaardig verklaarde eindtermen

Nadere informatie

SECUNDAIR ONDERWIJS TSO, KSO. tweede graad. eerste en tweede leerjaar BASISVORMING. WW-l. (vervangt 2002/013) (vervangt 2002/208//1/I/BV/1/II/ /V/04)

SECUNDAIR ONDERWIJS TSO, KSO. tweede graad. eerste en tweede leerjaar BASISVORMING. WW-l. (vervangt 2002/013) (vervangt 2002/208//1/I/BV/1/II/ /V/04) SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: TSO, KSO Graad: tweede graad Jaar: eerste en tweede leerjaar BASISVORMING Vak(ken): AV Biologie 1/1 lt/w Vakkencode: WW-l Leerplannummer: 2004/010 (vervangt 2002/013)

Nadere informatie

Onderwijsinspectie Vlaanderen

Onderwijsinspectie Vlaanderen 1. Doel practica in ASO, KSO en TSO Onderwijsinspectie Vlaanderen Hoe is het in de praktijk gesteld met het uitvoeren van leerlingenproeven? Het empirisch karakter van het vak tot uiting brengen Leerlingen

Nadere informatie

BIOTOOPSTUDIE HET BOS

BIOTOOPSTUDIE HET BOS BIOTOOPSTUDIE HET BOS DOELEN Met dit educatief pakket, ontwikkeld door de natuur- en milieueducatie dienst van de Provincie West-Vlaanderen worden belangrijke doelen en leerplandoelstellingen bereikt in

Nadere informatie

Climate Clash. eindtermen

Climate Clash. eindtermen Climate Clash eindtermen 1 1. vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de Climate Clash Tweede en derde graad Context 1: Lichamelijke gezondheid en veiligheid. De leerlingen: 5. maken

Nadere informatie

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen

Nadere informatie

Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad

Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad Wat zijn OC's? Een eenvoudige definitie van OC is niet voorhanden. Op het internet vind je maar liefst 16 betekenissen voor 'onderzoek' en 31 voor 'competentie'!

Nadere informatie

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso)

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso) (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen Derde graad Techniek-wetenschappen Studierichting Techniek-wetenschappen de graad Een woordje uitleg over de studierichting... Logisch denken Laboratoriumwerk

Nadere informatie

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Beste leerkracht, De missie van de Hoge Rielen is om ruimte te scheppen voor het opdoen van nieuwe ervaringen, te ontdekken, te activeren

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen

Nadere informatie

Eindtermen Natuurwetenschappen. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs.

Eindtermen Natuurwetenschappen. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs. 11 januari 2010 MOTIVERING VOOR HET INDIENEN VAN VERVANGENDE EINDTERMEN NATUURWETENSCHAPPEN Een belangrijk onderscheid tussen de door de Vlaamse regering

Nadere informatie

Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A

Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A An Quaghebeur Leraar biologie VLTI - Torhout Vakbegeleider biologie-natuurwetenschappen Bisdom Brugge 1 Waar biologie de grens met ethiek raakt Situering

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2 Analyse

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Bijlage 3 Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Bijlage 4 Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules...

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2 Analyse

Nadere informatie

Biologie ( havo vwo )

Biologie ( havo vwo ) Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA HOE TE GEBRUIKEN Als leerkracht kun je kiezen hoe je dit lespakket gebruikt in de klas. Je kunt de verschillende delen los van elkaar gebruiken, afhankelijk van de beschikbare

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wetenschappen AO AV 009 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding...

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Moderne Talen AO AV 006 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 28 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5

Nadere informatie

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1 Pedagogische begeleiding SO Vakbegeleiding wiskunde ONDERZOEKSCOMPETENTIES WISKUNDE DERDE GRAAD AS0 Specifieke eindtermen i.v.m. onderzoekscompetenties (SETOC) Wat? Leerplan a derde graad aso VVKSO De

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Wiskunde AO AV 007 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wiskunde AO AV 010 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Structuren

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.wico.be www.shn.wico.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1: Opleiding...

Nadere informatie

LANDSEXAMEN MAVO

LANDSEXAMEN MAVO LANDSEXAMEN MAVO 2018-2019 Examenprogramma BIOLOGIE M.A.V.O. 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen wordt afgenomen in één zitting

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Studiegebied. (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen. Derde graad...

Studiegebied. (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen. Derde graad... Studiegebied (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen Derde graad... Techniek-wetenschappen STUDIEGEBIED CHEMIE Studierichting Techniek-wetenschappen de graad Een woordje uitleg over de studierichting...

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke eindtermen voor wetenschappen Gemeenschappelijke eindtermen gelden voor het geheel van de wetenschappen.

Nadere informatie

Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1

Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1 Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1 1. Kennis maken met + gebruik maken van de natuurwetenschappelijke methode: 1. Probleem 2. Onderzoeksvraag 3. Hypothese 4. Verzamelen informatie,

Nadere informatie

BEWAREN VAN GROENTEN EN FRUIT LEERPLANNEN EN EINDTERMEN LES WETENSCHAPPEN

BEWAREN VAN GROENTEN EN FRUIT LEERPLANNEN EN EINDTERMEN LES WETENSCHAPPEN BEWAREN VAN GROENTEN EN FRUIT LEERPLANNEN EN EINDTERMEN A. Gesubsidieerd vrij onderwijs LES WETENSCHAPPEN 1. VVKSO Leerplan 3 e graad secundair onderwijs TSO TV Biotechnische Wetenschappen LICAP Brussel-

Nadere informatie

Ecosysteem voedselrelaties

Ecosysteem voedselrelaties Ecosysteem ecologie Ecosysteem voedselrelaties Oceanen: voedselweb + energiestromen Ga naar Mypip.nl en open de oefening 3 voedselketen - voedselweb Doe de oefening en maak vervolgens de aangeleverde vragen.

Nadere informatie

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen Tweede graad aso In de tweede graad aso kies je voor een bepaalde richting. Ongeacht je keuze, blijft er een groot gemeenschappelijk basispakket van 26 lesuren algemene vakken. Het niveau van deze vakken,

Nadere informatie

WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 25 3910 NEERPELT. Tel. +32 11 64 07 01 Fax +32 11 64 41 46. info@shn.be www.shn.be www.wico.

WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 25 3910 NEERPELT. Tel. +32 11 64 07 01 Fax +32 11 64 41 46. info@shn.be www.shn.be www.wico. STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD 0-0 WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.be www.shn.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel van het

Nadere informatie

Aansluiting op het actuele curriculum (2014)

Aansluiting op het actuele curriculum (2014) Aansluiting op het actuele curriculum (2014) De verschillende modules van GLOBE lenen zich uitstekend om de leerlingen de verschillende eindtermen en kerndoelen aan te leren zoals die zijn opgesteld door

Nadere informatie

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)? Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept

Nadere informatie

1 Eindtermen. 1.1 Onderzoekend leren. 1.2 Wetenschap en samenleving

1 Eindtermen. 1.1 Onderzoekend leren. 1.2 Wetenschap en samenleving 1 Eindtermen Hieronder volgt een opsomming van eindtermen voor de tweede graad (nl. onderzoekend leren (eindtermen 1 t.e.m. 12), wetenschap en samenleving (eindtermen 13 t.e.m. 21) en attitudes (22* t.e.m.

Nadere informatie

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken.

Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en aminozuren) met behulp van zuurstof, waardoor energie vrijkomt om ATP te maken. Begrippenlijst door Lauke 1056 woorden 23 oktober 2017 5,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Begrippen biologie hoofdstuk 2 Aerobe dissimilatie = de afbraak van glucose (maar ook vetzuren en

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Sterktes en zwaktes uit de peilingen WO (natuur en techniek) en Natuurwetenschappen 1 ste graad. Patricia De Grande & dr.

Sterktes en zwaktes uit de peilingen WO (natuur en techniek) en Natuurwetenschappen 1 ste graad. Patricia De Grande & dr. Sterktes en zwaktes uit de peilingen WO (natuur en techniek) en Natuurwetenschappen 1 ste graad Patricia De Grande & dr. Marjolein Muys Evolutie van de resultaten WO: natuur en techniek (1) Natuur 2005

Nadere informatie

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren

Nadere informatie

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek 1 kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en ontwikkelingsdoelen techniek 2 Ontwikkelingsdoelen techniek Kleuteronderwijs De kleuters kunnen 2.1

Nadere informatie

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Jaarplan GESCHIEDENIS Algemene doelstellingen Eerder gericht op kennis en inzicht 6 A1 A2 A3 A4 A5 Kunnen hanteren van een vakspecifiek begrippenkader en concepten, nodig om zich van het verleden een wetenschappelijk

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek. Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek. In kolom 1 vind je 61 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep Techniek. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan welke items

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde vwo

Examenprogramma scheikunde vwo Examenprogramma scheikunde vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Stoffen

Nadere informatie

Sint-Jozefscollege: studierichtingen 3 de graad ASO

Sint-Jozefscollege: studierichtingen 3 de graad ASO Economie-Moderne Talen Economie Moderne Talen natuurwetenschappen 2 2 Duits 3 3 Engels 3 3 Frans 4 4 economie 5 5 wiskunde 3 3 In deze studierichting wordt inzicht in het economisch gebeuren gecombineerd

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding. Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding. In kolom 1 vind je 61 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep TO. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan

Nadere informatie

3 Factoren die het watergehalte van organismen 40 bepalen. 3.1 Bepalende factoren voor watergehalte 40 3.2 Belang van water voor levende wezens 41

3 Factoren die het watergehalte van organismen 40 bepalen. 3.1 Bepalende factoren voor watergehalte 40 3.2 Belang van water voor levende wezens 41 3 1 Functionele morfologie van de cel 1 De cel gezien door de lichtmicroscoop 06 2 De cel gezien door de elektronenmicroscoop 09 2.1 Bouw en functie van het eenheidsmembraan 10 2.2 Overzicht van de celorganellen

Nadere informatie

Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies

Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs Reina Kuiper - SME Advies Inhoud Onderwijsontwikkeling Relevante vakken Kerndoelen Begrippen en concepten Waarde voor het onderwijs Onderwijsontwikkeling

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde havo

Examenprogramma scheikunde havo Examenprogramma scheikunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Kennis

Nadere informatie

WIE? WAT? WAAROM? HUMANE. wetenschappen. Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde.

WIE? WAT? WAAROM? HUMANE. wetenschappen. Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde. WIE? WAT? WAAROM? HUMANE wetenschappen Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde. HUM WET IS HET IETS VOOR MIJ? HUMANE WETENSCHAPPEN VISIE Van leerlingen Humane wetenschappen

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor

Nadere informatie

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN Rondleidingen ZOO ANTWERPEN In ZOO Antwerpen gaan leren en plezier maken hand in hand. Bovendien zijn al onze rondleidingen voor scholen volledig ontwikkeld op het niveau van je klas én conform de eindtermen

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica In kolom 1 vind je 69 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep geschiedenis/esthetica. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën.

Nadere informatie

Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo)

Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo) Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo) Voor meer informatie zie: Kerndoelen onderbouw Vakportaal Mens & maatschappij Vakportaal Natuur & techniek kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo

Nadere informatie

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar DEEL 1 Organismen vormen een levensgemeenschap Hoofdstuk 1 Voedselrelaties Hoofdstuk 2 Foto DEEL 2 Organismen planten zich voort Hoofdstuk 1 Voortplanting bij bloemplanten

Nadere informatie

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Wetenschappen (2de en 3de graad ASO) Leerlingprofiel Ben je een leerling die: sterk geïnteresseerd is in de verschillende wetenschappelijke disciplines: aardrijkskunde,

Nadere informatie

BIOGENIE 3.2 DEEL 1: ORGANISMEN ONTVANGEN PRIKKELS UIT HUN OMGEVING

BIOGENIE 3.2 DEEL 1: ORGANISMEN ONTVANGEN PRIKKELS UIT HUN OMGEVING BIOGENIE 3.2 DEEL 1: ORGANISMEN ONTVANGEN PRIKKELS UIT HUN OMGEVING Definitie kunnen geven van een prikkel (p.11) Definitie kunnen geven van een receptor (p.11) A) HET OOG De volgende delen van het oog

Nadere informatie

Onderzoekscompetenties. Schooljaar 2015-2016. GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan 10 9230 Wetteren 09 365 60 60

Onderzoekscompetenties. Schooljaar 2015-2016. GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan 10 9230 Wetteren 09 365 60 60 GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan 10 9230 Wetteren 09 365 60 60 Schooljaar 2015-2016 E-mail: ka.wetteren@g-o.be atheneum@campuskompas.be Website: www.campuskompas.be/atheneum Scholengroep Schelde Dender

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie AO AV 002 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules... 5 1.2 Plaats

Nadere informatie

Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom. dr. Daniël Van Nijlen Colloquium 16 juni 2016

Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom. dr. Daniël Van Nijlen Colloquium 16 juni 2016 Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom dr. Daniël Van Nijlen Colloquium 16 juni 2016 Overzicht De peiling natuurwetenschappen Beschrijving van de steekproef Resultaten van de peiling o Behalen

Nadere informatie

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen AO AV 004 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands In kolom 1 vind je 66 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep Nederlands. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan met

Nadere informatie

Nieuwe leerplandoelstellingen voor Opmerkingen. Inhoud leerwerkboeken

Nieuwe leerplandoelstellingen voor Opmerkingen. Inhoud leerwerkboeken Inhoud leerwerkboeken e leerplandoelstellingen voor 2015-2016 D/2015/7841/015 EUREKA!1A Thema 1 Zintuigen 1 Inleiding 1.1 Prikkel, reactie en zintuig B52 Uit waarnemingen afleiden of illustreren dat spierbewegingen

Nadere informatie

Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom. Voorstelling resultaten Werkseminarie 17 november 2016

Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom. Voorstelling resultaten Werkseminarie 17 november 2016 Peiling natuurwetenschappen eerste graad A-stroom Voorstelling resultaten Werkseminarie 17 november 2016 Overzicht De peiling natuurwetenschappen Resultaten van de peiling o Behalen eindtermen o Samenhang

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 11109 6 juni 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 april 2012, nr. VO/403948, houdende

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Big Ideas Great STEM. Katrien Strubbe

Big Ideas Great STEM. Katrien Strubbe + Big Ideas Great STEM Katrien Strubbe (Natuur)wetenschappen: doelen 2 Natuurwetenschappen geven leerlingen een fundamenteel en duurzaam inzicht in de structuren en processen die de mens, de natuur en

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO2 AO AV 003 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding...

Nadere informatie

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN

Rondleidingen ZOO ANTWERPEN Rondleidingen ZOO ANTWERPEN In ZOO Antwerpen gaan leren en plezier maken hand in hand. Bovendien zijn al onze rondleidingen voor scholen volledig ontwikkeld op het niveau van je klas én conform de eindtermen

Nadere informatie

WAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN

WAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN WAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN Vakgebonden eindtermen A Vrij gesubsidieerd onderwijs VVKSO Leerplan 3 e graad secundair onderwijs AV Nederlands ASO/TSO/KSO LICAP- Brussel D/2006/0279/008

Nadere informatie

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden Ecologie De wetenschap die bestudeert waarom bepaalde planten en dieren ergens in een bepaalde leefomgeving (milieu) voorkomen en wat de relaties zijn tussen organisme en hun milieu 1. Biotische factoren

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs?

Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs? Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs? Willy Sleurs Afdeling Kwalificaties & Curriculum AHOVOKS, Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Eindtermen bepaald door de overheid Leergebied-/vakgebonden

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Welke afspraken worden gemaakt om geschiedenis te studeren? Wordt dit opgevolgd per graad en van graad tot graad? Leren leren blijft

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep geschiedenis en/of esthetica In kolom 1 vind je 69 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep geschiedenis/esthetica. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën.

Nadere informatie

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het Don Bosco-Instituut ASO/TSO/BSO te Dilbeek

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het Don Bosco-Instituut ASO/TSO/BSO te Dilbeek Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be Verslag

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9161 26 mei 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 april 2011, nr. VO/289008, houdende

Nadere informatie

Hoofdstuk I: Eindtermen de basics

Hoofdstuk I: Eindtermen de basics Maatschappelijk debat eindtermen Hoofdstuk I: Eindtermen de basics Inhoud Inleiding... 2 Gewoon lager onderwijs... 2 Kleuteronderwijs... 2 Gewoon secundair onderwijs... 3 Buitengewoon onderwijs... 4 Overzichtstabel...

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist)

Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist) Lesvoorbereiding: Kapper en schoonheidsspecialist (beroepen: kapper en schoonheidsspecialist) Klas: 1ste graad secundair onderwijs Leervak: Techniek Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssectoren en specifiek

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam

GEZONDHEIDSKUNDE. Het menselijk lichaam GEZONDHEIDSKUNDE Het menselijk lichaam 1 KENMERKEN VAN HET LEVEN Anatomie à wetenschap die zich bezighoudt met de bouw van het menselijk lichaam (waar ligt wat?). Fysiologie à Wetenschap die zich bezighoudt

Nadere informatie

a. vakgebonden eindtermen p. 2 b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) p. 3

a. vakgebonden eindtermen p. 2 b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) p. 3 VELDWERK LANDSCHAP DOELEN Met dit educatief pakket, ontwikkeld door de natuur- en milieueducatie dienst van de Provincie West-Vlaanderen worden belangrijke doelen en leerplandoelstellingen bereikt in het

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica In kolom 1 vind je 66 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep informatica. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan welke

Nadere informatie

Cellen aan de basis.

Cellen aan de basis. Cellen aan de basis. Cellen aan de basis In het thema cellen aan de basis vinden we twee belangrijke thema s uit biologie voor jou terug. 1. Organen en cellen (thema 1 leerjaar 3) 2. Stofwisseling (thema

Nadere informatie