richtlijnen de resultaten presenteren 3.5 De kandidaat kan aan de hand van gegeven richtlijnen sterke en zwakke punten van het

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "richtlijnen de resultaten presenteren 3.5 De kandidaat kan aan de hand van gegeven richtlijnen sterke en zwakke punten van het"

Transcriptie

1 Aardrijkskunde, vmbo, Geografische F. Oorschot vaardigheden vmbo bovenbouw kern subkern Inhoud / Eindterm bb Eindterm kb Eindterm gt Eindterm Geografisch vaardigheden Geografisch onderzoek Stappenplan voor onderzoek maken Onderzoeksgevens gebruiken Resultaten onderzoek presenteren Sterkte- en zwakteanalyse voor onderzoek maken Onderzoek met primaire data verrichten Vergelijkend onderzoek naar energieverbruik thuis, klasgenoot en landelijk gemiddelde energieproblematiek met maatregelen en oplossingen in de eigen waterkwaliteit en kwantiteit in de eigen Onderzoek tevredenheid bevolking over wonen, openbare ruimten, voorzieningen en verkeer eigen 3.5 De kandidaat kan aan de hand van een gegeven stappenplan met opties en enkelvoudige aardrijkskundige vragen een werkplan opstellen. 3.5 De kandidaat kan de vraag/vragen beantwoorden met behulp van de onderzoeksgegevens. 3.5 De kandidaat kan aan de hand van 3.5 De kandidaat kan aan de hand van een gegeven stappenplan met opties en enkelvoudige/meervoudige aardrijkskundige vragen een werkplan opstellen. 3.5 De kandidaat kan de vraag/vragen beantwoorden met behulp van de onderzoeksgegevens. 3.5 De kandidaat kan aan de hand van gegeven gegeven richtlijnen de resultaten richtlijnen de resultaten presenteren 3.5 De kandidaat kan aan de hand van gegeven richtlijnen sterke en zwakke punten van het onderzoek verwoorden. onderzoek verwoorden. 3.5 De kandidaat kan gegevens uit de eerste hand (primaire data) verzamelen in de omgeving van de school of eigen woning of tijdens een excursie via observaties, metingen, enquêtes en/of interviews; 7a.2 De kandidaat kan het eigen gebruik aan gas en elektriciteit een tijdje bijhouden en op een adequate manier vastleggen in cijfers, beeld en tekst en vergelijken met klasgenoten en het landelijke gemiddelde. gemiddelde. 7c.3 De kandidaat kan een eenvoudig verband houdend met energieproblematiek in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen dan wel zelf 10a.2 De kandidaat kan kwantiteit en kwaliteit van het oppervlaktewater in de eigen waarnemen en meten en gegeven of zelf verzamelde data op een adequate manier vastleggen en bewerken in cijfers, beeld en tekst. 13c.1 De kandidaat kan een onderzoekje uitvoeren naar de tevredenheid van de bevolking over hun woonwijk ten aanzien van: woningen openbare ruimten voorzieningen verkeer. 3.5 De kandidaat kan aan de hand van gegeven richtlijnen sterke en zwakke punten van het 3.5 De kandidaat kan gegevens uit de eerste hand (primaire data) verzamelen in de omgeving van de school of eigen woning of tijdens een excursie via observaties, metingen, enquêtes en/of interviews; 7a.2 De kandidaat kan het eigen gebruik aan gas en elektriciteit een tijdje bijhouden en op een adequate manier vastleggen in cijfers, beeld en tekst en vergelijken met klasgenoten en het landelijke 7c.3 De kandidaat kan een eenvoudig onderzoek energieproblematiek in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen dan wel zelf 10a.2 De kandidaat kan kwantiteit en kwaliteit van het oppervlaktewater in de eigen waarnemen en meten en gegeven of zelf verzamelde data op een adequate manier vastleggen en bewerken in cijfers, beeld en tekst. 13c.1 De kandidaat kan een onderzoekje uitvoeren naar de tevredenheid van de bevolking over hun woonwijk ten aanzien van: woningen openbare ruimten voorzieningen verkeer. 3.5 De kandidaat kan aan de hand van een gegeven stappenplan met opties en enkelvoudige/meervoudige aardrijkskundige vragen een werkplan opstellen. 3.5 De kandidaat kan de vraag/vragen beantwoorden met behulp van de onderzoeksgegevens. 3.5 De kandidaat kan aan de hand van gegeven richtlijnen de resultaten presenteren 3.5 De kandidaat kan aan de hand van gegeven richtlijnen sterke en zwakke punten van het onderzoek verwoorden. 3.5 De kandidaat kan gegevens uit de eerste hand (primaire data) verzamelen in de omgeving van de school of eigen woning of tijdens een excursie via observaties, metingen, enquêtes en/of interviews; 7a.2 De kandidaat kan het eigen gebruik aan gas en elektriciteit een tijdje bijhouden en op een adequate manier vastleggen in cijfers, beeld en tekst en vergelijken met klasgenoten en het landelijke gemiddelde. 7c.3 De kandidaat kan een eenvoudig verband houdend met energieproblematiek in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen dan wel zelf maatregelen of oplossingen voorstellen. 10a.2 De kandidaat kan kwantiteit en kwaliteit van het oppervlaktewater in de eigen waarnemen en meten en gegeven of zelf verzamelde data op een adequate manier vastleggen en bewerken in cijfers, beeld en tekst. 13c.1 De kandidaat kan een onderzoekje uitvoeren naar de tevredenheid van de bevolking over hun woonwijk ten aanzien van: woningen openbare ruimten voorzieningen verkeer. Onderzoek met secundaire data verrichten vraagstuk over weer/klimaat met maatregelen en oplossingenin de eigen 3.5 De kandidaat kan aangereikte gegevens uit de tweede hand (secundaire data bestaande uit bijv. kaarten, figuren, beelden, cijfers, statistieken, beschrijvingen) analyseren. 4c.3 De kandidaat kan een eenvoudig verband houdend met weer en/of klimaat in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen dan wel zelf maatregelen of oplossingen voorstellen 3.5 De kandidaat kan aangereikte gegevens uit de tweede hand (secundaire data bestaande uit bijv. kaarten, figuren, beelden, cijfers, statistieken, beschrijvingen) analyseren en aanvullen met relevant materiaal. 4c.3 De kandidaat kan een eenvoudig onderzoek weer en/of klimaat in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen dan wel zelf maatregelen of oplossingen voorstellen 3.5 De kandidaat kan aangereikte gegevens uit de tweede hand (secundaire data bestaande uit bijv. kaarten, figuren, beelden, cijfers, statistieken, beschrijvingen) analyseren en aanvullen met relevant materiaal. 4c.3 De kandidaat kan een eenvoudig verband houdend met weer en/of klimaat in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen dan wel zelf maatregelen of oplossingen voorstellen

2 Geografische vragen Geografische werkwijzen waterproblematiek met maatregelen en oplossingen in de eigen Vergelijkend onderzoek naar eigen buurt/wijkprofiel en dat van klasgenoot verkeeren vervoersvraagstuk met maatregelen en oplossingen in de eigen vraagstuk over identiteit en grenzen met maatregelen en oplossingen in de eigen Verschillende soorten geografische vragen beschrijven verklaren waarderen probleem oplossen/adviseren voorspellen Verschillende soorten geografische werkwijzen Verschijnselen en gebieden in ruimte en tijd 10c.3 De kandidaat kan een eenvoudig verband houdend met waterproblematiek in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen. 13a.4 De kandidaat kan bewonerskenmerken en gebiedskenmerken verwerken in een buurt/wijkprofiel en dat vergelijken met die van klasgenoten. 16c.3 De kandidaat kan een eenvoudig verband houdend met verkeer en vervoer in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen. 19c.3 De kandidaat kan een eenvoudig verband houdend met identiteit en grenzen in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen. 3.1 De kandidaat kan verschillende typen aardrijkskundige vragen hanteren. 3.1 De kandidaat kan een voorstelling geven van een aardrijkskundig verschijnsel, proces en/of vraagstuk in woord, cijfers en/of beeld (inclusief kaarten). 3.1 De kandidaat kan uitleg geven van samenhangen tussen aardrijkskundige verschijnselen en hoe aardrijkskundige processen werken. Het kan gaan om oorzaak-gevolg relaties (causale verklaring), functionele relaties (functionele verklaring) of om ontwikkelingen in de tijd (historische verklaring). 3.1 De kandidaat kan bij ontwikkeling(en), plan(nen) en maatregel(en) voor- en nadelen herkennen vanuit verschillende dimensies en argumenten geven bij het maken van keuzen. 3.1 De kandidaat kan een gewenste aanpak (plan, maatregel) voor een vraagstuk voorstellen en daarvoor argumenten geven. 3.1 De kandidaat kan een verwachting uitspreken omtrent een aardrijkskundig verschijnsel, proces of vraagstuk en daarvoor argumenten geven. 3.2 De kandidaat kan de volgende aardrijkskundige werkwijzen herkennen en afzonderlijk hanteren. 3.2 De kandidaat kan verschijnselen en gebieden vergelijken in ruimte en tijd. 10c.3 De kandidaat kan een eenvoudig onderzoek waterproblematiek in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen dan wel zelf 13a.4 De kandidaat kan bewonerskenmerken en gebiedskenmerken verwerken in een buurt/wijkprofiel en dat vergelijken met die van klasgenoten. 16c.3 De kandidaat kan een eenvoudig onderzoek verkeer en vervoer in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen en zelf 19c.3 De kandidaat kan een eenvoudig onderzoek identiteit en grenzen in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen en zelf 3.1 De kandidaat kan verschillende typen aardrijkskundige vragen hanteren en bij gegeven contexten en vraagstukken een passende vraag kiezen / formuleren. 3.1 De kandidaat kan een voorstelling geven van een aardrijkskundig verschijnsel, proces en/of vraagstuk in woord, cijfers en/of beeld (inclusief kaarten). 3.1 De kandidaat kan uitleg geven van samenhangen tussen aardrijkskundige verschijnselen en hoe aardrijkskundige processen werken. Het kan gaan om oorzaak-gevolg relaties (causale verklaring), functionele relaties (functionele verklaring) of om ontwikkelingen in de tijd (historische verklaring). 3.1 De kandidaat kan bij ontwikkeling(en), plan(nen) en maatregel(en) voor- en nadelen herkennen vanuit verschillende dimensies en argumenten geven bij het maken van keuzen. 3.1 De kandidaat kan een gewenste aanpak (plan, maatregel) voor een vraagstuk voorstellen en daarvoor argumenten geven. 3.1 De kandidaat kan een verwachting uitspreken omtrent een aardrijkskundig verschijnsel, proces of vraagstuk en daarvoor argumenten geven. 3.2 De kandidaat kan de volgende aardrijkskundige werkwijzen herkennen en afzonderlijk en in samenhang hanteren 3.2 De kandidaat kan verschijnselen en gebieden vergelijken in ruimte en tijd. 10c.3 De kandidaat kan een eenvoudig verband houdend met waterproblematiek in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen dan wel zelf maatregelen of oplossingen voorstellen. 13a.4 De kandidaat kan bewonerskenmerken en gebiedskenmerken verwerken in een buurt/wijkprofiel en dat vergelijken met die van klasgenoten. 16c.3 De kandidaat kan een eenvoudig verband houdend met verkeer en vervoer in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen en zelf maatregelen of oplossingen voorstellen. 19c.3 De kandidaat kan een eenvoudig verband houdend met identiteit en grenzen in de eigen en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen en zelf maatregelen of oplossingen voorstellen. 3.1 De kandidaat kan verschillende typen aardrijkskundige vragen hanteren en bij gegeven contexten en vraagstukken een passende vraag kiezen / formuleren. 3.1 De kandidaat kan een voorstelling geven van een aardrijkskundig verschijnsel, proces en/of vraagstuk in woord, cijfers en/of beeld (inclusief kaarten). 3.1 De kandidaat kan uitleg geven van samenhangen tussen aardrijkskundige verschijnselen en hoe aardrijkskundige processen werken. Het kan gaan om oorzaakgevolg relaties (causale verklaring), functionele relaties (functionele verklaring) of om ontwikkelingen in de tijd (historische verklaring). 3.1 De kandidaat kan bij ontwikkeling(en), plan(nen) en maatregel(en) voor- en nadelen herkennen vanuit verschillende dimensies en argumenten geven bij het maken van keuzen. 3.1 De kandidaat kan een gewenste aanpak (plan, maatregel) voor een vraagstuk voorstellen en daarvoor argumenten geven. 3.1 De kandidaat kan een verwachting uitspreken omtrent een aardrijkskundig verschijnsel, proces of vraagstuk en daarvoor argumenten geven. 3.2 De kandidaat kan de volgende aardrijkskundige werkwijzen herkennen en afzonderlijk en in samenhang hanteren 3.2 De kandidaat kan verschijnselen en gebieden vergelijken in ruimte en tijd. Relaties binnen een gebied en tussen gebieden 3.2 De kandidaat kan enkelvoudige verbanden leggen binnen een gebied en tussen gebieden. 3.2 De kandidaat kan enkelvoudige /meervoudige verbanden leggen binnen een gebied en tussen gebieden. 3.2 De kandidaat kan enkelvoudige /meervoudige verbanden leggen binnen een gebied en tussen gebieden.

3 Kaart en atlas Geografisch data en hulpmiddelen Verschijnselen en gebieden vanuit verschillende perspectief Verschijnselen en gebieden indelen en toedelen Verschijnselen en gebieden op verschillend schaalniveaus Bijzondere en algemene verschijnselen en gebieden Verschillende soorten kaarten 3.2 De kandidaat kan gebieden en verschijnselen vanuit een dimensie bekijken: natuurlijke, sociaaleconomische, culturele en politieke 3.2 De kandidaat kan gebieden en verschijnselen vanuit een of meer dimensie(s) bekijken: natuurlijke, sociaaleconomische, culturele en politieke 3.2 De kandidaat kan van gebieden en 3.2 De kandidaat kan van gebieden en verschijnselen aangeven uit welke kleinere verschijnselen aangeven uit welke kleinere delen ze delen ze bestaan en tot welke grotere bestaan en tot welke grotere gehelen ze behoren. gehelen ze behoren. 3.2 De kandidaat kan gebieden en 3.2 De kandidaat kan gebieden en verschijnselen op verschijnselen op verschillende ruimtelijke verschillende ruimtelijke schalen bekijken door in te schalen bekijken door in te zoomen en uit te zoomen en uit te zoomen. zoomen. 3.2 De kandidaat kan bij gebieden en verschijnselen onderscheid maken tussen het algemene en het bijzondere. 3.3 De kandidaat kan verschillende soorten digitale en papieren kaarten gebruiken, waaronder topografische kaarten, overzichtskaarten en thematische kaarten. 3.3 De kandidaat kan verschillende soorten digitale en papieren kaarten gebruiken, waaronder topografische kaarten, overzichtskaarten en thematische kaarten. Kaartselectie 3.3 De kandidaat kan de vaardigheid kaartselectie toepassen. 3.3 De kandidaat kan de vaardigheid kaartselectie toepassen. Kaartlezen 3.3 De kandidaat kan de vaardigheid 3.3 De kandidaat kan de vaardigheid kaartlezen kaartlezen toepassen. toepassen. Kaartanalyse 3.3 De kandidaat kan de vaardigheid 3.3 De kandidaat kan de vaardigheid kaartanalyse kaartanalyse toepassen. toepassen. Kaartinterpretatie 3.3 De kandidaat kan de vaardigheid kaartinterpretatie toepassen. Kaartproductie 3.3 De kandidaat kan aan de hand van 3.3 De kandidaat kan aan de hand van gegeven gegeven richtlijnen (digitale) kaarten richtlijnen (digitale) kaarten aanvullen / maken. aanvullen. Kaartproductie eigen woonwijk 16a.4 De kandidaat kan de inrichting van de eigen woonwijk in kaart brengen en Atlasgebruik 3.4 De kandidaat kan voorbewerkte informatie uit verschillende bronnen gebruiken, namelijk: informatie uit papieren en digitale kaarten, atlassen, teksten, figuren, tabellen, animaties. Remote sensingbeelden 16a.4 De kandidaat kan de inrichting van de eigen woonwijk in kaart brengen en 3.4 De kandidaat kan voorbewerkte informatie uit verschillende bronnen selecteren en gebruiken, namelijk: informatie uit papieren en digitale kaarten, atlassen, teksten, figuren, tabellen, animaties, luchtfoto s en satellietbeelden. 3.3 De kandidaat kan verschijnselen op satellietbeelden herkennen en met kaarten vergelijken. Luchtfoto 3.3 De kandidaat kan verschijnselen op luchtfoto s herkennen en met kaarten vergelijken. Geografische data bewerken Geografische informatie gebruiken 3.4 De kandidaat kan voorbewerkte informatie uit verschillende bronnen gebruiken, namelijk: informatie uit papieren en digitale kaarten, atlassen, teksten, figuren, tabellen, animaties. 3.4 De kandidaat kan voorbewerkte informatie ordenen en analyseren. 3.4 De kandidaat kan voorbewerkte informatie uit verschillende bronnen selecteren en gebruiken, namelijk: informatie uit papieren en digitale kaarten, atlassen, teksten, figuren, tabellen, animaties, luchtfoto s en satellietbeelden. 3.4 De kandidaat kan voorbewerkte informatie ordenen, analyseren en daarover conclusies trekken. 3.2 De kandidaat kan gebieden en verschijnselen vanuit een of meer dimensie(s) bekijken: natuurlijke, sociaaleconomische, culturele en politieke 3.2 De kandidaat kan van gebieden en verschijnselen aangeven uit welke kleinere delen ze bestaan en tot welke grotere gehelen ze behoren. 3.2 De kandidaat kan gebieden en verschijnselen op verschillende ruimtelijke schalen bekijken door in te zoomen en uit te zoomen. 3.2 De kandidaat kan bij gebieden en verschijnselen onderscheid maken tussen het algemene en het bijzondere. 3.3 De kandidaat kan verschillende soorten digitale en papieren kaarten gebruiken, waaronder topografische kaarten, overzichtskaarten en thematische kaarten. 3.3 De kandidaat kan de vaardigheid kaartselectie toepassen. 3.3 De kandidaat kan de vaardigheid kaartlezen toepassen. 3.3 De kandidaat kan de vaardigheid kaartanalyse toepassen. 3.3 De kandidaat kan de vaardigheid kaartinterpretatie toepassen. 3.3 De kandidaat kan aan de hand van gegeven richtlijnen (digitale) kaarten aanvullen / maken. 16a.4 De kandidaat kan de inrichting van de eigen woonwijk in kaart brengen en 3.4 De kandidaat kan voorbewerkte informatie uit verschillende bronnen selecteren en gebruiken, namelijk: informatie uit papieren en digitale kaarten, atlassen, teksten, figuren, tabellen, animaties, luchtfoto s en satellietbeelden. 3.3 De kandidaat kan verschijnselen op satellietbeelden herkennen en met kaarten vergelijken. 3.3 De kandidaat kan verschijnselen op luchtfoto s herkennen en met kaarten vergelijken. 3.4 De kandidaat kan voorbewerkte informatie uit verschillende bronnen selecteren en gebruiken, namelijk: informatie uit papieren en digitale kaarten, atlassen, teksten, figuren, tabellen, animaties, luchtfoto s en satellietbeelden. 3.4 De kandidaat kan voorbewerkte informatie ordenen, analyseren en daarover conclusies trekken.

4 Aardrijkskunde, vmbo, F. Oorschot Kern Subkern Inhoud / Eindterm bb Eindterm kb Eindterm gt Eindterm Burgerschap Leefbaarheid Leefbaarheid in de eigen, gezondheid 7b.2 De kandidaat kan voorbeelden noemen van directe en indirecte invloeden van 7b.2 De kandidaat kan voorbeelden noemen van directe en indirecte invloeden van 7b.2 De kandidaat kan voorbeelden noemen van directe en indirecte invloeden van energieverbruik op luchtverontreiniging en gezondheid. energieverbruik op luchtverontreiniging en gezondheid. energieverbruik op luchtverontreiniging en gezondheid. Leefbaarheid in de eigen, instellingen over welvaart 13b.3 De kandidaat kan de instellingen in de eigen noemen die bezig houden 13b.3 De kandidaat kan de instellingen in de eigen noemen die bezig houden met 13b.3 De kandidaat kan de instellingen in de eigen noemen die bezig houden met en welzijn met welvaart en welzijn en hun hoofdtaken welvaart en welzijn en hun hoofdtaken welvaart en welzijn en hun hoofdtaken Leefbaarheid in de eigen, kwaliteit woon- en 14.2 De kandidaat kan nale verschillen in de kwaliteit van de woon- en 14.2 De kandidaat kan nale verschillen in de kwaliteit van de woon- en leefomgeving 14.2 De kandidaat kan nale verschillen in de kwaliteit van de woon- en leefomgeving leefomgeving leefomgeving (kwaliteit van de ruimte, lucht en water) in Nederland beschrijven en (kwaliteit van de ruimte, lucht en water) in Nederland (kwaliteit van de ruimte, lucht en water) in Nederland Kwaliteit leefbaarheid van Nederland t.o.v. Europa 14.3 De kandidaat kan de positie van Nederland binnen Europa ten aanzien van 14.3 De kandidaat kan de positie van Nederland binnen Europa ten aanzien van welvaart en 14.3 De kandidaat kan de positie van Nederland binnen Europa ten aanzien van welvaart en welvaart kwaliteit van de leefomgeving kwaliteit van de leefomgeving Leefbaarheid en beleid van overheden op nationaal 14.4 De kandidaat kan het beleid van overheden ten aanzien van welvaart, gezondheid en 14.4 De kandidaat kan het beleid van overheden ten aanzien van welvaart, gezondheid en niveau leefomgeving leefomgeving Leefbaarheid en voorzieningenniveau in de eigen 16b.3 De kandidaat kan op grond van de verwachte ontwikkeling van de bevolking gevolgen 16b.3 De kandidaat kan op grond van de verwachte ontwikkeling van de bevolking gevolgen voor het voorzieningenniveau in de eigen voor het voorzieningenniveau in de eigen Leefbaarheid in de eigen, instellingen over 16b.4 De kandidaat kan instellingen noemen die zich in de eigen bezig houden 16b.4 De kandidaat kan instellingen noemen die zich in de eigen bezig houden met 16b.4 De kandidaat kan instellingen noemen die zich in de eigen bezig houden met bevolking en ruimtelijke inrichting met bevolking en ruimtelijke inrichting en hun hoofdtaken bevolking en ruimtelijke inrichting en hun hoofdtaken bevolking en ruimtelijke inrichting en hun hoofdtaken Leefbaarheid in eigen, wonen en leefkwaliteit 16c.2 De kandidaat kan de woon- en leefkwaliteit van een woonwijk in de eigen 16c.2 De kandidaat kan de woon- en leefkwaliteit van een woonwijk in de eigen 16c.2 De kandidaat kan de woon- en leefkwaliteit van een woonwijk in de eigen beschrijven en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen. beschrijven en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen en zelf maatregelen of oplossingen voorstellen. beschrijven en mogelijke maatregelen of oplossingen beoordelen en zelf maatregelen of oplossingen voorstellen. Leefbaarheid in Nigeria, voedselwinning tegenover 25.3 De kandidaat kan de effecten van de oliewinning op voedselvoorziening (landbouw en AK/V/4 oliewinning visserij) en gezondheid in de kustzone van Nigeria Leefbaarheid in de eigen, veiligheid 19c.1 De kandidaat kan de inrichting van een wijk/buurt in de eigen beoordelen 19c.1 De kandidaat kan de inrichting van een wijk/buurt in de eigen beoordelen op 19c.1 De kandidaat kan de inrichting van een wijk/buurt in de eigen beoordelen op op (sociale) veiligheid en voorgestelde maatregelen en (her)inrichtingsvoorstellen (sociale) veiligheid en voorgestelde maatregelen en (her)inrichtingsvoorstellen om de veiligheid (sociale) veiligheid en voorgestelde maatregelen en (her)inrichtingsvoorstellen om de veiligheid om de veiligheid te verbeteren beoordelen. te verbeteren beoordelen en zelf te verbeteren beoordelen en zelf Leefbaarheid in de eigen, sociale samenhang 19c.2 De kandidaat kan voorgestelde maatregelen om de sociale samenhang in een 19c.2 De kandidaat kan voorgestelde maatregelen om de sociale samenhang in een wijk/buurt 19c.2 De kandidaat kan voorgestelde maatregelen om de sociale samenhang in een wijk/buurt Multiculturele samenleving Samenstelling bevolking eigen naar culturele achtergrond wijk/buurt te versterken beoordelen. 19a.2 De kandidaat kan de samenstelling van de bevolking van de eigen naar culturele achtergrond en identiteit te versterken beoordelen en zelf 19a.2 De kandidaat kan de samenstelling van de bevolking van de eigen naar culturele achtergrond en identiteit beschrijven en aangeven in hoeverre hij/zij zich hiermee identificeert. te versterken beoordelen en zelf 19a.2 De kandidaat kan de samenstelling van de bevolking van de eigen naar culturele achtergrond en identiteit beschrijven en aangeven in hoeverre hij/zij zich hiermee identificeert. Wereldburgerschap Burgerschap in de eigen, uitingen sociale 19a.3 De kandidaat kan uitingen van sociale samenhang in een wijk/buurt in de 19a.3 De kandidaat kan uitingen van sociale samenhang in een wijk/buurt in de eigen 19a.3 De kandidaat kan uitingen van sociale samenhang in een wijk/buurt in de eigen samenhang eigen Burgerschap in de eigen, instellingen en initiatieven 19b.2 De kandidaat kan instellingen en initiatieven in de eigen noemen die zich 19b.2 De kandidaat kan instellingen en initiatieven in de eigen noemen die zich bezig 19b.2 De kandidaat kan instellingen en initiatieven in de eigen noemen die zich bezig sociale samenhang bezig houden met het bevorderen van sociale samenhang en burgerzin en hun activiteiten houden met het bevorderen van sociale samenhang en burgerzin en hun activiteiten houden met het bevorderen van sociale samenhang en burgerzin en hun activiteiten Duurzaamheid Bronnen van energie Energiegebruik in de eigen, eindigheid 7a.1. De kandidaat kan het gebruik van energie (aard en omvang) in de eigen 7a.1. Het gebruik van energie (aard en omvang) in de eigen beschrijven en verbanden 7a.1. Het gebruik van energie (aard en omvang) in de eigen beschrijven en verbanden beschrijven en verbanden leggen met eindigheid. leggen met eindigheid. leggen met eindigheid. Energiegebruik in de eigen, transitie 7b.1 De kandidaat kan verschuivingen naar andere vormen van energiegebruik in eigen 7b.1 De kandidaat kan verschuivingen naar andere vormen van energiegebruik in eigen 7b.1 De kandidaat kan verschuivingen naar andere vormen van energiegebruik in eigen Energieproductie en distributie in eigen 7b.3 De kandidaat kan bedrijven en instellingen noemen die zich in de eigen bezig houden met productie en distributie van energie en met de kwaliteit van het milieu. 7b.3 De kandidaat kan bedrijven en instellingen noemen die zich in de eigen bezig houden met productie en distributie van energie en met de kwaliteit van het milieu. 7b.3 De kandidaat kan bedrijven en instellingen noemen die zich in de eigen bezig houden met productie en distributie van energie en met de kwaliteit van het milieu. Energiegebruik thuis en duurzaam energiegebruik 7c.1 De kandidaat kan gevolgen van eigen activiteiten voor het directe en indirecte energiegebruik benoemen en herkennen en voorbeelden geven van dingen die je/men kan doen en laten om duurzamer met energie om te gaan. Energiegebuik in de eigen, maatregelen tegen toename 7c.2 De kandidaat kan mogelijke gevolgen noemen van toenemend energiegebruik in de eigen en maatregelen en plannen ter voorkoming en vermindering hiervan Spreiding van energiebronnen in Nederland 8.1 De kandidaat kan de aard en herkomst van bronnen van energie in Nederland Vergelijken spreiding van energiebronnen in Nederland en Frankrijk Productie en gebruik van energiebronnen in Nederland 8.2 De kandidaat kan de productie van energie en het energieverbruik in Nederland en recente verschuivingen daarin beschrijven en verklaren en de overeenkomsten. Vergelijken productie en gebruik van energiebronnen in Nederland en Frankrijk Spreiding van energiebronnen in Brazilië 9.1 De kandidaat kan de aard en herkomst van bronnen van energie in Brazilië Productie en gebruik van energiebronnen in Brazilië 9.2 De kandidaat kan de productie van energie en het energieverbruik in Brazilië en recente verschuivingen daarin Duurzaam gebruik energiebronnen in Zuidoost Brazilië 9.4 De kandidaat kan maatregelen gericht op duurzaam gebruik van energiebronnen in Zuidoost Brazilië Voor- en nadelen grote hydro-electriciteitsprojecten in Amazonegebied Voor- en nadelen van uitbreiding landbouwareaal ten gunste van biobrandstoffen in Amazonegebied Voor- en nadelen winning fossiele brandstoffen in Amazonegebied Belang natuur en milieuwaarde van het Amazonegebied op nationaal en internationaal niveau 7c.1 De kandidaat kan gevolgen van eigen activiteiten voor het directe en indirecte energiegebruik benoemen en herkennen en voorbeelden geven van dingen die je/men kan doen en laten om duurzamer met energie om te gaan. 7c.2 De kandidaat kan mogelijke gevolgen noemen van toenemend energiegebruik in de eigen en maatregelen en plannen ter voorkoming en vermindering hiervan beschrijven en 8.1 De kandidaat kan de aard en herkomst van bronnen van energie in Nederland en Frankrijk beschrijven en de overeenkomsten en verschillen tussen beide landen beschrijven en 8.2 De kandidaat kan de productie van energie en het energieverbruik in Nederland en Frankrijk en recente verschuivingen daarin beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen tussen beide landen 7c.1 De kandidaat kan gevolgen van eigen activiteiten voor het directe en indirecte energiegebruik benoemen en herkennen en voorbeelden geven van dingen die je/men kan doen en laten om duurzamer met energie om te gaan. 7c.2 De kandidaat kan mogelijke gevolgen noemen van toenemend energiegebruik in de eigen en maatregelen en plannen ter voorkoming en vermindering hiervan beschrijven en 8.1 De kandidaat kan de aard en herkomst van bronnen van energie in Nederland en Frankrijk beschrijven en de overeenkomsten en verschillen tussen beide landen beschrijven en 8.2 De kandidaat kan de productie van energie en het energieverbruik in Nederland en Frankrijk en recente verschuivingen daarin beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen tussen beide landen 9.1 De kandidaat kan de aard en herkomst van bronnen van energie in Brazilië 9.1 De kandidaat kan de aard en herkomst van bronnen van energie in Brazilië 9.2 De kandidaat kan de productie van energie en het energieverbruik in Brazilië en recente verschuivingen daarin 9.4 De kandidaat kan maatregelen gericht op duurzaam gebruik van energiebronnen en de effecten op ruimtelijke inrichting en milieu daarvan in Zuidoost Brazilië beschrijven en voor- en nadelen van maatregelen vanuit verschillende dimensies 9.2 De kandidaat kan de productie van energie en het energieverbruik in Brazilië en recente verschuivingen daarin 9.4 De kandidaat kan maatregelen gericht op duurzaam gebruik van energiebronnen en de effecten op ruimtelijke inrichting en milieu daarvan in Zuidoost Brazilië beschrijven en voor- en nadelen van maatregelen vanuit verschillende dimensies 23.1 De kandidaat kan de ligging van grote hydro-electriciteits-projecten in het Amazonegebied AK/V/2 beschrijven en verklaren en voor- en nadelen van die projecten voor de verschillende belangengroepen vanuit verschillende dimensies 23.2 De kandidaat kan uitbreiding van het landbouwareaal in het Amazonegebied voor de AK/V/2 productie van biobrandstoffen beschrijven en voor- en nadelen voor de verschillende belangengroepen vanuit verschillende dimensies 23.3 De kandidaat kan winning van fossiele brandstoffen in het Amazonegebied beschrijven en AK/V/2 voor- en nadelen voor de verschillende belangengroepen vanuit verschillende dimensies 23.4 De kandidaat kan het belang van natuur en milieu van het Amazonegebied beschrijven en AK/V/2 beargumenteren of en waarom behoud van natuur en milieu van het gebied een Braziliaanse zaak/verantwoordelijkheid is of een internationale zaak

5 Broeikaseffect Voedselvoorziening Klimaatverandering in de eigen en maatregelen ter voorkoming hiervan 4c.2 De kandidaat kan mogelijke gevolgen noemen van klimaatveranderingen voor de eigen en maatregelen en plannen ter voorkoming en vermindering hiervan beschrijven en 4c.2 De kandidaat kan mogelijke gevolgen noemen van klimaatveranderingen voor de eigen en maatregelen en plannen ter voorkoming en vermindering hiervan beschrijven en Versterkte broeikaseffect en klimaatverandering in 5.6 De kandidaat kan de mogelijke samenhang tussen het versterkt broeikaseffect en Nederland en Spanje klimaatverandering voor Nederland en Spanje Maatregelen tegen versterkte broeikaseffect in Nederland 5.8 De kandidaat kan mogelijke maatregelen tegen de gevolgen van het versterkte en Spanje broeikaseffect voor Nederland en Spanje beschrijven en voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies Versterkt broeikaseffect en dillemma's voor de V.S. 6.4 De kandidaat kan mogelijke gevolgen van het versterkt broeikaseffect en daaruit voortvloeiende dilemma s voor de V.S. Voorbeelden van maatregelen tegen versterkt 6.5 De kandidaat kan voorbeelden van maatregelen in de V.S. om oorzaken van het versterkt broeikaseffect in de V.S. broeikaseffect tegen te gaan en effecten te verminderen beschrijven en voor- en nadelen Gevolgen klimaatverandering in Spanje en Nederland voor biotische en a-biotische factoren Relatie gezondheidszorg en voedselzekerheid in de V.S De kandidaat kan de verschillen ten aanzien van gezondheidszorg en voedselvoorziening binnen de VS Relatie gezondheidszorg en voedselzekerheid in de V.S. en Nigeria vanuit verschillende dimensies 5.7 De kandidaat kan mogelijke gevolgen van klimaatveranderingen in Nederland en Spanje voor natuurlijke vegetatie, landbouwgewassen, waterhuishouding en klimaatgebonden ziekten en plagen in Nederland 15.2 De kandidaat kan de verschillen ten aanzien van gezondheidszorg en voedselvoorziening binnen de VS en Nigeria beschrijven en verklaren en verschillen tussen beide landen met elkaar vergelijken en Waarborgen voedselzekerheid in V.S De kandidaat kan voedselzekerheid en maatregelen om voedselzekerheid te waarborgen in de VS Waarborgen voedselzekerheid in V.S. en Nigeria 15.3 De kandidaat kan voedselzekerheid en maatregelen om voedselzekerheid te waarborgen in de VS en Nigeria beschrijven en verschillen tussen beide landen met elkaar vergelijken en Positie V.S. op internationale markt voor voedsel en agrarische grondstoffen Positie V.S. en Nigeria op internationale markt voor voedsel en agrarische grondstoffen 15.4 De kandidaat kan de positie van de VS op de internationale markt voor voedsel en agrarische grondstoffen 15.4 De kandidaat kan de positie van de V.S. en Nigeria op de internationale markt voor voedsel en agrarische grondstoffen beschrijven en verschillen tussen beide landen met elkaar vergelijken en 4c.2 De kandidaat kan mogelijke gevolgen noemen van klimaatveranderingen voor de eigen en maatregelen en plannen ter voorkoming en vermindering hiervan beschrijven en 5.6 De kandidaat kan de mogelijke samenhang tussen het versterkt broeikaseffect en klimaatverandering voor Nederland en Spanje 5.8 De kandidaat kan mogelijke maatregelen tegen de gevolgen van het versterkte broeikaseffect voor Nederland en Spanje beschrijven en voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies 6.4 De kandidaat kan mogelijke gevolgen van het versterkt broeikaseffect en daaruit voortvloeiende dilemma s voor de V.S. 6.5 De kandidaat kan voorbeelden van maatregelen in de V.S. om oorzaken van het versterkt broeikaseffect tegen te gaan en effecten te verminderen beschrijven en voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies 5.7 De kandidaat kan mogelijke gevolgen van klimaatveranderingen in Nederland en Spanje voor natuurlijke vegetatie, landbouwgewassen, waterhuishouding en klimaatgebonden ziekten en plagen in Nederland 15.2 De kandidaat kan de verschillen ten aanzien van gezondheidszorg en voedselvoorziening binnen de VS en Nigeria beschrijven en verklaren en verschillen tussen beide landen met elkaar vergelijken en 15.3 De kandidaat kan voedselzekerheid en maatregelen om voedselzekerheid te waarborgen in de VS en Nigeria beschrijven en verschillen tussen beide landen met elkaar vergelijken en 15.4 De kandidaat kan de positie van de V.S.en Nigeria op de internationale markt voor voedsel en agrarische grondstoffen beschrijven en verschillen tussen beide landen met elkaar vergelijken en 25.1 De kandidaat kan welvaart en welvaartsverschillen in Nigeria beschrijven en een verband leggen met kwantitatieve en kwalitatieve honger. Relatie welvaart(sverschillen) in Nigeria ten aanzien van kwantitatieve en kwalitatieve honger AK/V/4 Bevolking en ruimte Demografie Bevolkingsgroei in de eigen 16a.1 De kandidaat kan natuurlijke en sociale bevolkingsgroei van de eigen 16a.1 De kandidaat kan natuurlijke en sociale bevolkingsgroei van de eigen 16a.1 De kandidaat kan natuurlijke en sociale bevolkingsgroei van de eigen Bevolkingssamenstelling en spreiding in eigen 16a.2 De kandidaat kan de samenstelling en spreiding van de bevolking in de eigen 16a.2 De kandidaat kan de samenstelling en spreiding van de bevolking in de eigen op 16a.2 De kandidaat kan de samenstelling en spreiding van de bevolking in de eigen op op hoofdlijnen hoofdlijnen hoofdlijnen Relatie bevolkingsontwikkeling en inrichting in de eigen 16b.1 De kandidaat kan de ontwikkeling van de bevolking in de eigen op 16b.1 De kandidaat kan de ontwikkeling van de bevolking in de eigen op hoofdlijnen 16b.1 De kandidaat kan de ontwikkeling van de bevolking in de eigen op hoofdlijnen hoofdlijnen beschrijven en verklaren en gevolgen voor de inrichting beschrijven en verklaren en gevolgen voor de inrichting beschrijven en verklaren en gevolgen voor de inrichting Bevolkingssamenstelling, ontwikkeling en spreiding in 17.1 De kandidaat kan de samenstelling, ontwikkeling en spreiding van de bevolking Nederland in Nederland vanaf 1950 op hoofdlijnen Bevolkingssamenstelling, ontwikkeling en spreiding in 17.1 De kandidaat kan de samenstelling, ontwikkeling en spreiding van de bevolking in 17.1 De kandidaat kan de samenstelling, ontwikkeling en spreiding van de bevolking in Nederland en Duitsland Nederland en Duitsland vanaf 1950 op hoofdlijnen beschrijven en verklaren en de verschillen Nederland en Duitsland vanaf 1950 op hoofdlijnen beschrijven en verklaren en de verschillen en overeenkomsten tussen beide landen en overeenkomsten tussen beide landen Relatie toekomstige bevolkingsontwikkelingen in Nederland en Duitsland en ruimtelijke gevolgen Bevolkingssamenstelling, ontwikkeling en spreiding van China Relatie toekomstige bevolkingsontwikkelingen in China en ruimtelijke gevolgen Bevolkingsspreiding en natuurlijke omgeving ten aanzien van wonen en werk en recreatie in Nederland Relatie bewonerskenmerken en woonomgeving eigen Relatie woonwensen en veranderende bevolkingssamenstelling in de eigen De kandidaat kan aan de hand van gegeven toekomstverwachtingen van de Nederlandse en de Duitse bevolkingsontwikkeling in de komende decennia de daarmee samenhangende demografische, sociaaleconomische en ruimtelijke gevolgen beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen tussen beide landen De kandidaat kan de samenstelling, ontwikkeling en spreiding van de bevolking vanaf 1980 in China op hoofdlijnen 17.4 De kandidaat kan de veranderingen vanaf 1950 in de inrichting voor wonen, werken, voorzieningen, recreatie, verkeer en natuur in stedelijke en landelijke gebieden in Nederland op hoofdlijnen 13a.3. De kandidaat kan de bewoners van wijken/buurten in de eigen beschrijven en verbanden leggen tussen bewonerskenmerken. 13b.2 De kandidaat kan belangrijkste veranderingen in de samenstelling van de bevolking en huishoudens in de eigen beschrijven en de daaruit voortvloeiende woonwensen De kandidaat kan de samenstelling, ontwikkeling en spreiding van de bevolking vanaf 1980 in China op hoofdlijnen 18.3 De kandidaat kan aan de hand van gegeven toekomstverwachtingen van de Chinese bevolkingsontwikkeling in de komende decennia de daarmee samenhangende demografische, sociaaleconomische en ruimtelijke gevolgen 17.4 De kandidaat kan de veranderingen vanaf 1950 in de inrichting voor wonen, werken, voorzieningen, recreatie, verkeer en natuur in stedelijke en landelijke gebieden in Nederland en Duitsland op hoofdlijnen beschrijven en de verschillen en overeenkomsten tussen beide landen 13a.3 De kandidaat kan de bewoners van wijken/buurten in de eigen beschrijven en verbanden leggen tussen bewonerskenmerken. 13b.2 De kandidaat kan belangrijkste veranderingen in de samenstelling van de bevolking en huishoudens in de eigen beschrijven en de daaruit voortvloeiende woonwensen Bevolkingsverandering in de eigen 19b.1 De kandidaat kan veranderingen in sociale en culturele achtergrond van de bevolking van de eigen 19b.1 De kandidaat kan veranderingen in sociale en culturele achtergrond van de bevolking van de eigen Bevolkingssamenstelling, ontwikkeling en spreiding van 21.1 De kandidaat kan Rusland typeren als veelvolkerenstaat door de etnische 21.1 De kandidaat kan Rusland typeren als veelvolkerenstaat door de etnische samenstelling, van veelvolkerenstaat Rusland samenstelling, ontwikkeling en spreiding van bevolkingsgroepen in Rusland te ontwikkeling en spreiding van bevolkingsgroepen in Rusland te Migratie Migratie van en naar Nederland vanaf De kandidaat kan de omvang en richting van binnenlandse en buitenlandse migratie en de ontwikkeling daarin vanaf 1950 in Nederland op hoofdlijnen Migratie van en naar Nederland en Duitsland vanaf De kandidaat kan de omvang en richting van binnenlandse en buitenlandse migratie en de ontwikkeling daarin vanaf 1950 in Nederland en Duitsland op hoofdlijnen beschrijven en de verschillen en overeenkomsten tussen beide landen Omvang en richting binnenlandse migratie China vanaf 18.2 De kandidaat kan de omvang en de richting van binnenlandse migratie en de 18.2 De kandidaat kan de omvang en de richting van binnenlandse migratie en de ontwikkeling 1980 ontwikkeling daarin vanaf 1980 op hoofdlijnen in China daarin vanaf 1980 op hoofdlijnen in China Omvang en richting migratie en personen/goederen verkeer tussen België en Nederland 20.3 De kandidaat kan de omvang en richting van migratie en van grensoverschrijdend verkeer van personen en goederen tussen Nederland en België De kandidaat kan aan de hand van gegeven toekomstverwachtingen van de Nederlandse en de Duitse bevolkingsontwikkeling in de komende decennia de daarmee samenhangende demografische, sociaaleconomische en ruimtelijke gevolgen beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen tussen beide landen De kandidaat kan de samenstelling, ontwikkeling en spreiding van de bevolking vanaf 1980 in China op hoofdlijnen 18.3 De kandidaat kan aan de hand van gegeven toekomstverwachtingen van de Chinese bevolkingsontwikkeling in de komende decennia de daarmee samenhangende demografische, sociaaleconomische en ruimtelijke gevolgen 17.4 De kandidaat kan de veranderingen vanaf 1950 in de inrichting voor wonen, werken, voorzieningen, recreatie, verkeer en natuur in stedelijke en landelijke gebieden in Nederland en Duitsland op hoofdlijnen beschrijven en de verschillen en overeenkomsten tussen beide landen 13a.3 De kandidaat kan de bewoners van wijken/buurten in de eigen beschrijven en verbanden leggen tussen bewonerskenmerken. 13b.2 De kandidaat kan belangrijkste veranderingen in de samenstelling van de bevolking en huishoudens in de eigen beschrijven en de daaruit voortvloeiende woonwensen 19b.1 De kandidaat kan veranderingen in sociale en culturele achtergrond van de bevolking van de eigen 21.1 De kandidaat kan Rusland typeren als veelvolkerenstaat door de etnische samenstelling, ontwikkeling en spreiding van bevolkingsgroepen in Rusland te 17.2 De kandidaat kan de omvang en richting van binnenlandse en buitenlandse migratie en de ontwikkeling daarin vanaf 1950 in Nederland en Duitsland op hoofdlijnen beschrijven en de verschillen en overeenkomsten tussen beide landen 18.2 De kandidaat kan de omvang en de richting van binnenlandse migratie en de ontwikkeling daarin vanaf 1980 op hoofdlijnen in China 20.3 De kandidaat kan de omvang en richting van migratie en van grensoverschrijdend verkeer van personen en goederen tussen Nederland en België

6 Ruimtelijke ordening Relatie woonomgeving en gebiedskenmerken in de eigen 13a.2 De kandidaat kan de woningen en de woonomgeving in wijken/buurten in de 13a.2 De kandidaat kan de woningen en de woonomgeving in wijken/buurten in de eigen 13a.2 De kandidaat kan de woningen en de woonomgeving in wijken/buurten in de eigen eigen beschrijven en verbanden leggen tussen (gebieds)kenmerken van de ingerichte ruimte in de wijk/buurt. beschrijven en verbanden leggen tussen (gebieds)kenmerken van de ingerichte ruimte in de wijk/buurt. beschrijven en verbanden leggen tussen (gebieds)kenmerken van de ingerichte ruimte in de wijk/buurt. Veranderingen in wonen en wooninrichting in eigen 13b.1 De kandidaat kan belangrijkste recente veranderingen met betrekking tot 13b.1 De kandidaat kan belangrijkste recente veranderingen met betrekking tot woningen en 13b.1 De kandidaat kan belangrijkste recente veranderingen met betrekking tot woningen en woningen en woonomgeving in de eigen woonomgeving in de eigen woonomgeving in de eigen Oplossingen voor (verwachte) woonproblemen in eigen 13c.2 De kandidaat kan voor bestaande (of verwachte) knelpunten tussen wensen ten aanzien 13c.2 De kandidaat kan voor bestaande (of verwachte) knelpunten tussen wensen ten aanzien van de woningen en de woonomgeving enerzijds en de ingerichte ruimte anderzijds in een wijk van de woningen en de woonomgeving enerzijds en de ingerichte ruimte anderzijds in een wijk in de eigen een voorstel voor aanpassing formuleren. in de eigen een voorstel voor aanpassing formuleren. Ruimtegebruik in de eigen 16a.3 Het ruimtegebruik in de eigen typeren en de eigen benoemen als 16a.3 Het ruimtegebruik in de eigen typeren en de eigen benoemen als stedelijk, 16a.3 Het ruimtegebruik in de eigen typeren en de eigen benoemen als stedelijk, stedelijk, landelijk of suburbaan. landelijk of suburbaan. landelijk of suburbaan. Veranderingen inrichting ten aanzien van wonen, werk, 16b.2 De kandidaat kan recente veranderingen in de inrichting van de eigen 16b.2 De kandidaat kan recente veranderingen in de inrichting van de eigen voor wonen, 16b.2 De kandidaat kan recente veranderingen in de inrichting van de eigen voor wonen, natuur, recreatie en verkeer in eigen voor wonen, werken, voorzieningen, recreatie, verkeer en natuur in de eigen werken, voorzieningen, recreatie, verkeer en natuur in de eigen op hoofdlijnen werken, voorzieningen, recreatie, verkeer en natuur in de eigen op hoofdlijnen op hoofdlijnen Voor- en nadelen van ruimtelijke veranderingen in de 16c.1 De kandidaat kan bij (her)inrichtingsplannen en/of ruimtelijke maatregelen in 16c.1 De kandidaat kan bij (her)inrichtingsplannen en/of ruimtelijke maatregelen in de eigen 16c.1 De kandidaat kan bij (her)inrichtingsplannen en/of ruimtelijke maatregelen in de eigen eigen de eigen voor- en nadelen voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies Ruimtelijke kenmerken van stedelijke gebieden in 17.5 De kandidaat kan de woonkwaliteit, infrastructuur, bereikbaarheid en voorzieningen in 17.5 De kandidaat kan de woonkwaliteit, infrastructuur, bereikbaarheid en voorzieningen in Nederland en Duitsland twee stedelijke gebieden in Nederland en Duitsland beschrijven en de verschillen en twee stedelijke gebieden in Nederland en Duitsland beschrijven en de verschillen en overeenkomsten tussen beide gebieden overeenkomsten tussen beide gebieden Ruimtelijke veranderingen in stedelijke gebieden in 17.6 De kandidaat kan bij herinrichtingsplannen en ruimtelijke maatregelen in stedelijke 17.6 De kandidaat kan bij herinrichtingsplannen en ruimtelijke maatregelen in stedelijke Nederland en Duitsland gebieden in Nederland en Duitsland voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies gebieden in Nederland en Duitsland voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies Oorzaken snelle verstedelijking China na De kandidaat kan de oorzaken van de snelle verstedelijking vanaf 1980 in De kandidaat kan de oorzaken van de snelle verstedelijking vanaf 1980 in China op De kandidaat kan de oorzaken van de snelle verstedelijking vanaf 1980 in China op China op hoofdlijnen hoofdlijnen hoofdlijnen Gevolgen snelle verstedelijking China na 1980 voor 18.5 De kandidaat kan de gevolgen van de snelle verstedelijking vanaf 1980 in 18.5 De kandidaat kan de gevolgen van de snelle verstedelijking vanaf 1980 in China voor 18.5 De kandidaat kan de gevolgen van de snelle verstedelijking vanaf 1980 in China voor wonen, werk, verkeer en milieu China voor wonen, werken, verkeer en milieu wonen, werken, verkeer en milieu beschrijven en bij maatregelen voor- en nadelen vanuit wonen, werken, verkeer en milieu beschrijven en bij maatregelen voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies verschillende dimensies Ligging stedelijke zones Guangzhou en Shanghai in 26.1 De kandidaat kan de ligging van de betreffende stedelijke zones in China op kaarten en China op kaart of foto lucht- of satellietfoto s herkennen, Groei stedelijke zone's Guangzhou en Shanghai als 26.2 De kandidaat kan de groei van desbetreffende stedelijke zones in China beschrijven en gevolg van migratie en natuurlijke aanwas verklaren met behulp van de factoren natuurlijke aanwas en migratie. Ruimtelijke gevolgen voor Guangzhou en Shanghai door 26.3 De kandidaat kan de gevolgen van de snelle verstedelijking voor de inrichting en de snelle verstedelijking ruimtelijke kwaliteit van de betreffende stedelijke zones beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen tussen de betreffende s Verbetering ruimtelijke kwaliteit Guangzhou en Shanghai 26.4 De kandidaat kan de maatregelen ter verbetering van de ruimtelijke kwaliteit in de betreffende stedelijke zones in China beschrijven en vergelijken en bij deze maatregelen vooren nadelen vanuit verschillende dimensies Ruimtelijke inrichting van Nederland ten aanzien van energiegebruik Ruimtelijke inrichting van Nederland en Frankrijk ten aanzien van energiegebruik Ruimtelijke inrichting van Zuidoost Brazilië ten aanzien van energiegebruik Globalisering Transport en vervoer Infrastructuur en schaalvergroting in transport en vervoer in Nederland en West-Europa Arm en rijk Global shift Middelen van bestaan Ontwikkelingsgebieden Rol overheid en organisaties in Nigeria ten aanzien van voedselvoorziening en gezondheidszorg Eigen /Nederland 8.4 De kandidaat kan de invloeden van energieproductie, transport en consumptie op ruimtelijke inrichting en milieu in Nederland 9.3 De kandidaat kan de invloeden van energieproductie, transport en consumptie op ruimtelijke inrichting en milieu in Zuidoost Brazilië 8.3 De kandidaat kan vervoer en transport van energie en de bijbehorende infrastructuur in West-Europa en de positie en rol van Nederland daarin beschrijven en 8.4 De kandidaat kan de invloeden van energieproductie, transport en consumptie op ruimtelijke inrichting en milieu in Nederland en Frankrijk beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen 9.3 De kandidaat kan de invloeden van energieproductie, transport en consumptie op ruimtelijke inrichting en milieu in Zuidoost Brazilië 8.3 De kandidaat kan vervoer en transport van energie en de bijbehorende infrastructuur in West-Europa en de positie en rol van Nederland daarin 8.4 De kandidaat kan de invloeden van energieproductie, transport en consumptie op ruimtelijke inrichting en milieu in Nederland en Frankrijk beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen 9.3 De kandidaat kan de invloeden van energieproductie, transport en consumptie op ruimtelijke inrichting en milieu in Zuidoost Brazilië 8.3 De kandidaat kan vervoer en transport van energie en de bijbehorende infrastructuur in West-Europa en de positie en rol van Nederland daarin Transport over water in het Midden-Oosten 12.3 De kandidaat kan het belang van water voor transport in het Midden-Oosten Transport over water in het Midden-Oosten en China 12.3 De kandidaat kan het belang van water voor transport in het Midden-Oosten en China beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen 12.3 De kandidaat kan het belang van water voor transport in het Midden-Oosten en China beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen Invloed wereldmarkt op voedselvoorzieing en 25.4 De kandidaat kan voorbeelden van de invloed van de wereldmarkt op voedselvoorziening AK/V/4 gezondheidszorg in Nigeria en gezondheidszorg in Nigeria Conflicterende middelen van bestaan in de Noordelijke 27.3 De kandidaat kan de voor- en nadelen van grondstoffenwinning, visserij en scheepvaart in AK/V/6 IJszee de Noordelijke IJszee vanuit verschillende dimensies 25.5 De kandidaat kan maatregelen en initiatieven van de overheid, niet-gouvernementele AK/V/4 organisaties en bedrijven om voedselvoorziening, gezondheid en gezondheidszorg in Nigeria te verbeteren en daarover een beargumenteerde mening geven. Verschillen in welvaart in de V.S De kandidaat kan welvaart en verschillen in welvaart ten aanzien van inkomen, werk- en werkgelegenheid binnen de V.S. Verschillen in welvaart in de V.S. en Nigeria 15.1 De kandidaat kan welvaart en verschillen in welvaart ten aanzien van inkomen, werk- en werkgelegenheid binnen de V.S. en Nigeria beschrijven en verklaren en verschillen tussen beide landen met elkaar vergelijken en 15.1 De kandidaat kan welvaart en verschillen in welvaart ten aanzien van inkomen, werk- en werkgelegenheid binnen de V.S. en Nigeria beschrijven en verklaren en verschillen tussen beide landen met elkaar vergelijken en Gezondheidstoestand en gezondheidszorg in Nigeria 25.2 De kandidaat kan de gezondheidstoestand en de gezondheidszorg in Nigeria beschrijven aan de hand van een aantal sleutelindicatoren Statische gegevens als indicator voor welvaart en welzijn in eigen omgeving/nederland Regionale verschillen ten aanzien van welvaart in Nederland 13a.1 De kandidaat kan voorbeelden geven van zichtbare kenmerken en statistische gegevens die een indicatie geven van welvaart en welzijn in wijken/buurten en uitleggen dat je voorzichtig moet zijn om daaruit conclusies te trekken De kandidaat kan welvaart en nale verschillen in welvaart (ten aanzien van werk, werkgelegenheid en inkomen) en gezondheid in Nederland beschrijven en 13a.1 De kandidaat kan voorbeelden geven van zichtbare kenmerken en statistische gegevens die een indicatie geven van welvaart en welzijn in wijken/buurten en uitleggen dat je voorzichtig moet zijn om daaruit conclusies te trekken De kandidaat kan welvaart en nale verschillen in welvaart (ten aanzien van werk, werkgelegenheid en inkomen) en gezondheid in Nederland 13a.1 De kandidaat kan voorbeelden geven van zichtbare kenmerken en statistische gegevens die een indicatie geven van welvaart en welzijn in wijken/buurten en uitleggen dat je voorzichtig moet zijn om daaruit conclusies te trekken De kandidaat kan welvaart en nale verschillen in welvaart (ten aanzien van werk, werkgelegenheid en inkomen) en gezondheid in Nederland AK/V/5 AK/V/5 AK/V/5 AK/V/5 AK/V/4

7 Grenzen en identiteit Cultuur Regionale autonomie in Rusland voor verschillende etnische groepen Grenzen Ruimtelijke indeling en grenzen in de eigen 19a.1 De kandidaat kan verschillende ruimtelijke indelingen van de eigen herkennen en benoemen en de aard van de grenzen Voorbeelden van begrenzingen van het Nederlandse territorium Kenmerken van natuur en milieu van de Noordelijke IJszee 20.1 De kandidaat kan voorbeelden geven van manieren waarop het territorium van Nederland is begrensd, de principes omschrijven waarop de grenzen zijn gebaseerd en de aard van de grenzen Regionale identiteit in Nederland 20.4 De kandidaat kan verschillen in nale identiteit in Nederland beschrijven en beschrijven hoe en in hoeverre de bestuurlijke indeling van Nederland aansluit bij de nale identiteit van de inwoners De kandidaat kan beschrijven welke vormen van nale autonomie de staatkundige organisatie van Rusland etnische groepen biedt en hoe de rechten van minderheden worden gewaarborgd. 19a.1 De kandidaat kan verschillende ruimtelijke indelingen van de eigen herkennen en benoemen en de aard van de grenzen 20.1 De kandidaat kan voorbeelden geven van manieren waarop het territorium van Nederland is begrensd, de principes omschrijven waarop de grenzen zijn gebaseerd en de aard van de grenzen Regionale identiteit in Nederland en België 20.4 De kandidaat kan verschillen in nale identiteit in Nederland en België beschrijven en beschrijven hoe en in hoeverre de bestuurlijke indeling van Nederland en België aansluit bij de nale identiteit van de inwoners. Regionale conflicten in Rusland met etnische achtergrond Conflicten in Rusland tussen groepen bewoners over grondstoffen Verdeling van de Noordelijke IJszee en mogelijke conflicten daarover De kandidaat kan territoriale conflicten in Rusland, waarbij etnische groepen zijn betrokken, beschrijven door aan te geven welke groepen het betreft en wat hun belangen zijn De kandidaat kan conflicten binnen Rusland over toegang tot en winning van grondstoffen beschrijven door aan te geven welke groepen het betreft en wat hun belangen zijn De kandidaat kan territoriale conflicten in Rusland, waarbij etnische groepen zijn betrokken, beschrijven door aan te geven welke groepen het betreft en wat hun belangen zijn De kandidaat kan conflicten binnen Rusland over toegang tot en winning van grondstoffen beschrijven door aan te geven welke groepen het betreft en wat hun belangen zijn De kandidaat kan beschrijven welke vormen van nale autonomie de staatkundige organisatie van Rusland etnische groepen biedt en hoe de rechten van minderheden worden gewaarborgd. 19a.1 De kandidaat kan verschillende ruimtelijke indelingen van de eigen herkennen en benoemen en de aard van de grenzen 20.1 De kandidaat kan voorbeelden geven van manieren waarop het territorium van Nederland is begrensd, de principes omschrijven waarop de grenzen zijn gebaseerd en de aard van de grenzen 27.1 De kandidaat kan kenmerken van natuur en milieu van de Noordelijke IJszee beschrijven en verklaren en beargumenteren of en waarom behoud van natuur en milieu van het gebied van belang is De kandidaat kan verschillen in nale identiteit in Nederland en België beschrijven en beschrijven hoe en in hoeverre de bestuurlijke indeling van Nederland en België aansluit bij de nale identiteit van de inwoners De kandidaat kan territoriale conflicten in Rusland, waarbij etnische groepen zijn betrokken, beschrijven door aan te geven welke groepen het betreft en wat hun belangen zijn De kandidaat kan conflicten binnen Rusland over toegang tot en winning van grondstoffen beschrijven door aan te geven welke groepen het betreft en wat hun belangen zijn De kandidaat kan de claims van Rusland op de Noordelijke IJszee beschrijven en uitleggen waarop deze zijn gebaseerd en conflicterende claims met andere landen Europa Grensoverschrijdende verdragen tussen Nederland en België 20.2 De kandidaat kan de essentie van afspraken/verdragen tussen Nederland en België over grenzen, grensverkeer en grensoverschrijdende rivieren 20.2 De kandidaat kan de essentie van afspraken/verdragen tussen Nederland en België over grenzen, grensverkeer en grensoverschrijdende rivieren Voor- en nadelen bestuurlijke samenwerking tussen 20.5 De kandidaat kan voorbeelden van bestuurlijke samenwerking in Nederlands De kandidaat kan voorbeelden van bestuurlijke samenwerking in Nederlands-Belgische 20.5 De kandidaat kan voorbeelden van bestuurlijke samenwerking in Nederlands-Belgische Nederland en België Belgische grensgebieden beschrijven en voor- en nadelen daarvan voor bewoners grensgebieden beschrijven en voor- en nadelen daarvan voor bewoners aan weerszijden van grensgebieden beschrijven en voor- en nadelen daarvan voor bewoners aan weerszijden van aan weerszijden van de grens de grens beschrijven en afwegen. de grens beschrijven en afwegen. Voorbeelden van herinrichtingsplannen tussen Nederland 20.6 De kandidaat kan voorbeelden van (her)inrichtingsplannen in het Nederlands-Belgisch 20.6 De kandidaat kan voorbeelden van (her)inrichtingsplannen in het Nederlands-Belgisch en België grensgebied beschrijven en beoordelen of er sprake is van goed nabuurschap. grensgebied beschrijven en beoordelen of er sprake is van goed nabuurschap. Internationale verdragen over de Noordelijke IJszee en 27.4 De kandidaat kan internationale verdragen die betrekking hebben op gebruik van de Ruslands houding hier tegen over Noordelijke IJszee beschrijven en nagaan hoe Rusland die verdragen naleeft. Weer en klimaat Weer Onderdelen van het weer 4a.1 De kandidaat kan de weerelementen in de eigen herkennen, benoemen, 4a.1 De kandidaat kan de weerelementen in de eigen herkennen, benoemen, waarnemen 4a.1 De kandidaat kan de weerelementen in de eigen herkennen, benoemen, waarnemen waarnemen en meten. en meten en aan de hand van een schrijfkader een weerbericht schrijven bij een gegeven en meten en aan de hand van een schrijfkader een weerbericht schrijven bij een gegeven weerkaart van een standaard weersituatie. weerkaart van een standaard weersituatie. AK/V/6 AK/V/6 AK/V/6 Weersituaties in de eigen 4a.2 De kandidaat kan weerkaarten en weerberichten voor kenmerkende weerssituaties in de eigen in veel gebruikte media (krant en internet) lezen. Weer, weerelementen en klimaatfactoren in Nederland 5.1 De kandidaat kan het weer in Nederland beschrijven aan de hand van de weerelementen temperatuur, neerslag, luchtdruk, wind en bewolking en voor gegeven omstandigheden het weer verklaren met behulp van weer-en klimaatfactoren. Weer, weerelementen en klimaatfactoren in Nederland en Spanje Weerkaarten V.S. in de zomer en winter 6.1 De kandidaat kan weerkaarten van de V.S. voor standaardsituaties in zomer en winter De invloed van het weer op menselijke activiteiten in de eigen 4b.1 De kandidaat kan voorbeelden noemen in de eigen van: invloeden van het weer op menselijke activiteiten en manieren om die invloeden te beperken; invloeden van menselijke activiteiten op weer en klimaat. 4a.2 Weerkaarten en weerberichten kan voor kenmerkende weerssituaties in de eigen in veel gebruikte media (krant en internet) lezen en 5.1 De kandidaat kan het weer in Nederland en Spanje beschrijven aan de hand van de weerelementen temperatuur, neerslag, luchtdruk, wind en bewolking en voor gegeven omstandigheden het weer verklaren met behulp van weer-en klimaatfactoren en verschillen tussen het weer in beide gebieden 6.1 De kandidaat kan weerkaarten van de V.S. voor standaardsituaties in zomer en winter 4b.1 De kandidaat kan voorbeelden noemen in de eigen van: invloeden van het weer op menselijke activiteiten en manieren om die invloeden te beperken; invloeden van menselijke activiteiten op weer en klimaat. 4a.2 Weerkaarten en weerberichten kan voor kenmerkende weerssituaties in de eigen in veel gebruikte media (krant en internet) lezen en 5.1 De kandidaat kan het weer in Nederland en Spanje beschrijven aan de hand van de weerelementen temperatuur, neerslag, luchtdruk, wind en bewolking en voor gegeven omstandigheden het weer verklaren met behulp van weer-en klimaatfactoren en verschillen tussen het weer in beide gebieden 6.1 De kandidaat kan weerkaarten van de V.S. voor standaardsituaties in zomer en winter 4b.1 De kandidaat kan voorbeelden noemen in de eigen van: invloeden van het weer op menselijke activiteiten en manieren om die invloeden te beperken; invloeden van menselijke activiteiten op weer en klimaat. Voorbeelden van weerafhankelijke sectoren / branches en beroepen 4b.2 De kandidaat kan voorbeelden noemen van sectoren / branches / beroepen in de eigen die van het weer afhankelijk zijn en waarvoor kennis van het weer van belang is. Weerbericht van Nederland (West-Europa) 5.2 De kandidaat kan weerkaarten van standaard weersituaties in Nederland (West- Europa) gebruiken bij het opstellen van een weerbericht voor Nederland door een gegeven weerkaart aan te vullen. Weerbericht van Nederland (West-Europa) en Spanje (Zuid-Europa) 4b.2 De kandidaat kan voorbeelden noemen van sectoren / branches / beroepen in de eigen die van het weer afhankelijk zijn en waarvoor kennis van het weer van belang is. 5.2 De kandidaat kan weerkaarten, satellietbeelden en luchtfoto s van standaard weersituaties in Nederland (West-Europa) en Spanje (Zuid-Europa) gebruiken bij het opstellen van een weerbericht voor Nederland en Spanje door een gegeven weerkaart aan te vullen en aan de hand van een schrijfkader een weerbericht te schrijven bij een gegeven weerkaart. 4b.2 De kandidaat kan voorbeelden noemen van sectoren / branches / beroepen in de eigen die van het weer afhankelijk zijn en waarvoor kennis van het weer van belang is. 5.2 De kandidaat kan weerkaarten, satellietbeelden en luchtfoto s van standaard weersituaties in Nederland (West-Europa) en Spanje (Zuid-Europa) gebruiken bij het opstellen van een weerbericht voor Nederland en Spanje door een gegeven weerkaart aan te vullen en aan de hand van een schrijfkader een weerbericht te schrijven bij een gegeven weerkaart. De invloed van het weer op menselijke activiteiten in Nederland De invloed van het weer op menselijke activiteiten in Nederland en Spanje 5.4 De kandidaat kan voorbeelden van de invloed van weer en klimaat op menselijke activiteiten in Nederland beschrijven en de verschillen en overeenkomsten Klimaat Gevolgen eigen handelen voor klimaat en milieu 4c.1 De kandidaat kan gevolgen van eigen activiteiten voor het klimaat en het milieu benoemen en herkennen en voorbeelden geven van dingen die je/men kan doen en laten om ongewenste invloeden op klimaat en milieu te voorkomen of te verminderen. Natuurrampen Kenmerken klimaat en klimaatfactoren in Nederland (West-Europa) 5.3 De kandidaat kan de kenmerken van het klimaat in Nederland (West-Europa) beschrijven en verklaren aan de hand van de klimaatfactoren. Kenmerken klimaat en klimaatfactoren in Nederland (West-Europa) en Spanje (Zuid-Europa) Relatie klimaat en agrarisch bodemgebruik in Nederland 5.5 De kandidaat kan de samenhang tussen klimaat enerzijds en agrarisch grondgebruik anderzijds in Nederland Relatie klimaat en agrarisch bodemgebruik in Nederland en Spanje Ligging en spreiding van klimaten in de V.S. 6.2 De kandidaat kan de ligging en spreiding van de klimaten in de V.S. met behulp van de klimaatfactoren Relatie klimaatzones/vegetatiezones en agrarisch bodemgebruik in de V.S. Kenmerken van tropische stormen/orkanen in zuidoosten V.S. Voorkomen van tropische stormen/orkanen in het zuidoosten van de V.S. 6.3 De kandidaat kan de samenhang tussen klimaatzones enerzijds en en vegetatiezones en agrarisch bodemgebruik anderzijds in de V.S. beschrijven en 5.4 De kandidaat kan voorbeelden van de invloed van weer en klimaat op menselijke activiteiten in Nederland en in Spanje beschrijven en de verschillen en overeenkomsten 4c.1 De kandidaat kan gevolgen van eigen activiteiten voor het klimaat en het milieu benoemen en herkennen en voorbeelden geven van dingen die je/men kan doen en laten om ongewenste invloeden op klimaat en milieu te voorkomen of te verminderen. 5.3 De kandidaat kan de kenmerken van het klimaat in Nederland (West-Europa) en Spanje (Zuid-Europa) beschrijven en verklaren aan de hand van de klimaatfactoren. 5.5 De kandidaat kan de samenhang tussen klimaat enerzijds en agrarisch grondgebruik anderzijds in Nederland en Spanje 6.2 De kandidaat kan de ligging en spreiding van de klimaten in de V.S. met behulp van de klimaatfactoren 6.3 De kandidaat kan de samenhang tussen klimaatzones enerzijds en vegetatiezones en agrarisch bodemgebruik anderzijds in de V.S. 5.4 De kandidaat kan voorbeelden van de invloed van weer en klimaat op menselijke activiteiten in Nederland en in Spanje beschrijven en de verschillen en overeenkomsten 4c.1 De kandidaat kan gevolgen van eigen activiteiten voor het klimaat en het milieu benoemen en herkennen en voorbeelden geven van dingen die je/men kan doen en laten om ongewenste invloeden op klimaat en milieu te voorkomen of te verminderen. 5.3 De kandidaat kan de kenmerken van het klimaat in Nederland (West-Europa) en Spanje (Zuid-Europa) beschrijven en verklaren aan de hand van de klimaatfactoren. 5.5 De kandidaat kan de samenhang tussen klimaat enerzijds en agrarisch grondgebruik anderzijds in Nederland en Spanje 6.2 De kandidaat kan de ligging en spreiding van de klimaten in de V.S. met behulp van de klimaatfactoren 6.3 De kandidaat kan de samenhang tussen klimaatzones enerzijds en vegetatiezones en agrarisch bodemgebruik anderzijds in de V.S De kandidaat kan kenmerken van tropische stormen en tropische orkanen in het zuidoosten van de V.S De kandidaat kan het veelvuldig voorkomen van tropische stormen en tropische orkanen in het zuidoosten van de V.S. AK/V/1 AK/V/1 Gevolgen van tropische stormen/orkanen in zuidoosten van de V.S. voor wonen, werken en verkeer 22.3 De kandidaat kan gevolgen van deze tropische stormen en tropische orkanen in het zuidoosten van de V.S. beschrijven voor wonen, werken en verkeer. AK/V/1

8 Maatregelen tegen tropische stormen/orkanen in zuidoosten van de V.S De kandidaat kan maatregelen om gevolgen van tropische stormen en orkanen in het zuidoosten van de V.S. te voorkomen of te verzachten of om de samenleving daarop voor te bereiden dan wel daaraan aan te passen, beschrijven en verklaren en voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies AK/V/1

9 Water Waterkringloop De werking van de waterkringloop in de eigen 10a.1 De kandidaat kan de aard, omvang en herkomst van het water in de eigen beschrijven en verbanden leggen met hoogteligging en reliëf. De werking van de waterkringloop in Nederland 11.1 De kandidaat kan de aanvoer, opslag en afvoer van water in de stroomgebieden van de grote rivieren in Nederland De werking van de waterkringloop in het Midden-Oosten 12.1 De kandidaat kan de aanvoer, opslag en afvoer van water in de stroomgebieden van de grote rivieren in het Midden-Oosten De werking van de waterkringloop in het Midden-Oosten en China Waterproblematiek: te veel, te weinig, te vies 10a.1 De kandidaat kan de aard, omvang en herkomst van het water in de eigen beschrijven en verbanden leggen met hoogteligging en reliëf De kandidaat kan de aanvoer, opslag en afvoer van water in de stroomgebieden van de grote rivieren in Nederland 12.1 De kandidaat kan de aanvoer, opslag en afvoer van water in de stroomgebieden van de grote rivieren in het Midden-Oosten en China beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen 10a.3 De kandidaat kan voor de eigen beschrijven hoe (drink)water wordt gewonnen en Drinkwaterwinning en gebruik in de eigen 10a.3 De kandidaat kan voor de eigen beschrijven hoe (drink)water wordt gewonnen en waarvoor het wordt gebruikt. waarvoor het wordt gebruikt. Drinkwaterwinning en watergebruik in Nederland 11.2 De kandidaat kan drinkwaterwinning en watergebruik in Nederland beschrijven 11.2 De kandidaat kan drinkwaterwinning en watergebruik in Nederland beschrijven en en Drinkwaterwinning en watergebruik in het Midden-Oosten 12.2 De kandidaat kan drinkwaterwinning en watergebruik in het Midden-Oosten Drinkwaterwinning en watergebruik in het Midden-Oosten 12.2 De kandidaat kan drinkwaterwinning en watergebruik in het Midden-Oosten en China en China beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen Toenemend watergebruik en gevolgen voor Nederland 11.4 De kandidaat kan het toenemend watergebruik en de gevolgen daarvan in 11.4 De kandidaat kan het toenemend watergebruik en de gevolgen daarvan in Nederland Nederland Toenemend watergebruik en gevolgen voor Midden De kandidaat kan het toenemende watergebruik en de gevolgen daarvan in het Oosten Midden-Oosten Toenemend watergebruik en gevolgen voor Midden- Oosten en China Waterbouwkundige projecten in het Midden-Oosten en China Voor- en nadelen grote waterbouwkundige waterwerken in het Midden-Oosten en China Ruimtelijke effecten wateroverlast en watertekorten in Nederland Voor- en nadelen van waterbeheer tegen watertekort en wateroverlast in Nederland Ruimtelijke effecten wateroverlast en watertekorten in het Midden-Oosten Ruimtelijke effecten wateroverlast en watertekorten in het Midden-Oosten en China Voor- en nadelen van waterbeheer tegen watertekort en wateroverlast in het Midden-Oosten Voor- en nadelen van waterbeheer tegen watertekort en wateroverlast in het Midden-Oosten (en China) Internationale conflicten voortkomend uit grote waterbouwkundige projecten in het Midden-Oosten 12.4 De kandidaat kan het toenemende watergebruik en de gevolgen daarvan in het Midden- Oosten en China beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen beschrijven en 11.5 De kandidaat kan wateroverlast en watertekorten in Nederland en de ruimtelijke 11.5 De kandidaat kan wateroverlast en watertekorten in Nederland en de ruimtelijke effecten effecten daarvan daarvan 11.6 De kandidaat kan waterbeheer en maatregelen tegen wateroverlast en watertekort in Nederland 12.5 De kandidaat kan wateroverlast en watertekorten in het Midden-Oosten en de ruimtelijke gevolgen daarvan 12.6 De kandidaat kan waterbeheer en maatregelen tegen wateroverlast en watertekort in het Midden-Oosten 11.6 De kandidaat kan waterbeheer en maatregelen tegen wateroverlast en watertekort in Nederland en de ruimtelijke effecten daarvan beschrijven en de voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies 12.5 De kandidaat kan wateroverlast en watertekorten in het Midden-Oosten en China en de ruimtelijke gevolgen daarvan beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen 12.6 De kandidaat kan waterbeheer en maatregelen tegen wateroverlast en watertekort in het Midden-Oosten en China en de ruimtelijke effecten daarvan beschrijven en de voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies 10a.1 De kandidaat kan de aard, omvang en herkomst van het water in de eigen beschrijven en verbanden leggen met hoogteligging en reliëf De kandidaat kan de aanvoer, opslag en afvoer van water in de stroomgebieden van de grote rivieren in Nederland 12.1 De kandidaat kan de aanvoer, opslag en afvoer van water in de stroomgebieden van de grote rivieren in het Midden-Oosten en China beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen 10a.3 De kandidaat kan voor de eigen beschrijven hoe (drink)water wordt gewonnen en waarvoor het wordt gebruikt De kandidaat kan drinkwaterwinning en watergebruik in Nederland beschrijven en 12.2 De kandidaat kan drinkwaterwinning en watergebruik in het Midden-Oosten en China beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen 11.4 De kandidaat kan het toenemend watergebruik en de gevolgen daarvan in Nederland 12.4 De kandidaat kan het toenemende watergebruik en de gevolgen daarvan in het Midden- Oosten en China beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen beschrijven en 24.1 De kandidaat kan de ligging van grote waterbouwkundige projecten in het Midden-Oosten 24.2 De kandidaat kan bij grote waterbouwkundige projecten voor- en nadelen voor de verschillende belangengroepen in het Midden-Oosten vanuit verschillende dimensies 11.5 De kandidaat kan wateroverlast en watertekorten in Nederland en de ruimtelijke effecten daarvan 11.6 De kandidaat kan waterbeheer en maatregelen tegen wateroverlast en watertekort in Nederland en de ruimtelijke effecten daarvan beschrijven en de voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies 12.5 De kandidaat kan wateroverlast en watertekorten in het Midden-Oosten en China en de ruimtelijke gevolgen daarvan beschrijven en verklaren en de overeenkomsten en verschillen 12.6 De kandidaat kan waterbeheer en maatregelen tegen wateroverlast en watertekort in het Midden-Oosten en China en de ruimtelijke effecten daarvan beschrijven en de voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies 24.3 De kandidaat kan de internationale conflicten in het Midden-Oosten die voortkomen uit de aanleg van grote waterbouwkundige projecten beschrijven en verklaren en de mogelijke gevolgen Relatie waterkwaliteit en kwantiteit en menselijk handelen 10b.2 De kandidaat kan voorbeelden noemen van directe en indirecte invloeden van 10b.2 De kandidaat kan voorbeelden noemen van directe en indirecte invloeden van menselijke 10b.2 De kandidaat kan voorbeelden noemen van directe en indirecte invloeden van menselijke menselijke activiteiten in de eigen op waterkwaliteit en kwantiteit. activiteiten in de eigen op waterkwaliteit en kwantiteit. activiteiten in de eigen op waterkwaliteit en kwantiteit. Nederland waterland Belang van watertransport voor Nederland De kandidaat kan het belang van water voor transport in Nederland De kandidaat kan het belang van water voor transport in Nederland beschrijven en De kandidaat kan het belang van water voor transport in Nederland beschrijven en verklaren en het belang van watertransport in Nederland verklaren en het belang van watertransport in Nederland Functies water in de eigen 10b.1 De kandidaat kan verschillende functies van water in de eigen en 10b.1 De kandidaat kan verschillende functies van water in de eigen en recente 10b.1 De kandidaat kan verschillende functies van water in de eigen en recente recente veranderingen daarin veranderingen daarin veranderingen daarin Watervoorziening en beheer in de eigen, sectoren, bedrijven en instellingen 10b.3 De kandidaat kan sectoren, bedrijven en instellingen noemen die zich in de eigen bezig houden met productie en distributie van (drink)water en 10b.3 De kandidaat kan sectoren, bedrijven en instellingen noemen die zich in de eigen bezig houden met productie en distributie van (drink)water en waterbeheer. 10b.3 De kandidaat kan sectoren, bedrijven en instellingen noemen die zich in de eigen bezig houden met productie en distributie van (drink)water en waterbeheer. Water in de toekomst Eigen water gebruik en voorbeelden van duurzaam gebruik van water in de eigen omgeving Gevolgen toenemend watergebruik in eigen en maatregelen ter vermindering watergebruik waterbeheer. 10c.1 De kandidaat kan gevolgen van eigen activiteiten voor het directe en indirecte watergebruik benoemen en herkennen en voorbeelden geven van dingen die je/men kan doen en laten om duurzamer met water om te gaan. 10c.2 De kandidaat kan mogelijke gevolgen noemen van toenemend watergebruik in de eigen en maatregelen en plannen om dit te voorkomen en verminderen beschrijven en Maatregelen voor duurzaam watergebruik in Nederland 11.7 De kandidaat kan maatregelen gericht op duurzaam gebruik van water in Nederland Maatregelen voor duurzaam watergebruik in het Midden- Oosten Maatregelen voor duurzaam watergebruik in het Midden- Oosten en China 12.7 De kandidaat kan maatregelen gericht op duurzaam gebruik van water in het Midden-Oosten 10c.1 De kandidaat kan gevolgen van eigen activiteiten voor het directe en indirecte watergebruik benoemen en herkennen en voorbeelden geven van dingen die je/men kan doen en laten om duurzamer met water om te gaan. 10c.2 De kandidaat kan mogelijke gevolgen noemen van toenemend watergebruik in de eigen en maatregelen en plannen om dit te voorkomen en verminderen beschrijven en 11.7 De kandidaat kan maatregelen gericht op duurzaam gebruik van water en de ruimtelijke effecten daarvan in Nederland beschrijven en voor- en nadelen van maatregelen vanuit verschillende dimensies 12.7 De kandidaat kan maatregelen gericht op duurzaam gebruik van water en de ruimtelijke effecten daarvan in het Midden-Oosten en China beschrijven en voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies 10c.1 De kandidaat kan gevolgen van eigen activiteiten voor het directe en indirecte watergebruik benoemen en herkennen en voorbeelden geven van dingen die je/men kan doen en laten om duurzamer met water om te gaan. 10c.2 De kandidaat kan mogelijke gevolgen noemen van toenemend watergebruik in de eigen en maatregelen en plannen om dit te voorkomen en verminderen beschrijven en 11.7 De kandidaat kan maatregelen gericht op duurzaam gebruik van water en de ruimtelijke effecten daarvan in Nederland beschrijven en voor- en nadelen van maatregelen vanuit verschillende dimensies 12.7 De kandidaat kan maatregelen gericht op duurzaam gebruik van water en de ruimtelijke effecten daarvan in het Midden-Oosten en China beschrijven en voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies Voor- en nadelen scenario's watergebuik Midden-Oosten 24.4 De kandidaat kan de gevolgen van verschillende scenario s van watergebruik in het Midden-Oosten voor de verschillende belangengroepen beschrijven en verklaren en voor- en nadelen vanuit verschillende dimensies AK/V/3 AK/V/3 AK/V/3 AK/V/3

8.1a Bevolking en ruimte in de eigen regio

8.1a Bevolking en ruimte in de eigen regio Kerndeel 8 Bevolking en ruimte 8.1a Bevolking en ruimte in de eigen regio Eindterm 16. De kandidaat kan de bevolkingsontwikkeling en het ruimtegebruik in de eigen regio beschrijven en verklaren. Eindterm

Nadere informatie

K14: De kandidaat kan regionale verschillen in welvaart in Nederland beschrijven en verklaren.

K14: De kandidaat kan regionale verschillen in welvaart in Nederland beschrijven en verklaren. eizoen: 016-018 Vak: Aardrijkskunde Klas: 3/4 Afdeling: Mavo Herkansingen/inhalen: Tijdens de herkansingen kunnen de E s van een trimester herkanst en/of ingehaald worden. Echter een ingehaald E kan niet

Nadere informatie

LANDSEXAMEN VWO Het examenprogramma Het examenprogramma voor het commissie-examen Aardrijkskunde bestaat uit de volgende (sub)domeinen:

LANDSEXAMEN VWO Het examenprogramma Het examenprogramma voor het commissie-examen Aardrijkskunde bestaat uit de volgende (sub)domeinen: Examenprogramma AARDRIJKSKUNDE V.W.O. LANDSEXAMEN VWO 2017-2018 1 Het eindexamen Het vak Aardrijkskunde kent slechts het commissie-examen. Er is voor Aardrijkskunde dus geen centraal examen. Vanaf het

Nadere informatie

Mens en maatschappij vaardigheden (PO-vmbo)

Mens en maatschappij vaardigheden (PO-vmbo) Mens en maatschappij vaardigheden (PO-vmbo) Sectoren kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw vmbo bovenbouw exameneenheden Vakkernen 1. Informatievaardigheden 50: De leerlingen leren omgaan met

Nadere informatie

Examenprogramma aardrijkskunde havo

Examenprogramma aardrijkskunde havo Examenprogramma aardrijkskunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

LANDSEXAMEN HAVO

LANDSEXAMEN HAVO LANDSEXAMEN HAVO 2018-2019 Examenprogramma AARDRIJKSKUNDE H.A.V.O 1 Het eindexamen Het eindexamen van het vak Aardrijkskunde bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

AARDRIJKSKUNDE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V AARDRIJKSKUNDE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2019 V18.03.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

LANDSEXAMEN HAVO

LANDSEXAMEN HAVO LANDSEXAMEN HAVO 2018-2019 Examenprogramma AARDRIJKSKUNDE H.A.V.O 1 Het eindexamen Het eindexamen van het vak Aardrijkskunde bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

AARDRIJKSKUNDE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1 AARDRIJKSKUNDE VMBO TL/GL VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2017 V16.8.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

Aardrijkskunde inhouden (PO-havo/vwo)

Aardrijkskunde inhouden (PO-havo/vwo) Aardrijkskunde inhouden (PO-havo/vwo) Sectoren kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden Kernen 1. Burgerschap 36: hoofdzak de Nederlandse

Nadere informatie

Programma van Toetsing en Afsluiting

Programma van Toetsing en Afsluiting Leerweg: TL Klas: 3 Vak: Aardrijkskunde Methode: De Geo Toetsnr 3.1.1 Arm en rijk H1 + Atlasopdrachten Wat moet je voor de toetsing doen? Weet hoe de verschillen ontstaan tussen arm en rijk in NL, VS en

Nadere informatie

Examenprogramma aardrijkskunde vmbo vanaf schooljaar 2014-2015

Examenprogramma aardrijkskunde vmbo vanaf schooljaar 2014-2015 Eamenprogramma aardrijkskunde vmbo vanaf schooljaar 2014-2015 Eamenprogramma aardrijkskunde vmbo Informatiewijzer 1. Preambule 2. Leeswijzer 3. Aardrijkskunde vmbo 1. Preambule De zes algemene onderwijsdoelen

Nadere informatie

Leerdoelen en kerndoelen

Leerdoelen en kerndoelen Leerdoelen en kerndoelen De leerdoelen in de leerlijn vallen in het leerdomein Oriëntatie op jezelf en de wereld. Naast de gebruikelijke natuur en milieukerndoelen (kerndoelen 39, 40 en 41) zijn ook de

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

AARDRIJKSKUNDE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V AARDRIJKSKUNDE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2018 V17.03.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

Eigen omgeving en actualiteit Van bacterie soep naar plastic soep. Cultuur Water Globalisering & Arm en rijk

Eigen omgeving en actualiteit Van bacterie soep naar plastic soep. Cultuur Water Globalisering & Arm en rijk INHOUD Q-SERIES AARDRIJKSKUNDE ONDERBOUW (HV) JAAR 1 BLOK 1 BLOK 2 BLOK 3 BLOK 4 BLOK 5 BLOK 6 Systeem aarde duurzaamheid Cultuur Water Globalisering & Arm rijk Natuurramp doge Eig actualiteit Van bacterie

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

AARDRIJKSKUNDE VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V AARDRIJKSKUNDE VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2018 V17.03.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

Wijzigingen per oktober 2016: zie wijzigingen vakinformatie 2017 op de duo site.

Wijzigingen per oktober 2016: zie wijzigingen vakinformatie 2017 op de duo site. Wijzigingen per oktober 2016: zie wijzigingen vakinformatie 2017 op de duo site. AARDRIJKSKUNDE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2017 V16.10.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VMBO Versie 1, 29 oktober 2018

AARDRIJKSKUNDE VMBO Versie 1, 29 oktober 2018 AARDRIJKSKUNDE VMBO Inhoud Voorwoord 4 1 Inleiding 5 2 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE 6 2.1 AK/K/3 Leervaardigheden in het vak aardrijkskunde 6 2.2 AK/K/4 Weer en klimaat 10 2.3 AK/K/6

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

Bijlage 4. Resultaten docentenvragenlijst zomer Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo

Bijlage 4. Resultaten docentenvragenlijst zomer Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo Bijlage 4 Resultaten docentenvragenlijst zomer 2015 Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo Algemeen De digitale enquête heeft plaatsgevonden in juni-augustus 2015. In totaal hebben 105

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VMBO CONCEPTSYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2021

AARDRIJKSKUNDE VMBO CONCEPTSYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2021 AARDRIJKSKUNDE VMBO CONCEPTSYLLABUS CENTRAAL EXAMEN 2021 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 4 2 Specificatie van de globale eindtermen voor het CE 6 2.1 AK/K/3 Leervaardigheden in het vak aardrijkskunde 6

Nadere informatie

Aansluiting met de eindtermen Aardrijkskunde PjER kan gebruikt worden als Praktische opdracht en Profielwerkstuk

Aansluiting met de eindtermen Aardrijkskunde PjER kan gebruikt worden als Praktische opdracht en Profielwerkstuk Aansluiting met de eindtermen Aardrijkskunde PjER kan gebruikt worden als Praktische opdracht en Profielwerkstuk Praktische opdracht Het uitvoeren van beperkte onderzoeksopdrachten betreffende ruimtelijke

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2018 V17.03.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

Werken met afbeeldingen in het examenprogramma aardrijkskunde havo/vwo

Werken met afbeeldingen in het examenprogramma aardrijkskunde havo/vwo Werken met afbeeldingen in het examenprogramma aardrijkskunde havo/vwo OPDRACHTEN EXAMENPROGRAMMA FUNCTIE AFBEELDING 1. De afbeelding als motivator Havo: Wereld, Aarde, Ontwikkelingsland, Leefomgeving

Nadere informatie

Eindterm 1 de woon- en leefsituatie in buurten en wijken van Nederlandse steden en dorpen beschrijven en vergelijken. In dat verband kan hij/zij

Eindterm 1 de woon- en leefsituatie in buurten en wijken van Nederlandse steden en dorpen beschrijven en vergelijken. In dat verband kan hij/zij Explicitering bij de eindtermen aardrijkskunde Van toepassing bij centraal examen 2006 Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden KB en GL/TL De kandidaat kan Eindterm 1 de woon- en leefsituatie

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

Maak uw leerlingen enthousiast voor het nieuwe vmbo examenprogramma door: Martin de Wolf, eindredacteur Wereldwijs

Maak uw leerlingen enthousiast voor het nieuwe vmbo examenprogramma door: Martin de Wolf, eindredacteur Wereldwijs Maak uw leerlingen enthousiast voor het nieuwe vmbo examenprogramma door: Martin de Wolf, eindredacteur Wereldwijs Opzet workshop Het nieuwe examenprogramma in vogelvlucht Didactische uitgangspunten van

Nadere informatie

aardrijkskunde vwo vakinformatie staatsexamen 2017 AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V pagina 1 van 12

aardrijkskunde vwo vakinformatie staatsexamen 2017 AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V pagina 1 van 12 AARDRIJKSKUNDE VWO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2017 V16.8.1 pagina 1 van 12 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Eindtermen Aardrijkskunde

Eindtermen Aardrijkskunde Eindtermen Aardrijkskunde Eindtermen KSE-2 Topografie herkennen de eigen regio op de kaart van Nederland; kunnen op een kaart van de eigen regio de belangrijkste structuurelementen noemen: reliëf, water,

Nadere informatie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling. De leerlingen: 1. participeren aan milieubeleid en -zorg op school; 2. herkennen

Nadere informatie

Keurmerk: Duurzame school

Keurmerk: Duurzame school Keurmerk: Duurzame school Doorlopende leerlijn voor duurzame ontwikkeling van basisonderwijs (PO) t/m voortgezet onderwijs (VO) PO-1 Kennis en inzicht (weten) Vaardigheden (kunnen) Houding (willen) Begrippen

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Aardrijkskunde vaardigheden (PO-vmbo)

Aardrijkskunde vaardigheden (PO-vmbo) Aardrijkskunde vaardighed (PO-vmbo) Sector kerndoel primair onderwijs kerndoel onderbouw kerndoel ob vmbo kb/gl/tl vmbo bovbouw bb examhed vmbo bovbouw kb examhed vmbo bovbouw gl/tl examhed Kern 1. Werk

Nadere informatie

Bijlage 3 Resultaten docentenvragenlijst november/december 2013

Bijlage 3 Resultaten docentenvragenlijst november/december 2013 Bijlage 3 Resultaten docentenvragenlijst november/december 2013 Monitoring vernieuwde examenprogramma aardrijkskunde vmbo Algemeen De digitale enquête heeft plaatsgevonden in november/december 2013. In

Nadere informatie

R Land e bouw sultaten per thema

R Land e bouw sultaten per thema Resultaten Landbouwper thema H 5.1 Resultaten per thema Resultaten per thema De ontwikkelingen, knelpunten en dilemma s die samenhangen met onze fysieke leefomgeving worden in deze studie uitgewerkt aan

Nadere informatie

INDONESIË. Sociaaleconomische positie en ontwikkelingen

INDONESIË. Sociaaleconomische positie en ontwikkelingen INDONESIË Sociaaleconomische positie en ontwikkelingen Structuur [1/2] De kandidaat kan gebiedskenmerken van een ontwikkelingsland beschrijven en analyseren. Het betreft: a. sociaal-geografische en fysisch-geografische

Nadere informatie

Aardrijkskunde vaardigheden (PO-vmbo)

Aardrijkskunde vaardigheden (PO-vmbo) Aardrijkskunde vaardighed (PO-vmbo) Sector kerndoel primair onderwijs kerndoel onderbouw kerndoel ob vmbo kb/gl/tl vmbo bovbouw bb examhed vmbo bovbouw kb examhed vmbo bovbouw gl/tl examhed Kern 1. Werk

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2018 V17.03.2 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

GB53 GB54 Titel GB54 ten opzichte van GB53. 4 2 Algemene inhoud 5 3 Algemene inhoud 6 4 Algemene inhoud 7 5 8 6 Algemene inhoud 9 7 10 8 10 9 10 11

GB53 GB54 Titel GB54 ten opzichte van GB53. 4 2 Algemene inhoud 5 3 Algemene inhoud 6 4 Algemene inhoud 7 5 8 6 Algemene inhoud 9 7 10 8 10 9 10 11 GB53 GB54 Titel GB54 ten opzichte van GB53. 4 2 Algemene inhoud 5 3 Algemene inhoud 6 4 Algemene inhoud 7 5 8 6 Algemene inhoud 9 7 10 8 10 9 10 11 Algemene inhoud Introductie Kaarten foto s en Satelliet

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo

Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING 2014-2015. schoolexamen: VMBO vak: Nederlands

PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING 2014-2015. schoolexamen: VMBO vak: Nederlands PROGRAMMA VAN TOTSING N AFSLUITING 2014-2015 schoolexamen: VMBO vak: Nederlands leerjaar: 4 leerweg: theoretisch periode stofaanduiding code xamenheid toetsvorm herkansbaar weging / opmerkingen (kerndoel)

Nadere informatie

Eekhoutcentrum Vliebergh. Wegwijzers voor Aardrijkskunde

Eekhoutcentrum Vliebergh. Wegwijzers voor Aardrijkskunde Eekhoutcentrum Vliebergh NASCHOLING AARDRIJKSKUNDE Wegwijzers voor Aardrijkskunde Geologie: - Opbouw en structuur van de aarde - Platentektoniek - Geologische geschiedenis Kulak 21/11/15 13h30-16h30 KUL

Nadere informatie

een wereld apart Vanuit aardrijkskundige (= geografische) invalshoek

een wereld apart Vanuit aardrijkskundige (= geografische) invalshoek een wereld apart Vanuit aardrijkskundige (= geografische) invalshoek Wat is aardrijkskunde op zoek naar een verklaring voor de ruimtelijke verschijnselen aan het aardoppervlak. Beschrijvende vragen: bodem

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden

Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden Samenvatting Aardrijkskunde Leefbaarheid en zorg in stedelijke en landelijke gebieden Samenvatting door een scholier 1149 woorden 21 juni 2004 5,3 162 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Terra Hoofdstuk

Nadere informatie

7.1a Arm en rijk in de eigen regio

7.1a Arm en rijk in de eigen regio Kerndeel 7 7.1a in de eigen regio Eindterm 13. De kandidaat kan verschillen tussen meer en minder welvarende wijken en voorstellen voor verbetering van de woon- en leefomstandigheden in de eigen regio

Nadere informatie

Aardrijkskunde ( havo vwo )

Aardrijkskunde ( havo vwo ) Einddoelen Aardrijkskunde Aardrijkskunde ( havo vwo ) havo/vwo bovenbouw = CE = SE Burgerschap Leefbaarheid Leefbaarheidsvraagstukken op lokaal en regionaal niveau 11b.2 Een buurtprofiel van een stedelijke

Nadere informatie

SLO Leerdoelenkaart aardrijkskunde: gedifferentieerde beheersingsniveaus voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs

SLO Leerdoelenkaart aardrijkskunde: gedifferentieerde beheersingsniveaus voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs 1. Burgerschap 2. Duurzaamheid 3. Bevolking en ruimte 4. Globalisering 5. Arm en rijk 6. Grenzen en identiteit 1.Je bent je bewust van jouw rol in je omgeving en in de wereld. Je denkt kritisch na over

Nadere informatie

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1

AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.8.1 AARDRIJKSKUNDE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2017 V16.8.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

Aardrijkskunde gaat over gebieden. Een gebied of regio is een stuk van het aardoppervlak.

Aardrijkskunde gaat over gebieden. Een gebied of regio is een stuk van het aardoppervlak. Boekverslag door Mark 1257 woorden 13 februari 2015 3.8 21 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo H1: Wat is aardrijkskunde B1 Op de wereld zijn grote verschillen, bijvoorbeeld in een woestijn

Nadere informatie

Deelvragen hebben betrekking op het: Beschrijven, verklaren, voorspellen, waarderen en het oplossen van een probleem.

Deelvragen hebben betrekking op het: Beschrijven, verklaren, voorspellen, waarderen en het oplossen van een probleem. Samenvatting door een scholier 1356 woorden 7 oktober 2003 7,7 52 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Module 7 Hoofdstuk 1 1 Onderzoek doen: Bestaande en nieuwe informatie verzamelen

Nadere informatie

MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens. Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

LANDSEXAMEN VWO

LANDSEXAMEN VWO LANDSEXAMEN VWO 2018-2019 Examenprogramma I&S/MAATSCHAPPIJLEER V.W.O. 1 Het eindexamen Het vak Individu en Samenleving/maatschappijleer (I&S/maatschappijleer) kent slechts het commissie-examen. Er is voor

Nadere informatie

Jaar Toetsnaam Type Omschrijving Afnamemoment Weegfactor Herkansbaar Examen eenheid

Jaar Toetsnaam Type Omschrijving Afnamemoment Weegfactor Herkansbaar Examen eenheid 2018-2019 Vak: Aardrijkskunde Niveau: Mavo geldend voor klas 9 en 10 Jaar Toetsnaam Type Omschrijving Afnamemoment Weegfactor Herkansbaar Examen eenheid 9 toets 1 Toets Geologie per 5% nee AK/K/3 9 toets

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo

Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A

Nadere informatie

6.1 Water in de eigen regio

6.1 Water in de eigen regio Kerndeel 6 Water 6.1 Water in de eigen regio Eindterm 10. De kandidaat kan het gebruik van water in de eigen regio beschrijven en verklaren en maatregelen voor duurzamer gebruik van water beschrijven.

Nadere informatie

Ontwerp Paper 2 Bijlage 4

Ontwerp Paper 2 Bijlage 4 Ontwerp Paper 2 Bijlage 4 Gijs Bos - 10137157 Utrecht, 130404 De volgende pagina s bevatten de opdrachten waarmee de leerlingen tijdens de workshops aan de slag gaan. Workshop atlasvaardigheden 1: Kaartselectie

Nadere informatie

LANDSEXAMEN MAVO

LANDSEXAMEN MAVO LANDSEXAMEN MAVO 2017-2018 Examenprogramma GESCHIEDENIS M.A.V.O. 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen wordt afgenomen in één zitting

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I Politiek en ruimte Opgave 6 bron 9 In de periode 2000-2006 zal de Europese Unie financiële steun voor sociaal-economische ontwikkeling toekennen aan twee soorten regio s: de regio s met een ontwikkelingsachterstand

Nadere informatie

Examenprogramma economie vwo

Examenprogramma economie vwo Examenprogramma economie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Overzicht lessenserie Energietransitie. Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les.

Overzicht lessenserie Energietransitie. Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les. 1 Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les. 2 Colofon Dit is een uitgave van Quintel Intelligence in samenwerking met GasTerra en Uitleg & Tekst Meer informatie Kijk voor meer informatie

Nadere informatie

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren

Nadere informatie

Syllabus maatschappijwetenschappen havo 2014

Syllabus maatschappijwetenschappen havo 2014 examenprogramma maatschappijwetenschappen Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

*spreidingspatronen van migranten- en andere bevolkingsgroepen in grote steden beschrijven oude woonwijken achterstandswijk/buurt

*spreidingspatronen van migranten- en andere bevolkingsgroepen in grote steden beschrijven oude woonwijken achterstandswijk/buurt Specificaties examenprogramma Aardrijkskunde vmbo Migratie en de multiculturele samenleving BB Explicitering bij de eindtermen De kandidaat kan Onderdeel 1 de maatschappelijke en ruimtelijke segregatie

Nadere informatie

Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs?

Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs? Klimaat: een thema in het Vlaams onderwijs? Willy Sleurs Afdeling Kwalificaties & Curriculum AHOVOKS, Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Eindtermen bepaald door de overheid Leergebied-/vakgebonden

Nadere informatie

Examenprogramma economie havo/vwo

Examenprogramma economie havo/vwo Examenprogramma economie havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4, Regionale Beeldvorming

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4, Regionale Beeldvorming Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4, Regionale Beeldvorming Samenvatting door een scholier 1801 woorden 21 juni 2005 5,4 20 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde Wereldwijs Hoofdstuk 4, regionale

Nadere informatie

Arm en rijk in China hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/52441

Arm en rijk in China hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/52441 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 12 oktober 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/52441 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

aardrijkskunde havo VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V

aardrijkskunde havo VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2019 V aardrijkskunde havo VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2019 V18.03.3 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname

Nadere informatie

Examentraining klas 4 mavo

Examentraining klas 4 mavo Examentraining klas 4 mavo Historische vaardigheden Maken van een examen 100 minuten Bespreken examen Overige vragen m.socrative.com Room number: 65459 Vul je naam in Maak de quiz - Historische personen

Nadere informatie

ABiodiversiteit en natuur & landschap in de samenleving

ABiodiversiteit en natuur & landschap in de samenleving ABiodiversiteit en natuur & landschap in de samenleving Voorzichtig herstel bedreigde soorten Verdere achteruitgang functioneren van ecosystemen en biodiversiteit Meer aandacht voor natuur als basisvoorwaarde

Nadere informatie

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-I

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-I Eindexamen aardrijkskunde havo 000-I 3 Antwoordmodel Migratie en Vervoer Uit het antwoord moet blijken dat in de centrale stad (Amsterdam) het percentage 75-plussers afneemt, terwijl dit percentage in

Nadere informatie

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3

9,2. Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Oefentoets hoofdstuk 3 Antwoorden door een scholier 1786 woorden 1 april 2011 9,2 4 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Oefentoets hoofdstuk 3 Globalisering in steden: grootstedelijke gebieden in de VS 1 Bekijk bron 7. De bron

Nadere informatie

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 26 mei 9.00-11.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 dinsdag 26 mei 9.00-11.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2009 tijdvak 1 dinsdag 26 mei 9.00-11.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 57 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel)

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel) Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel) Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden

Nadere informatie

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Rechtsstaat

Nadere informatie

Voorbereiding en planning van een thema

Voorbereiding en planning van een thema Voorbereiding en planning van een thema Thema: Bouw / groep(en): Periode: Doelstellingen: Kernbegrippen relatie kerndoelen en vakken: Wat is de inbreng van kinderen? (Wat zijn de interesses van leerlingen

Nadere informatie

PTO Aardrijkskunde

PTO Aardrijkskunde PTO ardrijkskunde 2016-2017 Vereniging voor Protestants-Christelijk Onderwijs te Curaçao Sectie aardrijkskunde r. lbert Schweitzer havo/vwo [meesteradmiraal@gmail.com] Vak: ardrijkskunde Leerjaar: H1 Schooljaar:

Nadere informatie

Programma van Toetsing en Afsluiting vmbo aardrijkskunde

Programma van Toetsing en Afsluiting vmbo aardrijkskunde aardrijkskunde voor het vmbo aardrijkskunde voor het vmbo aardrijkskunde voor het vmbo arm en rijk bronnen van energie grenzen en identiteit 3 vmbo-kgt handboek water bevolking en ruimte weer en klimaat

Nadere informatie

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT 1 VOORSTEL NIEUW DOMEIN A VAARDIGHEDEN 1.1 Doel en inhoud Dit domein omvat algemene en vakspecifieke vaardigheden die verkaveld zijn in de subdomeinen A1

Nadere informatie

Examenprogramma aardrijkskunde

Examenprogramma aardrijkskunde Examenprogramma aardrijkskunde Informatiewijzer Preambule 1 Leeswijzer 2 aardrijkskunde 3 1. Preambule De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren in het vmbo gelden, zijn 1 Werken

Nadere informatie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden

Nadere informatie

Nederlandse economie. Welvaart onder druk

Nederlandse economie. Welvaart onder druk Nederlandse economie Welvaart onder druk 1 Vier toekomstscenario's van Nederland Zeer aantrekkelijke infrastructuur Sterk concurrerende samenleving A... B. D.. C.. Zwak concurrerende samenleving Niet aantrekkelijke

Nadere informatie

Eerste graad A-stroom

Eerste graad A-stroom EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van

Nadere informatie

aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw vmbo-kgt zakboek samenvattingen begrippen

aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw vmbo-kgt zakboek samenvattingen begrippen aardrijkskunde voor vmbo bovenbouw 3 + 4 vmbo-kgt zakboek samenvattingen begrippen Inhoud 3 vmbo-kgt MODULE 1 Arm en rijk Hoofdstuk 1 Arme en rijke Nederlanders 5 Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en

Nadere informatie

Examenprogramma economie havo

Examenprogramma economie havo Examenprogramma economie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Krimp in Fryslân. Inwonertal

Krimp in Fryslân. Inwonertal Krimp in Fryslân Bevolkingsdaling, lokaal en regionaal, is een vraagstuk van nu én de komende jaren. Hoewel pas over enkele decennia de bevolking van Fryslân als geheel niet meer zal groeien, is in sommige

Nadere informatie

Les 1 Van koffieboon tot pakje koffie

Les 1 Van koffieboon tot pakje koffie Les 1 Van koffieboon tot pakje koffie VAKKEN PAV, Humane Wetenschappen, Aardrijkskunde DOELSTELLINGEN EN EINDTERMEN Gemeenschappelijke stam De leerlingen brengen belangrijke elementen van communicatief

Nadere informatie

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie

Structuurvisie Noord-Holland. Achtergrondinformatie Structuurvisie Noord-Holland Achtergrondinformatie Structuurvisie: waarom en wat? - Inwerkingtreding Wro 1 juli 2008 - elke overheidslaag stelt eigen structuurvisie op (thema of gebied) - structuurvisies

Nadere informatie

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk. Examen HAVO 2019 tijdvak 2 woensdag 19 juni 13.30-16.30 uur aardrijkskunde Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 55e druk. Dit examen bestaat uit 32 vragen. Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst) Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst) Kerndoelen 36. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een

Nadere informatie

SLO-leerdoelenkaart beheersingsniveaus Aardrijkskunde bovenbouw havo/vwo

SLO-leerdoelenkaart beheersingsniveaus Aardrijkskunde bovenbouw havo/vwo SLO-leerdoelenkaart beheersingsniveaus Aardrijkskunde bovenbouw / Kern Leerdoel Subkern Leerdoel Leerdoel Burgerschap Je bent je bewust van jouw rol in je omgeving en in de wereld. Je denkt kritisch na

Nadere informatie

1. De bevolkingsspreiding en -groei in de wereld

1. De bevolkingsspreiding en -groei in de wereld Hoofdstuk 3 Socio- economische verscheidenheid 1. De bevolkingsspreiding en -groei in de wereld 1.1 De wereldblokken Noteer per reeks welk gemeenschappelijk thema je kan herkennen. REEKS 1 Thema:.. REEKS

Nadere informatie

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Na een regionale werkconferentie in Venlo, zijn op 24 september 2018 zo n 70 medewerkers van verschillende Zuid-Limburgse gemeenten, het Waterschap, het Rijk,

Nadere informatie

a. vakgebonden eindtermen p. 2 b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) p. 3

a. vakgebonden eindtermen p. 2 b. leerplandoelstelllingen in het vrij onderwijs (VSKO) p. 3 VELDWERK LANDSCHAP DOELEN Met dit educatief pakket, ontwikkeld door de natuur- en milieueducatie dienst van de Provincie West-Vlaanderen worden belangrijke doelen en leerplandoelstellingen bereikt in het

Nadere informatie

Jaar Toetsnaam Type Omschrijving Afnamemoment Weegfactor Herkansbaar

Jaar Toetsnaam Type Omschrijving Afnamemoment Weegfactor Herkansbaar 2014-2015 Naam Vak Aardrijkskunde Niveau Mavo klas 10 9 toets 1 Toets Geologie per 5% nee 9 toets 2 Toets Arm en Rijk trim1/tw1 10% ja 9 toets 3 Toets Bevolking en Ruimte trim2/tw2 10% ja 9 toets 4 Toets

Nadere informatie

Diversiteit hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Diversiteit hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 16 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/52440 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Kunst en cultuur (PO-havo/vwo)

Kunst en cultuur (PO-havo/vwo) Kunst en cultuur (PO-havo/vwo) Sectoren kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo/vwo onderbouw exameneenheden havo/vwo bovenbouw exameneenheden Vakkernen 1. Produceren en presenteren 54:

Nadere informatie

Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies

Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs Reina Kuiper - SME Advies Inhoud Onderwijsontwikkeling Relevante vakken Kerndoelen Begrippen en concepten Waarde voor het onderwijs Onderwijsontwikkeling

Nadere informatie

Doelen. Leergebieden

Doelen. Leergebieden 1 Doelen KENNEN & KUNNEN SAMENHANG BALANS OVERLADENHEID EIGEN RUIMTE Leergebieden 2 Ontwikkelproces 125 18 9 ONTWIKKELTEAMS 84 ONTWIKKELSCHOLEN Randvoorwaarden Het ontwikkelteam richt zich op: kerncurriculum:

Nadere informatie

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg

Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Werkconferentie agenda omgevingsvisie Limburg Op 11 september 2018 zijn zo n 80 medewerkers van verschillende Noord- en Midden-Limburgse gemeenten, het Waterschap, het Rijk, Provinciale Staten, andere

Nadere informatie