De relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict: een onderzoek.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict: een onderzoek."

Transcriptie

1 Academiejaar Eerste examenperiode De relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict: een onderzoek. Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de Psychologie, optie bedrijfspsychologie en personeelsbeleid door Tine Delameilleure Promotor en begeleiding: Prof. Dr. P. Vlerick

2 Ondergetekende, Tine Delameilleure, geeft toelating tot het raadplegen van de Masterproef door derden. Handtekening

3 Voorwoord Het schrijven van een Masterproef is een hele uitdaging en de uiteindelijke bekroning van een wetenschappelijke opleiding. Het traject dat afgelegd werd om deze Masterproef te vervolledigen was heel leerrijk en kon niet vervolledigd worden zonder de hulp van enkele belangrijke personen, welke ik dan ook graag mijn dank zou willen betuigen. Allereerst wil ik graag Prof. Dr. P. Vlerick, mijn promotor en begeleider, bedanken voor zijn wetenschappelijke ondersteuning en de kennis en kundigheid waarmee hij mij heeft bijgestaan. Ook wil ik mijn dank betuigen aan alle organisaties die bereidt waren mee te werken aan mijn onderzoek. Zonder deze mensen kon ik huidig resultaat niet behaald hebben. Vervolgens wil ik ook mijn familie en vrienden uitdrukkelijk bedanken voor hun steun tijdens de soms stressvolle scriptietijd. Zij stonden altijd klaar wanneer ik de moed dreigde te verliezen. Tenslotte had ik graag mijn ouders bedankt. Zij hebben mij de kans gegeven om deze opleiding te vervolledigen en mij hierin altijd ten volle gesteund. Tine Delameilleure Gent, mei

4 Abstract Op het gebied van leiderschap en leiderschapsstijlen is reeds heel wat Westers geïnspireerd onderzoek verricht. Momenteel waait er echter een nieuwe wind vanuit het Oosten en wordt paternalistisch leiderschap geïntroduceerd. Dergelijke leiderschapsstijl wordt gekenmerkt door drie componenten. De leidinggevende is autoritair en stelt hoge normen wat de arbeid betreft. Daarnaast is hij of zij een moreel persoon dat als een model fungeert voor zijn of haar ondergeschikten. Tenslotte kunnen de ondergeschikten medeleven van hun leidinggevende verwachten wat hun privésituatie betreft. Deze Masterproef tracht een exploratieve bijdrage te leveren tot dit onderzoeksonderwerp. Meer bepaald wordt de relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict onderzocht. Daarnaast wordt ook een mogelijke moderatie door werkverslaving nagegaan. Deze twee hypothesen worden getoetst op basis van een survey-onderzoek bij 300 ondergeschikten. Via hiërarchische regressie analyses werden de onderzoekshypothesen getoetst. Uit de analyses blijkt dat de er inderdaad een verband bestaat tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict. Het gaat echter om een positief verband en niet om een negatief, zoals men vanuit de literatuur kan verwachten. Ook de tweede onderzoekshypothese werd bevestigd, werkverslaving fungeert als een moderator en versterkt de bestaande relatie tussen paternalistisch leiderschap en werkfamilie conflict. Tenslotte werden er beperkingen en suggesties voor toekomstig onderzoek geformuleerd. 4

5 Inhoudstafel Voorwoord 3 Abstract 4 Inhoudstafel 5 Overzicht van de tabellen 6 Overzicht van de figuren 6 Introductie 7 Paternalistisch leiderschap 8 Werk-familie conflict 10 Werkverslaving 12 Methode 15 Procedure en participanten 15 Meetinstrumenten 16 Paternalistisch leiderschap 16 Werk-familie conflict 19 Werkverslaving 19 Controlevariabelen 19 Data-analyse 20 Resultaten 21 Discussie 27 Resultaten onderzoekshypothesen 27 Beperkingen en suggesties voor toekomstig onderzoek 29 Conclusie 30 Referenties 32 Bijlagen 35 5

6 Overzicht van de tabellen Tabel 1. Exploratieve factoranalyse, paternalistisch leiderschap(n=290).17 Tabel 2. Factorladingen componenten per item (N=290)...18 Tabel 3. Gemiddelde, standaarddeviatie, cronbach α en correlaties (N= ).22 Tabel 4. Hiërarchische regressie analyse paternalistisch leiderschap.23 Tabel 5. Hiërarchische regressie analyse 3 bouwstenen paternalistisch leiderschap..24 Tabel 6. Hiërarchische regressie analyse met moderator...25 Overzicht van de figuren Figuur 1: Paternalistisch leiderschap en gedragsresponsen ondergeschikten (Cheng et.al., 2004)...9 Figuur 2: Conceptueel kader...14 Figuur 3: Plot interactie-effect: paternalistisch leiderschap werkverslaving..26 6

7 Introductie Leiderschap wordt door Robbins en Judge (2007) gedefinieerd als de bekwaamheid om invloed uit te oefenen op een groep zodat deze een vooropgestelde visie of doel bereikt. Een goede manier van leidinggeven is belangrijk voor de organisatie en zijn succes. Zo stelden Connel et. al. (2003) vast dat extrarolgedrag afhankelijk is van leiderschap. Extrarolgedrag is de mate waarin werknemers spontaan geneigd zijn om werkgerelateerde taken te verrichten buiten hun formele taak- en functieomschrijving. Een andere illustratie is terug te vinden in de studie van Dirks (2000), die aantoonde dat zowel het prestatieniveau binnen de organisaties als binnen teams samenhangt met leiderschap. Ook voor de ondergeschikte zijn er positieve gevolgen die gepaard gaan met leiderschap. Volgens Casper en Buffardi (2004) helpt goed leiderschap bij het behouden van een gezond evenwicht tussen het werk en het privéleven. Ook stelde Davis (2000) vast dat er sprake is van een relatie tussen leiderschap en de intentie om de organisatie te verlaten. Het feit dat leiderschap een niet te onderschatten impact heeft op het welslagen van de organisatie, was al vele malen het onderwerp van onderzoek. Nog altijd blijft leiderschap een populair onderzoeksonderwerp. Vooral rond de identificatie van verschillende leiderschapstheorieën en stijlen werd reeds heel wat gepubliceerd. In de late jaren 40 domineerden voornamelijk de trektheorieën het onderzoeksveld. Binnen deze strekking worden leiders voornamelijk geïdentificeerd op basis van hun persoonlijke kwaliteiten en karakteristieken. Gedurende de jaren 60 ging men een andere richting uit en werden de gedragstheorieën geïntroduceerd. Hierbij werd er voornamelijk gefocust op de unieke gedragingen die succesvolle leidinggevenden stellen. Op dit moment zijn het de contingentietheorieën die hun stempel drukken op het onderzoeksveld. Binnen deze stroming gaat er vooral aandacht uit naar de situaties waarbinnen een leiderschapsstijl gehanteerd wordt (Robbins en Judge, 2007). De meerderheid van de wetenschappelijke studies inzake leiderschap is afkomstig uit Westerse landen of culturen. 7

8 Paternalistisch leiderschap Vanuit de Oosterse culturen waait er momenteel een nieuwe wind op het vlak van leiderschap. De grote economische groei die landen zoals China kenden, zorgde voor een stijgende interesse in leiderschap en wetenschappelijk onderzoek hieromtrent. Vele van deze studies hanteren een cultuurspecifieke invalshoek om het fenomeen te gaan bestuderen. Zo wordt momenteel onderzoek verricht naar paternalistisch leiderschap, een leiderschapsstijl kenmerkend voor veel Oosterse bedrijven. Farh en Cheng (2000) definiëren paternalistisch leiderschap als een stijl van leidinggeven die discipline en autoriteit combineert met vaderlijk medeleven en morele integriteit. Er wordt dus een onderscheid gemaakt tussen drie bouwstenen, namelijk: autoriteit, medeleven en moraliteit. Concreet betekent dit dat dergelijke leidinggevenden strenge eisen stellen aan hun ondergeschikten en weinig tot geen ruimte laten voor fouten of mislukkingen. Daartegenover staat dat ze ook voor zichzelf dezelfde hoge standaarden hanteren en zich als rolmodel opstellen. Tenslotte zullen dergelijke leidinggevenden ook een vaderlijke rol op zich nemen en oog hebben voor de persoonlijke situaties of problemen van hun ondergeschikten. In recenter onderzoek werd paternalistisch leiderschap verder uitgewerkt door Cheng, Chou en Wu (2004). Hoewel paternalistisch leiderschap kenmerkend is binnen Oosterse culturen stelt men dat er wel degelijk een overlap bestaat met het transformationeel leiderschap dat typisch is binnen Westerse organisaties. Naast deze overlap bevat paternalistisch leiderschap nog altijd iets unieks, wat illustreert dat beide leiderschapsstijlen niet elkaars synoniem zijn. Binnen hun onderzoek gingen Cheng et. al. (2004) ook verder en exploreerden ze het positieve effect van paternalistisch leiderschap op gedragsresponsen van de ondergeschikten. Voor elke bouwsteen van de leiderschapsstijl werd nagegaan welke gedragsrespons deze gaat uitlokken bij de ondergeschikten. De auteurs kwamen tot volgend model weergegeven in figuur 1: 8

9 Gedrag leider moraliteit autoriteit medeleven respect en identificatie afhankelijkheid en volgzaamheid Gedrag ondergeschikte dankbaarheid Figuur 1: Paternalistisch leiderschap en gedragsresponsen ondergeschikten Vrij vertaald uit Cheng et.al., 2004, p. 95. De auteurs stellen dat elke component van paternalistisch leiderschap een bepaalde gedragsrespons bij de ondergeschikten zal uitlokken. Door zich als leider autoritair te gaan opstellen ten opzichte van de onderschikten zal dit een gedrag uitlokken dat gekenmerkt wordt door afhankelijkheid en volgzaamheid. De ondergeschikten gaan hun leidinggevende openlijk steunen en publieke conflicten of discussies met hem of haar vermijden. Men gaat alle taken en richtlijnen die de leidinggevende hen oplegt onvoorwaardelijk uitvoeren. Het medeleven die een paternalistische leider uit, lokt op zich dankbaarheid uit bij de ondergeschikten. De gunsten die men van de leidinggevende ontving worden niet vergeten en men streeft dan ook om deze op één of andere manier te compenseren. Dit tracht men te doen door het zelfbelang op te offeren, de opdrachten serieus te nemen, aan verwachtingen te voldoen en ijverig te werken. De laatste component, namelijk moreel leiderschap, zal bij de ondergeschikten respect voor de leidinggevende uitlokken en identificatie. Men zal zich met de waarden en doelen van de leidinggevende identificeren en deze gaan internaliseren. De andere lijnen binnen het model illustreren het feit dat er sprake is van onderlinge interacties tussen enerzijds de verschillende componenten van paternalistisch leiderschap en anderzijds tussen de gedragsresponsen van de ondergeschikten. Zoals reeds werd aangehaald, is paternalistisch leiderschap relatief nieuw. Er is momenteel nog maar weinig geweten over de antecedenten van deze leiderschapstijl. (Pellegrini en Scandura, 2008). Bij Mexicaanse managers werden onder andere het respect van de ondergeschikten voor de sociale hiërarchie als antecedent geïdentificeerd. Wat 9

10 organisatorische kenmerken betreft, vormen een familievriendelijk klimaat en gelimiteerde participatie van ondergeschikten bij besluitvorming belangrijke antecedenten voor paternalistisch leiderschap. Ook blijkt dat naarmate leidinggevenden meer waarde hechten aan persoonlijke relaties, men zich meer paternalistisch gedraagt tegenover zijn ondergeschikten. (Martinez, 2003). Verder onderzoek omtrent de antecedenten van paternalistisch leiderschap is echter nog noodzakelijk om een duidelijker en genuanceerder beeld te krijgen. Naar de gevolgen van paternalistisch leiderschap is er al meer onderzoek verricht. Een studie van Aycan et. al. (2000) over 10 landen gaf een duidelijk verband weer tussen paternalistisch leiderschap en de proactiviteit en participatie van de ondergeschikten. De data voor Duitsland, Israël, Roemenië, Rusland en China bevestigden de hypothese dat ondergeschikten van paternalistische leiders minder proactief gedrag stellen. Een verklaring hiervoor is het sterk sturend gedrag van dergelijke leidinggevenden. Dit zorgt ervoor dat de ondergeschikten zich eerder reactief zullen gedragen. Een tweede hypothese die bevestigd werd door de data van Israël, China, Turkije, Pakistan en India is het feit dat ondergeschikten van paternalistische leiders een sterkere participatie kennen. Dit omdat hun leidinggevenden naar hun meningen en opvattingen vragen en hen zo betrekt tot het gebeuren binnen de organisatie. Pellegrini en Scandura (2006) stelden een positief verband vast tussen paternalistisch leiderschap en de jobtevredenheid van de ondergeschikten binnen Turkse organisaties. Het is echter zo dat er nog geen algemene conclusies kunnen geformuleerd worden omtrent de gevolgen van paternalistisch leiderschap. Het is noodzakelijk dat hier nog verder onderzoek naar gebeurd en dit ook binnen Westerse landen. Deze Masterproef beoogt een exploratieve bijdrage te leveren door de relatie tussen paternalistisch leiderschap en werkfamilie conflict te onderzoeken. Werk-familie conflict Een hedendaags probleem waarmee tal van werknemers te maken hebben binnen onze maatschappij is het ervaren van werk-familie conflict. Nomaguchi (2009) stelde vast dat deze problematiek de laatste twee decennia een sterke toename kende. Dit doordat meer moeders actief zijn op de arbeidsmarkt en organisaties een competitiever karakter kennen dan vroeger. Ook zijn veel werknemers bereid vrije tijd op te geven om zo de hoge werkeisen te kunnen inlossen (Jacobs en Gerson, 2001). Werk-familie conflict ontstaat wanneer de werknemer niet meer kan tegemoetkomen aan de eisen die zich stellen binnen zijn privéleven door de grote druk die men ervaart op het werk. Carlson et. al. (2000) stelden dat werk-familie conflict veroorzaakt wordt door 3 belemmeringen zijnde: tijdgerelateerde, spanningsgerelateerde en 10

11 gedragsgerelateerde belemmeringen. Er is sprake van tijdsgerelateerde belemmeringen wanneer men het gevoel krijgt te weinig tijd beschikbaar te hebben om zowel de familiale als werkgerelateerde taken tot een goed einde te brengen. Wanneer spanningen op het werk ook doorsijpelen naar de thuissituatie of omgekeerd, spreekt men van spanningsgerelateerde belemmeringen. Gedragsgerelateerde belemmeringen doen zich voor wanneer het gedrag dat men binnen de ene context stelt onverenigbaar is met de andere context. Deze verschillende belemmeringen kunnen zich zowel situeren binnen de werkcontext en gaan interfereren met het familiaal leven, als binnen het familiale leven en gaan interfereren met het werk. Variabelen die sterk samenhangen met het ontwikkelen van werk-familie conflict zijn geslacht, leeftijd en het aantal kinderen ten laste. Mannen, jongere werknemers en werknemers met geen of weinig kinderen ten laste zouden minder vaak werk-familie conflict rapporteren (Eby et. al, 2005; Prottas en Thompson, 2006). Heel wat studies formuleren wetenschappelijk onderbouwde voorstellen om werk-familie conflict te verhinderen. Zo vond Byron (2005) dat het hanteren van onder andere flexibele werkuren en een hoge jobbetrokkenheid een positieve bijdrage leveren tot het bekomen van een gezonde balans tussen werk en privé. Ook Hammer et. al. (2005) vonden een gecombineerd positief effect van een flexibel werkschema, job-sharing, en telewerk op het reduceren van werk-familie conflict. Waarbij job-sharing een werkregeling is die stelt dat twee of meer werknemers samen een functie invullen die normaal door één full-time werknemer kan worden opgenomen. Zoals eerder vermeld, is er ook sprake van een verband tussen leiderschap en het voorkomen van werk-familie conflict. Breaugh en Frye (2008) concludeerden dat de informele acties van medelevende leidinggevenden meer effect hebben dan formele acties zoals de mogelijkheid tot familiaal verlof. Ook bij Wadsworth en Owens (2007) was één van de conclusies dat werknemers minder last hebben van werk-familie conflict wanneer ze op de werkvloer duidelijke sociale steun ervaren van hun supervisors en de organisatie. Doordat werk-familie conflict heel wat nefaste gevolgen heeft voor zowel het individu als de organisatie is het uitermate interessant en van belang om dergelijke problemen zo veel mogelijk te voorkomen. Balmforth en Gardner (2006) kwamen tot de conclusie dat werk-familie conflict negatief gecorreleerd is met het zelfvertrouwen en de coping van werknemers. Uit een studie van Hill (2005) bleek dat er ook duidelijke relaties zijn tussen werk-familie conflict en individuele stress. Ook de organisatie kan lijden onder deze problematiek. Zo zal er sprake zijn van een lagere jobtevredenheid, een hogere intentie om de 11

12 organisatie te verlaten en meer absenteïsme, wanneer werknemers werk-familie conflict ervaren (Anderson et. al. 2002). De wetenschappelijke vraag stelt zich of er een verband bestaat tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict bij ondergeschikten. Tot op heden is hieromtrent nog geen onderzoek verricht. Paternalistische leiders worden immers gekenmerkt door een hoge prestatiestandaard, moddeling en individuele consideratie voor hun ondergeschikten. (Cheng et. al, 2004). Door hun modelgedrag en de hoge maar duidelijke prestatiestandaard geven dergelijke leiders duidelijk aan wat ze van hun ondergeschikten verwachten, zodat hierover geen onduidelijkheden bestaan. Tevens houden dergelijke leidinggevenden rekening met de persoonlijke situatie van hun ondergeschikten wat zal bijdragen tot een betere combinatie van werk en privé. Dit alles samen genomen laat vermoeden dat paternalistisch leiderschap een reducerend effect heeft op werk-familie conflict en leidt tot de eerste onderzoekshypothese die een negatieve relatie veronderstelt tussen de twee onderzoeksvariabelen. Binnen deze studie beschouwen we werk-familie conflict als de interferentie van werkgerelateerde problemen met het familiale leven. De omgekeerde richting (cf. familie-werk conflict) wordt hier buiten beschouwing gelaten. Hypothese 1: Paternalistisch leiderschap is negatief geassocieerd met de mate van werkfamilie conflict dat een werknemer ervaart. Meer specifiek wordt verwacht dat ondergeschikten die hun overste als meer paternalistisch percipiëren, minder werk-familie conflict ervaren dan de ondergeschikten die hun overste als minder paternalistisch percipiëren. Werkverslaving Een belangrijke correlaat van werk-familie conflict op het niveau van het individu is werkverslaving. Uit een studie van Aziz en Zickar (2006) blijkt namelijk dat werkverslaafden in mindere mate tevreden zijn met hun leven en meer werk-familie conflict ervaren. Volgens Scott, Moore en Miceli (1997) kenmerken werkverslaafden zich door volgende drie gedragspatronen. Vooreerst gaat men een grote hoeveelheid tijd doorbrengen op de werkvloer waardoor men sociale, familiale en recreatieve activiteiten opgeeft vanwege het werk. Ten tweede gaan werkverslaafden ook met hun gedachten bij hun werk zijn wanneer ze niet aan het werk zijn. Ten derde levert men meer inspanningen dan van hen verwacht wordt om aan de eisen van de job te voldoen. Spence en Robbins (1992) stellen dat werkverslaving een heterogeen concept is dat uit 3 componenten bestaat: gedrevenheid, betrokkenheid en 12

13 werkplezier. De klassieke werkverslaafden zijn de werknemers die een hoge gedrevenheid kennen om hard te werken, zich in hoge mate betrokken voelen tot hun werk en die tenslotte weinig plezier hebben in het uitvoeren van hun werk. Op basis van dit voorgaand onderzoek kan het opnemen van deze variabele in het onderzoeksschema een bijkomende meerwaarde leveren binnen deze exploratieve studie. Wanneer we deze correlaat in rekening brengen kan verwacht worden dat deze variabele een modererend effect kan hebben op de relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict. Mogelijk zijn werkverslaafden minder ontvankelijk voor de positieve effecten van paternalistisch leiderschap op werk-familie conflict dan niet of minder werkverslaafden. Hypothese 2: De negatieve relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict wordt gemodereerd door werkverslaving. Deze negatieve relatie is sterker bij werknemers die minder werkverslaafd zijn dan bij werknemers die meer werkverslaafd zijn. Wanneer we beide onderzoekshypothesen visueel wensen voor te stellen, bekomen we volgend conceptueel kader. Onderzoekshypothese 1 verondersteld dat er een negatief verband bestaat tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict. Dergelijke relatie stelt dat hoe meer een leidinggevende door zijn ondergeschikte als paternalistisch gepercipieerd wordt, hoe minder werk-familie conflict deze ondergeschikte zal ervaren. Een tweede onderzoekshypothese wenst te toetsen of deze negatieve relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict negatief beïnvloed wordt door werkverslaving. Concreet komt dit neer op de veronderstelling dat wanneer een ondergeschikte in hogere mate werkverslaafd is, deze het effect van paternalistisch leiderschap op werk-familie conflict in mindere mate zal ervaren dan zijn collega s die een lagere graad van werkverslaving rapporteren. Het doel van deze studie is om de voorgestelde relaties, weergegeven in figuur 2, empirisch te gaan toetsen en al dan niet te bevestigen. 13

14 Paternalistisch leiderschap Werk-familie conflict Werkverslaving Figuur 2: Conceptueel kader 14

15 Methode Procedure en participanten Om de nodige data te verkrijgen werden leidinggevenden en hun ondergeschikten aangesproken die binnen een private profit organisatie tewerkgesteld zijn. De leidinggevenden werden gevraagd een vragenlijst in te vullen omtrent leiderschap en welzijn op de werkvloer. Tevens dienden ze ook drie directe ondergeschikten aan te stellen die een gelijkaardige vragenlijst invulden. Alle vragenlijsten kregen een code toegekend om op deze manier de link te kunnen leggen tussen de antwoorden van de leidinggevende en die van ondergeschikten. De leidinggevenden moesten slechts aan twee criteria voldoen. Ze dienden tewerkgesteld te zijn in een private profit organisatie en minstens drie werknemers direct onder zich te hebben. Er werden geen criteria vooropgesteld wat hun positie binnen de organisatie betreft of de afdeling waarbinnen ze zijn tewerkgesteld. Zowel leidinggevenden uit het hoger kader, middenkader, afdelingshoofden, lijnmanagers, ploegchefs, e.d. konden deelnemen aan het onderzoek. Elke leidinggevende kreeg een pakket met daarin zijn vragenlijst en de drie vragenlijsten voor de ondergeschikten samen met antwoordenveloppen. Men kreeg ongeveer twee weken de tijd om de vragenlijsten in te vullen. De pakketten werden niet per post bedeeld maar persoonlijk afgeleverd in de organisaties en terug opgehaald. Deze procedure en bepaling van de steekproef is identiek aan het onderzoek van Cheng et. al. (2004). Het vooropgestelde streefdoel om minimum honderd leidinggevenden te vinden die de vragenlijst wensen in te vullen en deze ook aan drie van hun medewerkers te geven werd behaald. Dit brengt het uiteindelijke aantal participanten op 400. Binnen deze steekproef kunnen er 100 leidinggevenden onderscheidden worden en 300 ondergeschikten. Het toetsen van de twee onderzoekshypotheses gebeurt op basis van de data die verzameld werd bij de 300 ondergeschikten. Het is hun perceptie die bepaald in welke mate hun leidinggevende zich paternalistisch gedraagt. Dit wordt vervolgens in verband gebracht met de gerapporteerde werkverslaving en werk-familie conflict bij diezelfde ondergeschikten. Deze steekproef van ondergeschikten bestaat voor 54.30% uit vrouwen en voor 45.70% uit mannen. Verder kenmerken de 300 ondergeschikten zich door een gemiddelde leeftijd van 36 jaar, hebben ze gemiddeld 1 kind ten laste en werken ze gemiddeld reeds 4 jaar samen met hun leidinggevende. Analyse van de data van de leidinggevenden ligt buiten het bestek van deze Masterproef. 15

16 Meetinstrumenten Aangezien de data-inzameling kadert binnen een internationaal onderzoek omtrent paternalistisch leiderschap werd er gebruik gemaakt van de Workplace and employee opinion vragenlijsten van Cheng et.al. (2004). Er is een afzonderlijke vragenlijst voor de leidinggevenden, en een versie voor de ondergeschikten. Beide vragenlijsten bevragen naast paternalistisch leiderschap een groot gamma van uitkomstvariabelen met betrekking tot de arbeidscontext. De Engelstalige versies van de vragenlijsten werden vertaald naar het Nederlands via het principe van translation/back translation. Dit resulteerde in twee afzonderlijke Nederlandse vragenlijsten. Een vragenlijst bedoeld voor de leidinggevenden en een tweede vragenlijst voor de medewerkers die direct onder de leidinggevende tewerkgesteld zijn. Voor ons onderzoek waren de vragenreeksen omtrent paternalistisch leiderschap, werkfamilie conflict en werkverslaving, binnen de vragenlijst bedoeld voor de ondergeschikten, van belang. Meer bepaald gaat het om de perceptie van de 300 ondergeschikten omtrent de mate waarin hun leidinggevende zich paternalistisch opstelt, zijzelf werk-familie conflict ervaren en werkverslaafd zijn. In bijlage 1 wordt een overzicht per variabele gegeven van de gebruikte instructies, items en antwoordschaal. Paternalistisch leiderschap Paternalistisch leiderschap werd in onze studie gedefinieerd als een leiderschapsstijl dit zich kenmerkt door drie componenten: medelevend leiderschap, autoritair leiderschap en moreel leiderschap. Deze definiëring is gebaseerd op de definitie van Farh en Cheng (2000). Net zoals bij diezelfde auteurs is ook de operationalisatie van deze variabele gebaseerd op deze drie bouwstenen. Deze worden gemeten door middel van 45 items, opgesteld door Cheng et. al. (2004). Alle items worden bevraagd aan de hand van een 6-punten Likert schaal gaande van 1 (volledig oneens) tot 6 (volledig eens). Aangezien deze vragenlijst oorspronkelijk opgesteld werd voor het bevragen van leidinggevenden en ondergeschikten binnen Oosterse organisaties, werden de cronbach alpha s en de factorstructuur voor deze variabele nader onderzocht vooraleer verder te gaan met de verdere data-analyse. Uit deze factoranalyse blijkt dat de drie componenten van paternalistisch leiderschap ook binnen deze Vlaamse steekproef terug te vinden zijn. Uit tabel 1 kunnen we concluderen dat er respectievelijk een schaal onderscheiden kan worden voor medelevend leiderschap, de 16

17 mate waarin een leidinggevende naast het werk ook aandacht heeft voor de familiale situatie van zijn ondergeschikten. Een tweede schaal meet autoritair leiderschap, de mate van striktheid van de leidinggevende ten opzichte van zijn ondergeschikte. Een derde schaal ten slotte meet moreel leiderschap, de mate waarin de leidinggevende zich als een model opstelt voor zijn ondergeschikten en niet ingeeft aan immoreel gedrag. De drie bouwstenen worden dus duidelijk terug gevonden binnen de steekproef en verklaren samen 42,43% van de variantie. Tabel 1. Exploratieve factoranalyse, paternalistisch leiderschap (N=290). Initial Eigenvalues Component Total % of Variance Cumulative % Daarnaast werden ook de primaire ladingen van de 45 items binnen deze vragenreeks bestudeerd. Deze worden weergegeven in tabel 2. Wat de items voor medelevend leiderschap betreft kunnen we stellen dat deze allen hoog laden op de juiste factor. Bij de factor die autoritair leiderschap representeert, is er één item dat afwijkend laadt. Het gaat hier meerbepaald om item 12. Hier werd voor geen van alle factoren een factorlading hoger dan.40 gemeten. Ook voor moreel leiderschap geven de resultaten van de factoranalyse gevarieerde primaire ladingen weer. Een aantal items laden immers op een andere factor, nl moreel leiderschap, of zelfs op geen enkele factor. We moeten er dus van bewust zijn dat de items voor moreel leiderschap nauw samenhangen met medelevend leiderschap, wat deze steekproef betreft. Om de relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict optimaal te onderzoeken, werden enkel die items opgenomen die primair op de daartoe bedoelde factor laden. Dit komt neer op een totaal van 30 items, met α =

18 Tabel 2. Factorladingen componenten per item (N=290) Items Medelevend Autoritair Moreel Medelevend leiderschap Item E1.603 Item E2.700 Item E3.754 Item E Item E Item E Item E Item E Item E Item E Autoritair leiderschap Item E4.565 Item E5.559 Item E6.603 Item E Item E Item E Item E Item E Item E Item E Item E Item E Item E Item E12 Moreel leiderschap Item E Item E Item E Item E Item E Item E Item E Item E8.717 Item E9.701 Item E Item E Item E Item E Item E Item E Item E Item E Item E7 Item E16 Item E17 Item E18 18

19 Werk-familie conflict Zoals reeds in de introductie werd benadrukt, beschouwen we werk-familie conflict binnen deze Masterproef als het interfereren van werkgerelateerde spanningen binnen de familiale context. Dergelijke spanningen kunnen zich uiten in zowel tijdsgerelateerde, spanningsgerelateerde en gedragsgerelateerde spanningen (Carlson et. al., 2000). Verder bouwend op deze definitie, werd deze afhankelijke variabele geoperationaliseerd door Cheng et. al. (2004) aan de hand van 12 items eveneens bevraagd met een 6-punten Likert schaal, met α =.95. Werkverslaving De moderator binnen deze Masterproef wordt gedefinieerd als het uiten van een grote gedrevenheid en betrokkenheid ten aanzien van het werk, en het ervaren van weinig werkplezier (Spence en Robbins, 1992). Voor het meten van deze variabele, hebben Cheng et. al. (2004) zich tevens gebaseerd op de studie van Spence en Robbins (1992). Dit resulteerde in 11 items gemeten op een 6-punten Likert schaal, met α =.83. Controlevariabelen Er worden ook nog een aantal controlevariabelen opgenomen, namelijk: geslacht, leeftijd en het aantal kinderen ten laste. Deze werden opgenomen omdat vanuit de literatuur blijkt dat deze variabelen nauw samenhangen met de afhankelijke variabele, werk-familie conflict. Geslacht werd nominaal bevraagd met 1 = man en 2 = vrouw. Leeftijd en het aantal kinderen ten laste werden numeriek bevraagd. 19

20 Data-analyse Om de data te analyseren werd gebruik gemaakt van het statistisch computerprogramma SPSS Vooreerst werd nagegaan of de verschillende dimensies binnen paternalistisch leiderschap, zoals deze beschreven worden in de literatuur, ook terug te vinden zijn in de steekproef. Dit gebeurde aan de hand van een exploratieve factoranalyse. Dergelijke analyse was noodzakelijk omdat er nog geen kennis is over de validiteit en betrouwbaarheid van het gebruikte meetinstrument voor paternalistisch leiderschap en deze vragenlijst oorspronkelijk ontwikkeld werd voor het gebruik in Chinese organisaties. Voor het testen van de eerste onderzoekshypothese werd een hiërarchische regressie analyse gebruikt met paternalistisch leiderschap als onafhankelijke variabele en werk-familie conflict als afhankelijke variabele. Na het controleren voor geslacht, leeftijd en aantal kinderen ten laste, kon via deze analyse nagegaan worden of tussen beide al dan niet een relatie bestaat en welke richting deze kent. Aangezien geslacht een nominale variabele is, werd deze hergecodeerd aan de hand van dummy codering. Zo werd man = 0 en vrouw =1. Aangezien deze Masterproef een exploratieve bijdrage tracht te brengen omtrent de gevolgen van paternalistisch leiderschap, werd bovenstaande hiërarchische regressie analyse uitgevoerd met de totaalscore van paternalistisch leiderschap (30 items) enerzijds en anderzijds met de drie afzonderlijke dimensies van deze leiderschapstijl. Door in een derde stap de interactietermen toe te voegen aan de regressie analyse werd het moderatie-effect van werkverslaving getoetst. De interactieterm die toegevoegd werd is paternalistisch leiderschap x werkverslaving. De output zal duidelijk maken of de reeds geteste relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict al dan niet verzwakt wordt wanneer de interactie tussen paternalistisch leiderschap en werkverslaving in rekening wordt gebracht. 20

21 Resultaten De gemiddeldes, standaarddeviaties, betrouwbaarheid en de intercorrelaties van alle variabelen opgenomen in deze Masterproef worden weergegeven in tabel 3. Algemeen gesproken percipiëren de respondenten uit onze steekproef hun leidinggevende soms tot vaak als paternalistisch (M = 99.81, SD = 16.70). Concreet betekent dit voor medelevend leiderschap een gemiddelde score van (SD = 8.70), voor autoritair leiderschap een gemiddelde score van (SD = 9.03) en voor moreel leiderschap een gemiddelde score van (SD = 9.27). Verder werd er slechts weinig tot soms werk-familie conflict gerapporteerd (M = 32.04, SD = 11.30) en beschreven de respondenten zich vaak als werkverslaafd (M = 41.24, SD = 7.54). De drie verschillende dimensies van paternalistisch leiderschap: medelevend leiderschap (r = 609, p <.01), autoritair leiderschap (r =.547, p <.01) en moreel leiderschap ( r =.703, p <.01) correleren allen positief met het construct paternalistisch leiderschap op zich. Hoe meer deze drie componenten binnen de leiderschapsstijl van een overste aanwezig zijn, hoe meer deze door zijn ondergeschikten als paternalistisch zal gepercipieerd worden. Aansluitend bij de gevonden kruisladingen (cf. tabel 2) werd een positieve correlatie vast gesteld tussen de componenten medelevend en moreel leiderschap ( r =.209, p <.01). Paternalistisch leiderschap is tevens ook positief gecorreleerd aan werkverslaving (r =.228, p <.01). Kijken we op het niveau van de afzonderlijke dimensies, zien we deze positieve correlatie terug bij medelevend leiderschap en autoritair leiderschap (r =.214, p <.01; r =.134, p <.05). Wat de afhankelijke variabele betreft is er ook hier opnieuw sprake van een positieve correlatie met paternalistisch leiderschap (r =.127, p <.05). Autoritair leiderschap is de enige bouwsteen die ook een positieve correlatie vertoont met werk-familie conflict (r =.238, p <.01). Dergelijke correlatie geeft aan dat hoe meer men zijn of haar leidinggevende als autoritair percipieert, hoe meer werk-familie conflict deze ondergeschikten ervaren. Tenslotte is ook werkverslaving positief gecorreleerd aan werk-familie conflict (r =.128, p <.05). Dit alles laat reeds een eerste vermoeden rijzen dat er wel degelijk een verband bestaat tussen de verschillende onderzoeksvariabelen. Maar dat de veronderstelde richting van deze relaties hoogstwaarschijnlijk in de omgekeerde richting zal wijzen dan verondersteld werd. 21

22 Tabel 3. Gemiddelde, standaarddeviatie, cronbach α en correlaties (N= ). Variabelen M SD 7 8 Controlevariabelen 1. Leeftijd Aantal kinderen ten laste * - Moderator 3. Werkverslaving (.83) Onafhankelijke variabele 4. Paternalistisch leiderschap ** ** (.82) 5. Medelevend leiderschap **.609** (.88) 6. Autoritair leiderschap *.547** (.82) 7. Moreel leiderschap * **.209** (.86) Afhankelijke variabele 8. Werk-familie conflict *.127* ** (.95) Noot. * p <.05. ** p <.01.

23 Om de eerste onderzoekshypothese te toetsen werd een hiërarchische regressie analyse uitgevoerd. Zoals Tabel 4 weergeeft zien we dat een model dat naast de controlevariabelen ook paternalistisch leiderschap opneemt, significant meer variantie verklaard. Bovendien is er ook sprake van een hoofdeffect van paternalistisch leiderschap op werk-familie conflict (β =.141, p <.05). Dit significante verband kent echter de omgekeerde richting dan in de eerste onderzoekshypothese werd verondersteld. Het gaat namelijk niet om een negatief verband, maar om een positief. Concreet kunnen we stellen dat ondergeschikten die hun leidinggevende als meer paternalistisch percipiëren ook meer werk-familie conflict ervaren dan de ondergeschikten die hun leidinggevende als minder paternalistisch percipiëren. Tabel 4. Hiërarchische regressie analyse paternalistisch leiderschap. Variabele B SE B β Stap 1 - Geslacht a * - Leeftijd Aantal kinderen ten laste Stap 2 - Paternalistisch leiderschap * Noot. R² =.022, F(3, 287) = 2.16, p >.05 voor stap 1; R² =.041, F(4, 286) = 3.09, p <.05 voor stap 2. R² change =.022, p >.05 voor stap 1; R² change =.019, p <.05 voor stap 2. a 0 = man, 1 = vrouw. * p <.05. ** p <.01. Zoals reeds werd aangegeven wordt ook het eventuele verband van de afzonderlijke dimensies: medelevend leiderschap, autoritair leiderschap en moreel leiderschap, met werkfamilie conflict getoetst. Via deze bijkomende analyse kunnen we nagaan welke componenten voornamelijk een invloed uitoefenen op de afhankelijke variabele. De resultaten uit tabel 5 geven aan dat er enkel een significant verband bestaat tussen autoritair leiderschap en werkfamilie conflict (β =.245, p <.01). Voor de andere twee componenten valt er geen 23

24 hoofdeffect vast te stellen. Het gaat meer bepaald om een positief verband, hoe autoritairder de leider gepercipieerd wordt door de ondergeschikte, hoe meer werk-familie conflict de ondergeschikte gaat ervaren. Op basis van deze twee hiërarchische regressie analyses kunnen we stellen dat de eerste onderzoekshypothese aanvaard kan worden, mits de richting van het effect om te keren. Paternalistisch leiderschap is positief geassocieerd met werk-familie conflict. Het is meer bepaald de autoritaire component die deze relatie tot stand brengt. Belangrijk is dat het gaat om een positief verband tussen de afhankelijke variabele en onafhankelijke variabele en dus niet om een negatief verband zoals in de eerste onderzoekshypothese werd verondersteld. Tabel 5. Hiërarchische regressie analyse 3 bouwstenen paternalistisch leiderschap. Variabele B SE B β Stap 1 - Geslacht a * - Leeftijd Aantal kinderen ten laste Stap 2 - Medelevend leiderschap Autoritair leiderschap ** - Moreel leiderschap Noot. R² =.022, F(3,287) = 2.16, p >.05 voor stap 1; R² =.082, F(6, 284) = 4.20, p <.01 voor stap 2. R² change = 0.22, p >.05 voor stap 1; R² change = 0.59, p <.01 voor stap 2. a 0 = man, 1 = vrouw. * p <.05. ** p <.01. De tweede onderzoekshypothese werd opnieuw getoetst aan de hand van hiërarchische regressie analyse, meer bepaald door het toevoegen van de interactieterm tussen paternalistisch leiderschap en werkverslaving. Hiertoe werd een multiplicatieve term tussen de gestandaardiseerde waarden van paternalistisch leiderschap en werkverslaving aangemaakt 24

25 overeenkomstig met de werkwijze van Jacard. In tabel 6 zien we opnieuw dat de toevoeging van bijkomende variabelen in stap 2 en stap 3, het model meer variantie gaat verklaren. Uit de resultaten vallen de twee hoofdeffecten van zowel paternalistisch leiderschap (β =.114, p <.10) als werkverslaving (β =.114, p <.10) af te lezen. Bovendien is er ook sprake van een significant interactie-effect (β =.130, p <.05). Om de significantie van werkverslaving als moderator te interpreteren werd er een plot aangemaakt, weergegeven in figuur 3. Tabel 6. Hiërarchische regressie analyse met moderator. Variabele B SE B β Stap 1 - Geslacht a ** - Leeftijd Aantal kinderen ten laste Stap 2 - Paternalistisch leiderschap (Z) * - Werkverslaving (Z) * Stap 3 - Interactie (Z) ** Noot. R² =.023, F(3,286) = 2.27, p >.05 voor stap 1; R² =.055, F(5,284) = 3.31, p <.01 voor stap 2; R² =.071, F(6,283) = 3.60, p <.01 voor stap 3. R² change = 0.23, p >.05 voor stap 1; R² change = 0.32, p <.01 voor stap 2; R² change = 0.16, p <.05 voor stap 3. a 0 = man, 1 = vrouw. * p <.10. ** p <.05. *** p <.01. Figuur 3 is de grafische weergave van het moderatie-effect van werkverslaving op de relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict. Wanneer we de werking van deze moderator beschrijven kan men stellen dat wanneer een ondergeschikte zijn of haar leidinggevende in mindere mate als paternalistisch percipieert, deze toch meer werk-familie conflict zal ervaren wanneer deze ondergeschikte in hogere mate werkverslaafd is. Ook bij 25

26 ondergeschikten die hun leidinggevende als meer paternalistisch beschouwen, zal het ervaren werk-familie conflict nog hoger liggen wanneer deze ondergeschikten daarbovenop ook nog eens een hogere mate van werkverslaving kennen. We kunnen dus concluderen dat werkverslaving de gevonden relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict versterkt. Werkverslaafden zijn meer ontvankelijker voor de negatieve effecten van paternalistisch leiderschap op werk-familie conflict dan ondergeschikten die in mindere mate werkverslaafd zijn. We kunnen dus ook de tweede onderzoekshypothese aanvaarden, mits duidelijk aan te geven dat werkverslaving de relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk- familie conflict versterkt, en niet verzwakt zoals eerst in deze tweede onderzoekshypothese werd veronderstelde Dependent variable Low WST High WST 1 Low PL High PL Figuur 3: Plot interactie-effect: paternalistisch leiderschap werkverslaving. 26

27 Discussie Paternalistisch leiderschap is een nieuw begrip dat vanuit de Oosterse culturen komt overgewaaid. De kern van deze leiderschapsstijl omschrijft een leider als een erg strikt en autoritair persoon, die zelf als een model fungeert ten opzichte van zijn ondergeschikten en tevens een vaderschapsrol op zich neemt. Omtrent deze leiderschapsstijl werd reeds enig onderzoek gevoerd binnen Oosterse organisatie. Hier in het Westen staat het onderzoek echter nog in zijn kinderschoenen. Er is dan ook nog maar bitter weinig bekend omtrent de antecedenten en gevolgen van deze leiderschapsstijl. De opzet van deze Masterproef was om hier een exploratieve bijdrage tot te leveren. Meer bepaald werd via een survey-onderzoek nagegaan welke impact paternalistisch leiderschap heeft op werk-familie conflict en in welke mate werkverslaving hierbij een modererende rol speelt. Aangezien paternalistisch leiderschap gemeten werd aan de hand van de vertaalde Workplace and employee opinion vragenlijsten opgesteld door Cheng et.al. (2004) naar aanleiding van hun onderzoek binnen Oosterse organisaties, werd met behulp van een factoranalyse de bruikbaarheid van deze vragenlijsten binnen Belgische organisaties getoetst. De factoranalyse gaf duidelijk een driefactoren structuur weer. Om de relaties tussen de verschillende onderzoeksvariabelen optimaal te toetsen werd het aantal items dat paternalistisch leiderschap bevraagd gereduceerd van 45 naar 30. Enkel die items werden behouden die een correcte primaire lading kenden. Deze reductie kende geen gevolgen wat de betrouwbaarheid van het meetinstrument betreft. De Nederlandse versie van de vragenlijsten was een voldoende goed meetinstrument en de verzamelde data kon zonder probleem gebruikt worden. Resultaten onderzoekshypothesen De eerste onderzoekshypothese polste naar een negatieve relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict. Vanuit de definitie die gegeven wordt aan paternalistisch leiderschap zou men kunnen afleiden dat ondergeschikten die hun overste als meer paternalistisch beschouwen, minder werk-familie conflict rapporteren. Dit doordat er duidelijke verwachtingen gecreëerd worden op de werkvloer, gecombineerd met enige consideratie van de leidinggevende voor de privésituatie van zijn ondergeschikten. De relatie tussen paternalistisch leiderschap en werkverslaving werd binnen de steekproef bevestigd, echter het gaat niet om een negatieve relatie maar om een positieve. Wanneer ondergeschikten 27

28 hun leidinggevende in hogere mate als paternalistisch beschouwen, gaan deze ook meer werkfamilie conflict rapporteren. Een diepgaandere analyse op het niveau van de afzonderlijke dimensies van paternalistisch leiderschap, toont een gelijkaardige relatie tussen autoritair leiderschap en werk-familie conflict. Voor de twee andere componenten, medelevend leiderschap en moreel leiderschap, werd geen significante relatie gevonden. De tweede onderzoekshypothese formuleerde een modererend effect van werkverslaving op de negatieve relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict. Aangezien de eerste analyses een positieve relatie aantoonden tussen paternalistisch leiderschap en werkfamilie conflict, zal deze moderator dus geen verzwakkend maar een versterkend effect hebben. Deze variabele zou mogelijks de relatie tussen paternalistisch leiderschap en werkfamilie conflict versterken, aangezien het een belangrijke correlaat is van werk-familie conflict. Ook deze hypothese werd door de data bevestigd. Indien een ondergeschikte in meerdere mate werkverslaafd is, zal deze nog meer werk-familie conflict rapporteren in relatie met paternalistisch leiderschap, dan wanneer deze in mindere mate werkverslaafd zou zijn. Uit dit alles valt te concluderen dat er inderdaad sprake is van significante relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict. Bovendien wordt deze relatie gemodereerd door werkverslaving. Hoewel vanuit de literatuur een negatief verband verwacht kon worden tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict, kent deze echter een positieve richting. Een mogelijke verklaring voor dit resultaat kan gezocht worden bij de sterke relatie dat autoritair leiderschap kent met de afhankelijke variabele. Blijkbaar weegt deze meer door dan de andere twee dimensies: medelevend leiderschap en moreel leiderschap. Dergelijke resultaten laten vermoeden dat het ervaren van een sterk autoritaire component binnen de leiderschapsstijl van een overste samengaat met meer werk-familie conflict. Dergelijke denkpiste werd ook reeds aangebracht door Britt en Dawson (2005) na analyse van hun onderzoeksresultaten omtrent werk-familie conflict. Daarnaast moeten we ons ook bewust zijn van het feit dat werk-familie conflict binnen deze Masterproef slechts gemeten werd vanuit één welbepaalde richting, nl. werkgerelateerde spanningen die interfereren met de familiale context. De omgekeerde richting, nl. familiegerelateerde spanningen die interfereren met de werkcontext werd niet bestudeerd. Het valt te verwachten dat moreel leiderschap en in sterkere mate ook medelevend leiderschap hier meer impact op hebben. Wanneer een leidinggevende aandachtig is voor de persoonlijke levenssfeer van zijn ondergeschikten, kan dit leiden tot minder familie-werk conflict. Indien beide richtingen in rekening gebracht worden met paternalistisch leiderschap, en dus werk- 28

29 familie conflict in zijn volledige betekenis gemeten wordt, kan dit de onderzoeksresultaten van deze Masterproef eventueel nog nuanceren. Beperkingen en suggesties voor toekomstig onderzoek Zoals elk onderzoek, heeft deze Masterproef een aantal beperkingen. Ten eerste werd de data ingezameld via een zelfrapportage vragenlijst, wat een vertekend beeld kan opleveren. Daarnaast ligt het onderwerp van de vragenlijst nogal gevoelig, wat de kans op vertekeningen zeker reëel maakt. Het is bijvoorbeeld niet ondenkbaar dat ondergeschikten sociaal wenselijk gaan antwoorden wanneer hen gevraagd wordt hun directe leidinggevende te gaan beoordelen. Om vertekende data zo veel mogelijk te vermijden werd de anonimiteit verzekerd door gebruik te maken van een codesysteem. Ook kreeg elke participant een antwoordenveloppe waarin men de ingevulde vragenlijst verzegeld kon teruggeven. Het werken met een even Likert schaal had tot doel te vermijden dat participanten telkens neutraal zouden antwoorden op de stellingen. Een tweede belangrijke beperking binnen deze studie betreft het gebruikte meetinstrument. De schalen die werk-familie conflict en werkverslaving meten omvatten deze concepten niet volledig. Zo werd voor de variabele werk-familie conflict geen rekening gehouden met gedragsgerelateerde belemmeringen. Tevens werd de problematiek maar vanuit één richting bekeken namelijk het interfereren van de werkcontext met het familiale leven. De omgekeerde richting wordt niet bevraagd. Voor de variabele werkverslaving werden de componenten gedrevenheid en werkplezier opgenomen. De derde component, betrokkenheid, wordt opnieuw niet bevraagd. Deze ontbrekende componenten kunnen mogelijks een invloed hebben op de uiteindelijke resultaten. Een mogelijk suggestie naar toekomstig onderzoek is dan ook om hiermee zeker rekening te houden. Het bevragen van zowel werk-familie conflict als werkverslaving in al hun facetten kan meer uitsluitsel geven omtrent de gevolgen van de verschillende bouwstenen van paternalistisch leiderschap en van deze leiderschapsstijl op zich. Ten derde werden de organisaties willekeurig aangeschreven om deel te nemen aan dit onderzoek. Dezelfde voorschriften als deze gebruikt door Cheng et. al. (2004) werden gevolgd, namelijk private organisaties binnen de profit sector. Toch kan er niet gesproken worden van een representatieve steekproef. Bepaalde sectoren zijn niet of ondermaats vertegenwoordigd. Ook werd er binnen de deelnemende organisaties niet altijd gestreefd om leidinggevenden vanuit verschillende functieniveaus te laten participeren. De afname van de 29

30 vragenlijsten gebeurde binnen de meeste organisaties via vrijwillige deelname. Dit alles heeft tot gevolg dat de bekomen onderzoeksresultaten niet veralgemeend mogen worden. Voor toekomstig onderzoek is het zeker aan te raden om rekening te houden met de hierboven geformuleerde beperkingen. Bovendien kan het beschouwen van werk-familie conflict als zowel het interfereren van werkgerelateerde spanningen met de familiale context, als het interfereren van familiegerelateerde spanningen met de werkcontext, verder inzicht brengen en meer duidelijkheid scheppen omtrent de twee overige dimensies van paternalistisch leiderschap. Conclusie Deze Masterproef heeft reeds een eerste aanzet gegeven tot het exploreren van de relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er tussen beide een positief verband bestaat. Een hogere mate van gepercipieerd paternalisme bij de leidinggevende door de ondergeschikte gaat gepaard met een hogere mate van werk-familie conflict bij diezelfde ondergeschikte. Deze positieve relatie is grotendeels toe te schrijven aan het positieve verband dat er bestaat tussen de dimensie autoritair leiderschap en werk-familie conflict. Werkverslaving, dat een belangrijke correlaat is van werk-familie conflict, versterkt deze relatie tussen paternalistisch leiderschap en werk-familie conflict. Indien de ondergeschikte zijn leidinggevende in meerdere mate als paternalistisch percipieert en in meerdere mate werkverslaafd is, zal deze nog meer werk-familie conflict ervaren dan de ondergeschikten die hun leidinggevende in gelijke mate als paternalistisch beschouwen maar minder werkverslaafd zijn. 30

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS.

ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. ONGEWENST INTRUSIEF GEDRAG: EEN STUDIE NAAR DE ROL VAN RELATIEKENMERKEN BIJ GESCHEIDEN EX-KOPPELS. Auteur: Olivia De Smet i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Ongewenst intrusief gedrag houdt in dat

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Authentiek leiderschap en job satisfactie: een moderatorstudie

Authentiek leiderschap en job satisfactie: een moderatorstudie UNIVERSITEIT GENT Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Academiejaar 2014-2015 Authentiek leiderschap en job satisfactie: een moderatorstudie Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl.

Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. Innovatieve dienstverlening. Een scenario-onderzoek onder de gebruikers van Loket.nl. In het kader van het project Innovatieve Dienstverlening doet kenniscentrum ICOON onderzoek naar de omstandigheden

Nadere informatie

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Welke percepties leven er bij werknemers en studenten omtrent de logistieke sector? Lynn De Bock en Valerie Smid trachten in hun gezamenlijke masterproef

Nadere informatie

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs Aan de directeur, de leerkrachten en de leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar van school 1

Nadere informatie

Strategie en resultaat

Strategie en resultaat Strategie en resultaat Hoe goed zijn Nederlandse organisaties in het omzetten van strategie in resultaat? Het antwoord op die vraag krijgen, dat was het doel van het onderzoek van Yvonne Nijkamp Msc, dat

Nadere informatie

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid.

Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. Innovatie van dienstverlening via Loket. Reden voor gebruik en gebruikerstevredenheid. In het kader van het project Innovatie van dienstverlening doet ICOON onderzoek naar de vraag onder welke omstandigheden

Nadere informatie

Pesten: een probleem voor werknemer en werkgever

Pesten: een probleem voor werknemer en werkgever Pesten: een probleem voor werknemer en werkgever Een benchmarkstudie naar de relatie met jobtevredenheid, verzuim en verloopintenties Een jaar geleden, op 1 juli 2002, is de Wet op Welzijn op het Werk

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

Methodologische bijsluiter: Discriminatie van beroepskrachten met een migratieachtergrond. Niet alles is wat het soms lijkt

Methodologische bijsluiter: Discriminatie van beroepskrachten met een migratieachtergrond. Niet alles is wat het soms lijkt Methodologische bijsluiter: Discriminatie van beroepskrachten met een migratieachtergrond. Niet alles is wat het soms lijkt Hans Vermeersch(*) en Pieter De Pauw(**) (*) Expertisecentrum Sociale Innovatie,

Nadere informatie

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0

EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 EMPO voor Ouders en Jongeren versie 2.0 2011 Praktikon BV Nijmegen: Harm Damen 1. Wat is de EMPO? De EMPO 2.0 is een lijst voor zelfevaluatie om de empowerment bij ouders (EMPO Ouders 2.0) en jongeren

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN GEZONDHEIDSWETENSCHAPPEN Medisch-Sociale Wetenschappen Optie Beheer & Beleid Academiejaar 2003-2004 STUDIE NAAR DE RELEVANTIE VAN MISSION STATEMENTS IN VLAAMSE

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling

Nadere informatie

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? Motivatie en welzijn Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? SERV. 2012. Arbeidsethos en arbeidsoriëntaties op de Vlaamse arbeidsmarkt 2007-2010. Informatiedossier. Brussel: SERV Stichting Innovatie

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Deze bijlage bevat een beschrijving van de kwantitatieve analyse, zoals die is uitgevoerd op de 26 vragen in de vragenlijst. Analyses op het niveau van de (26) afzonderlijke

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Biowalking voor ouderen

Biowalking voor ouderen Biowalking voor ouderen Een pilot onderzoek naar de effecten van en ervaringen met Biowalking voor ouderen Dr. Jolanda Maas Vrije Universiteit Amsterdam, afdeling Klinische Psychologie 1. Inleiding IVN

Nadere informatie

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten Bevraging Management De Vlaamse overheid Resultaten Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 7 3. Algemene tevredenheid p. 8 4. De resultaten per vraag p. 9 5. Informatie open vragen p. 17 2

Nadere informatie

Klantonderzoek: statistiek!

Klantonderzoek: statistiek! Klantonderzoek: statistiek! Statistiek bij klantonderzoek Om de resultaten van klantonderzoek juist te interpreteren is het belangrijk de juiste analyses uit te voeren. Vaak worden de mogelijkheden van

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

In het eerste deel van dit proefschrift staan drie onderzoeksvragen (OV) centraal. Deze zijn schematisch weergegeven in onderstaand figuur.

In het eerste deel van dit proefschrift staan drie onderzoeksvragen (OV) centraal. Deze zijn schematisch weergegeven in onderstaand figuur. Samenvatting Introductie Het doel van dit proefschrift is om inzicht te krijgen in wat bijdraagt aan goed toegeruste zorgmedewerkers werkzaam in de verpleeghuiszorg voor mensen met dementie. Een sterke

Nadere informatie

Werkverslaving en prestaties van werknemers: een onderzoek

Werkverslaving en prestaties van werknemers: een onderzoek UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar 2011-2012 Eerste examenperiode Werkverslaving en prestaties van werknemers: een onderzoek Masterproef neergelegd tot het

Nadere informatie

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID. Resultaten

KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID. Resultaten KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID Resultaten Dienstverlening m.b.t. de facultatieve opdracht prioriteitenbeleid in het kader van het decreet van 13 juli 2001 en het

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Wat beweegt ambtenaren?

Wat beweegt ambtenaren? Wat beweegt ambtenaren? Presentatie onderzoeksresultaten Scriptieverdediging Master of Culture and Change mw. A.G. (Diana) Schaeffer - Elsinga Utrecht, 27 augustus 2015 Word een HELD al is het maar voor

Nadere informatie

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011

Meten: algemene beginselen. Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 Meten: algemene Harry B.G. Ganzeboom ADEK UvS College 1 28 februari 2011 OPZET College 1: Algemene College 2: Meting van attitudes (ISSP) College 3: Meting van achtergrondvariabelen via MTMM College 4:

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen Richtlijnen voor auteurs - De hoofdindeling ligt vast en bestaat uit volgende rubrieken:

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Een onderzoek naar de modererende effecten van relatiegericht. leiderschapsgedrag en persoonlijkheidskenmerken van de medewerker op de

Een onderzoek naar de modererende effecten van relatiegericht. leiderschapsgedrag en persoonlijkheidskenmerken van de medewerker op de Een onderzoek naar de modererende effecten van relatiegericht leiderschapsgedrag en persoonlijkheidskenmerken van de medewerker op de relaties tussen taakconflict, relatieconflict en werkstress Ayse Tas

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Partnerkeuze bij allochtone jongeren

Partnerkeuze bij allochtone jongeren Partnerkeuze bij allochtone jongeren Inleiding In april 2005 lanceerde de Koning Boudewijnstichting een projectoproep tot voorstellen om de thematiek huwelijk en migratie te onderzoeken. Het projectvoorstel

Nadere informatie

De kunst bevlogen te blijven

De kunst bevlogen te blijven De kunst bevlogen te blijven De rol van persoonlijke hulpbronnen in het welbevinden van jonge veterinaire professionals Nederlandstalige samenvatting Het psychisch welzijn van dierenartsen en andere zorgprofessionals

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen

Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen RESEARCH SUMMARY ONDERZOEK I.K.V. VIONA STEUNPUNT WSE Capita Selecta Recent Arbeidsmarktonderzoek in Vlaanderen TITEL: FLEXIBLE JOB SEARCH BEHAVIOR AMONG UNEMPLOYED JOBSEEKERS: ANTECEDENTS AND OUTCOMES

Nadere informatie

Oplossingen hoofdstuk XI

Oplossingen hoofdstuk XI Oplossingen hoofdstuk XI. Hierbij vind je de resultaten van het onderzoek naar de relatie tussen een leestest en een schoolrapport voor lezen. Deze gegevens hebben betrekking op een regressieanalyse bij

Nadere informatie

Kwantitatieve modellen. Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit

Kwantitatieve modellen. Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit Kwantitatieve modellen voor BCO PMC Harry B.G. Ganzeboom 18 april 2016 College 1: Meetkwaliteit Drie colleges Validiteits- en betrouwbaarheidsanalyse Causale analyse met confounding en mediatie Causale

Nadere informatie

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase

Inleiding Deel I. Ontwikkelingsfase Inleiding Door de toenemende globalisering en bijbehorende concurrentiegroei tussen bedrijven over de hele wereld, de economische recessie in veel landen, en de groeiende behoefte aan duurzame inzetbaarheid,

Nadere informatie

Bronnen van stress Persoonlijkheidskenmerken en coping (= wijze van omgaan met of reageren op stress) Effecten van stress

Bronnen van stress Persoonlijkheidskenmerken en coping (= wijze van omgaan met of reageren op stress) Effecten van stress WORK EXPERIENCE SCAN VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Voor elk bedrijf is het van belang de oorzaken van stresserende factoren zo snel mogelijk te herkennen om vervolgens het beleid hierop af te kunnen

Nadere informatie

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek SBO maatschappelijke finaliteit Prof. Dr. Ann Jorissen (UA) IWT, 11 januari 2010 1 Effective Governance of Private Enterprises: the influence

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

Algemene inleiding Reclame is vandaag de dag niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Bekende producenten brengen hun producten en diensten onder de aandacht van het grote publiek via verschillende

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers

Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers Introductie Wat we (denken te) weten over competentieontwikkeling Middel tot het versterken van inzetbaarheid

Nadere informatie

DATA-ANALYSE I OEFENINGEN ACADEMIEJAAR 2000 2001. Feedback Praktische Proef

DATA-ANALYSE I OEFENINGEN ACADEMIEJAAR 2000 2001. Feedback Praktische Proef DATA-ANALYSE I OEFENINGEN ACADEMIEJAAR 2000 2001 Feedback Praktische Proef 1 Vooraf Het is onbegonnen werk om voor elke versie van de praktische proef een volledig uitgeschreven rapport te presenteren.

Nadere informatie

COMPULSIEF KOOPGEDRAG

COMPULSIEF KOOPGEDRAG COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS Valkeneers, G. (in press). Compulsief koopgedrag. Een verkennend onderzoek met een nieuwe vragenlijst. Verslaving. *** 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie

Nadere informatie

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek.

Programma. - Construct-> dimensies -> indicatoren -> items vragenlijst. - Pilot met de vragenlijst. - Plannen van het onderzoek. Bijeenkomst 3 1 Programma Mini-presentaties Vragenlijst maken Kwaliteit van de vragenlijst: betrouwbaarheid en validiteit Vooruitblik: analyse van je resultaten Aan de slag: - Construct-> dimensies ->

Nadere informatie

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y

Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y 1 Regressie analyse Zowel correlatie als regressie meten statistische samenhang Correlatie: geen oorzakelijk verband verondersteld: X Y Regressie: wel een oorzakelijk verband verondersteld: X Y Voorbeeld

Nadere informatie

Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden?

Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden? Wat is de levenskwaliteit bij mensen die een EOT-traject volgen? Hoe evolueert deze levenskwaliteit in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Met als doel de

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig?

Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig? Werken in Vlaanderen: vermoeiend of plezierig? Resultaten van 10 jaar onderzoek naar de beleving en beoordeling van arbeid Prof. Dr. Hans De Witte Gewoon Hoogleraar Arbeidspsychologie, WOPP-KU Leuven Seminarie

Nadere informatie

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership Samenvatting proefschrift Leonie Heres MSc. www.leonieheres.com l.heres@fm.ru.nl Introductie

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

Relaties op school ontcijfert

Relaties op school ontcijfert Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/2646729 E-mailadres: fannyl.dhondt@ugent.be

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit

Nadere informatie

Als je organisatie nog extra vragen wenst te stellen, volgen deze vragen onmiddellijk na de Personeelspeiling.

Als je organisatie nog extra vragen wenst te stellen, volgen deze vragen onmiddellijk na de Personeelspeiling. Welkom bij de Personeelspeiling 2018. Als medewerker beantwoord je 46 vragen over hoe jij je job ervaart. Als manager krijg je nog 17 bijkomende vragen over het functioneren en het personeelsbeleid van

Nadere informatie

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd 2007-2008 Modeloplossing Opmerking vooraf: Deze modeloplossing is een heel volledig antwoord op de gestelde vragen. Om de maximumscore op een vraag

Nadere informatie

Inhoud. Aristoteles. Quotes over emotionele intelligentie. Rianne van de Ven Coaching & Consulting 1

Inhoud. Aristoteles. Quotes over emotionele intelligentie. Rianne van de Ven Coaching & Consulting 1 Hoogbegaafdheid en Emotionele Intelligentie WUR 23-04-2018 Inhoud Wat is emotionele intelligentie? Relatie met IQ Waarom speciaal voor HB? Het EQi-2.0 model De vaardigheden www.riannevdven.nl Quotes over

Nadere informatie

Syllabus Communicatie en Intergenerationele Samenwerking voor werknemers binnen de publieke sector met een leeftijd van 30-

Syllabus Communicatie en Intergenerationele Samenwerking voor werknemers binnen de publieke sector met een leeftijd van 30- Syllabus Communicatie en Intergenerationele Samenwerking voor werknemers binnen de publieke sector met een leeftijd van 30- Inleiding: De opleiding in en intergenerationele samenwerking is bedoeld voor

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau dr. H. Knipprath ing. J. De Meester STEM Science Engineering Technology Mathematics 2

Nadere informatie

Bowling alone without public trust

Bowling alone without public trust Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in

Nadere informatie

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011)

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Verkeerskundige interpretatie van de belangrijkste tabellen (Analyserapport) D. Janssens, S. Reumers, K. Declercq, G. Wets Contact: Prof. dr. Davy

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU?

E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? E-CURSUS 1: WELKE WAARDEN ZIJN VAN WEZENLIJK BELANG VOOR JOU? Thuis en op school heb je allerlei waarden meegekregen. Sommigen passen bij je, anderen misschien helemaal niet. Iedereen heeft waarden. Ken

Nadere informatie

EEN CAUSAAL MODEL VOOR DE UITBOUW VAN EEN PERFORMANT EN GEVARIEERD HRM

EEN CAUSAAL MODEL VOOR DE UITBOUW VAN EEN PERFORMANT EN GEVARIEERD HRM HRM, LEIDINGGEVEN, LEEFTIJDSGEBONDEN HRM EN TEAMMANAGEMENT, WELKE ELEMENTEN LEIDEN TOT SUCCES? Donderdag 27 APRIL 2017 Universiteit Gent EEN CAUSAAL MODEL VOOR DE UITBOUW VAN EEN PERFORMANT EN GEVARIEERD

Nadere informatie

De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren

De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren De interactie tussen specifieke en non-specifieke factoren R E S U L T A T E N V A N E E N P O S T H O C S T U D I E Specialisme leider PsyQ Depressie PG IPT Specifieke factor op te vatten als theoretically

Nadere informatie

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van

Nadere informatie

STABLE LOVE, STABLE LIFE?

STABLE LOVE, STABLE LIFE? STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997)

Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Pijn-Coping-Inventarisatielijst (PCI) Kraaimaat, Bakker & Evers (1997) Achtergrond In de literatuur over (chronische)pijn wordt veel aandacht besteed aan de invloed van pijncoping strategieën op pijn.

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel Nederlandse samenvatting Informele tolken worden dagelijks ingezet in de medische praktijk wanneer arts en patiënt niet dezelfde taal spreken.

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie