Een onderzoek naar de modererende effecten van relatiegericht. leiderschapsgedrag en persoonlijkheidskenmerken van de medewerker op de

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Een onderzoek naar de modererende effecten van relatiegericht. leiderschapsgedrag en persoonlijkheidskenmerken van de medewerker op de"

Transcriptie

1 Een onderzoek naar de modererende effecten van relatiegericht leiderschapsgedrag en persoonlijkheidskenmerken van de medewerker op de relaties tussen taakconflict, relatieconflict en werkstress Ayse Tas Studentnummer: Masterthese Arbeids- en Organisatie Psychologie Scriptiebegeleider: Dr. A.H.B. De Hoogh Tweede beoordelaar: Lindy Greer Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Augustus 2011

2 Inhoudsopgave Abstract 4 Het modererende effect van relatiegericht leiderschapsgedrag 5 op de relatie tussen taak- en relatieconflict Conflict en Werkstress 6 Relatiegericht leiderschap & Taak- en Relatieconflict 8 Neuroticisme en Self-efficacy 10 Methode 14 Respondenten en Procedure 14 Meetinstrumenten 15 Resultaten 17 Discussie 22 Beperkingen en Toekomstig Onderzoek 25 Management Implicaties en Conclusie 26 Literatuurlijst 27 Figuur 1. Procesmodel van de verwachte relaties tussen taakconflict, relatieconflict en werkstress, en de invloed van relatiegericht leiderschap, neuroticisme en self-efficacy op deze relaties. Figuur 2: Relatieconflict als functie van taakconflict en relatiegericht leiderschap Figuur 3: Stress als functie van relatieconflict en relatiegericht leiderschap Figuur 4: Relatieconflict als functie van taakconflict en neuroticisme Figuur 5: Relatieconflict als functie van taakconflict en self-efficay Tabel 1. Gemiddelden, standaarddeviaties en inter-correlaties van de variabelen. Tabel 2. Resultaten van hiërarchische regressie analyse van taakconflict voor het verklaren van relatieconflict. Tabel 3. Resultaten van hiërarchische regressie analyse van relatieconflict voor het verklaren van stress. Tabel 4. Resultaten van hiërarchische regressie analyse (mediatie analyse) van taakconflict en relatieconflict voor het verklaren van stress. 2

3 Tabel 5. Resultaten van hiërarchische regressie analyse van taakconflict en relatiegericht leiderschap voor het verklaren van relatieconflict. Tabel 6. Resultaten van hiërarchische regressie analyse van relatieconflict en relatiegericht leiderschap voor het verklaren van stress. Tabel 7. Resultaten van hiërarchische regressie analyse (mediatie analyse) van relatiegericht leiderschap, taakconflict en relatieconflict voor het verklaren van stress. Tabel 8. Resultaten van hiërarchische regressie analyse van de interactie taakconflict en relatiegericht leiderschap voor het verklaren van relatieconflict. Tabel 9. Resultaten van hiërarchische regressie analyse van taakconflict en neuroticisme voor het verklaren van relatieconflict. Tabel 10. Resultaten van hiërarchische regressie analyse van relatieconflict en neuroticisme voor het verklaren van stress. Tabel 11. Resultaten van hiërarchische regressie analyse (mediatie analyse) van neuroticisme, taakconflict en relatieconflict voor het verklaren van stress. Tabel 12. Resultaten van hiërarchische regressie analyse van taakconflict en neuroticisme voor het verklaren van relatieconflict. Tabel 13. Resultaten van hiërarchische regressie analyse van relatieconflict en self-efficacy voor het verklaren van stress. Tabel 14. Resultaten van hiërarchische regressie analyse (mediatie analyse) van self-efficacy, taakconflict en relatieconflict voor het verklaren van stress. APPENDIX A: Vragenlijst APPENDIX B: Sobel Test (toetsing Hypothese 3) APPENDIX B: Sobel Test (toetsing Hypothese 5) 3

4 Abstract Taakconflict zou via relatieconflict tot stress op het werk kunnen leiden. Een relatiegericht leider en een hoge self-efficacy van de medewerker zou ervoor kunnen zorgen dat de positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict afneemt, terwijl een hoge score van de medewerker op neuroticisme zou kunnen leiden tot een toename van deze positieve relatie. Daarom wordt in deze studie de modererende effecten van relatiegericht leiderschap, self-efficacy en neuroticisme op de relaties tussen taakconflict, relatieconflict en werkstress onderzocht. Medewerkers (N= 94) van twee ICT bedrijven beoordeelden het relatiegericht leiderschap van hun leidinggevende, conflicten en stress op het werk, en de eigen persoonlijkheidskenmerken. Uit de resultaten blijkt dat een hoge score op relatiegericht leiderschap en self-efficacy de positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict vermindert, terwijl een hoge score op neuroticisme leidt tot een toename van de positieve relatie. Daarnaast medieert relatieconflict de relatie tussen taakconflict en stress. 4

5 De Modererende Effecten van Relatiegericht Leiderschapsgedrag op de Relaties tussen Taakconflict, Relatieconflict en Werkstress bij de Medewerkers Veel mensen hebben last van werkstress; stress veroorzaakt door het werk of de werksituatie. Onderzoek naar werkstress toont aan dat negentig procent van de werkende mensen wel eens stress ervaart (Smith, 2001). Een mogelijk antecedent van werkstress is conflict op de werkvloer. Conflict op de werkvloer heeft namelijk een negatieve impact op het functioneren van de organisatie en de medewerkers (Graziano, Jensen-Campbell, & Hair, 1996). Ook beïnvloedt een conflict de gezondheid en het welzijn van de medewerkers (de Dreu, 2005). Wanneer er sprake is van een verschil van mening over het werk en er dus sprake is van taakconflict, kan dit leiden tot spanningen tussen personen, oftewel relatieconflict, hetgeen vervolgens kan resulteren in frustraties en werkstress (Amason, 1996; Fleishman, Mumford, Zaccaro, Levin, Korotkin & Hein, 1991). De relatie tussen taakconflict, relatieconflict en werkstress is nog niet eerder onderzocht. In deze studie zal worden gekeken naar het mediërend effect van relatieconflict op de relatie tussen taakconflict en werkstress. Voorts wordt gekeken naar de rol van leiderschap op de relatie tussen taakconflict, relatieconflict en werkstress. Een belangrijke taak van de leidinggevende is het voorkomen, dan wel verminderen van conflicten binnen een organisatie (Bass, 1990). Relatiegericht leiderschap zou ervoor kunnen zorgen dat taakconflict niet tot relatieconflict en werkstress leidt. Om conflicten tegen te gaan is het belangrijk dat de leidinggevende op de hoogte is van wat er zich afspeelt tussen de medewerkers. Een relatiegerichte leidinggevende is betrokken bij de medewerkers en biedt hun steun (Judge, Piccolo & Ilies, 2004; Blake & Mouton, 1978). De leidinggevende staat open voor de wensen van de medewerkers, is medelevend en behulpzaam (cf. Zaccaro, Rittman & Marks, 2001; Wheelan, 2005; Burke, Stagl, Klein, Goodwin, Salas & Halpin, 2006). De betrokkenheid en steun van de leidinggevende zouden conflicten in goede banen kunnen leiden en voorkomen dat 5

6 taakconflict tot relatieconflict en werkstress leidt (Allen & Meyer, 1990; Burke et al., 2006). Er is niet eerder onderzoek gedaan naar de invloed van relatiegericht leiderschap op de relatie tussen taakconflict, relatieconflict en werkstress. In deze studie zal worden gekeken naar het modererende effect van relatiegericht leiderschap op de relatie tussen taakconflict, relatieconflict en werkstress. Ieder individu reageert verschillend op situaties. Over het algemeen zijn medewerkers met een hoge score op neuroticisme pessimistisch en irriteerbaar en hebben de neiging om negatief te reageren op conflicten (Gaillard, 2003; van der Zee, 2007), terwijl medewerkers met een hoge self-efficacy de neiging hebben om groter doorzettingsvermogen te leveren bij conflicten op het werk (Schaufeli, Bakker, & De Jong, 2003). Maar niet iedereen die conflicten op het werk ervaart zal gestresst raken. De één is stressbestendiger of stressgevoeliger dan de ander. De persoonlijke instelling en persoonlijkheid van een individu kan van invloed zijn op het ervaren van stress gevoelens (Lyons & Schneider, 2009). Zo kan een individu dat hoog scoort op neuroticisme minder goed omgaan met gevoelens van stress (Hoekstra, Ormel & de Fruyt, 2007), terwijl een individu met een hoge score op self-efficacy op een effectieve manier kan omgaan met stresssituaties (Scholtz, Gutiérrez-Dona, Sud & Schwarzer, 2002). Tot slot zal in deze studie de modererende effecten van neuroticisme en self-efficacy van de medewerkers op de relaties tussen taakconflict, relatieconflict en werkstress worden onderzocht. Conflict & Werkstress Veel leidinggevenden besteden ongeveer twintig procent van hun tijd aan het beheersen van conflicten (Thomas, 1992). Een conflict tussen twee partijen ontstaat als ten minste één partij zich ergert aan of gehinderd voelt door de ander, waarvan de oorzaak bijvoorbeeld ligt in onverenigbare doelen of verschillende standpunten (Jehn, 1997). Het is niet gemakkelijk om vast te stellen wanneer een conflict dreigt te ontstaan. Individuen 6

7 kunnen uiteenlopende percepties hebben van een conflict. Wat voor de één hinderlijk is hoeft voor de ander niet zo te zijn (Giebels & Euwema, 2005). Er zijn vele onderzoeken gedaan naar de effecten van conflict (Jehn & Bendersky, 2003). In vele studies wordt voornamelijk gefocust op de negatieve effecten van een conflict, zoals verminderde productiviteit en verslechterde werkprestaties (Wall & Nolan, 1986). Jehn (1995) maakte een onderscheid tussen taak- en relatieconflicten binnen organisaties. Bij taakconflict is er een verschil van mening over het werk dat gedaan moet worden, zoals onenigheid over de verdeling van verantwoordelijkheden en het bepalen van de organisatiestrategie (Amason, 1996). Bij relatieconflict is sprake van persoonlijke tegenstellingen of spanningen tussen individuen die kunnen leiden tot emotionele frustraties en stress (Amason, 1996). Hierbij kan worden gedacht aan irritaties tussen collega s. Onenigheid over het werk of op de werkvloer (taakconflict) kan negatieve attributies oproepen over de vaardigheden of het karakter van de ander (Edmondson & Smith, 2007), hetgeen kan resulteren in relatieconflict. Eerdere onderzoeken (De Dreu & Weingart, 2003; Chen, 2006) tonen aan dat taakconflict en relatieconflict positief aan elkaar gerelateerd zijn. Gelet hierop wordt in dit onderzoek verwacht dat taakconflict positief gerelateerd is aan relatieconflict. Hypothese 1: Taakconflict is positief gerelateerd aan relatieconflict. Relatieconflict kan de informatieverwerking van mensen hinderen, omdat de aandacht niet gericht kan worden op het werkelijke probleem (Baron, 1991). Bovendien kan de aanwezigheid van relatieconflict negatieve emoties oproepen bij de medewerkers, zoals vijandigheid en wantrouwen (Jehn, Greer, Levine & Szulanski, 2008). Deze negatieve emoties en frustraties kunnen leiden tot stress (Janssen, Van de Vliert & Veenstra, 1999). Daarom wordt in deze studie verwacht dat relatieconflict positief gerelateerd is aan stress. 7

8 Hypothese 2: Relatieconflict is positief gerelateerd aan stress Over het algemeen wordt aangenomen dat taakconflict soms positieve effecten heeft op de organisatie en stimulerend is voor de medewerkers (Shaw, Zhu, Duffy, Shih, & Susanto, 2011). Het kan namelijk het ontstaan van nieuwe ideeën teweegbrengen (Jehn, 1995). Maar taakconflict kan ook negatieve attributies oproepen over de vaardigheden of het karakter van een ander, hetgeen kan resulteren in relatieconflict en vervolgens tot werkstress. In deze studie wordt verwacht dat taakconflict kan ontaarden in relatieconflict, waardoor het kan resulteren in werkstress. Hypothese 3: De positieve relatie tussen taakconflict en werkstress wordt gemedieerd door relatieconflict. Relatiegericht leiderschap Leiderschap is een thema dat veelvuldig terugkomt in onderzoeken. Waarom is leiderschap belangrijk? Wanneer er geen sprake is van leiderschap, werkt een gemiddelde medewerker op ongeveer zestig procent van zijn capaciteiten. Door een goede leiderschapstijl te hanteren, kan dit tot volledige inzet leiden (Hersey & Blanchard, 1980, p86). Leiderschap is al zo vaak gedefinieerd dat het moeilijk is om tot één uniforme werkdefinitie te komen. Riggio (2003) definieert leiderschap als een proces van sociale beïnvloeding waarbij een persoon in staat is om een groep te leiden bij het behalen van gezamenlijke doelen. Naast het behalen van gezamenlijke doelen is de leidinggevende ook verantwoordelijk voor een goede samenwerking tussen de medewerkers (Riggio, 2003). Het is geen gemakkelijke taak om als leidinggevende te zorgen voor een effectieve samenwerking tussen werknemers. Het is algemeen bekend dat waar mensen werken ook 8

9 conflicten kunnen ontstaan. Het omgaan met conflicten binnen een organisatie kan gezien worden als een belangrijk aspect van leiderschap (Misquita, 1998). Veel leidinggevenden besteden ongeveer twintig procent van hun tijd aan het beheersen van conflicten (Thomas, 1992). Binnen een organisatie kunnen zowel conflicten ontstaan over de manier waarop het werk gedaan moet worden (taakconflict) als door persoonlijke tegenstellingen of spanningen tussen individuen (relatieconflict) (Amason, 1996). Om conflicten tegen te gaan is het belangrijk dat de leidinggevende op de hoogte is van wat er zich afspeelt tussen werknemers. In dit kader is het belangrijk dat de leidinggevende betrokken is bij werknemers en hun steun biedt. De betrokkenheid en steun zouden een conflict in goede banen kunnen leiden en kunnen voorkomen dat een conflict destructieve gevolgen heeft (Allen & Meyer, 1990; Burke et al., 2006). Relatiegericht leiderschap biedt deze steun en zou ervoor kunnen zorgen dat taakconflict niet overgaat in relatieconflict. Daarom wordt in deze studie verwacht dat relatiegericht leiderschap de relatie tussen taakconflict en relatieconflict zodanig modereert dat de positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict afneemt naarmate een leider meer relatiegericht is. Hypothese 4: Relatiegericht leiderschap modereert de relatie tussen taakconflict en relatieconflict zodanig dat de positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict afneemt naarmate een leidinggevende meer relatiegericht leiding geeft. Bij relatiegericht leiderschap is de leidinggevende geïnteresseerd in de wensen van de werknemers en is behulpzaam. De leidinggevende is medelevend, coöperatief en bouwt goede relaties op met de werknemers (Fleishman et al., 1991). Uit het onderzoek van Bass (1993) blijkt dat de aanwezigheid van relatiegericht leider leidt tot het ervaren van minder werkstress bij de medewerkers. Relatiegericht leiderschap houdt vooral verband met arbeidstevredenheid en motivatie van de werknemer (Judge et al., 2004). Relatiegericht 9

10 leiderschap leidt tot integratieve oplossingen voor problemen. Een integratieve oplossing is een oplossing voor een conflict waarbij de partijen op basis van hun verschillende belangen op bepaalde punten compromissen sluiten (Judge et al., 2004). Door integratieve oplossingen te gebruiken zou relatieconflict kunnen worden opgelost, waardoor het niet leidt tot werkstress. Daarom wordt in deze studie verwacht dat relatiegericht leiderschap de relatie tussen relatieconflict en werkstress zodanig modereert dat de positieve relatie tussen relatieconflict en werkstress afneemt naarmate een leider meer relatiegericht is. Hypothese 5: Relatiegericht leiderschap modereert de relatie tussen relatieconflict en werkstress zodanig dat de positieve relatie tussen relatieconflict en werkstress afneemt naarmate een leidinggevende meer relatiegericht leiding geeft. Verwacht wordt dat de interactie tussen relatiegericht leiderschap en taakconflict via relatieconflict tot werkstress leidt. Om conflicten tegen te gaan is het belangrijk dat de leidinggevende op de hoogte is van wat er zich afspeelt tussen werknemers. Een relatiegerichte leidinggevende is betrokken en geïnteresseerd in de wensen van de werknemers, wat een conflict in goede banen kan leiden (Allen & Meyer, 1990). Daarmee kan worden voorkomen dat taakconflict ontaard in relatieconflict. Naarmate er minder relatieconflict is zullen werknemers ook minder werkstress ervaren. Hypothese 6: Relatieconflict medieert het modererende effect van relatiegericht leiderschap en taakconflict op werkstress. Neuroticisme en Self-efficacy Stress is het gevoel te worden overspoeld door gebeurtenissen waarover het individu geen controle denkt te hebben. Het is een gevolg van een persoonlijke evaluatie van een 10

11 situatie (Larsen & Buss, 2002). Niet iedereen evalueert een situatie even stressvol. De persoonlijkheid van een individu zou van invloed kunnen zijn op de mate waarin een persoon een situatie als stressvol beoordeelt. Persoonlijkheid speelt een belangrijke rol in de relatie tussen de werkomstandigheden en het welzijn van de werknemer. Denk aan een persoon die in elke nieuwe baan in conflict raakt met de leidinggevende of collega s of aan een collega die bij de minste tegenslag zich uit het veld laat slaan en zich in moeilijke situaties vaak ziek meldt (Schaufeli et al., 2003). Welke eigenschappen maken mensen nu extra kwetsbaar voor stressvolle situaties op het werk? Eerder in deze studie werd verondersteld dat taakconflict positief gerelateerd is aan relatieconflict. Niet altijd zal taakconflict op het werk ontaarden in relatieconflict. De persoonlijkheid van een individu zou van invloed kunnen zijn op het ervaren van conflicten. Over het algemeen zijn werknemers met een hoge score op neuroticisme pessimistisch en hebben de neiging om negatief te reageren op conflicten (Gaillard, 2003; van der Zee, 2007). Neuroticisme kan gedefinieerd worden als een tendens tot emotionele instabiliteit (Judge, Ilies, Bono, & Gerhardt, 2002). Neurotische mensen zijn gevoeliger voor en reageren sterker op negatieve stimuli, dan emotioneel stabiele mensen (Larsen & Ketelaar, 1991). Vanwege hun gevoeligheid voor negatieve stimuli (Watson & Pennebaker, 1989), wordt verwacht dat individuen met een hoge score op neuroticisme bij taakconflict eerder negatieve attributies zullen vormen over de vaardigheden of het karakter van het ander, hetgeen kan resulteren in relatieconflict (Edmondson & Smith, 2007). Hypothese 7: Neuroticisme modereert de positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict zodanig dat de relatie sterker is naarmate de medewerker meer neurotisch is. 11

12 Er werd eerder in deze studie verondersteld dat relatieconflict op het werk positief gerelateerd is aan stress. Maar niet ieder individu dat relatieconflict op het werk ervaart zal gestresst raken. Hoewel er diverse factoren en stresfactoren op het werk zijn die een rol kunnen spelen, is niet ieder individu even gevoelig voor stress. Individuele verschillen in de mate van neuroticisme beïnvloeden op wat voor manier mensen werk zien als een bron van stress (Hetland, Sandal, & Johnson, 2007). Individuen die laag scoren op neuroticisme zijn emotioneel stabiel, onverstoorbaar en kalm (McCrae & John, 1992). Een hoge score op neuroticisme is een teken van minder goed in staat zijn om met frustraties en stress om te gaan. Volgens Hoekstra et al. (2007) ervaren individuen die hoog scoren op neuroticisme meer stress dan individuen die hier laag op scoren. De kans is groot dat mensen die hoog scoren op neuroticisme over het algemeen vaker last zullen hebben van negatieve gevoelens op interpersoonlijk gebied, zoals frustratie en stress (Metsäpelto & Pulkkinen, 2003). Ook maken individuen met een hoge score op neuroticisme zich vaak zorgen over alles en iedereen, piekeren regelmatig en voelen zich vaak onveilig of ongelukkig in de omgang met anderen. Deze mensen ervaren een gewone situatie eerder als bedreigend en hebben moeite met het verwerken van frustraties (Schaufeli et al., 2003). In deze studie wordt daarom verwacht dat relatieconflict tot meer werkstress leidt naarmate iemand neurotischer is. Hypothese 8: Neuroticisme modereert de positieve relatie tussen relatieconflict en stress zodanig dat de relatie sterker is naarmate de medewerker meer neurotisch is. Verwacht wordt dat de interactie tussen taakconflict en neuroticisme via relatieconflict zal leiden tot werkstress. Een medewerker met een hoge score op neuroticisme is pessimistische en irriteerbaar (Gaillard, 2003; van der Zee, 2007), hetgeen kan bijdragen tot het ontaarden van taakconflict in relatieconflict. Naarmate er meer relatieconflict is zullen medewerkers meer werkstress ervaren. 12

13 Hypothese 9: Relatieconflict medieert het modererende effect van neuroticisme en taakconflict op stress. In tegenstelling tot neuroticisme leidt een hoge mate van Self-efficacy tot positieve gevolgen, zoals zelfverzekerdheid, gezondheid en welbevinden (Schaufeli et al., 2003; Bandura, 1997; Murphy, Halverson & Watson, 2003). Het begrip self-efficacy is afgeleid van de sociaal-cognitieve theorie van Bandura (1977). Over het algemeen wordt self-efficacy beschreven als het geloof in eigen kunnen. Individuen met een lage self efficacy geven eerder op wanneer ze geconfronteerd worden met een moeilijke situatie (Bandura, 1977). Deze individuen voelen zich onzeker over hun eigen vaardigheden en ervaren een moeilijke situatie eerder als bedreigend (Gist & Mitchell., 1992). Terwijl individuen met een hoge mate van self-efficacy moeilijke situaties als uitdagend ervaren (Mills, Pajares & Herron, 2007). Hierdoor lijkt het aannemelijk dat individuen met hoge self-efficacy taakconflict eerder als uitdaging zullen ervaren en de benodigde inspanning zullen leveren om ervoor te zorgen dat het niet ontaard in relatieconflict. Daarom wordt in deze studie verwacht dat een hoge score op self-efficacy zal leiden tot een afname van de positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict. Hypothese 10: Self-efficacy modereert de positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict zodanig dat de relatie afneemt naarmate de medewerker hoger scoort op selfefficacy. Binnen wetenschappelijk onderzoek wordt self-efficacy gedefinieerd als competentieverwachting; een algemeen idee van persoonlijke competentie om op een effectieve manier met stressvolle situaties om te gaan (Bandura, 1977). Self-efficacy is zowel 13

14 iets dat zich ontwikkelt met betrekking tot bepaalde taken in het werk, als een dimensie waarop mensen stabiel van elkaar verschillen. Door ervaring met taken op te doen zal dus ook de kans op stressreacties kunnen afnemen (Schaufeli et al., 2003). Self-efficacy gaat gepaard met gevoelens van zelfwaardering. Zelfwaardering verwijst naar iemands gevoel van persoonlijke waarde (Scholtz et al., 2002). Personen met een hoge self-efficacy en zelfwaardering vertonen over het algemeen minder hevige stressreacties in de omgang met anderen en een groter doorzettingsvermogen bij persoonlijke spanningen of tegenstellingen op het werk (Schaufeli et al., 2003; Bandura, 1993). Daarom wordt in deze studie verwacht dat een hoge score op self-efficacy zal leiden tot een afname van de positieve relatie tussen relatieconflict en werkstress. Hypothese 11: Self-efficacy modereert de positieve relatie tussen relatieconflict en werkstress zodanig dat de relatie afneemt naarmate de medewerker hoger scoort op selfefficacy. Om conflicten en werkstress te voorkomen is het belangrijk dat het individu gelooft in het eigen vermogen om toekomstige situaties het hoofd te bieden (Gist & Mitchell, 1992). In deze studie wordt verwacht dat de interactie tussen taakconflict en self-efficacy via relatieconflict zal leiden tot werkstress. Hypothese 12: Relatieconflict medieert het modererende effect van self-efficay en taakconflict op werkstress. Methode Respondenten en procedure De hypothesen in deze studie zijn getoetst aan de hand van data die is verzameld door middel van vragenlijsten. De data is verzameld bij twee verschillende ICT bedrijven, 14

15 namelijk Woningnet en Woningplaatsen. Alle 55 teamleiders (40 van Woningnet en 15 van Woningplaatsen) die op dat moment werkzaam waren binnen deze bedrijven zijn door de onderzoekers benaderd. In totaal zijn er 110 vragenlijsten verstuurd met een begeleidende brief waarin vermeld werd wat het onderzoek inhield en dat de gegevens van zowel de organisatie als van de respondenten vertrouwelijk en anoniem behandeld zouden worden. Naast de begeleidende brief en vragenlijst ontvingen de respondenten ook elk een retourenveloppe, waarmee ze de ingevulde vragenlijsten terug konden sturen naar de onderzoekers. Ongeveer twee weken na het versturen van de vragenlijsten waren er ongeveer 30 vragenlijsten binnen. Vervolgens is er per mail contact opgenomen met de mensen die nog niet gereageerd hadden. Er werd vriendelijk verzocht de vragenlijst alsnog in te vullen en eventuele vragen werden beantwoord. De organisatie heeft daarnaast haar medewerkers mondeling zelf ook gestimuleerd om mee te werken aan het onderzoek. Twee weken na het versturen van de herinneringsmail waren er in totaal 94 vragenlijsten binnen. Elke teamleider gaf twee directe medewerkers de vragenlijsten van het onderzoek. Op deze wijze zijn in totaal 110 medewerkers benaderd om deel te nemen aan het onderzoek, waarvan 94 medewerkers de vragenlijst volledig hebben ingevuld. De vragenlijst werd elke keer afgenomen bij twee respondenten met een gemeenschappelijke leidinggevenden. De respondenten zijn in tweetal aan elkaar verbonden: twee medewerkers met dezelfde teamleider. Antwoorden van beide respondenten werden op dyadisch niveau geanalyseerd. Om de vragenlijsten van elk tweetal aan elkaar te kunnen koppelen en daarbij de anonimiteit van de respondenten te waarborgen, waren de vragenlijsten voorzien van een code. De respondenten moesten de voorletter en de laatste drie letters van de achternaam van hun leidinggevende vermelden in de vragenlijst. Van de 110 benaderde medewerkers hebben in totaal 47 complete tweetallen (94 individuen) de vragenlijsten teruggestuurd (85% respons). Van respondenten die de 15

16 vragenlijst niet hebben afgemaakt, zijn de gegevens niet meegenomen in het onderzoek. Onjuist of niet ingevulde items werden ook niet meegenomen in verdere statistische analyse. De gemiddelde leeftijd van de respondenten was 31 jaar (variërend van 20 tot en met 55 jaar) en 56% was man. Gemiddeld werkten de meeste medewerkers werkten meer dan drie jaar samen met hun teamleider. Meetinstrumenten Alle oorspronkelijk items van de vragenlijsten die gebruikt zijn in deze studie zijn vanuit het Engels vertaald naar het Nederlands en terugvertaald. Op deze manier is gecontroleerd of de items dezelfde betekenis hebben gehouden. ICC. Per leidinggevende zijn er meerdere beoordelingen verzameld, daarom is het van belang om te kijken naar de mate van overeenstemming tussen de beoordelingen. Om de overeenstemming tussen beoordelingen te bepalen, is eerst de intraclass correlatie coëfficient ( Shrout & Fleiss, 1979) berekend. De ICC(1) scores kunnen gezien worden als een ratio van de variantie binnen een groep tegenover de variantie tussen groepen. Vervolgens zegt ICC(2) iets over de betrouwbaarheid van de gemiddelde score per groep (Bliese, 2000). De ICC(2) waarden gelijk of boven.5 zijn acceptabel, gelijk of groter dan.7 geeft aan dat de betrouwbaarheid goed is (Klein & Kozlowski, 2000). In relatie tot relatiegericht leiderschap blijken de ICC-waarden als volgt. ICC(1) bedraagt.7, hetgeen betekent dat 70% van de variantie van binnen de groep verklaard kan worden door de variantie tussen de groepen. De ICC(2) waarde bedraagt.82, dit is een zeer hoge betrouwbaarheid voor de gemiddelde score per groep. Voor taakconflict bedraagt ICC(1) voor.3 en ICC(2).5. Tot slot blijken de ICC-waarden van relatieconflict eveneens acceptabel (Klein & Kozlowski, 2000): ICC (1) bedraagt.5, terwijl de ICC (2) waarde.74 bedraagt. Alle ICC waardes zijn significant. Uit bovenstaande blijkt dat de ICC-waarden goed of in ieder geval acceptabel zijn (Klein & Kozlowski, 2000). 16

17 Demografische gegevens. Als eerst werd aan de respondenten gevraagd om enkele demografische gegevens in te vullen, namelijk geslacht, leeftijd en opleiding. Daarnaast werd aan de respondenten gevraagd om aan te geven hoe lang zij al in dienst zijn bij de organisatie, hoe lang ze werkzaam zijn in hun huidige functie en aan hoeveel medewerkers zij direct leiding geven. Relatiegericht leiderschap. Om relatiegericht leiderschap te meten beantwoordden de medewerkers tien items over het gedrag van hun teamleider (Stogdill, 1969). De uitleg die bij dit onderdeel staat is als volgt: Wilt u aangeven in hoeverre deze stellingen van toepassing zijn op het gedrag van uw leidinggevende? Respondenten geven op een schaal van 1 ( helemaal nooit ) tot 5 ( altijd ) aan in welke mate de 10 items van toepassing zijn op hun leidinggevende. Een voorbeelditem is: Mijn leidinggevende is vriendelijk en benaderbaar. De eerste acht items zijn positief geformuleerd en de overige twee negatief positief. Om relatiegericht leiderschap te kunnen meten zijn de laatste twee items gehercodeerd. Cronbach s is.81. Taak- en relatieconflict. De mate van taak- en relatieconflict zijn gemeten met de schaal van Jehn et al. (2008), bestaande uit 10 items. Met de eerste 5 items wordt de perceptie van de respondent van taakconflict (Cronbach s α is.75) gemeten. In deze schaal wordt bijvoorbeeld gevraagd hoe verschillend de standpunten van teamleden over besluiten zijn. Een voorbeelditem van taakconflict is: We hebben regelmatig een verschil van mening over werkgerelateerde dingen. Met de andere 5 items wordt de perceptie van de respondent op relatieconflict gemeten. Cronbach s α was.86. Een voorbeelditem van relatieconflict is: We hebben ruzie over niet-werk gerelateerde (sociale of persoonlijke) zaken. Op alle 10 items kunnen de respondenten op een vijfpunts Likert-schaal de mate van taakconflict aangeven, oplopend van helemaal niet tot in zeer hoge mate. Stress. Stress wordt gemeten met de schaal van Keller (1984), bestaande uit 4 items. De 4 items zijn: Ik ervaar spanning door mijn werk, Bepaalde aspecten van mijn werk zijn 17

18 een bron van frustratie voor mij, Mijn werk is weinig belastend en Ik voel me nooit onder druk staan in mijn werk. Respondenten kunnen op een schaal van 1 ( helemaal niet') tot 5 ( in zeer hoge mate ) aangeven in welke mate de 4 items op hen van toepassing is. De betrouwbaarheid van de vragenlijsten wordt berekend met behulp van Cronbach s. Cronbach s is.76. Neuroticisme. Neuroticisme wordt gemeten met de vragenlijst van Goldberg (1999; aangehaald in Costa & McCrae, 1992). De 10 items van deze vragenlijst zijn gebaseerd op de NEO-PI-R, een vragenlijst die de Big Five facetten van persoonlijkheid meet (Costa & McCrae, 1992). Een voorbeelditem is: Ik hou niet van mezelf. De eerste vijf items zijn negatief geformuleerd en de overige vijf positief. Om neuroticisme te kunnen meten zijn er vijf items gerhercodeerd. Respondenten kunnen op een schaal van 1 ( helemaal niet van toepassing') tot 5 ( helemaal van toepassing ) aangeven in welke mate de 10 items op hen van toepassing waren. Cronbach s is.79. Self-Efficacy. Self-efficacy wordt gemeten met gebruik van een vertaling van de General Self-efficacy Scale (Jerusalem & Schwarzer, 1992), bestaande uit 10 items. Een voorbeeld item is: Ik kan altijd moeilijke problemen oplossen als ik maar hard genoeg probeer. Respondenten kunnen op een schaal van 1 ( helemaal niet van toepassing ) tot 5 ( helemaal van toepassing ) aan in welke mate de 10 items op hen van toepassing waren. Cronbach s is.82. Bij het testen van de hypothesen is er gecontroleerd voor de variabelen leeftijd, geslacht, opleiding, lengte van dienstverband en tenure. Al deze controlevariabelen blijken echter geen significante invloed te hebben op de resultaten. Deze controlevariabelen worden dan ook uitgesloten van de verdere analyses. 18

19 Resultaten Gemiddelden, standaarddeviaties en inter-correlaties van de variabelen die in deze studie zijn gebruikt staan in Tabel 1. Relatiegericht leiderschap (r = -.55, p <.01), taakconflict (r =.20, p <.05), relatieconflict (r =.37, p <.01), neuroticisme (r =.44, p <.01) en self-efficacy (r = -.23, p <.05) zijn gerelateerd aan stress. Neuroticisme is daarnaast negatief gerelateerd aan relatiegericht leiderschap (r = -.31, p <.01) en positief aan taakconflict (r =.29, p <.01) en relatieconflict (r =.41, p <.01). Dit betekent dat neurotische mensen minder relatiegericht leiderschap waarnemen en meer conflict. Relatieconflict is negatief gerelateerd aan relatiegericht leiderschap (r = -.25, p <.01) en positief aan taakconflict (r =.58, p <.01). Self-efficacy laat negatieve correlaties zien met taakconflict (r = -.20, p <.05), relatieconflict (r = -.22, p <.05) en neuroticisme (r = -.63, p <.01). Tenure (ambtsperiode) is negatief gerelateerd aan relatieconflict (r = -.26, p <.01), en positief aan sekse (r =.18, p <.05) en leeftijd (r =.50, p <.01). Tot slot is leeftijd negatief gerelateerd aan relatieconflict (r = -.22, p <.05), neuroticisme (r = -.21, p <.05) en positief aan sekse (r =.21, p <.05). Voor de toetsing van hypothesen is gebruik gemaakt van lineaire hiërarchische regressieanalyses. Alle variabelen zijn voorafgaand aan deze analyses gestandaardiseerd (Aiken & West, 1991). Naast correlatie analyse wordt er met behulp van een regressieanalyse getoetst of taakconflict positief gerelateerd is aan relatieconflict. De resultaten van deze regressieanalyse zijn weergegeven in Tabel 2. Uit de resultaten blijkt dat taakconflict positief gerelateerd is aan relatieconflict (β =.56, p <.01). Hypothese 1, die stelt dat taakconflict positief gerelateerd is aan relatieconflict, is hiermee bevestigd. Vervolgens is Hypothese 2, die stelt dat relatieconflict positief gerelateerd is aan stress, op dezelfde wijze getoetst als Hypothese 1. De resultaten zijn weergegeven in Tabel 3. Uit de resultaten blijkt dat relatieconflict positief gerelateerd is aan stress (β =.40, p < 19

20 .01). Hypothese 2, die stelt dat relatieconflict positief gerelateerd is aan stress, is hiermee bevestigd. Hypothese 3, die stelt dat de positieve relatie tussen taakconflict en stress gemedieerd wordt door relatieconflict, wordt met behulp van een regressieanalyse getoetst. Hiervoor zijn de stappen van de mediatie analyse doorlopen. Stap 1 van het mediatie model laat een significante relatie zien tussen de onafhankelijke variabele taakconflict en het afhankelijke variabele stress (β =.20, p <.05). Bij Stap 2 is gekeken naar de relatie tussen taakconflict en relatieconflict. Zoals eerder uit hypothese 1 blijkt dat taakconflict positief gerelateerd is aan relatieconflict (β =.56, p <.01), zie Tabel 2. Wanneer relatieconflict als mediator wordt toegevoegd (Stap 3), is er sprake van een significant effect van relatieconflict op stress (β =.40, p <.01). De relatie tussen taakconflict en stress wordt aanzienlijk zwakker na het toevoegen van de mediator (β = -.02, p = ns), zie Tabel 4. Hieruit kan opgemaakt worden dat relatieconflict een rol speelt in de relatie tussen taakconflict en stress. Om de invloed van relatieconflict verder te kunnen onderzoeken is een Sobel test uitgevoerd (Appendix B). Een Sobel test laat zien dat de afname in regressiecoëfficiënt significant is (Z = 2.85, p < 0.01). Hieruit blijkt dat relatieconflict een mediator is in de relatie tussen taakconflict en stress. De mate van het ervaren van een relatieconflict kan de invloed van taakconflict op stress verklaren. Hiermee is hypothese 3 bevestigd. Hypothese 4 is getoetst door de invloed te onderzoeken van de interactie tussen taakconflict en relatiegericht leiderschap op relatieconflict na te hebben gecontroleerd voor de hoofdeffecten van taakconflict en relatiegericht leiderschap. De resultaten zijn weergegeven in Tabel 5. In Stap 1 taakconflict en relatiegericht leiderschap toegevoegd, gevolgd door de verwachte interactieterm in Stap 2. Deze analyse is uitgevoerd voor relatieconflict. 20

21 Als de interactieterm die toegevoegd is aan de regressie de hoeveelheid verklaarde variantie significant verhoogd (oftewel, als R 2 significant is), dan kan relatiegericht leiderschap gezien worden als een moderator van de relatie tussen taakconflict en de afhankelijke variabele. Stap 2 in Tabel 5 laat zien dat de interactieterm zorgt voor 2% extra verklaarde variantie in relatieconflict, wat een significante bijdrage is (β = -.16, p <.05). Geconcludeerd kan worden dat de relatie tussen taakconflict en relatieconflict wordt beïnvloed door relatiegericht leiderschap. Om te kijken of deze invloed in de verwachte richting is, is de plot van deze interactie weergegeven in Figuur 2. De richting van deze interactie komt overeen met Hypothese 4, daar deze laat zien dat taakconflict negatief gerelateerd is aan relatieconflict wanneer er hoog gescoord wordt op relatiegericht leiderschap. Dus, relatiegericht leiderschap modereert de relatie tussen taakconflict en relatieconflict. De positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict neemt af naarmate de leider meer relatiegericht is. Hypothese 5 is getoetst door de invloed te onderzoeken van de interactie tussen relatieconflict en relatiegericht leiderschap op stress na te hebben gecontroleerd voor de hoofdeffecten van relatieconflict en relatiegericht leiderschap. De resultaten zijn weergegeven in Tabel 6. In Stap 1 zijn relatieconflict en relatiegericht leiderschap toegevoegd, gevolgd door de verwachte interactieterm in Stap 2. Deze analyse is uitgevoerd voor stress. Als de interactieterm die toegevoegd is aan de regressie de hoeveelheid verklaarde variantie significant verhoogd (oftewel, als R 2 significant is), dan kan relatiegericht leiderschap gezien worden als een moderator van de relatie tussen relatieconflict en de afhankelijke variabele stress. Stap 2 in Tabel 6 laat zien dat de interactieterm zorgt voor 2% extra verklaarde variantie in relatieconflict, wat een significante bijdrage is (β = -.17, p <.05). Geconcludeerd kan worden dat de relatie tussen relatieconflict en stress wordt beïnvloed door relatiegericht leiderschap. Om te kijken of deze invloed in de verwachte 21

22 richting is, is de plot van deze interactie weergegeven in Figuur 3. De richting van deze interactie komt overeen met Hypothese 5, daar deze laat zien dat relatieconflict negatief gerelateerd is aan stress wanneer er hoog gescoord wordt op relatiegericht leiderschap. Dus, relatiegericht leiderschap modereerde de relatie tussen relatieconflict en stress. De positieve relatie tussen relatieconflict en werkstress neemt af naarmate de leider meer relatiegericht is. Hypothesen 6, die stelt dat het modererende effect van relatiegericht leiderschap en taakconflict op stress gemedieerd wordt door relatieconflict, is getoetst zoals aangeraden wordt door Muller, Judd en Yzerbyt (2005). De resultaten van deze gemodereerde regressieanalyse voor relatieconflict is weergegeven in Tabel 7. Aan de eerste voorwaarde, die stelt dat de interactie tussen de onafhankelijke variabele en de moderator de afhankelijke variabele significant voorspelt, is voldaan door reeds aan te tonen dat de interactie tussen relatiegericht leiderschap en taakconflict een significante voorspeller is van stress (β = -.25, p <.01). Aan de tweede voorwaarde, die stelt dat de interactie tussen de onafhankelijke variabele en de moderator (taakconflict*relatiegericht leiderschap) de mediatoren (relatieconflict) significant moet voorspellen, is voldaan. Zo laat Tabel 8 zien dat de interactie tussen relatiegericht leiderschap en taakconflict zorgde voor 9 % extra verklaarde variantie in relatieconflict. Dit was een significante bijdrage (β = -.31, p <.01). Om de invloed van relatieconflict verder te kunnen onderzoeken is een Sobel test uitgevoerd (Appendix B). Een Sobel test laat zien dat de afname in regressiecoëfficiënt niet significant is (Z = -1.85, p=ns). Hieruit blijkt dat relatieconflict het modererende effect van relatiegericht leidershap en taakconflict op stress niet medieert. Hiermee is hypothese 6 niet bevestigd. Hypothese 7 stelt dat de positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict zodanig gemodereerd wordt door neuroticisme dat de relatie sterker wordt naarmate de medewerker meer neurotisch is. Hypothese 7 is getoetst door de invloed te onderzoeken van de interactie 22

23 tussen taakconflict en neuroticisme op relatieconflict na te hebben gecontroleerd voor de hoofdeffecten van taakconflict en neuroticisme. De resultaten zijn weergegeven in Tabel 8. In Stap 1 zijn taakconflict en neuroticisme toegevoegd, gevolgd door de verwachte interactieterm in Stap 2. Deze analyse is uitgevoerd voor relatieconflict. De interactie tussen taakconflict en neuroticisme zorgt voor 3% extra verklaarde variantie, wat een significante bijdrage is voor de verklaring van stress (β =.19; zie Tabel 9, Stap 2. Geconcludeerd kan worden dat de relatie tussen taakconflict en relatieconflict beïnvloedt wordt door neuroticisme. Neuroticisme modereert de relatie tussen taakconflict en relatieconflict, dus Hypothese 7 wordt ondersteund. Om te kijken of deze invloed in de verwachte richting is, is de plot van deze interactie weergegeven in Figuur 4. De richting van deze interactie komt overeen met Hypothese 7, daar deze laat zien dat de positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict toeneemt naarmate de medewerker hoger scoort op neuroticisme. Dus, neuroticisme modereert de positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict. Door regressie analyse uit te voeren wordt gekeken naar het modererende effect van neuroticisme op de relatie tussen relatieconflict en stress. Hypothese 8 is getoetst door de invloed te onderzoeken van de interactie tussen relatieconflict en neuroticisme op stress na te hebben gecontroleerd voor de hoofdeffecten van relatieconflict en neuroticisme. De resultaten zijn weergegeven in Tabel 10. In Stap 1 zijn relatieconflict en neuroticisme toegevoegd, gevolgd door de verwachte interactieterm in Stap 2. Deze analyse is uitgevoerd voor stress. De interactie tussen relatieconflict en neuroticisme zorgde voor 1% extra verklaarde variantie, wat een marginale, niet significante bijdrage was voor de verklaring van stress (β = -.07; zie Tabel 10, Stap 2). Geconcludeerd kan worden dat de relatie tussen relatieconflict en stress niet beïnvloedt wordt door neuroticisme. Neurotisicme modereerde de relatie tussen relatieconflict en stress, dus Hypothese 8 wordt niet ondersteund. 23

24 Hypothesen 9, die stelt dat het modererende effect van neuroticisme en taakconflict op stress gemedieerd wordt door relatieconflict, is getoetst zoals aangeraden wordt door Muller et al. (2005). De resultaten van deze gemodereerde regressie-analyse voor relatieconflict is weergegeven in Tabel 11. Aan de eerste voorwaarde, die stelt dat de interactie tussen de onafhankelijke variabele en de moderator de afhankelijke variabele significant voorspelt, is niet voldaan. De interactie tussen neuroticisme en taakconflict is niet een significante voorspeller van stress (β = -.01, p=ns). Hieruit kan worden geconcludeerd dat relatieconflict het modererende effect van neuroticisme en taakconflict op stress niet medieert. Hiermee is hypothese 9 niet bevestigd. Door een regressieanalyse uit te voeren wordt aangetoond dat self-efficacy de positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict zodanig modereert dat de relatie afneemt naarmate de medewerker hoger scoort op self-efficacy. Hypothese 10 is getoetst door de invloed te onderzoeken van de interactie tussen taakconflict en self-efficacy op relatieconflict na te hebben gecontroleerd voor de hoofdeffecten van taakconflict en selfefficacy. De resultaten zijn weergegeven in Tabel 12. Als eerst zijn taakconflict en selfefficacy toegevoegd, gevolgd door de verwachte interactieterm in de volgende stap. Deze analyse is uitgevoerd voor relatieconflict. De interactie tussen taakconflict en self-efficacy zorgde voor 7% extra verklaarde variantie, wat een significante bijdrage was voor de verklaring van relatieconflict (β = -.28, p <.01; zie Tabel 12, Stap 2). Geconcludeerd kan worden dat de relatie tussen taakconflict en relatieconflict beïnvloed wordt door self-efficacy. Self-efficacy modereerde de relatie tussen taakconflict en relatieconflict, dus Hypothese 10 wordt ondersteund. Om te kijken of deze invloed in de verwachte richting is, is de plot van deze interactie weergegeven in Figuur 45 De richting van deze interactie komt overeen met Hypothese 10, daar deze laat zien dat de positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict afneemt naarmate de medewerker 24

25 hoger scoort op self-efficacy. Dus, self-efficacy modereerde de relatie tussen taakconflict en relatieconflict. Verder wordt aangetoond dat self-efficacy de positieve relatie tussen relatieconflict en stress zodanig modereert dat de relatie afneemt naarmate de medewerker hoger scoort op self-efficacy. Hypothese 11 is getoetst door de invloed te onderzoeken van de interactie tussen relatieconflict en self-efficacy op stress na te hebben gecontroleerd voor de hoofdeffecten van relatieconflict en self-efficacy. De resultaten zijn weergegeven in Tabel 13. In Stap 1 is wordt relatieconflict en self-efficacy toegevoegd, gevolgd door de verwachte interactieterm in Stap 2. Deze analyse is uitgevoerd voor stress. De interactie tussen relatieconflict en self-efficacy zorgde voor 1% extra verklaarde variantie, wat een niet significante bijdrage was voor de verklaring van stress (β = -.07; zie Tabel 13, Stap 2). Geconcludeerd kan worden dat de relatie tussen relatieconflict en stress niet beïnvloed wordt door self-efficacy. Self-efficacy modereerde de relatie tussen relatieconflict en stress, dus Hypothese 11 wordt niet ondersteund. Tot slot wordt gekeken of het modererende effect van self-efficacy en taakconflict op stress gemedieerd wordt door relatieconflict. De resultaten van deze gemodereerde regressie-analyse voor relatieconflict is weergegeven in Tabel 14. Aan de eerste voorwaarde, die stelt dat de interactie tussen de onafhankelijke variabele en de moderator de afhankelijke variabele significant voorspelt, is niet voldaan. De interactie tussen self-efficay en taakconflict is niet een significante voorspeller van stress (β = -.09, p=ns). Hiermee wordt geconcludeerd dat relatieconflict het modererende effect van self-efficacy en taakconflict op stress niet medieert. Hiermee is hypothese 12 niet bevestigd. 25

26 Discussie Het doel van deze studie was om meer te weten te komen over de invloed van leiderschapsgedrag en persoonlijkheidskenmerken van de medewerkers op de relaties tussen ervaren taakconflict, relatieconflict en werkstress. Meer specifiek werd de modererende effecten van relatiegericht leiderschap en persoonlijkheidskenmerken neuroticisme en selfefficacy op de relaties tussen taakconflict, relatieconflict en werkstress onderzocht. De verwachting van deze studie was dat taakconflict positief gerelateerd zou zijn aan relatieconflict. Uit de resultaten kwam in lijn met voorgaande onderzoeken (Chen, 2006; De Dreu & Weingart, 2003) naar voren dat er een significante, positieve relatie bestaat tussen taakconflict en relatieconflict. Dit suggereert dus dat onenigheid over het werk of op de werkvloer (taakconflict) negatieve attributies zou kunnen oproepen over de vaardigheden of het karakter van het ander, hetgeen zou kunnen resulteren in relatieconflict. Daarnaast werd verwacht dat er een positieve relatie bestaat tussen relatieconflict en werkstress. Zoals verwacht kwam uit de resultaten naar voren dat er een significante relatie bestaat tussen relatieconflict en werkstress. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de aanwezigheid van relatieconflict negatieve emoties en frustraties zouden kunnen oproepen bij de medewerkers die tot werkstress kunnen leiden (Jehn et al., 2008). De resultaten van deze studie gaven aan dat relatieconflict een mediërende effect heeft op de relatie tussen taakconflict en werkstress. Dit duidt erop dat taakconflict via relatieconflict tot werkstress leidt. Een verklaring hiervoor kan zijn dat conflicten over werk negatieve attributies kunnen oproepen over het karakter van een ander, hetgeen kan resulteren in relatieconflict en vervolgens tot frustraties en stress (Janssen et al., 1999). De resultaten bevestigden ook de verwachting dat relatiegericht leiderschap de relatie tussen taakconflict en relatieconflict zodanig modereert dat de positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict afneemt naarmate een leidinggevende meer relatiegericht 26

27 leiding geeft. Dit duidt erop dat een relatiegericht leiderschap ervoor kan zorgen dat een taakconflict niet leidt tot een relatieconflict. Een mogelijke verklaring hiervoor is de betrokkenheid en steun dat relatiegericht leiderschap aan de werknemer biedt (Allen & Meyer, 1990). Het modererende effect van relatiegericht leiderschap op de relatie tussen taakconflict en werkstress werd daarnaast niet gemedieerd door relatieconflict. Maar de positieve relatie tussen relatieconflict en werkstress nam af naarmate de leider meer relatiegericht was. Een mogelijke verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat de aanwezigheid van medelevend en coöperatief leiderschap (relatiegericht leiderschap) (Fleishman et al., 1991) leidt tot het minder ervaren van werkstress bij de medewerkers (Bass, 1993). Een relatiegericht leiderschap zou ervoor kunnen zorgen dat conflicten worden opgelost door partijen op basis van hun verschillende belangen op bepaalde punten compromissen te laten sluiten (Judge et al., 2004). Door compromissen te laten sluiten zou relatieconflict kunnen worden opgelost, waardoor het niet leidt tot werkstress. Uit de resultaten kwam in lijn met de verwachtingen naar voren dat neurotisme en self-efficacy de relatie tussen taakconflict en relatieconflict modereren. Een hoge score op neuroticisme liet zien dat de positieve relatie tussen taakconflict en relatieconflict toeneemt, terwijl een hoge score op self-efficacy deze positieve relatie vermindert. Een mogelijk verklaring hiervoor kan zijn dat neuroticische mensen eerder geïrriteerd raken bij een onenigheid over werk, wat bij deze mensen eerder kan leiden tot persoonlijke tegenstellingen en irritaties (Gaillard, 2003). In tegenstelling tot neuroticisme leidt een hoge mate van self-efficacy tot positieve gevolgen, zoals zelfverzekerdheid (Schaufeli et al., 2003; Bandura, 1997; Murphy, et al., 2003). De zelfverzekerdheid van het individu zou ervoor kunnen zorgen dat een moeilijke situatie (taakconflict) als een uitdaging wordt ervaren, waardoor het niet zozeer leidt tot spanningen tussen personen (relatieconflict). 27

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap.

Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Onderzoek naar de werving en het behoud van vrijwilligers toegepast op de theorie van Psychologisch Eigenaarschap. Master thesis onderzoek van Mandy Ziel, Merel van der Mark & Chrisje Seijkens. Universiteit

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst.

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Ferry Koster, Daan Bloem en Petra van de Goorbergh ICOON#11 November 2017 Het

Nadere informatie

Strategie en resultaat

Strategie en resultaat Strategie en resultaat Hoe goed zijn Nederlandse organisaties in het omzetten van strategie in resultaat? Het antwoord op die vraag krijgen, dat was het doel van het onderzoek van Yvonne Nijkamp Msc, dat

Nadere informatie

Bronnen van stress Persoonlijkheidskenmerken en coping (= wijze van omgaan met of reageren op stress) Effecten van stress

Bronnen van stress Persoonlijkheidskenmerken en coping (= wijze van omgaan met of reageren op stress) Effecten van stress WORK EXPERIENCE SCAN VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Voor elk bedrijf is het van belang de oorzaken van stresserende factoren zo snel mogelijk te herkennen om vervolgens het beleid hierop af te kunnen

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft)

De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) De VrijBaan Vragenlijst (specifiek voor iemand die geen werk heeft) Inleiding Veel mensen ervaren moeilijkheden om werk te vinden te behouden, of van baan / functie te veranderen. Beperkingen, bijvoorbeeld

Nadere informatie

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen

Nadere informatie

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst.

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Het onderzoeksproject Innovatief Personeelsbeleid richt zich op de vraag hoe

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

LOOPBAANCOMPETENTIES EN LOOPBAANSUCCES: DE MODERERENDE INVLOED VAN SEKSE Nikky Wessels Hogeschool de Kempel

LOOPBAANCOMPETENTIES EN LOOPBAANSUCCES: DE MODERERENDE INVLOED VAN SEKSE Nikky Wessels Hogeschool de Kempel LOOPBAANCOMPETENTIES EN LOOPBAANSUCCES: DE MODERERENDE INVLOED VAN SEKSE Nikky Wessels Hogeschool de Kempel SAMENVATTING Volgens Kuijpers en Meijers (2009) is er een positieve samenhang tussen loopbaancompetenties

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Achtergronden bij het instrument

Achtergronden bij het instrument Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl servicedesk@picompany.nl

Nadere informatie

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit

Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief. Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit SAMENVATTING Determinanten van Leiderschap-Succes: Ontwikkeling van een Integratief Model van Persoonlijkheid, Overtuigingen, Gedrag, en Diversiteit Leiders zijn belangrijke leden van organisaties. De

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Narcistische leiders en hun invloed op het welzijn van de. medewerker: de rol van werkbetekenis en core selfevaluations.

Narcistische leiders en hun invloed op het welzijn van de. medewerker: de rol van werkbetekenis en core selfevaluations. Narcistische leiders en hun invloed op het welzijn van de medewerker: de rol van werkbetekenis en core selfevaluations. Nathalie Franke Studentnummer: 0578614 Begeleidster: Annebel de Hoogh Studieonderdeel:

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie

Fit en duurzame inzetbaarheid

Fit en duurzame inzetbaarheid Fit en duurzame inzetbaarheid De onderlinge relatie en de invloed van bevlogenheid en leiderschap Masterthesis Arbeids- en Organisatiepsychologie Faculteit Sociale Wetenschappen Margriet Bekedam - 3158446

Nadere informatie

Persoonlijkheidstesten

Persoonlijkheidstesten Persoonlijkheidstesten De gratis korte persoonlijkheid test De eerste test die ik heb gemaakt is een gratis test. Deze test bestaat uit één vraag waar wordt gevraagd een van de negen figuren te kiezen.

Nadere informatie

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven

/hpm. Onderzoek werkstress, herstel en cultuur. De rol van vrijetijdsbesteding. 6 februari 2015. Technische Universiteit Eindhoven Onderzoek werkstress, herstel en cultuur De rol van vrijetijdsbesteding 6 februari 2015 Technische Universiteit Eindhoven Human Performance Management Group ir. P.J.R. van Gool prof. dr. E. Demerouti /hpm

Nadere informatie

WERKBELEVINGSONDERZOEK HOGESCHOOL ZUYD - FACULTEIT ICT

WERKBELEVINGSONDERZOEK HOGESCHOOL ZUYD - FACULTEIT ICT WERKBELEVINGSONDERZOEK HOGESCHOOL ZUYD - FACULTEIT ICT Versie : 0.1 Auteur : Alfred Wagenaar Datum : 14 Februari 2008 Review : Ewout ten Broek Status : Concept 2 1 RESULTATEN In dit rapport zullen allereerst

Nadere informatie

Job crafting: Het crossover effect van job crafting tussen werk koppels

Job crafting: Het crossover effect van job crafting tussen werk koppels Masterscriptie 2011/2012, 20050040209-3 Arbeids- en Organisatiepsychologie Faculteit Sociale Wetenschappen Docenten: Maria Peeters en Ilona van Beek 23 juni 2012 Job crafting: Het crossover effect van

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor

Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Auteur A.R. Goudriaan E-mailadres alex@goudriaan.name Datum 16 november 2008 Versie 1.0 Titel Computeraffiniteit belangrijk op kantoor Computeraffiniteit belangrijk op kantoor tevredenheid over de automatiseringsafdeling

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee?

Beschrijving van de gegevens: hoeveel scholen en hoeveel leerlingen deden mee? Technische rapportage Leesmotivatie scholen van schoolbestuur Surplus Noord-Holland Afstudeerkring Begrijpend lezen 2011-2012, Inholland, Pabo-Alkmaar Marianne Boogaard en Yvonne van Rijk (Lectoraat Ontwikkelingsgericht

Nadere informatie

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk

Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Behoeftes rijksambtenaren in kaart Flitspanelonderzoek oktober 2017 Een uitgave in het kader van het strategisch personeelsbeleid Rijk Managementsamenvatting In het kader van de totstandkoming van het

Nadere informatie

Succesvolle Werknemers:

Succesvolle Werknemers: Succesvolle Werknemers: De invloed van persoonlijkheid en intelligentie op werkprestaties, werktevredenheid en bevlogenheid Thesis in het kader van de Masteropleiding Arbeids- en Organisatiepsychologie

Nadere informatie

Is de therapeutische relatie in CGT voor CVS van belang voor het behandelresultaat?

Is de therapeutische relatie in CGT voor CVS van belang voor het behandelresultaat? Is de therapeutische relatie in CGT voor CVS van belang voor het behandelresultaat? Hans Knoop Marianne Heins Gijs Bleijenberg CGT leidt tot een afname van klachten % patienten dat geen of duidelijk minder

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw Dit document beschrijft kort de bevindingen uit het onderzoek over biseksualiteit van het AmsterdamPinkPanel.

Nadere informatie

Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016

Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016 Onderzoeksbureau Groepsverslag Stress Reductie Effect Meting na HeartMath coachtraject maart 2016 In opdracht van HeartMath Benelux Periode november 2012 tot en met maart 2016 De stress-rem (Stress Reductie

Nadere informatie

In het eerste deel van dit proefschrift staan drie onderzoeksvragen (OV) centraal. Deze zijn schematisch weergegeven in onderstaand figuur.

In het eerste deel van dit proefschrift staan drie onderzoeksvragen (OV) centraal. Deze zijn schematisch weergegeven in onderstaand figuur. Samenvatting Introductie Het doel van dit proefschrift is om inzicht te krijgen in wat bijdraagt aan goed toegeruste zorgmedewerkers werkzaam in de verpleeghuiszorg voor mensen met dementie. Een sterke

Nadere informatie

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk De invloed van indicatiestelling door overleg (the Negotiated Approach) op patiëntbehandelingcompatibiliteit en uitkomst bij de behandeling van depressieve stoornissen 185 In deze thesis staat de vraag

Nadere informatie

Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE EINDMETING Voorbeeldteam Aantal deelnemers: 8 15-11-2015

Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE EINDMETING Voorbeeldteam Aantal deelnemers: 8 15-11-2015 Vertrouwelijk GROEPSRAPPORTAGE EINDMETING Voorbeeldteam Aantal deelnemers: 8 15-11-2015 1 Dit rapport geeft een overzicht op groepsniveau van hun bevlogenheid, energie- en stressbronnen en de gemiddelde

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid

Achtergrond informatie Mentale Vitaliteit Quickscan Bevlogenheid Achtergrond informatie Quickscan Bevlogenheid Bezoek onze website op Twitter mee via @Activeliving93 Linken? Linkedin.com/company/active-living-b.v. Bezoekadres Delta 40 6825 NS Arnhem Altijd ~ Overal

Nadere informatie

Social media gebruik onder werknemers, schakel jij ook aan en uit?

Social media gebruik onder werknemers, schakel jij ook aan en uit? Social media gebruik onder werknemers, schakel jij ook aan en uit? De relatie tussen social media gebruik (werkgerelateerd en privé) en het welbevinden van werknemers. The relationship between social media

Nadere informatie

Kennis, Waarden & Milieuvriendelijk Verplaatsingsgedrag

Kennis, Waarden & Milieuvriendelijk Verplaatsingsgedrag Kennis, Waarden & Milieuvriendelijk Verplaatsingsgedrag Verzekeren per Kilometer ΙΙ Werkpakket 2: Communicatie van milieu-effecten Rijksuniversiteit Groningen M. Gorsira E.M. Steg J.W. Bolderdijk K.E.

Nadere informatie

W E S WORK EXPERIENCE SCAN

W E S WORK EXPERIENCE SCAN W E S WORK EXPERIENCE SCAN AYA THUISZORG ZorgDNA Computerweg 24 3542 DR UTRECHT T 030-820 03 63 E info@zorgdna.nl, INHOUDSOPGAVE HET RAPPORT HOOFDSTUK 1 - OVERZICHT VAN DE DIMENSIES BRONNEN VAN STRESS

Nadere informatie

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)

Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie

Nadere informatie

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems

TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems TilburgInstituteforInterdisciplinary StudiesofCivilLaw andconflict ResolutionSystems RapportEvaluatie Online Mediation in Echtscheidingszaken Aanleidingvoorhetonderzoek In 2008 heeft Juripax in opdracht

Nadere informatie

Badkuipmanagement. Hoe houdt u, uw badeendjes drijvende? Drs. Mark B.J. de Lat

Badkuipmanagement. Hoe houdt u, uw badeendjes drijvende? Drs. Mark B.J. de Lat Badkuipmanagement Hoe houdt u, uw badeendjes drijvende? Drs. Mark B.J. de Lat KPMG Advisory N.V. NVvA Symposium Zeist, 23 april 2009 Agenda Conclusie: Niets is wat het lijkt dat het is Badkuipmanagement

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Werkdruk in het onderwijs

Werkdruk in het onderwijs Rapportage Werkdruk in het primair en voortgezet onderwijs DUO ONDERWIJSONDERZOEK drs. Vincent van Grinsven dr. Eric Elphick drs. Liesbeth van der Woud Maart 2012 tel: 030-2631080 fax: 030-2616944 email:

Nadere informatie

Psychologisch eigenaarschap en de factoren die er gerelateerd aan zijn

Psychologisch eigenaarschap en de factoren die er gerelateerd aan zijn Psychologisch eigenaarschap en de factoren die er gerelateerd aan zijn Psychological ownership and the factors that are related with it Geke Rook (0134104), masterstudent Arbeids- en Organisatiepsychologie

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik

Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik Bijlage bij hoofdstuk 7 Ervaren gezondheid, leefstijl en zorggebruik B7.1 Constructie van de maten voor fysieke en psychische gezondheid SF-12 vragen in SING 09 In gezondheidsonderzoek wordt vaak de zogenaamde

Nadere informatie

Werkstress hoger management

Werkstress hoger management Werkstress hoger management GfK Oktober 2017 1 Inhoudsopgave 1 2 3 4 Management summary Slide 3-4 Onderzoeksresultaten Slide 5-17 Onderzoeksverantwoording Slide 18-20 Contact Slide 21-22 2 Management Summary

Nadere informatie

De gevolgen van werkdruk voor het welzijn van de werknemer

De gevolgen van werkdruk voor het welzijn van de werknemer De gevolgen van werkdruk voor het welzijn van de werknemer Laura Honshorst Studentnummer: 10553096 Email: laura.honshorst@gmail.com Bachelor scriptie Sociologie Universiteit van Amsterdam Begeleider: Matthijs

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

De rol van organisatietransparantie bij innovatieve ideeën en conflict stress

De rol van organisatietransparantie bij innovatieve ideeën en conflict stress Masterthesis Arbeid en Organisatiepsychologie De rol van organisatietransparantie bij innovatieve ideeën en conflict stress De relatie tussen innovatieve ideeën, organisatietransparantie en taakconflict

Nadere informatie

Rapportage Zingeving. Bea Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 19.06.2015. Email:

Rapportage Zingeving. Bea Voorbeeld. support@meurshrm.nl. Naam: Datum: 19.06.2015. Email: Rapportage Zingeving Naam: Bea Voorbeeld Datum: 19.06.2015 Email: support@meurshrm.nl Bea Voorbeeld / 19.06.2015 / Zingeving (QZN) 2 Mens-zijn betekent verantwoordelijkheid nemen: het je ervan bewust zijn

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Essentie van dit onderzoek

Essentie van dit onderzoek Invloeden op en gevolgen van academisch uitstelgedrag van eerstejaars pabostudenten Veloncongres 2015 Lennart Visser Fred Korthagen Judith Schoonenboom Essentie van dit onderzoek Dit onderzoek geeft inzicht

Nadere informatie

STEPHANIE VOORBEELD Beoordelingsrapport

STEPHANIE VOORBEELD Beoordelingsrapport ! STEPHANIE VOORBEELD Beoordelingsrapport 2pir%is%de%houder%van%de%exclusieve%rechten% voor%de%nederlandstalige%gebieden%van%de% wereld%voor%mtq48.% www.2pirr.eu% % Dit beoordelingsrapport bevat tenminste

Nadere informatie

Resultaten 1 6/30/2016 VWO COMPETENTIEPROFIEL EN NIVEAU

Resultaten 1 6/30/2016 VWO COMPETENTIEPROFIEL EN NIVEAU Resultaten 1 6/30/2016 VWO COMPETENTIEPROFIEL EN NIVEAU Resultaten 2 6/30/2016 PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN Naam ABCDE Resultaten 3 6/30/2016 Gegevens deelnemer School Naam Algemeen College Naam ABCDE Afnamedatum

Nadere informatie

Maak het niet persoonlijk

Maak het niet persoonlijk Masterthese Maak het niet persoonlijk Een studie naar de modererende en mediërende rol van gedragsintegratie en andere factoren op de relatie tussen taakconflict en relatieconflict. Nienke Henkus Studentnummer:

Nadere informatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie

Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting. Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Summary in Dutch Nederlandse Samenvatting Het delen van Affect: Paden, Processen en Prestatie Het delen van gevoelens (emoties of stemmingen) met anderen is bijna onvermijdelijk in ons dagelijks leven.

Nadere informatie

Relatie FSSB en betrokkenheid gemedieerd door LMX?

Relatie FSSB en betrokkenheid gemedieerd door LMX? Relatie FSSB en betrokkenheid gemedieerd door LMX? W.M.A Schalekamp (312380) Erasmus Universiteit Rotterdam Bachelor Bestuurskunde Bachelorproject werkgroep 6 (8271 woorden excl literatuur) Dr. Lars Tummers

Nadere informatie

Leiderschap De invloed van teamleiders op de teamprestaties

Leiderschap De invloed van teamleiders op de teamprestaties Leiderschap De invloed van teamleiders op de teamprestaties Een People Analytics onderzoek door Introductie: Waarom onderzoek naar leidinggevenden in een callcenter? Een organisatie ontwikkelt wanneer

Nadere informatie

Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld

Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Het belang van ziektepercepties voor zelfmanagement COPD als voorbeeld, M. Heijmans, NIVEL, augustus 2013) worden gebruikt.

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

Wat motiveert u in uw werk?

Wat motiveert u in uw werk? Wat motiveert u in uw werk? Begin dit jaar heeft u kunnen deelnemen aan een online onderzoek naar de motivatie en werktevredenheid van actuarieel geschoolden. In dit artikel worden de resultaten aan u

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten

Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten Jolien Geerlings PhD Onderzoeker J.Geerlings@uu.nl Overzicht 1) Inleiding 2) Wat hebben we precies onderzocht? 3) Hoe gaan we om met verschillen

Nadere informatie

03.03.2010 Conferentie Studiesucces

03.03.2010 Conferentie Studiesucces 03.03.2010 Conferentie Studiesucces Anita de Vries A.devries@noa-vu.nl A.de.vries@psy.vu.nl 1/40 03.03.2010 Conferentie Studiesucces Persoonlijkheid als voorspeller van Studieprestatie & Contraproductief

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Lichamelijk. Gehandicapten

Werkinstructies voor de CQI Gehandicaptenzorg Lichamelijk. Gehandicapten CQI zorg Werkinstructies voor de CQI zorg In de vernieuwde werkwijze kwaliteitskader zorg heeft pijler 2B betrekking op het meten van cliëntervaringen. De CQI zorg maakt geen deel uit van een instrumentenwaaier

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Samenvatting Dit proefschrift beschrijft een aantal onderzoeken op het gebied van gehechtheid en psychosociaal functioneren in de volwassenheid. In hoofdstuk 1 wordt een overzicht gegeven van de gehechtheidstheorie.

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016 Zaltbommel 30 mei 2016 Leadership Connected! Where Business meets Science 1 Inleiding Onderzoeksrapport Leadership Connected In tijden waarin ontwikkelingen

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19103 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Pisanti, Renato Title: Beyond the job demand control (-support) model : explaining

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober 2012- Oktober 2014

EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober 2012- Oktober 2014 EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING NBPO Oktober 2012- Oktober 2014 Colofon Uitgave: Research 2Evolve Tesselschadelaan 15A 1217 LG Hilversum Tel: (035) 623 27 89 info@research2evolve.nl www.research2evolve.nl

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Persoonlijkheid en Bevlogenheid

Persoonlijkheid en Bevlogenheid Universiteit Utrecht Master Arbeids- en Organisatiepsychologie THESIS Persoonlijkheid en Bevlogenheid Een onderzoek naar de relaties tussen persoonlijkheid, bevlogenheid en Organizational Citizenship Behavior

Nadere informatie

STABLE LOVE, STABLE LIFE?

STABLE LOVE, STABLE LIFE? STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit

Nadere informatie

In hoeverre verschillen de testsscores van laaggeschoolden (tm vmbo tl niveau)van die van hoger geschoolden.

In hoeverre verschillen de testsscores van laaggeschoolden (tm vmbo tl niveau)van die van hoger geschoolden. In hoeverre verschillen de testsscores van laaggeschoolden (tm vmbo tl niveau)van die van hoger geschoolden. Houding ten aanzien van arbeid (WAV) De wav onderscheidt de volgende persoonlijkheidstrekken

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

NATIONALE VEERKRACHTTEST

NATIONALE VEERKRACHTTEST NATIONALE VEERKRACHTTEST VEERKRACHT OPTIMISME PSYCHOLOGISCH KAPITAAL ZELF- VERTROUWEN HOOP Rapport Persoonlijke Veerkracht 1-10-2012 uitzenden professionals inhouse services employability payrolling outsourcing

Nadere informatie

Universiteit Utrecht. Master Arbeids- en Organisatiepsychologie

Universiteit Utrecht. Master Arbeids- en Organisatiepsychologie Universiteit Utrecht Master Arbeids- en Organisatiepsychologie Onderzoek naar twee antecedenten van de eigeneffectiviteit van de arbeidsgerelateerde coach: voorbeeldervaringen en verbale overtuiging Naam:

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Behoefte aan derde-partij-hulp bij een arbeidsconflict

Behoefte aan derde-partij-hulp bij een arbeidsconflict Behoefte aan derde-partij-hulp bij een arbeidsconflict Het effect van erkenning Universiteit Twente Laurèn A. Appelman s1134841 Enschede, 20 juni 2014 Bachelorthese psychologie Vakgroep: Conflict, risico

Nadere informatie

De vragenlijst kunt u meegeven aan degene die de vragenlijst aan u heeft overhandigd.

De vragenlijst kunt u meegeven aan degene die de vragenlijst aan u heeft overhandigd. Datum daag: Onderwijsinstelling: Code (meting-unieke code): Locatie: Klas: Leiden, 2015 Beste docent, In opdracht management uw organisatie voert Hogeschool Leiden (Expertisecentrum Jeugd) onderzoek uit

Nadere informatie