Draaien makkelijker gemaakt met. ShopTurn. SINUMERIK Operate. SinuTrain Draaien makkelijker gemaakt met ShopTurn. Inleiding 1

Transcriptie

1 Draaien makkelijker gemaakt met ShopTurn SINUMERIK Operate SinuTrain Draaien makkelijker gemaakt met ShopTurn Trainingsdocumentatie Inleiding 1 De voordelen van het werken met ShopTurn 2 Om alles soepel te laten lopen 3 Basis voor beginners 4 Goed voorbereid 5 Voorbeeld 1: Getrapte as 6 Voorbeeld 2: Aandrijfas 7 Voorbeeld 3: Omkeeras 8 Voorbeeld 4: Holle as 9 Voorbeeld 5: Insteekdraaien 10 En nu wordt geproduceerd 11 Hoe goed beheerst u ShopTurn? 12 09/2011 6FC5095-0AB80-1JP1

2 Wettelijke informatie Wettelijke informatie Waarschuwingsconcept Dit handboek omvat aanwijzingen die u voor uw persoonlijke veiligheid alsmede ter voorkoming van materiële schade in acht dient te nemen. De aanwijzingen voor uw persoonlijke veiligheid zijn aangegeven door middel van een waarschuwingsdriehoek. Bij aanwijzingen voor materiële schade staat geen waarschuwingsdriehoek. De waarschuwingsteksten worden naar gelang hun gevarenniveau in afnemende volgorde weergegeven. GEVAAR betekent dat het negeren van de betreffende veiligheidsmaatregelen dodelijk of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg zal hebben. WAARSCHUWING betekent dat het negeren van de betreffende veiligheidsmaatregelen dodelijk of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben. VOORZICHTIG met een waarschuwingsdriehoek betekent dat het negeren van de betreffende veiligheidsmaatregelen licht lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben. VOORZICHTIG zonder een waarschuwingsdriehoek betekent dat het negeren van de betreffende veiligheidsmaatregelen materiële schade tot gevolg kan hebben. LET OP betekent dat het niet inachtnemen van de betreffende aanwijzing een ongewenst resultaat of een ongewenste toestand kan opleveren. Wanneer er meerdere gevarenniveaus aanwezig zijn, wordt telkens de waarschuwing voor het hoogste gevarenniveau aangegeven. Wanneer bij een waarschuwingstekst met waarschuwingsdriehoek geattendeerd wordt op lichamelijk letsel, dan is het mogelijk dat aan dezelfde waarschuwingstekst ook een waarschuwing voor materiële schade is toegevoegd. Gekwalificeerd personeel Het product/systeem dat bij deze documentatie behoort, mag uitsluitend worden gebruikt door voor de betreffende taak gekwalificeerd personeel, met inachtneming van de documentatie voor deze specifieke taak en met name van de daarin gegeven veiligheidsinstructies en waarschuwingen. Gekwalificeerd personeel is op basis van zijn opleiding en ervaring in staat om bij de omgang met deze producten/systemen de risico s te herkennen en mogelijke gevaren te voorkomen. Reglementair gebruik van Siemens-producten Het volgende dient in acht te worden genomen: Waarmerk WAARSCHUWING Siemens-producten mogen enkel worden gebruikt voor de gebruiksdoeleinden die in de catalogus en in de bijhorende technische documentatie worden beschreven. Als producten en componenten van derden worden gebruikt, moeten deze door Siemens aanbevolen of goedgekeurd zijn. Een onberispelijke en veilige werking van de producten veronderstelt een vakkundig transport, alsook een vakkundige opslag, opstelling, montage, installatie, inbedrijfstelling, bediening en een vakkundig onderhoud. De toegelaten omgevingsvoorwaarden moeten worden nageleefd. De aanwijzingen in de bijhorende documentatie moeten in acht worden genomen. Alle benamingen die zijn voorzien van het symbool, zijn geregistreerde merken van de Siemens AG. De overige benamingen in dit document kunnen merken zijn waarvan het gebruik door derden voor eigen doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden. Ontheffing van aansprakelijkheid De inhoud van dit drukwerk hebben wij gecontroleerd op overeenstemming met de omschreven hard- en software. Desondanks zijn afwijkingen niet uitgesloten, waardoor wij niet garant staan voor de complete overeenstemming. De gegevens in dit drukwerk worden regelmatig gecontroleerd en noodzakelijke correcties zijn opgenomen in de volgende oplagen. Siemens AG Industry Sector Postfach NÜRNBERG DUITSLAND Bestelnummer document: 6FC5095-0AB80-1JP1 P 09/2011 Copyright Siemens AG Technische wijzigingen voorbehouden.

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding De voordelen van het werken met ShopTurn U bespaart inwerktijd U bespaart programmeertijd U bespaart productietijd Om alles soepel te laten lopen Bediening van ShopTurn De inhoud van het basismenu Machine Parameter Programma Programma-manager Diagnose Basis voor beginners Geometrische basis Gereedschapsassen en bewerkingsvlakken Punten in de arbeidsruimte Absolute en incrementele maataanduidingen Cartesiaanse en polaire maataanduidingen Cirkelvormige bewegingen Technologische basisprincipes Snijsnelheid en toerentallen Voeding Goed voorbereid Gereedschapsbeheer Gereedschapslijst Gereedschapslijtagelijst Magazijnlijst Gebruikte gereedschappen Gereedschappen in het magazijn Gereedschappen opmeten Instellen van het werkstuknulpunt Voorbeeld 1: Getrapte as Overzicht Programmabeheer en programma aanmaken Gereedschap oproepen...57 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 3

4 Inhoudsopgave 6.4 Rijweg invoeren Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Draadvrijsteking Schroefdraad Uitlopen Voorbeeld 2: Aandrijfas Overzicht Vlakdraaien Contour aanmaken, afspanen en restafspanen Schroefdraad Voorbeeld 3: Omkeeras Overzicht Vlakdraaien Aanmaken van een willekeurige ruwdeelcontour Eindproductcontour aanmaken en afspanen Restafspanen Insteking Schroefdraad Boren Rechthoekkamer frezen Voorbeeld 4: Holle as Overzicht De eerste werkstukkant maken Vlakdraaien Boren Ruwdeelcontour Eindproductcontour van de eerste kant buiten Vrijsteking Eindproductcontour van de eerste kant binnen De bewerkingsstappeneditor Contour kopiëren De tweede werkstukkant maken Vlakdraaien Boren Ruwdeelcontour plakken Eindproductcontour van de tweede kant buiten Asymmetrische uitloop maken Eindproductcontour van de tweede kant binnen Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

5 Inhoudsopgave 10 Voorbeeld 5: Insteekdraaien Overzicht Insteekdraaien Aanmaken van de contour Afspanen met de insteekdraaicyclus En nu wordt geproduceerd Hoe goed beheerst u ShopTurn? Oefenopdracht 1: Oefenopdracht 2: Oefenopdracht 3: Oefenopdracht 4: Index Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 5

6 Inhoudsopgave 6 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

7 Inleiding 1 Sneller van tekening naar werkstuk - maar hoe? De technologische ontwikkeling van gereedschapsmachines wordt getypeerd door een grote dynamiek. Vooral bij het aanmaken van NC-programma's is het spectrum uitgebreidt van zuivere CAM-System-programmering tot programmering direct aan de CNC-machine. Op elk terrein zijn speciale, productieve programmeermethoden beschikbaar. Met ShopTurn biedt SIEMENS dan ook een op de werkplaats toegesneden programmering, die een snelle en praktijkgerichte bewerkingstap-programmering van de productie van afzonderlijke onderdelen tot kleinschalige series mogelijk maakt. In combinatie met SINUMERIK Operate, de nieuwe bedieningsinterface voor de besturing, is intuïtief en effectief werken op de werkplaats gewaarborgd, ook bij serieproductie. De oplossing is om een arbeidsplan op te stellen in plaats van te programmeren Door het opstellen van een arbeidsplan met heldere, op het opleidingsniveau afgestemde stappenreeksen kan de ShopTurn-gebruiker direct van de tekening het NC-programma opstellen. Ook wijzigingen en verschillende varianten van een werkstuk kunnen dankzij de overzichtelijke opbouw snel worden geprogrammeerd. Dankzij de geïntegreerde, krachtige aanmaakfunctie voor rijwegen zijn met ShopTurn zelfs de meest complexe contouren en werkstukken geen probleem. Daarom geldt: Gemakkelijker en sneller van tekening naar werkstuk - met ShopTurn! Hoewel het werken met ShopTurn zeer eenvoudig te leren is, maakt deze ShopTurntrainingsdocumentatie een nog snellere overstap naar deze nieuwe wereld mogelijk. Maar voordat de eigenlijke omgang met ShopTurn wordt behandeld, worden in de eerste hoofdstukken enkele belangrijke basisprincipes beschreven: Als eerste worden de voordelen van het werken met ShopTurn genoemd. Daarna worden de basisprincipes van de bediening beschreven. Voor beginners worden daarna de geometrische en technologische principes van het productieproces uitgelegd. Een volgend hoofdstuk bevat een korte inleiding in het gereedschapsbeheer. Na deze theoretische hoofdstukken wordt het werken met ShopTurn in de praktijk behandeld: Met behulp van vijf voorbeelden wordt geïllustreerd welke bewerkingsmogelijkheden ShopTurn biedt, waarbij elk voorbeeld moeilijker is dan het vorige. Aan het begin wordt steeds aangegeven op welke toetsen u moet drukken, later is de bedoeling dat zelfstandig wordt gewerkt. Daarna wordt uitgelegd hoe u met ShopTurn in de automatische modus kunt verspanen. Desgewenst kunt u aan het einde testen hoe goed u met ShopTurn kunt werken. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 7

8 Inleiding Let op: omdat de omstandigheden in elk bedrijf verschillend zijn, zijn de hier gebruikte technologische gegevens slechts voorbeelden. Zoals ShopTurn in samenwerking met vakmensen is ontstaan, is deze trainingsdocumentatie ook door mensen uit de praktijk samengesteld. Wij wensen u dus veel plezier en succes bij het werken met ShopTurn. 8 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

9 De voordelen van het werken met ShopTurn 2 In dit hoofdstuk worden de speciale voordelen van het werken met ShopTurn aangegeven. 2.1 U bespaart inwerktijd... Omdat er in ShopTurn geen vreemde woorden voorkomen die u eerst moet leren. Alles dat moet worden ingevoerd, wordt in begrijpelijke taal gevraagd. Omdat ShopTurn optimale ondersteuning biedt door middel van helpschermen in kleur. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 9

10 De voordelen van het werken met ShopTurn 2.1 U bespaart inwerktijd... Omdat in het grafische arbeidsplan van ShopTurn ook DIN/ISO-opdrachten kunnen worden geïntegreerd. U kunt in DIN/ISO en met DIN-cycli programmeren. Omdat u bij het opstellen van het werkplan op elk gewenst moment kunt schakelen tussen een bepaalde bewerkingsstap en de werkstukgrafiek (streepjesgrafiek). Beeld 2-1 Bewerkingsstap in het arbeidsplan Beeld 2-2 Streepjesgrafiek 10 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

11 De voordelen van het werken met ShopTurn 2.2 U bespaart programmeertijd U bespaart programmeertijd... Omdat ShopTurn al bij het invoeren van de technologische waarden optimale ondersteuning biedt: u hoeft alleen de tabellenboekwaarden Voedingsnelheid (ofwel Voeding) en Snijsnelheid in te voeren - het toerental wordt door ShopTurn automatisch berekend. Omdat u bij ShopTurn in één bewerkingsstap een complete bewerking kunt beschrijven en de benodigde positioneringsbewegingen (hier van het gereedschapswisselpunt naar het werkstuk en weer terug) automatisch worden aangemaakt. Omdat in het grafische arbeidsplan van ShopTurn alle bewerkingsstappen beknopt en overzichtelijk worden weergegeven. Hierdoor heeft u een compleet overzicht en beschikt u dus over betere wijzigingsmogelijkheden, ook bij omvangrijke productieprocedures. Omdat bijvoorbeeld bij het afspanen meerdere bewerkingsoperaties en contouren kunnen worden gekoppeld. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 11

12 De voordelen van het werken met ShopTurn 2.2 U bespaart programmeertijd... Omdat de geïntegreerde contourrekenmachine alle gangbare maatvoeringen (Cartesiaans, polair) kan verwerken en desondanks zeer eenvoudig en overzichtelijk in het gebruik is, dankzij invoer en grafische ondersteuning in gewone taal. Beeld 2-3 Technische tekening Beeld 2-4 Invoerscherm 12 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

13 De voordelen van het werken met ShopTurn 2.2 U bespaart programmeertijd... Omdat op elk gewenst moment tussen de grafische weergave en het parameterscherm met helpschermen geschakeld kan worden. Beeld 2-5 Grafische weergave Beeld 2-6 Helpscherm Omdat het opstellen van een arbeidsplan en de productie elkaar niet uitsluiten. U kunt met ShopTurn tegelijk met de productie een nieuw arbeidsplan opstellen. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 13

14 De voordelen van het werken met ShopTurn 2.3 U bespaart productietijd U bespaart productietijd... Omdat u de gereedschapskeuze bij het afspanen van contouren kunt optimaliseren: Met voordraaibeitels worden grote volumes verwijderd. Achtergebleven restmateriaal 1 wordt gedetecteerd en automatisch door een puntiger gereedschap gebrootst. Omdat het mogelijk is om overbodige rijwegen te vermijden en kostbare productietijd te besparen door het gekozen terugtrekvlak exact vast te leggen. Dit wordt mogelijk gemaakt door de instellingen eenvoudig, uitgebreid of alle. Terugtrekvlak: eenvoudig Terugtrekvlak: uitgebreid Terugtrekvlak: alle 14 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

15 De voordelen van het werken met ShopTurn 2.3 U bespaart productietijd... Omdat de bewerkingsvolgorde vanwege de compacte structuur van het arbeidsplan met minimale moeite optimaal verbeterd kan worden (hier bijvoorbeeld door het besparen van een gereedschapswissel). Beeld 2-7 Oorspronkelijke bewerkingsvolgorde Beeld 2-8 Geoptimaliseerde bewerkingsvolgorde door Knippen en Plakken Omdat bij ShopTurn de hoogste voedingssnelheden met optimale herhalingsnauwkeurigheid op basis van volledig digitale techniek (SINAMICSaandrijvingen,..., SINUMERIK-besturingen) kunnen worden bereikt. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 15

16 De voordelen van het werken met ShopTurn 2.3 U bespaart productietijd Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

17 Om alles soepel te laten lopen 3 In dit hoofdstuk wordt u aan de hand van voorbeelden bekend gemaakt met de basisprincipes van de bediening van ShopTurn. 3.1 Bediening van ShopTurn Krachtige software is één ding, maar de bediening ervan moet ook gemakkelijk zijn. Of u nu met SINUMERIK 840D sl of het hier afgebeelde SINUMERIK 828D werkt, het overzichtelijke machinebedieningspaneel helpt u erbij. Het bedieningspaneel bestaat uit drie gedeeltes: een plat bedieningspaneel 1, een CNC-toetsenbord 2 en een machinebesturingspaneel 3. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 17

18 Om alles soepel te laten lopen 3.1 Bediening van ShopTurn Hier onder vindt u een lijst van de belangrijkste toetsen op het CNC-toetsenbord voor de navigatie in ShopTurn: Toets Functie <HELP> Roept de contextafhankelijke online help op voor het geselecteerde venster. <SELECT> Selecteert een aangeboden waarde. Cursortoetsen Met de vier cursortoetsen kan de cursor worden verplaatst. Met de hier getoonde <Cursor rechts> wordt in de wijzigingsmodus een directory of programma (bijvoorbeeld Cyclus) in de editor geopend. <PAGE UP> In een menuafbeelding omhoog bladeren. <PAGE DOWN> In een menuafbeelding omlaag bladeren. <END> Plaatst de cursor in het laatste invoerveld in een menuafbeelding of in een tabel. <DEL> Wijzigingsmodus: Wist het eerste teken naar rechts. Navigatiemodus: Wist alle tekens. <BACKSPACE> Wijzigingsmodus: Wist links van de cursor een gemarkeerd teken. Navigatiemodus: Wist links van de cursor alle gemarkeerde tekens. <INSERT> Als u op deze toets drukt, komt u in de wijzigingsmodus. Door nog een keer drukken wordt de wijzigingsmodus afgesloten en komt u terug in de navigatiemodus. <INPUT> Invoer van een waarde in het invoerveld afsluiten. Een directory of programma openen. 18 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

19 Om alles soepel te laten lopen 3.2 De inhoud van het basismenu De eigenlijke selectie van functies in ShopTurn gebeurt door middel van de toetsen rondom het scherm. Deze zijn voor een groot gedeelte steeds direct gekoppeld aan menuopties. Omdat de inhoud van de menu s afhankelijk van de situatie verandert, worden deze toetsen softkeys genoemd. Alle hoofdfuncties kunnen worden opgeroepen via de horizontale softkeys. Alle subfuncties van ShopTurn zijn toegankelijk via de verticale softkeys. Met deze toets kan altijd het basismenu worden opgeroepen, onafhankelijk van het bedieningsbereik waarin u zich op dat moment bevindt. Basismenu 3.2 De inhoud van het basismenu Machine Machine - Manueel Druk op de softkey "Machine". Druk op de toets "JOG". Hier wordt de machine ingericht en het gereedschap handmatig verplaatst. Ook kunt u gereedschappen meten en werkstuknulpunten instellen. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 19

20 Om alles soepel te laten lopen 3.2 De inhoud van het basismenu Beeld 3-1 Oproepen van een gereedschap en invoeren van technologische waarden Beeld 3-2 Invoeren van een doelpositie 20 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

21 Om alles soepel te laten lopen 3.2 De inhoud van het basismenu Machine - Auto Druk op de softkey "Machine". Druk op de toets "AUTO". Tijdens de productie wordt de actuele werkstap weergegeven. Hierbij kan met een druk op de toets (Meetekenen) worden overgeschakeld naar een meelopende simulatie. Tijdens de uitvoering van een arbeidsplan kunnen stappen worden toegevoegd of er kan een nieuw arbeidsplan worden gestart. Uitvoeren van het arbeidsplan Beeld 3-3 Meetekenen van de uitvoering Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 21

22 Om alles soepel te laten lopen 3.2 De inhoud van het basismenu Parameter Parameterlijsten Hier kunnen gegevens voor het gereedschapsbeheer en voor programma s worden gewijzigd. Gereedschapslijsten Zonder gereedschap kan er niet worden verspaand. De gereedschappen kunnen in een gereedschapslijst worden beheerd. Beeld 3-4 Gereedschapslijst 22 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

23 Om alles soepel te laten lopen 3.2 De inhoud van het basismenu Magazijn Gereedschappen kunnen in een magazijn worden samengesteld. Beeld 3-5 Magazijn Nulpuntverschuivingen De nulpunten worden in een overzichtelijke nulpunttabel opgeslagen. Beeld 3-6 Nulpuntverschuivingen Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 23

24 Om alles soepel te laten lopen 3.2 De inhoud van het basismenu Programma Programma s wijzigen Hier kunt u programma s wijzigen. Als u in de Programma-manager een ShopTurn-programma heeft aangemaakt, kunt u nu het arbeidsplan met de bijbehorende complete bewerkingsvolgorde voor een werkstuk opstellen. Het uitgangspunt voor een optimale volgorde is uw kennis en ervaring. De te bewerken contour wordt grafisch ingevoerd. 24 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

25 Om alles soepel te laten lopen 3.2 De inhoud van het basismenu Geometrie en technologie vormen bij het programmeren een eenheid. De daaropvolgende technologische bewerkingen worden op de countour toegepast. Een voorbeeld van de verwevenheid tussen geometrie en technologie: Deze koppeling van geometrie en technologie wordt in de grafische weergave van de bewerkingsstappen door het groeperen van de betreffende symbolen met behulp van een vierkante haak zeer overzichtelijk getoond. Deze groepering betekent dat geometrie en technologie tot één bewerkingsstap worden gekoppeld. Programma s simuleren Voor de productie van het werkstuk aan de machine kunt u de uitvoering van een programma grafisch op het beeldscherm weergeven. Druk op de softkeys "Simulatie" en "Start". Druk op de softkey "Stop" wanneer u de simulatie wilt stoppen. Met de softkey "Reset" kunt u de simulatie annuleren. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 25

26 Om alles soepel te laten lopen 3.2 De inhoud van het basismenu Voor de simulatie zijn onder andere de volgende aanzichten beschikbaar: Beeld 3-7 Zijaanzicht (gereedschapsbaan weergeven, geactiveerd) Beeld 3-8 3D-aanzicht 26 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

27 Om alles soepel te laten lopen 3.2 De inhoud van het basismenu Beeld venster-aanzicht Programma-manager Programma s beheren Via de Programma-manager kunt u altijd nieuwe programma s creëren. U kunt bestaande programma s openen en vervolgens uitvoeren, aanpassen, kopiëren of een nieuwe naam geven. Programma s die niet meer nodig zijn, kunnen worden gewist. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 27

28 Om alles soepel te laten lopen 3.2 De inhoud van het basismenu Actieve programma s zijn te herkennen aan een groen symbool. U kunt met een USB-stick gegevens uitwisselen. Zo kunt u bijvoorbeeld programma s die extern werden gegenereerd, in het NC kopiëren en laten uitvoeren. Nieuw werkstuk genereren In een werkstuk kunt u uw programma s en andere bestanden, zoals gereedschapsgegevens, nulpunten, magazijntoewijzing, beheren. Nieuw programma aanmaken Als u een nieuw programma aanmaakt, kunt u het invoerformaat bepalen via de volgende softkeys: ShopTurn-programma G-code-programma 28 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

29 Om alles soepel te laten lopen 3.2 De inhoud van het basismenu Diagnose Alarmen en meldingen Hier kunt u alarmlijsten, meldingen en alarmprotocollen bekijken. Beeld 3-10 Alarmprotocol Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 29

30 Om alles soepel te laten lopen 3.2 De inhoud van het basismenu 30 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

31 Basis voor beginners 4 In dit hoofdstuk wordt de algemene basis van de geometrie en de technologie voor het draaien uitgelegd. Hierbij hoeft nog niets in ShopTurn te worden ingevoerd. 4.1 Geometrische basis Gereedschapsassen en bewerkingsvlakken Bij het draaien roteert niet het gereedschap, maar het werkstuk. Deze as is de Z-as. Vlak G18 = bewerking met draaigereedschap Vlak G17 = boor- en freesbewerkingen op het frontvlak Vlak G19 = boor- en freesbewerkingen op het mantelvlak Omdat de diameters van draaiwerkstukken relatief eenvoudig kunnen worden gecontroleerd, is de maat van de dwarsas gerelateerd aan de diameter. U kunt dus de werkelijke maat direct vergelijken met de maten op de tekening Punten in de arbeidsruimte Om mogelijk te maken dat een CNC-besturing (zoals de SINUMERIK 828D met ShopTurn) zich via het meetsysteem in de bestaande arbeidsruimte kan oriënteren, bevinden zich hier enkele belangrijke referentiepunten. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 31

32 Basis voor beginners 4.1 Geometrische basis Machinenulpunt M Het machinenulpunt M wordt door de fabrikant ingesteld en kan niet worden gewijzigd. Het ligt aan de oorsprong van het machinecoördinatensysteem. Werkstuknulpunt W Het werkstuknulpunt W, dat ook programmanulpunt wordt genoemd, is de oorsprong van het werkstukcoördinatensysteem. Het kan vrij worden gekozen en bevindt zich het best op de plaats van waar op de tekening de meeste maten uitgaan. Referentiepunt R Het referentiepunt R wordt benaderd om het meetsysteem op nul te zetten omdat het machinenulpunt meestal niet benaderbaar is. De besturing vindt op die manier haar telbegin in het wegmeetsysteem. Gereedschapsdrager-referentiepunt T Het gereedschapsdrager-referentiepunt T is van belang voor het inrichten bij machines met een gereedschaprevolver met vooringestelde gereedschappen. Door de locatie van dit punt en het opnamegat is het mogelijk om in te richten met beitelhouders voor spilgereedschappen conform DIN en VDI Absolute en incrementele maataanduidingen Absolute invoer De ingevoerde waarden hebben betrekking op het werkstuknulpunt. * G90 Absolute maataanduidingen Bij absolute invoer moeten altijd de absolute coördinaten van het eindpunt worden ingevoerd (de huidige positie blijft buiten beschouwing). 32 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

33 Basis voor beginners 4.1 Geometrische basis Incrementele invoer De ingevoerde waarden hebben betrekking op de huidige positie. * G91 Incrementele maataanduidingen Bij incrementele invoer moet altijd het verschil tussen de huidige positie en het eindpunt worden ingevoerd, waarbij rekening moet worden gehouden met de richting. Met de SELECT-toets kan altijd worden geschakeld tussen absolute en incrementele invoer. Enkele voorbeelden van de combinatie absoluut/incrementeel: Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 33

34 Basis voor beginners 4.1 Geometrische basis Cartesiaanse en polaire maataanduidingen Cartesiaanse invoer Invoeren van de coördinaten en Z. De grijs gearceerde waarden in het voorbeeld zijn automatisch berekend. Bij absolute invoer moeten altijd de absolute coördinaten van het eindpunt worden ingevoerd (de huidige positie blijft buiten beschouwing). 34 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

35 Basis voor beginners 4.1 Geometrische basis Polaire invoer Invoeren van de lengte en de hoek. De grijs gearceerde waarden in het voorbeeld zijn automatisch berekend. De hoeken kunnen als... positieve en/of... α1 = hoek t.o.v. de positieve Z-as α2 = hoek t.o.v. het voorgaande element... negatieve hoek worden ingevoerd. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 35

36 Basis voor beginners 4.1 Geometrische basis Ook Cartesiaanse en polaire invoer kan met elkaar worden gecombineerd. Twee voorbeelden: Invoer van het eindpunt in en van de lengte Invoer van het eindpunt in Z en van een hoek Cirkelvormige bewegingen Bij een cirkelboog worden volgens DIN het eindpunt van de boog (coördinaten en Z op het G18-vlak) en het middelpunt (I en K op het G18-vlak) aangegeven. Met de contourrekenmachine van ShopTurn heeft u ook bij cirkelbogen de vrijheid om zonder lastig omrekenen elke gewenste maat uit de tekening over te nemen. Hieronder ziet u een voorbeeld met twee (slechts gedeeltelijk bepaalde) cirkelbogen. 36 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

37 Basis voor beginners 4.1 Geometrische basis Invoer van de boog R10: Invoer van de boog R20: Na Input: Na Input: De volgende aanduidingen van alle waarden zijn het resultaat, nadat u alle bekende maten heeft ingevoerd en telkens in het invoerscherm van de desbetreffende boog op de softkey Alle parameters heeft gedrukt. In DIN-formaat: G2 50 Z-35 CR=10 In DIN-formaat: G3 30 Z K-20 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 37

38 Basis voor beginners 4.2 Technologische basisprincipes 4.2 Technologische basisprincipes Snijsnelheid en toerentallen Bij het draaien wordt meestal direct de snijsnelheid geprogrammeerd, bij het voordraaien, nadraaien en steken. Alleen bij het boren en (meestal) schroefdraadsnijden wordt het toerental geprogrammeerd. Bepalen van de snijsnelheid Met behulp van de catalogi van de fabrikant of een tabellenboek wordt eerst de optimale snijsnelheid bepaald. Materiaal van het gereedschap: Materiaal van het werkstuk: hardmetaal automatenstaal waarde: vc = 180 m/min Constante snijsnelheid v c (G96) bij het voordraaien, nadraaien en steken: Om te bereiken dat de gekozen snijsnelheid op elke werkstukdiameter gelijk is, wordt het toerental door de besturing met het commando G96 = constante snijsnelheid aangepast. Dit gebeurt met behulp van gelijkstroom- of draaistroommotoren met frequentieregeling. Bij kleiner wordende diameter stijgt het toerental theoretisch op oneindig. Om risico s door te hoge centrifugaalkrachten te vermijden moet daarom een toerentalgrens van bijvoorbeeld n = /min worden geprogrammeerd. In DIN-formaat zou het volgende moeten ingevoerd worden: G96 S180 LIMS= Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

39 Basis voor beginners 4.2 Technologische basisprincipes Constant toerental n (G97) bij het boren en schroefdraadsnijden: Omdat bij het boren met een constant toerental wordt gewerkt moet hier het commando G97 = constant toerental worden gebruikt. Het toerental is afhankelijk van de gewenste snijsnelheid (hier is gekozen voor 120 m/min) en de gereedschapsdiameter. Er moet dan G97 S1900 worden ingevoerd Voeding In het vorige hoofdstuk heeft u geleerd hoe de snijsnelheid wordt bepaald en het toerental wordt berekend. Zodat het gereedschap kan verspanen, moet aan deze snijsnelheid resp. dit toerental een voedingsnelheid voor het gereedschap worden toegewezen. Bepaling van de voeding Net als de snijsnelheid wordt de waarde voor de voeding met behulp van het tabellenboek of de documentatie van de fabrikant bepaald. Snijmateriaal van het gereedschap: Materiaal van het werkstuk: hardmetaal automatenstaal Gevonden waarde (tabellenboek): f = 0,2-0,4 mm Gekozen wordt de gemiddelde waarde: f = 0,3 mm Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 39

40 Basis voor beginners 4.2 Technologische basisprincipes Samenhang tussen voeding en voedingssnelheid: Uit de constante Voeding f en het desbetreffende toerental n wordt de voedingssnelheid berekend: Omdat het toerental verschillend is, is ook de voedingssnelheid (ondanks dat de voeding hetzelfde is) op de verschillende diameters verschillend. 40 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

41 Goed voorbereid 5 In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de gereedschappen voor de in de volgende hoofdstukken beschreven voorbeelden kunt aanmaken. Daarnaast wordt de verrekening van de gereedschapslengtes en het instellen van het werkstuknulpunt aan de hand van voorbeelden uitgelegd. 5.1 Gereedschapsbeheer ShopTurn biedt drie lijsten voor het gereedschapsbeheer aan: gereedschapslijst gereedschapslijtagelijst magazijnlijst Gereedschapslijst In de gereedschapslijst worden alle parameters en functies weergegeven die nodig zijn voor het aanmaken en instellen van gereedschappen. Beeld 5-1 Voorbeeld van een gereedschapslijst Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 41

42 Goed voorbereid 5.1 Gereedschapsbeheer Betekenis van de belangrijkste parameters: Plaats Type Gereedschapsnaam ST D Lengte Lengte Z Diameter Houderhoek, tophoek, plaatbreedte Plaatsnummer Gereedschapstype De identificatie van het gereedschap gebeurt via de naam en het zustergereedschapsnummer. De naam kunt u als tekst of als nummer invoeren. Zustergereedschapsnummer (voor reservegereedschapsstrategie) Snijkantnummer Geometriegegevens lengte Geometriegegevens lengte Z Gereedschapsdiameter Houderhoek (voordraai- en nadraaigereedschap), tophoek (boor) en plaatbreedte (steker) Spildraairichting Koelmiddel 1 en 2 (bijvoorbeeld interne en externe koeling) In ShopTurn zijn een aantal gereedschapstypes beschikbaar (Favorieten, Frees, Boor, Draaibeitel en Speciale gereedschappen). Gereedschappen kunnen via een vooraf gedefinieerde gereedsschapscatalogus aan de gereedschapslijst worden toegevoegd. Voor elk type gereedschap zijn er diverse inbouwposities en geometrische parameters (bijvoorbeeld houderhoek). Beeld 5-2 Voorbeeld van de favorietenlijst 42 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

43 Goed voorbereid 5.1 Gereedschapsbeheer Gereedschapslijtagelijst Hier worden de slijtagegegevens voor de verschillende gereedschappen aangegeven. Beeld 5-3 Gereedschapslijtagelijst De belangrijkste parameters voor gereedschapslijtage: Δ lengte Δ lengte Z Δ radius TC Slijtage t.o.v. lengte Slijtage t.o.v. lengte Z Slijtage t.o.v. de radius Selectie van de gereedschapbewaking op basis van gebruikstijd (T) op basis van het aantal (C) op basis van slijtage (W) Gebruikstijd, of aantal, of slijtage * *parameters afhankelijk van selectie in TC Doelwaarde Waarschuwingsgrens G Gebruikstijd van het gereedschap Aantal werkstukken Slijtage van het gereedschap Doelwaarde voor de gebruikstijd, het aantal of de slijtage Weergave van de gebruikstijd, het aantal of de slijtage waarbij een waarschuwing wordt gestuurd. Het gereedschap is geblokkeerd wanneer het aankruisvakje is geactiveerd. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 43

44 Goed voorbereid 5.2 Gebruikte gereedschappen Magazijnlijst De magazijnlijst bevat alle gereedschappen die aan een of meer gereedschapsmagazijn(en) zijn toegewezen. Op deze lijst wordt de toestand van elk gereedschap weergegeven. Bovendien kunnen individuele magazijnplaatsen voor bepaalde gereedschappen worden gereserveerd of geblokkeerd. Beeld 5-4 Magazijnlijst Betekenis van de belangrijkste parameters: G Blokkeren van de magazijnplaats Ü Hiermee wordt aangegeven dat het gereedschap te groot is. Het gereedschap bezet de grootte van twee have plaatsen links, twee halve plaatsen rechts, een halve plaats bovenaan en een halve plaats onderaan in een magazijn. P Vaste plaatscodering Het gereedschap is vast toegewezen aan deze magazijnplaats. 5.2 Gebruikte gereedschappen In dit hoofdstuk worden de gereedschappen, die voor de latere bewerking van de voorbeelden worden benodigd, op de gereedschapslijst gezet. Selecteer in het basismenu het gedeelte "Parameter". Druk op de softkey "Gereedschapslijst". 44 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

45 Goed voorbereid 5.2 Gebruikte gereedschappen Ga naar de gereedschapslijst en zoek een vrije plaats om een nieuw gereedschap aan te maken. Beeld 5-5 Gereedschapslijst - vrije plaats Druk op de softkey "Nieuw gereedschap". Kies uit de getoonde gereedschapscatalogus het gewenste type gereedschap. Deze wordt in de gereedschapslijst toegevoegd en u kunt de gegevens van het gereedschap invullen. Opmerking De frees met de diameter 8 (CUTTER_8) moet kunnen binnendringen omdat er een kamer mee moet worden gefreesd. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 45

46 Goed voorbereid 5.3 Gereedschappen in het magazijn 5.3 Gereedschappen in het magazijn Onderstaand wordt uitgelegd hoe de gereedschappen in het magazijn worden geplaatst. Selecteer een gereedschap zonder plaatsnummer in de gereedschapslijst. Beeld 5-6 Gereedschap in het magazijn selecteren Druk op de toets "Beladen". Er wordt u dan de eerste vrije magazijnplaats aangeboden die u kunt wijzigen of direct overnemen. Beeld 5-7 Magazijnplaats invoeren en/of overnemen 46 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

47 Goed voorbereid 5.4 Gereedschappen opmeten Na het overnemen kan de gereedschapslijst als volgt uitzien. Beeld 5-8 Gereedschapslijst na de overname 5.4 Gereedschappen opmeten Hierna wordt beschreven hoe de gereedschappen worden opgemeten. Procedure Plaats met behulp van de softkey "T,S,M" een gereedschap in de spil. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 47

48 Goed voorbereid 5.4 Gereedschappen opmeten Ga dan naar het menu "Gereedschap meten". Voer de aangekraste of aangedraaide diameter in. Beeld 5-9 Gereedschap meten - -waarde invoeren Bij het verrekenen van het gereedschap wordt rekening gehouden met de werkstukdiameter. Beeld 5-10 Gereedschap meten - lengte instellen 48 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

49 Goed voorbereid 5.4 Gereedschappen opmeten Herhaal de procedure voor Z. Beeld 5-11 Gereedschap meten - lengte Z instellen Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 49

50 Goed voorbereid 5.5 Instellen van het werkstuknulpunt 5.5 Instellen van het werkstuknulpunt Onderstaand wordt beschreven hoe het werkstuknulpunt wordt ingesteld. Procedure Voor het instellen van het werkstuknulpunt moet in het basismenu naar de modus Machine Manueel worden geschakeld. Als het werkstuknulpunt niet op het vlak van het werkstuk ligt, moet het worden verschoven. Beeld 5-12 Nulpuntverschuiving invoeren Neem de invoer over Beeld 5-13 Nulpuntverschuiving ingesteld 50 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

51 Voorbeeld 1: Getrapte as Overzicht Leerdoelen In dit hoofdstuk worden de eerste stappen voor het maken van een werkstuk uitgebreid uitgelegd. U leert om... programma s te beheren en aan te maken, gereedschappen op te roepen, rijwegen in te voeren, elke gewenste contour met de contourrekenmachine te maken, contouren voor en na te bewerken, schroefdraaduitloop toe te passen schroefdraden en uitlopen te maken. Taak Beeld 6-1 Werkplaatstekening - voorbeeld 1. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 51

52 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.1 Overzicht Beeld 6-2 Werkstuk - voorbeeld 1. Opmerking ShopTurn slaat steeds de laatste instelling op die u met de Toggle-toets heeft geselecteerd. Let daarom bij sommige invoervelden en bij alle schakelvelden goed op dat alle eenheden, teksten en symbolen precies zoals in de getoonde dialoogvensters van de voorbeelden zijn ingesteld. De schakelmogelijkheid wordt altijd in de helptekst aangegeven (zie volgende afbeelding). Beeld 6-3 Voorbeeld van een schakelveld 52 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

53 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.2 Programmabeheer en programma aanmaken 6.2 Programmabeheer en programma aanmaken Bedieningsstappen Na het opstarten van de besturing bevindt u zicht in het basisscherm. Beeld 6-4 Basisscherm Open het basismenu via MENU SELECT. Vanuit het basismenu kunt u de verschillende gedeeltes van ShopTurn oproepen. Beeld 6-5 Basismenu Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 53

54 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.2 Programmabeheer en programma aanmaken Druk op de softkey Programma-manager. De Programma-manager wordt weergegeven. In de Programma-manager kunt u arbeidsplannen en contouren beheren (bijvoorbeeld Nieuw, Openen, Kopiëren...). Beeld 6-6 Programma-manager In de Programma-manager wordt een lijst van beschikbare directory s weergegeven. Selecteer met behulp van de cursortoets de directory 'Werkstukken'. Open de directory Werkstukken. Geef een naam op 'EAMPLE1' voor het werkstuk. Beeld 6-7 Werkstuk aanmaken Bevestig uw invoer Daarna wordt de volgende dialoog getoond. Beeld 6-8 Stappenreeksprogramma aanmaken Met de softkeys ShopTurn en programguide G-code kunt u het invoerformaat kiezen. Via de softkey ShopTurn wordt het type programma ingesteld. Voer de naam van het arbeidsplan in, in dit geval 'TAPER_SHAFT'. Neem de invoer over 54 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

55 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.2 Programmabeheer en programma aanmaken Na de overname wordt het volgende invoerscherm voor het aangeven van de werkstukgegevens geopend. Beeld 6-9 Programmakop - helpscherm In programmakop worden de werkstukgegevens en de algemene gegevens van het programma ingevoerd. Voer de volgende waarden in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen Meeteenheid mm Nulpuntverschuiving Basismateriaal Cilinder Met de Toggle-toets kiest u de ruwdeelvorm, hier cilinder. A 80 ZA 1 ZI -100 abs ZB -92 abs De waarde ZB is de afstand tot de klauwplaat. Terugtrekking eenvoudig Zie onder Terugtrekking RA 5 inc Hier worden de maten ZRA 5 inc van de terugtrekvlakken (absoluut of incrementeel) Ger.wisselpunt WKS en het T 120 gereedschapswisselpunt ZT 200 ingevoerd. Veiligheidsafstand SC 1 Toerentalgrenzen S Bewerkingsdraairichting Gelijkloop Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 55

56 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.2 Programmabeheer en programma aanmaken Neem de ingevoerde waarden over. Na het overnemen van de waarden wordt de programmakop weergegeven. Beeld 6-10 Programmakop voorbeeld 1 - bewerkingsstappeneditor Het programma is nu aangemaakt als basis voor verdere bewerkingsstappen. Het heeft een naam (in de blauwe balk), een programmakop (pictogram "P") en een programma-einde (pictogram "END"). In het programma worden de bewerkingsstappen en contouren onder elkaar neergezet. De latere uitvoering vindt dan van boven naar beneden plaats. Als u wijzigingen wilt maken of de waarden wilt controleren, kunt u de programmakop weer oproepen. Terugtrekking Voor het terugtrekvlak kan worden geschakeld tussen eenvoudig, uitgebreid en alle. Afhankelijk van de terugtrekinstelling worden de bijbehorende velden voor de invoer van de afstanden vrijgegeven. eenvoudig uitgebreid alle (voor eenvoudige cilinders) (voor complexe werkstukken met inwendige bewerking) (voor complexe werkstukken met inwendige bewerking en/of ondersnijdingen) 56 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

57 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.3 Gereedschap oproepen Softkeys Met deze softkey schakelt u naar de online-grafiek van het werkstuk (zie volgende afbeelding). Beeld 6-11 Programmakop - Grafische weergave Met deze softkey gaat u terug naar het helpscherm. 6.3 Gereedschap oproepen Bedieningsstappen Het benodigde gereedschap wordt met behulp van de volgende stappen opgeroepen: Met deze toets breidt u het horizontale softkeymenu uit. Selecteer de softkey Rechte cirkel. Selecteer de softkey Gereedschap. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 57

58 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.3 Gereedschap oproepen Open de gereedschapslijst. Beeld 6-12 Gereedschapslijst Selecteer met behulp van de cursortoets het gereedschap ROUGHING_T80 A. Neem het gereedschap over in het programma. Voer na overname van het gereedschap in het invoerscherm de volgende waarden in (u kunt desgewenst de eenheid met de Toggletoets aanpassen): Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen Spil V1 Selecteer de hoofdspil V1. Snijsnelheid 240 m/min Vlakselectie Draaien Beeld 6-13 Gereedschap - invoer Neem de ingevoerde waarde over. 58 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

59 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.4 Rijweg invoeren 6.4 Rijweg invoeren Bedieningsstappen Voer nu de rijwegen in: Selecteer de softkey Rechte. Selecteer de softkey IJlgang. Geef in het invoerscherm het volgende startpunt voor het voordraaien aan: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen 82 abs Z 0.3 abs Rijwegstartpunt invoeren Neem de ingevoerde waarden over. Selecteer de softkey Rechte. Voer in het invoerscherm de volgende waarden in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen -1.6 abs Het gereedschap heeft een radius van 0,8 en moet dus tot de diameter -1,6 worden benaderd. F 0,3 mm/u Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 59

60 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.4 Rijweg invoeren Beeld 6-14 Rijweg invoeren Neem de ingevoerde waarden over. Selecteer de softkey Rechte. Selecteer de softkey IJlgang. Verplaats het gereedschap in de ijlgang weg van het vlak. Voer in het invoerscherm de volgende waarden in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen Z 1 abs Beeld 6-15 Rijweg invoeren - het vlak verlaten 60 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

61 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.4 Rijweg invoeren Neem de ingevoerde waarden over. Selecteer de softkey Rechte. Selecteer de softkey IJlgang. Voer in het invoerscherm de volgende waarden in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen 82 abs Met deze invoer wordt het gereedschap weer terug naar het startpunt verplaatst. Beeld 6-16 Rijweg invoeren - terug naar startpunt Neem de ingevoerde waarden over. Selecteer de softkey Rechte. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 61

62 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.4 Rijweg invoeren Maak de vier andere rijwegen aan volgens de volgende lijst met bewerkingsstappen. Beeld 6-17 Rijweg invoeren - vier andere rijwegen Start de simulatie. Beeld 6-18 Simulatie zijaanzicht Druk nog een keer op de softkey Simulatie of op een willekeurige horizontale softkey om de simulatie af te sluiten. 62 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

63 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Contourrekenmachine Voor het invoeren van complexe contouren biedt ShopTurn een contourrekenmachine waarmee zelfs de moeilijkste contouren gemakkelijk kunnen worden ingevoerd. Met deze grafische contourrekenmachine kunnen contouren gemakkelijker en sneller worden ingevoerd dan bij de conventionele manier van programmeren - zonder dat er wiskunde aan te pas komt. Bedieningsstappen Volg de onderstaande stappen om de contour in te voeren: Selecteer de softkey Contour draaien. Selecteer de softkey Nieuwe contour. Geef de contour de naam 'TAPER_SHAFT_CONTOUR'. Iedere contour krijgt een eigen naam. Dit om de programma s gemakkelijker leesbaar te maken. Beeld 6-19 Contour 'TAPER_SHAFT_CONTOUR' aanmaken Neem de invoer over Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 63

64 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Hert startpunt van de contouromtrek kunt u ongewijzigd overnemen (zie volgende afbeelding). Opmerking De contouromtrek is aan de ene kant de begrenzing voor het voordraaien en aan de andere kant de nadraairijweg. Beeld 6-20 Startpunt invoeren Opmerking Als u de softkey Grafische weergave deselecteert, worden gedetailleerde helpschermen getoond. Neem de invoer over 64 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

65 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Voer in het invoerscherm de volgende waarden voor de verticale rechte in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen 30 abs Overgang naar volgend Fase element FS 1.5 Voeg de afschuining (FS) als overgangselement direct toe aan de rechte. Beeld 6-21 Contourgedeelte verticaal invoeren Neem de ingevoerde waarden over. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 65

66 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Voer in het invoerscherm de volgende waarden voor de horizontale rechte in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen Z -17 abs Overgang naar volgend Fase element FS 0 Daarna komt een rechte tot Z-17. De schroefdraaduitloop wordt later als apart element ingevoegd. Beeld 6-22 Contourgedeelte horizontaal invoeren Neem de ingevoerde waarden over. 66 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

67 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Voer in het invoerscherm de volgende waarde voor het verticale gedeelte in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen 40 abs Overgang naar volgend Radius element R 2.5 Construeer het verticale gedeelte tot het snijpunt met maataanduiding, inclusief de afronding naar het volgende element. Beeld 6-23 Contourgedeelte verticaal invoeren Neem de ingevoerde waarden over. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 67

68 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Voer in het invoerscherm de volgende waarden voor het eindpunt van het schuine gedeelte in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen 50 abs Z -30 abs Overgang naar volgend element Fase FS 0 Beeld 6-24 Contour: eindpunt schuin gedeelte invoeren Neem de ingevoerde waarden over. 68 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

69 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Voer in het invoerscherm de volgende waarden voor de horizontale rechte in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen Z -44 abs Overgang naar volgend element Radius R 2.5 Beeld 6-25 Contourgedeelte horizontaal invoeren Neem de ingevoerde waarden over. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 69

70 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Voer in het invoerscherm de volgende waarde voor de verticale rechte in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen 60 abs De gedeeltes (=hoofdelementen) lopen niet tangentieel. Beeld 6-26 Contourgedeelte verticaal invoeren Neem de ingevoerde waarden over. 70 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

71 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Voer in het invoerscherm de volgende waarden voor de horizontale rechte in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen Z -70 abs Overgang naar volgend Radius element R 1 De uitlopen worden, net als de schroefdraaduitloop, later als aparte elementen toegevoegd. Beeld 6-27 Contourgedeelte horizontaal invoeren Neem de ingevoerde waarden over. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 71

72 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Voer in het invoerscherm de volgende waarde voor het verticale gedeelte in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen 66 abs Overgang naar volgend element Radius R 1 Beeld 6-28 Contourgedeelte verticaal invoeren Neem de ingevoerde waarden over. 72 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

73 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Voer in het invoerscherm de volgende waarden voor de horizontale rechte in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen Z -75 abs Overgang naar volgend element Radius R 1 Beeld 6-29 Contourgedeelte horizontaal invoeren Neem de ingevoerde waarden over. Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 73

74 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Voer in het invoerscherm de volgende waarde voor het verticale gedeelte in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen 80 abs Overgang naar volgend Fase element FS 2 Eindpunt 80 met een afschuining van 2x45 Beeld 6-30 Contourgedeelte verticaal invoeren Neem de ingevoerde waarden over. 74 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1

75 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Voer in het invoerscherm de volgende waarden voor de horizontale rechte in: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen Z -90 abs Overgang naar volgend element Fase FS 0 Het eindpunt van de contour ligt op 80 en Z- 90 (2 mm voor de klauwplaat). Beeld 6-31 Eindpunt contour invoeren Neem de ingevoerde waarden over. Beeld 6-32 Volledige contour Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1 75

76 Voorbeeld 1: Getrapte as 6.5 Contouren maken met de contourrekenmachine en bewerken Neem de contour in het arbeidsplan over. Beeld 6-33 Contour in het arbeidsplan Voor de bewerking van de gemaakte contour moet u nu de volgende bewerkingsstappen aanmaken. Ga hierbij als volgt te werk: Selecteer de softkey Afspanen. Open de gereedschapslijst en selecteer ROUGHING_T80 A. Neem het gereedschap over in het programma. Geef in het invoerscherm de volgende waarden voor het voordraaien aan: Veld Waarde Selectie via Toggle-toets Aanwijzingen F 0.3 V 240 m/min Bewerking Voordraaien Langs Uitwendig D 2.5 U 0.5 UZ 0.2 DI 0.0 BL Cilinder D 0.0 inc TD 0.0 inc Ondersnijding nee Afgrenzen nee 76 Trainingsdocumentatie, 09/2011, 6FC5095-0AB80-1JP1