Functiefamilie: organisatie-ondersteunend Niveau: 2 Standplaats : Leuven. Jurist (M/V) Voor akkoord

Transcriptie

1 DEPARTEMENT BESTUURSZAKEN AFDELING BELEID - DIENST CORPORATE HR Functiefamilie: organisatie-ondersteunend Niveau: 2 Standplaats : Leuven Jurist (M/V) Voor akkoord Naam leidinggevende(n): Koen Vermoesen, diensthoofd Vestiging & Ruimtelijke Economie (1 e evaluator) Datum + Handtekening(en) Daniël Verlé, afdelingshoofd Afdeling Diensten (2 e evaluator) Beleidsdomein: EWI Entiteit: Agentschap Ondernemen Naam functiehouder Handtekening(en) NN

2 DEEL 1: CONTEXTINFORMATIE 1. Functietitel (M/V) 1. Jurist 2. Organisatie Agentschap Ondernemen 3. Context 3.1. Het Agentschap Ondernemen Het Agentschap Ondernemen - Staat ten dienste van ondernemingen, de ondernemers en de kandidaat-ondernemers - Heeft als missie, namens de Vlaamse overheid bij te dragen tot: o De aanmoediging en de ontwikkeling van het ondernemerschap o De ondersteuning van de ondernemingen in hun concurrentiepositie o De opbouw van stimulerende omgevingsfactoren voor het ondernemen - Vervult essentieel een REGISSEURSROL (beleidsconceptie, financiële steun en monitoring van projecten van bedrijfsorganisaties e.a. derden) - Ontplooit ACTOR-ROLLEN in complementariteit met de activiteiten van de private sector (subsidies aan ondernemingen, alsook informatie, advies en begeleiding m.b.t. overheids-aangelegenheden verstrekken)

3 Opdrachten en activiteiten van de dienst Vestiging & Ruimtelijke Economie De opdrachten en activiteiten van de dienst zijn gestructureerd in 4 pijlers: - 1) economisch locatiebeleid: de activiteiten in deze pijler beogen in essentie dat er adequate en voldoende geschikte bedrijfshuisvestingsmogelijkheden beschikbaar zijn voor ondernemers en bedrijven en dat daarbij wordt rekening gehouden met de economische ambities van Vlaanderen; de activiteiten betreffen beleidsvoorbereidend (studie)werk en bijhorende acties (projectwerking, sensibiliseringsacties), het uitoefenen van de adviesbevoegdheden t.a.v. het beleidsdomein Ruimtelijke Planning, het informeren van bedrijven over vestigingsmogelijkheden (via o.a. het GIS-bedrijventerreinen van AO) en het informeren, adviseren en desgevallend ondersteunen van bedrijven met knelpunten op vlak van ruimtelijke ordening; vanaf 1 juli 2014 zal ook het handelsvestigingenbeleid deel uitmaken van het economisch locatiebeleid. - 2) steunverlening: via subsidies (en monitoring) worden publieke en private ontwikkelaars ondersteund om bedrijventerreinen effectief, kwaliteitsvol, snel en duurzaam te (her)ontwikkelen en te beheren; de steunmaatregelen vinden hun rechtsgrond in het decreet ruimtelijke economie d.d. van 23 juli 2012 (BS 16 augustus 2012) en hebben betrekking op bedrijventerreinen (voortrajecten, (her)aanleg, beheer), bedrijvencentra, incubatoren en potentieel ook op bedrijventerreinmanagementprojecten. - 3) activeringsbeleid: vanuit de dienst wordt er actief naar gestreefd de on(der)benutte economische ruimte effectief te doen inrichten en op de markt te krijgen en/of zoveel mogelijk opnieuw te revaloriseren, als het kan ook met een functie bedrijfshuisvesting ; de dienst besteedt aandacht aan kennis en monitoring van de bestemde ruimte en ontwikkelt mee een beleid t.a.v. knelpuntterreinen, brownfields, leegstaande en verwaarloosde bedrijfspanden enz.; de voornaamste activiteiten hebben momenteel betrekking op de activeringsteams en het brownfieldconvenantenbeleid; het instrument brownfieldconvenanten is gebaseerd op het decreet op de brownfieldconvenanten d.d. 23 december 2011; dit beleid wordt mee aangestuurd door de Brownfieldcel; het decreet ruimtelijke economie voorziet daarnaast in instrumenten die de effectieve realisatie (onteigening) en het waarborgen van een correct economisch gebruik (terugkooprecht) ondersteunen. - 4) stakeholdermanagement en streekontwikkeling: vanuit de dienst wordt ondersteuning geboden aan lokale besturen opdat zij een effectief ruimtelijk economisch beleid kunnen ontwikkelen; daarnaast zijn er verschillende initiatieven in het kader van

4 een sociaal-economisch streekontwikkelingsbeleid die door de dienst worden opgevolgd omwille van de link tussen streekontwikkeling en een ruimtelijk economisch beleid (START, SALK, ); - Een specifieke opdracht van de dienst is het beheer van het Research Park van Zellik. Opdracht jurist binnen de dienst Vestiging en Ruimtelijke Economie De functiehouder ondersteunt de dagelijkse werking van de dienst, in het bijzonder met betrekking tot het brownfieldconvenantenbeleid en met betrekking tot het handelsvestigingenbeleid. Gezien de personeelsleden die het brownfieldconvenantenbeleid dagelijks vorm geven en coördineren in het VAC Leuven zitten, is hier voor standplaats Leuven gekozen. De andere taken in het bijzonder m.b.t. het handelsvestigingenbeleid worden hoofdzakelijk in Brussel (kantoor Ellipsgebouw) verricht. Het is daarom noodzakelijk dat de jurist ook regelmatig (vb. 1 tot 2 dagen per week) in Brussel aanwezig is. Voor zover de dienst beroep doet op extern gespecialiseerd juridisch advies zorgt de jurist binnen de dienst voor de kennisborging hiervan. Van de functiehouder worden volgende taken verwacht: - opvolgen van de juridische vragen m.b.t. het brownfieldconvenantenbeleid; dit behelst onder meer: o zelf beantwoorden van vragen van collega s en onderhandelaars brownfields en van de projectindieners; o vragen voorleggen aan externe juristen en organiseren van de kennisborging; o opvolgen van rechtszaken; o pro-actief intern advies over de juridische aspecten bij de aanpak en verwerking van projectoproepen, de ondersteuning van de Brownfieldcel en de onderhandelaars; o mee uitwerken van beleidsinitiatieven. - ondersteuning bieden aan het team dat instaat voor het handelsvestigingsbeleid: o juridische vragen van collega s beantwoorden;

5 o mee stroomlijnen van de werking van het Nationaal Sociaal Economisch Comité voor de Distributie (NSECD), het Interministerieel Comité voor de Distributie (ICD) en later van het comité van de kleinhandel; o behandelen van beroepen (adviestaak); o beleidsadvies over het decreet op het integraal handelsvestigingenbeleid en de link met andere relevante regelgevingen (VCRO, decreet Omgevingsvergunning ). - opbouw van juridische expertise rond bedrijventerreinen en bedrijfsvastgoed in functie van potentiële vragen van collega s - beleidsadvies over juridische knelpunten wanneer de dienst betrokken is bij de evaluatie van andere regelgeving (vb. Vlaams onteigeningsdecreet, decreet Complexe Projecten.) Naast het takenpakket binnen de dienst Vestiging & Ruimtelijke Economie zal de functiehouder voor het hele Agentschap Ondernemen aanspreekpunt zijn voor juridische vragen over de regelgeving overheidsopdrachten Omgeving: factoren die het functioneren beïnvloeden Samenwerking met andere afdelingen, overheidsinstellingen en stakeholders.

6 3.3. Interne organisatie Rapporteringslijnen Aan welke functie rapporteert de functiehouder? Welke andere functies rapporteren aan diezelfde functie? Welke functies rapporteren aan de functiehouder? Diensthoofd Vestiging en Ruimtelijke Economie (1 e evaluator) Afdelingshoofd Diensten (2 de evaluator) Dossierbeheerders, beleidsthemabeheerders, accountmanagers en medewerkers toegewezen aan de dienst NVT Organogrammen Organogram AO (zie bijlage 1) 4. Kwantitatieve gegevens Aantal personeelsleden waaraan wordt leiding gegeven: Budgetten (met vermelding van het type impact dat de functiehouder heeft): NVT Cfr dienstnota handtekeningsbevoegdheid Bijkomende kwantitatieve gegevens: /

7 5. Doel van de functie - Juridische ondersteuning van het brownfieldconvenantenbeleid - Juridische ondersteuning van het handelsvestigingenbeleid - Juridische kennisopbouw binnen de dienst over diverse aspecten van het bedrijfshuisvestingsbeleid - Aanspreekpunt voor de regelgeving overheidsopdrachten binnen het Agentschap Ondernemen 6. Resultaatgebieden 6.1 Behoefte-analyse voorbeelden van activiteiten - analyseren van de juridische vragen die de collega s stellen - screenen van de eigen decreten en regelgeving op juridische onvolkomenheden en nood aan uitvoeringsbesluiten - opvolgen van rechtszaken en op basis daarvan, voorstellen doen ter aanpassing regelgeving - analyseren van de processen (zoals werking NSECD en Comité van de Kleinhandel) vanuit juridische invalshoek 6.2 Dienstverlening uitbouwen voorbeelden van activiteiten - beheren van raamcontract(en) voor gespecialiseerde juridische dienstverlening - mee organiseren van de processen (handelsvestigingenbeleid, brownfieldconvenantenbeleid) zodat de juridische aspecten mee in beeld komen en zodat ook ruimte/tijd voorzien wordt voor tijdig juridisch advies - organiseren van netwerk van adviseurs m.b.t. regelgeving overheidsopdrachten 6.3. Werkinstrumenten

8 voorbeelden van activiteiten - uitwerken van interne richtlijnen en procedures - uitwerken van (standaard)clausules en standaard- ontwerp antwoorden m.b.t. juridische vragen - uitwerken van voorbeelden van handelsvestigingenconvenant, realisatieconvenant brownfields e.a. 6.4 Adviesverlening voorbeelden van activiteiten - correcte juridische argumenten geven op vraag van collega s en op vraag van eventuele externe klanten zoals projectpromotoren brownfieldconvenanten - adviseren over beleidsinitiatieven - pro-actief mee uitwerken van voorstellen van beleidsinitiatieven - deelnemen aan interne werkvergaderingen 6.5 Kwaliteitsborging voorbeelden van activiteiten - repertorium aanleggen van argumenten van externe bureaus m.b.t. brownfieldconvenanten, kleinhandelsbeleid etc. - nalezen van adviezen (t.a.v. externen) opgemaakt door collega s teneinde de juridische kwaliteit ervan te waarborgen - redactiewerk zoals actualiseren van juridische passages in handleidingen en brochures 6.6 Communicatie en contacten voorbeelden van activiteiten - deelnemen aan de dienstvergaderingen en op vraag van diensthoofd aan bepaalde stuurgroepen e.a. - mee voorbereiden van events voor het werkveld (o.a. platformwerking enz.), in functie van uitleggen van de (subsidie)reglementen enz. - afstemmen met de juristen in het werkveld die regelmatig door de dienst geconsulteerd worden in functie van advies over beleidsinitiatieven - zich opstellen als aanspreekpunt voor juridische zaken binnen de dienst 6.7 Kennis m.b.t. het vakgebied voorbeelden van activiteiten

9 - bijhouden van vakliteratuur (TROS o.a.) - rechtspraak m.b.t. ruimtelijke economie en brownfields opvolgen 6.8 Projectdeelname voorbeelden van activiteiten - mee opstarten van (beleids)projecten, opvolging ervan, terugkoppeling met diensthoofd enz. - participeren in interdepartementale werkgroepen 7. Waardegebonden en gedragscompetenties 7.1. Voortdurend verbeteren Niveau II: Ontwikkelt zich binnen de eigen functie en werkt actief mee aan het verbeteren van de uitvoering van taken - Maakt zich vertrouwd met nieuwe materies die relevant zijn voor de eigen taak (bv. nieuwe regelgeving, informaticatoepassingen, werkmethoden ) - Informeert zich over nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot de eigen functie (leest vakliteratuur, neemt deel aan congressen ) - Past nieuwe richtlijnen, kennis, informatie en inzichten toe in de praktijk - Gaat na of en hoe nieuwe tendensen en ontwikkelingen in de eigen functie ingezet kunnen worden - Zoekt actief naar mogelijkheden om de uitvoering van het takenpakket te verbeteren en werkt die mogelijkheden verder uit tot concrete voorstellen 7.2. Samenwerken Niveau III : Stimuleert de samenwerking binnen de eigen entiteit, werkgroepen of projectgroepen

10 - Komt met ideeën om het gezamenlijke resultaat te verbeteren - Moedigt anderen aan om samen te werken, hun ideeën te uiten en onderling van gedachten te wisselen - Moedigt anderen aan om onderling te overleggen over zaken die het eigen werk overstijgen - Betrekt anderen bij het nemen van beslissingen die op hen een impact hebben - Bevordert de goede verstandhouding, de teamgeest en het respect voor de verscheidenheid van mensen - Geeft opbouwende kritiek en feedback - Moedigt anderen aan om gezamenlijk oplossingen te vinden 7.3. Klantgerichtheid Niveau III : Onderneemt, binnen de mogelijkheden van de eigen functie, acties om de dienstverlening te verbeteren klanten te optimaliseren - Gaat kritisch na op welke punten de eigen dienstverlening aan de klant kan worden verbeterd - Onderzoekt gericht (via systematisch onderzoek) de wensen, behoeften en verwachtingen van klanten (tevredenheidsenquêtes, mondelinge enquêtes ) - Formuleert concrete voorstellen om de eigen dienstverlening te verbeteren - Onderneemt concrete acties naar aanleiding van specifieke feedback van klanten - Zet nieuwe mogelijkheden op het vlak van dienstverlening meteen om in de praktijk - Onderneemt acties om de dienstverlening aan specifieke doelgroepen te optimaliseren, rekening houdend met hun beperkingen en behoeften (bv. handicap, allochtonen ) 7.4. Betrouwbaarheid consequent en correct handelen Niveau II: Brengt sociale en ethische normen in de praktijk - Neemt de verantwoordelijkheid op zich voor zijn eigen handelen (past geen paraplupolitiek toe) - Leeft de deontologie na die eigen is aan de functie of het functieniveau - Spreekt anderen erop aan als ze niet conform bestaande regels en afspraken handelen - Handelt consequent: neemt in soortgelijke omstandigheden soortgelijke standpunten in of een soortgelijke houding aan. - Kan inschatten of informatie al dan niet verder kan of mag worden verspreid

11 - Vertoont voorbeeldgedrag rond basisregels en afspraken 7.5. Organiseren - Organisatiebetrokkenheid Niveau II: Houdt bij de eigen acties (pro)actief rekening met de belangen van de organisatie - Overweegt in de eigen acties en voorstellen de voor- en nadelen voor de organisatie - Zet zich in om de doelstellingen van de organisatie te realiseren, ook al zou hij zelf andere doelen voorrang kunnen geven - Respecteert in de eigen adviezen en beslissingen het ruimere beleidskader (doelen, waarden, cultuur ) - Heeft oog voor de kosten die met een bepaald voorstel of initiatief samenhangen - Schat bij eigen acties en beslissingen de ruimere gevolgen daarvan voor de organisatie in 7.6 Netwerken - Ontwikkelen en bestendigen van relaties, allianties en coalities binnen en buiten de eigen organisatie of entiteit en die aanwenden om informatie, steun en medewerking te verkrijgen (interpersoonlijk gedrag) Niveau II : Legt nieuwe contacten die voor de eigen taak en opdracht nuttig kunnen zijn - Brengt mensen met elkaar in contact, stelt hen aan elkaar voor - Neemt acties om contacten te leggen en te onderhouden - Zoekt samenwerking met interne en externe partners uit wederzijds belang - Legt op regelmatige basis nieuwe contacten ter gelegenheid van beurzen, seminaries, vakverenigingen, opleidingen - Gaat actief op zoek naar collega s uit andere entiteiten voor informatie, expertise - Legt contacten met andere afdelingen als de eigen opdracht hen aanbelangt (bv. voor- of natraject, impact ) - Legt contacten met andere entiteiten om de slaagkansen van het eigen project te vergroten (samenwerking, steun)

12 7.7 Probleemanalyse (analytisch denken) = Een probleem duiden in zijn verbanden. Op een efficiënte wijze op zoek gaan naar aanvullende, relevante informatie Niveau II : Legt verbanden en ziet oorzaken - Benadert een probleem vanuit verschillende gezichtspunten - Benoemt de oorzaken van problemen die zich voordoen - Legt verbanden tussen verschillende soorten informatie - Detecteert onderliggende problemen - Integreert nieuw gevonden informatie met bestaande informatie inlevingsvermogen = Het vermogen om uitgesproken en onuitgesproken informatie op te pikken en adequaat daarop te reageren ten aanzien van medewerkers, collega s, klanten, hiërarchie Niveau II:. Reageert (via houding en handelen) adequaat op door anderen geuite gedachten, gevoelens, behoeften en verwachtingen - Communiceert begrip voor de gevoelens, de behoeften en de belangen van de andere - Toont begrip door het eigen non-verbale gedrag - Houdt bij beleidsvoorbereiding rekening met de standpunten van relevante actoren - Toont begrip voor de reacties van anderen in een bepaalde situatie - Gaat adequaat in op persoonlijke of emotionele boodschappen 7.9 Initiatief = Kansen onderkennen en uit eigen beweging acties voorstellen of ondernemen (probleemoplossend gedrag) Niveau III : Neemt initiatieven die aantonen dat hij anticipeert op gebeurtenissen (proactief)

13 - Speelt spontaan in op kansen die zich aandienen - Anticipeert middels actie op diverse situaties - Neemt initiatief om te vernieuwen - Introduceert verbeteringen in werkaanpak en procedures 7.10 Plannen = Structuur aanbrengen in tijd, ruimte en prioriteit bij het aanpakken van taken of problemen Niveau III : Plant continu activiteiten met veel en complexe variabelen - Concentreert zich in zijn planning op de gehele opdracht, zonder details uit het oog te verliezen - Behoudt het overzicht over de stand van de uitvoering van projecten ten opzichte van de planning - Bereikt een balans tussen de geïnvesteerde tijd, de geleverde prestatie en de behaalde kwaliteit - Anticipeert op eigen werk en op dat van anderen - Besteedt aandacht aan een langetermijnplanning, en bouwt daarbij voldoende flexibiliteit in om adequaat op veranderingen te kunnen inspelen 7.11 Coachen (ontwikkelingsgericht coachen) Niveau I : Biedt hulp en steun bij het uitvoeren van taken en bij het behalen van resultaten - Moedigt collega s aan om nieuwe taken te leren en om zich te vervolmaken in hun job - Geeft duidelijke en constructieve feedback aan collega s over hun functioneren - Legt aan collega s uit hoe iets op een bepaalde manier uitgevoerd moet worden en waarom - Begeleidt nieuwe collega s tijdens het leren op de werkvloer - Neemt verantwoordelijkheid op voor het eigen leren, past het geleerde zelf toe op de werkvloer, en neemt initiatieven om collega s daarbij te betrekken - Houdt bij het leerproces rekening met de mogelijkheden en beperkingen van de collega s 7.12 Additionele competenties voor werkgroepleiders/projectleiders - Richting geven Niveau I : Geeft richting op het niveau van taken en de uitvoering daarvan - Geeft richtlijnen, aanwijzingen, suggesties, instructies aan individuele medewerkers of aan het team over uit te voeren

14 taken - Verschaft de middelen (informatie, budget, materiaal, mensen ) die de medewerkers nodig hebben om goede resultaten te halen - Drukt in meetbare resultaten uit wat hij van de medewerker of van het team verwacht - Geeft open en duidelijke positieve of negatieve feedback met het oog op de te bereiken doelstellingen en afspraken - Treedt corrigerend op met het oog op de te bereiken doelstellingen en gemaakte afspraken - Zorgt voor een goede afstemming tussen de verschillende taken die door het team worden opgenomen - Geeft duidelijk aan wat de prioriteiten zijn voor de medewerker of het team - Zorgt ervoor dat alle medewerkers met respect worden behandeld en geeft hierin zelf het goede voorbeeld 8. Vaktechnische competenties 8.1. Diploma Masterdiploma rechten 8.2. Ervaring Bij voorkeur ervaring met het functioneren in een overheidscontext (contact met politieke besluitvorming, ruim veld van stakeholders ) 8.3. Functiespecifieke kennis - goede kennis over de beleidsvisies, regelgeving en procedures van het beleidsdomein Ruimte Vlaanderen en van de OVAM; - goede kennis over het handelsvestigingenbeleid; - goed inzicht in de juridische aspecten van vastgoed, ruimtelijke ordening, vergunningenstelsels en procedures waar investeringsprojecten mee geconfronteerd worden; - inzicht in de regelgeving overheidsopdrachten - taalvaardigheid met het oog op het uitschrijven van leesbare adviezen - vlotte kennis zowel schriftelijk als mondeling van het Nederlands, het Frans en het Engels.

15 - kunnen werken met de courante ICT toepassingen (MS-Office en internet) en affiniteit met informatieverspreiding via sharepoint e.a. - een rijbewijs B Strekt tot aanbeveling NVT

16 Bijlage 1: Organogram