Samenvatting Aardrijkskunde Regionale beeldvorming

Transcriptie

1 Samenvatting Aardrijkskunde Regionale beeldvorming Samenvatting door een scholier 1150 woorden 28 maart ,4 31 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde BEGRIPPEN Regionaal beeld: Het beeld dat mensen van de ligging, grootte en kenmerkende verschijnselen van een gebied hebben. Geografisch beeld: Een zo objectief mogelijk beeld van een gebied waarbij gekeken wordt naar de ligging, ruimtelijke kenmerken, samenhang tussen de kenmerken en de relaties binnen het gebied en met andere gebieden. Objectieve informatie: Zo compleet mogelijke informatie die berust op feiten en cijfers, en die door anderen gecontroleerd kan worden. Subjectieve informatie: Informatie die door zenders met een bepaald doel wordt gegeven of vanuit een bepaalde opvatting. Subjectieve informatie is vaak ook onvolledig of onjuist. Mentaal beeld: Een verzameling van subjectieve beelden zoals deze door de ontvanger van informatie wordt samengesteld uit allerlei vormen van informatie. (zowel objectieve als subjectieve info) Zender: Alle individuen of groepen die met behulp van een communicatiemiddel informatie verstrekken aan anderen. Ontvanger: Alle individuen of groepen die informatie ontvangen via media of door eigen waarnemingen. Imago: Pagina 1 van 7

2 Het uitgesproken beeld dat hoort bij één bep. Gebied, persoon of groep. Een imago kan zowel positief als negatief zijn. Stereotype: Een algemene karakterisering van een gebied of een groep mensen. Kan zowel positief als negatief zijn. Ruimtelijk gedrag: Alle activiteiten van mensen waar ruimte voor nodig is. Het ruimtelijk gedrag wordt bepaald door de wensen van personen, hun regionale beeld van gebieden en beperkingen. Beperkingen: Belemmeringen die bepalen in welke mate personen hun wensen kunnen omzetten in concreet ruimtelijk gedrag. Natuurrampen: Een ramp waarbij door natuurkrachten veel slachtoffers vallen of waarbij veel schade is. Inschatting van gevaar: De mate waarin een individu of een groep in staat is de risico s van natuurrampen in een gebied van te voren te bepalen. Doelen: Alles wat individuen of groepen belangrijk vinden om na te streven en te bereiken. City marketing: Alle activiteiten van de overheid die tot doel hebben het imago van een stad te verbeteren. Manipuleren: Met bep. technieken een regionaal beeld aanbieden om een specifiek doel te realiseren. Kaartprojectie: De wijze waarop de ronde aarde op een plat vlak word getekend. HOOFDSTUK Mentalmaps: de ruimtelijke voorstellingen die je maakt van de werkelijkheid. Neighbourhood effect: het groter afbeelden van plaatsen die dichtbij liggen of bekent zijn. Distance decay: het kleiner afbeelden van plaatsen die ver weg liggen. In een regionaal beeld kijk je ook naar de kenmerken van een regio. Het beeld dat je hebt, bevat onjuistheden. - Het kan een stereotype zijn - je kunt de regio als één geheel zien Pagina 2 van 7

3 - je kunt een incompleet beeld hebben - of het beeld kan fouten bevatten. Je neemt het makkelijkst de informatie op die pas in het beeld dat je al hebt of dat je verwacht. 1.2 model van informatieoverdracht wie- zender Waarom- doel Wat- Informatie beeld gedrag - Wie heeft het geschreven- - Wat is het doel- - Wat staat erin- - Wat staat er niet in- Het manipuleren van een kaart kun je op de volgende manieren doen: - Door de keuze van bepaalde onderwerpen, je kiest de gegevens die jou het beste uitkomen. - Door het vaststellen van klassengrenzen. Door veel klassen te nemen geeft je een gelijkmatiger beeld. - Door het kiezen van symbolen. Met grote symbolen kun je dramatische indruk wekken. - Door de kleuren. Bijv: groen = goed, veilig, gezond, natuur. Blauw = nat, water. Rood is gevaar en geel is dor en droog. - Door middel van de projectie. 1.3 Een correct beeld noem je een geografisch beeld. Het bestaat uit de volgende kenmerken: - Locationele kenmerken - Gebiedskenmerken - Bevolkingskenmerken - Relationele kenmerken. Om een gebied te analyseren maak je eerst een beschrijving van deze kenmerken. Dan zoek je naar verbanden en samenhang tussen de kenmerken. Je deelt de regio op grond van bep. kenmerken in, in deelgebieden. Bij het vaststellen van een geografisch beeld doorloop je 5 stappen: - Het vaststellen van de vraag. Pagina 3 van 7

4 - Het kiezen van relevante kenmerken. - Het raadplegen van informatiebronnen. - Het schrijven van een geografisch beeld. - Het vergelijken van het geografische beeld met je vraag. Geografisch beeld van een regio A locationele kenmerken Welk continent, welke buurlanden, hoe groot is de regio. B Gebiedskenmerken Fysische kenmerken. - Geologie (gebergtes, vlaktes, rivieren, grondstoffen) - Klimaat - Bodem - Flora(dieren) en fauna(planten) Inrichtingskenmerken - Landbouw - Nederzettingen (steden en dorpen) - Infrastructuur C Bevolkingskenmerken Demografie - Geboorte/sterfte - Vruchtbaarheid - Levensverwachting Economische kenmerken - Belangrijkste bedrijfstakken - Inkomens/ welvaart - Werkloosheid Ecologische kenmerken (natuur + milieu) - Knelpunten tussen natuur en grondgebruik, wat wordt hiertegen ondernomen- Culturele kenmerken - Godsdienst - Culturele waarden - Talen - Minderheden Politieke kenmerken - Bestuursvorm - Belangrijke partijen - Politieke stabiliteit ( veel burgeroorlogen of juist heel rustig) D Relationele kenmerken Relaties van de regio met andere regio s Pagina 4 van 7

5 - Handel - Toerisme - Milieubelasting van/ naar over de grens - Politieke allianties/ tegenstanders - migratie HOOFDSTUK Als je kiest voor een vakantiebestemming loop je tegen een heleboel beperkingen aan. Beperkingen zijn gekoppeld aan persoonskenmerken. De beperkingen ontlenen mensen aan het regionale beeld dat ze van een bestemming hebben. Het is hun perceptie. De beperking hoeft dus niet overeen te komen met de werkelijkheid. Persoonkenmerken: deze hebben te maken met je karakter, godsdienst, afkomst, inkomen, leeftijd, gezin, opleiding en geslacht. Perceptie: het persoonlijke beeld dat iemand heeft van een verschijnsel of regio (de wijze waarop iemand de werkelijkheid ervaart) Perceptie is hetzelfde als een regionaal beeld. Bij het kiezen van een vakantiebestemming doorloop je acht stappen: - informatie verzamelen - informatie selecteren, wat je belangrijk en nuttig vond. - Wensen vaststellen - Regionale beelden vaststellen - Extra informatie inwinnen - Beperkingen op een rijtje zetten zoals vervoer, geld etc - Wensen en regionale beelden bijstellen - Boeken Bij het zoeken van een nieuwe woning doorloop je ook 3 stappen: - Informatie verzamelen - Selecteren - Woonwensen vaststellen - Regionale beelden vaststellen. - Welke huizen zijn te koop of te huur. - Beperkingen op een rijtje zetten - Woonwensen en regionale beelden bijstellen - Buy. Pagina 5 van 7

6 2.3 Mensen hebben een perceptie (beeld) van het gevaar van een natuurramp. Deze hangt samen met: - Kenmerken van de ramp - Invloed die men erop kan uitoefenen. - Kennis over de ramp. Onbekende en onvoorspelbare verschijnselen wekken veel meer angst dan bekende. Hoe sterk mensen reageren op een ramp hangt sterk af van 3 factoren: - Van de perceptie die mensen van t gevaar hebben. Als ze denken dat er geen gevaar dreigt, ondernemen ze ook geen actie. - De wil om te reageren. Soms willen mensen dar niet omdat ze in een rampgebied willen blijven wonen. (religie) - De beperkingen in de mogelijkheden om te reageren. Aanpassingen voor een ramp zijn vaak erg duur. Arme bevolkingsgroepen kunnen dat zich niet veroorloven. (geld) Samenvattingen Natuurrampen op: - Locaal: windhoos, overstroming en lawine - Regionaal: aardbeving, vulkaanuitbarsting, tornado en overstromingen. - Nationaal: aardbevingen, overstromingen, vulkaanuitbarstingen. - Continentaal: een orkaan die meerdere landen treft. Elninjo - Mondiaal: meteorietinslag Dimensies: Een aspect of een onderdeel van iets, het bekijken van een verschijnsel vanuit een bep. invalshoek of van een bep. kant. Aspecten: - fysisch biologisch (het milieu of de natuur) - economisch (wat het oplevert) - politieke invalshoek (machtsociale verhoudingen) - cultureel(waardevolle culturele elementen) om een zo volledig beeld te krijgen van een verschijnsel moet je aandacht besteden aan allee 4 de invalshoeken/ aspecten van een verschijnsel/ regio. Geografisch: iets in de ruimte Isolijnen: lijnen die punten of plaatsen met dezelfde waarde met elkaar verbind. Pagina 6 van 7

7 COROP: coördinatie commissie regionaal onderzoek programma. Fysische kenmerken: ontstaan door de natuur Inrichting kenmerken ook wel cultuur kenmerken genoemd: ontstaan door de mens. Deelgebied: een stuk van een regio dat zich onderscheid van andere stukken van die regio. Pagina 7 van 7