TWEEDE ACTUALISATIESTUDIE Globaal Actieplan (Eindverslag)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TWEEDE ACTUALISATIESTUDIE Globaal Actieplan (Eindverslag)"

Transcriptie

1 WTCB RAPPORT DE 6 TWEEDE ACTUALISATIESTUDIE Globaal Actieplan (Eindverslag) Studie uitgevoerd in opdracht van het ONDERZOEKSCOMITE VAN HET GRINDFONDS in samenwerking tussen WTCB - LUC - VITO - OCW WTCB LUC VITO OCW

2 WTCB RAPPORT DE 6 TWEEDE ACTUALISATIESTUDIE Globaal Actieplan (Eindverslag 3/9/25) Studie uitgevoerd in opdracht van het ONDERZOEKSCOMITE VAN HET GRINDFONDS in samenwerking tussen WTCB - LUC - VITO - OCW Project team: WTCB ir. J. Van Dessel dr. A. Janssen LUC Prof. ir. F. Rentmeesters VITO dr. P. Nielsen OCW ir. L. De Bock Coördinatie & Eindverantwoordelijkheid: ir. J. Van Dessel Labohoofd Duurzame Ontwikkeling, WTCB dr. A. Janssen Labo Duurzame Ontwikkeling, WTCB 2

3 - I N H O U D S T A F E L - Voorwoord De Evolutie van de Limburgse Grindwinning, de In- en Uitvoer van Grind en het Lokaal Verbruik van Maasgrind, telkens voor de Periode De evolutie van de productie van Limburgs grind en het bijhorende grindzand in de periode De evolutie van de in- en uitvoer van grind in België Lokale beschikbaarheid aan Limburgs Maasgrind en Maaszand Referteprijzen van grind, porfier en kalksteen Evolutie van het Marktaandeel van de Concurrerende Natuurlijke Granulaten in België in de Periode Bijgestelde Evaluatie van Aanbod en Substitutiepotentieel van Reststoffen en Kunstgranulaten Situering Resterend substitutiepotentieel van afvalstoffen Marktgegevens in verband met kunstgranulaten Evolutie van de Impact van Recente Evoluties in Technische en Milieuhygiënische Regelgeving Technische voorschriften en normen Milieuhygiënische beoordeling van secundaire grondstoffen Enquêtering van Grindverwerkende Bedrijven, Beperkt tot de Provincies Limburg, Antwerpen en Vlaams-Brabant, Aangaande het Huidige en Verwachte Gebruik van Granulaten Situering Enquêtering van de producenten van stortklaar beton en van cementagglomeraten in de Provincies Vlaams-Brabant, Limburg en Antwerpen Enquêtering van de producenten van asfalt voor wegverhardingen in Vlaanderen en Wallonië Analyse van het Gebruik en de Oorsprong van Granulaten in de Buurlanden Nederland - inzonderheid de Provincie Limburg - en Duitsland - inzonderheid de Deelstaten Nordrhein- Westfalen en Niedersachsen - en in de Aangrenzende Regio Wallonië Inleiding Analyse van gebruik en oorsprong van granulaten in Nederland Analyse van het grondstoffenbeleid van de Nederlandse Provincie Limburg Analyse van gebruik en oorsprong van granulaten in Duitsland (Nordrhein-Westfalen & Niedersachsen) Analyse van gebruik en oorsprong van granulaten in Wallonië Bijstelling en Herformulering van Conclusies, Rekening Houdende met Recente Evoluties en Vaststellingen De actuele toestand van de grindwinning De mogelijke substituten voor grind Enquêtering van grindverwerkende bedrijven Beleid in de buurlanden Evaluatie van het Eerste Actieplan en het Vernieuwde Actieplan van 2 van het Onderzoekscomité en Voorstel van een Vernieuwd Actieplan Het eerste actieplan Het voorstel van een nieuw Actieplan in Overzicht en evaluatie van de activiteiten van het Onderzoekscomité vanaf Voorstel voor een vernieuwd Actieplan Bijlagen

4 Voorwoord Op 4 juli 993 keurde de Vlaamse Regering het decreet in verband met de regeling van de grindwinning in het Limburgse Maasland goed. Dit "Grinddecreet" werd gepubliceerd in het Belgische Staatsblad op 7 oktober 993. Het vergelijk, dat tot stand was gekomen op de rondetafelconferenties van 99, vormde de basis hiervoor. Essentieel voorziet het grinddecreet in een geleidelijke afbouw en, overeenkomstig artikel 4, in de stopzetting vanaf januari 26 van elke activiteit van grindwinning in de Provincie Limburg. Ter financiering van de begeleidende maatregelen, die getroffen worden in het kader van het grinddecreet, werd het "Grindfonds" opgericht met daarbinnen een overkoepelend comité "Grindcomité" en drie subcomités, te weten het Herstructureringscomité, het Sociaal Comité en het Onderzoekscomité. Tot de taakstelling en de verantwoordelijkheid van het onderzoekscomité behoort het vaststellen van onderzoeksprogramma's voor de ontwikkeling van grindsubstituten, alsmede projecten ter ondersteuning van de commercialisering en het gebruik van zulke substituten. Binnen het Onderzoekscomité groeide snel een consensus dat er in de eerste plaats nood was aan de uitwerking van een Globaal Actieplan, waarin de objectieven en de prioriteiten van het comité zouden worden vastgelegd. Op 22 februari 996 werd door het Onderzoekscomité een Voorbereidende Studie uitbesteed aan een onderzoeksteam, waarin het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB), het Limburgs Universitair Centrum (LUC), de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw (OCW) vertegenwoordigd waren. Als opdrachthouder en coördinator voor deze studie fungeerde het WTCB. Op basis van het door het onderzoeksteam in de periode maart oktober 996 verrichte studiewerk, werd een informatiedocument (WTCB rapport DE747/) en een eindverslag (WTCB rapport DE747/2) opgesteld. In het tweede document werden de belangrijkste bevindingen, die in het informatiedocument waren opgenomen, samengevat en werden de besluiten van de uitgevoerde studie geformuleerd. Vier jaar later bleek het noodzakelijk de voorgaande studie te actualiseren en de evolutie in de tussenliggende periode te evalueren. Op augustus 2 heeft het Onderzoekscomité daarom een actualisering van specifieke punten van de Voorbereidende Studie voor een Globaal Actieplan uitbesteed aan hetzelfde onderzoeksteam. De actualisatiestudie werd uitgevoerd in de periode december 2 - februari 2 en resulteerde in mei 2 in het WTCB rapport DE6823 met als titel Actualisatiestudie Globaal Actieplan (Eindverslag). Nu, nog eens 4 jaar later, is er opnieuw behoefte om in een Tweede Actualisatiestudie de inzichten en cijfergegevens, die bekomen werden in de Eerste Actualisatiestudie van 2, te actualiseren. Een bijkomende reden voor deze tweede actualisatiestudie is de recente herziening van het Grinddecreet van 993 in het Wijzigingsdecreet Grind van 7 juli 25. In dit wijzigingsdecreet wordt de oorspronkelijke einddatum voor de grindwinning in Limburg, zijnde tegen januari 26, geschrapt en vervangen door het moment waarop de totale grindwinning in de grindwinningsgebieden, die krachtens het decreet van 993 werden aangeduid, het toegewezen quotum van 4.4. ton berggrind en ton valleigrind bereikt heeft. Voor het uitvoeren van deze Tweede Actualisatiestudie Globaal Actieplan heeft het Onderzoekscomité de actualisering uitbesteed aan hetzelfde onderzoeksteam. Omwille van de coherentie met de vorige actualisatiestudie en tevens omwille van de relevantie van de geactualiseerde gegevens, wordt in deze Tweede Actualisatiestudie ervoor 4

5 geopteerd om dezelfde items als deze bestudeerd in de Eerste Actualisatiestudie Globaal Actieplan van 2 te actualiseren, aangevuld met twee nieuwe onderwerpen. Deze Tweede Actualisatiestudie werd uitgevoerd in de periode april 25 - september 25 en resulteerde in voorliggend verslag. Brussel,

6 . De Evolutie van de Limburgse Grindwinning, de In- en Uitvoer van Grind en het Lokaal Verbruik van Maasgrind, telkens voor de Periode De evolutie van de productie van Limburgs grind en het bijhorende grindzand in de periode De cijfers in Tabel. bevatten de berg- en de valleiproductie van Limburgs grind (rolgrind en gebroken grind), de in de laag aanwezige commercialiseerbare zandfractie en het brekerzand. De commercialiseerbare zandfractie, aanwezig in de laag, kan geschat worden op 9 % van de valleiproductie en 26 % van de bergproductie. Ongeveer 35 % van het grind wordt gebroken. Bij het breken van het grind wordt er 8 % gebroken grind en 2 % brekerzand geproduceerd. Jaar Bergproductie in ton Valleiproductie in ton Totale productie in ton Tabel. - De grind- en zandproductie in Limburg (994-24) Bron: ANRE (de productiegegevens bevatten het geproduceerde grind, de bijhorende commercialiseerbare zandfractie en het brekerzand) De evolutie van de grindwinning in Limburg gedurende de laatste 5 jaren wordt gekenmerkt door een sterke daling van de productie vanaf 992 tot 5 miljoen ton in 996 en vervolgens een sterke stijging van de productie tot ongeveer miljoen ton in 2 (Figuur.). Daarna is de productie opnieuw gaan dalen tot 6 miljoen ton in 24. 6

7 ,, 9,, 8,, 7,, Productie (ton) 6,, 5,, 4,, Berggrind Valleigrind Totaal 3,, 2,,,, Jaar Figuur. - Evolutie van de grind- en zandwinning in Limburg (987-24) Bron: ANRE (de productiegegevens bevatten het geproduceerde grind, de bijhorende commercialiseerbare zandfractie en het brekerzand) De totale productie lag in de jaren beduidend onder het toegekende productiequotum, zodat er in die vijf jaren in totaal 6,6 miljoen ton minder gerealiseerd werd dan toegekend (3,8 miljoen ton minder in de vallei en 2,8 miljoen ton minder op de berg). Gedurende de jaren werd er meer geproduceerd dan toegekend, zodat er einde 24 in totaal 4, miljoen ton cumulatief minder gerealiseerd werd dan toegekend in de periode (8,5 miljoen ton minder in de vallei en 5,6 miljoen ton minder op de berg). De schommelingen in de productie zijn sterk gerelateerd aan de belangrijke vertragingen, die opgetreden zijn in het vrijgeven van de noodzakelijke ontginningsgronden, waardoor de ontginning van de in de voorbije jaren aan de ontginners toegekende quotumtonnen, niet mogelijk was. Zodoende is er een groot verschil ontstaan tussen de toegewezen quota en de effectief gerealiseerde quota. Deze productieschommelingen voor valleigrind zijn trouwens duidelijk op te merken in 997 met de start van de ontginning in Boterakker en in 998 te Meerheuvel 2. De toename van de productieachterstand in de berggrindontginning kan verklaard worden door een tijdelijk gebrek aan ontginningsterreinen om het afgesproken quotum van 4,4 miljoen ton te kunnen realiseren. Het gevolg hiervan is dat de producenten hun ontgrinding vertragen, zodat ze hun belangrijke klanten toch kunnen blijven toeleveren. Memorie van Toelichting bij het voorontwerp van decreet tot wijziging van het decreet van 4 juli 993 tot oprichting van het Grindfonds en tot regeling van de grindwinning 2 Jaarverslag van het Grindcomité en de subcomités, werkingsjaar 998 7

8 .2 De evolutie van de in- en uitvoer van grind in België De Belgische in- en uitvoergegevens van grind zijn gegeven in Tabel.2. (de cijfers in deze tabel betreffen grind en bevatten dus geen zand). De Belgische invoer van grind is vanaf 998 beduidend kleiner dan de Belgische uitvoer. De Belgische uitvoer van grind neemt in de periode sterk toe tot bijna 6,3 miljoen ton in 22 om vervolgens te dalen tot 4 miljoen ton in 24. De Belgische invoer van grind heeft in deze periode eerder een dalende trend, de invoer vermindert van 4,7 miljoen ton in 996 tot 3,7 miljoen ton in 24. Jaar Invoer in ton Uitvoer in ton Invoer van Nederland in ton Uitvoer naar Nederland in ton * Tabel.2 - De evolutie van de in- en uitvoer van grind (exclusief zandfractie) in België (996-24). * Volgens de Dienst Statistiek Buitenlandse Handel bedraagt de uitvoer naar Nederland miljoen ton grind in 2. Indien echter de maandgegevens bestudeerd worden, dan is er in november 2 een fout in de gepubliceerde hoeveelheid (deze zou ton geweest zijn). De waarde van de uitvoer in november 2 is waarschijnlijk wel juist ( ). Indien voor de andere maanden van 2 de waarde van een uitgevoerde ton grind naar Nederland berekend wordt, dan bedraagt deze 7,327 /ton. Een schatting van de uitvoer naar Nederland in november 2 is dan ton ( / 7,327 /ton) en voor het ganse jaar ton. Bron: Buitenlandse handel - jaarboek De Belgische uitvoer van grind gebeurt vooral naar Nederland en in mindere mate naar Frankrijk (Tabel.2 en Figuur.2). De uitvoer van het Limburgse Maasgrind mag binnen een aanvaardbare foutmarge gelijkgesteld worden aan de uitvoer naar Nederland. De uitvoer naar Nederland gebeurt vooral door de Limburgse valleigrindproducenten. Naarmate deze producenten hun grindproductie (Tabel.) verhogen, stijgt ook de uitgevoerde hoeveelheid naar Nederland. In de periode 996 tot 24 is de uitvoer van grind naar Nederland veel hoger dan de invoer vanuit Nederland. Uit de consultatie van de sector (Bijlage.) blijkt duidelijk dat de uitvoer van Limburgs Maasgrind weinig waarschijnlijk is naar Frankrijk, Luxemburg en Duitsland. Indien er nog Maasgrind uit baggerwerken op de Boven-Maas in Wallonië geproduceerd wordt, is dit ook marginaal en niet voldoende om aan deze uitvoerhoeveelheden te beantwoorden. Behalve de aanwezige lokale markten, laten de transportafstanden en routes deze afzet niet toe. Ook de afzet van (Engels) zeegrind vanuit Belgische bedrijven naar Frankrijk als mogelijke 8

9 verklaring van de uitvoer van ongeveer miljoen ton grind vindt niet plaats volgens de betrokken bedrijven in de zeegrindsector. Een mogelijke verklaring is dan slechts terug te brengen tot een foutieve codering of interpretatie bij het invullen van de statistische gegevens. 8,, 7,, 6,, Uitvoer (in ton) 5,, 4,, 3,, Uitv. NED Uitv. FRAN Uitv. DUIT. Uitv. LUX. 2,, Uitv. Tot.,, Jaar Figuur.2 - Uitvoer van grind in België (periode ) (Legende: Uitv. NED: uitvoer naar Nederland, Uitv. FRAN: uitvoer naar Frankrijk, Uitv. DUIT.: uitvoer naar Duitsland, Uitv. LUX.: uitvoer naar Luxemburg, Uitv. Tot.: totale uitvoer) Bron: Buitenlandse Handel - jaarboek Vanwege het belang van deze uitvoer, werden twee alternatieve ramingen opgemaakt. De export van Limburgs Maasgrind betreft hoofdzakelijk gebaggerd valleigrind afkomstig uit Boterakker, dat geladen wordt op laadschepen en dat bijna volledig naar Nederland geëxporteerd wordt. Daarnaast zijn er twee andere locaties van valleigrind, van waaruit de laatste jaren in totaal ongeveer 3 ton via de weg naar Nederland gaat. Verder bestaat de mogelijkheid dat export van niet-quotumtonnen (bijvoorbeeld uit nabaggering, ) worden gerealiseerd; deze hoeveelheid is jaarlijks erg schommelend en beperkt in omvang (van 2. tot. ton) 3. De export van berggrind is verwaarloosbaar. De productie (en dus export) van grind (exclusief zandfractie) in Boterakker wordt vanuit de federatie begroot op 2 miljoen ton in 24 en 3 miljoen ton in 23. De totale export van grind naar Nederland schommelt dus tussen 2,3 en 3,3 miljoen ton in de laatste jaren. Deze cijfers zijn grosso modo in lijn met de statistieken van de export naar Nederland. Een alternatieve methode van de huidige export naar Nederland kan begroot worden op basis van de heffinggegevens. Deze begrotingsmethode gaat uit van het feit dat het grootste deel van de huidige productie van Boterakker voor export naar Nederland gaat. Dit geldt voor de 3 ANRE, Dhr P. Wenselaar: ruwe raming hoeveelheid niet-quotumtonnen 9

10 meest recente jaren. In de jaren 2 tot 22 is er ook de productie in Heerenlaak die quasi volledig werd afgevoerd via binnenschepen naar verwachting met diezelfde exportbestemming. De informatie uit de heffingen wordt weergegeven in Tabel.3. Deze gegevens, die nauwkeuriger zouden moeten zijn, schatten de export naar Nederland iets lager in met 2, miljoen ton in de recente jaren tot 3,9 miljoen ton in de jaren met een hoge productie van valleigrind (inclusief 3 ton over landtransport, exclusief niet-quotumtonnen). ANRE merkt terzake op dat de schommelingen omtrent de inzet van een baggermolen (zoals nu in 25) onmiddellijk een duidelijk effect op deze resultaten zullen hebben met een meerproductie van zand en grind van 6 à 8 ton op jaarbasis. Vanaf 27 wordt trouwens een sterke terugval verwacht door de uitputting van de quota s in Boterakker. Jaar Grind inclusief zand Grind exclusief 9 % zand ton ton ton ton 22 4 ton ton ton ton ton ton Tabel.3 - Productie van Boterakker (incl Meerheuvel) en Heerenlaak volgens (afgeronde) gegevens van ANRE 4 4 ANRE, Dhr P. Wenselaers, telefonisch contact en met WTCB, oktober 25. Deze cijfers zijn inclusief de tonnages die vanuit Meerheuvel per as aangevoerd en gestort worden aan het front van een baggercombinatie voor verwerking en de loonbaggering van quota.

11 5,, 4,, Invoer (in ton) 3,, 2,, Inv. NED Inv. FRAN Inv. DUIT. Inv. ENG. Inv. LUX. Inv. Tot. Inv. And.,, Jaar Figuur.3 - Invoer van grind in België (periode 996 tot 24) (Legende: Inv. NED : invoer vanuit Nederland, Inv. FRAN: invoer vanuit Frankrijk, Inv. DUIT.: invoer vanuit Duitsland, Inv. ENG.: invoer uit Engeland, Inv. LUX: invoer uit Luxemburg, Inv. Tot.: totale invoer, Inv. And.: invoer vanuit andere landen) Bron: Buitenlandse Handel jaarboek 5 De Belgische invoer komt vooral uit Engeland en in mindere mate uit Nederland en Duitsland (Figuur.3). Meer dan de helft van de invoer is afkomstig uit Engeland. In absolute termen daalt de invoer uit Engeland van 3 miljoen ton in 999 tot 2 miljoen ton in 24. Het gaat om zeegrind dat via de kusthavens en de Antwerpse haven wordt aangevoerd. Dit grind wordt vooral gebruikt in de provincies West- en Oost-Vlaanderen en Antwerpen. Deze daling wordt bevestigd door de voornaamste marktspeler (maar deze schat de totale hoeveelheid enkele honderd duizend ton hoger in). Andere belangrijke aanvoerlanden zijn Nederland en Duitsland. De ingevoerde hoeveelheid is voor beide landen echter minder dan miljoen ton per jaar en het wordt vooral gebruikt in Antwerpen en Vlaams-Brabant. Vanuit de grindsector wordt bevestigd dat het weinig waarschijnlijk is dat grind uit Nederlands Limburg in België ingevoerd wordt. De import uit Nederland in de statistieken betreft mogelijk enerzijds (Engels) zeegrind, afgezet vanuit een verwerkingseenheid in Vlissingen met een capaciteit van ongeveer miljoen ton, dat via Antwerpen en het Albertkanaal de Belgische markt opkomt, en anderzijds de doorvoer van Duits Rijngrind via Nederlandse bedrijven op de Belgische markt (of een combinatie van beide). 5 De relatief lage gedeclareerde prijs (6 /ton in plaats van 8 /ton) doet vermoeden dat er een gedeelte zand bij deze hoeveelheden inbegrepen is.

12 .3 Lokale beschikbaarheid aan Limburgs Maasgrind en Maaszand De lokale beschikbaarheid kan berekend worden door bij de Limburgse productie de invoer van grind uit Nederland op te tellen en de uitvoer van grind naar Nederland af te trekken. Zoals reeds in Tabel. is aangegeven, bevatten de Limburgse productiegegevens de bijhorende commercialiseerbare zandfractie in de laag en het brekerzand. We zullen daarom eerst de lokale beschikbaarheid berekenen van Maasgrind en Maaszand en vervolgens de lokale beschikbaarheid van alleen Maasgrind. Jaar Limburgse productie (grind en zand) in ton Invoer grind uit Nederland in ton Uitvoer grind naar Nederland in ton De lokale beschikbaarheid Limburgs maasgrind en maaszand in ton Tabel.4 - De lokale beschikbaarheid van Limburgs Maasgrind en Maaszand (996-24) Bron : ANRE (productiegegevens), Buitenlandse Handel - Jaarboek, NBB, eigen berekeningen Uit Tabel.4 en Figuur.4 blijkt dat de lokale beschikbaarheid van Maasgrind en Maaszand een dalende trend vertoont. In de periode stijgt de lokale beschikbaarheid tot 6 miljoen ton in 999 en daalt vervolgens tot 4,2 miljoen ton in 24. Er is in deze periode ook een merkbaar verschil tussen de Limburgse productie van Maasgrind en zand (zie ook Figuur.) en de lokale beschikbaarheid. Dit wordt natuurlijk verklaard door de in- en uitvoer naar Nederland. In Figuur.4 wordt ook de evolutie van het Bruto Binnenlands Product van de bouw (B.B.P. tegen constante prijzen van 2) in de periode gegeven. Vanaf 99 staat de daling van de lokale beschikbaarheid van Maasgrind en Maaszand in schril contrast met de stijgende trend van het B.B.P. bouw. Deze loskoppeling is hoofdzakelijk te wijten aan de geplande afbouw van de grindwinning en de beschikbaarheid van de nodige vergunningen voor ontginningen. 2

13 2 2 5 lokale beschikbaarheid (Miljoen ton) BBP bouw Trendlijn BBP Bouw (Miljoenen euro's tegen prijzen van 2) Jaar 6 lokale beschikbaarheid BBP bouw Linear (lokale beschikbaarheid) Figuur.4 - De lokale beschikbaarheid van Limburgs Maasgrind en Maaszand (996-24) Bron: ANRE (productiegegevens), Buitenlandse Handel Jaarboek, NBB, eigen berekeningen In Tabel.5 wordt een schatting gegeven van de lokale beschikbaarheid aan grind, waarbij de zandfracties werden weggenomen. Hieruit blijkt dat het lokale verbruik van Maasgrind varieert tussen 2,2 en 3,3 miljoen ton per jaar (de uitvoer naar Nederland is vanaf 999 altijd groter dan het lokale verbruik). Voor 24 is een alternatieve berekening opgezet vanuit de productie van berggrind (geen export) plus de productie van valleigrind min de export naar Nederland. Deze berekening geeft voor de lokale beschikbaarheid voor de Limburgse markt volgend resultaat : ton berggrind ton valleigrind - export 2 ton valleigrind = ton grind voor de lokale Limburgse markt Op Belgisch vlak dient hierbij de import van Engels zeegrind en de aanvoer vanuit Duitsland (al dan niet via Nederlandse handel) geteld te worden. Op basis van de statistieken betreft dit ongeveer 3,6 miljoen ton grind, dat bijkomend aanwezig is op de Belgische markt. 3

14 Jaar Valleiproductie in ton Productie valleigrind en brekerzand in ton Bergproductie in ton Productie berggrind en brekerzand in ton Totaal valleigrind, berggrind en brekerzand in ton Brekerzand in ton Grind in ton Invoer grind uit Nederland in ton Uitvoer grind naar Nederland in ton Lokale beschikbaarheid aan grind in ton () (2)=,8x() (3) (4)=,74x(3) (5)=(2)+(4) (6)=,2*,35 *(5) (7)=(5)-(6) (8) (9) (7)+(8)-(9) Tabel.5 - Een schatting van de lokale beschikbaarheid van Maasgrind (996-24) Veronderstellingen: - Valleigrind bevat 9 % commercialiseerbaar zand in de grindlaag - Berggrind bevat 26 % commercialiseerbaar zand in de grindlaag - 35 % van het rolgrind wordt gebroken - Bij breken bekomt men 8 % gebroken grind en 2 % brekerzand 4

15 .4 Referteprijzen van grind, porfier en kalksteen De referteprijzen (richtprijzen welke toegepast worden voor het aanpassen van inschrijvingen op aanbestedingen aan de evolutie van de index) geven de evolutie weer van de gemiddelde prijs van een ton gebroken grind (kaliber 2/7 /3 Luik 2/3 Limburg) geschat (Figuur.5). Hetzelfde wordt gedaan voor kalksteen en porfier, waarmee het grind in concurrentie staat. Een en ander laat toe de evolutie van de relatieve concurrentiepositie van het grind ten opzichte van natuurlijke substitutieproducten te beoordelen. De onderlinge prijsverhouding voor het kaliber 2/7 blijkt in de periode weinig gewijzigd. Porfier is het duurste product, grind is wat goedkoper en kalksteen is in heel de periode het laagst geprijsd Referteprijs (EUR/ton) Jaar grind 2/7 Porfier 2/7 kalksteen 2/7 Figuur.5 - Evolutie van de referteprijzen voor grind, porfier en kalksteen kaliber 2/7 6 (maand oktober ) Bron: Referteprijzen Openbare Werken, Ministerie van Economische Zaken 6 Vanwege de vergelijkbaarheid met de vorige studies is het kaliber 2/7 aangehouden. Dit kaliber wordt bij grind echter weinig geproduceerd vanwege de hoge productiekost ( à 5 % van de markt info Belbag). De referteprijzen zijn beduidend hoger dan de actuele marktprijzen van de granulaten. Kalksteen af groeve wordt gecommercialiseerd aan 8 à / ton; de grindprijzen zitten hier een 2 % boven. 5

16 2. Evolutie van het Marktaandeel van de Concurrerende Natuurlijke Granulaten in België in de Periode In Tabel 2. wordt het verbruik (beschikbaarheid) van granulaten in België berekend en dit voor de periode Een grafische weergave van deze beschikbaarheid aan granulaten in België wordt gegeven in Figuur 2.. In Tabel 2.2 wordt het jaarverbruik gegeven voor de periode Dit jaarverbruik wordt als volgt berekend: Belgisch verbruik per jaar in ton = Belgische leveringen (productie) per jaar in ton + de invoer per jaar in ton de uitvoer per jaar in ton Het totale verbruik van granulaten is sinds 999 ongeveer 3 miljoen ton per jaar (Tabel 2.) en dit ondanks een stijging van het Bruto Binnenlands Product Bouw (BBP-bouw) met 2 % in dezelfde periode (zie Figuur.4). Het marktaandeel van grind in België is in de periode gemiddeld 6 %. Dit is een gevoelige daling ten opzichte van een gemiddeld marktaandeel van 36 % in de periode De daling van het verbruik van grind wordt in België gecompenseerd door een sterke stijging van het verbruik (en de productie) van de andere granulaten. Waarschijnlijk is vooral de productie en het verbruik van kalksteen gestegen. Kalksteen had in 993 reeds een dominante positie en is sindsdien ook de goedkoopste steenslag gebleven (zie Figuur.5). Sinds 994 worden de leveringen van porfier, zandsteen en kalksteen door het NIS niet meer apart gepubliceerd. Om toch een idee te hebben van hun respectievelijke marktaandeel hebben we hiervan een schatting gemaakt op basis van de Voorbereidende Studie voor een Globaal Actieplan van 996 (zie ook Tabel 2.2 en Figuur 2.2). Hiervoor werd een verhouding van 6 % porfier, 9 % zandsteen en 75 % kalksteen weerhouden 7. Deze verhouding is een globale Belgische inschaling (en dus geen specifiek Limburgse verdeling). In de studie van 996 werd reeds opgemerkt dat ook andere producten in aanmerking komen als grindsubstituut. Naast steenachtige secundaire grondstoffen en kunstgranulaten kan onder andere gedacht worden aan granulaten uit superquarries in Schotland en Noorwegen 8 en aan zeegrind. Uit Tabel 2. kan afgeleid worden dat deze substitutie zich in de periode niet heeft voorgedaan. De invoer van andere granulaten dan grind is slechts met 4. ton gestegen en de invoer van grind is met miljoen ton gedaald (zie ook Figuur.3). Het zijn de Belgische granulaten (porfier, zandsteen en kalksteen), die het grind hebben vervangen. 7 Deze verhouding werd getoetst bij Gralex / UCP, die de verschillende granulaten in productie hebben en ook commercialiseren. De verhouding is richtinggevend correct voor de productie van de granulaten. 8 De sector meldt dat sporadisch voor bepaalde zeegebonden projecten de aanvoer van grote hoeveelheden Schots graniet (Glensada groeve) of Noors kwartsiet (Bremanger groeve) plaatsvindt in de havens. Er is echter nog geen terminal in de Belgische havens, die continu deze granulaten verwerkt en op de markt plaatst. 6

17 Jaar Porfier + zandsteen + kalksteen + andere Grind Granulaten Levering in ton Invoer in ton Uitvoer in ton Beschikbaarheid in ton Levering in ton Invoer in ton Uitvoer in ton Beschikbaarheid in ton beschikbaarheid in ton Aandeel grind in % Tabel 2. - De beschikbaarheid van granulaten in België (996-24) Bron: NIS, Buitenlandse Handel - Jaarboek, eigen berekeningen De levering in ton van grind in België wordt als volgt berekend: Prodcom code 422 Prodcom code 4223 Prodcom code 422: keien, grind en steenslag Prodcom code 4223: steenslag voor de vervaardiging van beton, voor de wegenbouw en voor ander gebruik in de bouw 7

18 Grind Kalksteen Porfier Zandsteen Tot (P + Z + K) TOTAAL Porfier Zandsteen Kalksteen Tot (P + Z + K) (ton) (ton) (ton) (ton) (ton) (ton) (%) (%) (%) % , 8,3 7,6, ,8 8,7 7,5, ,6,3 72,, , 2,7 67,3, ,9,2 7,8, ,4,3 7,3, , 2,4 69,5, , 4,7 69,3, ,8 4,8 7,4, ,3,6 72,2, ,9,5 73,6, ,,8 75,2, ,3,6 74,, ,2 9,4 76,4, ,7,7 76,6, ,3 4,8 7,, ,4 6,6 69,, , 9, 75,, , 9, 75,, , 9, 75,, , 9, 75,, , 9, 75,, , 9, 75,, , 9, 75,, , 9, 75,, , 9, 75,, , 9, 75,, , 9, 75,, , 9, 75,, : verdeling kalksteen/porfier/zandsteen berekend volgens schatting (vanaf 993) Tabel De beschikbaarheid aan granulaten en hun marktaandeel in België ( ) Bron: NIS, Buitenlandse Handel - Jaarboek, eigen berekeningen. Vanaf 994 gebruikt het NIS het systeem PRODCOM en de gegevens hiermee verzameld geven een breuk met het vroegere systeem (andere indeling en minder bedrijven die een aangifte doen: bedrijven met minstens werknemers of 2,479 miljoen euro omzet doen aangifte). 8

19 Binnenlands verbruik (ton) Porfier + Zandsteen + Kalksteen Grind Jaar Figuur 2. - De beschikbaarheid aan granulaten en hun marktaandeel in België (976-24) Bron: NIS, Buitenlandse Handel Jaarboek, eigen berekeningen Binnenlands verbruik (ton) Zandsteen Porfier Kalksteen Grind 5.. Jaar Figuur De beschikbaarheid aan granulaten en hun marktaandeel (976-24) Bron: NIS, Buitenlandse Handel Jaarboek, eigen berekeningen (verdeling Porfier/Zandsteen/Kalksteen voor 993 tem 24 volgens schatting) 9

20 3. Bijgestelde Evaluatie van Aanbod en Substitutiepotentieel van Reststoffen en Kunstgranulaten 3.. Situering Naast de hiervoor behandelde traditionele granulaten, d.w.z. grind, kalksteen, zandsteen en porfier, zijn er ook heel wat mogelijkheden met reststoffen en kunstgranulaten. In de context van het streven naar duurzame ontwikkeling lijkt dit trouwens meer actueel dan ooit. Immers, door reststoffen te verwerken en nuttig toe te passen, kunnen primaire grondstoffen bespaard worden en zijn er minder stortplaatsen nodig. Anderzijds zijn er ook negatieve milieueffecten geassocieerd met de verwerking van reststoffen en de productie van kunstgranulaten. Een studie, uitgevoerd door een onderzoeksteam onder leiding van Technum in opdracht van en gefinancierd door het Onderzoekscomité, liet toe een integraal evaluatiemodel te ontwikkelen, zodat economische, sociale en milieueffecten, geassocieerd met de winning van primaire grondstoffen of met de productie van bruikbare reststoffen en kunstgranulaten, ten opzichte van elkaar konden geplaatst worden. In de hierna volgende paragrafen wordt nagegaan of er zich in de afgelopen periode (2-25) wijzigingen hebben voorgedaan ten opzichte van het gebruik en het substitutiepotentieel van reststoffen en kunstgranulaten Resterend substitutiepotentieel van afvalstoffen Aan de hand van meldingsgegevens van afvalstoffen voor het jaar 22, de certificaataanvragen voor secundaire grondstoffen te gebruiken in of als bouwstof en een telefonische rondvraag werd een inschatting gemaakt van het in Vlaanderen aanwezige aanbod aan reststoffen, die potentieel als grind- of zandsubstituut kunnen aangewend worden. Voor iedere reststof werd ingeschat: hoe groot de jaarlijks beschikbare hoeveelheid is; welk deel momenteel reeds wordt hergebruikt; wat het resterende substitutiepotentieel is; en hoe groot het substitutiepotentieel is in de regio s waar nu nog Limburgs Maasgrind wordt verwerkt. Via OVAM werd een overzicht van de hoeveelheden afval, die vanaf 992 tot en met 22 geproduceerd werden in Vlaanderen, bekomen, gegroepeerd per bedrijfssector, afvalsoort en verwerkingswijze. De vermelde hoeveelheden zijn het resultaat van een extrapolatie op basis van de meldingsgegevens. Voor het inschatten van het substitutiepotentieel voor het Limburgse Maasgrind werden enkel de reststoffen, die in de provincies Antwerpen en Limburg geproduceerd worden, in rekening gebracht. Voor glas en glaspoeder en voor bouw- & sloopafval werd de in Antwerpen en Limburg geproduceerde hoeveelheid ingeschat op basis van het aantal inwoners. 2

21 3.2. Overzicht van de beschikbare hoeveelheden reststoffen en het substitutiepotentieel voor Limburgs Maasgrind Mijnsteen Mijnsteen is een verzamelnaam voor al het steriele materiaal (gesteenten), dat als restproduct bij de ondergrondse ontginning van steenkool en na het wassen van de bruto steenkoolproductie op bovengrondse steenstorten of terrils is beland. Deze mijnsteen bestaat voor een belangrijk deel uit kleihoudende gesteenten (ca. 7 %), naast zandsteen en siltsteen (samen 2 %) en steenkool (inclusief steenkoolhoudende leisteen, samen maximaal %). Onder voorbehoud van de definitieve bestemmingen van de mijnterrils kan de virtuele reserve van mijnsteen in het voormalige mijngebied van Midden-Limburg geschat worden op 9 miljoen ton (Dreesen et al., 25). In de keramische industrie werd ton mijnsteen gebruikt in 24, waarvan.66 ton rode mijnsteen en ton zwarte mijnsteen (pers. mededeling; data van de Belgische baksteenfederatie). De mijnsteen was vooral afkomstig uit Wallonië en Frankrijk. De kwaliteit (en met name de stabiliteit) van de meeste mijnsteen is te gering om voor hoogwaardige toepassingen in de wegenbouw of in betontoepassingen te worden gebruikt. In het standaardbestek wordt het gebruik van zwarte mijnsteen toegestaan als consistente grond en als ophogings- en aanvullingsmateriaal en het gebruik van rode mijnsteen als ophogingsen aanvullingsmateriaal en als steenslag of rolgrind voor onderfunderingen. Er werden bij nazicht van de gebruikscertificaten geen certificaten aangetroffen voor zwarte mijnsteen (één aanvraag voor gebruik van 5.6 miljoen ton (jaarlijks gebruik van 3. tot 5. ton) zwarte mijnsteen van de terril van Eisden werd geweigerd, omwille van de aanwezigheid van vluchtige organische componenten). Verschillende baksteenfabrikanten beschikken over een gebruikscertificaat voor het gebruik van de rode mijnsteen. Deze mijnsteen komt vaak uit Wallonië. Bagger- en ruimingsspecie Een tweede volumineuze afvalstroom is baggerspecie. Naar aanleiding van het voorontwerp Uitvoeringsplan Bagger- en Ruimingsspecie van OVAM is een analysedocument opgemaakt, waarin het specieaanbod is becijferd. In de periode januari 2 - januari 22 werd in totaal 58. ton droge slib (tds) gebaggerd of geruimd. Voor 8. ton specie werd een nuttige toepassing gevonden. Deze specie werd met name gebruikt voor het opspuiten van dijken en voor zandwinning. De resterende 338. ton werd gestort. Het totale aanbod is echter veel groter, in het analysedocument werd de jaarlijkse sedimentaangroei in de Vlaamse rivieren geschat op.258. tds/jaar voor de bevaarbare waterlopen en op 97. tds/jaar voor de onbevaarbare waterlopen. De historische achterstand in het baggeren werd voor de bevaarbare waterlopen geschat op,2 miljoen tds en voor de onbevaarbare waterlopen werd een achterstand berekend van 2,4 miljoen tds. Om als grindsubstituut in aanmerking te komen moet de baggerspecie echter een thermische voorbereiding ondergaan ter vorming van kunstgranulaten. Daarom wordt deze reststroom niet opgenomen in dit overzicht van potentiële grindsubstituten. Bouw- en sloopafval De gegevens voor bouw- en sloopafval zijn gebaseerd op de meldingsgegevens van 22. De verdeling van het bouw- en sloopafval in de fracties betonpuin, metselwerkpuin en asfaltpuin is gebaseerd op een studie van de CUR en het WTCB. Voor het inschatten van het substitutiepotentieel voor het Limburgs Maasgrind werd de in Antwerpen en Limburg 2

22 geproduceerde hoeveelheid ingeschat op basis van het relatief aantal inwoners (respectievelijk 2 % in Limburg en 27 % in Antwerpen). Het gebruik van bouw- en slooppuin voor toepassingen in ophogingen, onderfunderingen en mager beton heeft echter reeds ruime ingang gevonden, zodat de vooruitgeschoven cijfers eerder een theoretisch substitutiepotentieel betreffen. Ferro slakken Andere stromen, die als grind- en zandsubstituut in aanmerking komen, zijn staalstakken. Er wordt jaarlijks ongeveer 2 miljoen ton staalslakken geproduceerd. Voor deze slakken ligt de hergebruiksgraad kort bij de %, het overgrote deel bestaat uit hoogovenslakken, waarmee hoogovencement wordt geproduceerd. De productie van hoogovenslakken bedroeg.2. ton in 24. De volledige productie werd afgezet in de cementindustrie voor aanmaak van hoogovencement. De productie van eindslakken (luchtgekoelde hoogovenslakken) bedroeg in 24 ongeveer 5. ton. Deze slakken werden deels afgezet in de cementindustrie en deels gebruikt voor aanmaak van vuurvast materiaal (substituut voor steenwol). De roestvaststaalslakken en koepelovenslakken vinden eveneens allemaal toepassing in de bouwindustrie. De productie van 4. ton LD-slakken per jaar geeft aanleiding tot een grote en continue materiaalstroom met een belangrijk gebruikspotentieel. Het gebruik in echter teruggelopen ten gevolge van problemen, die werden vastgesteld met de volumestabiliteit van deze slakken, waardoor LD-slakken in de nieuwe versie (versie 2) van het Standaardbestek 25 voor de wegenbouw niet meer werden opgenomen. Momenteel is men bij de producent van deze slakken een installatie aan het bouwen voor de opwaardering van deze slakken (waarbij de vrije kalk uit de LD-slakken gebonden wordt). De. ton, die in 24 werd afgezet, werd vooral toegepast in de waterbouwkunde als oeverversteviging. Voor 25 werd begin juni 25 reeds een afzet voorzien van 5. tot 2. ton in de waterbouwkunde en als puinstabilisatie en stabilisatie van zandwegen. Non-ferro slakken Er werd in 24 ongeveer 328. ton non-ferro slakken geproduceerd. De betonindustrie is de voornaamste afnemer van de gegranuleerde non-ferro slakken (± 2. ton o.a. voor aanmaak van betonstenen, stortbeton, zandcement en stabilisé). Het gebruik van deze slakken biedt een producttechnisch voordeel op, omdat deze slakken zekere puzzolane eigenschappen bezitten. In 24 werd eveneens 68. ton monolithische blokken afgezet voor oever- of dijkverstevigingswerken, en 5 à 2. ton werd verwerkt tot straalgrit. De zandfractie van de non-ferro slakken wordt niet in alle bedrijven afgezet omwille van milieuhygiënische redenen. In bepaalde bedrijven voldoen de slakken niet aan de VLAREAeisen voor hergebruik en worden bijgevolg gestort. Het gaat hier om relatief kleine hoeveelheden. Bodem- en vliegassen van elektriciteitscentrales Vliegassen en bodemassen van elektriciteitscentrales worden nagenoeg volledig ingezet in de cementindustrie. Het betreft ongeveer 86. ton bodemassen en 48. ton vliegassen (Tabel 3.; meldingsgegevens 22). Gieterijzand Het aanbod aan gieterijzand is een schatting. Op basis van gegevens van de gebruikscertificaten en een telefonische bevraging bij de grote spelers werd het aanbod van 22

23 gieterijzand uit Vlaanderen geschat op 35. ton en het hergebruik op 27. ton. Een groot deel van het gieterijzand wordt afgezet als zand in betoncentrales of in de wegenbouw (soms na voorbehandeling via een grondreinigingscentrale gewassen). Een deel van het gieterijzand wordt ook afgezet in de non-ferro industrie als slakkenbinder. Er wordt ook een deel gieterijzand ingevoerd (o.a. uit Wallonië; gebruikscertificaten voor bijna 5. ton/jaar). Gegevens voor Totaal aanbod Huidig hergebruik Substitutiepotentieel Maasgrindsubstituut Zand Grind jaar ton/jaar ton/jaar ton/jaar ton/jaar ton/jaar Bouw- & sloopafval Betonpuin Metselwerkpuin Asfaltpuin Non-ferroslakken Staalslakken LD RVS Hoogoven Eindslak Koepeloven Gieterijzand Gietpotpuin Huisvuilverbranding Bodemassen Vliegassen Elektriciteitscentrales Bodemassen Vliegassen Mijnsteen Baggerslib Glas Straalgrit Afval van natuurlijke delfstoffen en natuurlijke mineralen Andere minerale afvalstoffen nb nb nb nb nb nb Totaal De grijze velden hebben betrekking op zandsubstituten. (nb = niet bekend) De cijfers hebben alleen betrekking op de steenachtige fractie. 2 De totale potentiële reserves kunnen op 9 miljoen ton geschat worden. De 5. ton op jaarbasis is gebaseerd op de aanvraag van een gebruikscertificaat, dat werd geweigerd. 3 Het cijfer heeft betrekking op de gebaggerde hoeveelheden in 2, er is echter een belangrijke achterstand in de baggerwerken, zodat dit eerder een minimum is (zie bijhorende tekst). Tabel 3. - Overzicht van het aanbod aan steenachtige reststoffen in Vlaanderen in

24 Bodem- en vliegassen van huisvuilverbranding De productie van bodem- en vliegassen van huisvuilverbranding bedroeg in 23 respectievelijk ongeveer 224. ton en 29. ton (Tabel 3.). Deze gegevens zijn gebaseerd op de productiegegevens van de Vlaamse afvalverbrandingsovens in 23. In tegenstelling tot de vorige studie van 2, worden de bodemassen van huisvuilverbrandingsinstallaties nu deels in was- en scheidingsinstallaties opgewaardeerd tot herbruikbare granulaten. De granulaatfractie van de behandelde bodemassen wordt vooral toegepast voor infrastructuurwerken op stortplaatsen en voor (onder)fundering van parkings en niet te zwaar belaste wegen (Indaver, pers. mededeling). Ook de zandfractie (-4 mm of - mm) wordt gebruikt voor gecontroleerde bouwtoepassingen. Vaak voldoen de behandelde bodemassen echter nog niet aan de in Vlaanderen gehanteerde milieuhygiënische eisen, wat de afzetmogelijkheden beperkt. Mits bijkomende kwaliteitsverbetering kunnen de bodemassen mogelijk ook als granulaat in vormgegeven bouwstoffen worden toegepast. Het substitutiepotentieel voor Maasgrind (Tabel 3.) werd berekend aan de hand van de productie van bodemassen in de Provincies Antwerpen en Limburg. Afvalstoffen van natuurlijke delfstoffen en mineralen en andere minerale afvalstoffen De hoeveelheden van deze afvalstoffen zijn afkomstig van de meldingsgevens voor 22. In de vorige studie werden hoeveelheden gerapporteerd voor KPS (Keramiek, porselein en steen (inclusief keramiekafval en afval afkomstig van de bewerking van natuursteen)). De aanpassing van de naam van deze categorie afvalstoffen is het gevolg van de invoering van de EURAL-codes bij rapportering van de meldingsgegevens Duiding van de verschillen in aanbod en afzet tussen 999 en 24 Het totale aanbod aan steenachtige reststoffen in Vlaanderen in 24 bedroeg ongeveer miljoen ton. Wanneer we de verschillende reststoffenstromen bekijken, stellen we vast dat er slechts kleine verschuivingen zijn in de geproduceerde hoeveelheden ten opzichte van 999. Ook de afzet van de reststoffen is nagenoeg onveranderd gebleven (7.92. ton in 999 en ton in 24). Het resterende substitutiepotentieel is ongeveer gelijk gebleven, maar het substitutiepotentieel voor Maasgrind is afgenomen van 33.5 ton in 999 tot 92.4 ton in 24. Non-ferro slakken De productie van non-ferro slakken is ten opzichte van 999 lichtjes teruggelopen, van 387. ton in 999 tot 328. ton in 24. Bepaalde non-ferro slakken (siliciumslakken) worden niet langer geproduceerd en komen dus niet meer voor in het aanbod. De afzet, daarentegen, is toegenomen van 35. ton in 999 tot 36. ton in 24. Voor de zandfractie, waarvoor op dit moment geen afzet is omwille van de slechte milieuhygiënische kwaliteit, wordt een oplossing gezocht om het zand toch conform de normen te krijgen. De kleine hoeveelheid slakken, die niet wordt afgezet, voldoet evenmin aan de milieuhygiënische normen en word momenteel gestort. Ferro slakken Het aanbod aan metaalslakken is in 24 licht gestegen ten opzichte van 999 van, respectievelijk,.825. ton in 999 tot.95. ton in 24. De afzet vindt vooral plaats 24

25 in de cementindustrie. De afzet van de LD-slakken, die in 999 nog vooral in de wegenbouw werden gebruikt, is sterk teruggelopen van % afzet in 999 tot slechts 25 % afzet in 24. De afzet is afgenomen omwille van problemen met de volumestabiliteit van deze slakken. Deze problemen hebben ervoor gezorgd dat in het nieuwe Standaardbestek 25 van de wegenbouw (versie 2), het gebruik van LD-slakken werd geschrapt. De producent van de slakken werkt momenteel aan een oplossing voor dit probleem, waarbij de LD-slakken worden behandeld in een installatie, waardoor de vrije kalk uit de slakken gebonden wordt. De producent verwacht dan ook dat de afzet terug zal toenemen. In 999 werden nog door verschillende bedrijven koepelovenslakken geproduceerd. Momenteel is de volledige productie van 3 ton per jaar toe te schrijven aan een bedrijf, dat zelf rechtstreeks 2 5 ton afzet in de wegenbouw, terwijl de overige 5 ton wordt afgezet via een verwerkingsbedrijf. Bodemassen en vliegassen van huisvuilverbranding De hoeveelheid bodemassen in 23 is ten opzichte van 999 toegenomen, dit heeft te maken met een uitbreiding van de verbrandingscapaciteit. Ook is er geïnvesteerd in behandelingsinstallaties voor de bodemassen, waardoor het mogelijk is geworden om een deel van de bodemassen af te zetten. De afzet in Vlaanderen in 24 bedroeg ongeveer 86. ton. Een deel van de Vlaamse bodemassen wordt afgezet in Wallonië, waar de normen voor Cu en Cr iets minder streng zijn, waardoor de afzet gemakkelijker verloopt. Volgens OVAM wordt ook een deel van de Vlaamse bodemassen naar Nederland uitgevoerd (OVAM rapport). De vliegassen en rookgasreinigingsresidu s van huisvuilverbrandingsovens (3. ton) komen om milieuhygienische redenen niet in aamerking voor hergebruik. Bodemassen en vliegassen van elektriciteitscentrales De hoeveelheden E-bodemas en E-vliegas zijn licht toegenomen in 22 ten opzichte van 999. Bijna de volledige productie wordt ook afgezet in de cementindustrie ofwel als grondstof voor de productie van klinkers ofwel als filler in de productie van beton Conclusie Het aanbod aan steenachtige reststoffen is relatief onveranderd gebleven ten opzichte van het aanbod in 999 (zie Actualisatiestudie van 2). Het zijn nog steeds vooral bouw- en sloopafval en slakken van de ferro en non-ferro industrie, die als substituut voor grind worden gebruikt. Problemen met de stabiliteit van sommige slakken, met name de LD-slakken, hebben voor een afname in het gebruik van deze afvalstoffen geleid. Bodemassen van huisvuilverbranding, daarentegen, werden in 999 nog niet gebruikt als grindsubstituut, maar worden nu, na behandeling in een was- en scheidingsinstallatie, wel (deels) hergebruikt Referenties Dreesen, R., Nielsen, P. & Laenen B. (25), Mijnsteen: alternatief voor primaire oppervlaktedelfstoffen. VITO rapport in opdracht van ANRE. OVAM, 22, Meldingsgegevens voor 22. OVAM, 23, Actueel aanbod van afvalstoffen in Vlaanderen (23). OVAM, 25, Bedrijfsafvalstoffen. Cijfers en trends voor productie, verwerking, invoer en uitvoer (maart 25). 25

Grindsubstitutie: stand van zaken en toekomstbeeld

Grindsubstitutie: stand van zaken en toekomstbeeld Symposium Grind 2005 Grindsubstitutie: stand van zaken en toekomstbeeld ir. Luc De Bock Opzoekingscentrum voor de wegenbouw Inhoud van deze presentatie Welke materialen zijn kandidaat grindvervangers?

Nadere informatie

Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid. Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld

Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid. Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid (MDO) Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld Overzicht presentatie 1. Inleiding - Wat is het MDO? 2. Werkwijze MDO

Nadere informatie

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers F.4.1 Inleiding Deze bijlage geeft een toelichting bij de productie en verwerking van het Nederlands afval sinds 1985 plus een inschatting hiervan tijdens de komende planperiode.

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 n 20 T/1 5 jaar www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,2 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9

Nadere informatie

Internationale handel visproducten

Internationale handel visproducten Internationale handel visproducten Marktmonitor ontwikkelingen 27-211 en prognose voor 212 Januari 213 Belangrijkste trends 27-211 Ontwikkelingen export De Nederlandse visverwerkende industrie speelt een

Nadere informatie

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII samenvatting In opdracht van Rijkswaterstaat Waterdienst Opgesteld door Projectnummer

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs December 29 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Arbeidsmarktbarometer Onderwijs december

Nadere informatie

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 Structuuronderzoek 23 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 24 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind, zand

Nadere informatie

KWALITEITSVOL WERKEN MET GERECYCLEERDE GRANULATEN IN BETON. Het belang van recycling beton. Ir. Willy Goossens

KWALITEITSVOL WERKEN MET GERECYCLEERDE GRANULATEN IN BETON. Het belang van recycling beton. Ir. Willy Goossens KWALITEITSVOL WERKEN MET GERECYCLEERDE GRANULATEN IN BETON Het belang van recycling beton Ir. Willy Goossens Wat is beton en hoe is het geëvolueerd door de eeuwen heen - In de oudheid (Egypte, Babylonië,

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 n 23 T/4 www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,7 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9 101,4

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs R A P P O RT Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs december 2009 Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Brussel Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen VASTGOEDACTIVITEIT

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

VAN AFVAL TOT GRONDSTOF! SAMEN MET U DE JUISTE RECYCLING KOMBINATIE

VAN AFVAL TOT GRONDSTOF! SAMEN MET U DE JUISTE RECYCLING KOMBINATIE Beleid Nederlandse Overheid Groene Groeistrategie 1 Energie: naar een duurzame, betaalbare en betrouwbare energievoorziening 2 Biobased economy: substitutie fossiele door groene grondstoffen (biomassa)

Nadere informatie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 11 januari 2019 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE MARKT

EVOLUTIE VAN DE MARKT Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december n 27 T/4 www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 103,4 105,9 94,9 102,8 98,9 101,4 99,2 105,0

Nadere informatie

Risico s bij grondverzet

Risico s bij grondverzet Easy Fairs 30 maart 2011 Kristel Lauryssen Voorzitter werkgroep grondverzet VEB 1 Vereniging erkend bodemsaneringsdeskundigen Ondersteuning en afbakening maatschappelijk belang ebsd Bewaking en continue

Nadere informatie

Easy Fairs. Kristel Lauryssen. Voorzitter werkgroep grondverzet VEB

Easy Fairs. Kristel Lauryssen. Voorzitter werkgroep grondverzet VEB Risico s s bij grondverzet Easy Fairs 30 maart 2011 Kristel Lauryssen Voorzitter werkgroep grondverzet VEB 1 Risico s bij jgrondverzet Vereniging erkend bodemsaneringsdeskundigen Ondersteuning en afbakening

Nadere informatie

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 9 April - juni Trimester 2 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013 Werkgelegenheid stabiel, werkloosheid opnieuw in stijgende lijn Arbeidsmarktcijfers derde kwartaal 2013 Na het licht herstel van de arbeidsmarkt in het tweede kwartaal

Nadere informatie

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB). NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee

Nadere informatie

Vlaamse bedrijven produceren minder afval en sorteren voortaan ook pmd

Vlaamse bedrijven produceren minder afval en sorteren voortaan ook pmd Persmededeling JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Dinsdag 13 november 2012 Vlaamse bedrijven produceren minder afval en sorteren voortaan ook pmd Vlaams minister van Leefmilieu

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 12 maart 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind,

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2013

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2013 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2013 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (2001), Statistiek van de aangesloten vennootschappen jaar 2000, 68 p. Begin juni

Nadere informatie

7 Afvalbeheerscenario s

7 Afvalbeheerscenario s 7 Afvalbeheerscenario s 7.1 Inleiding Om het toekomstig afvalstoffenbeleid te kunnen formuleren en uitvoeren, is het noodzakelijk dat inzicht bestaat in het te verwachten afvalaanbod en afvalbeheer in

Nadere informatie

notarisbarometer 94,1 2012 Trim 1

notarisbarometer 94,1 2012 Trim 1 notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 14 Juli - september Trimester 3 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie

Nadere informatie

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN 14 juni 2018 De CREG houdt in het kader van haar algemene monitoringtaken gegevensbanken bij met de prijzen van elektriciteit

Nadere informatie

Structuuronderzoek 24 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland

Structuuronderzoek 24 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland Structuuronderzoek 24 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2006 2015 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs Oktober 21 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Inhoudstafel INHOUD Inleiding 3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Barometer kinesitherapie 2013

Barometer kinesitherapie 2013 Barometer kinesitherapie 2013 Ingevolge de nomenclatuurhervorming van 2002, lag het uitgavenniveau voor kinesitherapie in 2003 op het laagste niveau sinds 1991. Vanaf 2004 beginnen de uitgaven opnieuw

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

VERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F

VERSLAG. Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus BRUSSEL T F Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be VERSLAG //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2 NOTARISBAROMETER LANDBOUWGRONDEN WWW.NOTARIS.BE S1 2019 N 2 Deze notarisbarometer zoomt in op de gemiddelde prijzen van landbouwgronden in België. Onder landbouwgronden worden de gronden beschouwd waarop

Nadere informatie

Bios2 Thema in de kijker Personeel in de bibliotheek

Bios2 Thema in de kijker Personeel in de bibliotheek Bios2 Thema in de kijker Personeel in de bibliotheek Bios2 thema reeks Oktober 2014 Het agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen verzamelt via de rapporteringstool Bios2 al geruime tijd

Nadere informatie

Structuuronderzoek 22 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013

Structuuronderzoek 22 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013 Structuuronderzoek 22 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales,

Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales, Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales, 1994-2016 Indicator 9 juli 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 11 Oktober - december Trimester 4 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 22 mei 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind, zand

Nadere informatie

notarisbarometer 2012 : meer vastgoedtransacties in België Vastgoedactiviteit in België www.notaris.be 106,4 106,8 101,6 99,2 100 99,2 99,8

notarisbarometer 2012 : meer vastgoedtransacties in België Vastgoedactiviteit in België www.notaris.be 106,4 106,8 101,6 99,2 100 99,2 99,8 notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 15 Oktober - december Trimester 4 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie

Nadere informatie

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA Nederlandstalig onderwijs Brussel Capaciteit

Nadere informatie

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven WKK-barometer 2016 december Zwartzustersstraat 16, bus 0102-3000 Leuven 016 58 59 97 info@ @cogenvlaanderen.be www.cogenvlaanderen.be Dit is de tweede WKK-barometer die COGEN Vlaanderen publiceert. De

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, september 2014 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,9% Figuur 1 bio-elektriciteit

Nadere informatie

Definitieve resultaten eindejaarscontroles

Definitieve resultaten eindejaarscontroles Definitieve resultaten eindejaarscontroles Persbericht 14 januari 211 2 Na zes weken sensibilisering en alcoholcontroles op de weg maken Staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe en het Belgisch

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN NOTARISBAROMETER LANDBOUWGRONDEN WWW.NOTARIS.BE S1 2018 Deze Notarisbarometer zoomt in op de gemiddelde prijzen van landbouwgronden in België. Onder landbouwgronden worden de gronden beschouwd waarop gewassen

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, februari 2015 1 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,8 % Figuur 1 zon-elektriciteit

Nadere informatie

voetafdrukrekeningen, herbe rekend

voetafdrukrekeningen, herbe rekend De Belgische voetafdrukrekeningen, herbe rekend 2 april 2009 Lies Janssen Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie De ecologische voetafdruk van België + Luxemburg Tot 2007 publiceerde Global

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Samenvatting Structuuronderzoek 25

Samenvatting Structuuronderzoek 25 Samenvatting Structuuronderzoek 25 1 Samenvatting Structuuronderzoek 25 Het verbruik van bouwgrondstoffen in Nederland van 2007 tot en met 2016 Samenvatting Structuuronderzoek 25 2 Colofon Auteur: De heer

Nadere informatie

VR MED.0081/1

VR MED.0081/1 VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris

Nadere informatie

74% van het Vlaamse bedrijfsafval krijgt tweede leven

74% van het Vlaamse bedrijfsafval krijgt tweede leven Mechelen, 11 juni 214 74% van het Vlaamse bedrijfsafval krijgt tweede leven Nieuwe studie zet economisch effect en belang van de afval- en materialensector in de verf De Vlaamse bedrijven produceerden

Nadere informatie

Wijnimport Nederland naar regio

Wijnimport Nederland naar regio DO RESEARCH Wijnimport Nederland naar regio Sterke opmars wijn uit Chili Jeroen den Ouden 1-10-2011 Inleiding en inhoudsopgave Pagina I De invoer van wijn in Nederland 1 II De invoer van wijn naar herkomst

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2013

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2013 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2013 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen Monitoring Rapport: Mei 212 Jan van Nispen Inleiding De start van de financiële crisis ligt nu al enkele jaren achter ons, maar in 211 voelden we nog steeds de

Nadere informatie

Green Deal. duurzaam denken & doen

Green Deal. duurzaam denken & doen Green Deal HEROS op koers duurzaam denken & doen HEROS SLUISKIL B.V. Heros ligt op koers met de implementatie van de Green Deal verduurzaming AEC-bodemas. Als specialist in het herwinnen van grondstoffen

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2013

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2013 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2013 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales,

Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales, Afval uit de delfstoffenwinning en elektriciteitscentrales, 1994-2015 Indicator 30 mei 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Evolutie van de schadefrequentie 2003-2012 in de BA motorrijtuigen verzekering

Evolutie van de schadefrequentie 2003-2012 in de BA motorrijtuigen verzekering Evolutie van de schadefrequentie 2003-2012 in de BA motorrijtuigen verzekering Inhoud 1. Aantal schadegevallen BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie BA toerisme en zaken... 2 Schadefrequentie van

Nadere informatie

Januari 2013. Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren?

Januari 2013. Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren? Januari 2013 Krediet en overmatige schuldenlast: wat leren wij uit de cijfers 2012 van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren? Analyse uitgevoerd voor het Observatorium Krediet en Schuldenlast Duvivier

Nadere informatie

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN STEM monitor 2015 SITUERING In het STEM-actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien in een algemene monitoring van het actieplan op basis van een aantal indicatoren. De STEM monitor geeft

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2013

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2013 Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2013 n 19 T/4 www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 87,7 101,6 100 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 99,2 99,2 102,8

Nadere informatie

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken.

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken. NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T1 2017 Barometer 32 VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË De index van de vastgoedactiviteit klimt in het 1 ste trimester van 2017 naar een nieuw record: 128,36 punten.

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018 Graydon studie Faillissementen Oktober 2018 5 november 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Verantwoordelijke uitgever: Lorette Rousseau, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Brussel Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen VASTGOEDACTIVITEIT

Nadere informatie

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012 AMS FOCUS 212 PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 212 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 Vastgoedprijsindex 2de kwartaal 2016 o Volgens voorlopige cijfers bedraagt de geschatte jaarlijkse inflatie van de vastgoedprijzen 2,4% in het tweede kwartaal 2016

Nadere informatie

ALGEMEEN OMZET DECEMBER /12/2016

ALGEMEEN OMZET DECEMBER /12/2016 DECEMBER 2016 01/12/2016 Boordtabellen Horeca Synthese: De omzetgroei in de horeca blijft positief, maar zwakt af. Dit is een gevolg van een dalende omzet bij de logies. Ook het prijsverloop in de horeca

Nadere informatie

DRAAGT EEN STEENTJE BIJ

DRAAGT EEN STEENTJE BIJ JAARVERSLAG 2017 DRAAGT EEN STEENTJE BIJ Index Datum Redactie Goedgekeurd door B. de Klerk P.J. Blokzijl Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bedrijfsprofiel Graniet Import Benelux BV... 3 2.1 Bedrijfsintroductie...

Nadere informatie

Kostprijs van een zichtrekening in België Analyse voor de periode 2008 tot 2011

Kostprijs van een zichtrekening in België Analyse voor de periode 2008 tot 2011 Kostprijs van een zichtrekening in België Analyse voor de periode 2008 tot 2011 1 2 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en Inhoud 1. Achtergrond

Nadere informatie

Bouw- en sloopafval: van bouwafval tot bouwmateriaal

Bouw- en sloopafval: van bouwafval tot bouwmateriaal Bouw- en sloopafval: van bouwafval tot bouwmateriaal VVSG 19 juni 2012 Antwerpen Koen De Prins OVAM - afdeling Afvalstoffen- en Materialenbeheer - Eindverwerking en Bouw Overzicht: 1. Regelgeving 2. Gerecycleerde

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

3. Kenmerken van personenwagens

3. Kenmerken van personenwagens 3. Kenmerken van personenwagens Tabel 29: Verdeling van personenwagens volgens bouwjaarcategorie Bouwjaar categorie bjcat 1990 en eerder 403.46 3.89 403.46 3.89 1991 tot 1995 997.17 9.62 1400.63 13.52

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - september 2015

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - september 2015 Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - september 2015 n 26 T/3 www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 103,4 105,9 94,1 94,9 102,8 98,9

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER VASTGOED MACRO-ECONOMISCHE FACTOREN. Barometer 35

NOTARISBAROMETER VASTGOED MACRO-ECONOMISCHE FACTOREN. Barometer 35 NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE 2017 Barometer 35 INHOUD Macro-economische factoren... 1 Vastgoedactiviteit... 2 Vastgoedactiviteit in België... 2 Vastgoedactiviteit Regionale verdeling... 3 Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 Vastgoedprijsindex 1ste kwartaal 2017 Volgens voorlopige cijfers bedroeg het jaarlijkse inflatiecijfer voor de vastgoedprijzen 5,4% in het eerste kwartaal van 2017 tegenover

Nadere informatie

Fotografische films. Omschrijving

Fotografische films. Omschrijving Fotografische films Omschrijving Fotografische afvalstoffen komen vrij in verschillende sectoren. Deze kunnen ruwweg onderverdeeld worden in 3 types: Ontwikkellaboratoria; Medische sector: o.a. ziekenhuizen,

Nadere informatie

Een nadere analyse van de ontwikkeling van de franchise in de periode

Een nadere analyse van de ontwikkeling van de franchise in de periode Een nadere analyse van de ontwikkeling van de franchise in de periode 1998-2001 Uitgevoerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Den Haag, september 2003 Inleiding In juni 2001 is de

Nadere informatie

Bijkomende informatie:

Bijkomende informatie: Vlaamse overheid Koning Albert II-laan 35 bus 40 1030 BRUSSEL T 02 552 77 05 F 02 552 77 01 www.vlaanderen.be Beheerscomité dierlijke producten 17 mei 2018 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater December 2012

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater December 2012 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater December 2012 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE MARKT

EVOLUTIE VAN DE MARKT Notarisbarometer VASTGOED www.notaris.be 2016 Barometer 31 VASTGOEDACTIVITEIT IN 106,4 106,8 101,7 103,4 105,9 102,8 98,9 101,4 99,2 105,0 105,3 104,7 115,4 112,1 111,8 118,0 116,1 127,0 124,7 127,9 115,8

Nadere informatie

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2015

Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 2015 216-1-26 Het economische belang van de Belgische havens - flashraming 215 Om te voorzien in de behoefte aan snel beschikbare indicatoren over het verloop van de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke

Nadere informatie

De wijk van morgen. Duurzame betonalternatieven :7 maart 2017 Ir Willy Goossens Directeur GBV vzw - Voorzitter FPRG vzw

De wijk van morgen. Duurzame betonalternatieven :7 maart 2017 Ir Willy Goossens Directeur GBV vzw - Voorzitter FPRG vzw De wijk van morgen Duurzame betonalternatieven :7 maart 2017 Ir Willy Goossens Directeur GBV vzw - Voorzitter FPRG vzw - GBV vzw (Groen Beton Vert vzw) - opgericht op 19 sept 2013 - Gegroeid uit FPRG vzw

Nadere informatie

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 27 april 2006

Beslissing van de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt. van 27 april 2006 laamse Reguleringsinstantie voor de lektriciteits- en Gasmarkt North Plaza B Koning Albert II-laan 7 B-1210 Brussel Tel. +32 2 553 13 53 Fax +32 2 553 13 50 mail: info@vreg.be Web: www.vreg.be Beslissing

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2012

Sectoranalyse Horeca 2012 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2012 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen 2013 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie

Nadere informatie

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001 Bijlage bij het persbericht dd. 08/06/15: 1 Vrouwen krijgen hun kinderen in toenemende mate na hun dertigste verjaardag 1. Het geboortecijfer volgens Kind en Gezin 67 875 geboorten in 2014, daling van

Nadere informatie

Resultaten - studie van de effectiviteit van grindsubstitutie VITO-studie uitgevoerd in opdracht van het Onderzoekscomité van het Grindfonds

Resultaten - studie van de effectiviteit van grindsubstitutie VITO-studie uitgevoerd in opdracht van het Onderzoekscomité van het Grindfonds Studie - effectiviteit van grindsubstitutie Om te onderzoeken wat deze onderzoeksprojecten op het vlak van grindsubstitutie nu concreet en effectief hebben opgeleverd en wat het realistisch potentieel

Nadere informatie

Waarom wordt ook deze toepassing niet definitief. Vraag nr. 19 van 20 oktober 1999 van de heer JOHAN MALCORPS

Waarom wordt ook deze toepassing niet definitief. Vraag nr. 19 van 20 oktober 1999 van de heer JOHAN MALCORPS Vraag nr. 19 van 20 oktober 1999 van de heer JOHAN MALCORPS Afvalolie Verwerking 1. In antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 2 1 van 7 oktober 1997 aan de toenmalige minister bevoegd voor Leefmilieu

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Vlaamse buitenlandse wapenhandel in 2016

Vlaamse buitenlandse wapenhandel in 2016 03 10 2017 Vlaamse buitenlandse wapenhandel in 2016 De handel in militair materieel naar, vanuit en over het grondgebied van Vlaanderen In 2016 leverde de Vlaamse Regering 716 vergunningen voor buitenlandse

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon

Nadere informatie