Onderwijsreglement van de K.U.Leuven

Transcriptie

1 Onderwijsreglement van de K.U.Leuven zoals goedgekeurd op de Academische raad van en zoals gewijzigd op INHOUDSTAFEL Vooraf TITEL I. BEGRIPSBEPALINGEN TITEL II. ONDERWIJSREGLEMENT Afdeling 1. Toetredingsovereenkomsten 1.1. Diplomacontract, creditcontract en examencontract 1.2. Modeltraject en geïndividualiseerd traject 1.3. Wijziging van studiecontract Afdeling 2. Toelatingsvoorwaarden 2.1. Toelatingsvoorwaarden die gelden voor alle opleidingen 2.2. Toelatingsvoorwaarden voor een bacheloropleiding 2.3. Toelatingsvoorwaarden voor een masteropleiding 2.4. Toelatingsvoorwaarden tot overige opleidingen en programma's 2.5. Toelatingsvoorwaarden voor een creditcontract of examencontract met het oog op het behalen van creditbewijzen 2.6. Bewijsproblematiek Afdeling 3. Inschrijvingsregels en studiegelden 3.1. Inschrijvingsregels 3.2. Studiegeld Afdeling 4. Opbouw van de programma's 4.1. Opleidingen en programma's 4.2. Vermeldingen in de programmagids per opleiding 4.3. Studietijd en studiepunten; semesterexamensysteem 4.4. Gedragscode in zake de taalregeling Afdeling 5. Elementen voor de vaststelling van het studieprogramma van de individuele student 5.1. Samenstelling van het individuele programma van de student 5.2. Vrijstellingen, creditbewijs en bewijzen van bekwaamheid 5.3. Inschrijvingen voor opleidingsonderdelen en deelnemen aan examen onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

2 5.4. Volgen van opleidingsonderdelen en deelnemen aan examen in andere instellingen 5.5. Combineerbaarheid van contracten 5.6. Maatregelen van studievoortgang Afdeling 6. Rechten en plichten, rechtsbescherming en tuchtreglement 6.1. Rechten en plichten van de student 6.2. Rechtsbescherming en behandeling van klachten 6.3. Tuchtreglement Afdeling 7. Verhouding tussen oude en nieuwe diploma's Afdeling 8. Gelijkwaardigheid van diploma's 8.1. Academische en professionele gelijkwaardigheid 8.2. Niveaus van beoordeling van de gelijkwaardigheid 8.3. Gelijkwaardigheid van opleidingsonderdelen en creditbewijzen uit een andere opleiding 8.4. Gelijkwaardigheid van diploma's afgeleverd binnen de Vlaamse gemeenschap 8.5. Gelijkwaardigheid van diploma's van buiten de Vlaamse gemeenschap 8.6. Erkenning van Vlaamse diploma's elders Aanvullingen en afwijkingen in verband met studenten die niet in het bezit zijn van een diploma van de Vlaamse Gemeenschap Vooraf Deze regeling is ondergeschikt aan de decretale bepalingen in verband met het hoger onderwijs en hun uitvoeringsbepalingen. Deze teksten kunnen teruggevonden worden op De door de faculteit aangewezen instantie van een opleiding fungeert als contactpunt voor alle vragen van de student in verband met het volgen van een opleiding, opleidingsonderdelen en vormen van vrijstellingen en studieduurverkorting. Formele verzoeken in verband met vrijstellingen, inhoud en wijzigingen van het studiecontract en het opleidingsprogramma van een student, worden gericht aan de door de faculteit aangewezen instantie op het in de specifieke opleidingsinformatie vermelde adres. Dienst onderwijs- en examenadministratie / Programma's (CIAP) Voor studenten die niet beschikken over een diploma uit de Vlaamse gemeenschap of een Nederlands VWOattest, is het eerste contactpunt voor alle vragen de International Admissions and Mobility unit van het International Office. Verdere explicitering van definities en gevolgen is te vinden in de bijlage over internationale studenten. De online aanvraaginstructies zijn te vinden op het E-web: onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

3 Alle verwijzingen in deze regeling en dit reglement naar personen en functies slaan zowel op vrouwelijke als op mannelijke personen. Waar in deze regeling en dit reglement sprake is van "de faculteit", betekent dit voor de Campus Kortrijk dat de subfaculteit daar de betrokken beslissing kan nemen. Afwijkingen van deze algemene onderwijsregeling kunnen alleen worden toegestaan door de Academische raad - op gemotiveerd verzoek van een faculteitsbestuur of van de Interfacultaire raad Campus Kortrijk. De Academische raad bepaalt de geldigheidsduur van de toegestane afwijkingen. TITEL I. BEGRIPSBEPALINGEN Voor de toepassing van deze onderwijsregeling en dit examenreglement wordt, tenzij meer specifiek bepaald in het examenreglement, verstaan onder: 1 academiejaar: een periode van één jaar die ten vroegste op 1 september en uiterlijk op 1 oktober begint en eindigt op de dag voor het begin van het volgende academiejaar. Deze periode wordt ingedeeld in twee semesters; 2 actualiseringsprogramma: een programma dat kan worden opgelegd aan studenten die over een creditbewijs, een ander studiebewijs of een bewijs van bekwaamheid beschikken dat meer dan vijf kalenderjaren tevoren is verworven en dat de student wenst te valoriseren in de context van een nog niet afgeronde of een andere opleiding; 3 afstudeerrichting: een differentiatie in een opleidingsprogramma die ten minste 30 studiepunten verschilt van een andere differentiatie in de opleiding; 4 assessmentcommissie: een of meerdere centrale commissies opgericht binnen de K.U. Leuven met het oog op het : - evalueren of een student die niet beschikt over een diploma van het secundair onderwijs toch kan worden toegelaten tot een bacheloropleiding; of; - evalueren van een verzoek tot erkenning van eerder verworven competenties conform de richtlijnen verstrekt door de validerende instantie van de associatie K.U. Leuven; - evalueren van een verzoek om toegelaten te worden tot een geïndividualiseerd studietraject; - evalueren van de onderzoeken tot aanvragen voor een derde inschrijving voor eenzelfde programmajaar of opleidingsonderdeel (of voor niet-eer-student een tweede inschrijving); - evalueren of een student die beschikt over een buitenlands diploma, maar overeenkomstig afdeling 2.7 van deze regeling het bestaan ervan niet kan bewijzen, kan worden toegelaten tot de universiteit; onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

4 5 Associatie K.U.Leuven: samenwerkingsverband tussen de K.U.Leuven en hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap. De samenstelling van het samenwerkingsverband en de beschrijving van de organen en de werkingsterreinen zijn te vinden op associatie.kuleuven.be. 6 attest van permanente vorming: aanwezigheidsattest dat bewijst dat iemand zonder evaluatie of examen deelnam aan een activiteit van permanente vorming; 7 bekwaamheidsonderzoek: het onderzoek van de competenties van een persoon, met het oog op het afleveren van een bewijs van bekwaamheid; 8 beraadslaging: de samenkomst van: - ofwel een beperkte examencommissie die na de eerste examenperiode de correctheid van examenresultaten vaststelt; - ofwel een examencommissie die voor een programmajaar vaststelt of de student geslaagd is, of die voor het geheel van een opleiding het eindresultaat vastlegt. Een beraadslaging kan ook ad hoc worden gehouden wanneer er zich betwistingen voordoen ten aanzien van een examenresultaat; 9 bewijs van bekwaamheid: het bewijs dat een student op grond van een eerder opgedane ervaring of een eerder gevolgde opleiding de competenties heeft verworven eigen aan het niveau van bachelor in het hoger professioneel onderwijs of het academisch onderwijs, of het masterniveau, of een welomschreven opleiding, opleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen. Dit bewijs wordt afgeleverd door een validerende instantie en bestaat uit een papieren document of een registratie in een gegevensbank; 10 creditbewijs: de erkenning van het feit dat een student aan de K.U.Leuven of een andere instelling van hoger onderwijs op grond van een examen de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven. Deze erkenning wordt vastgelegd in een papieren document of een registratie in een gegevensbank. De verworven studiepunten, verbonden aan het betrokken opleidingsonderdeel, worden weergegeven als "credits"; 11 creditcontract: een toetredingscontract, aangegaan tussen de K.U.Leuven en de student die zich inschrijft met het oog op het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen; 12 differentiatie tussen opleidingen: onderscheid tussen opleidingen onder de vorm van: a) aparte afstudeerrichtingen, vermeld op het diploma; onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

5 b) opties of major-minorcombinaties, die eventueel op het diplomasupplement worden vermeld; 13 diploma: het document dat op het einde van een bachelor- of masteropleiding aan een voor het geheel van de opleiding geslaagde student wordt afgeleverd en waarin de belangrijkste identificatiegegevens van de student en de opleiding worden opgenomen; 14 diplomasupplement: het overeenkomstig Europese standaarden opgestelde document waarin de niet in het diploma vermelde bijzondere karakteristieken van de opleiding en van de studieresultaten worden vermeld; dit document bevat in het bijzonder de creditbewijzen voor de geslaagde studenten; 15 diplomacontract: een toetredingscontract, aangegaan tussen de K.U.Leuven en de student die zich inschrijft met het oog op het behalen van een diploma of een getuigschrift van een opleiding; 16 doctoraatsopleiding: specifiek traject dat in beginsel verplicht is voor alle doctorandi; 17 Europese Economische Ruimte: samenwerkingsverband tussen Europese landen, bestaande uit de Europese Unie (samenstelling zie : europa.eu.int/abc/index_en.htm), Liechtenstein, Noorwegen en IJsland; 18 Europese Hoger Onderwijsruimte: samenwerking tussen Europese en Niet-Europese landen om te komen tot een transparant systeem van hoger onderwijs; de lijst van participerende landen is te vinden op 19 evaluatie: elke in de tijd gespreide beoordeling of de student de (deel)competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven; 20 EVC: een "eerder verworven competentie", zijnde het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes verworven door middel van leerprocessen die niet met een studiebewijs werden bekrachtigd; 21 EVK: een "eerder verworven kwalificatie", zijnde elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen het reguliere onderwijs, met goed gevolg werd doorlopen, met uitzondering van creditbewijzen behaald binnen een opleiding van de K.U.Leuven waarvoor de kwalificatie wordt ingeroepen; onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

6 22 examen: de beoordeling of de student op grond van zijn studie competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven. Een examen kan bestaan uit een beoordeling op één bepaald moment, maar kan ook verlopen onder de vorm van een in de tijd gespreide beoordeling zoals bij een stage of vormen van permanente evaluatie; 23 examencontract: een toetredingscontract, aangegaan tussen de K.U.Leuven en de student die zich inschrijft voor het deelnemen aan een examen met het oog op het behalen van: a) een diploma of getuigschrift van een opleiding, of b) een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen; 24 examenperiode: een periode op het einde van een semester of in augustus-september specifiek voorbehouden voor de organisatie van examens; 25 geïndividualiseerd studietraject: een programma dat afwijkt van een voltijds of deeltijds modeltraject en kan worden toegestaan aan een student op zijn gemotiveerd verzoek; 26 getuigschrift van permanente vorming: document dat bewijst dat iemand geslaagd is voor een evaluatie of examen over een activiteit van permanente vorming; 27 graad: aanduiding van bachelor, master, of doctor verleend op het einde van een opleiding; 28 graad van verdienste: bijzondere vermelding die wordt gegeven op het einde van een bachelor- of masteropleiding; 28 bis jaardeel: het geheel aan eisen qua opleidingsonderdelen waaraan per academiejaar moet voldaan worden door een student die een opleiding volgt met vermindering van studieomvang die in twee (of meer) delen is opgesplitst. 29 kwalificatie van de graad: het onderdeel van een opleidingsbenaming dat de specifieke oriëntatie van een opleiding aangeeft; 29 bis leerkrediet: door de Vlaamse gemeenschap toegekend krediet, uitgedrukt in studiepunten, aan de student om één of meerdere opleidingen te voltooien. 30 masterproef: werkstuk waarmee een masteropleiding wordt voltooid; onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

7 31 modeltraject: een type-studietraject dat bestaat uit een voor een opleiding opgesteld opleidingsprogramma waarbij met opname van plicht- en keuzemogelijkheden wordt verduidelijkt hoe een student binnen een vooropgestelde duur het aan de opleiding verbonden diploma kan behalen. Het modeltraject verduidelijkt in het bijzonder de opdeling in programmajaren; er zijn voltijdse en deeltijdse modeltrajecten (cf onderwijsreglement); 32 onderwijsleeractiviteit: verdere opdeling van een opleidingsonderdeel in termen van een specifiek samenhangend geheel van onderwijs- en leeractiviteiten, en met een aantal studiepunten hieraan verbonden; 33 opleiding of programma: de structurerende eenheid van het onderwijsaanbod. Zij wordt bij succesvolle voltooiing bekroond met een diploma of getuigschrift; 34 opleidingskenmerken: elementen voor de afbakening van het profiel van een opleiding, met name: a) de kwalificatie van de graad en de eventuele specificatie van de graad; b) de afstudeerrichting of een andere vorm van differentiatie; c) de studieomvang; d) de instelling waar de opleiding wordt georganiseerd; 35 opleidingsonderdeel: een afgebakend geheel van onderwijs-, leer- en examenactiviteiten dat gericht is op het verwerven van welomschreven competenties inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. Een opleidingsonderdeel omvat ten minste drie gehele studiepunten en leidt tot één afzonderlijk beoordelingscijfer bij de beraadslaging; 36 permanente onderwijscommissie: de commissie samengesteld met het oog op het ontwikkelen en bewaken van één of meer opleidingsprogramma's en bestaande uit leden van het academisch personeel en vertegenwoordigers van studenten, eventueel aangevuld met alumni; 37 permanente vorming: onderwijsprogramma's van (meestal) beperkte omvang ter actualisatie van de wetenschappelijke kennis; 38 postgraduaatopleiding: opleiding van permanente vorming, waarbij een consistent geheel van ten minste 20 studiepunten wordt aangeboden; onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

8 39 postgraduaat getuigschrift: document dat bewijst dat iemand geslaagd is voor het examen over een postgraduaatopleiding; 40 programmadirecteur: de voorzitter van een permanente onderwijscommissie; 41 programmagids: het geheel van de onderwijsregeling en het examenreglement aangevuld met de specifieke opleidingsinformatie. Deze gegevens worden gebundeld op 42 programmajaar: het geheel aan eisen qua opleidingsonderdelen waaraan een student overeenkomstig een modeltraject of een geïndividualiseerd traject per geheel van 54 tot 66 studiepunten moet voldoen; 43 Raad van Europa: samenwerkingsverband tussen landen van Europa en specifieke andere partners met het oog op bescherming van bepaalde rechten van hun onderdanen. De samenstelling is te vinden op 44 schakelprogramma: een programma dat wordt opgelegd aan een student die zich wenst in te schrijven voor een masteropleiding op grond van een in het professioneel hoger onderwijs uitgereikt bachelordiploma. Het programma beoogt de in artikel 58, 2, 2, van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen bedoelde algemene wetenschappelijke competenties en wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis bij te brengen en omvat in de regel tussen 45 en 90 studiepunten; 45 specificatie: het onderdeel van een opleidingsbenaming dat bestaat uit een toevoeging "of arts" of "of science"; 46 studiegeld: het bedrag te betalen door de student voor de deelname aan onderwijsleeractiviteiten en/of examens; 47 studieomvang: het aantal studiepunten toegekend aan een opleiding, een opleidingsonderdeel of aan onderwijsleeractiviteiten daarvan; 48 studiepunt: een binnen de Vlaamse Gemeenschap aanvaarde internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en examenactiviteiten en waarmee de studieomvang van elke opleiding of elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt. Er worden enkel gehele studiepunten toegekend; onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

9 49 studietraject: de wijze waarop de studie wordt geordend in een modeltraject of een geïndividualiseerd traject binnen een diplomacontract of een examencontract met het oog op het behalen van een diploma; 50 syllabus: beknopte beschrijving volgens de internationale ECTS-standaard van de belangrijkste elementen van een opleidingsonderdeel (doelstellingen, examenvorm, omvang...); 51 toetredingsovereenkomst: de overeenkomst tussen de K.U.Leuven en de student waarin de rechten en plichten van beide partijen worden vastgelegd. De overeenkomst wordt gesloten door de inschrijving van de student in één van de volgende types: diplomacontract, creditcontract of examencontract; 52 voorafnames: opleidingsonderdelen die een student volgt uit (een deel van) een volgend programmajaar van dezelfde of een erbij aansluitende opleiding; 53 volgtijdelijkheid: de volgorde waarin men zich kan inschrijven voor opleidingsonderdelen in functie van het gevolgd hebben van, c.q. geslaagd zijn voor één of meerdere andere opleidingsonderdelen. 54 voorbeeldtraject: vorm van het modeltraject waarbij één specifiek traject als voorbeeld wordt uitgewerkt; 55 voorbereidingsprogramma: een programma dat kan worden opgelegd aan een student die niet in het bezit is van een academisch bachelor- of masterdiploma dat op rechtstreekse wijze toelating verleent tot de masteropleiding waarvoor hij zich wenst in te schrijven; 56 vrijstelling: de opheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel of een deel ervan een examen af te leggen, op grond van een creditbewijs, een ander studiebewijs of een bewijs van bekwaamheid. Voor dit opleidingsonderdeel of deel ervan wordt geen examencijfer in rekening gebracht bij het oordelen over het slagen over een programmajaar of een gehele opleiding, en evenmin voor het toekennen van een graad van verdienste. TITEL II. ONDERWIJSREGLEMENT Afdeling 1. Toetredingsovereenkomsten Diplomacontract, creditcontract en examencontract Keuzemogelijkheden Bij de inschrijving schrijft een student in voor één of meer van de types onderstaande contracten: onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

10 1 een diplomacontract met het oog op het behalen van een diploma; 2 een creditcontract met het oog op het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen; 3 een examencontract onder de in beschreven voorwaarden uitsluitend met het oog op het deelnemen aan examens voor het behalen van een diploma, of het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen. Door de inschrijving wordt de keuze voor een type overeenkomst definitief. Zij kan enkel gewijzigd worden op de in afdeling 1.3 bepaalde tijdstippen en onder de daarin vermelde voorwaarden. De verdere invulling van de toetredingsovereenkomst vindt plaats zoals verder bepaald in dit onderwijsreglement Diplomacontract Bij een diplomacontract schrijft een student zich in op grond van de volgende elementen van het onderwijs- en examenreglement: 1 het diploma dat de student wil behalen en de doelstellingen van het opleidingsprogramma zoals bepaald in afdeling 4.1.; 2 de studieomvang van de opleiding zoals bepaald in afdeling 4.3.; 3 de opleidingsonderdelen die in het opleidingstraject moeten of kunnen worden opgenomen en de studieomvang en volgtijdelijkheid van deze opleidingsonderdelen zoals bepaald in afdeling 4.3.; 4 de tijdsperiode waarop de inschrijving betrekking heeft (academiejaar, burgerlijk jaar, semester,...) overeenkomstig afdeling 3; 5 de voorwaarden voor het behalen van een creditbewijs per opleidingsonderdeel zoals bepaald in afdeling 5.2.; 6 in voorkomend geval de studieomvangvermindering voor het geheel van de opleiding of opleidingsonderdelen of delen ervan ten gevolge van vrijstellingen; 7 het aantal examens per opleidingsonderdeel zoals bepaald in het examenreglement; onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

11 8 de examen- en beraadslagingsregels zoals bepaald in het examenreglement; 9 de mogelijke maatregelen van studievoortgangbewaking zoals bepaald in afdeling 5.6.; 10 de bindende voorwaarden inzake studievoortgangbewaking zoals bepaald in afdeling 5.6. Een student schrijft zich ook in voor een diplomacontract als hij op grond van bewijzen van bekwaamheid meent vrijstellingen te kunnen krijgen voor alle opleidingsonderdelen van een opleiding. De student richt een aanvraag tot het verkrijgen van vrijstellingen aan de door de faculteit aangewezen instantie en verwerft bij positieve beslissing het overeenstemmende diploma. Bij negatieve beslissing wordt met inachtneming van het eerste lid van dit onderdeel bepaald wat de student nog moet volgen om het diploma te kunnen behalen. Programma's (CIAP) Creditcontract Bij een creditcontract schrijft een student zich in op grond van de volgende elementen van het onderwijs- en examenreglement: 1 het opleidingsonderdeel of de opleidingsonderdelen waarvoor de student een creditbewijs wil behalen; 2 de studieomvang van het opleidingsonderdeel of de opleidingsonderdelen zoals bepaald in afdeling 4.3.; 3 de toelatingsvereisten voor de inschrijving voor het opleidingsonderdeel of de opleidingsonderdelen zoals bepaald in afdeling 2.5.; 4 de tijdsperiode waarop de inschrijving betrekking heeft (academiejaar, burgerlijk jaar, semester,...) overeenkomstig afdeling 3; 5 de voorwaarden voor het behalen van een creditbewijs per opleidingsonderdeel zoals bepaald in afdeling 5.2.; 6 in voorkomend geval de studieomvangvermindering van delen van opleidingsonderdelen ten gevolge van vrijstellingen; 7 het aantal examens per opleidingsonderdeel zoals bepaald in het examenreglement. 8 de examenregels zoals bepaald in het examenreglement; onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

12 9 de mogelijke maatregelen van studievoortgangbewaking zoals bepaald in afdeling 5.6.; 10 de bindende voorwaarden inzake studievoortgangbewaking zoals bepaald in afdeling 5.6. De faculteiten kunnen in hun onderwijsregeling een inschrijving onder de vorm van een creditcontract afhankelijk maken van volgtijdelijkheidsvoorwaarden Examencontract Voor een examencontract zijn de regels vermeld in van toepassing als een student inschrijft met het oog op het behalen van een diploma en de regels vermeld in als een student inschrijft met het oog op het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen. De student heeft in deze formule enkel recht op het afleggen van examens en kan geen beroep doen op de ondersteuning vanwege de universiteit. Ook op andere ondersteunende diensten kan geen beroep gedaan worden. Evenmin kan de student gebruik maken van Toledo, tenzij hij hiervoor een gebruiksrecht betaalt van 50 euro (eenmalige som per academiejaar). Studenten met een examencontract krijgen geen statuut van student met de daaraan verbonden sociaalrechtelijke gevolgen (niet altijd kinderbijslag, studietoelagen, enz.). Informatie hierover kan men verkrijgen op de diensten van Studentenvoorzieningen ( De faculteiten bepalen in hun onderwijsregeling welke opleidingsonderdelen omwille van hun specifieke geaardheid aanleiding geven tot een dermate intensieve begeleiding dat zij bijgevolg niet in aanmerking komen voor een examencontract Modeltraject en geïndividualiseerd traject Vormen van studietraject Een studietraject bepaalt voor een diplomacontract of een examencontract met het oog op het behalen van een diploma de essentiële elementen voor het volgen van een opleidingsprogramma, waaronder alleszins de opleidingsonderdelen, de studieomvang, de examen- en deliberatieregels en de studievoortgangbewaking. Een studietraject neemt de vorm aan van: - een modeltraject voor een abstracte groep studenten; onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

13 - een geïndividualiseerd traject voor een bepaalde student Modeltraject Een modeltraject is een type-studietraject dat bestaat uit een voor een opleiding opgesteld opleidingsprogramma waarbij met opname van plicht- en keuzemogelijkheden wordt verduidelijkt hoe een student binnen een vooropgestelde duur het aan de opleiding verbonden diploma kan behalen. Een modeltraject is voltijds of deeltijds: - een voltijds traject bestaat per academiejaar uit een studieprogramma van ten minste 54 studiepunten (met inbegrip van vrijstellingen en reeds verworven creditbewijzen) en ten hoogste 66 studiepunten. Alle bachelor- en masteropleidingen, met uitzondering van sommige master-na-masteropleidingen, worden voltijds georganiseerd; - een deeltijds traject bestaat per academiejaar uit een beperkter studieprogramma. Alle bachelor- en masteropleidingen worden ten minste in één deeltijdse variant georganiseerd. Sommige master-na-masteropleidingen worden uitsluitend deeltijds georganiseerd. De faculteiten bepalen welke spreiding in een deeltijdse variant mogelijk is: de programmagids verstrekt daarover precieze informatie. In elk geval werken zij een variant uit die een spreiding tussen 25 en 35 studiepunten toelaat Geïndividualiseerd traject Alle studenten volgen een vol- of deeltijds modeltraject, tenzij ze een toelating hebben om een geïndividualiseerd traject te volgen. Een geïndividualiseerd traject kan op grond van een toelating door een centrale assessmentcommissie worden toegekend aan: 1 studenten met oorspronkelijk een modeltraject, maar die een uitgesproken studieachterstand opliepen en die op basis daarvan beslissen een geïndividualiseerd studietraject aan te vragen; 2 studenten die zich kunnen beroepen op uitzonderlijke individuele omstandigheden. Dit geldt onder meer voor studenten met een ernstige handicap, om ernstige medische redenen, voor erkende topsporters of kunstenaars; 3 studenten die op basis van EVC en EVK een groot volume aan vrijstellingen hebben verworven; onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

14 4 studenten die voltijds werken of twee voltijdse studieprogramma's combineren; 5 studenten die op grond van hun bijzondere capaciteiten aantoonbaar kunnen maken dat zij hun opleiding kunnen doorlopen in een kortere termijn dan de normstudent. Het geïndividualiseerd traject onder 2 is te onderscheiden van de mogelijkheden tot examenspreiding zoals beschreven in artikel 49 van het examenreglement. Een student die een geïndividualiseerd traject wil volgen, richt hiertoe een gemotiveerde aanvraag aan de centrale assessmentcommissie via de dienst Onderwijsbeleid, Krakenstraat 3, 3000 Leuven. Die commissie onderzoekt de gronden voor een geïndividualiseerd traject en bepaalt of een student voldoet aan de voorwaarden om een geïndividualiseerd traject te doorlopen. De door de faculteit aangewezen instantie bepaalt vervolgens de opbouw van het studieprogramma, de studieduur en de studievoortgangsbewaking voor de student. Personen met een functiebeperking: De coördinator van de afstudeerrichting Aangepaste bewegingsactiviteiten en de ombuds werken een voorstel uit en leggen dit voor op de CIAP. / Topsporters: De coördinator topsportstudenten en de ombuds werken een voorstel uit en leggen dit voor op de CIAP. / Andere statuten: De ombuds werkt samen met de student een voorstel uit en legt dit voor aan de CIAP. De Commisse Individuele Aangepaste Programma's (CIAP) beslist of deze voorstellen bekrachtigd worden Beroepsmogelijkheden De student kan schriftelijk en gemotiveerd binnen de vijf kalenderdagen na de schriftelijke mededeling van de beslissing beroep instellen bij de coördinator Studentenbeleid tegen het niet toekennen van een geïndividualiseerd traject. Ten laatste 15 dagen na ontvangst van het beroep deelt de coördinator Studentenbeleid de eindbeslissing schriftelijk en gemotiveerd aan de student mee. 1.3 Wijziging van studiecontract Wijzigingen op verzoek van de student Wijzigingen van type contract onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

15 Na afloop van het eerste semester kan een student vragen om het type van zijn studiecontract zoals bepaald in afdeling 1.1 te wijzigen. Hij richt daartoe een gemotiveerde aanvraag tot de door de faculteit aangewezen instantie. Wijziging is maar mogelijk na instemming door de door de faculteit aangewezen instantie. Bij verandering van studiecontract wordt de inschrijving met de daarbij horende vermeldingen zoals bepaald in de afdeling 1.1. aangepast. Reeds betaalde studiegelden worden verrekend bij de omzetting. Programma's (CIAP)/ Commissie voor Individueel Aangepaste Programma's (CIAP) Wijzigingen van inhoud van het contract Onverminderd de bepalingen over de samenstelling van het individueel studieprogramma zoals vastgelegd in van dit reglement, kan een student slechts een wijziging van de inhoud van het contract vragen tot en met: - 15 november met betrekking tot het eerste semester; - 28 februari met betrekking tot het tweede semester. Hij richt daartoe een gemotiveerde aanvraag tot de door de faculteit aangewezen instantie. De wijziging kan betrekking hebben op: a) de overgang tussen een geïndividualiseerd traject en een modeltraject; b) de overgang tussen een voltijds en een deeltijds traject; c) een aanpassing van de verdeling in de tijd van een geïndividualiseerd traject; d) een wijziging van de samenstelling van het pakket opleidingsonderdelen binnen een modeltraject, een gïndividualiseerd traject of een creditcontract. Een wijziging is mogelijk na instemming van de door de faculteit aangewezen instantie. Programma's (CIAP) Programma's (CIAP) Met het oog op de bepaling van het leerkrediet wordt hierover beslist uiterlijk 1 december met betrekking tot het eerste semester, uiterlijk 15 maart met betrekking tot het tweede semester. Na die data kan een wijziging slechts uitzonderlijk en op gemotiveerd verzoek worden toegestaan. Voor wijzigingen in verband met d), zie afdeling Wijziging van opleiding Studenten die tijdens het academiejaar van opleiding wensen te veranderen, kunnen dit met toelating van de door de faculteit aangewezen instantie van de nieuwe opleiding. Facultair Coördinator Studentenaangelegenheden onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

16 Als de student tijdens het eerste semester wenst te heroriënteren en nog geen examens heeft afgelegd, wordt de inschrijvingssituatie gewoon door de studentenadministratie gewijzigd. De opleidingsonderdelen uit het oude programma worden geannuleerd. Indien er in de oude opleiding reeds examenresultaten voorliggen wordt de student uitgeschreven uit de oude opleiding en in de nieuwe voltijds ingeschreven. De opleidingsonderdelen uit het eerste semester blijven staan in het individueel studentenprogramma en worden aangerekend. Voor de opleidingsonderdelen van de oude opleiding die over het hele jaar gespreid zijn en deze die enkel betrekking hebben op het tweede semester wordt de student uitgeschreven. De berekening van het studiegeld zal verlopen op basis van het effectief aantal opgenomen studiepunten. De student kan in het individueel studieprogramma van de nieuwe opleiding nog de opleidingsonderdelen van het tweede semester opnemen en erover examen afleggen. Hij kan de opleidingsonderdelen van het eerste semester of jaaropleidingsonderdelen waarvoor de student reeds ingeschreven was in de oude opleiding en die ook in de nieuwe opleiding voorkomen, eveneens opnemen en er examen over afleggen, in de tweede of derde examenperiode in het geval van jaaropleidingsonderdelen, enkel in de derde examenperiode in het geval van semesteropleidingsonderdelen. Het individueel studieprogramma kan, in elk geval slechts met toelating van de door de faculteit aangewezen instantie, nog bijkomend aangevuld worden: - met het oog op de examens van de tweede examenperiode met de opleidingsonderdelen die over het gehele jaar gespreid zijn, voorzover er nog geen deelcijfers in het eerste semester zijn toegekend; - met het oog op de examens van de derde examenperiode met de opleidingsonderdelen die de student reeds op eigen risico wenst af te leggen hoewel hij ze noch geheel noch deels heeft gevolgd. Programma's (CIAP) Studenten die na het eerste semester heroriënteren komende vanuit een andere instelling worden deeltijds ingeschreven Beroep De student kan schriftelijk en gemotiveerd binnen de vijf kalenderdagen na de schriftelijke mededeling van de beslissing beroep instellen bij de coördinator Studentenbeleid tegen beslissingen in verband met een wijziging inzake type, inhoud van een studiecontract of wijziging van opleiding. Ten laatste 15 dagen na ontvangst van het beroep deelt de coördinator Studentenbeleid de eindbeslissing schriftelijk en gemotiveerd aan de student mee Wijzigingen van het programma-aanbod door de universiteit onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

17 Wijzigingen van het programma-aanbod door de universiteit hebben, behoudens overmacht, voor de bestaande toetredingsovereenkomsten ten vroegste uitwerking bij de aanvang van het academiejaar volgend op dat waarin de wijziging is goedgekeurd. De universiteit zorgt voor passende overgangsbepalingen, die echter een onmiddellijke ingang van een programmahervorming niet onmogelijk maken. Afdeling 2. Toelatingsvoorwaarden 2.1. Bepalingen die gelden voor alle opleidingen en opleidingsonderdelen Algemeen Voor toelating tot een opleiding aan de K.U.Leuven geldt dat de student in elk geval moet voldoen aan de decretale voorwaarden met de hierna bepaalde aanvullingen. Aan deze voorwaarden moet voldaan zijn bij aanvang van het academiejaar. Uitzonderlijk kan een kandidaat-student tot de aanvang van de eerste examenperiode aan de diplomavoorwaarden voor toelating voldoen. Als hij op dat ogenblik niet voldoet aan deze voorwaarden wordt hij uitgeschreven. Voor een examencontract gelden dezelfde termijnen. De specifieke diplomavoorwaarden voor elke afzonderlijke opleiding staan vermeld in de programmagids. Voor de toelating tot een opleiding moet de student beschikken over een voldoende leerkrediet. Overeenkomstig de bepalingen in het hoofdstuk studievoortgangsbewaking (5.6 van dit reglement) kunnen afwijkingen op deze bepalingen worden toegestaan. Wanneer een student een bachelordiploma behaalt, zonder te beschikken over een voldoende leerkrediet om een masteropleiding aan te vatten, beschikt hij over het recht op toelating. In de gevallen waarin de student niet meer over een voldoende leerkrediet beschikt om de opleiding aan te vatten of verder te zetten, wordt het studiegeld verhoogd tot het decretaa bepaalde maximum voor het gedeelte van de inschrijving waarvoor hij niet meer beschikt over een leerkrediet. Op gemotiveerd individueel verzoek bij de directeur Studentenadministratie kan hierop een afwijking worden toegestaan Taalvoorwaarden Voor de anderstalige opleidingen of opleidingsonderdelen worden de taalvereisten bepaald in de onderwijsregeling van de opleiding zoals vermeld in de programmagids Toelatingsvoorwaarden voor een bacheloropleiding onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

18 Algemene diplomavoorwaarden voor een eerste inschrijving in een eerste jaar bachelor Tot een bacheloropleiding worden toegelaten de personen die beschikken over: a) een Belgisch diploma van het secundair onderwijs; b) een Belgisch diploma van het hoger onderwijs van het korte type; c) een Belgisch diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie met uitzondering van het getuigschrift voor pedagogische bekwaamheid; d) een diploma of getuigschrift dat bij of krachtens een wet, decreet, Europese richtlijn of een andere internationale overeenkomst als gelijkwaardig met de diploma's uit de hierboven vermelde categorieën wordt erkend Specifieke toelatingsvoorwaarden Kandidaat-studenten die niet in het bezit zijn van de hierboven vermelde diploma's of getuigschriften kunnen tot een bacheloropleiding worden toegelaten op voorwaarde dat zij in de loop van het academiejaar van inschrijving de leeftijd van 21 jaar bereikt hebben of bereiken. Daarenboven moet minimaal twee jaar verlopen zijn tussen het einde van het schooljaar waarin zij voor het laatst secundair onderwijs volgden en de aanvang van het academiejaar waar zij voor inschrijven. Van deze voorwaarden kan worden afgeweken als de kandidaat bewijst over een uitzonderlijke begaafdheid te beschikken. De kandidaten dienen hun aanvraag in tegen 1 juni of tegen 1 september van het academiejaar dat het academiejaar waarin zij voor het eerst wensen in te schrijven, voorafgaat. De commissie neemt haar beslissing in elk geval vóór de start van het betrokken academiejaar. De Belgische en Nederlandse kandidaten richten een vraag aan de directeur Studentenadministratie, Naamsestraat 22, 3000 Leuven met een verzoek tot toelating aan de K.U.Leuven en vermelding van de opleiding waarvoor zij toelating wensen. De K.U.Leuven onderzoekt dan via de centrale assessmentcommissie of de kandidaat over het gemiddelde geschiktheidsniveau van de instromende studenten voor de toelating tot een academische bachelor beschikt. Het onderzoek vertrekt van een door de kandidaat op te maken portfolio. Elke instelling van de Associatie K.U.Leuven erkent voor de toelating tot een gelijkaardige opleiding de beslissing genomen in de context van de assessmentprocedure Voor de inschrijving voor een opleiding tot arts of tandarts geldt bovendien als toelatingsvoorwaarde het geslaagd zijn in een toelatingsexamen van de Vlaamse gemeenschap. onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

19 2.3. Toelatingsvoorwaarden tot een masteropleiding of een uitdovende voortgezette academische opleiding Algemene toelatingsvoorwaarden Als algemene toelatingsvoorwaarde voor een masteropleiding geldt het bezit van: a) een academisch bachelordiploma of hiermee gelijkwaardig geacht getuigschrift over een deel van een tweede cyclus van een uitdovende opleiding (licentie, burgerlijk ingenieur, arts...); b) een masterdiploma of hiermee gelijkwaardig geacht diploma van een tweede cyclus van een oude, uitdovende opleiding (licentie, burgerlijk ingenieur, arts) voor de toelating tot een master-na-masteropleiding. Als algemene toelatingsvoorwaarde voor een uitdovende voortgezette academische opleiding geldt het bezit van een hiertoe toegang verlenend diploma van een uitdovende tweede-cyclusopleiding (licentiaat, burgerlijk ingenieur, apotheker, arts, bioingenieur) of een masterdiploma dat hiermee gelijkwaardig wordt geacht. Voor master-na-masteropleidingen en voor uitdovende voortgezette academische opleidingen kan de toelating tot inschrijving bovendien afhankelijk worden gesteld van een geschiktheidsonderzoek. Met het oog op het vlot doorstromen tussen opleidingen kan de door de faculteit aangewezen instantie beslissen dat een student in plaats van een voorbereidingsprogramma een aangepast masterprogramma volgt. Daarin kunnen voor onderdelen van het masterprogramma waarvoor zij vrijstelling verleent andere opleidingsonderdelen worden opgenomen uit de opleiding die rechtstreeks toelating verleent tot die masteropleiding, en dit ten belope van maximaal dezelfde studieomvang. Programma's (CIAP) Bijkomende toelatingsmogelijkheden op grond van een schakel- of voorbereidingsprogramma Houders van een bachelordiploma uit het hoger professioneel onderwijs kunnen worden toegelaten tot een academische master na het succesvol voltooien van een schakelprogramma zoals beschreven onder Houders van een academisch bachelordiploma dat niet rechtstreeks toegang verleent tot een bepaalde masteropleiding of houders van een masterdiploma dat niet rechtstreeks toegang verleent tot een bepaalde master-na-masteropleiding, kunnen toegelaten worden tot die masteropleiding na het gevolgd hebben van een specifiek voorbereidingsprogramma zoals beschreven onder In de programmagids staat vermeld voor welke opleidingen schakelprogramma's en voorbereidingsprogramma's worden georganiseerd Specifieke voorwaarden voor de toelating tot andere opleidingen onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

20 Bachelor- en masteropleidingen met verminderde studieomvang Een student die reeds beschikt over het diploma van een bacheloropleiding (professioneel of academisch) kan eventueel met studieduurverkorting worden toegelaten tot een andere bacheloropleiding. Een student die reeds beschikt over het diploma van een initiële masteropleiding of een einddiploma van het oude type (licentiaat, burgerlijk ingenieur enz.) kan eventueel met studieduurverkorting worden toegelaten tot een bacheloropleiding of een initiële masteropleiding. Een student die reeds beschikt over het diploma van een master-na-masteropleiding of een einddiploma van een voortgezette academische opleiding kan eventueel met studieduurverkorting worden toegelaten tot een bacheloropleiding, een initiële masteropleiding of een master-na-masteropleiding. Als de programmagids voor houders van bepaalde diploma's expliciet een verkort traject beschrijft, kan de student zich hiervoor rechtstreeks inschrijven bij de Studentenadministratie. In die gevallen waar de student recht meent te hebben op een verkort traject, zonder dat dit expliciet staat beschreven in de programmagids, richt hij een verzoek tot het volgen van een verkort traject tot de door de faculteit aangewezen instantie. Houders van andere dan de vermelde diploma's die kunnen worden gelijkgesteld met de hierboven beschreven diploma's, richten in elk geval een verzoek tot de door de faculteit aangewezen instantie. Programma's (CIAP) Programma's (CIAP) Specifieke lerarenopleiding De lerarenopleiding kan gevolgd worden na het behaald hebben van een diploma van bachelor of master (of een gelijkaardig einddiploma van de tweede cyclus). Tot het volgen van een specifieke lerarenopleiding kan de student ook worden toegelaten op grond van een diploma van kandidaat of professionele bachelor op voorwaarde dat hij tegelijkertijd is ingeschreven voor een schakelprogramma en/of een masteropleiding. Een student kan rechtstreeks inschrijven in een afstudeerrichting van een lerarenopleiding die aansluit bij zijn basisopleiding (bachelor- en masteropleiding samengenomen). Als aansluitende opleidingen worden beschouwd: - de basisopleidingen waarin ten minste 40 studiepunten zijn verworven of verworven zullen worden in de discipline van de vakdidactiek(en) van de afstudeerrichting. Dit minimum bedraagt 60 studiepunten per taal voor de SLO Talen; - voor de SLO Natuurwetenschappen een voorkennis van hetzij minimum 40 studiepunten voor één van de vier subdisciplines, hetzij minimum 60 studiepunten gespreid over meerdere subdisciplines (biologie, fysica, chemie, geografie). onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

21 Voor de niet-aansluitende lerarenopleidingen kan de student een toelating vragen via een gemotiveerd schrijven aan de programmadirecteur van de lerarenopleiding Postgraduaatopleidingen en andere opleidingen van permanente vorming Om tot een postgraduaatopleiding te worden toegelaten, moet een kandidaat-student in elk geval beschikken over een diploma van bachelor of master of een hiermee gelijkgesteld diploma. Bijkomende toelatingsvereisten zijn te vinden in de programmagids of de specifieke informatie betreffende de opleiding. De toelatingsvoorwaarden voor het volgen van andere opleidingen van permanente vorming worden vrij bepaald door de organisatoren Doctoraat(sopleidingen) Om te kunnen worden toegelaten tot een doctoraat(sopleiding) moet de student ten minste beschikken over een Belgisch diploma van master of een hiermee gelijkgesteld Belgisch diploma of gelijkwaardig geacht buitenlands diploma. Aanvullende regels worden opgenomen in het specifiek reglement voor toelating tot het doctoraat zoals uitgewerkt door elke faculteit Schakel- en voorbereidingsprogramma's De toelatingsvoorwaarden tot schakel- en voorbereidingsprogramma's worden beschreven in en Toelatingsvoorwaarden voor creditcontracten en examencontracten De verantwoordelijke door de faculteit aangewezen instantie kan bepalen dat bepaalde opleidingsonderdelen niet kunnen worden gevolgd onder de vorm van een creditcontract tengevolge van het niet voldoen aan volgtijdelijkheidsvoorwaarden die zijn opgenomen in de onderwijsregeling. De verantwoordelijke door de faculteit aangewezen instantie bepaalt welke opleidingen of opleidingsonderdelen eventueel niet kunnen worden gevolgd onder de vorm van een examencontract omwille van de specifieke vormen van begeleiding die zij vereisen. Permanente Onderwijscommissie Permanente Onderwijscommissie onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

22 Uitzonderlijk kan de door de faculteit aangewezen instantie toestaan dat een student een creditcontract of een examencontract met het oog op het behalen van een creditbewijs afsluit zonder dat hij voldoet aan de toelatingsvoorwaarden van de opleiding waarin het opleidingsonderdeel zich situeert. Programma's (CIAP) Afdeling 3 : Inschrijvingsregels en studiegelden 3.1. Inschrijvingsregels Inschrijven is overeenkomst tot stand brengen Door de inschrijving aan de K.U.Leuven wordt een overeenkomst gesloten met rechten en plichten voor beide partijen. De studenten kunnen - onder voorbehoud van de bijzondere bepalingen voor het examencontract - een beroep doen op de diensten die de universiteit aanbiedt, zowel voor de studies zelf als voor de randvoorwaarden, zoals studie-advies, huisvesting, maaltijden, sociale en medische diensten. De rechten en plichten worden verder in afdeling 6.1 beschreven Duur van de overeenkomst Behoudens specifieke andersluidende bepalingen voor een bepaalde opleiding of een specifiek contract, geldt een inschrijving voor een student voor een academiejaar Ogenblik van inschrijven Een student schrijft zich bij voorkeur in voor het begin van het academiejaar en uiterlijk tegen 15 oktober voor een diplomacontract of een examencontract met het oog op het behalen van een diploma van een opleiding waarvan een programmajaar samenvalt met een academiejaar of uiterlijk drie weken na de aanvang van de opleiding voor een opleiding met een andere kalender. Een student schrijft zich bij voorkeur in voor het begin van het academiejaar en uiterlijk tegen 15 oktober voor een creditcontract of examencontract met het oog op het behalen van een creditbewijs voor die opleidingsonderdelen die in het eerste semester of over het hele academiejaar worden georganiseerd en uiterlijk 28 februari voor die opleidingsonderdelen die uitsluitend in het tweede semester worden georganiseerd. Studenten die voor het begin van het academiejaar inschrijven kunnen tijdig beschikken over alle faciliteiten, behoudens studenten met een examencontract (cf. afdeling ). Voor de andere studenten worden deze mogelijkheden slechts ter beschikking gesteld vanaf het ogenblik dat zij formeel zijn ingeschreven. onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

23 Om de inschrijving te vergemakkelijken en lange wachttijden te vermijden, bestaat voor studenten met de Belgische nationaliteit én een Belgisch diploma enkel de eerste inschrijving aan de K.U.Leuven uit een aanmelding en de inschrijving ter plaatse. De aanmelding verloopt volledig via het internet en creëert geen rechten. De inschrijving ter plaatse doet de student persoonlijk in de Universiteitshal. Alle volgende inschrijvingen verlopen integraal via het internet; alle wijzigingen gebeuren op de Studentenadministratie. Meer informatie over het inschrijvingsproces kan men vinden op de webstek van de dienst Studentenadministratie : Specifiek vereiste toelating voor inschrijving Namens de centrale assessmentcommissie en via de hieronder aangegeven instanties is een specifieke toelating vereist voor: a) EER-studenten die een derde keer inschrijven voor een programmajaar van eenzelfde niveau of voor studenten die reeds twee academiejaren niet slaagden voor een opleidingsonderdeel, zoals bepaald in afdeling 5.6, via de directeur Studentenadministratie; b) studenten die uitzonderlijk nog laattijdig willen inschrijven via de directeur Studentenadministratie voor EER-studenten; c) voor studenten die wensen in te schrijven voor een geïndividualiseerd studietraject, zoals bepaald in afdeling 1.2.3, via de dienst Onderwijsbeleid Bijzondere voorwaarden voor creditcontracten en examencontracten met het oog op het verwerven van individuele creditbewijzen Inschrijvingen voor een creditcontract of een examencontract met het oog op het verwerven van individuele creditbewijzen vinden enkel plaats op basis van een door de programmerende faculteit voor een opleidingsonderdeel gegeven toelating. Deze toelating wordt toegekend door de Programma's (CIAP) Informatiesessies Voor de studenten die zich voor het eerst inschrijven voor een bacheloropleiding organiseren de faculteiten informatiesessies bij het begin van het academiejaar Studiegeld Algemeen onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71

24 Het studiegeld omvat ook het examengeld en de aansluiting bij de collectieve ongevallenverzekering van de K.U.Leuven (dit laatste met uitsluiting van studenten met examencontract). Studenten kunnen vrij toetreden tot de collectieve polis burgerlijke aansprakelijkheid privé-leven. Informatie is te vinden op webpagina Van elke student wordt bij inschrijving bij het begin van het academiejaar aangenomen dat hij inschrijft voor een voltijds studietraject, tenzij hij inschrijft voor een deeltijds traject of individuele credits, of tenzij hij uitsluitend inschrijft voor een voorbereidings- of schakelprogramma. De student betaalt het studiegeld voor een voltijds student, tenzij hij een deeltijds modeltraject volgt. In de loop van het academiejaar wordt op grond van het effectief door de student opgenomen studieprogramma een herbepaling van het studiegeld uitgevoerd. Als dit aanleiding geeft tot een saldo : - in het voordeel van de student, wordt dit ten spoedigste op het door hem opgegeven rekeningnummer teruggestort; - in het voordeel van de K.U.Leuven, wordt de student aangemaand tot bijkomende betaling en behoudt hij zijn rechten in elk geval tot de in de aanmaning bepaalde vervaltermijn voor de betaling. Bij een deeltijds student wordt het studiegeld bij aanvang van het academiejaar bepaald op 30 studiepunten. De diverse categorieën studiegelden die in de hiernavolgende secties worden vermeld, zijn de studiegelden zoals ze voor het academiejaar bepaald worden op basis van het effectief door de student opgenomen studieprogramma. Bedragen voor zijn te vinden op Zij kunnen overeenkomstig de afspraken binnen de associatie en tussen de universiteiten en binnen de decretale regels aangepast worden, zonder dat dit reglement in het geheel moet aangepast worden Studiegeld voor diplomacontracten, examencontracten en creditcontracten Het studiegeld bij diploma-en creditcontracten Uitgangspunten berekening studiegeld academiejaar Een student kan zich inschrijven voor één of meerdere opleidingen en/of voor één of meerdere opleidingsonderdelen in eenzelfde academiejaar. Verschillende combinaties zijn mogelijk: - een inschrijving voor een bacheloropleiding en een masteropleiding; - een inschrijving voor een voorbereidingsprogramma en een masteropleiding; onderwijsreglement KULeuven + facultaire aanvullingen /71