Toelichting AIM-melding VOF Bouwhuis Agro

Transcriptie

1 Toelichting AIM-melding VOF Bouwhuis Agro d.d. 18 juni 2018 Initiatiefnemer VOF Bouwhuis Agro Mr. J.B. Kanweg TE Witteveen tel Locatie: Oranjekanaal Z.Z TH Hijken Veehouderij Initiatiefnemer heeft een akkerbouwbedrijf met legkippen op de thuislocatie in Witteveen. De familie wil graag een nieuwe locatie met biologische legkippen opstarten aan het Oranjekanaal Z.Z. 3 te Hijken. Op deze locatie worden tot nog toe schapen gehouden. We hebben de gemeente Midden Drenthe geraadpleegd t.a.v. de vergunning. De oprichtingsvergunning is van 24 juni In 1998 zijn in totaal 720 st. schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg vergund. Op 14 januari 2015 is er een melding gedaan voor de intrekking van 161 kg ammoniak wat overeenkomt met 230 schapen. Er resteren dus nog 490 schapen. Dit is tevens de vigerende milieuvergunde situatie. Milieuvergunde situatie De laatstverleende en actuele milieuvergunning is de Melding Activiteitenbesluit van 14 januari 2015 voor het intrekken van 161 kg ammoniak (t.b.v. het salderen van ammoniak in het kader van de Natuurbeschermingswet) wat overeenkomt met 230 schapen. Van de oorspronkelijke 720 schapen resteren dus nog 490 schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg. Gebouw Rav cat. Diersoort Aantal dieren 1 B Schapen > 1 jaar, incl. lammeren tot 45 kg 490 Totaal 490 Beoogde situatie Het plan is de bestaande schapenstal geheel aan te passen, te verlengen en aan beide zijden te verbreden met een wintergarten (overdekte uitloop). In de stal worden st. biologische legkippen gehouden met vrije uitloop. De kippen worden gehouden in volièrehuisvesting E BWL V3 i.c.m. langdurige opslag van mest in een afgesloten loods, E 6.8. Het verbouwen van de stal voor st. legkippen wordt gezien als een wijziging/uitbreiding en/of het oprichten van een nieuwe installatie. In het kader van de m.e.r. dient daarom middels deze aanmeldnotitie m.e.r.-beoordeling te worden vastgesteld of er vooruitlopend op de in te dienen aanvraag voor het veranderen van de omgevingsvergunning een milieueffectrapport moet worden opgesteld. Hoeve Advies 1

2 De beoogde situatie is: Gebouw Rav cat. Diersoort Aantal dieren 1 E Legkippen volièrehuisvesting BWL V Add. 1 E 6.8 Langdurige mestopslag Totaal De biologische kippen met langdurige mestopslag leiden tot een ammoniakemissie van 1.890,0 kg NH 3. M.e.r.-beoordeling Het verbouwen van de stal voor st. legkippen wordt gezien als een wijziging/uitbreiding en/of het oprichten van een nieuwe installatie. Naast het verbouwen en wijzigen van de stal vinden nog een aantal andere wijzigingen plaats, zoals het realiseren van langdurige mestopslag. Er geldt geen m.e.r.-beoordelingsplicht maar wel een vormvrije m.e.r.-beoordeling. Besluit emissiearme huisvesting Het Besluit emissiearme huisvesting hanteert voor reguliere legkippen in nieuw te bouwen stallen vanaf 1 juli 2015 een maximale emissiewaarde van 0,068 kg NH 3 en 46 gram PM 10 per dierplaats per jaar. De stalemissie in de beoogde situatie is 0,055 kg NH 3 per dierplaats per jaar. De fijnstofemissie is 65 gram PM 10 per dierplaats per jaar. Voor nageschakelde technieken zoals mestopslag is geen maximale emissiewaarde vastgesteld omdat ze geen integraal onderdeel uitmaken van het huisvestingssysteem. De langdurige mestopslag vindt plaats in een afgesloten loods en is BBT. De legkippen worden op biologische wijze gehouden. Voor biologisch gehouden dieren zijn geen maximale emissiewaarden vastgesteld. Wav-zone De inrichting ligt niet binnen 250 m van een Wav-gebied en heeft dus niet te maken met een gecorrigeerd emissieplafond voor ammoniak. IPPC-beleidslijn De IPPC-beleidslijn, welke van toepassing is voor IPPC-bedrijven met meer dan stuks pluimvee, voorzover het bedrijf zich in de nabijheid van kwetsbare natuur of Wav-gebieden bevindt én wil uitbreiden, stelt dat het bevoegd gezag bij een toename van dieren tot kg NH 3 BBT mag verlangen en over de emissie boven de kg NH 3 >BBT en over de emissie boven de kg NH 3 >>BBT. Het aantal stuks pluimvee beperkt zich tot stuks, waarmee het géén IPPC-bedrijf is. De IPPC-beleidslijn is niet van toepassing. Hoeve Advies 2

3 Natura 2000 Het bedrijf heeft mogelijk invloed op omliggende Natura 2000-gebieden. De dichtstbijzijnde stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden zijn: Witterveld : m Drentsche Aa-gebied : m Aan de hand van een verschilberekening is het effect van de beoogde situatie met Aerius doorgerekend. De grenswaarde van 1,0 mol N op Natura 2000-gebieden wordt niet overschreden. De grenswaarde van 0,05 mol N welke geldt voor gebieden waarvan de benutting van de grenswaardereservering > 95% is wordt wel overschreden. Er is sprake van vergunningsplicht. Voor het bedrijf is op 5 juni jl. een ontwerpvergunning in het kader van de Wet Natuurbescherming bij de provincie Drenthe verleend. Daarmee is de benodigde ontwikkelruimte uit het PAS voor de beoogde situatie gereserveerd. Omdat een aanvraag voor de Wnb is ingediend, is de gemeente vrijgesteld van de aanvraag van een VVGB in het kader van de Wet Natuurbescherming bij de provincie Drenthe. Geurbelasting De dichtstbijzijnde stal ligt op ca. 130 m van de dichtstbijzijnde woning van derden, Oranjekanaal Z.Z. 3. Deze bevindt zich in het buitengebied. De geclusterde bebouwing van Hijken ligt op ca. 500 m van de inrichting. De dichtstbijzijnde geurgevoelige objecten liggen op een gevel-tot-gevel afstand van meer dan 25 m en op meer dan 50 m van het emissiepunt (de ventilatoren) waarmee wordt voldaan aan de daartoe gestelde minimale afstand. De gemeente Midden Drenthe hanteert de normen zoals die in de Verordening Geurhinder en Veehouderij gemeente Drenthe zijn vastgelegd: 14 OU E/m 3 /s lucht t.o.v. de geurgevoelige objecten in het buitengebied 3 OU E/m 3 /s lucht t.o.v. de geurgevoelige objecten bebouwde kom Hijken De geuremissie voor legkippen in volièrehuisvesting is 0,34 OU E/d/s. In de buurt van het bedrijf bevinden zich geurgevoelige objecten. De meest bepalende woningen/geurgevoelige objecten zijn: Buitengebied, maximaal 14,0 OU E/m 3 : Oranjekanaal Z.Z. 5 Bebouwde kom, maximaal 3,0 OU E/m 3 : De Hoek 9 De geurbelasting op de dichtsbijzijnde geurgevoelige objecten is: Norm geurbelasting Huidige situatie Beoogde situatie Verschil 490 schapen legk. Woningen norm 14,0 OUE/m 3 3,1 2,0-1,1 Woningen norm 3,0 OUE/m 3 0,2 0,2 0,0 Voor beide objecten wordt (ruim!) voldaan aan de geurnorm van de geurverordening. De verandering leidt tot zelfs tot een lagere geurbelasting. Hoeve Advies 3

4 Fijnstofconcentratie De bijdrage vanuit het bedrijf t.o.v. de omwonenden varieert afhankelijk van de afstand tot het bedrijf. De hoogste fijnstofconcentratie t.o.v. het dichtstbijgelegen te beschermen object na aftrek van de 2 µg/m 3 aan zeezoutcorrectie is 14,02 µg/m 3. Dit is lager dan het maximale jaargemiddelde van 40 µg/m 3 wat is toegestaan. Het aantal dagen overschrijding van 50 µg/m 3 na aftrek van de 2 correctiedagen voor zeezout is 4,4 dagen terwijl het maximaal 35 dagen zou mogen zijn. Het totaal aan PM 10 bestaat voor een beperkt deel uit PM 2.5. De fijnstofconcentratie van PM 2.5 is een fractie van 14,02 µg/m 3 en kan dus nooit groter zijn dan deze waarde zelf. Hieruit volgt dat de PM 2.5 concentratie onder de maximale concentratie van 25,0 µg/m 3 blijft, waarmee voldaan wordt aan de randvoorwaarden van de Wet luchtkwaliteit. De fijnstofbijdrage van de extra vervoersbewegingen als gevolg van de omschakeling van schapen naar kippen is Niet in betekende mate, alsdus de NIBM-rekentool van Infomil (zie bijlage). Uitgangspunt is 1 voertuigbeweging per dag extra, waarvan 90% vrachtverkeer. Geluid Het pluimveebedrijf ligt in een landelijk gebied met veel agrarische activiteiten. De stallen staan ver verwijderd van de omliggende woningen. De stal wordt mechanisch geventileerd. De ventilatoren zijn van het nieuwste type met een lage geluidproductie. Een biologisch bedrijf met kippen is geen groot intensief bedrijf. De aan- en afvoerbewegingen beperken zich tot het laden/lossen van kippen eenmaal per jaar, het wekelijks lossen van mengvoer en het één of twee keer per week halen van de eieren. De mest wordt langdurig opgeslagen en wordt enkele malen per jaar afgeleverd. Er is geen aanleiding voor een akoestisch onderzoek. Zonodig zal die bij de milieuaanvraag alsnog worden aangeleverd. Energieverbruik Bij het inrichten van de legkippenstal wordt zoveel mogelijk energiezuinige techniek gebruikt om de exploitatiekosten te drukken. Het energieverbruik in de beoogde situatie wordt geschat op 2,5 kw p.d.p.j., dat is ca kwh aan elektra. Het waterverbruik is ca. 55,0 l per hen per jaar ofwel ca. 990 m 3 per jaar. De stallen worden doorgaans droog gereinigd vanwege alle techniek die in de stallen zit. Mestopslag De mest wordt minimaal één tot tweemaal per week afgedraaid. De mest wordt langdurig opgeslagen in de mestloods voorzien van betonvloer, en vandaaruit periodiek afgeleverd of aangewend op eigen land. De mest in de mestloods is vrij van weers- en windinvloeden. Na elke ronde, als de kippen weg zijn, wordt ook de strooiselmest uit de stal verwijderd en afgevoerd. De kippen krijgen een uitloop naar buiten zodat ze kunnen scharrelen in de weide. De uitloop is dermate groot en de biologische houderij dermate extensief dat er geen sprake is van overbemesting door buiten lopende kippen. Bovendien worden aansluitend aan de stal de eerste meters uitloop verhard. Hoeve Advies 4

5 OBM m.e.r.-beoordeling en OBM-fijnstof Er wordt een biologische pluimveehouderij opgericht voor stuks legkippen. Tegelijk met de AIM wordt daarom ook een aanvraag voor een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) m.e.r.-beoordeling en fijnstof ingediend. De OBM is in OLO terug te vinden met kenmerk Ing. W. Hoeve HOEVE ADVIES BV Hoeve Advies 5