Beleidsplan A+O fonds Rijk

Transcriptie

1 Beleidsplan A+O fonds Rijk september

2 Beleidsplan 2007 A+O fonds Rijk 0. Inleiding De Stichting Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds Rijk (A+O fonds Rijk) is het samenwerkingsverband tussen werkgevers en werknemers in de sector Rijk. In 2006 heeft het A+O fonds Rijk een evaluatieonderzoek laten uitvoeren naar de vraag hoe het fonds nog beter inhoud kan geven aan zijn rol als aanjager van vernieuwingen op het gebied van de arbeidsmarkt in de sector. Eén van de belangrijkste aanbevelingen uit de evaluatie is om een beleidskader te ontwikkelen dat de basis vormt voor de activiteiten van het A+O fonds Rijk. Sociale partners hebben in de CAO 2005/2006 afgesproken te komen tot een arbeidsmarktconvenant. Zodra het convenant is afgesloten zal dit het beleidskader vormen voor de activiteiten van het A+O fonds. In de statuten is vastgelegd dat de doelstelling 1 van het A+O fonds is vernieuwende activiteiten op het gebied van de arbeidsmarkt, werkgelegenheid en scholingsbeleid van de sector Rijk te initiëren, coördineren en te stimuleren. Deze statutaire doelstelling is binnen het gekozen beleidskader vertaald naar een missie voor het A+O fonds. Deze missie sluit aan op de visie op de arbeidsmarkt die sociale partners in het SOR hebben ontwikkeld en in de CAO hebben verwoord: Missie A+O fonds Rijk: Het A+O fonds Rijk stimuleert vernieuwende activiteiten die er voor zorgen dat rijksambtenaren kunnen beschikken over een topconditie op de interne en externe arbeidsmarkt, dat zij realistische loopbaanwensen kunnen ontwikkelen en realiseren en dat de werkgever steeds kan beschikken over voldoende, gekwalificeerde, gemotiveerde medewerkers en dat het personeelsbestand evenwichtig is samengesteld, waarbij diversiteit een belangrijk aspect is. De uitwerking van de activiteiten in het beleidsplan vindt plaats langs drie lijnen: 1. Projecten op eigen initiatief van het A+O fonds; 2. Thema s waar werkgevers en werknemers uit de sector op kunnen intekenen voor financiële ondersteuning; 3. Subsidieverlening aan projecten op initiatief van werkgevers en werknemers uit de sector. Bij de activiteiten die vallen onder de eerste twee lijnen gaat het vooral om thema s uit het arbeidsmarktconvenant. 1. Op grond van artikel 3 van de statuten heeft het A+O fonds Rijk als doelstelling het initiëren, coördineren en stimuleren van vernieuwende activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt-, werkgelegenheids- en scholingsbeleid van de sector Rijk en het uitvoeren van andere activiteiten op verzoek van het SOR die rechtsreeks verband houden met de arbeidsvoorwaardenovereenkomst. Dit is als volgt nader gespecificeerd: Het financieren van eigen activiteiten en activiteiten op verzoek van het SOR; Het verlenen van subsidies aan die diensten van de Rijksoverheid welke vallen onder het regime van het SOR; Het op verzoek van het SOR verlenen van subsidie aan gerelateerde sectoren en andere (internationale) instellingen. 2

3 Daarnaast is er binnen de eerste twee lijnen ruimte om in te spelen op actuele ontwikkelingen. Onder de eerste lijn van activiteiten valt ook het vergaren en verspreiden van kennis. De derde lijn is ruimer van aard en biedt werkgevers en werknemers de mogelijkheid voorstellen te doen voor projecten die zij zelf van belang vinden. Hieronder worden de drie lijnen van activiteiten nader toegelicht. Vervolgens treft u de subsidievoorwaarden aan voor arbeidsmarktprojecten en werkervaringsplaatsen. 1. Projecten op eigen initiatief Vanaf 2004 heeft het A+O fonds diverse eigen projecten geïnitieerd. Het gaat onder andere om projecten op het gebied van mobiliteit/employability, leeftijdsbewust personeelsbeleid, medezeggenschap, begeleiding en coaching van jongeren, stimuleren van duale leertrajecten en EVC. Sommige van deze projecten hebben een doorloop naar Het accent binnen de eerste lijn van activiteiten zal in 2007 liggen op nieuwe projecten die aansluiten bij de thema s van het nog af te sluiten arbeidsmarktconvenant. Daarnaast is er ruimte voor projecten die aansluiten bij actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in de sector. De activiteiten op eigen initiatief moeten zoveel mogelijk voldoen aan de volgende eisen: Evenwicht tussen werkgevers- en werknemersbelang; Zonder het A+O fonds komt de activiteit niet of veel moeilijker tot stand; Zoveel mogelijk overdraagbaar naar andere onderdelen van de sector. Door het uitvoeren van eigen projecten en door kennis te delen met uitvoerders van subsidieprojecten bouwt het fonds deskundigheid op over de ontwikkelingen op het gebied van de arbeidsmarkt, de werkgelegenheid en de scholing in de sector. Om deze kennisontwikkeling te versterken kan het A+O fonds gesignaleerde ontwikkelingen op arbeidsmarktgebied nader laten onderzoeken en analyseren. Het gaat daarbij om onderzoek op andere onderwerpen dan die tot het taakgebied van BZK behoren. Het organiseren van conferenties over arbeidsmarktthema s hoort ook bij deze rol van het A+O fonds. Ook kan het SOR het A+O fonds verzoeken studie te maken van bepaalde relevante thema s. Verspreiding van kennis en ervaring gebeurt onder andere via de nieuwsbrief en de website. Daarnaast organiseert het fonds ook kennisuitwisseling tussen projectuitvoerders onderling. Door de verspreiding van kennis kan de hele sector profiteren van de opgedane ervaringen. 2. Intekenen op thema s Wanneer bekend is welke thema s in het arbeidsmarktconvenant benoemd zijn, zullen werkgevers en werknemers in de sector uitgenodigd worden voorstellen in te dienen voor activiteiten die aansluiten op deze thema s. Deze voorstellen kunnen dan in aanmerking komen voor subsidie volgens de voorwaarden van de arbeidsmarktprojecten (zie hierna). Intekenen op thema s betekent niet dat alleen het beste voorstel voor financiering in aanmerking komt. Het is mogelijk om meerdere voorstellen per thema te honoreren. Op deze wijze kan geëxperimenteerd worden met verschillende methoden om een bepaalde problematiek aan te pakken. Voorkomen moet worden dat werkgevers of werknemers voorstellen uitwerken die worden afgewezen, omdat er andere voorstellen zijn ingediend die beter aansluiten bij het beleid van het A+O fonds. Uiteraard moeten de voorstellen voldoen aan de subsidievoorwaarden voor arbeidsmarktprojecten. 3

4 Het verschil met subsidieverlening voor arbeidsmarktprojecten is de actieve werving van voorstellen binnen de thema s. De werving krijgt vorm door hieraan bekendheid te geven in onder andere de A+O fonds Nieuwsbrief, ICPO/ICPR en in de bladen van de vakbonden. Daarnaast zullen de bestuursleden hun netwerken informeren en enthousiasmeren om voorstellen in te dienen. 3. Subsidieverlening De derde lijn voor de activiteiten van het fonds vormen de projecten uit het veld. In 2007 wordt een deel van de middelen van het fonds beschikbaar gesteld voor subsidiëring van projecten uit het veld. Voor de subsidieaanvragen gelden twee categorieën: arbeidsmarktprojecten werkervaringsplaatsen. De subsidievoorwaarden 2007 die gelden voor arbeidsmarktprojecten en werkervaringsplaatsen treft u als bijlage aan. Overigens is het mogelijk dat de aanvrager voor (onderdelen van) projecten ook subsidie aanvraagt bij andere subsidiegevers. Het secretariaat kan aanvragers informeren over de mogelijkheden van relevante subsidieregelingen. Er mag geen sprake zijn van dubbele financiering van activiteiten. Doorlopend aanvragen indienen Er geldt geen uiterste indiendatum voor subsidieaanvragen. Dat betekent dat aanvragers doorlopend aanvragen kunnen indienen. Daardoor is het mogelijk voor aanvragers om in te spelen op de actualiteit. Een aanvraag wordt beoordeeld door het bestuur van het A+O fonds op advies van het secretariaat. Het secretariaat kan behulpzaam zijn bij het opstellen van de subsidieaanvraag en kan een indicatie geven of het idee aansluit bij de beleidslijnen van het A+O fonds. De aanvragen worden behandeld in de vergadering van het bestuur. De data waarop deze vergaderingen plaatsvinden staan vermeld op de website De subsidievoorwaarden zijn op enkele punten gewijzigd. Deze nieuwe voorwaarden gelden voor aanvragen die worden ingediend vanaf 1 januari 2007 en voor projecten waarvan de startdatum in het jaar 2007 ligt. Aanvragen van werkgevers- en werknemerszijde Het initiatief om subsidieaanvragen in te dienen ligt tot nu toe met name aan werkgeverszijde. Aandachtspunt voor 2007 is om ook aan werknemerszijde bekendheid te geven aan de activiteiten van het A+O fonds, zodat hieruit aanvragen voor subsidie kunnen voortkomen. Arbeidsmarktprojecten Doel van de subsidieverlening voor arbeidsmarktprojecten is vernieuwingen te bevorderen en activiteiten te stimuleren die buiten de gebaande paden gaan. Het moet gaan om activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt-, werkgelegenheids- of scholingsbeleid. Belangrijk criterium voor deze aanvragen is dat het project een aanvulling is op de werkgeverstaak, dat wil zeggen dat het geen activiteiten zijn die gerekend worden tot de reguliere bedrijfsvoering. Reguliere scholingstrajecten komen niet voor subsidiëring in aanmerking. De resultaten van het project moeten zo veel mogelijk overdraagbaar zijn naar andere onderdelen van de sector. De aanvrager geeft aan welke onderdelen van het project overdraagbaar zijn en hoe deze overdracht kan plaatsvinden. 4

5 Daarnaast is vereist dat het project wordt geëvalueerd. De subsidieaanvraag moet voorzien in een evaluatie, waarbij getoetst wordt in hoeverre de doelstellingen van het project zijn bereikt en waarin wordt onderzocht tot welke leereffecten het project heeft geleid. Het evaluatierapport wordt ter beschikking gesteld aan het A+O fonds Rijk. Het A+O fonds kan de aanvrager verzoeken actief mee te werken aan de verspreiding van de resultaten van het project, bijvoorbeeld door een presentatie te houden of mee te werken aan een publicatie. Het project dient voldoende draagvlak te hebben binnen de organisatie. Bij departementale projecten komt dit tot uitdrukking door de ondertekening van de aanvraag door zowel de werkgevers- als werknemersvertegenwoordiging. Aan deze eis wordt bij departementale aanvragen voldaan door ondertekening van de aanvraag door het DGO (respectievelijk de werkgever en de werknemersvertegenwoordiging in het DGO) of door ondertekening van de aanvraag door werkgever en OR gezamenlijk. Over interdepartementale projecten kan het SOR, dan wel kunnen ICPR en SCO afzonderlijk een uitspraak doen. Werkervaringsplaatsen Werkervaringsplaatsen hebben tot doel zwakkere groepen op de arbeidsmarkt werkervaring te laten opdoen bij de sector Rijk. Hiermee worden hun kansen op de arbeidsmarkt vergroot. De subsidie voor werkervaringsplaatsen is een combinatie van een loonkostensubsidie en scholingssubsidie. Voor deze subsidieaanvragen geldt geen minimumomvang. Voorwaarde om in aanmerking te komen voor subsidie is dat deelnemers aan een werkervaringsproject minimaal zes maanden geregistreerd staan als werkloos werkzoekend bij het centrum voor Werk en Inkomen (CWI). Daarnaast kunnen ook arbeidsgehandicapten, vluchtelingen, nieuwkomers en herintreders deelnemen. Voor herintreders dient vooraf een verzoek tot ontheffing te worden gevraagd met vermelding van het arbeidsverleden van betrokkene. Nieuw in de regeling voor 2007 is dat ook jongeren (tot 23 jaar) tot de doelgroep behoren. Zij hoeven niet zes maanden als werkloos werkzoekend geregistreerd te staan. Leidt het werkloosheidscriterium tot belemmeringen of onbillijkheden, dan is het bestuur van het A+O fonds bevoegd om de bestaande regels soepel te hanteren. De deelnemers worden bovenformatief aangesteld. Om te stimuleren dat de werkervaringsplaats gebruikt wordt als opstap naar een reguliere arbeidsplaats en er aandacht is voor scholing en ontwikkeling van de deelnemer is er voor 2007 een knip gemaakt in het subsidiebedrag. Voor loonkosten geldt nog steeds in totaal het maximumbedrag van Om voor de volledige loonkostensubsidie in aanmerking te komen moet de aanvrager in samenspraak met de deelnemer een ontwikkelingsplan opstellen. In dat ontwikkelingsplan staat hoe de deelnemer geschoold en begeleid wordt naar een volgende functie binnen de organisatie of, indien dit niet mogelijk is, buiten de organisatie. Dit ontwikkelingsplan moet uiterlijk 6 maanden na indiensttreding van de kandidaat worden aangeleverd bij het A+O fonds Rijk. Het A+O fonds verstrekt bij de subsidietoekenning een eenvoudig format. Voor de uitvoering van het ontwikkelingsplan (scholingskosten en begeleidingskosten) wordt een subsidie van maximaal verstrekt. Wanneer de aanvrager geen ontwikkelplan indient of wanneer de aanvrager het ontwikkelplan niet uitvoert, wordt de subsidie vastgesteld op maximaal

6 Overig: ESF In 2007 komt naar verwachting nieuw budget beschikbaar bij het Europees Sociaal Fonds (ESF). Indien de nieuwe ESF-regeling relevant is voor activiteiten binnen de sector Rijk, zal het A+O fonds Rijk optreden als aanvrager van ESF-subsidie. Dat betekent dat organisaties die zijn aangesloten bij het A+O fonds Rijk via het fonds een beroep kunnen doen op ESFsubsidie. Het A+O fonds Rijk bevoegd is om subsidieaanvragen door te geleiden naar het Agentschap SZW. Het Agentschap SZW beoordeelt en beschikt over de subsidieaanvraag. 6